• No results found

Afstudeerstage ROC van Twente - Meiden in de techniek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Afstudeerstage ROC van Twente - Meiden in de techniek"

Copied!
93
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opdrachtgever: ROC van Twente Gieterij 200 7553 VZ Hengelo Bedrijfsbegeleidster: Anke Laarhuis Onderwijsinstelling: Saxion Hogeschool Opleiding:

Creative Media & Game Technologies Onderwijsbegeleidster: Claudia Tellegen Auteur: Madelon Hazekamp, 424710 Datum: 18-06-2019

Scriptie

‘Meiden in de techniek’

(2)

1 VOORWOORD

Geachte lezer,

Voor u ligt de scriptie ‘Meiden in de techniek’. Het onderzoek is uitgevoerd bij ROC van Twente locatie de Gieterij in Hengelo en er is van februari tot en met juni 2019 aan het onderzoek gewerkt. Deze scriptie is gemaakt en de app is ontwikkeld in het kader van mijn afstudeeropdracht voor de opleiding Creative Media & Game Technologies aan Saxion Hogeschool in Enschede.

Het onderwerp meiden in de techniek spreekt mij ook persoonlijk aan. Techniek speelt een grote rol bij mijn opleiding. Voordat ik begon aan de opleiding had ik nog geen ervaring met techniek en had ik ook nooit gedacht dat ik dat zou kunnen. Gedurende de opleiding kwam ik erachter dat ik beter in techniek was dan ik had verwacht. Daarnaast werk ik in mijn vrije tijd bij een beveiligingsbedrijf, daar doe ik de marketingcommunicatie. Tijdens mijn

werkzaamheden kom ik ook veel over techniek tegen, bijvoorbeeld bij het schrijven van teksten over producten of werkzaamheden van het bedrijf.

Samen met mijn afstudeerbegeleidster Claudia Tellegen en mijn bedrijfsbegeleidster Anke Laarhuis heb ik mijn afstudeeropdracht goed kunnen uitvoeren. Als ik vastliep of als ik onduidelijkheden tegenkwam kon ik altijd bij hen terecht. De vraag van ROC van Twente was voor mij een uitdaging, waardoor ik met plezier aan de afstudeeropdracht heb gewerkt. Bij deze wil ik graag mijn begeleidsters en mijn collega’s bedanken voor de fijne

samenwerking. Ik kon altijd bij hen terecht voor vragen of advies over de scriptie en het interactieve mediaproduct. Ook van mijn mede-afstudeerders heb ik goede tips gekregen. Tot slot wil ik mijn ouders, zusje en vriend bedanken. Hun motiverende woorden hebben mij geholpen tijdens mijn afstudeerperiode.

Madelon Hazekamp, Hengelo, 18 juni 2019

(3)

2 SAMENVATTING

Dit onderzoek dient antwoord te geven op hoe ROC van Twente met behulp van

marketingcommunicatie ervoor kan zorgen dat er binnen drie jaar meer meiden kiezen voor een technische opleiding om daarmee het tekort aan technici in het bedrijfsleven te

verminderen. ROC van Twente erkent dat er op middellange termijn onvoldoende instroom in technische opleidingen is om de uitstroom van technici in het bedrijfsleven te vervangen. Uit het theoretisch kader zijn de volgende uitkomsten naar voren gekomen. Er zit geen verschil in aanleg voor techniek tussen jongens en meisjes. Er is een landelijk tekort aan technici en de instroom vrouwen in de techniek ligt zeer laag. In Nederland ligt het

percentage vrouwen in de techniek lager dan in andere Europese landen. Er zijn op landelijk niveau diverse acties en projecten voor vrouwen in de techniek. Het studiekeuzeproces bestaat uit vier verschillende fasen en het verschil tussen jongens en meisjes wordt beïnvloed door kaders op micro-, macro- en onderwijsniveau. Om een beter beeld te krijgen van de doelgroep is er gekeken naar generatie Z, het blijk dat advertenties in traditionele media ze aanspreken. Daarnaast is gebleken dat ze veel gebruik maken van de mobiele telefoon en dat ze vertrouwd zijn met het gebruik van apps.

De methoden die zijn gebruikt om antwoorden te krijgen op de deelvragen zijn deskresearch, er is een focusgroepinterview gehouden met meiden die een technische opleiding volgen bij ROC van Twente, er zijn diepte-interviews gehouden en er zijn diverse user tests gedaan om gebruiksvriendelijkheid en effectiviteit te testen.

Uit de onderzoeksresultaten is gebleken dat meiden niet voor een STEM-studierichting kiezen door verschillende factoren. Om zich te oriënteren bezoeken de meiden een open dag, een meeloopdag en de website. Binnen ROC van Twente is er al veel gedaan aan het

onderwerp, maar er zijn nog geen concrete acties.

Om meiden te helpen met het maken van een studiekeuze is er een ondersteunende app bedacht waarin persoonlijke voorkeuren ingevuld kunnen worden. Video’s van meiden die een technische opleiding volgen, een interactieve plattegrond met locaties van kraampjes en het beoordelen van een opleiding zijn een aantal van de vele functionaliteiten van de app.

Er kan geconcludeerd worden dat er veel verschillende factoren zijn die ervoor zorgen dat ervoor zorgen dat meiden niet voor een technische opleiding kiezen. Het is dan ook cruciaal dat al deze factoren worden aangepakt om ervoor te zorgen dat er meer meiden voor een technische opleiding kiezen. Wel is het van belang dat er vanuit de werkgroep concrete actiepunten worden geformuleerd. Uiteindelijk is het van belang dat er invloed wordt uitgeoefend op de meiden in de eerste fase van het keuzeproces.

(4)

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord ... 1 Samenvatting ... 2 Inhoudsopgave... 3 Begrippenlijst ... 5 1. Inleiding ... 6 1.1 Aanleiding ... 6 1.2 Afbakening ... 6

1.3 Doel van de studie en de probleemstelling ... 6

1.3.1 Doelstelling ... 6 1.3.2 Probleemstelling ... 6 1.4 Onderzoeksvragen ... 7 1.4.1 Hoofdvraag ... 7 1.4.2 Deelvragen ... 7 2. Theoretisch kader ... 8

2.1 Aanleg jongens en meiden ... 8

2.2 Tekort aan technici ... 8

2.2.1 Landelijk tekort aan technici ... 8

2.2.2 Instroom vrouwen mbo in de techniek in Nederland ... 9

2.2.3 Vrouwen in de techniek in Europa ... 9

2.3 Acties op landelijk niveau vrouwen in de techniek ... 9

2.4 Studiekeuzeproces ...10

2.5 Generatie Z... 11

2.6 Bestaande apps non-profit organisaties ... 12

3. Concurrentieanalyse ... 13

4. Methodologie ... 15

5. Resultaten ... 17

6. Het product ... 22

6.1 Het proces naar het concept ... 22

6.2 Schetsen ...23

6.3 Eerste versie prototype...23

6.4 Tweede versie prototype ... 24

(5)

4 7. Conclusie ... 27 8. Discussie ... 28 9. Aanbevelingen ... 29 10. Literatuurlijst ... 30 11. Bijlagen ... 34

Bijlage 1 – Mailcontact Markteffect ... 35

Bijlage 2 – Diepte-interviews ... 36

Bijlage 3 – Focusgroepinterview ... 47

Bijlage 4 – Persona’s... 55

Bijlage 5 – In the box brainstormsessie ... 56

Bijlage 6 – COCD-box concepten ... 58

Bijlage 7 – Conceptschetsen ... 59

Bijlage 8 – Flowchart: User flow ... 60

Eerste versie... 60

Final versie ... 60

Bijlage 9 – App versie 1 ... 61

Wireframes ... 61

Feedback klant... 63

User test doelgroep ... 64

Bijlage 10 – App versie 2 ...67

Wireframes ...67

User test doelgroep ... 72

Bijlage 11 – App versie 3 (final) ...75

Wireframes ...75

Feedback klant... 86

User test doelgroep ... 86

Bijlage 12 – Link naar clickable prototype product ... 88

(6)

5 BEGRIPPENLIJST

High-fidelity Een high-fidelity prototype heeft een zo realistisch en gedetailleerd Prototype mogelijk ontwerp. De weergave ziet eruit als een echte app of website. Low-fidelity De belangrijkste rol van low-fidelity prototypes is om functionaliteit te prototype testen en te controleren. Het design van het prototype speelt geen rol

bij low-fidelity prototypes. Er worden slechts enkele visuele elementen, zoals vormen, in een low-fidelity prototype gezet.

STEM De Engelse afkorting van Science, Technology, Engineering en Mathematics.

STIPT Studie Informatiepunt. De medewerkers van STIPT geven informatie over opleidingen en cursussen die worden gegeven bij ROC van Twente. VO Voortgezet Onderwijs.

(7)

6 1. INLEIDING

1.1 AANLEIDING

Er is een landelijk tekort aan studenten in de techniek. ROC van Twente ziet dat meiden hierin ondervertegenwoordigd zijn.

Het tekort aan techniekstudenten en met name meiden die voor een techniekopleiding kiezen is een probleem volgens ROC van Twente. Zowel intern als extern is het onderwerp veel besproken. De provincie is ook geïnteresseerd in het thema. Het is voor ROC van Twente tot op heden niet duidelijk door welke aspecten meiden niet voor een techniekopleiding kiezen. Er is een werkgroep opgericht binnen ROC van Twente, maar hier zijn nog geen concrete acties uit voortgekomen.

1.2 AFBAKENING

Het afstudeeronderzoek zal zich focussen op het onderdeel meiden in de techniek en niet op het tekort aan technici in het algemeen. De doelgroep van deze scriptie is meiden die tussen de 14 en 18 jaar zijn en die van het vmbo komen in de werk- en wingebieden van ROC van Twente. Het afstudeeronderzoek zal zich richten op de marketingcommunicatie. Er zal niet worden gekeken naar het bedrijfsleven, de lespakketten en de leerkrachten.

1.3 DOEL VAN DE STUDIE EN DE PROBLEEMSTELLING

1.3.1 DOELSTELLING

Het voorlopige doel van het onderzoek is in beeld brengen welke aspecten spelen op het gebied van marketingcommunicatie rondom het thema. Als dit in beeld is gebracht zal er focus worden aangebracht op de aspecten die bijdragen aan een oplossing op het gebied van marketingcommunicatie van de problematiek die ROC van Twente ervaart met het

onderwerp. Ook zal het soort eindproduct dan worden gekozen.

1.3.2 PROBLEEMSTELLING

ROC van Twente erkent dat er op middellange termijn onvoldoende instroom in technische opleidingen is om de uitstroom van technici in het bedrijfsleven te vervangen.

(8)

7 1.4 ONDERZOEKSVRAGEN

1.4.1 HOOFDVRAAG

Hoe kan ROC van Twente met behulp van marketingcommunicatie ervoor zorgen dat er binnen drie jaar meer meiden kiezen voor een technische opleiding om daarmee het tekort aan technici in het bedrijfsleven te verminderen?

1.4.2 DEELVRAGEN

1. Hoe komt het dat een groot deel van de meiden niet kiest voor een STEM-studierichting? 2. Hoe oriënteren meiden zich op een opleiding bij ROC van Twente?

3. Wat heeft ROC van Twente al gedaan om meiden aan te trekken tot een STEM-studierichting?

4. Bij welke technische opleidingsdomeinen bij ROC van Twente is er een tekort aan meiden? 5. Aan welke eisen moet de app voldoen volgens de doelgroep?

(9)

8 2. THEORETISCH KADE R

2.1 AANLEG JONGENS EN MEIDEN

Uit onderzoek is gebleken dat er geen verschillen in aanleg zijn gevonden tussen jongens en meiden op het gebied van wetenschap en techniek (OECD, 2014). Uit onderzoek van Joel et al. (2015) blijkt dat de breinverschillen bij jongens onderling en meiden onderling groter zijn dan de breinverschillen tussen jongens en meiden. Verschillen in hersenfunctie en cognitieve vaardigheden van jongens en meisjes worden voornamelijk bepaald door omgevingsfactoren. Hieronder vallen (geslachtsgebonden) normen en waarden en stimulatie. Volgens Tzuriel & Egozi (2010) presteren jongens beter in opdrachten met ruimtelijke oriëntatie dan meisjes, omdat zij er vaker mee in aanraking komen. Deze verschillen verdwijnen binnen enkele uren tot weken als meisjes extra oefenen met opdrachten met ruimtelijke oriëntatie.

2.2 TEKORT AAN TECHNICI

2.2.1 LANDELIJK TEKORT AAN TECHNICI

De aantrekkende economie, vergrijzing en te weinig instroom in technische opleidingen, vooral op het mbo, zorgen volgens het UWV voor het aanhoudende tekort aan technici (UWVb, 2018). Slechte aansluiting van het regulier onderwijs op het bedrijfsleven is volgens ROVC Technische opleidingen (2018) de belangrijkste oorzaak van het tekort aan technici. Een andere belangrijke oorzaak is volgens ROVC Technische opleidingen (2018) het slechte imago van de technische branche. Greutink, manager business development bij ROVC, vertelde in 2017 het volgende over het slechte imago van de technische branche: “Techniek wordt nog steeds gezien als werk waar je vieze handen van krijgt, terwijl het overgrote deel van de techneuten vooral met computers en machines werkt.” (ROVC Technische

opleidingen, 2017, p. 6).

Uit onderzoek van ROVC (2019) onder 1.203 personen is gebleken dat bijna zes op de tien technische personeelsleden tussen de 40 en 65 jaar is. Van het technisch personeel is 6% jonger dan 30 jaar. 48% van de bedrijven heeft gemiddeld meer dan drie technische vacatures per jaar open staan. Hiervan heeft ruim een op de vijf bedrijven zes of meer vacatures open staan. 43% van deze vacatures wordt niet binnen een half jaar vervuld, waarvan 12% niet binnen een jaar. In 2018 werden er volgens UWV (2018a) diverse technische beroepen in de bouw en installatie, de industrie en de autotechniek gezien als beroepen met een zeer goede kans op werk en moeilijk vervulbare vacatures. Ook beroepen in de ICT en transport en logistiek worden zo gezien. Uit onderzoek van UWV (2018b) is gebleken dat in het eerste kwartaal van 2016 er 53.000 vacatures in de techniek

beschikbaar waren. In het derde kwartaal van 2017 lag het aantal vacatures in de techniek op ruim 61.000. Volgens UWV (2019) waren er het eerste kwartaal van 2019 in de techniek ruim

(10)

9 77.200 online vacatures beschikbaar. Als de online vacatures van de beroepen ICT en

transport en logistiek hieraan worden toegevoegd dan komt het aantal beschikbare online vacatures in het eerste kwartaal van 2019 op 225.729.

2.2.2 INSTROOM VROUWEN MBO IN DE TECHNIEK IN NEDERLAND

De instroom van meiden in het mbo in Nederland in bètatechniek was in studiejaar 2017-2018 14,1% (VHTO, z.d.-b). Er is een lichte toename te zien in het aantal meiden dat op mbo kiest voor bètatechniek ten opzichte van studiejaar 2013-2014. Het percentage lag toen op 12,7%. De toename komt door de hogere instroom van meiden op niveau 3 en 4. Op niveau 1 en 2 is het aantal meiden gedaald in studiejaar 2017-2018 ten opzichte van studiejaar 2013-2014. Onder bètatechniek vallen volgens VHTO (z.d.-b) onder andere ook de domeinen handel en ondernemerschap (68,8% vrouw) en media en vormgeving (51,7% vrouw). Bij deze domeinen is het percentage vrouwen aanzienlijk hoger dan bij de domeinen techniek en procesindustrie (3,1% vrouw) en mobiliteit en voertuigen (2,7% vrouw).

2.2.3 VROUWEN IN DE TECHNIEK IN EUROPA

Volgens De Ingenieur (2017) werken in Nederland minder vrouwen in de techniek dan in andere Europese landen. Met 18% staat Nederland in 2013 op de laatste plaats. In buurlanden Duitsland (24%), België (26%), Frankrijk (30%) en Luxemburg (40%) ligt het percentage vrouwen dat in de techniek werkt in 2013 een stuk hoger dan in Nederland. In Zwitserland en Bulgarije ligt dat percentage in 2013 op 41% (De Ingenieur, 2017).

2.3 ACTIES OP LANDELIJK NIVEAU VROUWEN IN DE TECHNIEK

Om meer inzicht te krijgen in wat er op landelijk niveau wordt gedaan aan het thema, zijn er diverse bronnen geraadpleegd. Zo is er vanuit de overheid het Techniekpact en is er de VHTO die een project heeft waarbij diverse mbo-scholen vanuit heel Nederland zijn aangesloten. Daarnaast organiseert VHTO jaarlijks de Girlsday, een event dat door heel Nederland wordt gehouden.

Techniekpact

In 2016 is het Techniekpact, dat in 2013 is getekend door diverse bestuurders van onder andere het onderwijs, het bedrijfsleven en het Rijk, geactualiseerd. Hierin staat onder andere dat in Gelderland en Overijssel extra aandacht wordt besteed aan meiden en vrouwen in de techniek. Zij worden gezien als een van de nieuwe doelgroepen voor de techniek

(Techniekpact, 2016).

De landelijke afspraken en acties vallen onder de verantwoordelijkheid van diverse Ministeries, waaronder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Onder het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat valt het projectteam van het Techniekpact (Techniekpact, 2016).

(11)

10 VHTO ‘Meer meisjes in mbo Techniek’

De VHTO is een landelijk expertisebureau dat zich bezighoudt met bèta, techniek en ICT in het onderwijs en op de arbeidsmarkt voor meisjes en vrouwen in Nederland. Binnen VHTO is een project ‘Meer meisjes in mbo Techniek’. Het ambassadeursnetwerk van dit project bestaat uit 21 mbo-scholen uit Nederland. De ambassadeurs hebben diverse bijeenkomsten, waaronder conferenties en mini-symposia. Daarnaast heeft VHTO GenderScans uitgevoerd bij deze scholen en stellen ze diverse documenten en beeldmateriaal beschikbaar (VHTO, z.d.-d). Tevens houdt de VHTO zich bezig met adviezen om mbo-scholen te helpen met het onderwerp meiden in de techniek. Zo gaf VHTO (2018) aan dat bij fotografie het ideaalbeeld van de verhouding man/vrouw moet worden nagestreefd. Dat komt neer op 50/50. Ook taalgebruik kan ervoor zorgen dat meiden meer worden aangesproken tot techniek. Taalgebruik in teksten gericht op vrouwen hebben geen invloed op mannen.

Girlsday

VHTO organiseert samen met TechniekTalent.nu en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap jaarlijks de landelijke Girlsday. Meisjes van 10 tot 15 jaar kunnen kennis maken met STEM door diverse technische en aan techniek gerelateerde Nederlandse bedrijven te bezoeken. (VHTO, z.d.-c).

Er zijn diverse landelijke initiatieven, maar er zijn nog geen concrete acties vanuit het Techniekpact en de VHTO met betrekking tot het mbo te vinden. De landelijke Girlsday is gericht op bedrijven en niet op mbo-scholen.

2.4 STUDIEKEUZEPROCES

Volgens Kunnen (2011) is de eerste fase in het studiekeuzeproces het ontwikkelen van motivatie. Dit houdt in dat de jongens en meisjes zich bewust moeten zijn van het belang van het verdiepen in het maken van een studiekeuze, zowel mentaal als emotioneel. De tweede fase is het exploreren. Deze fase bestaat onder andere uit verkennen, informatie verzamelen, nadenken en praten met familieleden en vrienden. De jongens en meisjes houden zich in deze fase bezig met de mogelijkheden die er zijn en in hoeverre deze mogelijkheden passen bij hem of haar. De derde fase is het maken van een beslissing. In deze fase worden de overgebleven mogelijkheden met elkaar vergeleken en er wordt vervolgens een keuze gemaakt. De laatste fase van het studiekeuzeproces is het uitvoeren. In deze fase wordt de inschrijving geregeld en wordt de studiekeuze bekend gemaakt aan de samenleving. Volgens … zijn meisjes gemiddeld een jaar verder dan jongens in hun ontwikkeling. Dit zorgt ervoor dat meisjes minder moeite hebben het maken van een studiekeuze dan jongens (Feldman, 2003).

(12)

11 Uit onderzoek van Yazilitas et al. (2013) is gebleken dat de verschillen in studiekeuzes tussen jongens en meisjes beïnvloed wordt door drie verschillende kaders: microniveau, macroniveau en onderwijsniveau. Op microniveau verschillen mannen en vrouwen op het vlak van

zelfinschatting en bevooroordelingen. Ook de beschikbaarheid van rolmodellen verklaart het verschil tussen jongens en meisjes. Op macroniveau zorgen sociaaleconomische

omstandigheden en socialisatie voor het verschil. Op onderwijsniveau zijn differentiatie in het onderwijs, de school- en klassamenstelling en de hoeveelheid keuzevrijheid die zorgen voor de verschillen tussen jongens en meisjes.

2.5 GENERATIE Z

Om erachter te komen hoe de doelgroep bereikt kan worden, is gekeken naar generatie Z. Generatie Z is volgens Darla Rothman (2014), Marketingfacts (2017) en Frankwatching (2018) geboren tussen 1995 en 2010. Vijfennegentig procent van generatie Z beschikt over een smartphone (Watson, 2018). Dit percentage is de afgelopen jaren blijven groeien. Uit

onderzoek van Newcom (2019) is naar voren gekomen dat Nederlandse jongeren van 15 t/m 19 jaar steeds minder gebruik maken van Facebook. Met een daling van 37% ten opzichte van 2016, maakt in 2019 nog 30% van de jongeren dagelijks gebruik van Facebook. De meest voorkomende redenen van het niet meer gebruiken van Facebook zijn het niet meer vertrouwen van Facebook en het leuker vinden van een ander social media platform

(Newcom, 2019). Het gebruik van Instagram is toegenomen onder de jongeren van 15 t/m 19 jaar. In 2019 gebruikt 58% van de jongeren Instagram ten opzichte van 43% in 2016. Bijna 90% van de jongeren gebruikt Whatsapp dagelijks in 2019. Daarmee staat Whatsapp op de eerste plek qua dagelijks gebruik van social media (Newcom, 2019).

Volgens Marketingfacts (2017) heeft digitaal de voorkeur bij jongeren. De smartphone wint het binnen digitaal van desktop en de tablet. Zevenhonderdvijftien jongeren van 12 tot en met 24 jaar deden mee aan een online onderzoek van EenVandaag (2017). Zestig procent van de jongeren gaf aan iedere dag minimaal drie uur te besteden aan zijn/haar smartphone. Vijftien procent gebruikt zijn/haar smartphone meer dan zes uur per dag.

Smartphonebezitters openen gemiddeld 9 apps per dag en 30 apps per maand (Zwaag, 2017). Het gemiddelde aantal gedownloade apps op de smartphone ligt bij generatie Z op 33 stuks (Wertwijn, 2018). Volgens Marketingfacts (2017) zijn jongeren in hoge mate

geïnteresseerd in apps, ook in minder voor de hand liggende apps, zoals onderwijsapps. In 2013 maakte al ruim vier op de vijf jongeren gebruik van onderwijsapps of onderwijssites (Stichting Mijn Kind Online & Kennisnet, 2013, p. 25).

Echter blijkt dat generatie Z meer vertrouwen heeft in advertenties van traditionele media, zoals buitenreclame, dan in digitale advertenties (ContentXperience, 2017). Volgens ContentXperience (2017) zijn ze moeilijk te bereiken en gelooft generatie Z minder in

advertenties. Met een aandachtsboog van acht seconden slaat generatie Z de advertenties snel over (Fast Company, 2015; Frankwatching, 2018).

(13)

12 2.6 BESTAANDE APPS NON-PROFIT ORGANISATIES

Er is gekeken naar apps van andere non-profit organisaties die zich richten op bezoekers. Daaruit zijn de apps van het Rijksmuseum en het Mauritshuis naar voren gekomen en er is gekeken naar de functionaliteiten van deze apps.

App Rijksmuseum

De app van het Rijksmuseum (2018) beschikt over een interactieve plattegrond. Men kan diverse tours volgen, zowel voorgeprogrammeerde tours met een thema als een open tour. Daarnaast is het mogelijk om thuis de collectie van het Rijksmuseum te bekijken. Om afbeeldingen te bewaren moet er ingelogd worden (zie Figuur 1a).

Figuur 1a. Diverse schermen van de app van het Rijksmuseum. Mauritshuis

De app van het Mauritshuis (2017) beschikt over diverse plattegronden. Jongeren kunnen een tour volgen met daarin opdrachten. Daarnaast is het mogelijk de collectie van het Mauritshuis te bekijken (Figuur 1b).

Figuur 1b. Diverse schermen van de app van het Mauritshuis.

Binnen non-profit organisaties zijn er niet veel apps die gericht zijn op bezoekers. Alleen het Rijksmuseum en het Mauritshuis hebben een app. De functionaliteiten van deze apps zijn redelijk gelijk, de app van het Rijksmuseum is net wat uitgebreider en interactiever dan de app van het Mauritshuis. De interesse in functionaliteiten van deze apps zullen later met de doelgroep worden besproken.

(14)

13 3. CONCURRENTIEANA LYSE

ROC van Amsterdam

ROC van Amsterdam (2017) heeft het project Miss IT opgezet. Het doel van Miss IT is om meer meiden aan te trekken en werkzaam te krijgen in de ICT. Tijdens open dagen en evenementen zullen de Miss IT ambassadeurs (vrouwelijke ICT-studenten) de ICT-sector promoten. Na 13 april 2017 is er niets meer te vinden op de website van ROC van Amsterdam over Miss IT.

Alfa-college

- Alfa-college (2018) geeft aan zich in te zetten om meer meiden te interesseren voor STEM-opleidingen. Ze hebben diverse aandachtspunten geformuleerd op basis van de GenderScan die is gedaan door VHTO.

- Alfa-college heeft geen eigen apps in de App Store en Google Play staan (Apple Inc., 2019; Google, 2019).

Aventus

- Aventus (2018) geeft aan dat steeds meer meiden kiezen voor een technisch beroep. Ze willen die meiden een podium geven en hebben een pagina op de website aangemaakt met daarop verhalen van twee meiden. Ook heeft Aventus twee video’s gemaakt waarin twee meiden tegen elkaar battelen met technische opdrachten (Aventus, 2018).

- Aventus heeft de MijnAventus app voor huidige studenten in de App Store en Google Play staan (Apple Inc., 2019; Google, 2019). De app is niet gericht op toekomstige studenten.

Deltion College

- Deltion College (z.d.) heeft niets op de website staan over meiden in de techniek. Wel bieden ze het Breed Eerste Jaar Techniek aan, een BOL 4 oriëntatiejaar waarbij studenten kennis kunnen maken met diverse technische vakrichtingen (2019).

- Deltion College heeft de Deltion College Sport & Vitaliteit app en de Deltion TV app in de App Store en Google Play staan (Apple Inc., 2019; Google, 2019). Deze apps zijn niet gericht op toekomstige studenten.

Graafschap College

- Graafschap College (2016) geeft aan dat er een programma moet komen voor meiden in de techniek. Er is hier tot op heden verder niets over te vinden op de website van

Graafschap College (2019).

- Graafschap College heeft geen eigen apps in de App Store en Google Play staan (Apple Inc., 2019; Google, 2019).

(15)

14 Landstede MBO

- Landstede MBO (z.d.) heeft niets op de website staan over het onderwerp meiden in de techniek.

- Landstede Groep heeft de Landstede Sport, Bewegen en Gezondheid app en de

Landstede TV app in de App Store en Google Play staan (Apple Inc., 2019; Google, 2019). Deze apps zijn niet gericht op toekomstige studenten.

Zoekwoorden App Store en Google Play: Alfa-college, Aventus, Deltion College,

Graafschap College, Landstede Groep, meiden in techniek, meiden techniek, mbo, oriënteren. Zoekwoorden Google: App oriënteren mbo, app open dag mbo.

(16)

15 4. METHODOLOGIE

De vrouwelijke respondenten die bij het focusgroepinterview aanwezig zullen zijn volgen momenteel een STEM-opleiding, maar zitten in verschillende leerjaren. De leeftijden van deze meiden zullen variëren, waarschijnlijk zijn ze tussen de 16 en 22 jaar. Via teammanagers en docenten van STEM-opleidingen zullen de respondenten worden benaderd.

1. Hoe komt het dat een groot deel van de meiden niet kiest voor een STEM-studierichting?

Door middel van deskresearch wordt er gekeken hoe het komt dat een groot deel van de meiden niet kiest voor een STEM-studierichting. Daarnaast wordt er aan de respondenten van het focusgroepinterview gevraagd waarom zij wel hebben gekozen voor een STEM-studierichting.

2. Hoe oriënteren meiden zich op een opleiding bij ROC van Twente?

Om erachter te komen hoe meiden zich oriënteren op een opleiding bij ROC van Twente kunnen er cijfers worden geanalyseerd van bestaande onderzoeken die zijn gedaan bij ROC van Twente. Tijdens het focusgroepinterview zal aan de respondenten worden gevraagd hoe zij zich hebben georiënteerd, hoe ze wisten dat er een open dag was en wat ROC van Twente nog meer doen kan of veranderen aan (de promotie van) een open dag.

3. Wat heeft ROC van Twente al gedaan om meiden aan te trekken tot een STEM-studierichting?

Er zullen diepte-interviews worden gehouden met diverse medewerkers van ROC van Twente die vanuit hun professie achtergrondinformatie geven over het onderwerp. De groep

medewerkers is variërend en zij hebben niets gemeenschappelijks, daarom is er niet voor een focusgroepinterview gekozen.

4. Bij welke technische opleidingsdomeinen bij ROC van Twente is er een tekort aan meiden?

Het is belangrijk voor ROC van Twente dat er wordt gekeken bij welke technische

opleidingsdomeinen bij ROC van Twente er een tekort is aan meiden. Het tekort kan in kaart worden gebracht door het bestuderen van cijfers van de opleidingsdomeinen van ROC van Twente.

5. Aan welke eisen moet de app voldoen volgens de doelgroep?

Tijdens het focusgroepinterview kan worden gekeken aan welke eisen de app moet voldoen volgens de doelgroep. Dit kan door middel van stellingen. Bij deze stellingen wordt gebruik gemaakt van de likertschaal (meerpuntsschaal). Om meetfouten te voorkomen kunnen de respondenten kiezen uit een even aantal mogelijkheden. Neutraal wordt namelijk vaak als geen mening gezien bij een oneven aantal mogelijkheden (Verhoeven, 2014).

(17)

16 De respondenten die bij het focusgroepinterview aanwezig zullen zijn hebben allemaal iets gemeenschappelijks, ze volgen allemaal een technische opleiding bij ROC van Twente. Doordat er bij een focusgroepinterview veel mensen bij elkaar zitten kan er een discussie plaatsvinden en zal met elkaar worden gesproken over het onderwerp. Deze discussie zal een meerwaarde hebben voor het onderzoek. Een enquête, diepte-interviews en observaties zullen niet het juiste resultaat boeken.

Het product

Er wordt gebruik gemaakt van deskresearch om informatie te verkrijgen over welke apps concurrenten al hebben. Daarnaast wordt er ook gekeken of er al apps bestaan met soortgelijke functies. Door middel van een iteratief proces worden de ontwerpen en

prototypes gecreëerd. Het eerste prototype wordt samen met de doelgroep gemaakt. Hierin worden de ontwerpcriteria van het focusgroepinterview meegenomen. Ook zal dan de eerste versie van de flowchart worden gemaakt. De prototypes en de flowchart worden vervolgens verder uitgewerkt. Er zullen herhaaldelijk gebruikerstests met verschillende medewerkers van ROC van Twente en de doelgroep plaatsvinden. Om de User Experience, interactie en

workflow te testen, worden er eerst low-fidelity wireframes gemaakt door vanuit het oogpunt van de eindgebruiker te kijken. Vervolgens zullen deze, nadat de app is verbeterd aan de hand van de feedback van de gebruikerstests, in high-fidelity worden uitgewerkt. Om de User Interface te testen, wordt er gebruikt gemaakt van gebruikerstests. Er worden verschillende designs en elementen voorgelegd aan de doelgroep. Uiteindelijk zal de app met kleine aanpassingen als een ready-to-market concept worden opgeleverd.

(18)

17 5. RE SULTATEN

1. Hoe komt het dat een groot deel van de meiden niet kiest voor een STEM-studierichting?

Interesses, doelen en maatschappelijke bijdrage

Volgens VHTO (2018) is de maatschappelijke relevantie voor meiden de bepalende factor voor hun toekomstbeeld. Ze willen iets gaan doen in de toekomst wat in hun ogen nut heeft. Meiden vinden het belangrijk dat tijdens lessen zichtbaar is dat wetenschap wordt toegepast in het dagelijks leven (Microsoft, 2017).

Uit onderzoek van Microsoft (2018) is gebleken dat 67% van de meiden en vrouwen die een sterke belangstelling hebben in STEM, zichzelf vaak zeer creatief tot extreem creatief vinden. De meiden die zichzelf extreem creatief vinden, zien zichzelf eerder een STEM-beroep

uitoefenen dan meiden die niet zeker zijn of ze een STEM-beroep zouden willen uitoefenen of meiden die geen interesse hebben in een STEM-beroep.

Vaardigheden

Jongens en meiden verschillen nauwelijks van elkaar als het gaat om de prestaties van exacte vakken. Meiden onderschatten hun vaardigheden in exacte vakken. Jongens

overschatten daarentegen hun vaardigheden in exacte vakken (VHTO, 2018; OECD, 2014). Volgens Microsoft (2017) hebben meiden het idee dat jongens beter zijn in STEM dan meiden. Vergeleken met andere Europese landen, schatten meiden in Nederland hun vaardigheden in exacte vakken laag in (Microsoft, 2017). Meer dan 40% van de Nederlandse meiden vindt dat hun STEM-vaardigheden niet goed zijn.

Stereotiepe beeldvorming

Volgens VHTO (2016) heeft genderstereotypering veel invloed op de studiekeuze en het kiezen van een beroep van kinderen. Veel meisjes gaan er als kind vanuit dat een baan in de techniek niet iets is wat bij hen past. Dit is ook te zien in de cijfers van de verdeling van vmbo-leerlingen van leerjaar 3 in het schooljaar 2017-2018. Van de 30.914 meiden koos 4% van de meiden voor de bètatechnische sector (VHTO, z.d.-a). Volgens VHTO vormen

traditionele genderrollen zich doordat we de stereotiepe rolpatronen constant om ons heen zien.

Rolmodellen

Uit onderzoek van Microsoft (2018) onder 11.500 meiden, waarvan 1.000 Nederlandse meiden, is gebleken dat meiden met een STEM-rolmodel meer interesse hebben in STEM dan meiden zonder STEM-rolmodel. Ook kunnen meiden die wel een STEM-rolmodel hebben, zich meer voorstellen ooit een beroep te krijgen in STEM dan meiden die geen STEM-rolmodel hebben. Daarnaast geven meiden die een STEM-rolmodel hebben aan beter te presteren in

(19)

18 exacte vakken op school dan meiden die geen STEM-rolmodel hebben. Ruim de helft van de meiden met een STEM-rolmodel gaf aan goed te zijn in wiskunde, terwijl slechts 13% van de meiden zonder STEM-rolmodel aangaf goed te zijn in wiskunde (zie Figuur 2).

Docenten, vrouwen die werkzaam zijn in STEM en bekende/belangrijke bètaorganisaties worden door meiden gezien als de belangrijke rolmodellen. Ouders kunnen ook een belangrijk rolmodel zijn voor meiden, bijvoorbeeld wanneer zij een baan in STEM hebben (Microsoft 2017). In Bijlage 3, Tabel 12 is te zien dat de helft van de respondenten van het

focusgroepinterview aangaf een familielid te hebben die ervoor heeft gezorgd dat ze voor een technische opleiding heeft gekozen. Een respondent gaf aan geïnspireerd te zijn door haar mentor om voor een technische opleiding te kiezen en een andere respondent heeft gekozen voor techniek door de enthousiaste uitleg van een leerlinge van de betreffende opleiding tijdens de open dag (zie Bijlage 3, Tabel 12).

Figuur 2. Vergelijking meiden met en zonder STEM-rolmodel. Gegevens afkomstig van Microsoft, Europe.

Uit onderzoek van Microsoft (2017) is gebleken dat 66% van de Nederlandse meiden vindt dat er geen vrouwelijke rolmodellen zijn. De Nederlandse meiden gaven aan zich gestimuleerd te voelen door vrouwen met een baan in STEM. Contact met rolmodellen geeft meiden de mogelijkheid om zich te kunnen identificeren met vrouwen in STEM (VTHO, 2018). Volgens Blickenstaff (2005) kan het rolmodel ook virtueel zijn om te helpen bij het doorbreken van de stereotiepe beeldvorming. Daarentegen kunnen vrouwen die te succesvol zijn, gezien worden als een bedreiging in plaats van een motivatie. Wetenschappers worden vooral door jonge meiden als “te goed” of “te slim” gezien. Vrouwen die te vrouwelijk zijn kunnen een

onrealistisch beeld scheppen en zijn geen positief rolmodel in STEM (Betz & Sekaquaptewa, 5 23 13 53 66 56 0 10 20 30 40 50 60 70

Interesse in STEM Voorstellen beroep in STEM Goed presteren wiskunde

Pe

rc

e

nt

age

(20)

19 2012). Ook vrouwen die de stereotiepe beeldvorming bevestigen zorgen voor minder

belangstelling in STEM (Cheryan, Meltzoff, & Kim, 2011). Ouders

Uit onderzoek blijkt dat externe beïnvloeders (ouders, vrienden, enzovoort) bij het maken van een studiekeuze een belangrijke rol kunnen spelen (Fouarge, Künn-Nelen, & Mommers, 2016). Onderzoek heeft aangetoond dat ouders, net als broers en zussen, essentieel zijn als het gaat om belangstelling ontwikkelen voor STEM (Microsoft, 2017; VHTO, 2018). Drieëndertig procent van de Nederlandse meiden praat met haar vader over STEM-onderwerpen. Over STEM-onderwerpen praten met de moeder wordt door 31% van de Nederlandse meiden gedaan. In Europa ligt het percentage meiden dat praat met ouders over STEM-onderwerpen hoger dan in Nederland, bijvoorbeeld in Rusland ligt dit percentage op 75%.

Uitzonderingspositie

Een aantal respondenten uit de diepte-interviews gaf aan meiden niet in een

uitzonderingspositie te willen plaatsen (zie Bijlage 2). Uit het focusgroepinterview kwam naar voren dat meiden juist graag een uitzonderingspositie wille hebben als het gaat om een open dag of meeloopdag. Meiden hebben het gevoel dat de drempel een stuk hoger ligt als er ook mannen aanwezig zijn bij een open dag of meeloopdag (zie Bijlage 3).

2. Hoe oriënteren meiden zich op een opleiding bij ROC van Twente?

Uit onderzoek van Markteffect onder 188 meiden uit het werkgebied van ROC van Twente, is gekomen dat de meeste meiden zich oriënteren op een opleiding door een open dag te bezoeken. Ook veel meiden gaven aan zich te oriënteren door een dag mee te lopen. Daarnaast oriënteren twee op de vijf meiden zich door de website van ROC van Twente te bezoeken. Het oriënteren door middel van informatie verkrijgen via de social-mediakanalen (inclusief video’s) van de mbo-instelling wordt door een vijfde van de meiden gedaan. Ruim een op de tien meiden oriënteert zich door informatie te verkrijgen via social media (inclusief vlogs) van studenten (zie Figuur 3).

Volgens Markteffect gebruiken meiden alle oriëntatiemiddelen vaker dan jongens. Uit andere onderzoeken van Markteffect is ook gebleken dat meiden zich beter oriënteren op een

opleiding dan jongens. Krijn Vugts van Markteffect gaf aan: “Het verschil lijkt overigens niet zozeer te zitten in het bezoek aan een open dag of meeloopdag, maar juist in de

(21)

20 Figuur 3. Oriënteren op een opleiding (werkgebied ROC van Twente). Gegevens afkomstig van Marktonderzoeksbureau Markteffect, Eindhoven.

3. Wat heeft ROC van Twente al gedaan om meiden aan te trekken tot een STEM-studierichting?

Het is voor ieder college verplicht om aandacht te besteden aan het onderwerp meiden en techniek. Van 2013 tot 2017 was er binnen ROC van Twente een project over meiden in de techniek. In Bijlage 2, Tabel 8 is te zien dat er toen vrijwillige bijeenkomsten en meeloopdagen voor meiden zijn georganiseerd. Gelijktijdig liep ook het project Campagneteam

TechniekTalenten, dat voornamelijk gericht was op instroom van allochtonen. Bij dit project werd ook aandacht besteed aan de instroom van meiden in de techniek. Er werd tijdens open dagen een kraampje ingericht om meiden aan te trekken tot techniek, dit heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. In 2016-2017 is de werkgroep begonnen met de afstemming met twee vmbo-scholen voor het project M-Tech onder leiding van met Bert Timmerman. Na de afronding van het project M-Tech, met het GirlsTechEvent, en het pensioen van Bert Timmerman, is de werkgroep aangevuld met medewerkers van ROC van Twente. Dit is gestart met een GenderScan door VHTO. Echter blijkt dat veel opleidingen en zelfs een deel van de huidige leden van de werkgroep niet op de hoogte is van de GenderScan die is gedaan. Tot op heden zijn er nog geen acties ondernomen door de werkgroep.

Daarnaast geeft ROC van Twente aan rekening te houden met fotografie van jongens en meiden (zie Bijlage 2, Tabel 9). Op de site van ROC van Twente bij de opleidingsrichting techniek staan 52 opleidingen met elk een foto. Er staan 0 meiden op deze foto’s (ROC van

1 11 12 18 22 28 30 31 33 37 40 62 69 0 9 9 13 16 22 24 24 25 24 32 59 68 0 10 20 30 40 50 60 70 80 Anders Informatie (incl. vlogs) van studenten via social media Brochure aanvragen Voorlichtingsbijeenkomst van de huidige school bezoeken Informatie (incl. video's) van de mbo-instelling via social…

Een studiekeuzetest maken Een gesprek met een student van mbo-instelling Voorlichtingsbijeenkomst van mbo-instelling bezoeken Samen met een vriend/vriendin Een studiegesprek met decaan/mentor/docent Website van school bezoeken Een dag meelopen Open dag bezoeken

(22)

21 Twente, z.d.). Ook zijn de teksten volgens ROC van Twente ook gericht op vrouwen (zie Bijlage 2, tabel 9), maar dit wordt niet door iedereen zo ervaren (zie Bijlage 2, tabel 5). Alle respondenten van het focusgroepinterview gaven aan het heel belangrijk te vinden dat er duidelijke omschrijvingen van de opleidingen zijn (zie Bijlage 3, tabel 13).

4. Bij welke technische opleidingsdomeinen bij ROC van Twente is er een tekort aan meiden?

Bij zes van de tien opleidingsdomeinen die vallen onder de MBO sector techniek was in 2017/2018 een tekort aan vrouwelijke studenten. De percentages vrouw bij deze opleidingsdomeinen variëren tussen de 3,1% en 8,3%.

Tabel 1

Aandeel vrouwen opleidingsdomeinen MBO sector techniek Opleidingsdomeinen die vallen onder de MBO

sector techniek

Man Vrouw Totaal Percentage vrouw Afbouw, hout en onderhoud, 2018 268 14 282 5,0%

Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek, 2018 127 148 275 53,8%

Bouw en infra, 2018 674 43 717 6,0% Crossover, 2018 44 4 48 8,3% Handel en ondernemerschap, 2017 38 43 81 53,1% Media en vormgeving, 2017 397 841 1.238 67,9% Mobiliteit en voertuigen, 2018 501 18 519 3,5% Techniek en procesindustrie, 2018 2.397 76 2.473 3,1% Transport, scheepvaart en logistiek, 2018 465 35 500 7,0%

Zorg en welzijn, 2017 19 38 57 66,7%

Opmerking. Gegevens afkomstig van DUO (2018), Groningen. Percentages in tabel 1 zijn afgerond op een decimaal.

5. Aan welke eisen moet de app voldoen volgens de doelgroep?

Uit het focusgroepinterview zijn verschillende ontwerpcriteria naar voren gekomen (zie Bijlage 3, tabel 13).

Ontwerpcriteria:

• Video’s met verhalen van vrouwelijke studenten. • Duidelijke omschrijving van opleidingen.

• Omschrijving per opleiding wat je later kunt worden. • Bijhouden of de opleiding voor jou geschikt is. • Onderdelen opleiding zichtbaar.

• Gerelateerde opleidingen. • Plattegrond.

(23)

22 6. HET PRODUCT

Er is gekeken naar het verschil tussen een mobiele website of een app. De belangrijkste eisen van de apps zijn in het geel gemarkeerd in Tabel 2. Deze eisen zijn voortgekomen uit de eisen van de doelgroep van het panelgesprek. Daarin is te zien dat een app bij vijf van de zes belangrijkste eisen als beste naar voren komt. De kosten van een app zijn anderhalf tot twee keer zo hoog als de kosten van een mobiele website Adformatie (z.d.).

Tabel 2

Mobiele website versus app

Mobiele website App Bereik (zoekmachines) + - Dataopslag - + Functionaliteiten - + Gebruikservaring - + Herinneren - + Levensduur + - Onafhankelijkheid + - Ontwikkelkosten + - Pushberichten - + Snelheid - +

Opmerking. Gegevens afkomstig van Adformatie (z.d.) en DailyCMS (z.d.).

6.1 HET PROCES NAAR HET CONCEPT

Voorafgaand aan het maken van het eerste prototype, werden er persona’s gemaakt samen met de doelgroep om beter inzicht te krijgen in de eindgebruikers.

Vanuit deskresearch, de gemaakte persona’s, het focusgroepinterview en een

brainstormsessie zijn er verschillende concepten bedacht. Deze ideeën zijn in een COCD-box gezet (zie Bijlage 6). Daarnaast is er gekeken welk concept het best aansluit bij de wensen van de doelgroep. De wensen van de doelgroep zijn uit het focusgroepinterview gekomen. Er is gekozen voor het uitwerken van een app, omdat hier alle wensen van de doelgroep in verwerkt konden worden. De interpretatie van onderzoeksresultaten zijn teruggekoppeld naar de werkgroep meiden in techniek om eventuele verkeerde interpretaties tijdig te herkennen.

(24)

23 6.2 SCHETSEN

In Bijlage 7 zijn de eerste conceptschetsen te vinden. De schetsen zijn samen met vier personen uit de doelgroep gemaakt. Er werd gekeken naar logische plekken van elementen, zoals buttons. Er kon direct en veel feedback worden gegeven tijdens schetsen en daardoor konden er direct aanpassingen worden gedaan. Aan de hand van de schetsen is een

flowchart gemaakt (zie Bijlage 8). De flowchart brengt de user flow in beeld. De

conceptschetsen en de flowchart leidden uiteindelijk tot de uitwerking van de wireframes.

6.3 EERSTE VERSIE PROTOTYPE

Vanuit de conceptscheten is het eerste interactieontwerp gemaakt (zie Bijlage 9). De

wireframes zijn in low-fidelity uitgewerkt in Adobe Illustrator. De wireframes zijn vervolgens clickable gemaakt in Adobe XD. Er is gebruik gemaakt van Adobe XD, omdat Illustrator bestanden direct te importeren zijn in Adobe XD (Adobe, z.d.). Om te controleren of de functies en interacties duidelijk zijn voor de doelgroep en of er nog bepaalde functies missen, zijn er user tests uitgevoerd.

Er is voorafgaand aan de tests met de doelgroep een testscript gemaakt, waarbij de app werd doorlopen door diverse functies te gebruiken. Zo kon er worden gekeken naar de gebruiksvriendelijkheid en wat de obstakels waren.

Deze eerste versie van het prototype is voorgelegd aan vier personen uit de doelgroep. Ook is de eerste versie van het prototype besproken met twee medewerkers van ROC van Twente. Uit de feedback van hen bleek dat de huidige QR-code functie verwerkt moet worden in de app. Daarnaast moet de GPS-locatie van de gebruiker zichtbaar zijn en moeten er ook projecten van studenten in de app komen. Dit kan eenvoudig door middel van een carrousel bij de video. Daarnaast werd geadviseerd naar de website te kijken voor het design.

Er werd aangeraden door de doelgroep om een aantal functionaliteiten toe te voegen. Zo gaf de doelgroep aan graag een timetable in de app te willen hebben. Ook het toevoegen van projecten van studenten kwam naar voren bij een van de respondenten. Het toevoegen van een studiekeuzetest is door twee respondenten benoemd. De ‘vraag een student’-functie is na de gebruikerstest ook toegevoegd aan de app. In Bijlage 9 zijn de tests uitgewerkt en is er ook aangegeven welke aanpassingen er gedaan zijn na de user tests van de eerste versie van het prototype. De functies die niet zijn toegepast in de app, maar wel zijn benoemd worden meegenomen in het hoofdstuk aanbevelingen.

De eerste versie van het prototype is gepresenteerd aan de werkgroep meiden in de techniek. Hierbij is ook aangegeven dat de keuze is gevallen op een app, zodat de doelgroep op de hoogte was van het middel dat gemaakt wordt. Anke gaf aan het mooi te vinden dat er tags in de app zitten.

(25)

24 6.4 TWEEDE VERSIE PROTOTYPE

Het tweede interactieontwerp is gemaakt na feedback te hebben gekregen van medewerkers van ROC van Twente en de doelgroep. De wireframes zijn in low-fidelity uitgewerkt. Ook hier zijn er weer user tests uitgevoerd.

Omdat er tijdens de eerste test een aantal aanpassingen en toevoegingen naar voren zijn gekomen, is een aangepast testscript bij twee personen van de doelgroep getest. Om een beeld te krijgen van het succes van de app, is de app op effectiviteit getest bij twee personen van de doelgroep. Hiervoor zijn een aantal vragen opgesteld (zie Bijlage 10).

In het aangepaste testscript kwamen nog twee obstakels naar voren. Allereerst was het niet duidelijk of je kunt inzoomen op de plattegrond of niet. Deze functie werkt niet in het

prototype, maar zal wel zo moeten worden gemaakt bij het bouwen van de app. Ook was het niet duidelijk of dingen zijn gelukt/verstuurd. Dit kan eenvoudig worden opgelost met een pop-up. Ook werden er nog een aantal toevoegingen aangegeven bij de test op effectiviteit. Zo werd er aangegeven dat er alleen video’s worden gekeken op Instagram als deze

ondertiteling hebben. Zo ben je niet afhankelijk van de omgeving. Ook gaf de doelgroep aan graag te willen weten hoe je in moet loggen. Wel gaven ze aan het fijn te vinden dat er niet direct ingelogd hoefde te worden. Ook kwam het woord overzichtelijk naar voren. Beide respondenten gaven aan de app te willen gebruiken bij het bezoeken van een open dag. In Bijlage 10 zijn de tests uitgewerkt en is er ook aangegeven welke aanpassingen er gedaan zijn na de user tests van de tweede versie van het prototype.

Om een beter beeld te krijgen van wat de doelgroep aanspreekt, zijn er drie verschillende foto’s voorgelegd aan meerdere personen uit de doelgroep (zie Bijlage 10). Er zijn elf personen die hebben gereageerd. Op de eerste foto is een studente in werkkleding te zien. Zij kijkt lachend in de camera. Op de tweede foto is een studente te zien die aan het werk is. Op de derde foto zijn twee studenten te zien die aan het werk zijn. Negen personen gaven aan dat de derde afbeelding (twee studenten aan het werk) hen het meest aansprak. Foto twee (studente aan het werk) sprak twee personen het meest aan. De eerste foto (studente lachend in camera kijken) sprak niemand het meest aan. Deze resultaten zijn de vinden in Bijlage 10. Ook zijn er een aantal pagina’s alvast uitgewerkt met een design (zie Bijlage 10). De eerste variant is uitgewerkt in één kleur, de blauwe kleur van ROC van Twente. De andere variant is uitgewerkt in meerdere kleuren. Deze kleuren komen wel uit een kleurenpalet van de campagne van ROC van Twente. Hierop hebben evenveel personen gereageerd als op de foto’s. Acht personen gaven aan dat het design met meerdere kleuren hen het meest aansprak. Drie respondenten vonden het design met één kleur het meest aanspreken. Deze resultaten zijn de vinden in Bijlage 10.

(26)

25 6.5 LAATSTE VERSIE PROTOTYPE

De laatste versie van de app is in high-fidelity uitgewerkt. De wireframes hebben een design gekregen, teksten zijn aangepast en afbeeldingen zijn toegevoegd (zie Bijlage 11). De

afbeeldingen zijn stockafbeeldingen en dienen als voorbeeld. De teksten zijn uit de website van ROC van Twente gehaald. Ook is de app zo uitgewerkt dat er eerst ingelogd moet worden. De app is, net als bij de tweede test, op effectiviteit getest bij de doelgroep. Sinds de nieuwe privacywet (AVG) in 2018 van kracht is gegaan, is het verplicht voor

kinderen onder de 16 jaar dat zij toestemming aan de ouders vragen als er persoonsgegevens door een organisatie zullen worden verwerkt (Consumentenbond, 2018). In de app is verwerkt dat gebruikers onder de 16 jaar het e-mailadres van de ouder/verzorger moeten opgeven en moeten wachten totdat hij/zij toestemming heeft gegeven dat er een account aan mag worden aangemaakt. De gebruikers kunnen vervolgens inloggen met de gebruikersnaam die hij/zij hebben aangemaakt of met het e-mailadres van de ouder/verzorger. De gebruikers die ouder zijn dan 16 jaar moeten akkoord gaan met de algemene voorwaarden om een account aan te kunnen maken en kunnen vervolgens inloggen met het e-mailadres of de

gebruikersnaam die zij hebben opgegeven.

Tussentijds is het design besproken met het Grafisch Bureau. Zij gaven als tip om het lettertype wat groter te maken. Verder was het design in lijn met de huisstijl van ROC van Twente en hoefden er geen verdere aanpassingen gedaan te worden.

De laatste versie van de app is door zes leerlingen van Montessori College Twente getest. Omdat er in een grotere groep werd getest, zijn de vragen iets aangepast. Ook bij deze test kwam naar voren dat de app als overzichtelijk wordt ervaren. De plattegrond, het krijgen van een melding van de presentaties (timeline), de favorieten, het beoordelen en de vraag stelen werden als fijne functies gezien. De plattegrond en timeline zouden de leerlingen het vaakst gebruiken. Er konden geen toevoegingen of aanpassingen voor de app worden bedacht door de leerlingen. Iedereen gaf aan de app te willen gebruiken bij een open dag. In Bijlage 11 is de uitwerking van de test te vinden. Ook hebben drie medewerkers van ROC van Twente feedback gegeven op de laatste versie van het prototype (zie Bijlage 11). Zo had Reina nog een aantal tekstuele aanpassingen. De woorden notificatie en verificatiecode wilde ze graag wat simpeler verwoord hebben. Ook was het woord college volgens haar niet het juiste

(27)

26 woord. Ze gaf aan dat hier wel eens verwarring over was binnen ROC van Twente. Ze kwam met het woord richting. Gladys vond de app een goed idee en heeft geen dingen gevonden die ze graag anders zou willen zien. Er is ook gesproken met directeur Eddy Gruppen van MBO College voor Bouw, Infra & Interieur en ook directeur van de werkgroep meiden in de techniek. Omdat de voorzitter van de werkgroep weg is gegaan, heeft Eddy naar de app gekeken. Hij had een aantal opmerkingen, maar geen verdere aanpassingen. Hij vond de app een goed idee. Opdrachtgever en voorzitter van het College van Bestuur Trudy Vos heeft een blik geworpen op de resultaten en de app. Ze vond de resultaten en de app boven verwachting. De flowchart is na alle aanpassingen geüpdatet naar de laatste (final) versie van de app (zie Bijlage 8).

(28)

27 7. CONCLUSIE

Er is in dit onderzoek gezocht naar een antwoord op de vraag: “Hoe kan ROC van Twente met behulp van marketingcommunicatie ervoor zorgen dat er binnen drie jaar meer meiden kiezen voor een technische opleiding om daarmee het tekort aan technici in het bedrijfsleven te verminderen?”

Uit de resultaten is gebleken dat een groot deel van de meiden niet kiest voor een STEM-studierichting door verschillende factoren. Meiden hebben het idee dat techniek niet goed aansluit bij de interesses en doelen die ze hebben. Ze vinden de maatschappelijke bijdrage belangrijk. Daarnaast denken meiden vaak negatief over het vermogen om goed te zijn in techniek, zijn meiden negatief over techniek door de stereotiepe beeldvorming en zijn er te weinig vrouwelijke rolmodellen in de techniek. Echter kunnen vrouwen die een onrealistisch beeld scheppen van techniek, doordat ze ‘te goed’ of ‘te slim’ zijn en vrouwen die juist de stereotiepe beeldvorming bevestigen, zorgen voor minder belangstelling in techniek. Verder blijkt dat meiden onvoldoende stimulans krijgen van de ouders om in de techniek te gaan. Daarnaast hebben meiden, in tegenstelling tot de verwachting, geen moeite met het geplaatst worden in een uitzonderingspositie tijdens een open dag of meeloopdag. De meeste meiden bezoeken een open dag, een meeloopdag en bekijken de website van school om zich te oriënteren op een opleiding bij ROC van Twente. Er is gebleken dat advertenties in traditionele media de doelgroep aanspreken. Er zijn diverse projecten opgestart bij ROC van Twente om meer meiden in de techniek te krijgen, maar er zijn nog geen concrete resultaten van. De fotografie en het taalgebruik van de huidige website zijn niet aantrekkelijk voor de doelgroep, terwijl dit wel belangrijk is voor hen. Ook blijkt dat bij zes opleidingsdomeinen die vallen onder de MBO sector techniek het percentage meiden varieert van 3,1% tot 8,3%. Deze percentages zijn laag, vooral als er wordt gekeken naar het

percentage vrouwen dat in de techniek werkt in andere Europese landen. Daarnaast is gebleken dat de doelgroep veel gebruik maakt van de mobiele telefoon en vertrouwd is met het gebruik van apps. De doelgroep heeft meer met een mobiele telefoon dan met een laptop of tablet. In vergelijking met een mobiele website komt een app bij vijf van de zes belangrijke eisen als beste naar voren.

Uit dit onderzoek is gebleken dat een ondersteunende app die gebruikt wordt bij een dag voor alleen meiden met alle opleidingen die met techniek te maken hebben ervoor zou kunnen zorgen dat er meer meiden kiezen voor een technische opleiding. De app moet volgens de doelgroep informatief en eenvoudig in gebruik zijn. Daarnaast moeten er in de app

(29)

28 8. DISCUSSI E

Het onderwerp meiden in de techniek is erg breed. Dit onderzoek richtte zich op één

speerpunt, namelijk meiden tussen de 14 en 18 jaar die van het vmbo komen in de werk- en wingebieden van ROC van Twente. Alle conclusies, ontwerprichtlijnen en onderwerpkeuzes uit dit onderzoek zijn gedaan zijn naar de doelgroep gevormd. Echter zijn er veel meer

factoren die zorgen voor een tekort aan meiden in de techniek. Het onderwerp moet daarom ook breed aangepakt worden, zowel intern als extern, zoals de communicatie, de

lespakketten, de leerkrachten, de ouders, het voortgezet onderwijs en het bedrijfsleven. Er is niet gesproken met meiden die niet voor een technische opleiding hebben gekozen. Er is niet gekeken of hun keuze voor de opleiding op basis van vooronderstellingen over STEM-opleidingen was, of dat er een bewuste keuze was voor de opleiding die ze hebben gekozen. Er moet aan de stakeholders duidelijk worden gemaakt dat er geen verschillen zitten in aanleg tussen jongens en meiden. Richting de meiden moet worden aangetoond dat techniek breder is dan ze denken en dat techniek wel daadwerkelijk een bijdrage aan de maatschappij levert. Er moet voor worden gezorgd dat meiden meer zelfvertrouwen krijgen in de technische vaardigheden. Ook is het van belang dat meiden in aanraking worden gebracht met geschikte rolmodellen. Een opvallende bevinding is dat het plaatsen van meiden in een

uitzonderingspositie tijdens een open dag of meeloopdag gewoon gedaan moet worden. Het bedachte concept zou ontwikkeld kunnen worden, maar er zou wel meer technisch onderzoek nodig zijn. Ook moet er gekeken worden wie de app zal onderhouden. De keuze voor een opleiding begint al in de eerste fase (het ontwikkelen van motivatie) van het keuzeproces. De app is een hulpmiddel voor meiden bij de tweede fase (exploreren) en de derde fase (maken van een beslissing). Van belang is dat er invloed wordt uitgeoefend op de meiden in de eerste fase. De app is dan ook niet de oplossing van het probleem, maar een ondersteunend middel dat gebruikt kan worden tijdens de open dag. Er kan dus gesuggereerd worden dat alle eerdergenoemde punten moeten worden aangepakt om ervoor te zorgen dat meer meiden voor techniek gaan kiezen zullen.

Dit onderzoek kon niet bewijzen wat wel werkt en wat niet. Het vervolgonderzoek is dan ook het monitoren van de interesse in STEM van meiden. Aan de hand daarvan kan worden gekeken of er nog aanpassingen nodig zijn.

De meerderheid van de bronnen is niet ouder dan vijf jaar. De oudere bronnen kunnen minder betrouwbaar zijn. Ook hebben een aantal bronnen geen datum.

(30)

29 9. AANBEVELINGEN

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat een dag voor alleen meiden waarbij technische opleidingen aanwezig zijn in combinatie met een ondersteunende app ervoor zou kunnen zorgen dat er meer meiden kiezen voor een technische opleiding. Er wordt dan ook aangeraden deze dag daadwerkelijk te gaan organiseren en om de app te laten bouwen. Daarbij zou het goed zijn om de teksten van de opleidingen te koppelen aan de teksten van de website door middel van een API, dit om ervoor te zorgen dat de teksten in de app altijd up-to-date zijn. Dit zou ook met het foto’s kunnen worden gedaan. Omdat de fotografie en het taalgebruik niet aantrekkelijk zijn voor meiden, zou het voor ROC van Twente goed zijn om dit aan te passen. Foto’s met twee personen die aan het werk zijn spreken de doelgroep het meest aan. Daarbij zouden er video’s van studentes van technische opleidingen kunnen worden gemaakt. Hierbij is het van belang dat er ondertiteling wordt toegevoegd aan deze video’s. Wat betreft functionaliteiten van de app zou ROC van Twente een studiekeuzetest kunnen toevoegen aan de app. Het is wel van belang dat hier eerst onderzoek naar wordt gedaan om de studiekeuzetest op de juiste manier vorm te geven. De app zou ook aangepast en gebouwd kunnen worden voor de ‘algemene’ open dag. De content van help &

veelgestelde vragen, privacy & disclaimer en algemene voorwaarden zal door de afdeling informatiebeleid moeten worden uitgezocht.

Ook wordt aan ROC van Twente geadviseerd om een campagne op te starten wat betreft meiden in de techniek. Hierbij wordt aangeraden om niet alleen digitale advertenties te maken, maar ook traditionele advertenties. De focus zal dan ook meer moeten liggen op de traditionele advertenties, aangezien deze de doelgroep meer aanspreken.

Binnen de werkgroep wordt aangeraden om concrete actiepunten te formuleren. De GenderScan van de VHTO kan voor de werkgroep een goede opstap zijn naar concrete acties. Continuïteit binnen de werkgroep is hierbij belangrijk. Daarnaast worden geadviseerd dat alles wat met het onderwerp meiden in de techniek te maken heeft moet worden

afgestemd met de werkgroep, zodat er één centraal afstempunt is. Nog een onderdeel dat binnen de werkgroep kan worden aangepakt is het anders aanpakken van de voorlichting op vmbo-scholen met als doel het interesseren van meiden in de techniek. Dit zal moeten gebeuren in nauwe samenwerking met STIPT. Daarbij wordt geadviseerd om de voorlichting samen met leerlingen van het vmbo en studenten van ROC van Twente vorm te geven.

(31)

30 10. LITERATUURLIJST

• Adformatie. (z.d.). App of Web? Geraadpleegd op 26 april 2019, van

https://www.adformatie.nl/pr/app-web

• Adobe. (z.d.). Adobe XD. Geraadpleegd op 26 april 2019, van

https://www.adobe.com/nl/creativecloud/business/enterprise/xd.html

• Alfa-college. (2018, 24 april). Meiden in de techniek. Geraadpleegd op 17 mei 2019, van

https://www.alfa-college.nl/over-ons/nieuws/20180424-meiden-in-de-techniek

• Apple Inc. (2019). App Store [Mobiele App]. Geraadpleegd op 18 mei 2019, van

https://www.apple.com/nl/itunes/

• Aventus. (2018). Meisjes in de techniek. Geraadpleegd op 17 mei 2019, van

https://www.aventus.nl/meisjes-de-techniek

• Betz, D., & Sekaquaptewa, D. (Reds.). (2012). My Fair Physicist? Feminine Math and Science Role Models Demotivate Young Girls.

https://doi.org/10.1177/1948550612440735

• Blickenstaff, J. (2005). Women and science careers: leaky pipeline or gender filter?, Gender and Education, 17:4, 369-386. DOI:

https://doi.org/10.1080/09540250500145072

• Cheryan, S., Meltzoff, A., & Kim, S. (2011). Classrooms matter: The design of virtual classrooms influences gender disparities in computer science classes.

https://doi.org/10.1016/j.compedu.2011.02.004

• Consumentenbond. (2018, 12 maart). Nieuwe privacywet: wat betekent dit voor kinderen? Geraadpleegd op 27 mei 2019, van

https://www.consumentenbond.nl/kind-online/nieuwe-privacywet-kinderen

• ContentXperience. (2017, 21 maart). Generatie Z komt eraan: social media heavy users en mobile first. Geraadpleegd op 11 april 2019, van

https://contentxperience.nl/generatie-z-social-media-heavy-users-en-mobile-first/

• DailyCMS. (z.d.). De voor- en nadelen van een mobiele website versus een app.

Geraadpleegd op 25 april 2019, van

https://www.dailycms.com/artikelen/de-voor-en-nadelen-van-een-mobiele-website-versus-een-app/

• De Ingenieur. (2017, 8 maart). Meiden hebben wél iets met techniek. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

https://www.deingenieur.nl/artikel/meiden-hebben-wel-iets-met-techniek

• Deltion College. (2019). Breed Eerste Jaar Techniek. Geraadpleegd op 17 mei 2019, van

https://www.deltion.nl/jongeren-onderwijs/dossier/middenkader-engineering3/breed-eerste-jaar-techniek13

• Deltion College. (z.d.). Deltion College. Geraadpleegd op 17 mei 2019, van

https://www.deltion.nl/

• DUO. (2018, 1 oktober). Aantal deelnemers in het mbo. 3. Per instelling, plaats, kenniscentrum, sector, bedrijfstak, type mbo, opleiding, niveau, geslacht [Excel-document]. Geraadpleegd op 4 april 2019, van

(32)

https://duo.nl/open_onderwijsdata/images/03-deelnemers-per-instelling-plaats-31

kenniscentrum-sector-bedrijfstak-type-mbo-opleiding-niveau-geslacht-2014-2018.xlsx

• EenVandaag. (2017, 7 oktober). Onderzoek: Smartphones. Geraadpleegd op 12 april 2019, van

https://eenvandaag.avrotros.nl/fileadmin/user_upload/PDF/Rapportage_onderzoek_Jo

ngerenpanel_smartphone.pdf

• Fast Company. (2015, 4 mei). What Is Generation Z, And What Does It Want?

Geraadpleegd op 12 april 2019, van

https://www.fastcompany.com/3045317/what-is-generation-z-and-what-does-it-want

• Fouarge, D., Künn-Nelen, A., & Mommers, A. (2016). Studiekeuze en arbeidsmarkt: literatuurstudie. Geraadpleegd van

https://cris.maastrichtuniversity.nl/ws/files/5352170/ROA_R_2016_3.pdf

• Frankwatching. (2018, 3 oktober). Generatie Z wordt volwassen: 3 tips om deze screenagers te bereiken. Geraadpleegd op 12 april 2019, van

https://www.frankwatching.com/archive/2017/01/18/generatie-z-wordt-volwassen-3-tips-om-deze-screenagers-te-bereiken/

• Google. (2019). Google Play. Geraadpleegd op 18 mei 2019, van

https://play.google.com/store

• Graafschap College. (2016, 14 oktober). De wereld verandert, het onderwijs verandert mee. Geraadpleegd op 17 mei 2019, van https://graafschapcollege.nl/wereld-verandert-onderwijs-verandert-mee/

• Graafschap College. (2019). Welkom bij het Graafschap College. Geraadpleegd op 17 mei 2019, van https://graafschapcollege.nl/

• Joel, D., Berman, Z., Tavor, I., Wexler, N., Gaber, O., Stein, Y., . . . Assaf, Y. (2015, 15 december). Sex beyond the genitalia: The human brain mosaic. Geraadpleegd op 25 maart 2019, van https://www.pnas.org/content/112/50/15468

• Kunnen, E. S. (2011). Studiekeuze en studiekeuzebegeleiding vanuit een

ontwikkelingspsychologisch gezichtspunt [Databestand]. Alphen aan de Rijn: Kluwer. • Landstede. (z.d.). Landstede MBO. Geraadpleegd op 17 mei 2019, van

https://www.landstedembo.nl/

• Marketingfacts. (2017, 8 september). Generation Z: de ongrijpbare generatie. Geraadpleegd op 10 april 2019, van

https://www.marketingfacts.nl/berichten/generation-z-de-ongrijpbare-generatie

• Mauritshuis. (2017). Mauritshuis (Versie 1.7.74) [Mobiele app]. Geraadpleegd van

https://itunes.apple.com/nl/app/mauritshuis/id888268387?mt=8

• Microsoft. (2017). STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes. Geraadpleegd op 25 maart 2019, van

https://blogs.microsoft.nl/technologieenmaatschappij/wp-

content/uploads/sites/261/2017/03/STEM-vaardigheden-onderzoek-onder-meisjes.pdf?fromblog=629307

• Microsoft. (2018). Microsoft-onderzoek 2018: Meisjes en vrouwen in STEM. Geraadpleegd op 25 maart 2019, van

(33)

32 • Newcom Research & Consultancy B.V. (2019, 27 januari). Nationale Social Media

Onderzoek 2019 [Databestand]. Enschede: Newcom Research & Consultancy B.V. • OECD. (2014). PISA 2012 Results: What Students Know and Can Do – Student

Performance in Mathematics, Reading and Science (Volume I, Revised edition, February 2014), PISA, OECD Publishing. Geraadpleegd op 25 maart 2019, van

http://dx.doi.org/10.1787/9789264201118-en

• Rijksmuseum. (2018). Rijksmuseum (Versie 3.1.4) [Mobiele app]. Geraadpleegd van

https://itunes.apple.com/nl/app/rijksmuseum/id621307961?mt=8

• ROC van Amsterdam. (2017, 31 januari). Project Miss IT: meer vrouwen in ICT-branche. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

https://www.rocva.nl/Actueel/2017/Zeer-geslaagde-Miss-IT-bijeenkomst

• ROC van Twente. (z.d.). Vind jouw mbo-opleiding. Geraadpleegd op 22 maart 2019, van

https://www.rocvantwente.nl/voor-scholieren/mbo-opleidingen.html?richting=techniek

• ROC van Twente. (2018). Markteffect mbo imagomonitor 2017/2018 [Databestand]. Eindhoven: Markteffect B.V.

• Rothman, D. (2014). A Tsunami of Learners Called Generation Z. Geraadpleegd op 10 april 2019, van

https://mdle.net/Journal/A_Tsunami_of_Learners_Called_Generation_Z.pdf

• ROVC Technische opleidingen. (2017). ROVC TechBarometer 2017. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

http://vakbladlastechniek.nl/wordpress/wpcontent/uploads/2014/12/rovctechbaromet

eronderzoeksrapport-2017.pdf

• ROVC Technische opleidingen. (2018). ROVC TechBarometer 2018 [Databestand]. Ede: ROVC Technische opleidingen.

• ROVC Technische opleidingen. (2019). ROVC TechBarometer 2019 [Databestand]. Ede: ROVC Technische opleidingen.

• Stichting Mijn Kind Online, & Kennisnet. (2013, juli). Samen leren | Tieners en sociale media. Geraadpleegd op 12 april 2019, van

https://www.kennisnet.nl/mijnkindonline/files/Samen_leren_Tieners_en_sociale_media

.pdf

• Techniekpact. (2016). Nationaal Techniekpact 2020. Geraadpleegd op 18 mei 2019, van

https://www.techniekpact.nl/cdi/files/a0c764fda4945d2814f713e0e1c033f9edac9374.p df

• Tzuriel, D., & Egozi, G. (2010). Gender Differences in Spatial Ability of Young Children: The Effects of Training and Processing Strategies. Child Development, 81(5), 1417–1430.

https://doi.org/10.1111/j.1467-8624.2010.01482.x

• UWV. (2018a, 26 juni). Moeilijk vervulbare vacatures | Landelijk overzicht van beroepen. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

https://www.uwv.nl/overuwv/Images/moeilijk-vervulbare-vacatures-landelijk-overzicht-van-beroepen.pdf

• UWV. (2018b, 6 februari). Technische beroepen | Factsheet arbeidsmarkt. Geraadpleegd op 5 maart 2019, van

(34)

33 • UWV. (2019). Arbeidsmarktrapporten. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

https://www.arbeidsmarktcijfers.nl/

• Verhoeven, N. (2014). Wat is onderzoek? Praktijkboek voor methoden en technieken (5e ed.). Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

• VHTO. (z.d.-a). Cijfers vmbo. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

https://www.vhto.nl/cijfers-onderzoek/cijfers/cijfers-vmbo/

• VHTO. (z.d.-b). Cijfers mbo. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

https://www.vhto.nl/cijfers-onderzoek/cijfers/cijfers-mbo/

• VHTO. (z.d.-c). Over Girlsday. Geraadpleegd op 8 maart 2019, van

https://www.vhto.nl/projecten/girlsday/over-girlsday/

• VHTO. (z.d.-d). Meer meisjes in mbo Techniek. Geraadpleegd op 18 mei 2019, van

https://www.vhto.nl/projecten/meer-meisjes-in-mbo-techniek/

• VHTO. (2016). Vroege stereotypering. Geraadpleegd op 7 maart 2019, van

https://www.vhto.nl/cijfersonderzoek/onderzoek/vroege-stereotypering/

• VHTO. (2018, maart). De 10 inzichten in gender en STEM. Geraadpleegd op 25 maart 2019, van

https://www.vhto.nl/cijfers-onderzoek/onderzoek/de-10-inzichten-in-gender-en-stem/

• Watson, H. (2018). How Obsessed is Gen Z with Mobile Technology? Geraadpleegd op 10 april 2019, van https://genhq.com/how-obsessed-is-gen-z-with-mobile-technology/ • Wertwijn, M. (2018, 26 januari). De digitale identiteit van generatie Z in een steeds kleiner

wordende wereld. Geraadpleegd op 10 mei 2019, van

https://www.trivento.nl/technologie-als-globale-identiteit-steeds-kleiner-wordende-wereld/

• Yazilitas, D., Svensson, J., De Vries, G., & Saharso, S. (2013). Gendered study choice: a literature review. A review of theory and research into the unequal representation of male and female students in mathematics, science, and technology. Educational Research and Evaluation, 19(6), 525–545.

https://doi.org/10.1080/13803611.2013.803931

• Zwaag, G. (2017, 5 mei). Onderzoek: ‘We gebruiken gemiddeld 9 apps per dag’.

Geraadpleegd op 12 april 2019, van

(35)

34 11. BIJL AGEN

Bijlage 1 – Mailcontact Markteffect ... 35 Bijlage 2 – Diepte-interviews ... 36 Bijlage 3 – Focusgroepinterview ... 47 Bijlage 4 – Persona’s ... 55 Bijlage 5 – In the box brainstormsessie ... 56 Bijlage 6 – COCD-box concepten ... 58 Bijlage 7 – Conceptschetsen ... 59 Bijlage 8 – Flowchart: User flow ... 60 Eerste versie ... 60 Final versie ... 60 Bijlage 9 – App versie 1 ... 61 Wireframes ... 61 Feedback klant ... 63 User test doelgroep ... 64 Bijlage 10 – App versie 2 ...67 Wireframes ...67 User test doelgroep ... 72 Bijlage 11 – App versie 3 (final) ...75 Wireframes ...75 Feedback klant ... 86 User test doelgroep ... 86 Bijlage 12 – Link naar clickable prototype product ... 88 Bijlage 13 – Assesment form Graduation (eigen beoordeling) ... 89

(36)

35 BIJLAGE 1 – MAILCONTACT MARKTEFFECT

19-3-19 Krijn:

“Via je collega hoorde ik dat je nog vragen had over de rapportage van onze imagomonitor, meer specifiek de oriëntatie op opleidingen. Vandaar dat ik je mail.

Zoals ik het begreep ben je geïnteresseerd naar de verschillen in oriëntatie tussen jongens en meisjes. Deze data hebben wij uiteraard in ons bezit. Zou je me aan kunnen geven in welk resultaat of resultaten je graag een verdieping aan wilt brengen?”

19-3-19 Madelon:

“Mijn afstudeeronderzoek gaat over meiden in de techniek. Ik zal gaan kijken hoe ROC van Twente ervoor kan zorgen dat er meer meiden voor een technische opleiding kiezen. Het is de bedoeling dat ik naast mijn onderzoek een mediaproduct ga bedenken dat bij het onderzoek aansluit.

Een van de punten dat ik in kaart wil gaan brengen is hoe meiden een studiekeuze maken. In de Markteffect mbo imagomonitor stond inderdaad een mooie grafiek over de oriëntatie op een studiekeuze, echter is hierin niet specifiek zichtbaar wat meiden doen om een

studiekeuze te maken. Als dit bekend is, kan ik gaan kiezen of ik bijvoorbeeld een

mediaproduct ga maken dat te gebruiken is tijdens de open dagen. De informatie die ik nodig heb gaat dus echt specifiek om het onderdeel oriënteren op een opleiding.”

20-3-19 Krijn:

“Leuk en relevant onderwerp!

Het is voor mij een kleine moeite om een kruising uit te draaien en zo te laten zien hoe meiden zich oriënteren. Bedoel je de grafiek op pagina 20 van de rapportage?”

20-3-19 Madelon:

“Het gaat inderdaad om de grafiek op bladzijde 20.” 20-3-19 Krijn:

“Ik zal je dit mailen gesplitst naar geslacht. Wat vooral opvalt is dat meisjes alle

oriëntatiemiddelen vaker gebruiken dan jongens. Dit is op zich geen verrassing, aangezien uit andere onderzoeken van ons ook blijkt dat meisjes zich beter oriënteren dan jongens.

Het verschil lijkt overigens niet zozeer te zitten in het bezoek aan een open dag of meeloopdag, maar juist in de oriëntatiemiddelen die indirect contact met de school faciliteren. In totaal hebben 188 meisjes in het werkgebied van ROC van Twente onze vragenlijst ingevuld.”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

B Een spier verkort zich over een beperkte lengte doordat een aantal spiervezels van deze spier zich maximaal samentrekken en andere spiervezels zich in het geheel

Adviseurs / ontwerper-constructeurs civiele techniek, Projectleiders grond-, weg- en waterbouw BIM modelleurs, tekenaars bouwkunde. Adviseurs en constructeurs bouwkunde

Op woensdag 19 maart 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen: alle inwoners van Uithoorn en De Kwakel van 18 jaar en ouder mogen dan naar de stembus.. Dit is deel 3 van een

Dat kan door de tegenstander niet meer van dichtbij aan te grijpen maar vanaf een zodanige afstand dat de risico’s voor de eigen partij worden geminimaliseerd.. Kortom, we creëren

Indien partijen voor een dienstverlening door De Media Meiden een totaalbedrag zijn overeengekomen, is dit altijd een richtprijs, tenzij partijen uitdrukkelijk en schriftelijk een

Daarbij de eerste kraal aan het linker uiteinde van de draad nemen en met het rechter draadeinde in de tegenoverge- stelde richting nog een keer door de kraal rijgen. Rijg 3 kralen

De examencommissie neemt bij fraude, behoudens uitzonderlijke gevallen, de beslissing dat voor de student geen uitslag van het betreffende tentamen of beoordeling van de praktische

Het beeld van de vrouw in de middeleeuwen profileert zich volgens Janssens tussen de extremen ‘gewijde maagd’ (met een verwijzing naar de moeder Gods) en ‘gewaagde meid’, met