• No results found

Kansen en mogelijkheden m.b.t. inwinningsmethodieken t.b.v. één centrale registratie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kansen en mogelijkheden m.b.t. inwinningsmethodieken t.b.v. één centrale registratie"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Scriptie:

Kansen en mogelijkheden

m.b.t.

inwinnings-methodieken t.b.v. één

centrale registratie

Auteur: Waterschap Brabantse Delta

Afdeling Advies & Monitoring Team Geo-informatie Bouvignelaan 5 4836 AA Breda Postbus 5520 www.brabantsedelta.nl

Colofon

Auteur: Joury Kuijpers Student nr.: 1686582 Kenmerk: Geodesie & Geo-informatie Datum: 26 mei 2019 Versie: 1.0

(2)

Titel

Kansen en mogelijkheden m.b.t. inwinningsmethodieken t.b.v. één centrale registratie.

Datum

26-05-2019

Opleiding

Hogeschool Utrecht

Geodesie & Geo-informatie

Gegevens student

Naam: Joury Kuijpers Student nummer: 1686582

Gegevens werkgever

Waterschap Brabantse Delta Bouvignelaan 5

4836 AA Breda

Afstudeerbegeleider waterschap Brabantse Delta: Dhr. Ir. P. Clement

Teamleider Geo-informatie

Gegevens Hogeschool Utrecht

Hogeschool Utrecht Padualaan 99 3584 CH Utrecht

Afstudeerbegeleiders Hogeschool Utrecht: 1e begeleider: Dhr. Ing. H. Jongbloed 2e begeleider: Dhr. Ir. F. de Vroege

Versie Status Datum Opmerkingen

1.0 Definitief 26-05-2019 Definitief en geüpload 0.4 4e concept 21-05-2019 Gecontroleerd HU

0.3 3e concept 15-05-2019 Gecontroleerd HU + WBD 0.2 2e concept 03-05-2019 Gecontroleerd WBD 0.1 1e concept 12-03-2019

(3)

Voorwoord

Na 4 jaar duale HBO studie Geodesie & Geo-informatie op de Hogeschool Utrecht sta ik nu op het punt om af te studeren. Ik ben mijn studie begonnen met Geoned B.V. als werkgever, waar ik de gehele periode gedetacheerd was bij de Nederlandse Gasunie. Vanaf 1 mei 2018 ben ik werkzaam bij waterschap Brabantse Delta waarvoor ik dit afstudeerscriptie schrijf.

Allereerst wil ik vanuit waterschap Brabantse Delta mijn teamleider Patrick Clement bedanken voor zijn begeleiding bij het afstuderen. Ook wil ik mijn andere collega’s bedanken voor hun steun en advies tijdens de studie, voornamelijk Tristan van Dorst die mij met technisch inhoudelijke vragen heeft ondersteund.

Daarnaast wil ook mijn voormalige collega’s van Geoned B.V. en de Nederlandse Gasunie die mij tijdens de eerste jaren van mijn studie geholpen hebben bedanken voor hun hulp.

Verder wil ik mijn ouders bedanken voor hun aanmoedigingen tijdens alle studiejaren.

Ook wil ik mijn vriendin bedanken voor haar steun die ze mij gegeven heeft en de tijd waarin ik rustig zelfstandig aan mijn studie kon werken.

Ten slotte wil ik de begeleiders, docenten en medestudenten van de Hogeschool Utrecht bedanken voor de leerzame periode afgelopen jaren.

Breda, mei 2019. Joury Kuijpers

(4)

Samenvatting

Dit rapport is het resultaat van een afstudeeronderzoek binnen de opleiding Geodesie en Geo-informatie aan de Hogeschool Utrecht. Het onderzoek is uitgevoerd bij mijn werkgever

waterschap Brabantse Delta.

Het doel van dit onderzoek was om de kansen en mogelijkheden t.b.v. één centrale registratie te onderzoeken. Dit is onderzocht met een literatuur-onderzoek, interviews en een

marktonderzoek. Uit deze onderzoeken bleken er drie inwinningsmethodieken goed toepasbaar te zijn voor waterschap Brabantse Delta; namelijk de huidige manier van inwinnen, Carlson Software en een stereowerkplek. Alle deelvragen zijn beantwoord, zo ben ik op bezoek geweest bij de twee andere Brabantse waterschappen om hun werkproces te vergelijken met het huidige proces bij waterschap Brabantse Delta. Naast het beantwoorden van de hoofd- en deelvragen is er een kosten-bate analyse uitgevoerd. Uiteindelijk volgt een conclusie en twee aanbevelingen. De conclusie is dat alle drie de onderzochte inwinningsmethodieken voor- en nadelen hebben. De stereowerkplek heeft voor de BGT zeker een meerwaarde, maar is geen vervanging voor de traditionele manier van meten. Het is zeker een goede aanvulling. De huidige manier van inwinnen van waterschap Brabantse Delta en het inwinnen van Carlson Software kunnen wel voor alle metingen gebruikt worden. De huidige manier van inwinnen voldoet, maar er zijn nog handmatige acties nodig bij de verwerking. De aansluiting op het beheerregister is niet

optimaal. Carlson Software sluit goed aan op het beheerregister. Dwarsprofielen en

kunstwerken meten is een groot voordeel met Carlson Software ten opzichte van de huidige manier van inwinnen.

Deze conclusie heeft geleid tot de onderstaande twee aanbevelingen:

De eerste aanbeveling is om Carlson Software een uitgebreide pilot te laten uitvoeren bij waterschap Brabantse Delta en hiervoor meerdere specialisten binnen het waterschap uit te nodigen. Aangezien de kosten relatief laag zijn kan eerst een tablet aangeschaft worden in combinatie met de huidige Leica GPS ontvanger, vervolgens kan dit bij tevredenheid van team Geo-informatie in de toekomst uitgebreid worden.

De tweede aanbeveling is om meer gebruik te maken van de stereowerkplek, dit is een zeer goede aanvulling op de andere inwinningsmethodieken en heeft vooral voor de BGT een meerwaarde.

(5)

Abstract (English)

This report is the result of a graduation research within the Geodesy and Geo-information study program at the Hogeschool Utrecht. The research was carried out at my employer water

authority Brabantse Delta.

The purpose of this study was to research the opportunities and possibilities for one central registration. This research has been done by a study of literature, interviews and a market research. From this research, three methods were found to be well applicable to water authority Brabant Delta; namely the current method, Carlson Software and a stereoworkplace. All sub-questions have been answered. I visited the two other water authorities in Brabant to compare their working process with the current process at water authority Brabant Delta. In addition to answering the main and sub-questions, a cost-benefit analysis was carried out. Ultimately, there is a conclusion and two recommendations.

The conclusion is that all three investigated methods have their advantages and disadvantages. The stereoworkplace certainly has an added value for the BGT, but is not a replacement for the traditional way of measuring. It is certainly a good addition. The current method of water authority Brabantse Delta and Carlson Software can be used for all measurements. The current method meets the demands, but manual actions are still needed during the processing of information. The connection to the management register is not optimal. Carlson Software functions better with the management register. Measuring cross profiles and civil structures is a major advantage with Carlson Software over the current method.

This conclusion led to the following two recommendations:

My first recommendation is to have Carlson Software carry out an extensive pilot at water authority Brabantse Delta and to invite several specialists of the water authority. Since the costs are relatively low, a tablet can first be purchased in combination with the current Leica GPS receiver, this can be expanded in the future to the satisfaction of the Geo-information team. My second recommendation is to make more use of the stereoworkplace, this is a very good addition to the other methods and has an added value, especially for the BGT.

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord ...3 Samenvatting ...4 Abstract (English) ...5 1 Inleiding ...7 1.1 Aanleiding en context ... 7 1.2 Probleemstelling ... 7 1.2.1 Probleemanalyse ... 7 1.2.2 Probleemstelling ... 7 1.3 Doelstelling ... 7 1.3.1 Persoonlijke leerdoelen ... 8 1.3.2 Beroepsgerichte vakgebieden ... 8 1.4 Onderzoeksvragen ... 8 1.4.1 Hoofdvraag ... 8 1.4.2 Deelvragen ... 8 1.4.3 Afbakening ... 8 1.5 Leeswijzer ... 8

2 Waterschap Brabantse Delta ...9

2.1 Organisatie ... 10 2.2 Bedrijfsproces ... 11 3 Onderzoek ... 13 3.1 Literatuur-onderzoek ... 13 3.2 Marktonderzoek ... 13 3.3 Interviews ... 13 4 Onderzoeksresultaten ... 15

4.1 Welke behoefte is er nu binnen team Geo-informatie? ... 15

4.1.1 Legger ... 16

4.1.2 Beheerregister ... 17

4.1.3 BGT ... 18

4.2 Welke inwinningsmethodieken sluiten aan op deze behoefte? ... 20

4.2.1 Huidige manier van inwinnen ... 20

4.2.2 Inwinnen met Carlson Software ... 21

4.2.3 Stereowerkplek ... 23

4.3 Op basis van welke KPI’s kunnen product/inwincombinaties vergeleken worden?... 25

4.4 Hoe hebben de andere Brabantse waterschappen hun product/inwincombinaties geregeld? ... 27 5 Kosten-baten analyse ... 30 5.1 Kosten ... 30 5.2 Analyse ... 31 6 Conclusie en aanbevelingen ... 33 6.1 Conclusie ... 33 6.2 Aanbevelingen ... 33 7 Begrippen ... 34 8 Bronnen ... 36 9 Bijlagen... 37

9.1 Interview waterschap Brabantse Delta ... 37

9.2 Interview waterschap Aa en Maas ... 39

9.3 Interview waterschap De Dommel ... 41

(7)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en context

Door de jaren heen is er veel veranderd bij de diverse waterschappen in Nederland. Door onder andere verschillende fusies van waterschappen zijn er ook diverse werkprocessen veranderd. Bij waterschap Brabantse Delta zijn alle data van de voorgaande waterschappen bij elkaar gekomen in één database. Deze data bevat alle kunstwerken, profielen en topografie met hun kenmerkende gegevens die voor het waterschap van belang zijn. Daarnaast zorgde een ander beheerpakket en de invloed van de legger voor de nodige aanpassingen van deze data. Dit alles terwijl data een belangrijke rol speelt binnen het waterschap en diverse afdelingen die hier gebruik van maken.

De inwinningsmethodieken zijn in de loop van de jaren ook veranderd, GPS wordt steeds vaker toepast voor inwinning. Toch wordt er ook gekeken naar andere mogelijkheden en

vernieuwingen op het gebied van inwinning, zodat er nog efficiënter ingewonnen kan worden. Omdat de inwinningsmethodieken in de loop van de tijd zijn veranderd en er steeds meer nieuwe technieken zijn kan de data ook slimmer ingewonnen worden. Aangezien data een belangrijke rol speelt binnen waterschap Brabantse Delta is het belangrijk dat dit zo volledig en efficiënt mogelijk ingezet kan worden, met een zo kort mogelijke verwerkingstijd. Dit is de aanleiding geweest voor mijn onderzoek.

1.2 Probleemstelling

1.2.1 Probleemanalyse

Wat zijn de belangrijkste producten binnen team Geo-informatie? Hiervoor is het goed om te weten wat de huidige processen binnen team Geo-informatie zijn en welke behoefte er is. Daarna kan onderzocht worden welke inwinningsmethodieken het beste aansluiten op deze behoefte, hierbij kunnen de huidige inwinningsmethodieken vergeleken worden met nieuwe inwinningsmethodieken. Een marktverkenning kan een beter inzicht geven in de nieuwe inwinningsmethodieken die voor waterschap Brabantse Delta van toepassing kunnen zijn. Vervolgens moet ook gekeken worden naar de invloed hiervan op het beheer van de registratie. Ten slotte kunnen we dit vergelijken met andere waterschappen.

1.2.2 Probleemstelling

Naar aanleiding van het zoeken naar andere mogelijkheden en vernieuwingen op het gebied van inwinning is er een verder onderzoek nodig. Hoe kunnen andere inwinningsmethodieken de behoefte beter vervullen? Hoe kan dit het meest efficiënt ingezet worden binnen waterschap Brabantse Delta? Welke inwinningsmethodieken kunnen hierin voorzien binnen de

mogelijkheden van team Geo-informatie? Welke optimalisatiemogelijkheden zijn er voor waterschap Brabantse Delta nodig om data in te winnen en te processen tot de benodigde informatie voor de genoemde eindproducten? Deze probleemstellingen hebben geleid tot een hoofdvraag en een aantal deelvragen voor mijn onderzoek.

1.3 Doelstelling

Kansen en mogelijkheden m.b.t. inwinningsmethodieken t.b.v. één centrale registratie onderzoeken voor waterschap Brabantse Delta.

(8)

1.3.1 Persoonlijke leerdoelen

Mijn persoonlijke leerdoelen zijn het verbeteren van mijn onderzoeksvaardigheden, meer

ervaring opdoen binnen de processen van het waterschap en mijn kennis verbreden op zowel de inwinning als het Geo-informatie beheer.

1.3.2 Beroepsgerichte vakgebieden

Dit afstudeeronderwerp heeft betrekking op de volgende vakgebieden: - Geo-informatie: beheer van één registratie.

- Inwinning: vergelijken inwinningsmethodieken. - Management: processen, advisering.

1.4 Onderzoeksvragen

1.4.1 Hoofdvraag

Wat zijn de kansen en mogelijkheden m.b.t. inwinningsmethodieken t.b.v. één centrale registratie?

1.4.2 Deelvragen

- Welke behoefte is er nu binnen team Geo-informatie?

- Welke inwinningsmethodieken sluiten aan op deze behoefte?

- Op basis van welke KPI’s kunnen product/inwincombinaties vergeleken worden? - Hoe hebben de andere Brabantse waterschappen hun product/inwincombinaties

geregeld?

1.4.3 Afbakening

Een duidelijke afbakening is nodig, omdat dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen waterschap Brabantse Delta. Een aantal beperkingen zijn van toepassing. Zo zullen de

inwinningsmethodieken moeten passen binnen de vastgestelde GIS- en ICT-architecturen. Het huidige proces en de eindproducten van team Geo-informatie worden als aanleiding beschreven voor het onderzoek, maar alleen de inwinningsmethodieken voor een centrale registratie worden hiervan uitgelicht en verder onderzocht tijdens het onderzoek. Tevens wordt er een vergelijking gemaakt met de andere Brabantse waterschappen, omdat we hier een samenwerkingsverband (Winnend Samenwerken) mee hebben.

1.5 Leeswijzer

Het rapport is gericht op de lezer met geodetische en/of geo-informatica achtergrond. De indeling van dit document is als volgt:

 Hoofdstuk 1 wordt de aanleiding en context van het probleem toegelicht en de

probleemanalyse en de probleemstelling behandeld. Hierin staan ook de doelstellingen, de hoofdvraag, de deelvragen en een afbakening vermeld.

 Hoofdstuk 2 volgt er een algemene tekst over waterschap Brabantse Delta waar mijn scriptie betrekking op heeft, gevolgt door informatie over de afdeling.

 Hoofdstuk 3 gaat over het onderzoek.

 Hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten weergegeven.  Hoofdstuk 5 geeft een kosten-bate analyse weer.

 Hoofdstuk 6 volgt een aantal conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek.  Hoofdstuk 7 een overzicht van alle begrippen.

 Hoofdstuk 8 een overzicht van alle gebruikte bronnen

(9)

2 Waterschap Brabantse Delta

Waterschap Brabantse Delta is een groot fusiewaterschap in het westen van de provincie Noord-Brabant, verspreid over 21 gemeenten. Het is in 2004 ontstaan uit de voormalige

waterschappen Mark en Weerijs, Land van Nassau, Hoogheemraadschap van West-Brabant, de Dongestroom en het Scheldekwartier. Waterschap Brabantse Delta heeft zijn hoofdkantoor Hof van Bouvigne, sinds 1 juni 2010 gevestigd op landgoed Bouvigne bij Kasteel Bouvigne, aan de rand van Breda.

Het werkgebied van waterschap Brabantse Delta omvat het deel van de provincie Noord-Brabant dat ligt ten westen van de lijn Waalwijk/Baarle-Nassau en ten zuiden van het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas. De bodemhoogte in dit gebied varieert van -1,80 tot +30,00 meter NAP. De grootste wateren in het werkgebied van Brabantse Delta zijn Mark, Vliet, Aa of Weerijs, Donge, Zuiderafwateringskanaal, Oude Maasje en Roode Vaart.

Er vallen 21 gemeenten onder het werkgebied van waterschap Brabantse Delta, dit zijn: Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur,

Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Goirle, Halderberge, Loon op Zand, Moerdijk, Steenbergen, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Tilburg (gedeeltelijk), Waalwijk, Woensdrecht, Zundert.

(https://nl.wikipedia.org/wiki/Brabantse_Delta)

Waterschap Brabantse Delta is bij wet verantwoordelijk voor het waterbeheer en de

waterveiligheid in West Brabant. Dit betekent dat het waterschap zorgt voor droge voeten, schoon water en voldoende water. Om dit goed te kunnen doen heeft het waterschap

waterlopen, waterbergingen en dijken met bijbehorende regulerende kunstwerken nodig. Dit

worden ook wel waterstaatswerken genoemd. (www.brabantsedelta.nl)

Waterschap Brabantse Delta in cijfers (per 03-05-2019):

Aantal primaire waterkeringen: 143 kilometer (waarvan in beheer 134). Aantal niet-primaire (regionale en overige) keringen: 425 kilometer. Aantal spui- en schutsluizen: 17

Aantal poldergemalen: 227 Aantal stuwen: 1.752

Aantal kilometer sloten, beken en rivieren in beheer: 8.115 Aantal rioolwaterzuiveringen: 17

Aantal rioolgemalen: 82

Aantal kilometer rioolpersleiding: 350

(www.brabantsedelta.nl)

(10)

2.1 Organisatie

Zie afbeelding 1 de organisatie structuur per 09-01-2019.

Afbeelding 1, organogram waterschap Brabantse Delta per 09-01-2019.

(www.brabantsedelta.nl)

Team Geo-informatie

Binnen het waterschap Brabantse Delta, onder Watersystemen bij afdeling Advies & Monitoring bevindt zich Team Geo-informatie. In totaal zijn hier 12 medewerkers werkzaam (waaronder mezelf) en 1 teammanager. Marcela Laguzzi is hoofd van de afdeling Advies & Monitoring. Patrick Clement is de teamleider van team Geo-informatie en tevens mijn begeleider tijdens dit onderzoek.

Het team Geo-informatie bestond vroeger uit drie taakgroepen met elk een senior. Deze taakgroepen waren verdeeld in; Inwinnen, Beheer en Ontsluiting. Inwinnen was voornamelijk landmeetkundig, zowel buiten meten als binnen verwerken. Naderhand werd de BGT beheer toegevoegd. Taakgroep beheer was verantwoordelijk voor het beheerregister en de Legger. Taakgroep ontsluiting vertegenwoordige team Geo-informatie naar de organisatie en de maatschappij, voornamelijk met advies en ondersteuning.

Deze taakgroepen zijn er niet meer, maar de specialisatie van medewerkers voor bepaalde processen is wel aanwezig.

(11)

2.2 Bedrijfsproces

Team Geo-informatie

Voor zowel een effectieve en efficiënte uitoefening van de waterschapstaken als ten behoeve van diverse wet- en regelgeving zoals bijvoorbeeld Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), beoordeling van de keringen (WBI) en INSPIRE is betrouwbare en actuele geo-informatie noodzakelijk. In de toekomst zal de noodzaak voor goede geo-informatie verder toenemen door bijvoorbeeld wettelijke verplichtingen zoals Omgevingswet en Basisregistratie Ondergrond (BRO). Ook door een nauwere samenwerking met andere overheden en een toenemende mate van digitalisering en toepassing van geo-informatie in de eigen werkprocessen, wordt

betrouwbare geo-informatie steeds belangrijker. (Waterschap Brabantse Delta, 2018)

In afbeelding 2 is weergegeven hoe de “werkelijkheid” in een systeem opgeslagen kan worden en vervolgens beschikbaar gesteld wordt t.b.v. diverse processen en toepassingen.

Afbeelding 2, bedrijfsproces team Geo-informatie.

(Waterschap Brabantse Delta, 2018)

De “werkelijkheid” buiten in het veld wordt hierbij via verschillende inwinningstechnieken

ingemeten en opgeslagen in een metingendatabase waar het wordt bewerkt. Afhankelijk van het type gegevens wordt deze opgeslagen in de Kernregistratie en/of opgenomen in de BGT.

Hiervoor wordt het DAMO-model gebruikt (logisch en technisch) dat voor en door de waterschappen ontwikkeld is en ook bij veel andere waterschappen gebruikt wordt.

De centrale gegevens worden zowel t.b.v. de eigen processen als t.b.v. wet- en regelgeving ontsloten. Door het hanteren van het principe van “eenmalige opslag, meervoudig gebruik” wordt op een zo efficiënt mogelijke wijze gewerkt waarbij de kans op fouten het kleinst is door het voorkomen van redundante gegevens. Daarnaast neemt de kwaliteit van de gegevens toe

doordat deze in meerdere processen toegepast worden. (Waterschap Brabantse Delta, 2018)

Een onderdeel van team Geo-Informatie is het verzamelen/inwinnen van topografische gegevens en inventarisatiegegevens welke gebruikt kunnen worden in diverse werkprocessen zoals monitoren, beheer, onderhoud etc. Het proces van Inwinning is zo ingericht dat de

(12)

Dit werkproces is beschreven in het proces “Inwinnen” dat in afbeelding 3 is weergegeven.

(Waterschap Brabantse Delta, 2018)

Afbeelding 3 is door mezelf gemaakt in opdracht van waterschap Brabantse Delta. Hiervoor zijn gesprekken geweest met diverse medewerkers van team Geo-informatie.

Deze informatie is verwerkt in een stroomdiagram met het programma Microsoft Visio. Inmiddels is dit toegevoegd aan het Handboek Geo-informatie.

Afbeelding 3, stroomdiagram proces inwinnen.

(Kuijpers, 2018)

De eisen die gesteld worden aan de producten van dit proces zijn beschreven in een uniform meetbestek. Dit is door de drie Brabantse waterschappen; Waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel en Waterschap Aa en Maas, opgesteld. Dit uniform meetbestek en meetinstructies beschrijft de inhoud, eisen en nauwkeurigheden van verschillende soorten metingen. Het dient als leidraad voor zowel het uitvoeren van meetwerkzaamheden door de eigen diensten, alsook van meetwerkzaamheden die door derden worden uitgevoerd in het kader van projecten of het realiseren van vergunningen of ontheffingen. Met dit uniform meetbestek is inzichtelijk aan welke kwaliteitseisen de metingen moeten voldoen en welke producten geleverd moeten worden.

(13)

3 Onderzoek

3.1 Literatuur-onderzoek

Mijn literatuur-onderzoek heeft vooral de focus op documenten en handleidingen binnen waterschap Brabantse Delta. Het handboek van team Geo-informatie had veel informatie over alle processen binnen het team. Een gedeelte van dit handboek heb ik zelf geschreven, inclusief de stroomdiagrammen. Het handboek Legger en de Visie op GIS Architectuur zijn andere

documenten van waterschap Brabantse Delta. De gebruikershandleiding BRAVO gaat over de verwerking van de BGT richting het BRAVO portaal. Ten slotte heb ik de website waterschap Brabantse Delta vermeld, omdat hier veel algemene informatie over het waterschap op staat. Overzicht literatuur-onderzoek:

- Handboek Team Geo-informatie - Handboek Legger

- Gebruikershandleiding BRAVO - Visie op GIS Architectuur

- Website waterschap Brabantse Delta

3.2 Marktonderzoek

Het marktonderzoek had een focus op inwinningsmethodieken die aansluiten op een registratie van een waterschap. Tijdens de Waterinfodag op 28 maart 2019 heb ik diverse nieuwe

technieken en ontwikkelingen gezien met een focus op de waterschappen. Op deze dag heb ik met verschillende waterschappen contact gehad over hun manier van meten en verwerken. Wat opviel is dat er een gedeelte van alle waterschappen met Leica apparatuur werkt en een

gedeelte met Carlson Software, waarvan het gedeelte met Carlson Software de afgelopen jaren is gestegen. Dit was de aanleiding om deze twee inwinningsmethodieken verder te onderzoeken. Een derde inwinningmethodiek die vanuit team Geo-informatie aanbevolen werd te gaan

onderzoeken was de stereowerkplek, waar met stereofoto’s ingewonnen kan worden.

3.3 Interviews

Om de drie inwinningsmethodieken goed met elkaar te kunnen vergelijken heb ik drie interviews gehouden. Ik ben gestart met het bepalen van vragen voor een interview, die ik in een apart document heb verwerkt. Vervolgens heb ik bij alle interviews dezelfde vragen gesteld, zodat de antwoorden goed met elkaar te vergelijken zijn.

Het eerste interview heb ik uitgevoerd met mijn collega van waterschap Brabantse Delta,

namelijk Tristan van Dorst (zie bijlage 9.1 voor het interview). Hij verwerkt de meeste metingen en gaat nu en dan in het veld om te meten, waardoor hij een goed overzicht heeft over de huidige manier van inwinnen. De resultaten van dit interview zijn gebruikt voor 4.2.1 Huidige manier van inwinnen, voor 4.3 Op basis van welke KPI’s kunnen product/inwincombinaties met elkaar vergeleken worden en voor 5 Kosten-baten analyse.

Het tweede interview ging over Carlson Software (zie bijlage 9.2 voor het interview). Dit heb ik bewust niet met iemand van Carlson Software gedaan, maar met gebruikers van Carlson

Software bij waterschap Aa en Maas. In de ochtend heb ik buiten gemeten met Oscar Valk en in de middag hebben we deze gegevens verwerkt met Jeroen Overweg en Oscar Valk. De

resultaten van dit interview zijn gebruikt voor 4.2.2 Inwinnen met Carlson Software, voor 4.3 Op basis van welke KPI’s kunnen product/inwincombinaties met elkaar vergeleken worden en voor 5 Kosten-baten analyse.

(14)

Het derde interview over de stereowerkplek was met Wim Holthuizen van waterschap De Dommel (zie bijlage 9.3 voor het interview). Hij is de deskundige op het gebied van de

stereowerkplek. De resultaten van dit interview zijn gebruikt voor 4.2.3 Stereowerkplek, voor 4.3 Op basis van welke KPI’s kunnen product/inwincombinaties met elkaar vergeleken worden en voor 5 Kosten-baten analyse.

Overzicht interviews:

- Huidige manier van inwinnen (Tristan van Dorst, waterschap Brabantse Delta); - Carlson Software (Oscar Valk, Jeroen Overweg, beiden waterschap Aa en Maas); - Stereowerkplek (Wim Holthuizen, waterschap De Dommel).

(15)

4 Onderzoeksresultaten

4.1 Welke behoefte is er nu binnen team Geo-informatie?

Om erachter te komen welke behoefte er nu binnen team Geo-informatie is zijn er meerdere gesprekken geweest met mijn teamleider Patrick Clement en diverse andere collega’s. Mijn teamleider zou graag net als in een fabriek een aantal lopende banden willen die

uiteindelijk onze voornaamste eindproducten leveren (zie afbeelding 4). Deze eindproducten zijn de processen, de organisatie, ketenpartners en de maatschappij. De eindproducten worden ook wel als filialen beschouwd, deze filialen worden gevuld vanuit de fabriek. In de fabriek bevinden zich de lopende banden van de Legger, het beheerregister en de BGT. Om deze lopende banden te starten heb je grondstoffen nodig, deze komen uit het inwinnen, inkopen of verkrijgen van data. Team Geo-informatie heeft een dienende rol binnen de organisatie. De organisatie verwacht dat alle data op orde is en op aanvraag data, apps en producten geleverd kunnen worden. Andere afdelingen maken in hun werkproces veel gebruik van het beheerregister. Verzoeken vanuit de organisatie komen op één centrale plek binnen en worden vanuit daar door de teamleider of seniors ingepland. Verzoeken voor inwinnen komen vooral van afdelingen Handhaving, Vergunningen en Onderhoud.

Afbeelding 4, presentatie 05-04-2019 Pitch Geo Informatie.

(Clement, 2019)

Uit de velen gesprekken bleek dat de behoefte die er nu binnen team Geo-informatie is, gaat over het proces van de grondstof inwinnen richting de fabriek. Het verkrijgen van data loopt via een uitbesteding en andere afdelingen binnen waterschap Brabantse Delta. Het inkopen van beeldmateriaal en satellietdata (remote sensing) gaat via het Waterschapshuis. Het inwinnen van data en de verwerking richting de fabriek kan nog verbeterd worden, vandaar dat dit verder onderzocht gaat worden in dit onderzoek.

Om de grondstof inwinnen goed op de fabriek aan te laten sluiten, moet de fabriek duidelijk zijn. Het gaat hierbij om de lopende banden van de Legger, beheerregister en de BGT (zie afbeelding 4). Daarna kan onderzocht worden welke inwinningsmethodieken hierop aansluiten. Hiervoor zal een marktonderzoek nodig zijn.

(16)

4.1.1 Legger

Waterschap Brabantse Delta is bij wet verantwoordelijk voor het waterbeheer en de

waterveiligheid in West Brabant. Dit betekent dat het waterschap zorgt voor droge voeten, schoon water en voldoende water. Om dit goed te kunnen doen heeft het waterschap

waterlopen, waterbergingen en dijken met bijbehorende regulerende kunstwerken nodig. Dit worden ook wel waterstaatswerken genoemd.

Voor het beheer van de waterstaatswerken stelt waterschap Brabantse Delta, conform de waterwet en de waterschapswet, een Legger op. Deze dient als (juridisch) instrument voor het beheer van de in haar beheergebied gelegen waterstaatswerken. In de Legger is weergegeven aan welke kenmerken een waterstaatswerk dient te voldoen qua Ligging, Vorm, Afmeting en Constructie (functionele eisen). Ook legt de Legger de onderhoudsplichten en

onderhoudsplichtigen van de waterstaatswerken vast.

De Legger laat op deze wijze zien waar waterstaatswerken zijn gelegen en waar beperkingen gelden. De Legger geeft daarmee duidelijkheid over eisen en verplichtingen aan burgers en instanties. Ook bevordert de Legger een eenduidige aanpak van vergunningverlening, handhaving en het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.

De Legger is een register:

- waarin de ligging en minimale afmetingen van de in stand te houden waterstaatswerken zijn vastgelegd;

- waarin de onderhoudsplichten en de onderhoudsplichtigen zijn vastgelegd;

- waarin de waterstaatswerken zijn opgenomen waarop het regime van de keur van toepassing is;

- waaraan de onderhoudstoestand kan worden getoetst, zodat doelmatig onderhoud mogelijk wordt gemaakt.

In de Keur (dit is een verordening van het waterschap) staan de gebods- en verbodsbepalingen beschreven, die van toepassing zijn op de waterstaatswerken die in de Legger zijn vastgelegd. Zo is in de Legger opgenomen wie verantwoordelijk is voor het onderhoud aan waterstaatswerk en staat in de keur wat het onderhoud inhoudt.

De Keur van waterschap Brabantse Delta en de Legger vormen samen de instrumenten waarmee het waterschap zijn taakuitoefening kan waarborgen als het gaat om veiligheid, berging en aan- en afvoer van water.

De Legger wordt gepubliceerd in de vorm van een document genaamd het “Leggerboek” waarin de functie van de Legger wordt toegelicht en waarin voorschriften zijn opgenomen inclusief bijbehorende tabellen en kaarten waarin een overzicht van de eisen en verplichtingen van de specifieke waterstaatswerken opgenomen zijn.

(Waterschap Brabantse Delta, 2019)

De rol van team Geo-informatie voor de Legger is een erg belangrijke rol, omdat het team verantwoordelijk is voor het beheer van de Legger. Team Geo-informatie beheert en ontsluit de data behorend bij de Leggers, dat wil zeggen dat het team de volgende zaken doet en/of regelt: - discussieert mee over de standpunten van de Legger;

- documenteert werkprocessen en procedures van de Legger;

- stimuleert en ondersteunt de organisatie bij het aanleveren van de juiste en volledige Leggerdata (Leggerwijzigingen);

- zorgt voor een geschikte omgeving (database) om de data in op te slaan;

- monitort op de kwaliteit, volledigheid en betrouwbaarheid van de Leggergegevens; - rapporteert over de kwaliteit, volledigheid en betrouwbaarheid van de Leggergegevens; - zorgt voor de ontsluiting van de Leggers (zowel intern als extern).

De BGT wordt als ondergrond gebruikt bij de Legger, omdat het waterschap dit als overheid organisatie verplicht is. Op dit moment gebeurt er niets als de BGT niet bijgewerkt of fout is, de BGT wordt tenslotte alleen als ondergrond (referentie) gebruikt en niet als databron zelf.

(17)

Wanneer in de toekomst de BGT als databron gebruikt gaat worden zal het wel noodzakelijk zijn dat de BGT op orde is.

De geometrie komt op dit moment uit de Kernregistratie (de locatie wordt opgenomen in de Legger, zoals deze er buiten bij ligt). Dit is conform de unierichtlijn Legger

oppervlaktewaterlichamen, met uitzondering van de beschermingszones. Deze worden bepaald ten opzichte van het Leggerprofiel. De andere uitzondering hierop zijn de waterkeringen. Van de waterkeringen wordt het normprofiel opgenomen. Het normprofiel komt voort uit de toetsing van de waterkeringen en hoeft daarmee niet de werkelijke ligging te zijn. Team Geo-informatie presenteerd deze gegevens weer wel ten opzichte van het beheerprofiel (werkelijke situatie). Voor dit onderzoek is het belangrijk dat de Legger gebruik maakt van het beheerregister van team Geo-informatie en dat de BGT als ondergrond gebruikt wordt. Het is daardoor niet nodig om een inwinningsmethodiek te onderzoeken die op de Legger aansluit, maar juist wel op het beheerregister en de BGT.

4.1.2 Beheerregister

Het beheerregister geeft informatie over kenmerkende gegevens. Een beheerregister legt geen publiekrechtelijke beperkingen op en is aan verandering onderhevig. Elk waterschap is wettelijk verplicht een beheerregister te hebben, maar deze hoeft niet te worden vastgesteld. Bij

waterschap Brabantse Delta is het beheerregister een Kernregistratie.

De gegevens in de Kernregistratie zijn geografische, dynamische gegevens van alle

waterstaatswerken die nodig zijn om de beheerstaak goed uit te voeren. Het zijn werkelijke gegevens die voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Hierbij worden diverse attributen bijgehouden, zoals de afmetingen, hoogteligging en materiaal. Daarnaast worden er waterschap specifieke attributen bijgehouden voor bijvoorbeeld onderhoud of vergunningen.

Kernregistratie

De gegevens van de Kernregistratie zijn eigendom van de organisatie. Bepaalde activiteiten zijn specifiek bij medewerkers of afdelingen belegd maar iedereen heeft een verantwoordelijkheid m.b.t. de Kernregistratie, al is het maar het melden van mutaties of onjuistheden. Het Team Geo-Informatie voert de regie over de activiteiten m.b.t. de Kernregistratie.

(Waterschap Brabantse Delta, 2018)

De Kernregistratie gegevens die nodig zijn voor de ondersteuning van de eigen processen en voor wet- en regelgeving zijn beschreven in de Objectencatalogus. Hierin is per proces aangegeven welke gegevens inclusief kenmerken benodigd zijn om het proces adequaat te kunnen ondersteunen. Hierbij is rekening gehouden met welke gegevens van DAMO zijn en welke proces-specifiek.

Jaarlijks wordt binnen de beheergroepen getoetst of de productspecificaties inhoudelijk nog aansluiten op de eisen van de gebruikers. Om de bruikbaarheid van de Kernregistratie te borgen worden gebruikers betrokken bij de vaststelling van de specificaties. De productspecificaties worden vastgelegd in dit handboek en de inhoud van de Kernregistratie in de

Objectencatalogus. Hierin spelen de beheergroepen een belangrijke rol. Team Geo-Informatie neemt het initiatief voor het actualiseren van de Objectencatalogus en Handboek.

(Waterschap Brabantse Delta, 2018)

De geometrische nauwkeurigheid betreft de mate waarin de fysieke ligging (x, y en z) van een object correct in de registers zijn opgenomen. De geometrische nauwkeurigheid van

registergegevens is sterk afhankelijk van de wijze waarop inwinning van de gegevens heeft plaatsgevonden. Het is om die reden belangrijk dat de maximale onnauwkeurigheid van de inwinningstechniek niet groter is dan de tolereerbare afwijking. Hierbij is het belangrijk dat bij controles op geometrische nauwkeurigheid de gehanteerde controlemethodiek zo nauwkeurig mogelijk is. De kwaliteit op basis van dit criterium kan worden vastgesteld op basis van controles/steekproeven en door uit te gaan van de wijze van inwinning.

(18)

Voor dit onderzoek is het belangrijk dat de te onderzoeken inwinningsmethodieken aan kunnen sluiten op het beheerregister van waterschap Brabantse Delta. Het beheerregister is wettelijk verplicht en veel processen binnen de organisatie maken hier gebruik van. Mocht een

inwinningsmethodiek niet kunnen aansluiten op het beheerregister dan is dit geen optie om verder te onderzoeken.

4.1.3 BGT

De afkorting BGT staat voor Basisregistratie Grootschalige Topografie. Dit is een vlakkenkaart van heel Nederland en is de vervanging van de lijnenkaart GBKN (Grootschalige BasisKaart Nederland). In deze digitale kaart worden alle objecten zoals gebouwen, wegen, spoorlijnen, kunstwerken, water en groenvoorzieningen op een eenduidige manier vastgelegd. De BGT is onderdeel van een stelsel basisregistraties. Basisregistraties maken eenmalig inwinnen en meervoudig gebruik mogelijk. Door de gegevens eenduidig op te slaan zijn ze voor alle

overheidsorganisaties die deze gegevens nodig hebben bruikbaar. Overheidsorganisaties kunnen de BGT gebruiken voor bestemmingsplannen, onderhoud groenvoorzieningen, plannen voor stadsvernieuwingen of het vastleggen van evacuatieroutes. De BGT heeft een schaal van 1:500 tot 1:5000, dit betekent dat de werkelijkheid er nauwkeurig op staat.

De BGT is opgericht door een aantal bronhouders, namelijk alle gemeenten, alle provincies, alle waterschappen, Ministerie van Economische Zaken, Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat en Pro Rail. Bronhouders zijn verplicht om de BGT bij te houden, het waterschap is een Zelf

Registrerende Bronhouder (ZRB). Dit betekent dat alle wijzigingen van vlakken met als bronhouder waterschap Brabantse Delta in de BGT moeten komen. Dit kunnen mutatie

meldingen zijn uit het MMS (Mutatie Meldingen Systeem) of meldingen vanuit het waterschap. Meldingen uit het MMS worden elke maand gecontroleerd en bijgewerkt door team

Geo-informatie. Meldingen vanuit de organisatie van waterschap Brabantse Delta worden verwerkt in de Kernregistratie en daarna in de BGT. De BGT wordt centraal beheerd in de Landelijke

Voorziening (L.V.) door het SVB-BGT (SamenwerkingsVerband Bronhouders) en wordt ontsloten door het Kadaster via PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart). PDOK is voor iedereen toegankelijk, alle data in PDOK is namelijk open data. Zie afbeelding 5 voor een overzicht.

Afbeelding 5, uitwisseling van bronhouder via de L.V. naar de afnemers.

(19)

Team Geo-informatie beheert de BGT namens waterschap Brabantse Delta. Alle verkregen of zelf ingewonnen data worden door mate van de software van dgDIALOG BGT verwerkt en geüpload via het BRAVO portaal naar de L.V.

De BGT-verwerking heeft de afgelopen jaren geen prioriteit gehad bij waterschap Brabantse Delta, ondanks dat ze verplicht zijn om dit actueel te houden. Voorheen waren de regels rondom het bijhouden van de BGT nog soepel, maar deze regels worden steeds strenger vanuit het Kadaster. Tevens wordt de BGT voor steeds meer doeleinden gebruikt binnen waterschap Brabantse Delta.

Het steeds intensiever bijhouden van de BGT betekent ook dat de topografie gemeten dient te worden op plekken waar veranderingen zijn gemeld. De onderzochte inwinningsmethodieken kunnen hieraan bijdragen.

(20)

4.2 Welke inwinningsmethodieken sluiten aan op deze behoefte?

Naar aanleiding van de eerste deelvraag over de behoefte binnen team Geo-informatie kan ik nu starten aan het onderzoek naar welke inwinningsmethodieken hierbij het beste aansluiten. Om goed te onderzoeken welke inwinningmethodieken het beste hierop aansluiten ben ik begonnen om eerst de huidige inwinningsmethodiek te onderzoeken, zodat ik daarna andere alternatieven kan onderzoeken en vergelijken. Uit het marktonderzoek bleek Carlson Software door veel waterschappen te worden gebruikt. Bijna de helft van alle waterschappen maakt gebruik van Carlson Software en dit worden er steeds meer. Daarom wordt dit als alternatief onderzocht. Vanuit team Geo-infomatie is het verzoek gekomen om ook de mogelijkheden van de

stereowerkplek te onderzoeken. Mede vanwege de groeiende BGT mutaties. De kansen en mogelijkheden van de stereowerkplek zal ook verder onderzocht worden.

4.2.1 Huidige manier van inwinnen

Op dit moment wordt er gebruik gemaakt van Leica apparatuur (GPS en tachymeter) en de metingen worden voornamelijk verwerkt via dgDIALOG, eventueel in combinatie met AutoCAD, Leica Geo Office, Move3 en ArcGIS.

Wanneer er een opdracht wordt aangemeld, wordt de opdracht voorbereid en indien nodig ingewonnen met GPS of tachymeter. Opdrachten zijn bijvoorbeeld het meten van profielen, kunstwerken en BGT. Na het inwinnen worden deze metingen geëxporteerd en verder verwerkt. De verwerking van profielen gebeurt nu door eerst het textbestand van de meting aan te

passen, omdat het uitgelezen formaat gemaakt was voor een eerdere manier van verwerken. Na bewerking van het bestand kunnen de profielen ingelezen worden in dgDIALOG BGT. Hierin worden handmatig lijnen door de gemeten punten getekend en daarmee wordt er gelijk een uniek nummer aan de profielen toegekend. De reden waarom dit handmatig gebeurt, is omdat hier in het verleden een profielentool beschikbaar voor was. Omdat het datamodel veranderd is werkt deze profielentool niet meer en moet het handmatig verwerkt worden. Vervolgens kunnen deze profielen via dgDIALOG in de Oracle database gezet worden. Deze Oracle database voor waterschap Brabantse Delta wordt de Meetdataregistratie genoemd. In de Meetdataregistratie staat alle gemeten data opgeslagen. De data is zichtbaar gemaakt via views, deze gegevens moeten echter nog wel handmatig worden overgenomen naar de Kernregistratie

(beheerregister), dit is een groot nadeel.

Kunstwerken worden met Leica Geo Office (LGO) verwerkt. Eerst wordt de ruwe meetdata ingelezen. Dit textbestand wordt aangepast in LGO en geëxporteerd als een shape-formaat. Dit shape-formaat is nog niet compleet en wordt middels een script in ArcGIS leesbaar gemaakt voor dgDIALOG. Na verwerking in dgDIALOG BGT kunnen de kunstwerken in de

Meetdataregistratie gezet worden. Net als bij profielen wordt de data zichtbaar gemaakt met views en handmatig overgenomen naar de Kernregistratie.

De BGT mutaties worden via dgDIALOG BGT en de Meetdataregistratie verwerkt en vervolgens geüpload richting de L.V. Dit gebeurt door eerst in het BRAVO portaal een abonnement aan te vragen van een specifiek te muteren gebied, daarna kun je dit abonnement downloaden en importeren in dgDIALOG BGT. Vervolgens zet je de vlakken uit de BGT om in grenslijnen en lees je de te verwerken mutatie in, zodat je de mutatie kan verwerken en aansluiten op de huidige BGT. Ten slotte maak je van alle grenslijnen inclusief de mutatie weer vlakken en exporteer je de wijzigingen ten opzichte van wat er al in de BGT zat. Op deze manier komen alleen de wijzigingen in het exportbestand en kan je dit bestand leveren in het BRAVO portaal. Wanneer je levering geaccepteerd wordt staat dit binnen twee weken in de L.V. die via PDOK voor iedereen vrij toegankelijk is (open data).

Voordelen huidige manier van inwinnen: - levert de gewenste eindproducten; - nauwkeurige gemeten coordinaten;

(21)

- controle Meetdataregistratie t.o.v. Kernregistratie. Nadelen huidige manier van inwinnen:

- veel handmatige stappen, dus foutgevoelig en meer verwerkingstijd;

- de aansluiting van de Meetdataregistratie op de Kernregistratie maakt gebruik van views en hier moet nog handmatig data overgezet worden;

- geen Z-waarde als attribuut, het zijn nu losse punten die handmatig verbonden worden; - software afhankelijk.

Ondanks dat deze manier van werken alle producten kan leveren die waterschap Brabantse Delta vraagt, lijkt dit toch niet de meest efficiente manier van werken. Vooral de vele handmatige stappen is een groot nadeel. Vandaar dit onderzoek naar andere mogelijke alternatieven ten opzichte van de huidige werkwijze.

Afbeelding 6, links een Leica VIVA 14 veldboek met GPS ontvanger en recht het veldboek.

4.2.2 Inwinnen met Carlson Software

Carlson Software is een Amerikaans bedrijf, ontstaan in 1983 met een vestiging in Maysville, Kentucky. De eigenaar is Bruce Carlson.

Sinds 2010 heeft Carlson een Nederlandse vestiging in Almere, tevens is er in 2017 een vestiging in Nijverdal bijgekomen.

Carlson Software is gespecialiseerd in CAD-ontwerpsoftware, veldgegevensverzameling en machinebesturingsproducten voor de landmeetkundige, civieltechnische, constructie- en mijnbouwindustrie wereldwijd, en biedt oplossingen met één bron voor technologie, van gegevensverzameling tot ontwerp tot constructie.

(Carlson Software, 2019)

Carlson Software maakt gebruik van het inwinnen op een database en is gebaseerd op het voormalige Mobile MatriX en MobileWatis, zoals hieronder wordt toegelicht.

Het principe van inwinnen op een database komt vanuit het verleden toen verschillende waterschappen nog met Mobile MatriX werkten. Mobile MatriX (MMX) was een programma van Leica-Geosystems. Het werd gebruikt voor het mobiel inwinnen van GIS-data en was gebaseerd op ArcGIS van ESRI. Het was hierbij mogelijk om meetdata te integreren in een database en deze data op te slaan als een apart onderdeel in een geodatabase. Mobile MatriX werd door een groot aantal waterschappen gebruikt, maar niet door waterschap Brabantse Delta. Waterschap Brabantse Delta gebruikte toen GIS-ZES, hierop werkte Mobile MatriX niet.

(22)

Later werd Mobile Watis ontwikkeld door het toenmalige AquaGIS in opdracht van vier

waterschappen, namelijk: waterschap Regge & Dinkel, waterschap Vecht en Veluwe, waterschap Velt en waterschap Hollands Noorder Kwartier. Het doel van Mobile Watis was om het toemalig INTWIS (Integraal Waterschap Informatie Systeem) database te vullen met meetgegevens. In 2009 ging dit over van INTWIS naar IRIS (Integraal Resultaatgerichte Informatie Systeem). Mobile Watis was als een soort schil om Mobile MatriX gebouwd.

Dit komt overeen met de huidige manier van inwinnen van Carlson. Op 26 juni 2018 kwam Jeroen Harbers namens Carlson Software op bezoek bij waterschap Brabantse Delta voor een pilot (zie bijlage 9.4 voor het verslag van deze pilot). Jeroen Harbers gaf een presentatie waarin het gebruik van de database duidelijk werd (zie afbeelding 7).

Vanuit een default database wordt een versie (replica) geëxporteerd (check-out). Dit wordt op de Carlson tablet geïmporteerd. Landmeters meten met de Carlson tablet en exporteren de aangepaste versie (replica). Deze aangepaste versie (replica) wordt gesynchroniseerd met de default database. Met reconcile en post worden de verschillen met de default database en de replica aangegeven. Als deze verschillen geaccepteerd worden komen ze in de huidige default database.

Afbeelding 7, proces Carlson uit Presentatie CarlsonSurvPC_Brabantse Delta (op 26-06-2018).

(Carlson Software, 2018)

Carlson Software heeft de mogelijkheid om in meerdere databases te meten. De BGT is in een aparte database te meten. Dit heeft het voordeel dat het los staat van het beheerregister. Het verwerken van de BGT naar de L.V. is hetzelfde proces als met de huidige manier van inwinnen. Voor BGT werkzaamheden is het meten in een aparte BGT database een klein voordeel, maar geen groot voordeel als met het beheerregister.

Voordelen Carlson Software:

- onafhankelijk van hardware (meerdere leveranciers mogelijk); - te installeren op elke Windows (7, 8 of 10) tablet;

- mogelijkheid van Z-waarde als attribuut;

- eenvoudig configureerbaar naar eigen voorkeur;

- door een gedeelte van de database mee naar buiten te nemen en direct buiten te muteren kun je de database daarna gelijk vervangen;

- wanneer men in het veld mutaties ziet, is dit in de database te controleren en eventueel aanvullend te meten (kans op terug gaan minder, dus tijdwinst);

- minder foutgevoelig en geen handmatige tussenstappen. Nadelen Carlson Software:

- vooraf moet de MXD uit de database goed ingericht zijn, omdat dit buiten in het veld niet meer te wijzigen is;

(23)

kosten zijn verbonden;

- bij het meten van dwarsprofielen kan links en rechts omgedraaid worden;

- tijdens het aanpassen van profielen moet de profiellijn geselecteerd en aangepast worden. Wanneer dit verkeerd wordt uitgevoerd moet het profiel buiten in het veld opnieuw gemeten worden;

- het lengteprofiel is niet goed aan te sluiten op een kunstwerk (b.v. een duiker); - er zijn geen vereffeningsmogelijkheden;

- veel instellingsmogelijkheden, maar dit komt ook omdat het configureerbare software is; - omschakeling voor oud Mobile MatriX gebruikers.

Afbeelding 8, links de Carlson tablet met GPS ontvanger en rechts de tablet vergroot.

4.2.3 Stereowerkplek

Binnen de drie Brabantse waterschappen is er een samenwerkingsverband genaamd: Winnend Samenwerken. Met dit samenwerkingsverband hebben we met name voor de BGT een

stereowerkplek (zie afbeelding 9) aangeschaft, deze bevindt zich nu bij waterschap De Dommel. Voorlopig gebruikt alleen waterschap De Dommel deze stereowerkplek, de andere twee

waterschappen niet.

Op vrijdag 19 april 2019 heb ik waterschap De Dommel bezocht om de mogelijkheden van een stereowerkplek te onderzoeken. Ik had hiervoor een afspraak gemaakt met Wim Holthuizen van waterschap De Dommel, hij is de deskundige op het gebied van de stereowerkplek.

Bij waterschap De Dommel hebben ze de BGT van de gemeente Bergeijk als database ter beschikking. Binnen deze gemeente worden alle mutaties met bronhouder waterschap De Dommel via de stereowerkplek gedaan. Ze gebruiken hiervoor luchtfoto’s met een resolutie van 5x5 cm, omdat deze een betere resolutie hebben en hierdoor scherper de topografie bepaald kan worden. Het programma wat hiervoor gebruikt wordt is Summit Evolution in combinatie met dgDIALOG BGT. Met de stereowerkplek worden o.a. de insteek van de sloten, kantverharding van wegen, kunstwerken en vijvers gekarteerd.

Wat mij opviel bij het karteren is dat dit per persoon net iets anders te interpreteren is. Sommige medewerkers kunnen niet met de stereowerkplek werken, omdat ze geen 3D beeld kunnen zien en andere personen die wel 3D kunnen zien schatten een insteek vaak net iets anders in. Het is belangrijk om hier veel ervaring mee op te doen, zodat je zo nauwkeurig mogelijk kan karteren uit de luchtfoto’s. De kwaliteit van de luchtfoto’s is daarom ook heel belangrijk, het kwaliteitsverschil tussen een 5x5 cm en 10x10 cm resolutie luchtfoto lijkt niet zo groot, maar om hier meer nauwkeurig te kunnen karteren merk je het verschil wel degelijk. Nog een opvallend aspect was dat de BGT een Z-waarde heeft van 0 NAP en de gemeente Bergeijk soms wel een Z-waarde heeft van 30 meter NAP. Men dient dan voor het karteren de BGT op de

(24)

locatie van de te karteren mutatie eerst te synchroniseren met een maaiveldpunt. Wanneer dit voltooid is verspringt de BGT naar circa 30 meter NAP en dan valt de topografie op de juiste plaats. Dit komt omdat de BGT rond 0 NAP is en de te karteren topografie op 30 NAP en men ziet een 3D beeld. Vanwege dit grote hoogteverschil klopt je 3D beeld niet en dien je dit op deze wijze scherp te stellen.

De stereowerkplek heeft een betere pc nodig om alle data op te slaan, voornamelijk om alle 5x5 cm luchtfoto’s van het gehele waterschap op te slaan en sneller te kunnen weergeven. Er wordt gebruik gemaakt van twee schermen, waarvan één scherm nodig is om te kunnen karteren en het andere scherm toont het verwerkingsprogramma. Om een 3D beeld te kunnen zien heb je een 3D bril nodig en moet je goed recht voor het scherm zitten. Met een aparte joystick is het eenvoudiger om in- en uit te zoomen en het beeld scherper te stellen, ook kan hiermee een lijn gestart worden en getekend worden.

Om de BGT te verwerken wordt er gebruik gemaakt van dgDIALOG BGT. Wanneer op het andere scherm iets gekarteerd wordt dan komt dit automatisch in dgDIALOG BGT synchroon op de juiste locatie met de geselecteerde codes. Op deze manier kun je bijvoorbeeld een insteek sloot karteren met de code van insteek sloot en vervolgens de oude insteek sloot verwijderen uit dgDIALOG BGT. Wanneer alle mutaties verwerkt zijn dan kunnen deze in de database geladen worden. Een nadeel hiervan is dat de gemeente Bergeijk soms zelf nog aanpassingen doet in de BGT (b.v. huisnummers aanpassen voor de BAG), deze aanpassingen moeten ook gecontroleerd worden om geen conflict te krijgen met de door het waterschap aangepaste mutaties. Vervolgens kunnen na deze controle alle mutaties naar de L.V. geüpload worden. Voordelen stereowerkplek:

- werkzaamheden vanuit kantoor, men hoeft niet naar buiten om te meten; - mutaties voor de BGT snel te verwerken;

- met 5x5 cm resolutie luchtfoto goed beeld om te karteren, kan snel verwerkt worden; - gelijk het juiste formaat, geen handmatige aanpassingen.

Nadelen stereowerkplek:

- minder nauwkeurig dan meten in veld, kan tot 10 cm nauwkeurig, voor de BGT prima, maar voor ander werk niet voldoende;

- luchtfoto wordt maar 1 keer per jaar vernieuwd;

- soms onstabiel (het programma locked en moet er opnieuw ingelogd worden); - profielen voor baggerwerkzaamheden niet te meten (kan niet onder water meten); - kunstwerken onder water (b.v. duikers) niet te meten.

(25)

4.3 Op basis van welke KPI’s kunnen product/inwincombinaties

vergeleken worden?

Key Performance Indicators (KPI’s) of in het Nederlands vertaald kritieke presentatie-indicatoren zijn variabelen om prestaties te analyseren. Dit kan men gebruiken voor strategische doeleinden te beoordelen. KPI's verstrekken belangrijke informatie aan de organisatie.

Voor dit onderzoek is gekozen voor de volgende KPI’s; aanschaftkosten, kosten per jaar, tijd inwinnen p.p.p.p, tijd verwerken p.p.p.p., kosten p.p.p.p., nauwkeurigheid en volledigheid. De aanschafkosten als KPI om te vergelijken wat een volledige set inclusief software kosten. Dit zijn eenmalige uitgaven.

Kosten per jaar zijn belangrijke KPI’s, omdat deze kosten ieder jaar terug keren. Het kan zijn dat een product hoge aanschafkosten heeft, maar lage kosten per jaar en na meerdere jaren uiteindelijk deze aanschafkosten terug verdient.

Tijd inwinnen en tijd verwerken per persoon per project (p.p.p.p.) om de tijdwinst te kunnen weergeven per inwinningsmethodiek.

Kosten p.p.p.p. om het verschil in kosten te zien ten opzichte van de tijd p.p.p.p.

Nauwkeurigheid weergegeven in cm, omdat bepaalde producten een bepaalde nauwkeurigheid verlangen.

Volledigheid als KPI’s om te weten of alle soorten werkzaamheden ermee uitgevoerd kunnen worden.

Het was lastig om een KPI met tijd te onderzoeken, omdat het niet mogelijk was om hetzelfde gebied in te meten en te verwerken.

Voor de huidige manier van inwinnen is de tijd bekend bij waterschap Brabantse Delta. Tijdens mijn bezoek bij waterschap De Dommel waren alleen de stereofoto’s van hun gebied beschikbaar. De stereofoto’s van waterschap Brabantse Delta moeten nog geïnstalleerd worden op de stereowerkplek. Deze installatie wordt door een extern bureau gedaan. Dit was niet mogelijk voor de einddatum van mijn onderzoek te realiseren.

Tijdens mijn bezoek bij waterschap Aa en Maas is er gemeten met Carlson Software in het werkgebied van waterschap Aa en Maas. Deze metingen zijn als referentie aangehouden voor dit onderzoek. De meetopdracht bestond uit het meten van vier dwarsprofielen, twee

kunstwerken en een watergang van een halve kilometer (topografie). De tijd die hiervoor nodig was vier uur. Voor mijn onderzoek is gekozen om hier een volledig werkdag van acht uur voor te rekenen en vervolgens acht dwarsprofielen, vier kunstwerken en één kilometer topografie aan te berekenen. Dit is als maatstaaf aangehouden en vergeleken met de andere twee

inwinningsmethodieken.

De huidige manier van inwinnen van waterschap Brabantse Delta heeft voor deze maatstaaf ook acht uur meten nodig, maar de verwerking hiervan is vier uur.

Carlson Software bij waterschap Aa en Maas was de maatstaaf voor het inwinnen (acht uur). De verwerking duurt één uur, omdat dit in een database gemeten is vindt alleen een controle plaats en is dit snel verwerkt.

De stereowerkplek was erg lastig te vergelijken voor de KPI tijd. In vier uur tijd is het mogelijk om aan deze maatstaaf te voldoen, echter ben je bij de acht dwarsprofielen afhankelijk van water in de watergang en van de zichtbaarheid van de vier kunstwerken. Voor deze maatstaaf is de theoretische tijd berekend (vier uur), maar in de praktijk was er water in de watergang en was het niet mogelijk een volledig dwarsprofiel in te winnen. Dit is een groot nadeel van de stereowerkplek. Bij de KPI volledigheid (60%) komt dit terug. De verwerkingstijd is er niet (0) bij de stereowerkplek, omdat alles wat gekarteerd wordt gelijk in dgDIALOG opgeslagen wordt. De kosten p.p.p.p. zijn berekend met uurtarief van 65 euro voor een landmeter en een tarief van 50 euro voor een operator. Deze tarieven worden berekend met de tijd inwinnen en

(26)

geen verwerkingstijd heeft en weinig tijd van inwinnen.

Carlson Software heeft een kortere verwerkingstijd dan de huidige manier van inwinnen. Het verwerken kan één keer per dag of per 10 dagen. In de kosten-baten analyse is er één keer per 10 dagen aangehouden. Bij waterschap Aa en Maas was dit één keer per week of per twee weken, daarom is voor één keer per 10 dagen gekozen.

De huidige manier van inwinnen heeft de meeste kosten p.p.p.p. Ondanks dat de tijd voor het inwinnen gelijk is aan Carlson is de verwerkingstijd wel langer. De verwerking moet tevens vaker gedaan worden, dit wordt bijna dagelijks gedaan. Vooral op langere termijn lopen de kosten op bij de huidige manier van inwinnen.

De KPI volledigheid is bij de huidige manier van inwinnen en bij Carlson Software 100%. Beide inwinningsmethodieken kunnen voor alle werkzaamheden ingezet worden.

De stereowerkplek kan voor ongeveer 60% ingezet worden. Dit percentage is bepaald uit de maatstaaf die bij de KPI tijd is vermeld. Dwarsprofielen zijn in veel gevallen niet te karteren. Tevens is de nauwkeurigheid van 10cm voor bepaalde kunstwerken ook niet voldoende.

De KPI nauwkeurigheid is voor de huidige manier van inwinnen en voor Carlson Software 3 tot 5 cm, afhankelijk van het GPS signaal. De stereowerkplek heeft een nauwkeurigheid van 10 cm, zoals uit het interview met Wim Holthuizen (zie bijlage 9.3) blijkt. Dit is voor de BGT voldoende, maar voor bepaalde objecten (bijvoorbeeld bij kunstwerken) is dit niet voldoende. Dit heeft invloed op de KPI volledigheid.

Afbeelding 10, tabel van de KPI’s.

Aanschafkosten Kosten per jaar Tijd inwinnen p.p.p.p. Tijd verwerken p.p.p.p. Kosten p.p.p.p. Nauwkeurigheid Volledigheid

27800 2500 8 4 720 3-5 cm 100%

13900 2500 8 1 620 3-5 cm 100%

11433 1117 4 0 260 10 cm 60%

KPI's

p.p.p.p.: per persoon per project Inwinningsmethodiek Huidige manier van inwinnen Carlson Software

(27)

4.4 Hoe hebben de andere Brabantse waterschappen hun

product/inwincombinaties geregeld?

Waterschap Brabantse Delta heeft samen met de twee andere Brabantse waterschappen een samenwerkingsverband genaamd; Winnend Samenwerken. Deze samenwerking is niet alleen voor team Geo-informatie, maar geldt voor alle afdelingen. Het gaat voornamelijk om kennis uit te wisselen tussen deze waterschappen. Team Geo-informatie organiseert twee of drie keer per jaar een landmeetkundig-overleg en een BGT-overleg.

Bij een landmeetkundig overleg wordt er gesproken over de manier van inwinnen, de gebruikte apparatuur, lopende landmeetkundige aanbestedingen, etc. Tijdens het laatste landmeetkundig overleg op 08-11-2018 maakte ik voor het eerst kennis met de andere landmeetkundige

medewerkers van waterschap De Dommel en waterschap Aa en Maas.

Op 19-04-2019 ben ik bij waterschap De Dommel geweest om onderzoek te doen naar de stereowerkplek, waar ik tevens vragen heb gesteld over hun verwerkingsproces. Voor alle landmeetkundige werkzaamheden heeft waterschap De Dommel een raamcontract met Geomij, dit ingenieursbureau levert data aan in het juiste formaat, zodat dit na enige bewerking

ingeladen kan worden in hun registratie. In het begin van het raamcontract zijn

controlemetingen uitgevoerd, maar vanwege tijdsgebrek en te weinig personeel worden er nu vrijwel geen controlemetingen gedaan. Waterschap De Dommel heeft twee medewerkers die soms nog buiten meten. Dat doen ze met dezelfde Leica apparatuur als waterschap Brabantse Delta. Een duidelijk verschil is dat zij een shapebestand uitlezen (geen textbestand) en dit verwerken met ArcGIS (geen dgDIALOG BGT). Waterschap De Dommel heeft wel een dgDIALOG BGT licentie en onderzoeken op dit moment de mogelijkheden om dit voor bepaalde

werkzaamheden te gaan inzetten.

Op 14-05-2019 ben ik op bezoek geweest bij waterschap Aa en Maas om onderzoek te doen naar hun manier van werken. In de ochtend ben ik met de landmeters het veld in gegaan om te kijken hoe zij met Carlson Software meten. In de middag heb ik op het kantoor van waterschap Aa en Maas gevolgd hoe zij metingen verwerken. Zo heb ik kunnen ervaren hoe hun

verwerkingsproces eruit ziet.

In de periode van 2009 tot en met 2013 heeft waterschap Aa en Maas hun beheerregister laten inmeten via een aanbesteding, een aantal ingenieursbureaus kregen de opdracht om alles in te meten. Vanaf 2013 wordt er niets meer uitbesteed en meten de drie landmeters van waterschap Aa en Maas alles zelf. Zij meten dit met Carlson Software op een drietal Carlson tablets. De GPS ontvanger is niet van Carlson, maar van Septentrio (model Altus 3). Carlson is niet afhankelijk van een bepaald merk GPS ontvangers, zolang er een NMEA licentie aanwezig is. Septentrio is goedkoper dan bijvoorbeeld Leica GPS ontvangers, terwijl dit met dezelfde nauwkeurigheid kan meten, vandaar dat dit bij waterschap Aa en Maas de voorkeur heeft boven Leica.

Tijdens het meten van profielen met Carlson ervaarde ik een duidelijk verschil met de huidige manier van inwinnen bij waterschap Brabantse Delta. Bij de huidige manier van inwinnen van waterschap Brabantse Delta worden punten in een dwarsprofiel gemeten en dit is buiten niet te zien. Op de Carlson tablet krijg ik een duidelijk profiel te zien en heb ik een beter zicht op hoe het profiel gemeten is. Wanneer een profielpunt dubbel is gemeten of op de verkeerde plek is gemeten kun je dit in de profielweergave zien en het onjuiste punt verwijderen of opnieuw inmeten. Als er slib (zachte bodem) in een watergang aanwezig is kan dit gemeten worden met een attribuut als Z-waarde, dit wil zeggen dat er een Z1 en Z2 gemeten kan worden en dat Z2 boven de gemeten Z1 geprojecteerd wordt met de gemeten tweede hoogte (zie afbeelding 11). Bij waterschap Brabantse Delta is er geen mogelijkheid tot een Z1 en Z2 te meten. Buiten worden twee punten gemeten en deze staan niet precies boven elkaar in het profiel.

(28)

Afbeelding 11, een weergegeven dwarsprofiel in Carlson tablet.

Vervolgens ben ik naar het kantoor van waterschap Aa en Maas geweest om te kijken hoe zij de metingen van die dag verwerkten. De Carlson tablet werd uitgelezen en de metingen werden in een ZIP bestand geplaatst, zodat een andere collega dit verder kan verwerken. Vóór het meten had diezelfde collega een versie uit de database geëxporteerd en vervolgens heeft de collega de gegevens overgedragen aan de landmeter. De landmeter meet rechtstreeks in deze database en levert dit bestand met de aanpassingen (metingen) weer terug. Dit wordt ook wel een versie uit de database genoemd. Deze versie werd nu voor mijn bezoek alleen voor een paar metingen gebruikt, normaliter is dit tevens voor meerdere dagen of weken te gebruiken. De landmeters hebben elk een eigen versie van de database en mogen dit niet uitwisselen aan elkaar. Er kan maar door één persoon een versie aangeleverd worden. Mochten er twee of meer keer dezelfde versie voorkomen dan wordt alleen de eerste versie geaccepteerd, de andere versies zijn niet meer in te lezen.

Wanneer een versie ingeleverd wordt dan vindt er eerst een controle plaats om te zien of alle attribuutvelden zijn ingevuld. Als de versie gecontroleerd is en voldoet dan wordt deze

gesynchroniseerd met de database. Tijdens deze synchronisatie komen er conflicten tevoorschijn tussen de database en de versie, hier dient aangegeven te worden wat in de database dient te komen. In de database van het beheerregister worden daarna nog wel lijnen aangesloten of verwijderd, dit gaat vaak lastig in een versie. Ten slotte kan na de verwerking de versie verwijderd worden.

Bij nieuw gemeten dwarsprofielen krijgen de oude dwarsprofielen een ander nummer voor het huidige profielnummer komt vaak een O met het jaartal, bijvoorbeeld O19 (2019). De nieuw gemeten dwarsprofielen krijgen het originele profielnummer die voor de hele organisatie te zien is. De oude profielen worden niet weergegeven aan de organisatie, maar zijn niet verwijderd. Op deze manier behoud je toch een archief van je profielen. Bij sommige projecten hebben ze de oude profielen nog nodig en dan kunnen deze bijvoorbeeld in AutoCAD gebruikt worden om een tekening te maken met de nieuwe en oude profielen (zie afbeelding 12). Waterschap Aa en Maas heeft in AutoCAD een tool om hier profielen te genereren. Carlson heeft ook een plugg-in die profielen kan genereren in een CAD omgeving, alleen is dit een aparte plug-in waar kosten aan verbonden zijn.

(29)
(30)

5 Kosten-baten analyse

Bij kosten-baten analyse wordt er een afweging gemaakt tussen de kosten en de te verwachten baten. Hierbij is het van belang om de kosten (uitgaven) te bepalen en de baten (inkomsten of voordelen) te bepalen per onderwerp, zodat ze met elkaar vergeleken kunnen worden. Het doel is om te bepalen of de baten groter zijn dan de lasten.

5.1 Kosten

Afbeelding 14, kosten tabel van de aanschafskosten en kosten per jaar.

Huidige manier van inwinnen

Voor 8 uur inwinnen is 4 uur verwerking nodig

Landmeter kost 65 euro per uur 8x65 520 Operator kost 50 per uur 4x50 200

Totaal p.p.p.p. 720

Carlson Software

Voor 8 uur inwinnen is 1 uur verwerking nodig

Landmeter kost 65 euro per uur 8x65 520 Operator kost 50 per uur 1x50 100

Totaal p.p.p.p. 620

Stereowerkplek

Voor 4 uur inwinnen is geen verwerking nodig

Landmeter kost 65 euro per uur 4x65 260 Operator kost 50 per uur Geen 0

Totaal p.p.p.p. 260

Afbeelding 15, kosten p.p.p.p.

Stereowerkplek toelichting: Carlson Software Huidige manier van inwinnen

Aanschafkosten Aanschafkosten Aanschafskosten

Summit stereowerkplek incl. installatie 25000 SurvPC incl aansturig hardware 3500 Leica VIVA GNSS 22000 Summit en dgDIALOG interface licentie, 1 stuk 4500 ArcGIS Basic licentie 800 dgDIALOG BGT 5800 dgDIALOG 1 stereowerkplek licentie 4800 ArcGIS Advanced licentie 1600 Totaal 27800 Totaal aanschafkosten 34300 Carlson NR3 GNSS 8000

Gezamelijke kosten, delen door 3 11433 Totaal 13900

Totaal 11433

Kosten per jaar Kosten per jaar Kosten per jaar

Summit Stereowerkplek (DATEM Europe) 900 Onderhoudskosten per jaar 1000 Onderhoudskosten per jaar 1000 Summit – dgDIALOG interface licentie 800 GPS licentiekosten 1500 GPS licentiekosten 1500

DG-dialog 1 licentie stereowerkplek 850 Totaal 2500 Totaal 2500

Interface stereowerkplek DG-dialog 800

Totaal 3350

Gezamelijke kosten, delen door 3 1117

(31)

Afbeelding 16, grafiek van de kosten p.p.p.p. met verloop van aantal werkdagen.

Toelichting kosten

De kosten van de huidige manier van inwinnen zijn opgevraagd bij een senior collega van waterschap Brabantse Delta die de kosten van apparatuur beheerd.

Kosten van Carlson Software zijn opgevraagd tijdens de pilot van Carlson op 26-06-2018. De kosten van de stereowerkplek zijn opgevraagd bij Winnend Samenwerken.

De landmeetkundige kosten (65 euro) en de operator kosten (50 euro) zijn uit een eerder uitbesteed werk van waterschap Brabantse Delta. Bij een volgend uitbesteed werk kunnen deze tarieven anders zijn.

5.2 Analyse

De aanschafkosten van de huidige manier van inwinnen zijn 27800 euro. Deze materialen zijn reeds aangeschaft, maar zullen in de komende jaren vervangen moeten worden. Dit bedrag zal dan weer betaald dienen te worden, behalve de 5800 euro kosten voor dgDIALOG.

De kosten per jaar zijn 2500 euro en zijn gelijk aan die van Carlson Software.

De tijd van inwinnen is acht uur en vier uur voor verwerken. Deze vier uur verwerkingstijd komt door het gebruik van meerdere software en veel handmatig werk. Andere

inwinningsmethodieken zijn veel efficiënter en hebben daardoor minder verwerkingstijd. De kosten p.p.p.p. zijn hoog bij de huidige manier van inwinnen. Dit komt door de langere verwerkingstijd. Tevens moet dit dagelijks verwerkt worden.

De nauwkeurigheid is afhankelijk van de GPS ontvangst, dit is tussen 3 en 5 cm. Deze nauwkeurigheid voldoet aan alle eisen van alle producten binnen het waterschap. De volledigheid is 100%, omdat alles gemeten kan worden.

Carlson Software is voordeliger in aanschaf dan de huidige manier van inwinnen. Deze kosten kunnen nog lager worden indien een voordeligere GNSS ontvanger wordt aangeschaft in plaatst van de Carlson GNSS, bijvoorbeeld de Septentrio Altus 3 (heeft waterschap Aa en Maas in bezit).

De kosten per jaar zijn gelijk aan de huidige manier van inwinnen.

De tijd van inwinnen is acht uur. Voor verwerking is één uur nodig, omdat er direct in een database gemeten wordt. Deze database kan snel verwerkt worden, maar de controle voor het inlezen duurt één uur. De tijd voor het inwinnen is gelijk aan de huidige manier van inwinnen

0 10000 20000 30000 40000 50000 60000 70000 80000 0 20 40 60 80 100 120 K o ste n p .p .p .p . (in e u ro s) Aantal werkdagen

Kosten p.p.p.p. in werkdagen

Huidige manier van inwinnen

Carlson Software Stereowerkplek

(32)

van waterschap Brabantse Delta.

De kosten p.p.p.p. zijn hoger dan de stereowerkplek, maar lager dan de huidige manier van inwinnen. De kosten voor het inwinnen zijn gelijk aan de huidige manier van inwinnen. Het grote verschil is de verwerkingstijd van Carlson is één uur en hoeft maar één keer per 10 dagen verwerkt te worden, zoals de grafiek van afbeelding 16 laat zien.

De nauwkeurigheid is afhankelijk van de GPS ontvangst, dit is tussen 3 en 5 cm. Deze nauwkeurigheid voldoet aan alle eisen van alle producten binnen het waterschap. De volledigheid is 100%, omdat alles gemeten kan worden.

De stereowerkplek heeft de meeste aanschafkosten van de drie inwinningsmethodieken, maar is reeds aangeschaft door de drie Brabantse waterschappen. De aanschafkosten per waterschap was 11433 euro, namelijk het totaal bedrag van 34300 delen door drie. Ook de kosten per jaar worden van een gezamenlijk budget betaald. Het bedrag in de tabel is dan ook één derde deel. De tijd van inwinnen is sneller dan de andere inwinningsmethodieken, omdat het karteren op een beeldscherm is en men geen obstakels tegenkomt zoals in het veld.

De tijd van verwerken is er niet, omdat alles wat gekarteerd wordt meteen in dgDIALOG BGT komt en direct opgeslagen wordt.

De kosten p.p.p.p. zijn laag, omdat er geen verwerkingstijd is en de tijd van het inwinnen minder is dan de andere twee inwinningsmethodieken.

De nauwkeurigheid is 10 cm, zoals uit het interview met Wim Holthuizen (zie bijlage 9.3) blijkt. Dit is voor de BGT voldoende, maar voor bepaalde objecten is dit niet voldoende.

De volledigheid is rond de 60%, omdat het voor iets meer dan de helft van de werkzaamheden gebruikt kan worden. Topografie onder water kan bijvoorbeeld niet gemeten worden. Andere objecten hebben een betere nauwkeurigheid nodig dan 10 cm. Omdat de volledigheid geen 100% is kan dit niet de huidige manier van inwinnen volledig vervangen. Het is wel een goede aanvulling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze folder Patiëntenrechten en -plichten vindt u uitgebreide informatie over de rechten en plichten die op u van toepassing zijn als u een onderzoek, behandeling of

een totaal budget van 2,7 miljoen euro vast te stellen voor de verplaatsing van iederz ten beiioeve van OV Bureau en deze te dekken uit de verkoopopbrengst van 2,7 miljoen

Ons zijn geen gemeenten bekend die in hun Verordening hondenbelasting een vrijstelling hebben opgenomen voor honden die afkomstig zijn uit een asiel of opvang.. Naar onze mening

Vinkeveen - Komende zaterdag 21 maart organiseert PK Sport, aange- sloten bij de Vereniging Exclusieve Sportcentra (VES) voor de zevende keer het Goede doelen weekend. Tijdens

Centrum Mooi Bergen Centrum Mooi

Als de verschillen- en risico analyse in 2014 wel grondig uitgevoerd was, dan hadden toen de risico’s van het ontbreken van contractuele afspraken ronde het verpleeghuis Rhoon en het

INSTITUUT VOOR

De duiker kan worden toegestaan omdat deze geen belemmering vormt voor de water aan- en afvoer en/of het beheer en onderhoud van het nieuwe B-water en/of het aangrenzende