• No results found

De onderafdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen aan de Technische Hogeschool Eindhoven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De onderafdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen aan de Technische Hogeschool Eindhoven"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De onderafdeling der Wijsbegeerte en

Maatschappijwetenschappen aan de Technische Hogeschool

Eindhoven

Citation for published version (APA):

Steenkamp, P. A. J. M. (1977). De onderafdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen aan de

Technische Hogeschool Eindhoven. In Maatschappijwetenschappen in de ingenieursopleiding : symposium ter

gelegenheid van de 21e viering van de dies natalis van de Technische Hogeschool Eindhoven Technische

Hogeschool Eindhoven.

Document status and date:

Gepubliceerd: 01/01/1977

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be

important differences between the submitted version and the official published version of record. People

interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the

DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page

numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Prof .dr. PA.J.M. Steenkamp

De onderafdefing der Wiishegeerte

en Maatschapptjwetenschappen

aande

(3)

1. Bij de voorbereidingen in de vijftiger jaren voor de stichting van onze hogeschool, werd grote aandacht ge-schonken aan de aparte plaats van de maatschappijweten-schappen. Deze bijzondere betekenis is hier vandaag aan de orde. Vooraf wil ik opmerken dat ik bij het gebruik van het begrip Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen

(verder te noemen W&Mw) de ruime vertaling zoals op on-ze hogeschool aanvaard, op het oog heb. Opdat niemand zich nu al tekort gedaan voelt, wil ik uitdrukkelijk stellen dat ik met de aanduiding W&Mw bedoel de maat-schappijwetenschappen, de gedragswetenschappen, de taal-kurrde, de onderwijsresearch, het Instituut voor Percep-tie Onderzoek, het brede scala dus van die disciplines en groepen die op onze hogeschool een plaats hebben ge-vonderr binnen de onderafdeling W&Mw.

2. De voorbereidingscommissie van onze Technische Hogeschool, in de wanaeling commissie •s-Jacob genoemd, wilde de wijsbegeerte en maatschappijwetenschappen binnen onze hog:eschoo1 nader defini:eren en situeren. Ik w-il van-daag, met de mij toegewe·zen twaalf minuten worstelend, niet op de voorgeschiedenis en de historie zelf van

on-ze onderafdeling: ingaan, hoe.on-zeer ook een stuk geschiede-nis als zodanig aan de T .H. R. aH:ijd mee<Jenomen ics. Vandaag spreken wij over heden en toekomst, situatie-schets en perspectief. Ik laat de geschiedenis en de vergelijking met de DeLftse hogeschool des te geruster liggenr omdat ik weet dat collega Balkenstein daarover enke~e opmerkingen wil maken.

Doordat de bedrijfskundige studierichting binnen de T.H.E.

meer gestalte kreeg en resulteerde in een zelfstandige

afdeling Bedrijfskunde, werden de accenten van W&Mw als geheel en voor een stuk van de afzonderlijke vakgroepen anders gelegd.

3. Op een eigen wijze en soms erg eigemvijs probeert W&Mw gestalte te geven aan een drietal doelstellingen, name-lijk:

(4)

a} Het bevorderen van inzicht in de samenhang der weten-schappen;

b) het bevorderen van het maatschappelijk verantwoorde-lijkheidsbesef en

c) het voorbereiden op maatschappelijke functies.

Deze doelstellingen, terug te vinden in de wet op het wetenschappelijk onderwijs zijn herkenningspunt en eigen opdracht tegelijkertijd. Zij vloeien samen bij de taak-vervulling van W&l1w. Als wij naar de studenten en af-gestudeerden kijken, dan bemerken wij dat de samenhang der wetenschappen en de maatschappelijke verantwoorde-lijkheid zich uitkristalliseren in studie en werk. Het is uilen naar Athene dragen om hier de maatschappelijke aspecten en consequenties van de problemen, van studie en handelen, van werkomgeving en werkobjecten, aan te duiden. De aanwezigheid daarvan blijkt telkenmale weer in studie op de hogeschool en in werk daarna van evi-dente betekenis. De stuevi-denten staan voor de taak nu en later problemen te formuleren, te analyseren en on te lo:>sen. Dan komt levensgroot op hen af de toekomstige beroepsuitoefening, of wel het probleem van het technisch handelen van onze ingenieurs en de maatschappelijke con-sequenties en context daarvan. Inzicht daarin en sociale vaardigheden, daarvan onderscheiden maar niet gescheiden, blijft een opgave voor W&l1w. De onderafdeling heeft dan een aanvullende taak binnen het geheel van de studie van de technische afdelingen, maar als decaan van \·J&~4w voeg ik daar haastig aan toe dat die aanvullende roi geen bij-wagenrol kan zijn en zeker niet mag leiden tot het ver-vagen van de eigen identiteit van de onderafdeling. Deze laatste waarschuwing is voor een deel ook naar binnen toe gericht en het betreft een opdracht die I"'&Mw vrijwel voor een stuk in eigen handen heeft. De eerder genoemde drievoudige doelstelling betekent overdracht van informatie; oefening in de vaardigheid om problemen op te lassen; het onderkennen van de maatschappelijke aspecten en het zich

(5)

realiseren dat er overduidelijk een samenhang is tussen technische en maatschappelijke disciplines. Hoe moet W&Mw nu deze doelstellingen realiseren?

4. Tot het gestalte geven aan de mooie, dikwijls idealistisch klinkende gedachten vervat in de eerder vermelde doel-stellingen reikten de invalshoeken van de afzonderlijke onderdelen en die van het onderwijs en het onderzoek. Wij onderkennen binnen W&Mw de vakgroepen voor:

de wijsbegeerte; de gedragswetenschappen; de perceptie-leer; de sociologie waaronder de problemen van de ont-wikkelingslanden, de economie; de arbeidsverhoudingen en sociaal recht; de pedagogie puberteitspsychologie en algemene didaktiek {P.P.A.D.} en de toegepaste taalRunde. Daarnaast bestaat de groep voor de onderwijsresearch en is er een nauwe relatie met het Instituut voor Percep-tie Onderzoek (een samenwerking van T.H. en Philips}. Als aanduiding van het werkterrein zijn de roepnamen van de vakgroepen volstrekt onvoldoende. Ter adstructie geef ik u enkele voorbeelden. Bij de fil.osofie vinden wij ook de wetenschapsmethodologie en daarnaast de reformatorische wijsbegeerte. Bij de gedragswetenschap-pen de sociale psychologie speciaal voor bouwkunde; bij I>.P.A.Dc. de leraarsopleidin<h bij de sociologie ont-maeten wii de polemologie en de onderzoekstechnieken in

de sociale wetenschappen. Onder het verzamelbegrip so-ciaal recht vinden wij staatsrecht en privaatrechtelijk bouwrecht en de groep toegepaste taalkunde verzorgt be-halve mondelinge communicatie, leesvaardigheid en verga-dertechniek ook Spaans, Russisch, Swahili, Frans en 30 andere talen. Enkele voorheelden om duidelijk te maken dat de visitekaartjes de achterliggende aktiviteiten

nauwelijks weergeven. Een breed onderwijsscala wordt vanuit de onderafdeling aangeboden aan de andere afdelingen, waarbij ik er uitdrukkelijk aan wil herinneren dat W&Mw geen eigen studenten heeft.

(6)

Ik wees er al op dat W&Mw bestaat uit vakgroepen, maar daarnaast ook onderdak verleent aan de onderwijsresearch,

terwijl er een aparte relatie bestaat met het Instituut voor Perceptie Onderzoek. De taak van onderwijsresearch is om op grond van eigen en elders verricht onderzoek een bijdrage te leveren aan de verbeteringen en de vernieuwin-gen van het wetenschappelijk onderwijs, dat betekent onder meer onderzoek naar studeergedrag van studenten, evaluatie van programma's, experimenten met onderwijs in kleine groepen, adviezen aan docenten. Het Instituut voor Per-ceptie Onderzoek bestudeert de wijze waarop mensen infor-matie opnemen en verwerken. Onderzoekers van verschillen-de disciplines zoals fysici, electronici, psychologen en taalkundigen werken daarbij samen. Ik wil hier niet onver-meld laten dat daarbij extra aandacht wordt besteed aan degenen die in hun informatieverwerking gehandicapt zijn zoals slechthorenden, slechtzienden en leeszwakken.

Degene die iets vertelt over de THE en zeker over de maatschappelijke aspecten van studie en andere werkzaam-heden mag niet de bijzondere plaats van het Studium Gene-rale onvermeld laten. W&Mw en Studium Generale hebben een onderscheiden arbeidsterrein met overeenkomsten en ver-schillen. Studium Generale is doorgaans meer gericht op de actualiteit en moet dikwijls incidenteel te werk gaan. W&Mw prefereert de cursorische benadering en is meer

vak-gericht en systematisch. Voortdurend overleg moet er zijn

en is aanwezig. Grensoverschrijding komt hier nauwelijks voor en zo zulks het geval is, dan vertaal ik dat als een gelukkig teken van ons beider inzet voor eenzelfde zaak.

(7)

5. Ret onderwijs kan nag worden onderscheiden in de voor-en nakandidaatsfase. Ret W&Mw onderwijs in de eerste fase kenrnerkte zich door het vrijblijvend bestuderen van drie gekozen vakken. Dat waren inleidingen in ba-sisdisciplines. Algemeen bestond er kritiek, daar hier-bij actuele zaken te weinig aandacht kregen en dat de inleidingen te veel geisoleerd waren, zowel ten opzich-te van de opzich-technische vakken als onderling vanuit het oogpunt van de san'enhang binnen W&Mw. Daarom is een nieuwe opzet gekozen, waarbij na een inleiding in alle rel evante disciplines van W&~'IW door middel van keuze-colleges en door gekozen zelfstudiepakketten aandacht wordt besteed aan de toepassing van W&Mw-vakken op concrete ~aken en aan de wijze waarop vanuit verschil-lende disciplines eenzelfde probleem meer geintegreerd kan worden benaderd. Deze nieuwe opzet wordt in over-leg met de andere afdelingen geleidelijk aan ingevoerd en zal de door mij eerder geschetste doelstellingen naar verwachting oeter tot zijn recht doen komen dan de voorkandidaatscursus oude stijl. In de nakandidaats-fase gaat het om een dieper boren; om verdieping van

de kenn:i:s en de toepassing daarvan op problemen met veelvoudige, dat wil zeggen technische zowel als maat-schappelijke en gedragswetenmaat-schappelijke aspecten. Er treedt dan een uitwaaiiering in ondenlelen van dis-ciplines op en ik gaf u eerder daarvan al enkele voor-beelden. Hierbij is de vraag vanuit de afdelingen van doorslaggevende betekenis. W&Mw mag geen neen verkopen en verzoeken om sociologie van de stad, recht van het industriele eigendom, cursus Russisch, of technische econornie met grote aandacht voor het energievraagstuk, of voor de betekenis en rnogelijkheden van de kunstmest,

O!Cl enkele voorbeelden te noemen, moeten naar vermogen

worden gehonoreerd. Naar vermogen, dat betekent dat de enige beperkingen gelegen zijn in de aanwezige man-kracht en deskundigheid. In toenemende mate zal in

(8)

voorkomende gevallen met bijzondere aanvragen een be-roep moeten worden gedaan op krachten van buiten onze T.H. waarbij we in eerste instantie denken aan Tilburg. De belangstelling voor verdere studie van de W&Mw-vak-ken is groeiende en daaraan wordt enerzijds voldaan door nieuwe en zeer gevarieerde colleges, maar daarbij is anderzijds plaats voor intensievere vormen van onderwijs, zoals literatuurstudie, scriptie-opdrachten, onderzoeksstages, projectachtige vormen van onderwijs en bijdragen aan afstudeerprogramma's. Ook hier valt een stijgende curve vanuit de technische afdelingen op, waarbij een stuk W&M,.T-vakken meegenomen wordt. Ik teken daarbij aan dat deze laatste vormen maar voor een relatief kleine groep kunnen worden opgebracht. Die groep van studenten die echt en nog dieper gelnte-resseerd is in de W&Mw-vakken moet ook een kans krijgen, zeker ook in het kader van de herstructurering en l"i&Mw bereidt zich daar dan ook op voor en houdt zich daarmee bezig in overleg met de andere afdelingen.

6. Wij onderscheiden in W&Mw naast het onderwijs, sterk af-gestemd op de pakketten van de technische afdelingen, ook verschillende onderzoekscategorieen. Wij noemen het onder-wijsgebonden onderzoek dat dient tot direkte ondersteuning van de onderwijstaak en het onderzoek, dat niet aan het cursorisch onderwijs gekoppeld is, eventueel wel aan sta-ges en afstudeerprojekter..

Evenals bij het onderwijs zijn wij ervan overtuigd, dat zoveel mogelijk het onderzoek plaats moet hebben op het bij zondere terre in waar vi&Mw zijn rechtvaardiging vindt. Het onderzoek moet dus vooral, wat wij in het spraakge-bruik "TH-gericht" noernen, zijn. Dat betekent dat het ligt op het raakvlak van de techniek en de maatschappij-wetenschappen, of ook wel dat het aansluit op het rnaat-schappelijk gebeuren. Binnen de zeer beperkte rnogelijk-heden blijven wij ernaar streven dat er een of rneer gezarnenlijke onderzoeksprojekten worden verwerkelijkt, die passen binnen het kader van het "TH-gericht" onder-zoek en die gedragen worden door enkele vakgroepen van

(9)

W&Mw en van de technische afdelingen. De onderafdeling is bereid door toewijzing van middelen (binnen de moge-lijkheden) die projecten, als zij perspectief bieden ook actief te steunen. In toenemende mate zullen, ondanks een steeds nauwer wordend personeel- en financieel kader dit vragen voor ons allen in W&Mw moeten zijn. Gelooft men daarin, ziet men daarin een wezenlijke taak, dan zal dieper ingrijpen en sturen noodzakelijk zijn. Herallocatie van mensen en middelen komt dan meteen aan de orde. Ik noem u enkele voorbeelden: Hoe de maatschap-pelijke en technologische ontwikkelingen bestuurd kunnen worden; wat de economische en psychologische aspecten zijn van een veranderd energiegebruik en welke de gevol-gen zijn van overheidsmaatregelen in deze. De onderzoeks-velden zullen wisselen, sterk bepaald door de maatschap-pelijke en technologische ontwikkelingen tezamen, maar oak het kader waarin deze taken ter hand worden genomen.

7. Sprekend over wisselingen in klimaat en veranderingen in de maatschappelijke en technologische context, wijs ik erop dat ook de veranderingen in het studiepatroon en het studiegedrag uitnodigen tot een mentaliteit van herwaardering vanuit W&Mw. Beziet alles en behoudt het goede, dat is ook een limiet~ De komende herstructurering kan een bijna dodelijke bedreiging vormen voor de maat-schappijwetenschappen binnen een technische hogeschool,

maar het is niet de enige bedreiging. De eben vloed

verschijnselen uit de 'zestiger jaren' lijken niet over te gaan in een diepere onderstroom van blijvende betekenis en dat niet alleen in Nederland; veel studen-ten hechstuden-ten aan een snellere studie, die door zijn be-perktheid nadelig uit kan werken op de W&Mw-disciplines en een zekere eenzijdigheid, weg van de maatschappij-wetenschappen steekt nogal eens de kop op. Opmerkelijke scheiding der geesten! Hier moet vermeld worden dat de technische afdelingen bij hun herstructureringsplan-nen, die nu eenmaal noodzakelijk waren, echt getracht hebben in de studie een plaats vrij te houden voor wijsbegeerte en maatschappijwetenschappen.

(10)

nooit voldaan zijn over een nieuwe opzet, maar ander-zijds moet W&Mw blijven erkennen dat het er op de T.H.E. om gaat om ingenieurs op te leiden, ingenieurs waarvan velen gelukkig vinden dat zij aileen een volledige en moderne ingenieur kunnen worden, mede door een bijdrage vanuit onze disciplines. Wat je bereikt hebt moet je afzetten tegen wat mogelijk en aanvaardbaar is, niet tegen wat je zou willen. Anders wordt je een eeuwige

frustraat~

S. Nog iets over de verdere ontwikkeling. Wij voorzien in de naaste toekomst geen uitbreiding van het aantal dis-ciplines; behalve dat wij tezamen met Delft en Twente bezig zijn met de realisering van een leerstoel in de Geschiedenis van de Techniek. Er wnrdt echter wel gestreefd, maar die uitdrukking is betrekkelijk, naar versterking respectievelijk wijziging van de professio-nele kern van de bestaande vakgroepen, mede in verband met de verbijzondering van de vraag waarop ik al eer-der wees.

De voorkandidaatscycZus zal binnen drie jaar door de daarvoor in aanmerking komende afdelingen zijn aanvaard en in de nakandidaatsfase blijven wij ook bilateraal tussen vakgroepen vanuit W&Mw en ·die vanuit de technische afdelingen druk doende om vraag en aanbod op elkaar af te sternmen en diepteboringen mogelijk te maken.

Over het perspectief van het onderzoek op het grensvlak van de technische en maatschappijwetenschappen heb ik al iets gezegd.

In de onderafdeling bestaat de \·lens om in te spelen op post-doctorale cursussen voor ingenieurs, teneinde een voortdurende terugkoppeling naar nieuwe ontwikkelingen binnen de verschillende vakgebieden mogelijk te maken. Zoals bekend komt deze postdoctorale opzet slechts lang-zaam van de grand. Te zijner tijd achten wij een bijdrage vanuit W&Hw even onontbeerlijk als die ook in de studie

op onze hogeschool is. Wij allen tezamen en zeker ook

vanuit onderwijsresearch, moeten bezig blijven met de vernieuwing van de onderwijsvormen.

(11)

Ik denk daarbij dan aan het vergroten van de zelf-standigheid van de studenten onder rneer door de invoe-ring van zelfstudiesysternen. Ik noern nog eens het ont-wikkelen van kommunicatieve en sociale vaardigheden, geintegreerd in het vakonderwijs en het ontwikkelen van onderwijsvormen, waarin zowel de vaktechnische als de rnaatschappelijke aspecten tezamen aan de orde komen.

9. In het standaard werk "Technology in western civilization" wijst Kranzberg, sprekend over het ontstaan van de in-dustriele revolutie, op de doorslaggevende betekenis die daarbij moet worden toegekend aan de dynarnische wisselwerking van vele krachten, die sociale stimulansen, technisch niveau, econom±sche noodzaak en inventiviteit tezarnen bracht. Sociaal-culturele elernenten acht hij belangrijke factoren die geleid hebben tot de voorsprong van Engeland.

De geschiedenis moet ook de grote leerrneester zijn nu wij in ons tijdsgewricht uitkijken naar een aantal nieuwe technische ontwikkelingen die kunnen bijdragen tot de oplossing van het ontstellend probleem van de werkeloos-heidr nu v1ij voor gevoelige keuzeproblernen staan op ve-lerlei terrein en niveau, waarbij een ruk aan het

stuur noodzakelijk is; nu opnieuw de verwevenheid blijkt van de technische ontwikkeling en de rnaatschappelijke orde in de rneest ruirne zin.

Dat is beangstigend en bernoedigend tegelijkertij.d. W&Mw moet in volstrekte cooperatie met de andere afde-lingen, vallend en weer opstaand, onze studenten bewust maken van deze keuzeproblematiek en een stuk kennis en inzicht aanreiken.

De docenten aan onze T.H. en oak binnen W&Mw, beoordelen de nrestaties van de studenten. Deze op hun beurt, la-ter werkend ergens in het maatschappelijk leven, geven impliciet ons weer een cijfer als zij bemerken wat zij kunnen doen met datgene wat zij bij ons hebben meege-kregen. Uiteindelijk echter oordeelt de samenleving

(12)

als geheel ove:t;" het werk dat wij hier in een gemeen-schappelijke inspanning van studenten en medewerkers aan- onze T.H. tot stand hebhen gebracht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De L-bedrijven die aan slachterij A leveren hebben gemiddeld wat meer varkens dan het gemiddelde van alle geënquêteerde L- bedrijven.. De H-bedrijven die aan slachterij A leveren

This chapter contains the results of the statistical analysis of the data collected, which attempts to meet with the study objectives, such as: to investigate how the level

Bij episodische migraine (EM): Volwassenen met ten minste 4 migrainedagen per maand die volgens de huidige richtlijnen in aanmerking komen voor profylactica en, ofwel

Vaak zullen het zoeken naar informatie en het evalueren van alternatieven niet twee op zich staande processen zijn, maar een meer iteratief karakter hebben: de consument zal

Lees meer over natuurlijke vijanden www.telenmettoekomst.nl www.akkerranden.nl www.gezondeboomteelt.nl Lieveheerbeest Zweefvlieg Sluipwesp Roofgalmug Gaasvlieg Loopkever

De kerende ploeg wordt gezien als een keerpunt in de landbouw, om- dat de verdeling van land niet lan- ger bepaald werd door de behoef- ten van het gezin, maar door de capaciteit

In de eerste plaats is het niet verankerd in de schedel, en bovendien is het gedeelte waarin het trom- melvlies gespannen moet zijn veel kleiner dan bij