Rachel van Andel
Een onderzoek naar de invloed van Twitter op het journalistieke werk.
Vers van de Burgerpers
e invloed van Twitter op het journalistieke werk D Scriptie door Rachel van Andel Communicatie & Multimedia Design Interactie Strategie Begeleider: JanJaap Rijpkema April 2009Inhoudsopgave
1. Inleiding 4 2. Het journalistieke landschap 6 Van trouw lid naar mondige consument 6 De nieuwsorganisatie 8 Journalistieke grondregels 9 Professionaliteit 11 Wat is nieuws? 11 3. Internet heeft de journalistiek veranderd 13 Een nieuw medium doet zijn intrede 13 Online kranten 14 Iedereen journalist 15 De weblog 16 Iedereen kan participeren 17 Filteren 17 Interactieve kranten 18 Sociale media 19 4. Twitter als nieuwsmedium 20 Het Zwitsers zakmes van nu 20 Wat is twitter 22 Breaking news 24 5. Voor en nadelen van Twitter 26 Nieuws van dichtbij 26 Twitter waarschuwt voor naderend onheil 26 Geruchten en onbetrouwbaarheid 27 Het blijven amateurs 29 Professionele journalisten wanen zich in de Twittosphere 31 6. Conclusie 33 Literatuurlijst 351
/
Inleiding
Op 15 januari 2009 kwamen 155 passagiers tijdens hun vlucht naar North Carolina met de schrik vrij nadat zij een succesvolle noodlanding hadden gemaakt op de Hudson‐ Rivier in New York. Een zwerm vogels waren de motoren van het vliegtuig ingevlogen en hadden een regelrechte ramp kunnen veroorzaken. Dankzij het perfect uit. handelen van de 57‐ jarige piloot Chesley B. Sullenberger bleef een catastrofe Janis Krums was ooggetuige van de noodlanding en deed live verslag van de gebeurtenis: ´There's a plane in the Hudson. I'm on the ferry going to pick up the people. Crazy!´ Dit korte bericht, inclusief een foto, plaatste hij enkele minuten na de landing op de netwerksite Twitter.com. Met zijn iPhone zond hij zijn verslag de wereld in. Dit bleef niet onopgemerkt. Persbureaus over de hele wereld namen het bericht over en in de uren daaropvolgend aanschouwden meer dan 40.000 mensen het bericht met de foto. De ‘gewone’ burger Janis Krums was door zijn toevallige aanwezigheid een belangrijke informatiebron geworden. We Media, participatory journalism of citizen journalism, zijn verschillende benamingen voor iets wat in Nederland het best bekend staat onder burgerjournalistiek. Met de komst van nieuwe technologieën en communicatiemiddelen, kan iedere burger zijn/haar ‘nieuws’ vastleggen, vormgeven en verspreiden. Hierdoor is de burger niet enkel meer consument, maar tegelijkertijd ook producent geworden. De snelheid waarmee berichten kunnen worden vormgegeven en gedistribueerd zorgt ervoor dat binnen no‐ time een ( potentiële) grote groep mensen op de hoogte kan worden gebracht. Deze ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat de rol van de journalist verandert. De journalist zal immers vaak niet meer degene zijn die de lezers een primeur voorschotelt. De centrale vraag die ik tijdens het schrijven van mijn scriptie wil beantwoorden luidt dan ook: In hoeverre beïnvloed de burgerjournalist via Twitter het werk van de professionele journalist tijdens plotselinge nieuwsontwikkelingen? In dit onderzoek richt ik me op het geschreven nieuws.
Om tot beantwoording van de centrale probleemstelling te komen heb ik voornamelijk literatuuronderzoek gedaan. Dit onderzoek bestond uit het bestuderen van boeken, online artikelen en tijdschriften op het gebied van journalistiek, burgerjournalistiek, nieuwe media en internet. Naast literatuuronderzoek heb ik observaties uit de praktijk verwerkt in mijn onderzoek. Hierbij heb ik me voornamelijk gericht op informatieverspreiding rond plotselinge nieuwsontwikkelingen. De scriptie omvat vier hoofdstukken, los van het inleidende en concluderende hoofdstuk. Ik start met een beschrijving van het journalistieke landschap. In dit hoofdstuk wordt kort de geschiedenis van de geschreven journalistiek, vanaf de 20ste tot aan internet, besproken en richt ik mij tot het werkgebied van de professionele journalist. In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van het internet en de invloed hiervan op de journalistiek. Vervolgens geef ik in het vierde hoofdstuk een beschrijving van Twitter en de wijze waarop burgerjournalisten dit medium gebruiken tijdens plotselinge nieuwsontwikkelingen. Het laatste hoofdstuk geeft inzicht in de positieve en negatieve aspecten van de twitterende burgerjournalist. Dit oofdstuk sluit ik af met een beschrijving van de manier waarop nieuwsorganisaties n professionele journalisten omgaan met Twitter.
h e
2
/
Het journalistieke landschap
De drang naar nieuws is zo groot als de mensheid. De journalist beantwoordt aan de kennelijk constante behoefte van de mens om op de hoogte te blijven wat er in de wereld omgaat. Deze nieuwsgierigheid zit diep geworteld in de mens en wordt beschouwd als een sociaal zintuig, noodzakelijk om de burger te beschermen tegen het onverwachte. Om nieuws te vast te leggen gebruikte de mens door de eeuwen heen allerlei vormen van communicatie: rotstekeningen uit de oertijd, spijkerschrift, vlugschriften, de geschreven krant of digitaal getypte tekst. Het gaat hierbij allemaal om hetzelfde uitgangspunt: het vastleggen van gebeurtenissen. In dit hoofdstuk bespreek ik een aantal toonaangevende ontwikkelingen op
journalistiek gebied vanaf de 20ste eeuw tot de komst van het internet. Het bespreken van deze ontwikkelingen is van belang om het geschreven journalistieke landschap van nu te begrijpen. Vervolgens ga ik in op het werkgebied van de professionele journalist.
Van trouw lid naar mondige consument
Aan het begin van de 20ste eeuw was de samenleving erg verzuild. Zij bestond uit groepen, die op grond van geloof en levensovertuigingen vrijwel apart van elkaar leefden. Nederland was verdeeld in vier zuilen: de katholieke‐, de protestantse‐, de socialistische‐ en de neutrale zuil. Elke zuil had zijn eigen kerk, school, vakvereniging, omroep en krant. De pers fungeerde als spreekbuis voor elke zuil en vormde een hechte band met de lezer. Partijen maakten hun standpunten in hun eigen krant bekend en reageerde in hun nieuwsmedium heftig op die van tegenstanders. Voor subjectief nieuws was alle ruimte. ‘Arbeiders lazen Het Vrije Volk, en als ze katholiek waren en in Rotterdam woonden hadden ze De Maasbode. De bourgeoisie uit Amsterdam las het Algemeen Handelsblad, die uit Rotterdam de Nieuwe Rotterdamsche Courant, en als ze katholiek waren De Tijd. Trouw was voorbestemd voor de protestanten en wie niet zoveel van zuilen wilde weten kocht De Telegraaf.’1 1 De Wolff, L. (2005) p.92
Na de Tweede Wereldoorlog zag het journalistieke landschap er heel anders uit. De omslag in de maatschappelijke verhoudingen resulteerde in ontzuiling. Het opleidingsniveau steeg, mensen verdienden meer geld en hadden meer vrije tijd. Daarnaast werden ze door de komst van de televisie beter geïnformeerd waardoor ze kritischer en zelfbewuster werden. Kranten maakten zich stapsgewijs los van hun politieke partijen en het nieuws werd steeds objectiever gebracht. Om rendabel te blijven, werden kleine dagbladen door grote bedrijven opgekocht en gingen uitgevers met elkaar samenwerken om de concurrentie beter te kunnen aangaan. De volledige pers kwam in handen te liggen van een handvol machtige uitgevers. Kranten waren niet langer afhankelijk van politieke patijen, maar van commerciële adverteerders. Het werd een product wat winstgevend moest zijn. De Amerikaanse mediaresearcher John McManus sprak van een berichtgeving die steeds vaker volgens het Amerikaanse marktmodel ging functioneren: ‘The reader or viewer is now a customer. The news is a product. The circulation or signal area is now a market.’2 De komst van radio en televisie gaven het nieuws tussendoor een extra dimensie. Nieuwsconsumenten hoefden niet langer een dag te wachten voordat de krant op de deurmat viel, maar keken naar het journaal of luisterde naar de radio om het allerlaatste nieuws te consumeren. De geschreven pers vreesden dat de audiovisuele media kranten overbodig zouden maken. Voor het brengen van ‘breaking news’ was de krant simpelweg te laat. Aanvankelijk daalden de verkoop van kranten, maar stagneerden snel. De geschreven pers had namelijk een aantal sterke eigenschappen waar radio en televisie niet aan konden voldoen. De krant is niet plaats‐ of tijdgebonden, bevat meer informatie en meer duiding. Daarnaast besteden ze meer aandacht aan regionale en lokale berichtgeving. De wijze waarop het nieuws via de televisie en de radio werd behandeld, had wel invloed op de kranten. Deze werden korter en bondiger in hun nieuwspresentatie. Door de ontzuiling en de commercialisering is de lezer geen eeuwig ‘lid’ meer van de krant. Het groeiende aantal ‘zwervende ’lezers en de eis van groeiende winstpercentages zette de kranten ertoe aan meer rekening te houden met de wensen en opvattingen van het publiek. Waar de kranten vroeger precies wisten wat de 2 McManus, John (1994) Market driven journalism, geciteerd door Douchy, Vincent (2007) Vrijmetselarij en Vlaams Belang (2 april 2009) lit.13
burgers wilden weten, begonnen hoofdredacties onzeker te worden. Ze gingen het publiek vragen wat ze wilde weten. Volgens Henri Beunders, journalist en hoogleraar geschiedenis, werd het publiek mondiger: ‘Het rubriekje ingezonden brieven (waar je die hardnekkige klagers kwijt kon die anders maar bleven bellen) werd een halve of hele pagina uitlaatklep voor opgewonden maar soms zeer goed geformuleerde opinies. Sommige hoofdredacteuren stelden een telefonisch spreekuur in voor de lezers en schrokken zich vervolgens rot van wat die lezers wilden.’3 De kranten wilden zoveel mogelijk bij ‘de consument’ in de smaak vallen. Een groter lezersbereik staat nu eenmaal synoniem voor meer inkomsten. In het huidige journalistieke landschap zijn nog sporen overgebleven van de verzuiling. Nederlandse dagbladen worden veelal nog steeds gekoppeld aan een politieke kleur of cultuur. Dit blijkt uit een onderzoek (2006) van Maurice de Hond in opdracht van ANP en NOS: ‘Traditiegetrouw heeft de Volkskrant meer lezers die op de PvdA stemmen dan op het CDA en andersom geldt dat voor Trouw.’4 Volgens professioneel journalist Ernst‐ Jan Pfauf komen politieke en religieuze kleuren niet zo zeer naar voren in de berichtgeving zelf, maar wel in de selectie van het nieuws. Volgens Pfauf zal de Volkskrant veel vaker openen met maatschappelijk betrokken nieuws dan NRC Handelsblad, dat zich meer richt op internationale economische ontwikkelingen. Ook is een verdeling op te merken in kwaliteitskranten en populaire kranten. Een krant met relatief veel informatie en weinig amusement krijgt het etiket ‘kwaliteitskrant’ opgeplakt, het omgekeerde levert het etiket ‘populaire’ krant op.’5
De nieuwsorganisatie
Volgens auteur Laurens Vreekamp ziet de structuur van een nieuwsorganisatie er globaal als volgt uit: ‘het management in het midden, met daarom een groep van eigenaren/aandeelhouders, een groep journalisten voor de aanlevering van nieuws, een redactie om het nieuws te verwerken tot consumeerbare proporties, een groep van adverteerders, sponsors en andere geldschieters en de groep van luisteraars, 3 Beunders, Henri (1997) De media hebben meer uit te leggen (28 maart 2009) lit.5 4 Adformatie (2006) Politieke kleur herkenbaar in krant (29 maart 2009) lit.3 5 Bakker, Piet (1999) Communicatiekaart van Nederland (22 maart 2009) lit.4kijkers, lezers.’6 Omdat ik mij in dit onderzoek beperk tot het geschreven nieuws, zal ik kort de redactie van de krant nader toelichten. Op de redactie van een krant werken journalisten die ook wel ‘redacteurs’ of ‘verslaggevers’ worden genoemd. Een paar grote persbureaus voorzien redacties van kranten de hele dag door van nieuws. Voor Nederlandse media zijn het ANP (Algemeen Nederlandse Persbureau) en Reuters de belangrijkste leveranciers van nieuwsberichten. Ook ingezonden brieven, mailtjes, telefonische tips en uitnodigingen voor persconferenties komen op de redactie binnenstromen. Uit die berg nieuws worden besloten wat wel, en wat niet in de krant komt te staan. Het selecteren van dit nieuws wordt gedaan door redacteurs. Vervolgens wordt het geselecteerde nieuws doorgespeeld naar journalisten. Zij herschrijven het nieuwsbericht naar de smaak van de krant en vullen deze zo nodig aan met achtergrondinformatie. Daarna wordt het nieuwsartikel door de eindredactie onder de loep genomen. Hier wordt het nieuws inhoudelijk gecontroleerd en gereedgemaakt voor publicatie. De hoofdredacteur is de spin in het web. Hij is verantwoordelijk voor alles wat er in de krant staat en ontwikkeld lange termijn plannen. De hoofdredacteur heeft een brugfunctie tussen de redactie (met journalistieke belangen) en de directie (met haar commerciële belangen).
Journalistieke grondregels
Sinds 1848 kennen we in Nederland het recht van persvrijheid. Dit recht vormt een belangrijke voorwaarde voor een democratische samenleving. Journalistiek wordt vanaf die tijd beschouwd als een vrij beroep. Dit betekent dat de overheden in veel Westerse landen, waaronder Nederland, formeel geen beperkingen opleggen aan het beoefenen van het vak. Ofwel, iedereen kan journalistiek bedrijven en zich journalist noemen. Na de Tweede Wereldoorlog groeide onder journalisten, uitgevers en de overheid het besef dat persvrijheid verplichtingen en verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Zij gingen nadenken over de functie van de journalistiek in samenleving. Beroepsverenigingen legden schriftelijk een waarde‐ en normenstelsel vast die tot vandaag de dag als nastrevenswaardige grondregels worden beschouwd. 6 Vreekamp, Laurens (2003) Hybrid media journalism (25 maart 2009) lit.41Jan Servaes en Clememt Tonnaer noemen in het boek ‘De nieuwsmarkt’ de drie basisbeginselen die veelal in alle beroep codes het uitgangspunt vormen. s Scheiden van feiten en kritiek Deze grondregel streeft naar een waarheidsgetrouwe, objectieve berichtgeving van nieuwsontwikkelingen. De grondregel is voornamelijk van toepassing op de harde nieuwsberichten en ‘breaking news’. Om de objectiviteit en waarheidsgetrouwheid na te streven zijn de vijf W’s het uitgangspunt voor de journalist: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom. Toepassen van hoor en wederhoor Wanneer de journalist op het nieuws commentaar levert hoort hij het toepassen van hoor en wederhoor in acht te nemen. Dit houdt in dat de verschillende partijen of meningen die bij een bepaald onderwerp een rol spelen op een evenwichtige manier worden gepresenteerd. Volledig mogelijke berichtgeving Een volledig mogelijke berichtgeving is de laatste journalistieke grondregel. Het is de taak aan de journalist om alle relevante aspecten die betrekking hebben tot de gebeurtenis aan bod te laten komen. De journalist verdiept zich in de motieven en achtergrondinformatie en kent een bepaalde betekenis toe aan de door hem beschreven gebeurtenis. De journalist interpreteert de nieuwsfeiten in een groter maatschappelijk verband.7 Een beroepscode die in de Nederlandse journalistiek veel geraadpleegd wordt is de Code van Bordeaux, opgesteld in 1954 door de International Federation of Journalists. Deze codificatie is een wereldwijd standaard voor journalisten in hun werkzaamheid van het bijeenbrengen, verzenden en verspreiden van nieuws. Bij deze code ligt de nadruk op eerlijkheid, verificatie, persvrijheid, correctie, bronbescherming en het voorkomen discriminatie (bijlage 1). Een andere beroepscode die belangrijk is voor de Nederlandse journalistiek is de ‘Code voor de Journalistiek’, opgericht door Het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren in 1959. Deze code is gericht op het waarheidsgetrouwe, onafhankelijk, fair en met open vizier overbrengen van nieuws. ( bijlage 2) 7 Servaes, Jan en Tonnaer, Clement (1992) grondregels journalistiek
Niet alle redacties van nieuwsorganisaties gebruiken de journalistieke codes van beroepsverenigingen als uitgangspunt voor hun journalistieke werkzaamheden. Sommige redacties hebben hun eigen interne codes, die zij soms naast een code van beroepsverenigingen raadplegen.
Professionaliteit
Het behoort tot het beroep van de journalist om gebeurtenissen waar te nemen en deze vervolgens aan het publiek door te geven via het medium waarvoor hij werkzaam is. Om te kunnen voldoen aan de bovengenoemde grondregels dient de beroepsopleiding en vorming van de professionele journalist gericht te zijn op het ontwikkelen van een aantal essentiële vaardigheden. Zo behoort een professionele journalist een goed ontwikkeld vermogen tot abstraheren, analyseren en structuur te hebben. Dit stelt hem in staat in een kort tijdbestek gebeurtenissen te bevatten en te beschrijven. Daarnaast dient een professionele journalist te beschikken over een goede taalvaardigheid en uitdrukkingsvermogen om nieuwsfeiten op een degelijke wijze te kunnen presenteren. Het ontwikkelen van een brede algemene kennis en inlevingsvermogen is nodig om aan een zo een volledig mogelijke berichtgeving te kunnen voldoen. Om deze bovengenoemde vaardigheden onder de knie te krijgen heeft men de mogelijkheid een vierjarige beroepsopleiding tot journalist te volgen. Degenen die met succes een opleiding in de journalistiek hebben afgerond zullen hun entree binnen de beroepsgroep vergemakkelijken. Maar omdat journalistiek een vrij beroep is, is het volgen van een beroepsopleiding geen vereiste. Werkgevers in de media dienen daarom ook anders opgeleide medewerkers in staat te stellen journalistiek te bedrijven. Deze werknemers zullen tevens de codes van de nieuwsorganisatie in acht moeten nemen.Wat is nieuws?
Nieuws is in principe wat men nog niet wist, voordat het nieuws er was. Het is een verslag van wat er zich afspeelden of wat er staat te gebeuren. Volgens Code voor de journalistiek, opgezet door het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren(2008), wordt nieuws bepaald door een aantal factoren:‘Wat nieuws is, wordt bepaald door actualiteit (hoe recenter het gebeurde, hoe nieuwswaardiger), nabijheid (hoe dichtbij speelt een gebeurtenis zich af, in geografisch of mentaal opzicht), controverse (mensen zijn geïnteresseerd in conflicten), bekendheid (publieke personen of bekende organisaties spelen vaker een rol in het nieuws dan anonymi), uitzonderlijkheid (wat vreemd, eigenaardig, ongebruikelijk is, de “man‐bijt‐hond”‐factor), en impact (de mogelijke gevolgen van het nieuws bepalen mede de nieuwswaarde ervan).’8 Daarnaast brengt men nieuws onder in verschillende categorieën. Ten eerste is er het harde nieuws. Dit nieuws wordt door geen medium buiten beschouwing gehouden en omvat het belangrijke nieuws zoals ingrijpende politieke, sociale of economische ontwikkelingen. Ten tweede is er het zachte nieuws. Dit nieuws is minder zwaar en zorgt voor afwisseling tussen het zware nieuws. Verhalen over bekende persoonlijkheden, sportverslagen en ‘human interest’ behoren tot deze categorie. Tot slot is er nog een derde nieuwssoort, namelijk het ‘spot’ nieuws. In de volksmond beter bekent als ‘breaking news’. Dit nieuws gaat om onvoorspelbare en plotselinge gebeurtenissen die van grote impact zijn. Vliegtuigongelukken, terreuraanslagen, aardebevingen en andere calamiteiten behoren tot deze categorie. In dit onderzoek staat de informatievoorziening rond ‘breaking news’ centraal in de vorm van feitelijk nieuws. ‘In de journalistiek wordt het onderscheid tussen feiten, beweringen en meningen meestal aangebracht door genreaanduidingen (bijvoorbeeld: “commentaar”, “opinie”, “column”) waar die aanduidingen ontbreken, verwacht de lezer feitelijk nieuws.’9
8 Nederlandse Vereniging van journalisten (2008) Toelichting bij de code voor de journalistiek (2 april 2009) lit.24 9 Ibidem lit.24
3
/
Internet heeft de journalistiek
veranderd
‘Your voice matters. Now, if you have something worth saying, you can be heard. You can make your own news. We all can. Let’s get started.’10 Met deze woorden eindigt oud‐ journalist Dan Gillmor zijn boek We The Media. Als een van de eersten beschreef hij de veranderende context van de journalistiek door de komst van nieuwe media. In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van internet aan bod komen, waar deze van invloed zijn geweest op de geschreven media, de professionele journalist en het publiek.
Een nieuw medium doet zijn intrede
Toen de Amerikaanse defensie in 1957 het APRA ( Advances Research Project Agency) ontwikkelde, had ze er geen idee van wat voor impact het nieuwe medium een halve eeuw later op de samenleving zou hebben. Aanvankelijk had het internet als doel om een communicatienetwerk te ontwikkelen dat sterk genoeg zou zijn een mogelijke atoomaanval van de toenmalige vijand te overleven. Verschillende computers werden via een netwerk aan elkaar gekoppeld, waarbij bewust een centraal schakel‐ en communicatiepunt werd vermeden. Hierdoor was het voor de vijand onmogelijk om het netwerk uit te schakelen. Aanvankelijk werd APRANET gebruikt voor militaire doeleinden. Snel breidde het zich uit naar de universitaire wereld, waardoor academici vlot en gemakkelijk elektronisch gegevens konden uitwisselen. Begin jaren negentig werd APRANET ontbonden en was het ‘World Wide Web’ een feit. Er was een nieuw medium geboren waar men tekst, beeld en geluid kon combineren. In 1995 trok de Amerikaanse overheid zich terug uit het internet, en kwam het in de handen van commerciële providers. Tot 1995 had je drie verschillende sectoren: informatietechnologie, telecommunicatie en media. Door de komst van internet werden deze voorheen gescheiden sectoren aan 10 Gillmor, Dan (2006) p.241
elkaar verbonden. Dit versmeltingproces wordt ook wel aangeduid met de term convergentie. De combinatie van telefoonnetwerken, computers en media maakte plotseling een tal van nieuwe mogelijkheden en opende nieuwe deuren voor de journalistiek. Met laptops, mobiele telefoons en een goede internetverbinding kon de professionele journalist voortaan bij elke gelegenheid zich wanen in een woud vol informatie en via e‐mail gemakkelijk contacten leggen met mensen over de gehele wereld. De eerste fase van het internet, web1.0, betekende een versnelling en versterking voor de bestaande werkwijze van de professionele journalist.
Online kranten
‘The medium is the message’11 luidt de beroemde uitspraak van de Canadese wetenschapper Marshall McLuhan. Met deze uitspraak maakte hij onder andere duidelijk dat de inhoud van een nieuw medium een ander bestaand medium is. ‘De inhoud van het schrift is het gesproken woord net zoals het geschreven woord de inhoud is voor de telegraaf. Doorredenerend vormen oude media zoals kranten, televisie en radio de inhoud voor het nieuwe ‘medium’ internet.‘12 Een nieuw medium betekent dus een nieuwe vorm van journalistiek, een nieuw publicatiemedium. Met de komst van internet besloten krantenorganisaties na afwachtende houding hun inhoud op internet aan te bieden. Abonnementhouders konden vanaf nu ook via het beeldscherm nieuws consumeren. Toch boden deze zogenaamde online kranten niet veel meerwaarde aan hun gedrukte versies. Nieuwsartikels werden hapklaar overgenomen uit de papieren variant en op internet gepubliceerd. Internetpagina’s waren in de beginfase van het internet statisch. Zij bleven hetzelfde totdat iemand ze handmatig onder handen nam. Het onderhouden van deze pagina’s vergde veel vakkennis en kostte veel tijd. Maatschappelijke veranderingen als de ontzuiling, meer en gevarieerd onderwijs, commercialisering, meer gelegenheden tot het individualisme en meer contacten met andersdenkenden zorgden ervoor dat ook de burger veranderde. Het publiek werd kritischer, zelfstandiger, mondiger, wijzer en eigenwijzer. Met de komst van internet kregen alle burgers toegang tot het wereldwijde web waardoor zij vanaf nu dezelfde 11 McLuhan, Marshall (1964) geciteerd door Blanken, Henk en Deuze, Mark (2003) p.214 12 Blanken, Henk en Deuze, Mark (2003) p.214bronnen konden raadplegen als de professionele journalist. Toch had het publiek ook in de eerste fase van het internet geen actieve rol in het vergaren en verspreiden van nieuws. ´Breaking news´ wordt in dit landschap onder burgers onder andere door telefoongesprekken, mail, sms of onder vier ogen verspreid. Het bereik is gering en de snelheid van verspreiden is relatief traag.
Iedereen Journalist
De Amerikaanse mediaonderzoeker Chris Willis bracht de ontwikkelingen die hij signaleerde op het gebied van media thuis in het begrip media‐ ecosysteem. Het media‐ ecosysteem is ontstaan door verdere ontwikkeling van internet en wordt doorgaans ook wel Web2.0 genoemd. Het omvat ontwikkelingen die het internet een stuk socialer en interactiever maakten. Kenmerkend aan het media‐ ecosysteem is dat de burgers, of zoals mediawetenschapper Jay Rosen uitspreekt: the people formely known as the audience,13 participeert in het landschap. De burger heeft de mogelijkheid actief deel te nemen door zelf nieuws te publiceren en te verspreiden. Dit principe wordt ook wel ‘user‐ generated content’ genoemd. Dit veranderde het internet van een read‐ web naar een read/write web. Met de komst van web 2.0 kregen professionele journalisten concurrentie van nieuwe spelers: de burgerjournalisten. Niet alleen professionele journalisten, maar ook burgers hebben de mogelijkheid nieuws te produceren en te verspreiden. Dit fenomeen wordt door journalist en onderzoeker Dan Gillmor ook wel grassroots journalism of citizen journalism genoemd14. In Nederland staat deze vorm van journalistiek beter bekend als burgerjournalistiek. Deze verschillende termen hebben als gemeenschappelijke factor dat er niet‐ professionals bij betrokken zijn en dat het om een open proces gaat. Een duidelijke definitie wordt door Dan Gillmor, die een boek (We the Media) schreef over burgerjournalistiek, niet gegeven. Zijn opvattingen over burgerjournalistiek komen samen in zijn motto ‘mijn lezers weten meer dan ik.’15 Als professioneel journalist laat hij zijn stukken door burgers becommentariëren, aanvullen en corrigeren. De auteurs van ‘We Media’, Bowman en Willis laten zich concreter uit over een definitie van het 13 Rosen, Jay (2006) Ghost of democracy in the media machine (28 januari 2009) lit.34 14 Gillmor, Dan (2006) p.5 15 Dan Gillmor (2006) passimfenomeen. Zij definiëren burgerjournalistiek als: ‘de actieve participatie van een burger of een groep burgers in het vergaren, verslaan, analyseren en het verspreiden van nieuws en informatie.’16 Als aantekening geven zij hierbij dat de participatie niet gemotiveerd wordt door geld, maar door de behoefte om op een democratische wijze informatie te verschaffen. Toch is burgerjournalistiek geen nieuw fenomeen. Al in de jaren zeventig hielden mensen via muurkranten en buurtnieuwsbrieven elkaar op de hoogte van de laatste nieuwtjes. De kopieermachine fungeerde destijds als the people’s printing press. Het wezenlijke verschil met vandaag is dat het bereik en het gemak enorm is toegenomen. Duizenden velletjes onder de kopieermachine is vandaag niet meer nodig. In minder dan vijf minuten kunnen internetgebruikers een gratis ´weblog’ aanmaken waarop ze vervolgens teksten kunnen publiceren en delen met de rest van de wereld.
De weblog
Deze weblog, ook wel blog genoemd, stelt burgers in staat een persoonlijke internetpagina bij te houden. Het is een website waar regelmatig nieuwe bijdrages op verschijnen en waar de informatie in chronologische volgorde wordt aangeboden. De invulling van een blog is geheel vrij. Het kan een online dagboek zijn, een bron van nieuwsberichten, een reisverslag of een portfolio. In principe is een weblog datgene wat jij zou willen dat het zou moeten zijn. De auteur, blogger, biedt naast het openbaar maken van informatie de bezoeker veelaal de mogelijkheid een reactie te plaatsen en gekoppelde weblogs te bezoeken. Door blogs naar elkaar te linken ontstonden de afgelopen jaren rond de meest uiteenlopende interessegebieden bloeiende online gemeenschappen. Het verschil tussen een website en een weblog is dat het gebruiksgemak enorm is toegenomen. In tegenstelling tot het maken van een gewone website heb je om te bloggen geen kennis nodig van HTML of andere ingewikkelde internettaal. Of zoals Dan Gilmor het zegt: ‘weblogs were the first tool that made it easy to publish on the Web.’17 Vandaag de dag telt de wereld naar schatting 184 miljoen weblogs. 16 Bowman en Willis (2003) p. 9 17 Gillmor, Dan (2006) p. 28Iedereen kan participeren
De participatie van de burger in het medialandschap is voor een groot deel te danken aan de democratisering van productie‐ en distributiemiddelen. Een computer, een mobiele telefoon, een video‐ camera, een digitale camera en andere apparaten worden steeds goedkoper en vormen geen financiële drempel meer voor het vervaardigen van ‘content’. Daarnaast bestaan er internetdiensten, services aangeboden op internet, die internetgebruikers de mogelijkheid geven gratis ‘content’ te publiceren. Via Youtube kan men filmpjes uploaden, via Flickr een fotoalbum aanmaken en op Blogger krijgt men blog‐ gereedschap toegereikt om een persoonlijke internetpagina bij te houden. De productiekosten zijn haast kosteloos. Hiermee hangt samen dat breedband internet steeds goedkoper wordt. Niet voor niets dat in 2008 ruim 80% van de Nederlandse huishoudens toegang had tot over breedband internet. Iedereen die wil, kan tegenwoordig snel tekst, foto’s en video’s publiceren.Filteren
Het nieuwsaanbod is de afgelopen jaren door het internet sterk toegenomen. Niet alleen gevestigde media in binnen‐ en buitenland presenteren hun nieuws op internet, ook vele onafhankelijke nieuwssites zijn op het Web te vinden inclusief de inbreng van de burger. Het gevolg hiervan is dat we als nieuwsconsument de stortvloed aan informatie moeten filteren. Technologieën als RSS helpt de internetgebruikers hierbij. De RSS ( Really Simple Syndication) is een toepassing, waarmee tal van sites te controleren zijn op updates. Om RSS – bestanden te lezen heb je een aparte software nodig, RSS‐ reader. De meeste RSS‐ readers zijn gratis en zijn er in vele soorten en smaken. Het handige aan deze techniek is dat je als nieuwsconsument niet een lijst websites hoeft af te struinen om op de hoogte te blijven van nieuwsontwikkelingen. Door je te abonneren op verschillende RSS feeds, die verbonden zijn aan bijvoorbeeld weblogs of nieuwssites, komen de laatste artikelen en nieuwsberichten rechtstreeks op jouw persoonlijke pagina binnenrollen. De RSS technologie is daarom een handig hulmiddel om snel op de hoogte te blijven van nieuwsontwikkelingen en de inhoud van het web te filteren. Ze brengen orde aan in het alsmaar uitdijende medialandschap.Interactieve kranten
In 2006 verkoos Time, het gerespecteerde Amerikaanse nieuwsmagazine, de internetgebruiker tot persoonlijkheid van het jaar 2006. De tijd dat enkel professionele journalisten toegang hadden tot de media is hiermee definitief verleden tijd. Traditionele mediaorganisaties hebben niet langer het monopolie op het brengen en verspreiden van nieuws. Auteur en blogger Hugh Hewitt spreekt van een nieuw democratisch medialandschap: ’The power of elites to determine what [is] news via a tightly controlled dissemination system [has been] shattered. The ability and authority to distribute text are now truly democratized.’18 Ook de traditionele media kregen door de komst van Web 2.0 het gevoel dat ze in moesten springen op de behoefte van de nieuwsconsument. GJ Bogaerts, chef internet van De Volkskrant, schreef in 2006 op de Volkskrantblog het volgende over de rol van de traditionele krant in het media‐ ecosysteem: ‘Onze lezers willen ons beter leren kennen. Ze willen bovendien kunnen terugpraten. De krant is geen meneer meer, maar moet zich opstellen als de buurman, met wie je in debat kunt. En het is precies dit debat dat deze krant probeert te faciliteren.’19 Op een krantenwebsite van vandaag de dag kan men commentaar leveren op artikelen, zelf een nieuwsselectie maken en discussies voeren. Maar dat is niet de enige verandering. Waar redacties voorheen nieuwsartikels slechts kopieerden naar de website, die enkel toegankelijk waren voor abonnees, bieden ze nu gratis ‘ breaking news’ en updates op hun website. Hiermee spelen ze in op de drang naar snel nieuws. De Nederlandse Vereniging van Journalisten vroeg onlangs aan Pieter Kok, uitgever van De Volkskrant, hoe belangrijk internet is voor de Volkskrant. Kok antwoordde: ’Waanzinnig belangrijk. Met onze site bereiken we 1,2 miljoen unieke bezoekers per maand, met de krant zitten we op een bereik van 750.000 mensen. En de trends zijn duidelijk: internet groeit, terwijl de krant krimpt.’20 Sinds eind mei 2007 heeft de Volkskrant volgens Kok een nieuwe organisatie: ‘We zijn nu een internetredactie die ook één keer per dag een krant uitgeeft. Er zijn voortdurend deadlines.’21 18 Hewitt, H ,Understanding the information Reformation that’s changing you world, geciteerd door Hendriks, Niels (2008) Burgermedia, niet alleen een belofte (14 maart 2009) lit.17 19 Bogaerts, Geert Jan (2006) Angst is een slechte raadgever (15 februari 2009) lit.9 20 Nederlandse Vereniging van Journalisten (2007) Interview met Pieter Kok (2 april 2009) lit.25 21 Ibidem.Niet alle journalisten zijn te spreken over de inbreng van de actieve lezer. Veel professionele journalisten vinden ‘user‐ generated content’ van een te laag niveau om iets toe te voegen aan het vakwerk. Andrew Keen, de Amerikaanse ondernemer, auteur en criticus, spreekt van een ongebreidelde productiedrang van de digitale aap die volgens hem het fundament onder onze beschaving vandaan haalt.’22 Op menig redactie is een kloof ontstaan tussen traditionele denkers en nieuwe bouwers. Enerzijds de professionele journalisten die de nieuwe mogelijkheden van internet omarmen en gebruik maken van de burgerjournalist. Anderzijds zij die argwanend en angstig zijn voor invloeden en informatie van de ‘burger’. Het is de vraag hoelang oude denkers het overleven in het nieuwe internettijdperk.
Sociale media
Door de toenemende populariteit van web2.0 toepassingen heeft ook het sociale karakter van het wereldwijde web doen groeien. Alle soorten media waar de consument zelf een invulling aan kan geven worden sociale media genoemd. Deze sociale media maken deel uit van hetzelfde netwerk waarin ook de websites van kranten, televisiestations en radiostation een plek hebben. Sociale media hebben een enorme groeispurt doorgemaakt en zijn vandaag de dag niet meer uit het internetlandschap weg te denken. Het overgrote deel van deze inbreng van burgers is volgens de traditionele definities niet journalistiek te noemen. Toch zijn deze media interessant met betrekking tot de journalistiek. Zo nu en dan publiceren gebruikers via sociale media namelijk belangrijke nieuwsfeiten en informatie. Netwerksites als Hyves, Facebook, MySpace en Twitter zijn vandaag de dag buitengewoon populair. In februari 2009 gebruikte maarliefst 41.7 miljoen Europeanen sociale netwerksites om met elkaar te communiceren en informatie uit te wisselen. De huidige mogelijkheid tot het raadplegen van sociale media via de mobiele telefoon heeft de burgerjournalistiek nog een extra duwtje in de rug gegeven. 22 Nihom, Boris (2008) Andrew Keen ‘Experts, daar gaat het om in onze cultuur’ (1 april 2009) lit.264
/
Twitter als nieuwsmedium
‘Burgerjournalisten zijn mensen die vroeger de krant belden met een tip. ‘Hartelijk dank, we gaan er achteraan.’ Of die een ingezonden brief stuurden, waarvan je de meeste onder beleefde dankzegging naar de prullenbak verwees. Tegenwoordig zijn het twitteraars die als eerste een sensatiebericht de wereld in sturen via hun mobieltje’.23 De mobiele telefoon, mobiel internet en de sociale netwerksite Twitter zijn tegenwoordig de ‘must haves’ op het gebied van burgerjournalistiek. Dit hoofdstuk gaat kort in op de ontwikkelingen van de mobiele telefoon en geeft een beschrijving van het snelste nieuwsmedium van vandaag.
Het Zwitsers zakmes van nu
Uit een recent mobiele telefoononderzoek van Vergelijk.nl is gebleken dat Nederlanders niet meer zonder mobiele telefoon kunnen. We willen overal en altijd kunnen communiceren. Één op de vijf ondervraagden gaven aan bij het vergeten van de mobiele telefoon panisch te worden en hier speciaal voor terug te gaan. De 527 respondenten uit dit onderzoek waren vrijwel allemaal ( 99%) in het bezit van een mobieltje. Naast bellen en sms’en wordt de mobiele telefoon volgens het onderzoek het meest gebruikt om foto’s mee te maken (31%) en muziek mee te beluisteren (8%). Daarnaast geeft het onderzoek aan dat mobiel internetten sterk in opkomst is. Van de respondenten geeft 8% aan al niet meer zonder mobiel internet te kunnen. De mobiele telefoon, die in 1996 aanvankelijk bedoeld was om draadloos mee te telefoneren, is tegenwoordig uitgegroeid tot een heus Zwitsers zakmes. Met de moderne mobiele telefoon kunnen we naast bellen tegenwoordig: sms’en, fotograferen, filmen, agenda bijhouden, spelletjes spelen, chatten, surfen op het web, muziek luisteren etc. Een Chinese fabrikant heeft onlangs zelfs een mobiele telefoon op de markt gebracht met een ingebouwd scheerapparaat. Voor het optreden van de huidige ‘mobiele’ burgerjournalist zijn een aantal ontwikkelingen op het gebied van mobiele telefonie van essentieel belang geweest. Ten eerste is dat de mogelijkheid om via de toetsen op de telefoon stukjes tekst te 23 Gaag, Arjo (2009) Burgerjournalistiek: een kwartiertje per dag ( 26 maart 2009) lit.16
vervaardigen en te versturen. Deze functie werd al in 1998 geïntroduceerd en wordt doorgaans sms’en genoemd. Een tweede belangrijke ontwikkeling voor de burgerjournalist is de mogelijkheid tot fotograferen en filmen via de mobiele telefoon. Een kleine camera die in mobieltjes is ingebouwd geeft de gebruiker de gelegenheid, in steeds verbeterde kwaliteit, foto’s en filmpjes te vervaardigen. Met de komst van geheugenopslag en een geheugenkaart kan men vervolgens deze foto’s en filmpjes opslaan en overzetten naar andere apparaten, zoals de computer. De opkomst van mobiel internet in 2005 heeft ervoor gezorgd dat User Generated Content, vervaardigd met de mobiele telefoon, via internet gedeeld kan worden. Aanvankelijk kostte dit proces relatief veel tijd en geld. Tegenwoordig zijn steeds meer mobieltjes uitgerust met een gebruiksvriendelijk beeldscherm en beschikken zij over een snelle dataverbinding waardoor op toegankelijk wijze gepubliceerd en verspreid kan worden. Ook de kosten van mobiel internet zijn drastisch lager geworden. De zogenaamde flat‐ flee data abonnementen, mobiel internet voor een vast bedrag, laten gebruikers op het eind van de maand niet meer voor onaangename verassingen staan. Volgens een onderzoek van het CBS is het mobiel internetten voornamelijk populair onder hoogopgeleiden jongeren. Meer dan 30% van de hoogopgeleiden internetters onder de 45 jaar ging in 2007 met behulp van een mobiele telefoon online. Onder oudere en laagopgeleide was dit aantal slechts 7%. De verspreiding van mobiel internetten in de samenleving laat hiermee hetzelfde patroon zien als de uitbreiding van internet aan het eind van de vorige eeuw. Toen waren het ook de jonge, hoogopgeleiden mannen die voor het eerste het Web betraden. Deze eerste gebruikers van een bepaald product of technologie worden ook wel early adapters genoemd. Zoals in het eerder hoofdstuk aan bod is gekomen zijn sociale media niet meer uit ons huidige internetlandschap weg te denken. Door de opkomst en de groei van mobiel internet, bieden vele sociale websites nu ook een mobiele variant aan. Deze speciaal voor mobiele apparaten geoptimaliseerde versies geven de mobiele internetters de mogelijkheid op elk moment van de dag in contact te blijven met hun sociaal netwerk. Erg handig, want in tegenstelling tot een laptop of pc heb je de mobiele telefoon vrijwel altijd binnen handbereik.
Wat is Twitter Vrij vertaald vanuit de Nederlandse Wikipedia is microbloggen een vorm van een internetdienst die gebruikers in staat stelt korte tekst‐ of multimediafragmenten op het internet te publiceren. Het is in principe gelijk aan bloggen, maar dan op microformaat. De populairste microblog is Twitter; opgericht in 2006 door een groepje internetondernemers in San Fransisco. Het is deze site waarop onder andere Janis Krums ons als allereerste op de hoogte hield van de nieuwsontwikkelingen omtrent de noodlanding in de Hudson. Hoewel er weinig recente cijfers bekent zijn over het aantal Twittergebruikers, weten we wel dat de netwerkdienst het afgelopen jaar een groei van 1328% heeft doorgemaakt. Wereldwijd Twitteren naar schatting zeven miljoen mensen en het aantal gebruikers in de Nederlandse Twittoshere24 wordt geschat op 50.000. Niet alleen onopvallende burgers Twitteren, ook president Barack Obama, politicus Maxime Verhagen en popzangers Britney Spears zijn actief op de netwerkdienst. Ronald Giphart is samen met NOS‐ redactielid Tim Overdiek zelfs een roman begonnen op de microblog. Maar wat is Twitter nu precies? Twitter is het best te beschrijven als een kruising tussen een chatdienst en een openbare sms website. Via de computer of de mobiele telefoon beantwoord je de belangrijkste Twitter vraag: Wat ben je aan het doen? Houdt het kort en bondig want je tweet25 mag niet meer dan 140 tekens bevatten. Iets korter dus dan een sms’je waar je 160 tekens in kwijt kunt. Een revolutionair communicatietype meent nieuw‐ media adviseur Jaap Stronks: ‘Een weblog is zelfs al te omslachtig. Daar moet je een artikel af hebben, zoals een krantenartikel, alvorens het te plaatsen. Met Twitter kun je alles wat je ziet, voelt en meemaakt meteen plaatsen en delen met vrienden en kennissen. Daarmee is het veel sneller en bondiger en zorgt het voor een razendsnelle nieuwsverspreiding.’26 ‘Twitter staat tot bloggen, zoals bloggen staat tot de klassieke media. De online versies van kranten waren traag. Blogs deden het al wat sneller, maar Twitter verslaat elke snelheid.’27 24 Met de Twittosphere wordt het netwerk van Twitter bedoeld 25 Een tweet is een berichtje dat u plaatst op Twitter 26 Janssen, Bram (2009) De wereld volgens Twitter (14 maart 2009) lit.18 27 Dutch cowboys (2009) Meer blog lezers of volgers op Twitter (7 april 2009) lit.14
Als Twittergebruiker ben je geheel vrij wat er in je tweet komt te staan. Dit kan variëren van het uiten van je frustratie over treinvertragingen tot een korte overpeinzing over de stand van zaken in Afghanistan. Al deze berichtjes komen op een grote tijdslijn op Twitter.com te staan, tussen de uitlatingen van de naar schatting zeven miljoen mensen die wereldwijd Twitteren. Om uit deze berg tweets degenen te filteren die voor jou relevant zijn, heb je via Twitter de mogelijkheid je te abonneren op bijdrages van anderen. Via een RSS‐ feed komen de gepubliceerde tweets van onder andere je vrienden, familie, kennissen en mensen die je interessant vindt om te volgen automatisch op jou homegage binnenrollen. Omgekeerd kunnen andere Twitteraars28 er voor kiezen jou Twitterberichten te volgen. Op deze manier ontstaat een levendig sociaal netwerk. Maar hoe kun je Twitter als communicatie‐ instrument het best omschrijven? Freelance journalist Olaf Koens vergeleek het Twitterlandschap in zijn artikel op de website van De Nieuwe Reporter met een druk café: ‘Twitter is als een goed café op een drukke vrijdagmiddag. Aan de toog staan een hoop collega’s, wat oude bekenden, vrienden, vage kennissen en wildvreemden. Iedereen praat dwars door elkaar heen, vaak hoor je slechts vlagen van gesprekken. Men heeft het over persoonlijke ontboezemingen of voetbalwedstrijden, maar ook ‘breaking news’ en zaken die je nooit eerder wist. Een hoop lieden die ‘slap ouwehoeren’, zoals men dat zegt. Het leuke aan Twitter is dat je die gemakkelijk je café uitzet.’29 Dit geeft aan dat er op Twitter voor iedereen wat te bieden heeft. Men kan ideeën uitwisselen, antwoordt krijgen op vragen, de bezigheden van je vrienden in de gaten houden, snel en praktisch afspreken en voor dit onderzoek belangrijk: als eerst op de hoogte worden gebracht van nieuwsontwikkelingen. Twitter is enorm snel en de gebruikers van het medium zijn steeds vaker degene die ter plaatsen van ‘breaking news’ verslag doen. Volgens Alexander Pleijter, docent Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit in Leiden, is het logisch dat mensen sociale netwerken gebruiken om nieuws aan elkaar door te geven: ’Het is altijd zo geweest dat mensen op de hoogte raken van grote nieuwsgebeurtenissen doordat ze worden ingelicht door vrienden en 28 Gebruikers van de internetdienst Twitter 29 Blankesteijn, Herbert (2009) Twitter is journalisten‐ ding (6 maart 2009) lit.6
familie.’30 Via Twitter gaat dit verspreiden nu eenmaal duizend maal sneller dan via een telefoongesprek of sms’je. Twitter is direct: in één zin moet je vertellen wat er aan de hand is. Wanneer mensen binnen jou sociaal netwerk je ‘sensatie’ mededeling zien, verspreiden ze het verder binnen hun netwerk die op hun beurt weer hun vrienden, familie en kennissen op de hoogte houden. Op dit moment treedt er een sneeuwballeneffect op. Of zoals Internetgoeroe Vincent Everdijk het verwoord: ‘Het verspreidt zich sneller dan elk willekeurig vuurtje je maar kunt voorstellen. Een supersnel expansie middel.’31 Breaking news Op 25 februari stortte nabij het vliegveld Schiphol in Amsterdam een vliegtuig van Turkish Airlines neer. Enkele minuten na de fatale landing stonden de eerste tweets van ooggetuigen online. Het eerste bericht kwam van gebruiker Nipp: 'Airplane crash @ Schiphol Airport Amsterdam!!'32 Vanaf dit moment barstte de berichtgeving via Twitter los: ‘Saw the plane go down and entered plane to help until emergency services arrived Amsterdam Schiphol crash , lot of back injuries +/‐ 10 dead,'33 schrijft ansgarjohn ongeveer 10 minuten na de ramp. Tientallen berichtjes verspreidden zich in een rap tempo over het internet, voordat grote nieuwsorganisaties er ook maar iets van af wisten. Twitterfall, een site die Twitterberichten bundelt, zette meteen een Schipholhoek op. Ooggetuigen en betrokkenen konden op deze hoek hun informatie en emoties kwijt. De site werd massaal door online ramptoeristen bekeken. Toen eenmaal BBC en CNN op de hoogte waren van de ramp, ongeveer 30 minuten na de crash, verwezen zij naar Twitter voor het allerlaatste nieuws. Twittergebruiker Nipp moest op dit moment de gehele buitenlandse pers te woord staan. Twitter was bovendien het eerste medium waar nieuws verscheen over de aanslagen in Mumbai eind november 2008. ‘St. George hospital now in need of blood donations’, luidt een noodkreet op de microblogdienst vlak na de eerste bomaanslagen in Mumbai. Twee Nederlandse studenten aan de Hogeschool voor journalistiek in Utrecht zaten op dat moment achter hun computer. Zij besloten de informatiestroom te bundelen in een weblog en deze te linken naar depers.nl. ‘Terwijl we daarmee bezig 30 Klaver, Marie José ( 2008) Twitter in tijden van terrorisme (2 maart 2009) lit.21 31 NOSnieuws ( 2009) Twitter, razendsnel nieuws over vliegtuigcrash (10 maart 2009) lit.28 32 Nip, Jonathan (2009) Twitter (26 februari 2009) lit.27 33 John, Ansgar (2009) Twitter (26 februari 2009) lit.19
waren, zagen wij dat op Twitter de eerste ooggetuigenverslagen binnenkwamen. Die hebben we toen meteen op de weblog gezet,’34 vertelt de student. Het resultaat was een live‐ verslag aan de hand van Twitter‐ en nieuwsberichten op depers.nl. Ook toen Israel eind december de Gazastrook aanviel, brandden discussies en uitwisselingen van het laatste nieuws op los op de microblogdienst. Zowel ooggetuige in de oorlogszone als politici en buitenstaanders verenigde zich op Twitter. Het Israëlische consulaat hield daarnaast een persconferentie via Twitter, toegankelijk voor iedereen.
34 Janssen, Bram (2009) De wereld volgens Twitter (14 maart 2009) lit.18
5
/
Voor – en nadelen van Twitter
Is Twitter een blijvertje? Communicatiewetenschapper Mark Deuze denkt van wel. Hij beweert dat Twitter en andere sociale media deel uitmaken van een brede trend. Mensen verwachten in toenemende mate interactiviteit, bij alles wat ze zelf, maar ook bij wat andere doen. Deze interactiviteit heeft naast mooie kanten ook een keerzijde. In dit hoofdstuk komen zowel positieve als negatieve aspecten van de microbloggende burgerjournalist aan bod, ondersteund met voorbeelden uit de praktijk en reacties van critici. Tot slot wordt gekeken hoe professionele journalisten en nieuwsorganisaties omgaan met Twitter.Nieuws van dichtbij
´There's a plane in the Hudson! I'm on the ferry going to pick up the people. Crazy!´ Dit live‐ bericht inclusief foto publiceerde ooggetuige Janis Krums vlak na de noodlanding in de Hudson op Twitter.com. De opwinding en de sensatie van het ‘erbij zijn’ spat zowel van het bericht als van de foto af. De pure intuïtieve berichtgeving en de rauwe fotografie geven de lezers het gevoel zelf getuige te zijn geweest van de gebeurtenis. Dit maakt Twitter via de mobiele telefoon een krachtig communicatiemedium. ‘Being there’ is de essentie van journalistiek schreef Harold Evans, hoofdredacteur van The Sunday Times, dertig jaar geleden al in zijn boek over journalistiek. Hiermee geeft hij aan dat de nieuwsconsument dichterbij wil komen voor een meer echtere blik op de werkelijkheid. Een direct verslag vanuit de eerste persoon, zoals Janis Krums dit deed. Het onderschrift wat de Volkskrant een dag na de noodlanding in de krant plaatst, getuigt van afstandelijkheid: ‘passagiers staan op de vleugels van het in de Husdon‐rivier neergestorte toestel van US Airways, wachtend op een veerboot die ze komt redden’. Het zegt gek genoeg waar Janis Krums de dag eerder mee bezig was. Het ontbreekt aan opwinding en beleving van ‘het moment’.
Twitter waarschuwt voor naderend onheil
Op 22 mei 2008, was Amy Graham rustig thuis in Boulder, Colorado, aan het werk toen een vriendin haar via Twitter vroeg wat er aan de hand was in Colorado. Amy had geen idee waar ze het over had en vroeg om meer informatie. Haar vriendin
had via Twitter vernomen dat een tornado een uurtje ten noorden van Boulder aan de grond was geslagen en bij een school een aantal slachtoffers had gemaakt. Amy schrok; vrienden van haar woonden in dit gebied. Ze besloot meteen actie te ondernemen. Ze stuurden haar vrienden een SMS en surften ondertussen naar verschillende weersites om meer duidelijkheid te krijgen over de ernst van de tornado en waar deze naar toe trok. Via Twitter publiceerde ze deze weerinformatie, inclusief de links naar videoreportages van ooggetuigen. Op dit moment hadden websites van reguliere media als radio, krant en televisiestations nog geen tijd gehad om in te spelen op deze gebeurtenis. Amy ging als burgerjournalist fanatiek door met het verspreiden van informatie omtrent de verwoestende tornado. Via de zoekmachine van Twitter filterde Amy Twitterberichten op het woord ‘tornado’. Binnen enkele seconden kwamen alle Twitteraars in beeld die of ooggetuigen waren of gebruikers die doorverwezen naar weblogs die tot op de minuut toe werden bijgewerkt. Ook kwam ze via de zoekfunctie bij een groep Twitteraars terecht die allemaal afkomstig waren uit hetzelfde bedreigde gebied. Hen bracht ze op de hoogte van het aankomende gevaar, sneller dan elke nieuwsdienst dan ook. Deze snelheid en bondigheid van berichtgeving kan beschouwd worden als de grootste kracht van microbloggen. Het heeft een signaleringsfunctie, die mensen snel met hun neus op de feiten drukt. Het geeft mensen aanzet actie te ondernemen. Media als de krant, televisie, radio en nieuwssites op internet zijn dan vooral noodzakelijk om snel duiding te brengen.
Geruchten en onbetrouwbaar
Aanvankelijk leek het een fantastische primeur van de burgerjournalist. Begin oktober 2008 had een zekere ‘johntw’ op de ongefilterde site van CNN iReport een schokkend bericht geplaatsts. Apple koning Steve Jobs zou met spoed naar het ziekenhuis zijn gebracht nadat hij een paar uur eerder een zware hartaanval had gehad. Goed gelovige twitteraars kregen lucht van het verhaal en wisten niet hoe snel ze de rest van de wereld op de hoogte moesten stellen. Pas twintig minuten later, nadat de gezaghebbende meldde dat Apple het nieuws had ontkend, werd het onjuiste bericht van iReport verwijderd. Steve Jobs bleek helemaal geen hartaanval te hebben gehad. De burgerjournalist had het verhaal uit zijn duim gezogen en op internet geplaatst. Het resultaat: twitteraars, en de rest van de massa, namen de roddel klakkeloos overen verspreidden het zonder te checken de wereld over. Dit verhaal geeft precies de zwakke plek aan van de twitterende burgerjournalist: de berichtgeving is niet altijd betrouwbaar. De Schotse journalist Charles Mackay schreef in 1841 al over het ‘The Madness of the Crowds.’35 ‘Het onjuiste bericht over de hartaanval van Steve Jobs bewijst dat Mackay gelijk had met zijn ernstige twijfels aan het gezonde verstand van de massa,’36 meent Amerikaanse criticus Andrew Keen. Volgens hem is er wel het één en ander veranderd nadat Mackay in 1848 het boek schreef: ’Door de techniek gaan misvattingen sneller de wereld over. De gevallen van volksgekte die Mackay beschreef‐ zoals de Hollandse tulpenmania in de zeventiende eeuw of de zeepbel rond de South Sea Company aan het begin van de negentiende eeuw‐ verbreidden zich maar heel langzaam in vergeleken met de instanthypes veroorzaakt door de huidige digitale media.’37 Ook de uren na de vliegtuigcrash in Amsterdam werden veel geruchten en onjuiste informatie door burgerjournalisten op Twitter geplaatst. Geen doden? Tientallen overledenen? Of toch maar negen? Er zijn tussen de 100 en 250 mensen aan boord schrijft de één, de ander heeft het over 80 inzittenden. Brak het vliegtuig nu in twee of drie stukken? Er heerst een ware ‘Twitterpaniek.’ Freelance journalist en blogger Paul Vereijken zegt: ‘Op dat moment heb ik behoefte aan de wijze man in de kroeg. Die met Hollandse nuchterheid zich weinig van al die nieuwtjes aantrekt, zwijgt en er op uitgaat. Een journalist die uitzoekt wat er daadwerkelijk aan de hand is. Een die niet meedoet aan de rat race. Die zich houdt aan het eerste gebod uit The Universal Journalist van David Randall: “Discover and publish information that replaces rumour and speculation,’38 In een persconferentie, ongeveer drie uur na de crash, wordt duidelijkheid geschept. Tijdens het vliegtuigongeluk zijn meer dan 50 gewonden en 9 doden gevallen. Het zijn de gevestigde media die deze eerste feiten naar buiten brengen. Internetgoeroe Vincent Everts is minder laagdunkend over de onbetrouwbaarheid van Twitter. In een interview met het NOS journaal vertelt hij dat geruchten en onwaarheden snel door Twitteraars uitgefilterd worden. ‘Als iemand een leugen op Twitter zet: ‘Hier is de passagierslijst!’ Dan denken mensen: ’ow, dat is de 35 Mackay, Charles (1841) Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds geciteerd door Keen, Andrew (2008) De dood van de waarheid (26 februari 2009) lit.20 36 Keen, Andrew (2008) De dood van de waarheid (26 februari 2009) lit.20 37 Keen, Andrew (2008) De dood van de waarheid (26 februari 2009) lit.20 38 Vereijken, Paul (2009) Crash laat zien dat we een wijze man nodig hebben in de Twitter‐kroeg (28 maart 2009) lit.39
passagierslijst.’ Maar dan zegt er binnen de kortste keren iemand: ‘nee, dat is helemaal niet de passagierslijst, want, kijk maar hier!’ Dan gaan er vijf mensen protesteren, dat klopt niet! Dan wordt er geen aandacht meer geschonken aan het bericht. Ofwel, onzin gaat gauw weg en waarheid verspreid zich supersnel.’39 Ook volgens internetjournalist en sociale‐ media‐ strateeg Jaap Stronks valt het wat betreft de onbetrouwbaarheid van bronnen wel mee. ’Twitter is niet anoniem. Als iemand leugens verspreidt wordt ook niet meer naar hem of haar geluisterd. Er vindt dus een sociale controle plaats.’40 Maar dit betekent nog geen garantie voor betrouwbare berichtgeving. Als een nieuwsbericht op de website van een krant wordt geplaatst, mogen we er vanuit gaan dat de deze informatie juist is. Een professionele journalist met kennis van zaken heeft het nieuws verwerkt, gecheckt, gedubbelcheckt en na goedkeuring van een redactie online geplaatst. Dit allemaal onder het gezag van een hoofdredacteur. De gebruikers van Twitter zijn daarentegen vrij in wat ze online plaatsen. Het hoeft niet gecheckt te zijn, je mag zelfs complete onzin verkopen. Niemand die een Twittergebruiker formeel op zijn vingers tikt, omdat hij/zij foute informatie de wereld in heeft gestuurd. Behalve zijn ‘aanzien’ in zijn sociaal netwerk heeft een twittergebruiker niets te verliezen bij het verspreiden van geruchten en onwaarheden. Het gevolg hiervan is dat burgerjournalisten nonchalanter omgaan met informatie en snelheid vaak boven betrouwbaarheid verkiezen. Volgens Nico Drok, hoofddocent en onderzoeker verbonden aan de Opleiding Journalistiek te Zwolle, doen burgerjournalisten in tegenstelling tot traditionele media tekort aan het vertouwen. Volgens zijn onderzoek geld dit niet voor grote nieuwsorganisaties: ‘Nieuwsorganisaties als het NOS journaal[…] worden door alle generaties nog steeds zeer betrouwbaar geacht. Hetzelfde geldt, ondanks het abonneeverlies waar ze bijna allemaal mee te kampen hebben, voor de kwaliteitskranten.’41
Het blijven amateurs
Het is voornamelijk het ‘wie, wat, waar’ nieuws wat de burgerjournalist via zijn mobiele telefoon de wereld in stuurt tijdens plotselinge nieuwsontwikkelingen. Traditionele journalistieke grondregels als objectiviteit, neutraliteit en hoor en 39 NOSnieuws ( 2009) Twitter, razendsnel nieuws over vliegtuigcrash (10 maart 2009) lit.28 40 Janssen, Bram (2009) De wereld volgens Twitter (14 maart 2009) lit.18 41 Drok, Nico (2006) De toekomst van de journalistiek (2 april 2009) lit.15
wederhoor komen veelal niet in het handboek van de Twitterende burgerjournalist voor. Een zorgvuldige argumentatie opbouwen in 140 tekens is ook niet eenvoudig. Mededelingen blijven hierdoor oppervlakkig. Criticus Andrew Keen noemt burgerjournalisten amateurs die de ervaring en de expertise van de professionele journalist missen: ‘Ze checken geen feiten en missen journalistieke objectiviteit. Daardoor is hun informatie onbetrouwbaar en hun mening te eenzijdig’42. Hoogleraar ICT en maatschappij Valerie Frissen is het samen met Keen over eens dat de Twitterende burgerjournalist, de professionele journalistiek niet kan vervangen in de informatievoorziening rond ‘breaking news’. Frissen zegt: ‘Twitter heeft een signaleringsfunctie, maar er zal altijd behoefte blijven aan professionele journalisten die de feiten checken en het nieuws duiden.’43 Zoals bij de informatievoorziening rond de vliegtuigcrash in Amsterdam. Het was de burgerjournalist Jonathan Nip, met de primeur:’ 'Airplane crash @ Schiphol Airport Amsterdam!!'44 Vervolgens waren het de professionele journalisten die duidelijkheid brachten over het aantal gewonden, overledenen, achtergrondinformatie verschaften en verschillende partijen aan het woord lieten. Dit laatste getuigd van professionele journalistiek. Journalisten met een opleiding zijn in staat nieuws objectief, onbevooroordeeld, genuanceerd, correct en volledig te brengen. Burgerjournalisten missen veelal deze vaardigheden. Dit is de voornaamste reden waarom het overgrote deel van de nieuwsconsumenten de professionele journalistiek verkiest boven de twitterende burgerjournalistiek. Ze zijn kortweg betrouwbaarder en kwalitatief beter. Professor Jonathan Zittrain stelt de retorische vraag: ’Het is net als met een operatie: zou u zich laten helpen door een burgerchirurg?’45 Het overgrote deel van de nieuwsconsumenten wacht liever een dag langer op een gedegen artikel in de krant, dan dat ze een ongefilterd en onbetrouwbaar mededelingenbord moeten doorspitten. Tijdens ‘breaking news’ blijven nieuwsorganisaties dan ook zeker van nut om het publiek te informeren. 42 Tangerman, Hidde (2008) Digitale zeepkisten (23 februari 2009) lit.37 43 Algemeen Dagblad (2009) Twitter sneller met nieuws crash (28 februari 2009) lit.1 44 Nip, Jonathan (2009) Twitter (26 februari 2009) lit.27 45 Tangerman, Hidde (2008) Digitale zeepkisten (23 februari 2009) lit.37