• No results found

Vers van de Burgerpers. " : " Een onderzoek naar de invloed van Twitter op het journalistieke werk.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vers van de Burgerpers. " : " Een onderzoek naar de invloed van Twitter op het journalistieke werk."

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rachel van Andel

Een onderzoek naar de invloed van Twitter op het journalistieke werk.

(2)

Vers van de Burgerpers

e invloed van Twitter op het journalistieke werk D                     Scriptie door Rachel van Andel   Communicatie & Multimedia Design   Interactie Strategie  Begeleider: JanJaap Rijpkema  April 2009

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding                  2. Het journalistieke landschap                 Van trouw lid naar mondige consument      6       De nieuwsorganisatie       8       Journalistieke grondregels      9       Professionaliteit      11       Wat is nieuws?      11  3. Internet heeft de journalistiek veranderd          13       Een nieuw medium doet zijn intrede      13       Online kranten      14       Iedereen journalist      15       De weblog      16       Iedereen kan participeren      17       Filteren      17       Interactieve kranten      18       Sociale media       19  4. Twitter als nieuwsmedium              20       Het Zwitsers zakmes van nu      20       Wat is twitter       22       Breaking news      24  5. Voor­ en nadelen van Twitter            26       Nieuws van dichtbij      26       Twitter waarschuwt voor naderend onheil      26       Geruchten en onbetrouwbaarheid      27       Het blijven amateurs      29       Professionele journalisten wanen zich in de Twittosphere      31  6. Conclusie                  33    Literatuurlijst                  35   

(4)

1

/

Inleiding

 

Op 15 januari 2009 kwamen 155 passagiers tijdens hun vlucht naar North Carolina  met de schrik vrij nadat zij een succesvolle noodlanding hadden gemaakt op de  Hudson‐ Rivier in New York. Een zwerm vogels waren de motoren van het vliegtuig  ingevlogen en hadden een regelrechte ramp kunnen veroorzaken. Dankzij het perfect   uit.   handelen van de 57‐ jarige piloot Chesley B. Sullenberger bleef een catastrofe Janis Krums was ooggetuige van de noodlanding en deed live verslag van de  gebeurtenis: ´There's a plane in the Hudson. I'm on the ferry going to pick up the  people. Crazy!´ Dit korte bericht, inclusief een foto, plaatste hij enkele minuten na de  landing op de netwerksite Twitter.com. Met zijn iPhone zond hij zijn verslag de wereld  in. Dit bleef niet onopgemerkt. Persbureaus over de hele wereld namen het bericht  over en in de uren daaropvolgend aanschouwden meer dan 40.000 mensen het  bericht met de foto. De ‘gewone’ burger Janis Krums was door zijn toevallige  aanwezigheid een belangrijke informatiebron geworden.    We Media, participatory journalism of citizen journalism, zijn verschillende  benamingen voor iets wat in Nederland het best bekend staat onder  burgerjournalistiek. Met de komst van nieuwe technologieën en  communicatiemiddelen, kan iedere burger zijn/haar ‘nieuws’ vastleggen, vormgeven  en verspreiden. Hierdoor is de burger niet enkel meer consument, maar tegelijkertijd  ook producent geworden. De snelheid waarmee berichten kunnen worden  vormgegeven en gedistribueerd zorgt ervoor dat binnen no‐ time een ( potentiële)  grote groep mensen op de hoogte kan worden gebracht. Deze ontwikkelingen hebben  er voor gezorgd dat de rol van de journalist verandert. De journalist zal immers vaak  niet meer degene zijn die de lezers een primeur voorschotelt. De centrale vraag die ik  tijdens het schrijven van mijn scriptie wil beantwoorden luidt dan ook: In hoeverre  beïnvloed de burgerjournalist via Twitter het werk van de professionele journalist  tijdens plotselinge nieuwsontwikkelingen? In dit onderzoek richt ik me op het  geschreven nieuws.      

(5)

Om tot beantwoording van de centrale probleemstelling te komen heb ik voornamelijk  literatuuronderzoek gedaan. Dit onderzoek bestond uit het bestuderen van boeken,  online artikelen en tijdschriften op het gebied van journalistiek, burgerjournalistiek,  nieuwe media en internet. Naast literatuuronderzoek heb ik observaties uit de  praktijk verwerkt in mijn onderzoek. Hierbij heb ik me voornamelijk gericht op  informatieverspreiding rond plotselinge nieuwsontwikkelingen.     De scriptie omvat vier hoofdstukken, los van het inleidende en concluderende  hoofdstuk. Ik start met een beschrijving van het journalistieke landschap. In dit  hoofdstuk wordt kort de geschiedenis van de geschreven journalistiek, vanaf de 20ste  tot aan internet, besproken en richt ik mij tot het werkgebied van de professionele  journalist. In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van het internet  en de invloed hiervan op de journalistiek. Vervolgens geef ik in het vierde hoofdstuk  een beschrijving van Twitter en de wijze waarop burgerjournalisten dit medium  gebruiken tijdens plotselinge nieuwsontwikkelingen. Het laatste hoofdstuk geeft  inzicht in de positieve en negatieve aspecten van de twitterende burgerjournalist. Dit  oofdstuk sluit ik af met een beschrijving van de manier waarop nieuwsorganisaties  n professionele journalisten omgaan met Twitter.

 

h e

 

 

 

 

 

(6)

2

/

Het journalistieke landschap

 

 

De drang naar nieuws is zo groot als de mensheid. De journalist beantwoordt aan de  kennelijk constante behoefte van de mens om op de hoogte te blijven wat er in de  wereld omgaat. Deze nieuwsgierigheid zit diep geworteld in de mens en wordt  beschouwd als een sociaal zintuig, noodzakelijk om de burger te beschermen tegen  het onverwachte. Om nieuws te vast te leggen gebruikte de mens door de eeuwen  heen allerlei vormen van communicatie: rotstekeningen uit de oertijd, spijkerschrift,  vlugschriften, de geschreven krant of digitaal getypte tekst. Het gaat hierbij allemaal  om hetzelfde uitgangspunt: het vastleggen van gebeurtenissen.   In dit hoofdstuk bespreek ik een aantal toonaangevende ontwikkelingen op 

journalistiek gebied vanaf de 20ste eeuw tot de komst van het internet. Het bespreken  van deze ontwikkelingen is van belang om het geschreven journalistieke landschap  van nu te begrijpen. Vervolgens ga ik in op het werkgebied van de professionele  journalist.  

 

Van trouw lid naar mondige consument

 

Aan het begin van de 20ste eeuw was de samenleving erg verzuild. Zij bestond uit  groepen, die op grond van geloof en levensovertuigingen vrijwel apart van elkaar  leefden. Nederland was verdeeld in vier zuilen: de katholieke‐, de protestantse‐, de  socialistische‐ en de neutrale zuil. Elke zuil had zijn eigen kerk, school, vakvereniging,  omroep en krant. De pers fungeerde als spreekbuis voor elke zuil en vormde een  hechte band met de lezer. Partijen maakten hun standpunten in hun eigen krant  bekend en reageerde in hun nieuwsmedium heftig op die van tegenstanders. Voor  subjectief nieuws was alle ruimte.    ‘Arbeiders lazen Het Vrije Volk, en als ze katholiek waren en in Rotterdam woonden  hadden ze De Maasbode. De bourgeoisie uit Amsterdam las het Algemeen  Handelsblad, die uit Rotterdam de Nieuwe Rotterdamsche Courant, en als ze katholiek  waren De Tijd. Trouw was voorbestemd voor de protestanten en wie niet zoveel van  zuilen wilde weten kocht De Telegraaf.’1         1  De Wolff, L. (2005) p.92 

(7)

Na de Tweede Wereldoorlog zag het journalistieke landschap er heel anders uit. De  omslag in de maatschappelijke verhoudingen resulteerde in ontzuiling. Het  opleidingsniveau steeg, mensen verdienden meer geld en hadden meer vrije tijd.  Daarnaast werden ze door de komst van de televisie beter geïnformeerd waardoor ze  kritischer en zelfbewuster werden. Kranten maakten zich stapsgewijs los van hun  politieke partijen en het nieuws werd steeds objectiever gebracht. Om rendabel te  blijven, werden kleine dagbladen door grote bedrijven opgekocht en gingen uitgevers  met elkaar samenwerken om de concurrentie beter te kunnen aangaan. De volledige  pers kwam in handen te liggen van een handvol machtige uitgevers. Kranten waren  niet langer afhankelijk van politieke patijen, maar van commerciële adverteerders.  Het werd een product wat winstgevend moest zijn. De Amerikaanse mediaresearcher  John McManus sprak van een berichtgeving die steeds vaker volgens het Amerikaanse  marktmodel ging functioneren: ‘The reader or viewer is now a customer. The news is  a product. The circulation or signal area is now a market.’2     De komst van radio en televisie gaven het nieuws tussendoor een extra dimensie.  Nieuwsconsumenten hoefden niet langer een dag te wachten voordat de krant op de  deurmat viel, maar keken naar het journaal of luisterde naar de radio om het  allerlaatste nieuws te consumeren. De geschreven pers vreesden dat de audiovisuele  media kranten overbodig zouden maken. Voor het brengen van ‘breaking news’ was  de krant simpelweg te laat. Aanvankelijk daalden de verkoop van kranten, maar  stagneerden snel. De geschreven pers had namelijk een aantal sterke eigenschappen  waar radio en televisie niet aan konden voldoen. De krant is niet plaats‐ of  tijdgebonden, bevat meer informatie en meer duiding. Daarnaast besteden ze meer  aandacht aan regionale en lokale berichtgeving. De wijze waarop het nieuws via de  televisie en de radio werd behandeld, had wel invloed op de kranten. Deze werden  korter en bondiger in hun nieuwspresentatie.     Door de ontzuiling en de commercialisering is de lezer geen eeuwig ‘lid’ meer van de  krant. Het groeiende aantal ‘zwervende ’lezers en de eis van groeiende  winstpercentages zette de kranten ertoe aan meer rekening te houden met de wensen  en opvattingen van het publiek. Waar de kranten vroeger precies wisten wat de         2  McManus, John (1994) Market driven journalism, geciteerd door Douchy, Vincent (2007) Vrijmetselarij en  Vlaams Belang (2 april 2009) lit.13 

(8)

burgers wilden weten, begonnen hoofdredacties onzeker te worden. Ze gingen het  publiek vragen wat ze wilde weten. Volgens Henri Beunders, journalist en hoogleraar  geschiedenis, werd het publiek mondiger: ‘Het rubriekje ingezonden brieven (waar je  die hardnekkige klagers kwijt kon die anders maar bleven bellen) werd een halve of  hele pagina uitlaatklep voor opgewonden maar soms zeer goed geformuleerde  opinies. Sommige hoofdredacteuren stelden een telefonisch spreekuur in voor de  lezers en schrokken zich vervolgens rot van wat die lezers wilden.’3   De kranten wilden zoveel mogelijk bij ‘de consument’ in de smaak vallen. Een groter  lezersbereik staat nu eenmaal synoniem voor meer inkomsten.     In het huidige journalistieke landschap zijn nog sporen overgebleven van de  verzuiling. Nederlandse dagbladen worden veelal nog steeds gekoppeld aan een  politieke kleur of cultuur. Dit blijkt uit een onderzoek (2006) van Maurice de Hond in  opdracht van ANP en NOS: ‘Traditiegetrouw heeft de Volkskrant meer lezers die op de  PvdA stemmen dan op het CDA en andersom geldt dat voor Trouw.’4 Volgens  professioneel journalist Ernst‐ Jan Pfauf komen politieke en religieuze kleuren niet zo  zeer naar voren in de berichtgeving zelf, maar wel in de selectie van het nieuws.  Volgens Pfauf zal de Volkskrant veel vaker openen met maatschappelijk betrokken  nieuws dan NRC Handelsblad, dat zich meer richt op internationale economische  ontwikkelingen.   Ook is een verdeling op te merken in kwaliteitskranten en populaire kranten. Een  krant met relatief veel informatie en weinig amusement krijgt het etiket  ‘kwaliteitskrant’ opgeplakt, het omgekeerde levert het etiket ‘populaire’ krant op.’5   

De nieuwsorganisatie

  Volgens auteur Laurens Vreekamp ziet de structuur van een nieuwsorganisatie er  globaal als volgt uit: ‘het management in het midden, met daarom een groep van  eigenaren/aandeelhouders, een groep journalisten voor de aanlevering van nieuws,  een redactie om het nieuws te verwerken tot consumeerbare proporties, een groep  van adverteerders, sponsors en andere geldschieters en de groep van luisteraars,         3  Beunders, Henri (1997) De media hebben meer uit te leggen (28 maart 2009) lit.5  4  Adformatie (2006) Politieke kleur herkenbaar in krant (29 maart 2009) lit.3  5  Bakker, Piet (1999) Communicatiekaart van Nederland (22 maart 2009) lit.4 

(9)

kijkers, lezers.’6   Omdat ik mij in dit onderzoek beperk tot het geschreven nieuws, zal ik kort de  redactie van de krant nader toelichten.   Op de redactie van een krant werken journalisten die ook wel ‘redacteurs’ of  ‘verslaggevers’ worden genoemd. Een paar grote persbureaus voorzien redacties van  kranten de hele dag door van nieuws. Voor Nederlandse media zijn het ANP  (Algemeen Nederlandse Persbureau) en Reuters de belangrijkste leveranciers van  nieuwsberichten. Ook ingezonden brieven, mailtjes, telefonische tips en uitnodigingen  voor persconferenties komen op de redactie binnenstromen.  Uit die berg nieuws worden besloten wat wel, en wat niet in de krant komt te staan.  Het selecteren van dit nieuws wordt gedaan door redacteurs. Vervolgens wordt het  geselecteerde nieuws doorgespeeld naar journalisten. Zij herschrijven het  nieuwsbericht naar de smaak van de krant en vullen deze zo nodig aan met  achtergrondinformatie. Daarna wordt het nieuwsartikel door de eindredactie onder  de loep genomen. Hier wordt het nieuws inhoudelijk gecontroleerd en gereedgemaakt  voor publicatie. De hoofdredacteur is de spin in het web. Hij is verantwoordelijk voor  alles wat er in de krant staat en ontwikkeld lange termijn plannen. De hoofdredacteur  heeft een brugfunctie tussen de redactie (met journalistieke belangen) en de directie  (met haar commerciële belangen).    

Journalistieke grondregels

  Sinds 1848 kennen we in Nederland het recht van persvrijheid. Dit recht vormt een  belangrijke voorwaarde voor een democratische samenleving. Journalistiek wordt  vanaf die tijd beschouwd als een vrij beroep. Dit betekent dat de overheden in veel  Westerse landen, waaronder Nederland, formeel geen beperkingen opleggen aan het  beoefenen van het vak. Ofwel, iedereen kan journalistiek bedrijven en zich journalist  noemen.  Na de Tweede Wereldoorlog groeide onder journalisten, uitgevers en de overheid het  besef dat persvrijheid verplichtingen en verantwoordelijkheden met zich meebrengt.  Zij gingen nadenken over de functie van de journalistiek in samenleving.  Beroepsverenigingen legden schriftelijk een waarde‐ en normenstelsel vast die tot  vandaag de dag als nastrevenswaardige grondregels worden beschouwd.          6  Vreekamp, Laurens (2003) Hybrid media journalism (25 maart 2009) lit.41

(10)

Jan Servaes en Clememt Tonnaer noemen in het boek ‘De nieuwsmarkt’ de drie  basisbeginselen die veelal in alle beroep codes het uitgangspunt vormen. s Scheiden van feiten en kritiek  Deze grondregel streeft naar een waarheidsgetrouwe, objectieve  berichtgeving van nieuwsontwikkelingen. De grondregel is voornamelijk van  toepassing op de harde nieuwsberichten en ‘breaking news’. Om de  objectiviteit en waarheidsgetrouwheid na te streven zijn de vijf W’s het  uitgangspunt voor de journalist: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom.   Toepassen van hoor en wederhoor  Wanneer de journalist op het nieuws commentaar levert hoort hij het  toepassen van hoor en wederhoor in acht te nemen. Dit houdt in dat de  verschillende partijen of meningen die bij een bepaald onderwerp een rol  spelen op een evenwichtige manier worden gepresenteerd.   Volledig mogelijke berichtgeving  Een volledig mogelijke berichtgeving is de laatste journalistieke grondregel.  Het is de taak aan de journalist om alle relevante aspecten die betrekking  hebben tot de gebeurtenis aan bod te laten komen. De journalist verdiept zich  in de motieven en achtergrondinformatie en kent een bepaalde betekenis toe  aan de door hem beschreven gebeurtenis. De journalist interpreteert de  nieuwsfeiten in een groter maatschappelijk verband.7    Een beroepscode die in de Nederlandse journalistiek veel geraadpleegd wordt is de  Code van Bordeaux, opgesteld in 1954 door de International Federation of Journalists.  Deze codificatie is een wereldwijd standaard voor journalisten in hun werkzaamheid  van het bijeenbrengen, verzenden en verspreiden van nieuws. Bij deze code ligt de  nadruk op eerlijkheid, verificatie, persvrijheid, correctie, bronbescherming en het  voorkomen discriminatie (bijlage 1).   Een andere beroepscode die belangrijk is voor de Nederlandse journalistiek is de  ‘Code voor de Journalistiek’, opgericht door Het Nederlands Genootschap van  Hoofdredacteuren in 1959. Deze code is gericht op het waarheidsgetrouwe,  onafhankelijk, fair en met open vizier overbrengen van nieuws. ( bijlage 2)         7  Servaes, Jan en Tonnaer, Clement (1992) grondregels journalistiek  

(11)

Niet alle redacties van nieuwsorganisaties gebruiken de journalistieke codes van  beroepsverenigingen als uitgangspunt voor hun journalistieke werkzaamheden.  Sommige redacties hebben hun eigen interne codes, die zij soms naast een code van  beroepsverenigingen raadplegen.    

Professionaliteit

  Het behoort tot het beroep van de journalist om gebeurtenissen waar te nemen en  deze vervolgens aan het publiek door te geven via het medium waarvoor hij  werkzaam is. Om te kunnen voldoen aan de bovengenoemde grondregels dient de  beroepsopleiding en vorming van de professionele journalist gericht te zijn op het  ontwikkelen van een aantal essentiële vaardigheden. Zo behoort een professionele  journalist een goed ontwikkeld vermogen tot abstraheren, analyseren en structuur te  hebben. Dit stelt hem in staat in een kort tijdbestek gebeurtenissen te bevatten en te  beschrijven. Daarnaast dient een professionele journalist te beschikken over een  goede taalvaardigheid en uitdrukkingsvermogen om nieuwsfeiten op een degelijke  wijze te kunnen presenteren. Het ontwikkelen van een brede algemene kennis en  inlevingsvermogen is nodig om aan een zo een volledig mogelijke berichtgeving te  kunnen voldoen.   Om deze bovengenoemde vaardigheden onder de knie te krijgen heeft men de  mogelijkheid een vierjarige beroepsopleiding tot journalist te volgen. Degenen die met  succes een opleiding in de journalistiek hebben afgerond zullen hun entree binnen de  beroepsgroep vergemakkelijken. Maar omdat journalistiek een vrij beroep is, is het  volgen van een beroepsopleiding geen vereiste. Werkgevers in de media dienen  daarom ook anders opgeleide medewerkers in staat te stellen journalistiek te  bedrijven. Deze werknemers zullen tevens de codes van de nieuwsorganisatie in acht  moeten nemen.    

Wat is nieuws?

  Nieuws is in principe wat men nog niet wist, voordat het nieuws er was. Het is een  verslag van wat er zich afspeelden of wat er staat te gebeuren. Volgens Code voor de  journalistiek, opgezet door het Nederlands Genootschap van  Hoofdredacteuren(2008), wordt nieuws bepaald door een aantal factoren:      

(12)

‘Wat nieuws is, wordt bepaald door actualiteit (hoe recenter het gebeurde, hoe  nieuwswaardiger), nabijheid (hoe dichtbij speelt een gebeurtenis zich af, in  geografisch of mentaal opzicht), controverse (mensen zijn geïnteresseerd in  conflicten), bekendheid (publieke personen of bekende organisaties spelen vaker een  rol in het nieuws dan anonymi), uitzonderlijkheid (wat vreemd, eigenaardig,  ongebruikelijk is, de “man‐bijt‐hond”‐factor), en impact (de mogelijke gevolgen van  het nieuws bepalen mede de nieuwswaarde ervan).’8     Daarnaast brengt men nieuws onder in verschillende categorieën. Ten eerste is er het  harde nieuws. Dit nieuws wordt door geen medium buiten beschouwing gehouden en  omvat het belangrijke nieuws zoals ingrijpende politieke, sociale of economische  ontwikkelingen. Ten tweede is er het zachte nieuws. Dit nieuws is minder zwaar en  zorgt voor afwisseling tussen het zware nieuws. Verhalen over bekende  persoonlijkheden, sportverslagen en ‘human interest’ behoren tot deze categorie. Tot  slot is er nog een derde nieuwssoort, namelijk het ‘spot’ nieuws. In de volksmond  beter bekent als ‘breaking news’. Dit nieuws gaat om onvoorspelbare en plotselinge  gebeurtenissen die van grote impact zijn. Vliegtuigongelukken, terreuraanslagen,  aardebevingen en andere calamiteiten behoren tot deze categorie. In dit onderzoek  staat de informatievoorziening rond ‘breaking news’ centraal in de vorm van feitelijk  nieuws.     ‘In de journalistiek wordt het onderscheid tussen feiten, beweringen en meningen  meestal aangebracht door genreaanduidingen (bijvoorbeeld: “commentaar”, “opinie”,  “column”) waar die aanduidingen ontbreken, verwacht de lezer feitelijk nieuws.’9       

 

       8  Nederlandse Vereniging van journalisten (2008) Toelichting bij de code voor de journalistiek   (2 april 2009) lit.24  9  Ibidem lit.24 

(13)

3

/

Internet heeft de journalistiek

veranderd

 

‘Your voice matters. Now, if you have something worth saying, you can be heard.   You can make your own news. We all can. Let’s get started.’10  Met deze woorden eindigt oud‐ journalist Dan Gillmor zijn boek We The Media. Als  een van de eersten beschreef hij de veranderende context van de journalistiek door de  komst van nieuwe media.   In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van internet aan  bod komen, waar deze van invloed zijn geweest op de geschreven media, de  professionele journalist en het publiek.    

Een nieuw medium doet zijn intrede

 

Toen de Amerikaanse defensie in 1957 het APRA ( Advances Research Project Agency)  ontwikkelde, had ze er geen idee van wat voor impact het nieuwe medium een halve  eeuw later op de samenleving zou hebben. Aanvankelijk had het internet als doel om  een communicatienetwerk te ontwikkelen dat sterk genoeg zou zijn een mogelijke  atoomaanval van de toenmalige vijand te overleven. Verschillende computers werden  via een netwerk aan elkaar gekoppeld, waarbij bewust een centraal schakel‐ en  communicatiepunt werd vermeden. Hierdoor was het voor de vijand onmogelijk om  het netwerk uit te schakelen. Aanvankelijk werd APRANET gebruikt voor militaire  doeleinden. Snel breidde het zich uit naar de universitaire wereld, waardoor  academici vlot en gemakkelijk elektronisch gegevens konden uitwisselen. Begin jaren  negentig werd APRANET ontbonden en was het ‘World Wide Web’ een feit. Er was een  nieuw medium geboren waar men tekst, beeld en geluid kon combineren. In 1995 trok  de Amerikaanse overheid zich terug uit het internet, en kwam het in de handen van  commerciële providers.     Tot 1995 had je drie verschillende sectoren: informatietechnologie, telecommunicatie  en media. Door de komst van internet werden deze voorheen gescheiden sectoren aan         10  Gillmor, Dan (2006) p.241 

(14)

elkaar verbonden. Dit versmeltingproces wordt ook wel aangeduid met de term  convergentie. De combinatie van telefoonnetwerken, computers en media maakte  plotseling een tal van nieuwe mogelijkheden en opende nieuwe deuren voor de  journalistiek. Met laptops, mobiele telefoons en een goede internetverbinding kon de  professionele journalist voortaan bij elke gelegenheid zich wanen in een woud vol  informatie en via e‐mail gemakkelijk contacten leggen met mensen over de gehele  wereld. De eerste fase van het internet, web1.0, betekende een versnelling en  versterking voor de bestaande werkwijze van de professionele journalist.    

Online kranten

  ‘The medium is the message’11 luidt de beroemde uitspraak van de Canadese  wetenschapper Marshall McLuhan. Met deze uitspraak maakte hij onder andere  duidelijk dat de inhoud van een nieuw medium een ander bestaand medium is. ‘De  inhoud van het schrift is het gesproken woord net zoals het geschreven woord de  inhoud is voor de telegraaf. Doorredenerend vormen oude media zoals kranten,  televisie en radio de inhoud voor het nieuwe ‘medium’ internet.‘12     Een nieuw medium betekent dus een nieuwe vorm van journalistiek, een nieuw  publicatiemedium. Met de komst van internet besloten krantenorganisaties na  afwachtende houding hun inhoud op internet aan te bieden. Abonnementhouders  konden vanaf nu ook via het beeldscherm nieuws consumeren. Toch boden deze  zogenaamde online kranten niet veel meerwaarde aan hun gedrukte versies.  Nieuwsartikels werden hapklaar overgenomen uit de papieren variant en op internet  gepubliceerd. Internetpagina’s waren in de beginfase van het internet statisch. Zij  bleven hetzelfde totdat iemand ze handmatig onder handen nam. Het onderhouden  van deze pagina’s vergde veel vakkennis en kostte veel tijd.     Maatschappelijke veranderingen als de ontzuiling, meer en gevarieerd onderwijs,  commercialisering, meer gelegenheden tot het individualisme en meer contacten met  andersdenkenden zorgden ervoor dat ook de burger veranderde. Het publiek werd  kritischer, zelfstandiger, mondiger, wijzer en eigenwijzer. Met de komst van internet  kregen alle burgers toegang tot het wereldwijde web waardoor zij vanaf nu dezelfde         11  McLuhan, Marshall (1964) geciteerd door Blanken, Henk en Deuze, Mark (2003) p.214   12  Blanken, Henk en Deuze, Mark (2003) p.214 

(15)

bronnen konden raadplegen als de professionele journalist.   Toch had het publiek ook in de eerste fase van het internet geen actieve rol in het  vergaren en verspreiden van nieuws. ´Breaking news´ wordt in dit landschap onder  burgers onder andere door telefoongesprekken, mail, sms of onder vier ogen  verspreid. Het bereik is gering en de snelheid van verspreiden is relatief traag.    

Iedereen Journalist

  De Amerikaanse mediaonderzoeker Chris Willis bracht de ontwikkelingen die hij  signaleerde op het gebied van media thuis in het begrip media‐ ecosysteem. Het  media‐ ecosysteem is ontstaan door verdere ontwikkeling van internet en wordt  doorgaans ook wel Web2.0 genoemd. Het omvat ontwikkelingen die het internet een  stuk socialer en interactiever maakten. Kenmerkend aan het media‐ ecosysteem is dat  de burgers, of zoals mediawetenschapper Jay Rosen uitspreekt: the people formely  known as the audience,13 participeert in het landschap. De burger heeft de  mogelijkheid actief deel te nemen door zelf nieuws te publiceren en te verspreiden.  Dit principe wordt ook wel ‘user‐ generated content’ genoemd. Dit veranderde het  internet van een read‐ web naar een read/write web. Met de komst van web 2.0  kregen professionele journalisten concurrentie van nieuwe spelers: de  burgerjournalisten.    Niet alleen professionele journalisten, maar ook burgers hebben de mogelijkheid  nieuws te produceren en te verspreiden. Dit fenomeen wordt door journalist en  onderzoeker Dan Gillmor ook wel grassroots journalism of citizen journalism  genoemd14. In Nederland staat deze vorm van journalistiek beter bekend als  burgerjournalistiek. Deze verschillende termen hebben als gemeenschappelijke factor  dat er niet‐ professionals bij betrokken zijn en dat het om een open proces gaat. Een  duidelijke definitie wordt door Dan Gillmor, die een boek (We the Media) schreef over  burgerjournalistiek, niet gegeven. Zijn opvattingen over burgerjournalistiek komen  samen in zijn motto ‘mijn lezers weten meer dan ik.’15 Als professioneel journalist laat  hij zijn stukken door burgers becommentariëren, aanvullen en corrigeren. De auteurs  van ‘We Media’, Bowman en Willis laten zich concreter uit over een definitie van het         13  Rosen, Jay (2006) Ghost of democracy in the media machine (28 januari 2009) lit.34  14  Gillmor, Dan (2006) p.5  15  Dan Gillmor (2006) passim  

(16)

fenomeen. Zij definiëren burgerjournalistiek als: ‘de actieve participatie van een  burger of een groep burgers in het vergaren, verslaan, analyseren en het verspreiden  van nieuws en informatie.’16 Als aantekening geven zij hierbij dat de participatie niet  gemotiveerd wordt door geld, maar door de behoefte om op een democratische wijze  informatie te verschaffen.   Toch is burgerjournalistiek geen nieuw fenomeen. Al in de jaren zeventig hielden  mensen via muurkranten en buurtnieuwsbrieven elkaar op de hoogte van de laatste  nieuwtjes. De kopieermachine fungeerde destijds als the people’s printing press. Het  wezenlijke verschil met vandaag is dat het bereik en het gemak enorm is toegenomen.  Duizenden velletjes onder de kopieermachine is vandaag niet meer nodig. In minder  dan vijf minuten kunnen internetgebruikers een gratis ´weblog’ aanmaken waarop ze  vervolgens teksten kunnen publiceren en delen met de rest van de wereld.    

De weblog

  Deze weblog, ook wel blog genoemd, stelt burgers in staat een persoonlijke  internetpagina bij te houden. Het is een website waar regelmatig nieuwe bijdrages op  verschijnen en waar de informatie in chronologische volgorde wordt aangeboden. De  invulling van een blog is geheel vrij. Het kan een online dagboek zijn, een bron van  nieuwsberichten, een reisverslag of een portfolio. In principe is een weblog datgene  wat jij zou willen dat het zou moeten zijn. De auteur, blogger, biedt naast het openbaar  maken van informatie de bezoeker veelaal de mogelijkheid een reactie te plaatsen en  gekoppelde weblogs te bezoeken. Door blogs naar elkaar te linken ontstonden de  afgelopen jaren rond de meest uiteenlopende interessegebieden bloeiende online  gemeenschappen. Het verschil tussen een website en een weblog is dat het  gebruiksgemak enorm is toegenomen. In tegenstelling tot het maken van een gewone  website heb je om te bloggen geen kennis nodig van HTML of andere ingewikkelde  internettaal. Of zoals Dan Gilmor het zegt: ‘weblogs were the first tool that made it  easy to publish on the Web.’17 Vandaag de dag telt de wereld naar schatting 184  miljoen weblogs.              16  Bowman en Willis (2003) p. 9  17  Gillmor, Dan (2006) p. 28 

(17)

Iedereen kan participeren

  De participatie van de burger in het medialandschap is voor een groot deel te danken  aan de democratisering van productie‐ en distributiemiddelen. Een computer, een  mobiele telefoon, een video‐ camera, een digitale camera  en andere apparaten  worden steeds goedkoper en vormen geen financiële drempel meer voor het  vervaardigen van ‘content’. Daarnaast bestaan er internetdiensten, services  aangeboden op internet, die internetgebruikers de mogelijkheid geven gratis ‘content’  te publiceren. Via Youtube kan men filmpjes uploaden, via Flickr een fotoalbum  aanmaken en op Blogger krijgt men blog‐ gereedschap toegereikt om een persoonlijke  internetpagina bij te houden. De productiekosten zijn haast kosteloos. Hiermee hangt  samen dat breedband internet steeds goedkoper wordt. Niet voor niets dat in 2008  ruim 80% van de Nederlandse huishoudens toegang had tot over breedband internet.  Iedereen die wil, kan tegenwoordig snel tekst, foto’s en video’s publiceren.    

Filteren

  Het nieuwsaanbod is de afgelopen jaren door het internet sterk toegenomen. Niet  alleen gevestigde media in binnen‐ en buitenland presenteren hun nieuws op internet,  ook vele onafhankelijke nieuwssites zijn op het Web te vinden inclusief de inbreng van  de burger. Het gevolg hiervan is dat we als nieuwsconsument de stortvloed aan  informatie moeten filteren. Technologieën als RSS helpt de internetgebruikers hierbij.  De RSS ( Really Simple Syndication) is een toepassing, waarmee tal van sites te  controleren zijn op updates. Om RSS – bestanden te lezen heb je een aparte software  nodig, RSS‐ reader. De meeste RSS‐ readers zijn gratis en zijn er in vele soorten en  smaken. Het handige aan deze techniek is dat je als nieuwsconsument niet een lijst  websites hoeft af te struinen om op de hoogte te blijven van nieuwsontwikkelingen.  Door je te abonneren op verschillende RSS feeds, die verbonden zijn aan bijvoorbeeld  weblogs of nieuwssites, komen de laatste artikelen en nieuwsberichten rechtstreeks  op jouw persoonlijke pagina binnenrollen. De RSS technologie is daarom een handig  hulmiddel om snel op de hoogte te blijven van nieuwsontwikkelingen en de inhoud  van het web te filteren. Ze brengen orde aan in het alsmaar uitdijende  medialandschap.  

(18)

Interactieve kranten

  In 2006 verkoos Time, het gerespecteerde Amerikaanse nieuwsmagazine, de  internetgebruiker tot persoonlijkheid van het jaar 2006. De tijd dat enkel  professionele journalisten toegang hadden tot de media is hiermee definitief verleden  tijd. Traditionele mediaorganisaties hebben niet langer het monopolie op het brengen  en verspreiden van nieuws. Auteur en blogger Hugh Hewitt spreekt van een nieuw  democratisch medialandschap: ’The power of elites to determine what [is] news via a  tightly controlled dissemination system [has been] shattered. The ability and  authority to distribute text are now truly democratized.’18    Ook de traditionele media kregen door de komst van Web 2.0 het gevoel dat ze in  moesten springen op de behoefte van de nieuwsconsument. GJ Bogaerts, chef internet  van De Volkskrant, schreef in 2006 op de Volkskrantblog het volgende over de rol van  de traditionele krant in het media‐ ecosysteem: ‘Onze lezers willen ons beter leren  kennen. Ze willen bovendien kunnen terugpraten. De krant is geen meneer meer,  maar moet zich opstellen als de buurman, met wie je in debat kunt. En het is precies  dit debat dat deze krant probeert te faciliteren.’19 Op een krantenwebsite van vandaag  de dag kan men commentaar leveren op artikelen, zelf een nieuwsselectie maken en  discussies voeren. Maar dat is niet de enige verandering. Waar redacties voorheen  nieuwsartikels slechts kopieerden naar de website, die enkel toegankelijk waren voor  abonnees, bieden ze nu gratis ‘ breaking news’ en updates op hun website. Hiermee  spelen ze in op de drang naar snel nieuws.   De Nederlandse Vereniging van Journalisten vroeg onlangs aan Pieter Kok, uitgever  van De Volkskrant, hoe belangrijk internet is voor de Volkskrant. Kok antwoordde:  ’Waanzinnig belangrijk. Met onze site bereiken we 1,2 miljoen unieke bezoekers per  maand, met de krant zitten we op een bereik van 750.000 mensen. En de trends zijn  duidelijk: internet groeit, terwijl de krant krimpt.’20 Sinds eind mei 2007 heeft de  Volkskrant volgens Kok een nieuwe organisatie: ‘We zijn nu een internetredactie die  ook één keer per dag een krant uitgeeft. Er zijn voortdurend deadlines.’21           18  Hewitt, H ,Understanding the information Reformation that’s changing you world, geciteerd door Hendriks,  Niels (2008) Burgermedia, niet alleen een belofte (14 maart 2009) lit.17   19  Bogaerts, Geert Jan (2006) Angst is een slechte raadgever (15 februari 2009) lit.9  20  Nederlandse Vereniging van Journalisten (2007) Interview met Pieter Kok (2 april 2009) lit.25  21  Ibidem.  

(19)

Niet alle journalisten zijn te spreken over de inbreng van de actieve lezer. Veel  professionele journalisten vinden ‘user‐ generated content’ van een te laag niveau om  iets toe te voegen aan het vakwerk. Andrew Keen, de Amerikaanse ondernemer,  auteur en criticus, spreekt van een ongebreidelde productiedrang van de digitale aap  die volgens hem het fundament onder onze beschaving vandaan haalt.’22 Op menig  redactie is een kloof ontstaan tussen traditionele denkers en nieuwe bouwers.  Enerzijds de professionele journalisten die de nieuwe mogelijkheden van internet  omarmen en gebruik maken van de burgerjournalist. Anderzijds zij die argwanend en  angstig zijn voor invloeden en informatie van de ‘burger’. Het is de vraag hoelang oude  denkers het overleven in het nieuwe internettijdperk.    

Sociale media

  Door de toenemende populariteit van web2.0 toepassingen heeft ook het sociale  karakter van het wereldwijde web doen groeien. Alle soorten media waar de  consument zelf een invulling aan kan geven worden sociale media genoemd. Deze  sociale media maken deel uit van hetzelfde netwerk waarin ook de websites van  kranten, televisiestations en radiostation een plek hebben. Sociale media hebben een  enorme groeispurt doorgemaakt en zijn vandaag de dag niet meer uit het  internetlandschap weg te denken. Het overgrote deel van deze inbreng van burgers is  volgens de traditionele definities niet journalistiek te noemen. Toch zijn deze media  interessant met betrekking tot de journalistiek. Zo nu en dan publiceren gebruikers  via sociale media namelijk belangrijke nieuwsfeiten en informatie.    Netwerksites als Hyves, Facebook, MySpace en Twitter zijn vandaag de dag  buitengewoon populair. In februari 2009 gebruikte maarliefst 41.7 miljoen  Europeanen sociale netwerksites om met elkaar te communiceren en informatie uit te  wisselen. De huidige mogelijkheid tot het raadplegen van sociale media via de mobiele  telefoon heeft de burgerjournalistiek nog een extra duwtje in de rug gegeven.          22  Nihom, Boris (2008) Andrew Keen ‘Experts, daar gaat het om in onze cultuur’ (1 april 2009) lit.26 

(20)

4

/

Twitter als nieuwsmedium

 

‘Burgerjournalisten zijn mensen die vroeger de krant belden met een tip. ‘Hartelijk  dank, we gaan er achteraan.’ Of die een ingezonden brief stuurden, waarvan je de  meeste onder beleefde dankzegging naar de prullenbak verwees. Tegenwoordig zijn  het twitteraars die als eerste een sensatiebericht de wereld in sturen via hun  mobieltje’.23  De mobiele telefoon, mobiel internet en de sociale netwerksite Twitter  zijn tegenwoordig de ‘must haves’ op het gebied van burgerjournalistiek. Dit  hoofdstuk gaat kort in op de ontwikkelingen van de mobiele telefoon en geeft een  beschrijving van het snelste nieuwsmedium van vandaag.    

Het Zwitsers zakmes van nu

 

Uit een recent mobiele telefoononderzoek van Vergelijk.nl is gebleken dat  Nederlanders niet meer zonder mobiele telefoon kunnen. We willen overal en altijd  kunnen communiceren. Één op de vijf ondervraagden gaven aan bij het vergeten van  de mobiele telefoon panisch te worden en hier speciaal voor terug te gaan. De 527  respondenten uit dit onderzoek waren vrijwel allemaal ( 99%) in het bezit van een  mobieltje. Naast bellen en sms’en wordt de mobiele telefoon volgens het onderzoek  het meest gebruikt om foto’s mee te maken (31%) en muziek mee te beluisteren (8%).  Daarnaast geeft het onderzoek aan dat mobiel internetten sterk in opkomst is. Van de  respondenten geeft 8% aan al niet meer zonder mobiel internet te kunnen.     De mobiele telefoon, die in 1996 aanvankelijk bedoeld was om draadloos mee te  telefoneren, is tegenwoordig uitgegroeid tot een heus Zwitsers zakmes. Met de  moderne mobiele telefoon kunnen we naast bellen tegenwoordig: sms’en,  fotograferen, filmen, agenda bijhouden, spelletjes spelen, chatten, surfen op het web,  muziek luisteren etc. Een Chinese fabrikant heeft onlangs zelfs een mobiele telefoon  op de markt gebracht met een ingebouwd scheerapparaat.   Voor het optreden van de huidige ‘mobiele’ burgerjournalist zijn een aantal  ontwikkelingen op het gebied van mobiele telefonie van essentieel belang geweest.  Ten eerste is dat de mogelijkheid om via de toetsen op de telefoon stukjes tekst te         23  Gaag, Arjo (2009) Burgerjournalistiek: een kwartiertje per dag ( 26 maart 2009) lit.16  

(21)

vervaardigen en te versturen. Deze functie werd al in 1998 geïntroduceerd en wordt  doorgaans sms’en genoemd. Een tweede belangrijke ontwikkeling voor de  burgerjournalist is de mogelijkheid tot fotograferen en filmen via de mobiele telefoon.  Een kleine camera die in mobieltjes is ingebouwd geeft de gebruiker de gelegenheid,  in steeds verbeterde kwaliteit, foto’s en filmpjes te vervaardigen. Met de komst van  geheugenopslag en een geheugenkaart kan men vervolgens deze foto’s en filmpjes  opslaan en overzetten naar andere apparaten, zoals de computer.   De opkomst van mobiel internet in 2005 heeft ervoor gezorgd dat User Generated  Content, vervaardigd met de mobiele telefoon, via internet gedeeld kan worden.  Aanvankelijk kostte dit proces relatief veel tijd en geld. Tegenwoordig zijn steeds  meer mobieltjes uitgerust met een gebruiksvriendelijk beeldscherm en beschikken zij  over een snelle dataverbinding waardoor op toegankelijk wijze gepubliceerd en  verspreid kan worden. Ook de kosten van mobiel internet zijn drastisch lager  geworden. De zogenaamde flat‐ flee data abonnementen, mobiel internet voor een  vast bedrag, laten gebruikers op het eind van de maand niet meer voor onaangename  verassingen staan.     Volgens een onderzoek van het CBS is het mobiel internetten voornamelijk populair  onder hoogopgeleiden jongeren. Meer dan 30% van de hoogopgeleiden internetters  onder de 45 jaar ging in 2007 met behulp van een mobiele telefoon online. Onder  oudere en laagopgeleide was dit aantal slechts 7%. De verspreiding van mobiel  internetten in de samenleving laat hiermee hetzelfde patroon zien als de uitbreiding  van internet aan het eind van de vorige eeuw. Toen waren het ook de jonge,  hoogopgeleiden mannen die voor het eerste het Web betraden. Deze eerste gebruikers  van een bepaald product of technologie worden ook wel early adapters genoemd.     Zoals in het eerder hoofdstuk aan bod is gekomen zijn sociale media niet meer uit ons  huidige internetlandschap weg te denken. Door de opkomst en de groei van mobiel  internet, bieden vele sociale websites nu ook een mobiele variant aan. Deze speciaal  voor mobiele apparaten geoptimaliseerde versies geven de mobiele internetters de  mogelijkheid op elk moment van de dag in contact te blijven met hun sociaal netwerk.  Erg handig, want in tegenstelling tot een laptop of pc heb je de mobiele telefoon  vrijwel altijd binnen handbereik.  

(22)

Wat is Twitter  Vrij vertaald vanuit de Nederlandse Wikipedia is microbloggen een vorm van een  internetdienst die gebruikers in staat stelt korte tekst‐ of multimediafragmenten op  het internet te publiceren. Het is in principe gelijk aan bloggen, maar dan op  microformaat. De populairste microblog is Twitter; opgericht in 2006 door een  groepje internetondernemers in San Fransisco. Het is deze site waarop onder andere  Janis Krums ons als allereerste op de hoogte hield van de nieuwsontwikkelingen  omtrent de noodlanding in de Hudson. Hoewel er weinig recente cijfers bekent zijn  over het aantal Twittergebruikers, weten we wel dat de netwerkdienst het afgelopen  jaar een groei van 1328% heeft doorgemaakt. Wereldwijd Twitteren naar schatting  zeven miljoen mensen en het aantal gebruikers in de Nederlandse Twittoshere24  wordt geschat op 50.000. Niet alleen onopvallende burgers Twitteren, ook president  Barack Obama, politicus Maxime Verhagen en popzangers Britney Spears zijn actief op  de netwerkdienst. Ronald Giphart is samen met NOS‐ redactielid Tim Overdiek zelfs  een roman begonnen op de microblog.    Maar wat is Twitter nu precies? Twitter is het best te beschrijven als een kruising  tussen een chatdienst en een openbare sms website. Via de computer of de mobiele  telefoon beantwoord je de belangrijkste Twitter vraag: Wat ben je aan het doen?  Houdt het kort en bondig want je tweet25 mag niet meer dan 140 tekens bevatten. Iets  korter dus dan een sms’je waar je 160 tekens in kwijt kunt. Een revolutionair  communicatietype meent nieuw‐ media adviseur Jaap Stronks: ‘Een weblog is zelfs al  te omslachtig. Daar moet je een artikel af hebben, zoals een krantenartikel, alvorens  het te plaatsen. Met Twitter kun je alles wat je ziet, voelt en meemaakt meteen  plaatsen en delen met vrienden en kennissen. Daarmee is het veel sneller en bondiger  en zorgt het voor een razendsnelle nieuwsverspreiding.’26     ‘Twitter staat tot bloggen, zoals bloggen staat tot de klassieke media. De online versies  van kranten waren traag. Blogs deden het al wat sneller, maar Twitter verslaat elke  snelheid.’27           24  Met de Twittosphere wordt het netwerk van Twitter bedoeld  25  Een tweet is een berichtje dat u plaatst op Twitter  26  Janssen, Bram (2009) De wereld volgens Twitter (14 maart 2009) lit.18   27  Dutch cowboys (2009) Meer blog lezers of volgers op Twitter (7 april 2009) lit.14 

(23)

Als Twittergebruiker ben je geheel vrij wat er in je tweet komt te staan. Dit kan  variëren van het uiten van je frustratie over treinvertragingen tot een korte  overpeinzing over de stand van zaken in Afghanistan. Al deze berichtjes komen op een  grote tijdslijn op Twitter.com te staan, tussen de uitlatingen van de naar schatting  zeven miljoen mensen die wereldwijd Twitteren. Om uit deze berg tweets degenen te  filteren die voor jou relevant zijn, heb je via Twitter de mogelijkheid je te abonneren  op bijdrages van anderen. Via een RSS‐ feed komen de gepubliceerde tweets van  onder andere je vrienden, familie, kennissen en mensen die je interessant vindt om te  volgen automatisch op jou homegage binnenrollen. Omgekeerd kunnen andere  Twitteraars28 er voor kiezen jou Twitterberichten te volgen. Op deze manier ontstaat  een levendig sociaal netwerk.   Maar hoe kun je Twitter als communicatie‐ instrument het best omschrijven?  Freelance journalist Olaf Koens vergeleek het Twitterlandschap in zijn artikel op de  website van De Nieuwe Reporter met een druk café:     ‘Twitter is als een goed café op een drukke vrijdagmiddag. Aan de toog staan een hoop  collega’s, wat oude bekenden, vrienden, vage kennissen en wildvreemden. Iedereen  praat dwars door elkaar heen, vaak hoor je slechts vlagen van gesprekken. Men heeft  het over persoonlijke ontboezemingen of voetbalwedstrijden, maar ook ‘breaking  news’ en zaken die je nooit eerder wist. Een hoop lieden die ‘slap ouwehoeren’, zoals  men dat zegt. Het leuke aan Twitter is dat je die gemakkelijk je café uitzet.’29    Dit geeft aan dat er op Twitter voor iedereen wat te bieden heeft. Men kan ideeën  uitwisselen, antwoordt krijgen op vragen, de bezigheden van je vrienden in de gaten  houden, snel en praktisch afspreken en voor dit onderzoek belangrijk: als eerst op de  hoogte worden gebracht van nieuwsontwikkelingen. Twitter is enorm snel en de  gebruikers van het medium zijn steeds vaker degene die ter plaatsen van ‘breaking  news’ verslag doen. Volgens Alexander Pleijter, docent Journalistiek en Nieuwe Media  aan de Universiteit in Leiden, is het logisch dat mensen sociale netwerken gebruiken  om nieuws aan elkaar door te geven: ’Het is altijd zo geweest dat mensen op de hoogte  raken van grote nieuwsgebeurtenissen doordat ze worden ingelicht door vrienden en         28  Gebruikers van de internetdienst Twitter  29  Blankesteijn, Herbert (2009) Twitter is journalisten‐ ding (6 maart 2009) lit.6      

(24)

familie.’30 Via Twitter gaat dit verspreiden nu eenmaal duizend maal sneller dan via  een telefoongesprek of sms’je. Twitter is direct: in één zin moet je vertellen wat er aan  de hand is. Wanneer mensen binnen jou sociaal netwerk je ‘sensatie’ mededeling zien,  verspreiden ze het verder binnen hun netwerk die op hun beurt weer hun vrienden,  familie en kennissen op de hoogte houden. Op dit moment treedt er een  sneeuwballeneffect op. Of zoals Internetgoeroe Vincent Everdijk het verwoord: ‘Het  verspreidt zich sneller dan elk willekeurig vuurtje je maar kunt voorstellen. Een  supersnel expansie middel.’31     Breaking news  Op 25 februari stortte nabij het vliegveld Schiphol in Amsterdam een vliegtuig van  Turkish Airlines neer. Enkele minuten na de fatale landing stonden de eerste tweets  van ooggetuigen online. Het eerste bericht kwam van gebruiker Nipp: 'Airplane crash  @ Schiphol Airport Amsterdam!!'32 Vanaf dit moment barstte de berichtgeving via  Twitter los: ‘Saw the plane go down and entered plane to help until emergency  services arrived Amsterdam Schiphol crash , lot of back injuries +/‐ 10 dead,'33 schrijft  ansgarjohn ongeveer 10 minuten na de ramp. Tientallen berichtjes verspreidden zich  in een rap tempo over het internet, voordat grote nieuwsorganisaties er ook maar iets  van af wisten. Twitterfall, een site die Twitterberichten bundelt, zette meteen een  Schipholhoek op. Ooggetuigen en betrokkenen konden op deze hoek hun informatie  en emoties kwijt. De site werd massaal door online ramptoeristen bekeken. Toen  eenmaal BBC en CNN op de hoogte waren van de ramp, ongeveer 30 minuten na de  crash, verwezen zij naar Twitter voor het allerlaatste nieuws. Twittergebruiker Nipp  moest op dit moment de gehele buitenlandse pers te woord staan.     Twitter was bovendien het eerste medium waar nieuws verscheen over de aanslagen  in Mumbai eind november 2008. ‘St. George hospital now in need of blood donations’,  luidt een noodkreet op de microblogdienst vlak na de eerste bomaanslagen in  Mumbai. Twee Nederlandse studenten aan de Hogeschool voor journalistiek in  Utrecht zaten op dat moment achter hun computer. Zij besloten de informatiestroom  te bundelen in een weblog en deze te linken naar depers.nl. ‘Terwijl we daarmee bezig         30  Klaver, Marie José ( 2008) Twitter in tijden van terrorisme (2 maart 2009) lit.21  31  NOSnieuws ( 2009) Twitter, razendsnel nieuws over vliegtuigcrash (10 maart 2009) lit.28  32  Nip, Jonathan (2009)  Twitter (26 februari  2009) lit.27  33  John, Ansgar (2009) Twitter (26 februari  2009) lit.19 

(25)

waren, zagen wij dat op Twitter de eerste ooggetuigenverslagen binnenkwamen. Die  hebben we toen meteen op de weblog gezet,’34 vertelt de student. Het resultaat was  een live‐ verslag aan de hand van Twitter‐ en nieuwsberichten op depers.nl.   Ook toen Israel eind december de Gazastrook aanviel, brandden discussies en  uitwisselingen van het laatste nieuws op los op de microblogdienst. Zowel ooggetuige  in de oorlogszone als politici en buitenstaanders verenigde zich op Twitter. Het  Israëlische consulaat hield daarnaast een persconferentie via Twitter, toegankelijk  voor iedereen.                   

 

 

       

 

 

 

 

 

  34  Janssen, Bram (2009) De wereld volgens Twitter (14 maart 2009) lit.18 

(26)

5

/

Voor – en nadelen van Twitter

    Is Twitter een blijvertje? Communicatiewetenschapper Mark Deuze denkt van wel. Hij  beweert dat Twitter en andere sociale media deel uitmaken van een brede trend.  Mensen verwachten in toenemende mate interactiviteit, bij alles wat ze zelf, maar ook  bij wat andere doen. Deze interactiviteit heeft naast mooie kanten ook een keerzijde.  In dit hoofdstuk komen zowel positieve als negatieve aspecten van de microbloggende  burgerjournalist aan bod, ondersteund met voorbeelden uit de praktijk en reacties  van critici. Tot slot wordt gekeken hoe professionele journalisten en  nieuwsorganisaties omgaan met Twitter. 

 

Nieuws van dichtbij

  

´There's a plane in the Hudson! I'm on the ferry going to pick up the people. Crazy!´  Dit live‐ bericht inclusief foto publiceerde ooggetuige Janis Krums vlak na de  noodlanding in de Hudson op Twitter.com. De opwinding en de sensatie van het   ‘erbij zijn’ spat zowel van het bericht als van de foto af. De pure intuïtieve  berichtgeving en de rauwe fotografie geven de lezers het gevoel zelf getuige te zijn  geweest van de gebeurtenis. Dit maakt Twitter via de mobiele telefoon een krachtig  communicatiemedium. ‘Being there’ is de essentie van journalistiek schreef Harold  Evans, hoofdredacteur van The Sunday Times, dertig jaar geleden al in zijn boek over  journalistiek. Hiermee geeft hij aan dat de nieuwsconsument dichterbij wil komen  voor een meer echtere blik op de werkelijkheid. Een direct verslag vanuit de eerste  persoon, zoals Janis Krums dit deed. Het onderschrift wat de Volkskrant een dag na de  noodlanding in de krant plaatst, getuigt van afstandelijkheid: ‘passagiers staan op de  vleugels van het in de Husdon‐rivier neergestorte toestel van US Airways, wachtend  op een veerboot die ze komt redden’. Het zegt gek genoeg waar Janis Krums de dag  eerder mee bezig was. Het ontbreekt aan opwinding en beleving van ‘het moment’.    

Twitter waarschuwt voor naderend onheil

 

Op 22 mei 2008, was Amy Graham rustig thuis in Boulder, Colorado, aan het werk  toen een vriendin haar via Twitter vroeg wat er aan de hand was in Colorado.   Amy had geen idee waar ze het over had en vroeg om meer informatie. Haar vriendin 

(27)

had via Twitter vernomen dat een tornado een uurtje ten noorden van Boulder aan de  grond was geslagen en bij een school een aantal slachtoffers had gemaakt. Amy  schrok; vrienden van haar woonden in dit gebied. Ze besloot meteen actie te  ondernemen. Ze stuurden haar vrienden een SMS en surften ondertussen naar  verschillende weersites om meer duidelijkheid te krijgen over de ernst van de tornado  en waar deze naar toe trok. Via Twitter publiceerde ze deze weerinformatie, inclusief  de links naar videoreportages van ooggetuigen.   Op dit moment hadden websites van reguliere media als radio, krant en  televisiestations nog geen tijd gehad om in te spelen op deze gebeurtenis. Amy ging als  burgerjournalist fanatiek door met het verspreiden van informatie omtrent de  verwoestende tornado. Via de zoekmachine van Twitter filterde Amy  Twitterberichten op het woord ‘tornado’. Binnen enkele seconden kwamen alle  Twitteraars in beeld die of ooggetuigen waren of gebruikers die doorverwezen naar  weblogs die tot op de minuut toe werden bijgewerkt. Ook kwam ze via de zoekfunctie  bij een groep Twitteraars terecht die allemaal afkomstig waren uit hetzelfde  bedreigde gebied. Hen bracht ze op de hoogte van het aankomende gevaar, sneller dan  elke nieuwsdienst dan ook.   Deze snelheid en bondigheid van berichtgeving kan beschouwd worden als de  grootste kracht van microbloggen. Het heeft een signaleringsfunctie, die mensen snel  met hun neus op de feiten drukt. Het geeft mensen aanzet actie te ondernemen. Media  als de krant, televisie, radio en nieuwssites op internet zijn dan vooral noodzakelijk  om snel duiding te brengen.    

Geruchten en onbetrouwbaar

  Aanvankelijk leek het een fantastische primeur van de burgerjournalist. Begin oktober  2008 had een zekere ‘johntw’ op de ongefilterde site van CNN iReport een schokkend  bericht geplaatsts. Apple koning Steve Jobs zou met spoed naar het ziekenhuis zijn  gebracht nadat hij een paar uur eerder een zware hartaanval had gehad. Goed gelovige  twitteraars kregen lucht van het verhaal en wisten niet hoe snel ze de rest van de  wereld op de hoogte moesten stellen. Pas twintig minuten later, nadat de  gezaghebbende meldde dat Apple het nieuws had ontkend, werd het onjuiste bericht  van iReport verwijderd. Steve Jobs bleek helemaal geen hartaanval te hebben gehad.  De burgerjournalist had het verhaal uit zijn duim gezogen en op internet geplaatst.  Het resultaat: twitteraars, en de rest van de massa, namen de roddel klakkeloos over 

(28)

en verspreidden het zonder te checken de wereld over.   Dit verhaal geeft precies de zwakke plek aan van de twitterende burgerjournalist: de  berichtgeving is niet altijd betrouwbaar. De Schotse journalist Charles Mackay schreef  in 1841 al over het ‘The Madness of the Crowds.’35 ‘Het onjuiste bericht over de  hartaanval van Steve Jobs bewijst dat Mackay gelijk had met zijn ernstige twijfels aan  het gezonde verstand van de massa,’36 meent Amerikaanse criticus Andrew Keen.  Volgens hem is er wel het één en ander veranderd nadat Mackay in 1848 het boek  schreef: ’Door de techniek gaan misvattingen sneller de wereld over. De gevallen van  volksgekte die Mackay beschreef‐ zoals de Hollandse tulpenmania in de zeventiende  eeuw of de zeepbel rond de South Sea Company aan het begin van de negentiende  eeuw‐ verbreidden zich maar heel langzaam in vergeleken met de instanthypes  veroorzaakt door de huidige digitale media.’37   Ook de uren na de vliegtuigcrash in Amsterdam werden veel geruchten en onjuiste  informatie door burgerjournalisten op Twitter geplaatst. Geen doden? Tientallen  overledenen? Of toch maar negen? Er zijn tussen de 100 en 250 mensen aan boord  schrijft de één, de ander heeft het over 80 inzittenden. Brak het vliegtuig nu in twee of  drie stukken? Er heerst een ware ‘Twitterpaniek.’ Freelance journalist en blogger Paul  Vereijken zegt: ‘Op dat moment heb ik behoefte aan de wijze man in de kroeg. Die met  Hollandse nuchterheid zich weinig van al die nieuwtjes aantrekt, zwijgt en er op  uitgaat. Een journalist die uitzoekt wat er daadwerkelijk aan de hand is. Een die niet  meedoet aan de rat race. Die zich houdt aan het eerste gebod uit The Universal  Journalist van David Randall: “Discover and publish information that replaces rumour  and speculation,’38   In een persconferentie, ongeveer drie uur na de crash, wordt duidelijkheid geschept.  Tijdens het vliegtuigongeluk zijn meer dan 50 gewonden en 9 doden gevallen. Het zijn  de gevestigde media die deze eerste feiten naar buiten brengen.   Internetgoeroe Vincent Everts is minder laagdunkend over de onbetrouwbaarheid  van Twitter. In een interview met het NOS journaal vertelt hij dat geruchten en  onwaarheden snel door Twitteraars uitgefilterd worden. ‘Als iemand een leugen op  Twitter zet: ‘Hier is de passagierslijst!’ Dan denken mensen: ’ow, dat is de         35  Mackay, Charles (1841) Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds geciteerd door Keen,  Andrew (2008) De dood van de waarheid (26 februari 2009) lit.20  36  Keen, Andrew (2008) De dood van de waarheid (26 februari 2009) lit.20  37  Keen, Andrew (2008) De dood van de waarheid (26 februari 2009) lit.20  38  Vereijken, Paul (2009) Crash laat zien dat we een wijze man nodig hebben in de Twitter‐kroeg (28 maart 2009)  lit.39 

(29)

passagierslijst.’ Maar dan zegt er binnen de kortste keren iemand: ‘nee, dat is helemaal  niet de passagierslijst, want, kijk maar hier!’ Dan gaan er vijf mensen protesteren, dat  klopt niet! Dan wordt er geen aandacht meer geschonken aan het bericht. Ofwel, onzin  gaat gauw weg en waarheid verspreid zich supersnel.’39 Ook volgens  internetjournalist en sociale‐ media‐ strateeg Jaap Stronks valt het wat betreft de  onbetrouwbaarheid van bronnen wel mee. ’Twitter is niet anoniem. Als iemand  leugens verspreidt wordt ook niet meer naar hem of haar geluisterd. Er vindt dus een  sociale controle plaats.’40    Maar dit betekent nog geen garantie voor betrouwbare berichtgeving. Als een  nieuwsbericht op de website van een krant wordt geplaatst, mogen we er vanuit gaan  dat de deze informatie juist is. Een professionele journalist met kennis van zaken heeft  het nieuws verwerkt, gecheckt, gedubbelcheckt en na goedkeuring van een redactie  online geplaatst. Dit allemaal onder het gezag van een hoofdredacteur. De gebruikers  van Twitter zijn daarentegen vrij in wat ze online plaatsen. Het hoeft niet gecheckt te  zijn, je mag zelfs complete onzin verkopen. Niemand die een Twittergebruiker formeel  op zijn vingers tikt, omdat hij/zij foute informatie de wereld in heeft gestuurd.  Behalve zijn ‘aanzien’ in zijn sociaal netwerk heeft een twittergebruiker niets te  verliezen bij het verspreiden van geruchten en onwaarheden. Het gevolg hiervan is  dat burgerjournalisten nonchalanter omgaan met informatie en snelheid vaak boven  betrouwbaarheid verkiezen. Volgens Nico Drok, hoofddocent en onderzoeker  verbonden aan de Opleiding Journalistiek te Zwolle, doen burgerjournalisten in  tegenstelling tot traditionele media tekort aan het vertouwen. Volgens zijn onderzoek  geld dit niet voor grote nieuwsorganisaties: ‘Nieuwsorganisaties als het NOS  journaal[…] worden door alle generaties nog steeds zeer betrouwbaar geacht.  Hetzelfde geldt, ondanks het abonneeverlies waar ze bijna allemaal mee te kampen  hebben, voor de kwaliteitskranten.’41   

Het blijven amateurs

 

Het is voornamelijk het ‘wie, wat, waar’ nieuws wat de burgerjournalist via zijn  mobiele telefoon de wereld in stuurt tijdens plotselinge nieuwsontwikkelingen.  Traditionele journalistieke grondregels als objectiviteit, neutraliteit en hoor en         39  NOSnieuws ( 2009) Twitter, razendsnel nieuws over vliegtuigcrash (10 maart 2009) lit.28   40  Janssen, Bram (2009) De wereld volgens Twitter (14 maart 2009) lit.18  41  Drok, Nico (2006) De toekomst van de journalistiek (2 april 2009) lit.15 

(30)

wederhoor komen veelal niet in het handboek van de Twitterende burgerjournalist  voor. Een zorgvuldige argumentatie opbouwen in 140 tekens is ook niet eenvoudig.  Mededelingen blijven hierdoor oppervlakkig. Criticus Andrew Keen noemt  burgerjournalisten amateurs die de ervaring en de expertise van de professionele  journalist missen: ‘Ze checken geen feiten en missen journalistieke objectiviteit.  Daardoor is hun informatie onbetrouwbaar en hun mening te eenzijdig’42. Hoogleraar  ICT en maatschappij Valerie Frissen is het samen met Keen over eens dat de  Twitterende burgerjournalist, de professionele journalistiek niet kan vervangen in de  informatievoorziening rond ‘breaking news’. Frissen zegt: ‘Twitter heeft een  signaleringsfunctie, maar er zal altijd behoefte blijven aan professionele journalisten  die de feiten checken en het nieuws duiden.’43 Zoals bij de informatievoorziening rond  de vliegtuigcrash in Amsterdam. Het was de burgerjournalist Jonathan Nip, met de  primeur:’ 'Airplane crash @ Schiphol Airport Amsterdam!!'44 Vervolgens waren het de  professionele journalisten die duidelijkheid brachten over het aantal gewonden,  overledenen, achtergrondinformatie verschaften en verschillende partijen aan het  woord lieten. Dit laatste getuigd van professionele journalistiek. Journalisten met een  opleiding zijn in staat nieuws objectief, onbevooroordeeld, genuanceerd, correct en  volledig te brengen. Burgerjournalisten missen veelal deze vaardigheden.   Dit is de voornaamste reden waarom het overgrote deel van de nieuwsconsumenten  de professionele journalistiek verkiest boven de twitterende burgerjournalistiek. Ze  zijn kortweg betrouwbaarder en kwalitatief beter. Professor Jonathan Zittrain stelt de  retorische vraag: ’Het is net als met een operatie: zou u zich laten helpen door een  burgerchirurg?’45 Het overgrote deel van de nieuwsconsumenten wacht liever een dag  langer op een gedegen artikel in de krant, dan dat ze een ongefilterd en  onbetrouwbaar mededelingenbord moeten doorspitten. Tijdens ‘breaking news’  blijven nieuwsorganisaties dan ook zeker van nut om het publiek te informeren.            42  Tangerman, Hidde (2008) Digitale zeepkisten (23 februari 2009) lit.37  43  Algemeen Dagblad (2009) Twitter sneller met nieuws crash (28 februari 2009) lit.1  44  Nip, Jonathan (2009)  Twitter (26 februari  2009) lit.27  45  Tangerman, Hidde (2008) Digitale zeepkisten (23 februari 2009) lit.37 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

To achieve this aim, the following objectives were set: to determine the factors that play a role in the pricing of accommodation establishments; to determine

28$ van de zoons heeft geen enkele vorm van voortgezet dagonderwijs genoten (bijlage 30). De buiten de landbouw werkende zoons. De belangstelling van de afgevloeide zoons is

Voor zover er wel werd geadviseerd door de ouders, werden de ambachtelijke beroepen het meest aangeraden (31%)« Het landarbeidersberoep werd veel min- der vaak aangeraden (11%).

Monster 3 bevat vrij veel in water oplosbare stikstof, veel fosfaat en zeer veel kali* In ver­ gelijking met monster 3 bevat monster 4 vat minder stikstof en iets meer fosfaat*

In situaties waarbij de parkeerdruk in de openbare ruimte structureel hoog is, maar er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de parkeervoorzieningen op eigen ter- rein,

De te beantwoorden kennisvraag draait om het habitatverlies dat voor vijf zeevogelsoorten (duikers, te weten Roodkeel- en Parelduikers (samen genomen), Jan-van-Gent, Grote

Bij vol-automatisch bedrijf wanneer een differentiaalthermostaat wordt toegepast, compleet incl.. Een bewaarplaats met een opslagcapaciteit van

Toelichting van begrippen • Arbeidsopbrengst ondernemer = de vergoeding voor de arbeid die de ondernemer levert inclusief leidinggeven en het door hem gedragen ondernemersrisico in