• No results found

Een archeologische bureaustudie en landschappelijk booronderzoek te Maasmechelen - Dilsen-Stokkem, Terhills

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een archeologische bureaustudie en landschappelijk booronderzoek te Maasmechelen - Dilsen-Stokkem, Terhills"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een archeologische bureaustudie en

land-schappelijk booronderzoek te Maasmechelen -

Dilsen-Stokkem, Terhills

Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Immo Moran NV

Inge Van de Staey en Petra Driesen

Januari 2014

ARON bvba

(2)

EEN ARCHEOLOGISCHE BUREAUSTUDIE EN LANDSCHAPPELIJK

BOORONDERZOEK TE MAASMECHELEN – DILSEN-STOKKEM,

TERHILLS

O

NDERZOEK UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN

I

MMO

M

ORAN

NV

Inge Van de Staey & Petra Driesen

Sint-Truiden

2014

(3)

Naam aanvrager: /

Naam site: Maasmechelen – Dilsen-Stokkem, Terhills

Colofon

ARON rapport 204 – Een archeologische bureaustudie en landschappelijk booronderzoek te Maasmechelen – Dilsen-Stokkem, Terhills. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van Immo Moran NV.

Opdrachtgever: Immo Moran NV

Projectleiding: Petra Driesen

Uitvoering veldwerk: Joris Steegmans

Auteurs: Inge Van de Staey & Petra Driesen

Bijdragen: Chris Cammaer

Foto’s en tekeningen: ARON bvba (tenzij anders vermeld)

Wettelijk depot: D/2014/12.651/8

Op de teksten, foto’s en tekeningen geldt een auteursrecht. Gelieve ons de wens om gebruik te maken van de teksten of illustraties schriftelijk over te maken op info@aron-online.be

Zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van ARON bvba mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, bewerkt, en/of openbaar gemaakt door middel van web-publicatie, druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook.

ARON bvba Archeologisch Projectbureau Diesterstraat 44, bus 201 3800 Sint-Truiden www.aron-online.be info@aron-online.be tel/fax: 011/72.37.95

(4)

Inleiding ………. 1 1. Doelstelling………... 1 2. Verloop en methodiek………..……….. 2 2.1 Startvergadering……….. 2 2.2 Bureaustudie……….. 2 2.3 Verkennend booronderzoek….……….. 2 3. Onderzoeksresultaten………... 3 3.1 Bureaustudie……….. 3 3.1.1 Algemene situering………... 3 3.1.2 Historische achtergrond…... 5

3.1.3 Eerder archeologisch onderzoek…... 8

3.1.4 Aard van de toekomstige werken…... 10

3.2 Verkennend booronderzoek………... 10

Conclusie………... 12 Bijlagen

Bijlage 1: Administratieve gegevens Bijlage 2: Lijst met afkortingen

Bijlage 3: Boringenlijst Bijlage 4: Fotolijst boringen

Bijlage 5: Overzichtsplan boringen A3 Bijlage 6: Boorprofielen

Bijlage 7: Overzicht foto’s boringen Bijlage 8: Ontwerpplan Wellnesscentrum

(5)

Afb. 1: Kaart van België met aanduiding van het onderzoeksgebied (Bron: NGI 2011).

Inleiding

Immo Moran nv wenst een wellnesscentrum uit te bouwen op een terrein gelegen op de grens van de Limburgse deelgemeenten Eisden (gem. Maasmechelen) en Lanklaar (gem. Dilsen-Stokkem). Dit wellnesscentrum maakt deel uit van een nieuw te ontwikkelen vakantiepark dat in het kader van het toeristisch project Terhills op de voormalige mijnterreinen ingericht zal worden. Aangezien de heraanleg van de voormalige mijnsite een bedreiging voor het archeologische erfgoed kan vormen, achtte het Agentschap Onroerend Erfgoed een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit vooronderzoek diende te bestaan uit een bureaustudie en een landschappelijk booronderzoek met als doel de archeologische potentie van het onderzoeksgebied evenals de gaafheid van de bodem te kunnen inschatten.

Dit vooronderzoek werd midden februari 2014 uitgevoerd door Aron bvba in opdracht van Immo Moran nv. Het onderzoek toonde aan dat het terrein in het verleden reeds sterk verstoord en afgegraven was.

1. Doelstelling

Het doel van de bureaustudie en het verkennend booronderzoek is de bewaringstoestand van eventuele archeologische waarden te kunnen inschatten, evenals na te gaan wat de impact van de werken voor de nieuwbouw zal zijn op het bodemarchief. Hierbij dienen minimaal volgende onderzoeksvragen beantwoord worden:

- Wat zijn de gekende archeologische waarden in het projectgebied?

- Wat zijn de gekende verstoringen (van de mijnbouw, grindontginningen, gebouwen, wegenis, parkings, riolering, gasleidingen, allerhande overige leidingen, enz)? Hoe diep gaan deze verstoringen en over welke oppervlakte verspreiden ze zich?

- Heeft de aanleg van de Zuid Willemsvaart een impact gehad op het projectgebied en de mogelijk aanwezige archeologische sites? Zo ja, welke?

- Een deel van het terrein werd zeker opgehoogd (terills). Hoe ver strekt de ophoging zich uit? Op welke manier werd het terrein opgehoogd (werd de teelaarde eerst verwijderd? materiaal, …)? Wat is de dikte van de ophoging? Wat is de impact op mogelijk aanwezige archeologische waarden?

- Zijn de verstoorde en opgehoogde zones nog relevant voor archeologie?

- Zijn de gegevens van de bodemkaart correct? Waar en hoe kunnen ze fijngesteld worden?

- Waar zijn er bodems die nog voldoende waardevol zijn voor prehistorie? En voor sites met bodemsporen?

- Wat is de impact van de geplande werken op het archeologisch erfgoed?

- Welke maatregelen kunnen genomen worden om verstoringen tot een minimum te beperken/te vermijden?

- Waar en hoe worden de archeologische boringen het best uitgevoerd? - Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een vervolgonderzoek? - Welke vraagstellingen dringen zich op voor een eventueel vervolgonderzoek? - Hoe wordt dit verder onderzoek best in de werken ingepast?

(6)

2. Verloop en methodiek

2.1 Startvergadering

Voorafgaandelijk aan het onderzoek vond op locatie een startvergadering plaats waarop mevr. Ingrid Vanderhoydonck (Onroerend erfgoed), Dhr. Kumpen (Immo Moran nv) en Petra Driesen (Aron bvba) aanwezig waren. Tijdens deze vergadering werd overeengekomen het terrein door middel van 10 boringen te onderzoeken. Deze boringen mochten deels ad random deels op een O-W georiënteerde raai geplaatst worden. De mijnarchieven dienden niet bestudeerd te worden. Wel werd er gevraagd om toch contact op te nemen met de grindexploitant die de groeve heeft uitgebaat.

2.2 Bureaustudie

Het onderzoek ging van start met de bureaustudie. Om een zicht te bekomen op de reeds gekende archeologische waarnemingen binnen het plangebied en zijn directe omgeving werd de Centrale Archeologische Inventaris geraadpleegd.

De landschappelijke context van het plangebied werd eveneens cartografisch onderzocht. Dit om de archeologische waarnemingen beter te kunnen kaderen. Hiervoor werden de topografische kaart, de bodemkaart en het digitaal hoogtemodel geraadpleegd. Tevens werden verschillende historische kaarten bestudeerd zoals de Ferrariskaart (1770-1778), de Atlas der Buurtwegen (1841), de Vandermaelenkaart (1846-1854) en de topografische kaarten opgemaakt door het Militair Cartografisch Instituut (1877 en 1923). Om een zicht te bekomen op de reeds bestaande verstoringen binnen het onderzoeksgebied werd een KLIP-aanvraag uitgevoerd. Deze leverde geen gegevens op. Ook werd contact opgenomen met Dhr. Jos Govaerts, ex-medewerker van grindexploitant ALGRI nv en Dhr. Francis Dedroog, ex-medewerker van de dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Maasmechelen. Deze laatste liet ons de ontwerpplannen van het bungalowpark Center Parks inkijken. De riolering aanwezig op het terrein was echter niet op deze plannen ingetekend. In het verleden werd reeds een geotechnisch sondeerverslag uitgevoerd.1 Dit verslag werd door Dhr. Kumpen, zaakvoerder van Immo Moran nv, aangeleverd. Ook de MER-studie2 van het projectgebied werd bestudeerd.

2.3 Verkennend booronderzoek

Het verkennend booronderzoek werd op 13 februari 2014 uitgevoerd door Joris Steegmans. Hierbij werden tien boringen manueel uitgevoerd met een edelmanboor met een diameter van 10 cm tot op een diepte van 40 tot 160 cm onder het maaiveld. Boring 1 t.e.m. 5 situeerden zich op een O-W georiënteerde raai dwars op de oever van de grindplas. De boringen 6 en 7 waren ten noorden van deze raai gelegen; de boringen 8, 9 en 10 ten zuiden. De inplanting van de boringen werd digitaal opgemeten met een GPRS. Tevens werden alle boringen gefotografeerd en beschreven. De beschrijving van de boringen gebeurde laagsgewijs waarbij per onderscheiden horizont de textuur, de kleur, de bijmenging, de korrelgrootte, de geohydrologische kenmerken, de bodemkundige en lithologische structuur evenals de geologische genese genoteerd werd.

Bij de uitwerking van het onderzoek werd een databank opgesteld met een fotolijst en de boorbeschrijvingen.3 Tevens werd een gegeorefereerd overzichtsplan opgemaakt met daarop de inplanting van de boringen en werden de boorprofielen gedigitaliseerd.4

1 Geotechnisch Verslag , Sondeerverslag Lanklaar, BG Engineering bvba, april 2013. 2

Milieueffectenrapportage: Plan-MER Provinciaal R.U.P. Bipool Eisden-Lanklaar, Niet technische samenvatting , referentie dienst MER: PLMER-0033 + Bijlage bij “Kennisgevingsdossier Plan-MER Provinciaal R.U.P. Bipool Eisden-Lanklaar. Bipool Eisden-Lanklaar, Provinciaal RUP. Eerste ruimtelijke visie, december 2006.

3

Zie bijlagen 3 en 4

(7)

3. Onderzoeksresultaten

3.1 Bureaustudie

3.1.1 Algemene situering

Het onderzoeksterrein, dat een oppervlakte heeft van 1,1 ha, behoort tot de voormalige terreinen van de mijn van Eisden en situeert zich in het noorden van de gemeente Maasmechelen en in het zuiden van de gemeente Dilsen-Stokkem Het terrein, kadastraal gekend als de percelen 232c, 233c en 232b(deel) (Kadaster Maasmechelen, Afdeling 4, Sectie C) en perceel 232B (Kadaster Dilsen-Stokem, , Afdeling 5, Sectie B), is op de oostelijke oever van de grindplas van Machiels gelegen vlak ten westen van één van de terrils van de mijn van Eisen (infra). Een veldweg vormt de noordelijke en oostelijke rand van gebied (Afb. 2). De Zuidwillemsvaart bevindt zich ca. 2 km ten oosten van het onderzoeksgebied.

Afb. 3: Kleurenorthofoto met aanduiding van het onderzoeksgebied (rood). Schaal 1:10.000 (Bron: AGIV)

Geografisch gezien behoort het onderzoeksgebied tot de Maasvallei. De Maas zelf stroomt ca. 6 km ten oosten van het onderzoeksgebied. De steilrand van het Kempisch plateau is ongeveer 1,4 km ten westen van het gebied gelegen (Afb. 3).

Het gebied Midden-Maasland is qua reliëf een terrassenlandschap, dat gevormd werd door een herhaalde afwisseling van ijstijden en warmere interglacialen tijdens het Quartair. Tijdens de ijstijden was de waterarme Maas niet bij machte de grote hoeveelheden verweringsmaterialen uit de Ardennen over grote afstanden te transporteren. Deze materialen, grindmassa’s, werden in het gebied van het huidige Maasland in de breedte uitgespreid en vormden een bepaald afzettingniveau. In de daaropvolgende interglaciale periode herwon de stroom door de toename van de waterhoeveelheden voldoende energie om een deel van de vroegere sedimenten weg te spoelen. Op die manier kwam een min of meer brede geul tot stand, die tijdens een volgende ijstijd weer tot op bepaalde hoogte met sedimenten werd opgevuld. Zo werden sedimentatievlakken gevormd, die op verschillende niveaus gelegen waren. Men spreekt in dit verband van hoogterrassen.

In deze hoge terrassen erodeerde de Maas tijdens het Mindel-Riss interglaciale tijdvak (300.000 - 200.000 jaar v.Chr.) een brede vallei. Deze insnijding is aanzienlijk: een 40-tal meter ten westen van Lanaken, een 50 meter bij Maastricht. Ter hoogte van het onderzoeksgebied bedraagt deze insnijding eveneens ca. 50 m. Deze valleiwanden, gekarteld door talrijke droogdalen en op sommige plaatsen uitgehold door de werking van vroegere Maasmeanders, vormen de dominerende landschapskarakteristieken doorheen de volledige

(8)

maasvallei. Het Maaslandse landschap is tweedelig: drie laagterrassen in het westen van de Maasvallei, aanleunend bij het Kempisch Plateau, en in het oosten een brede alluviale gordel langsheen de Maas.

De laagterrassen dalen in noordelijke en oostelijke richting naar de Maas en variëren in hoogte van 65 tot 40 meter boven de zeespiegel. Het zijn sedimentvlakken of grindafzettingen van de Maas die gevormd werden tijdens de latere ijstijden (Riss I, Riss II en Würm). De overgang van het ene terras naar het andere is tijdens de laatste ijstijd (116.000 tot 8000 BC) met fijn geel zand of dekzand afgedekt. Deze zone, waartoe ook het onderzoeksgebied behoort, wordt dan ook vaak met de term Maaslandse Kempen aangeduid. In deze dekzanden hebben zich plaatselijk tijdens het Tardiglaciaal (11.500- 8.000 B.C), de laatste fase van de laatste ijstijd, door verstuiving duinmassieven kunnen vormen.

De grens tussen het dekzandgebied en de alluviale gordel is bruusk en wordt plaatselijk gevormd door een noord-zuid gerichte steilrand die verschillende meters hoog is. 5

Afb. 3: Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen met aanduiding van het onderzoeksgebied (rood). (Bron: Geopunt Vlaanderen).

Gelegen in het dekzandgebied van de Maasvallei of de Maaslandse Kempen, wordt het onderzoeksgebied gekenmerkt door een droge zandgrond (i.e. dekzand) waarin volgens de bodemkaart een podzolbodem (Afb. 4: Zbf1t) tot ontwikkeling is gekomen.

De benaming podzol is afgeleid van het Russische ‘pod’ (onder) en ‘zola’ (as), verwijzend naar de asgrijze uitspoelingslaag onder het maaiveld. Een podzolbodem is te herkennen aan een toplaag van humusrijke grond (A-horizont), waaronder de eerder genoemde lichtgrijze uitspoelingslaag (E-horizont), daaronder een zwarte inspoelingslaag van humus en/of een donker bruine inspoelingslaag van ijzer (Bh en Bir-horizont) en tenslotte de oorspronkelijke bodem (C-horizont). Deze bodemvorming gebeurde onder invloed van een vochtig en koel klimaat (boreaal), meestal onder een vegetatie van heide of naaldbos. Hierbij ontwikkelde zich onder een heidevegetatie een zgn. humuspodzol en onder bosvegetatie een zgn. ijzerpodzol. Heel vaak zijn deze bodems verdwenen, bijvoorbeeld door landbouw. De aanwezigheid van deze bodem geeft aan dat recent menselijk ingrijpen afwezig is, waardoor er een grotere kans op een relatief onverstoorde prehistorische site bestaat.6

5

Paulissen (1973) Het landschap van de Romeinse Maasvallei in Belgisch-Limburg, Overdruk uit het Oude Land van Loon, p. 25-36

6

De Winter N., J. Steegmans en P. Driesen (2011) Archeologische opgraving ter hoogte van het grinduitbreidingsgebied G2 te As. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van LBU-Algri-Varenberg (ARON-rapport 119), p. 3.

(9)

De ‘t’ in de bodemserie wijst op een bijmenging van grind (15-25%) in de moederbodem; ‘1’ geeft de aanwezigheid van een heterogene en humusarme bovengrond weer, een fenomeen dat typisch is voor bosgronden. Ter hoogte van de grindplas op perceel 233c staat een kunstmatige bodem aangegeven verstoord door een groeve (Afb. 4: Zbf1t).

Meer in noordelijke en westelijke richting van het onderzoeksgebied komen tevens zandgronden voor zeer die droog tot matig nat zijn en over een duidelijke tot weinig duidelijke ijzer en/of humus B-horizont beschikken (Afb. 4: Zag1, Zbg1 en Zbf1).

Het onderzoeksgebied zelf zou volgens de topografische kaart uit 1978 deels op een NO-ZW georiënteerde duin (Fig. 4: 42,6 m TAW) gelegen zijn. Vandaag de dag is van deze duin niets meer over. Het onderzoeksterrein stijgt daarentegen trapsgewijs in oostelijke richting van ca. 38,20m TAW aan de rand van de grindplas in het westen naar 41,80 m TAW in het noordoosten en 43,08 m TAW in het zuidoosten.

Afb. 4: Topografische kaart met overlap van de bodemkaart en aanduiding van het onderzoeksgebied (geel). Schaal 1:10.000 (Bron: AGIV).

3.1.2 Historische achtergrond

Ten tijde van de opmaak van de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778) (Afb. 5) behoorde het onderzoeksterrein tot het ‘Enclave de Hollande’ en bestond het volledig uit heidegrond (‘De gebrande Heyde’).

Op de Atlas der Buurtwegen (1845) (Afb. 6) is het onderzoeksgebied moeilijk exact te plaatsen. Het gehele gebied ten noorden van Eisden - waartoe ook het onderzoeksterrein behoort - wordt door het Eysderbosch ingenomen. De Zuid-Willemsvaart die in 1823-1826 gegraven werd, staat reeds op deze kaart aangegeven. De Vandermaelenkaart omstreeks 1853 toont vrijwel dezelfde situatie (Afb. 7). Het gebied situeert zich hier op de grens van de Gebrande Heyde en de Eysdenbosch Heyde.

Op de topografische kaarten uit 1877 (Afb. 8) en 1923 (Afb. 9) valt het onderzoeksgebied omwille van de vele ingrijpende veranderingen die later in het landschap hebben plaatsgehad, moeilijk te situeren. De zone waarbinnen het onderzoeksgebied gelegen is, is nog steeds als onbebouwd weergegeven. Op een deel van deze zone is reeds een groot gedeelte bos aangeplant ten behoeve van de groeiende Limburgse mijnbouw (zie infra). Dit hout moest dienen als stuthout voor de versteviging van de mijngangen. Mijnhout dient grote draag- en buigkracht te bezitten en moet bovendien waarschuwen bij een te zware druk. Op de zandgronden in de

(10)

Afb. 6: Detail uit de Atlas van de Buurtwegen

(Bron: www.limburg.be).

Maasvallei en op het Kempisch plateau werden vooral naaldbomen aangeplant aangezien deze in zandgronden ideaal gedijen.

Afb. 5: Detail uit de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden met aanduiding van het onderzoeksgebied (rood). (Bron: Geopunt Vlaanderen).

(11)

Afb. 8: Topografische kaart uit 1877 met schematische aanduiding van het onderzoeks-gebied (rood). Bron: Le patrimoine cartographique de Wallonie).

Afb. 9: Topografische kaart uit 1923 met schematische aanduiding van het onderzoeksgebied (rood). (Bron: Le patrimoine cartographique de Wallonie).

Op 2 augustus 1901 werd te As onder leiding van de Leuvense hoogleraar en mijnbouwkundige André Dumont steenkool aangeboord. Deze ontdekking bevestigde het reeds sinds het begin van de vorige eeuw vermoede bestaan van een kolenbekken tussen de Engelse en Duitse bekkens. De productiestagnatie in de Waalse bekkens en het toenemende steenkoolverbruik maakten tevens het ontginnen van deze nieuwe lagen voor het eerst economisch interessant. Op 23 mei 1907 werd een overeenkomst opgesteld voor de uitbating van de steenkoolmijn, die de naam "Limburg-Maas" zou dragen. Zoveel mogelijk gronden werden opgekocht om de uitbouw van de bovengrondse installaties en de arbeidershuizen mogelijk te maken. In 1923 kon Eisden als derde mijn na Winterslag en Beringen starten met de kolenproductie. De kolen werden ontgonnen via produktieverdiepingen op 600, 700 en 800 m. Het kolentransport gebeurde via de vanaf 1912 uitgebouwde kolenhaven aan de Zuid-Willemsvaart.7

(12)

Eind jaren tachtig werd besloten om alle Limburgse steenkoolmijnen te sluiten. De steenkoolmijn van Eisden ging in 1988 definitief dicht. Bij de sluiting van de mijn werd beslist om drie van de vier mijnafvalbergen (terrils) te stabiliseren en te beplanten.

Na de 1ste wereldoorlog (1914-1918) werd beton een steeds belangrijker bouwmateriaal, en ook de bouw van de steenkoolmijnen vergde heel wat grind. Het grind werd vooral gewonnen in het zomerbed van de Maas, maar deze ontginningen waren eerder kleinschalig. Na de Tweede Wereldoorlog en voornamelijk vanaf de jaren zestig, werden de winningen in de Maasvallei grootschaliger. Deze ontginningen gebeurden vanaf dan vooral in de uiterwaarden van de Maas en niet meer in het zomerbed.8 Ook tussen de ontstane mijnterrils was sinds 1970 toelating gegeven voor grindwinning, waardoor twee grote waterplassen ontstonden, nl. de grindplas van Machiels waaraan het onderzoeksgebied grenst en de Vulexplas, die zich ca. 1 km ten noordoosten van het onderzoeksgebied situeert.9

Ingevolge twee opeenvolgende gedeeltelijke wijzigingen van het gewestplan werden een groot aantal gronden van het voormalig mijnterrein herbestemd. Zo werd een grote oppervlakte herbestemd voor natuurontwikkeling maar ook als verblijfsrecreatie ten behoeve van een concrete vraag van Center Parcs voor de uitbouw van een bungalowpark. De grindwinning door Machiels werd stopgezet en de plas heringericht in functie van recreatie. Met Europese steun werden de twee middelste terrils gehermoduleerd en heraangeplant. In 1995 werd aan Center Parcs een bouwvergunning afgeleverd voor een 700-tal cottages. Op basis hiervan werden, in functie van de ontwikkeling van het bungalowpark, grondwerken uitgevoerd, samen met de aanleg van riolering, elektriciteit en de fundamenten van een 40-tal bungalows. Wandelpaden zowel omheen de plas als op de terril werden aangelegd. Omwille van de wijzigende marktevolutie werd kort daarop afgezien van een verdere ontwikkeling.10 Ook binnen het onderzoeksgebied bleek reeds riolering aangelegd te zijn, getuige de meerdere riooldeksels die aan de oostelijke rand van het terrein aanwezig waren.

De gemeentes Maasmechelen en Dilsen-Stokkem ondernamen hierna meerdere pogingen tot verdere revalorisatie van de voormalige mijnsite, maar steeds zonder succes. Ook de plannen van de Nederlandse projectontwikkelaar van Garderen & Dekker (Goes) en de Belgische Teema Group om het gebied gelegen tussen het Nationaal Park Hoge Kempen en Maasmechelen Village tot een zone voor verblijfsrecreatie uit te bouwen, draaiden op een sisser uit.

In 2012 kocht de LRM ongeveer 340 ha aan voormalige mijngronden terug op. Als gevolg van deze aankooptransacties beschikte de LRM op de mijnsite - met inbegrip van de gronden van N.V. Mijnen (30 hectaren, nvdr.) die de maatschappij al in eigendom had - over ruim 370 hectaren voor de ontwikkeling van een nieuw toeristisch project dat de naam “Terhills” meekreeg.11

3.1.3 Eerder archeologisch onderzoek

12

Uit het onderzoeksgebied zelf zijn geen archeologische vondsten bekend (Afb. 10 en 11).

De Maasvallei heeft evenwel steeds een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op de mensheid. Dit is niet echt verwonderlijk: de alluviale vlakte met zijn vruchtbare kleien en lemen was uitermate geschikt voor landbouw. Daarnaast vormden de droge en hoger gelegen dekzandgronden uitstekende locaties voor bewoning. En uiteraard was er ook nog de Maas die als een belangrijke handelsweg gold.

Op de rand van het Kempisch plateau zijn verschillende vindplaatsen uit het mesolithicum, het neolithicum en de metaaltijden gekend. Zo werden aan het Heuvelsven in Dilsen-Stokkem verschillende archeologische vondsten gedaan. Meestal ging het hier om lithisch materiaal, zoals afslagen, schrabbers, pijlpunten en klingen die per toeval gevonden werden en waarvan de datering niet gekend is (CAI 50590, 50654, 50596, 50589,

8 http://www.belbag.be/ 9

Bijlage bij “Kennisgevingsdossier Plan-MER Provinciaal R.U.P. Bipool Eisden-Lanklaar. Bipool Eisden-Lanklaar, Provinciaal RUP. Eerste ruimtelijke visie, december 2006, p5.

10 Bijlage MER: p 5. Bijlage bij “Kennisgevingsdossier Plan-MER Provinciaal R.U.P. Bipool Eisden-Lanklaar. Bipool Eisden-Lanklaar, Provinciaal

RUP. Eerste ruimtelijke visie, december 2006, p5.

11 http://www.dvo.be/artikel/38489-lrm-lanceert-terhills-op-oude-mijnsite-eisden/#sthash.dAM6231M.dpuf. 12

De Winter N., J. Steegmans en P. Driesen (2011) Archeologische opgraving ter hoogte van het grinduitbreidingsgebied G2 te As. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van LBU-Algri-Varenberg (ARON-rapport 119), p. 6; Driesen P. en J. STEEGMANS J. (2010) Archeologische begeleiding i.k.v; de aanleg van de aardgasvervoerleiding DN600 te Maasmechelen en Dilsen-Stokkem (ARON-Rapport 103), p. 2-3.

(13)

50652, 50691, 51684, 51264). Er werden ook artefacten aangetroffen tijdens archeologische boorcampagnes en prospecties in dit gebied, waarbij een 1000-tal vondsten uit het neolithicum, de bronstijd en de ijzertijd werden teruggevonden (CAI 50690).

In Dilsen-Stokkem werd op de Platte Lindenberg op de Dilsenerheide een opgraving uitgevoerd door de KUL (Laboratorium voor prehistorie) en het toenmalige IAP13 (CAI 50063). Hier werd een laat-mesolithische site opgegraven met in totaal 5513 lithische artefacten. Naast dit lithisch materiaal werden ook 3200 aardewerkscherven uit de late-bronstijd en de Michelsbergcultuur gevonden. CAI 50355 betreft de vondst van een neolithische gepolijste bijl, krabber en enkele silexafslagen.

Aan het Kruisven in Dilsen-Stokkem werden lithische artefacten aangetroffen, zoals klingen, schrabbers, pijlpunten en afslagen. Deze artefacten werden per toeval ontdekt en dateren uit het mesolithicum (CAI 50655, 50592, 50595, 50653).

Ook ten noordoosten van het onderzoeksgebied zouden bij nivelleringswerken die in 1968 op het industrieterrein Heuletak uitgevoerd werden een 50-tal silexartefacten uit het mesolithicum en het neolithicum zijn aangetroffen. Wegens de aard van de werken konden er geen vaststellingen in situ gedaan worden. De Romeinen legden doorheen de Maasvallei een baan aan die Atuatuca Tungrorum (Tongeren) met Noviomagus (Nijmegen) verbond. Romeinse wegen bleven in de middeleeuwen dikwijls belangrijke verkeersaders en daar vormde deze baan geen uitzondering op. De Oude Baan te Lanklaar volgt ook nu nog het tracé van de Romeinse baan (CAI 700342). In de buurt hiervan werden dan ook meerdere Romeinse vondsten aangetroffen. CAI 51637 bestaat uit de restanten van de Romaanse Sint-Janskapel die in 1827 tijdens de aanleg van de Zuid-Willemsvaart gedeeltelijk werd afgebroken. Opgravingen uitgevoerd in 1867 door Dhr. Habets leverden op 20 meter de ten noorden van deze kapel zandstenen structuren op die door de opgraver in kwestie als restanten van een Romeinse tempel werden geïnterpreteerd. In 1881 werden bij werken aan het kanaal op dezelfde plaats een vijftal skeletten aangetroffen. In 1992 werd door Dhr. Heymans, naar aanleiding van de aanleg van de Air-Liquide leiding, een bijkomend onderzoek uitgevoerd waarbij fundamenten en vier skeletten werden vrij gelegd. Ter hoogte van CAI 700249 werd aardewerk uit de midden-Romeinse periode aangetroffen. Ter hoogte van CAI 50352 tenslotte werd een sarcofaaggraf met drie lijkurnen uit de laat-Romeinse tijd aangetroffen.

(14)

Afb. 10: Detail uit de Centrale Archeologische Inventaris met aanduiding van de omliggende vindplaatsen en het projectgebied (rood), deel 1. Schaal 1:20.000 (Bron: AGIV).

Afb. 11: Detail uit de Centrale Archeologische Inventaris met aanduiding van de omliggende vindplaatsen en het projectgebied (rood), deel 2. Schaal 1:18.000 (Bron: AGIV).

3.1.4 Aard van de toekomstige werken

Op het onderzoeksterrein zal een wellnesscenter worden gerealiseerd. Hiervoor zullen twee gebouwen (hoofdgebouw A en gebouw B) worden opgetrokken. Deze worden in de helling van het terrein ingebouwd, waardoor een een afgraving van ca. 3 m zal gebeuren.14

3.2 Verkennend booronderzoek

Volgens de bodemkaart komt in het onderzoeksgebied een droge zandgrond met grindbijmenging voor waarin een podzolbodem (Afb. 4: Zbf1t) tot ontwikkeling is gekomen. In het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied komt een kunstmatige bodem voor verstoord door ontgrinding.

De podzol werd echter in geen van de boringen aangetroffen. Meer nog, een humus A-horizont werd enkel in de zuidoostelijke hoek van het onderzoeksgebied – ter hoogte van de boringen 8 en 9 - waargenomen. Het dekzand kwam nergens voor. Met uitzondering van de boringen 4 en 5 (Afb. 12) gelegen op de oever van de grindplas en die tot op een diepte van 50 cm onder het maaiveld een verstoorde bodem aangaven, kon in alle boringen een eerder grofkorrellig, oranje-geel tot beige-geel zand met grindbijmenging onderscheiden worden (Afb. 13). Ter hoogte van boring 6 bevond zich in dit zand op een diepte van 1,60 m onder het maaiveld een zwarte kleilaag met kiezel (Afb. 14). Op basis van de grindbijmenging kunnen we deze dit zand en deze kleilaag als fluviatiele Maasafzettingen interpreteren.15

14

Bijlage 8: ontwerpplan wellnesscentrum.

(15)

Afb. 12: Boring 5.

Afb. 13: Boring 3.

Afb. 14: Boring 6.

Verstoring

Fluviatiele Maasafzettingen: GEBEI Za + Gr (v)

(16)

Conclusie

Wat zijn de gekende archeologische waarden in het projectgebied?

Uit het onderzoeksgebied zelf zijn geen archeologische waarden gekend. De Maasvallei heeft evenwel steeds een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op de mensheid. De alluviale vlakte met zijn vruchtbare kleien en lemen was uitermate geschikt voor landbouw. Daarnaast vormden de droge en hoger gelegen dekzandgronden uitstekende locaties voor bewoning. In de ruime omgeving van het onderzoeksterrein zijn verschillende vindplaatsen uit het mesolithicum, het neolithicum, de metaaltijden en de Romeinse tijd gekend.

Wat zijn de gekende verstoringen (van de mijnbouw, grindontginningen, gebouwen, wegenis, parkings, riolering, gasleidingen, allerhande overige leidingen, enz)? Hoe diep gaan deze verstoringen en over welke oppervlakte verspreiden ze zich?

Op basis van de ligging van het onderzoeksterrein, op de oostelijke oever van een voormalige grindplas en vlak ten westen van een mijnterril, kunnen we vermoeden dat het terrein in het verleden reeds sterk werd verstoord. Hierbij komt dat op het terrein na 1995 reeds riolering werd aangelegd toen aan Center Parcs een bouwvergunning werd afgeleverd voor de bouw van een 700-tal cottages. De meerdere riooldeksels die langs de oostelijke rand van het onderzoeksgebied voorkwamen, getuigen hiervan.

Het uitgevoerde vooronderzoek leerde ons dat het terrein in dwarsdoorsnede (O-W) een niet natuurlijk, sterk getrapt profiel vertoont met een hoogteverschil van west naar oost van een kleine 4 m. Tevens toonden de boringen aan dat het dekzand en de zandduin die binnen het onderzoeksgebied aanwezig zouden moeten zijn, ontbraken. Daarentegen werden in de meeste boringen onmiddellijk de onderliggende fluviatiele Maasafzettingen aangeboord. Deze elementen wijzen erop dat het terrein in het verleden reeds sterk afgegraven en geherprofileerd werd.

Heeft de aanleg van de Zuid Willemsvaart een impact gehad op het projectgebied en de mogelijk aanwezige archeologische sites? Zo ja, welke?

De Zuid Willemsvaart situeert zich ca. 2 km ten oosten van het onderzoeksterrein. Gezien de ruime afstand heeft de aanleg van de vaart geen impact gehad op het onderzoeksterrein.

Een deel van het terrein werd zeker opgehoogd (terills). Hoe ver strekt de ophoging zich uit? Op welke manier werd het terrein opgehoogd (werd de teelaarde eerst verwijderd? materiaal, …)? Wat is de dikte van de ophoging? Wat is de impact op mogelijk aanwezige archeologische waarden?

Op basis van de verkennende boringen lijkt het onderzoeksgebied niet opgehoogd maar afgegraven te zijn. Zijn de verstoorde en opgehoogde zones nog relevant voor archeologie?

Op basis van de onderzoeken van het verkennende booronderzoek lijkt het onderzoeksterrein te sterk verstoord en afgegraven te zijn om nog archeologische sporen en/of vondsten te kunnen opleveren.

Zijn de gegevens van de bodemkaart correct? Waar en hoe kunnen ze fijngesteld worden?

De kunstmatige bodem die op de bodemkaart in de noordwestelijke hoek van het onderzoeksgebied aangegeven staat, komt in feite over het volledige onderzoeksgebied voor. Of deze bodem enkel het resultaat is van de ontgrinding of eventueel ook van latere bouwactiviteiten laten we in het midden.

Waar zijn er bodems die nog voldoende waardevol zijn voor prehistorie? En voor sites met bodemsporen? Er werden geen bodems aangetroffen, zoals bijvoorbeeld podzols, die waardevol zijn voor prehistorie. Gezien het terrein in het verleden afgegraven en geherprofileerd werd, lijkt ook het aantreffen van sites met bodemsporen onwaarschijnlijk.

Wat is de impact van de geplande werken op het archeologisch erfgoed?

Op het onderzoeksterrein zal de bouw van een welnesscenter worden gerealiseerd. Hiervoor zullen twee gebouwen (hoofdgebouw A en gebouw B) worden opgetrokken. Deze worden in de helling van het terrein ingebouwd, waardoor een een afgraving van ca. 3 m zal gebeuren.

(17)

Welke maatregelen kunnen genomen worden om verstoringen tot een minimum te beperken/te vermijden? Niet van toepassing

Waar en hoe worden de archeologische boringen het best uitgevoerd? Niet van toepassing

Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een vervolgonderzoek? Niet van toepassing

Welke vraagstellingen dringen zich op voor een eventueel vervolgonderzoek? Niet van toepassing

Hoe wordt dit verder onderzoek best in de werken ingepast? Niet van toepassing

Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt voor het onderzoeksgebied geen vervolgonderzoek geadviseerd.

Bovenstaande aanbevelingen dienen louter ter advisering van het bevoegd gezag zijnde het Agentschap Onroerend Erfgoed. Een definitieve beslissing tot het al of niet uitvoeren van een vervolgonderzoek ligt dan ook bij dit bevoegd gezag.

Indien U nog vragen heeft, kan u steeds contact opnemen met de bevoegde erfgoedconsulent van het Agentschap Onroerend Erfgoed, afdeling Limburg.

T.a.v. Annick Arts

Koningin Astridlaan 50 bus 1 3500 Hasselt

tel. 011/74.21.18

(18)

Bijlage 1: Administratieve gegevens

Bijlage 2: Lijst met afkortingen

Bijlage 3: Boringenlijst

Bijlage 4: Fotolijst boringen

Bijlage 5: Overzichtsplan boringen A3

Bijlage 6: Boorprofielen

Bijlage 7: Overzicht foto’s boringen

Bijlage 8: Ontwerpplan wellnesscentrum

(19)

Opdrachtgevende overheid: Onroerend Erfgoed

Uitvoerder: Aron bvba

Vergunninghouder: /

Dossiernummer vergunning: /

Begin vergunning: /

Einde vergunning: /

Aard van het onderzoek: Archeologische bureaustudie en landschappelijk booronderzoek

Begindatum onderzoek: 13 februari 2014

Einddatum onderzoek: 13 februari 2014

Provincie: Limburg

Gemeente: Maasmechelen, Dilsen-Stokkem

Deelgemeente: Eisden (Maasmechelen), Lanklaar (Dilsen-Stokkem)

Adres: Vilverstraat

Kadastrale gegevens: Kadaster Maasmechelen, Afdeling 4, Sectie C, percelen 232c, 233c en 232b(deel) + Kadaster Dilsen-Stokkem, Afdeling 5, Sectie B, perceel 232B Coördinaten: X: 242204; Y: 188742 Totale oppervlakte: 1,1 ha Te onderzoeken: 10 boringen Onderzochte oppervlakte: / Bodem: Zbf1t en OE

Archeologisch depot: Immo Moran NV, Koninginnelaan 58-60, 3630 Maasmechelen

Afb: Topografische kaart met aanduiding van het projectgebied (bron: AGIV).

Bijzondere voorwaarden: Bijzondere voorwaarden bij Maasmechelen – Dilsen-Stokkem Terhills

Omschrijving van de archeologische verwachtingen: Uit het onderzoeksgebied zelf zijn geen archeologische waarden gekend. De Maasvallei heeft evenwel steeds een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op de mensheid. De alluviale vlakte met zijn vruchtbare kleien en lemen was uitermate geschikt voor landbouw. Daarnaast vormden de droge en hoger gelegen dekzandgronden uitstekende locaties voor bewoning. In de ruime omgeving van het onderzoeksterrein zijn verschillende vindplaatsen uit het mesolithicum, het neolithicum, de metaaltijden en de Romeinse tijd gekend.

Wetenschappelijke vraagstelling m.b.t. het onderzoeksgebied: Conform de bijzondere voorwaarden:

-Wat zijn de gekende archeologische waarden in het projectgebied?

-Wat zijn de gekende verstoringen (van de mijnbouw, grindontginningen, gebouwen, wegenis, parkings, riolering, gasleidingen, allerhande overige leidingen, enz)? Hoe diep gaan deze verstoringen en over welke oppervlakte verspreiden ze zich? -Heeft de aanleg van de Zuid Willemsvaart een impact gehad op het projectgebied en de mogelijk aanwezige archeologische sites? Zo ja, welke?

-Een deel van het terrein werd zeker opgehoogd (terills). Hoe ver strekt de ophoging zich uit? Op welke manier werd het terrein opgehoogd (werd de teelaarde eerst verwijderd? materiaal, …)? Wat is de dikte van de ophoging? Wat is de impact op mogelijk aanwezige archeologische waarden?

-Zijn de verstoorde en opgehoogde zones nog relevant voor archeologie?

(20)

erfgoed?

-Welke maatregelen kunnen genomen worden om verstoringen tot een minimum te beperken/te vermijden?

-Waar en hoe worden de archeologische boringen het best uitgevoerd?

-Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een vervolgonderzoek?

-Welke vraagstellingen dringen zich op voor een eventueel vervolgonderzoek?

-Hoe wordt dit verder onderzoek best in de werken ingepast?

Geplande werkzaamheden: Wellnesscenter

(21)

Afkortingen

E-Horizont (uitloging) E

B-Horizont B

Bt-Horizont (aanrijking van klei door

inspoeling) Bt

Bh-Horizont (humus) Bh

Bir-Horizont (ijzer) Bir

C-horizont

(Gereduceerd/Gleyverschijnselen) C(r/g)

Veen V

Tertiair

(Gereduceerd/Gleyverschijnselen) T(r/g)

Bodemkundige Interpretatie (BI):

Bouwvoor BV

Recent verstoord VER

Verveend VV Veengrond VG Ophoging OP Slootvulling SLO Plaggendek PL Antropogeen Dek AD Podzol PO

Geologische Interpretatie (GI):

Löss LSS Colluvium COL Alluvium ALL Dekzand DEZ Rivierafzettingen RIV Fluvioperiglaciaal FPG Tertiair TER Kleur + Vlekken: Blauw BL Bruin BR Donker (kleur) DO Geel GE Gevlekt VL Grijs GR Groen GRO Leemkleurig LE Licht (kleur) LI Mergelkleur ME Oranje OR Paars PA Roest(kleurig) ROE Rood RO Wit WI Zwart ZW Samenstelling: Grind Gr Klei Kl Leem Le

Veen (geoxideerd/gereduceerd) V (o/r)

Zand Za

Puin P

Bijmengsel klei BKl

Bijmengsel silt Bsi

Bijmengsel zand BZa

Bijmengsel grind BGr Bijmengsel humus BG Kleilagen KlL Korrelgrootte: Uiterst fijn uf Zeer fijn zf Matig fijn mf Matig grof mg Zeer grof zg Uiterst grof ug Bijmenging: Baksteen Ba Breuksteen Bs Grind Gr Hout Ho Houtskool Hk Kalk Ka Kalksteen Ks Kei Kei Kiezel Kz Leisteen Lei Mergel Me Mortel Mo Natuursteen Ns Dakpan Dp Silex Si Slak Sl Steenkool Sk Verbrand Vb Zandsteen Zs Zavel Zv Nieuwvormigheden (NVS): Mangaanconcreties Mn Roestvlekken ROE Ijzeroxides Fe

Fosfaatvlekken (groene band) Ff Hoeveelheid: Zeer weinig zw Weinig w Matig m Veel v Zeer veel zv Ondergrens : Scherp S Geleidelijk G Diffuus D Trends in laag:

Naar boven toe fijner FUA

Aan de top humeus TOH

Consistentie (CONS): Zeer slap ZSL Slap SL Matig slap MSL Matig stevig MST Stevig ST Zeer stevig ZST

(22)

Afkortingen veel 2 Periodes: Materiaalcategorie: Aardewerk: Bronstijd BRONS

- Vroege Bronstijd BRONSV

- Midden Bronstijd BRONSM

- Late Bronstijd BRONSL

IJzertijd IJZ

- Vroege IJzertijd IJZV

- Midden IJzertijd IJZM

- Late IJzertijd IJZL

Romeins ROM

- Vroeg Romeins ROMV

- Midden Romeins ROMM

- Laat Romeins ROML

Middeleeuwen MID

- Vroege Middeleeuwen MIDV

- Volle Middeleeuwen MIDH

- Late Middeleeuwen MIDL

- Post Middeleeuwen MIDP

Glas GL Keramiek AW Metaal ME Mortel MO Organisch OR Pleisterwerk PL Terracotta TC Steen ST Dikwandig (ROM) DW

Dikwandig amfoor (ROM) AM

Dikwandig dolium (ROM) DO

Dikwandig wrijfschaal (ROM) MO

Gebronsd (ROM) GB

Geglazuurd (MID) + GL

Geverfd (ROM) GV

Gladwandig (ROM) GW

Grijsbakkend (MID) GRIJS

Handgevormd HA

Kurkwaar KU

Maaslands witbakkend (MID) MAAS-TG1

Maaslands roodbakkend (MID) MAASL-TG3

Pompejaans rood (ROM) PR

Porselein PORS

Protosteengoed (MID) PSTG

Roodbakkend (MID) ROOD

Roodbeschilderd (MID) RBES

Ruwwandig (ROM) RW

Steengoed (MID) STG

Terra nigra (ROM) TN

Terra rubra (ROM) TR

Terra sigillata (ROM) TS

Lowlands (ROM) LOW

(23)

MA-14-TE Boringenlijst 1

01 Bos Edelmann 242219 188770 42,50 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

01 / / / / / Nee C 0-110 / RIV ORGE Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

02 Bos Edelmann 242213 188764 41,70 Nee / / / / / / / / / / / / / / / JS

02 / / / / / Nee C 0-75 / RIV GEBEI Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

03 Bos Edelmann 242206 188760 41,70 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

03 / / / / / Nee C 0-100 / RIV GEBEI Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

04 Bos Edelmann 242195 188753 40,29 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

04 / / / / / Nee A 0-20 BV/VE

R

/ BR Za mf Gr (v) / / S / SL 1 / / JS

04 / / / / / Nee A 20-40 VER / DOGR

+ LIGR

Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

05 Bos Edelmann 242186 188751 38,38 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

05 / / / / / Nee A 0-50 VER / DOGRB

R + VL BEI

Za mf Gr (v) / / / / SL 1 / / JS

06 Bos Edelmann 242197 188797 41,73 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

06 / / / / / Nee C 0-160 / RIV GEOR

+ WI

Za zf Gr (w) / / S / ZSL 0 / / JS

06 / / / / / Nee C 160-170 / RIV ZW KlL / Kz (v) / / / / ZST 0 / / JS

07 Bos Edelmann 242187 188778 39,94 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

07 / / / / / Nee A 0-25 BV/VE

R

/ GRBR Za mf Gr (m) / / S / SL 1 / / JS

07 / / / / / Nee A 25-35 VER / DOGR

+ LIGR

Za mf Gr (m) / / S / MSL 0 / / JS

07 / / / / / Nee C 35-100 / RIV GEBEI Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

08 Bos Edelmann 242262 188717 43,08 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

08 / / / / / Nee Ah 0-30 BV / DOBRG

R

Za mf Gr (m) / / S / SL 1 / / JS

08 / / / / / Nee C? 30-90 / RIV LIBRGR Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

09 Bos Edelmann 242234 188712 41,79 Nee / / / / / / / / / / / / / / / / JS

09 / / / / / Nee Ah 0-30 BV / DOBRG

R

Za mf Gr (m) / / S / SL 0 / / JS

09 / / / / / Nee C 30-50 / RIV WIGR Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

09 / / / / / Nee C 50-90 / RIV GEOR Za mf Gr (v) / / / / SL 0 / / JS

(24)

MA-14-TE Boringenlijst 2

10 / / / / / Nee A 0-20 BV/VE

R

/ DOGR Za mf Gr (v) / / S / SL 0 / / JS

(25)

MA-14-TE Fotolijst boringen 1 8452 Profiel / BP2 / / 8453 Profiel / BP2 / / 8454 Profiel / BP3 / / 8455 Profiel / BP3 / / 8456 Profiel / BP4 / / 8457 Profiel / BP4 / / 8458 Profiel / BP4 / / 8459 Profiel / BP5 / / 8460 Profiel / BP5 / / 8461 Profiel / BP6 / / 8462 Profiel / BP6 / / 8463 Profiel / BP6 / / 8464 Profiel / BP7 / / 8465 Profiel / BP7 / / 8466 Profiel / BP7 / / 8467 Profiel / BP8 / / 8468 Profiel / BP8 / / 8469 Profiel / BP8 / / 8470 Profiel / BP9 / / 8471 Profiel / BP9 / / 8472 Profiel / BP10 / / 8473 Profiel / BP10 / /

(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)

li ft z o n d e r m a c h in e k a m e r m o to r in s c h a c h t li ft z o n d e r m a c h in e k a m e r m o to r in s c h a c h t R F = 3 0 ' R F = 3 0 ' R F = 3 0 ' R F = 3 0 ' R F = 3 0 ' RF=30' RF=30' RF=30' RF=30' TECHN. RUIMTE DOUCHES SAN. DAMES SAN. HEREN DOMPELBAD KEUKEN ZW EMBAD LOCKERS BUREAU 1 BUREAU 2 BEHANDELING 1 BEHANDELING 2 BEHANDELING 3 BEHANDELING 4

BEHANDELING 5 BEHANDELING 6 BEHANDELING 7 BEHANDELING 8 TECHN. RUIMTE

TECHN. KOKER

TECHN. RUIMTE

SAUNA TECHN.KOKER

LIFT LIFT BADJAS TECHN. RUIMTE A' A KETEL SAUNA KETEL SAUNA B A D J A S S E N DOUCHES TECHN.RUIMTE ZW EMBAD + STOCKAGE PRODUCTEN NOORD NOORD N O O R D

Trap van 21 treden aantrede = 24 cm optrede = 17,23 cm 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 13 12 15 16 17 18 19 20 21 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 13 12 15 16 17 18 19 20 21

Trap van 21 treden aantrede = 26 cm optrede = 17,23 cm

Trap van 21 treden aantrede = 24 cm optrede = 17,23 cm

RUST & KRISTALKAMER

Trap van 21 treden aantrede = 27 cm optrede = 17,33 cm

01

Trap van 8 treden aantrede = 27 cm optrede = 16,25 cm 02 03 04 05 06 07 08 TECHN. RUIMTE ZW EMBAD TECHN.RUIMTE CABINE STROOM LIFT LIFT 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 15 16 17 18 19 20 21 KETEL KETEL WC

Trap van 21 treden aantrede = 27 cm optrede = 17,33 cm Trap van 21 treden

aantrede = 27 cm optrede = 17,33 cm 0102 03 04 05 06 07 08 09 10 1112 13 15 16 17 18 19 2021 2120 1918 1716 15 13 12 111009 0807 0605 040302 01 21 20 19 18 17 16 15 13 11 12 10 09 08 07 06 05 04 03 02 01 20 19 18 16 15 21 11 10 09 08 07 06 12 13 14 1413 05 04 03 02 01 11 10 09 08 07 06 12 05 04 03 02 01 B' B

K E L D E R - R I O L E R I N G

GEBOUW A

K E L D E R - R I O L E R I N G

GEBOUW B

Trap van 21 treden aantrede = 24 cm optrede = 17,23 cm SAUNA SAUNA RM RM RM RM RM D

K E L D E R

THERMAAL BORRELBAD

D O O R S N E D E D D '

THERMAAL BORRELBAD THERMAAL BORRELBAD NOORD foto 1

T E R R E I N G E G E V E N S

LI G G I N G : H O E V E W E G / I S I S L A A N K A D A S T R A L E G E G E V E N S : N U T S V O O R Z I E N I N G E N : - W A T E R L E I D I N G - E LE C T R I C I T E I T H O O G S T A M M I G E B O M E N T E K A P P E N I N B O U W Z O N E Z O N E V O O R V E R B L I J F S R E C R E A T I E - O P E N B A R E R I O L E R I N G 4 ° A f d e l i n g S e c t i e C n r s . 2 3 2 B / D E E L , 2 3 2 C , 2 3 3 C O P N A M E P U N T E N F O T O ' S A A R D V E R W A R M I N G : W A R M T E P O M P M A A S M E C H E L E N O P P E R V LA K T E P E R C E E L : 1 12 a 1 6c a K B . 0 1 . 0 9 . 1 9 8 0 G E W E S T P L A N : L I M B U R G S M A A S L A N D G E E N B P A

B R A N D P R E V E N T I E

G E E N G O E D G E K E U R D V E R K A V E L I N G S P L A N R O O K M E L D E R C O N F O R M N O R M N B N E N 1 4 6 0 4 RM G R I N D P L A S Z O N E V O O R O N T B O S S I N G ( T O T A A L T E O N T B O S S E N Z O N E I S 4 . 928, 60 m 2 )

H E M E L W A T E R

N I E T - W A T E R D O O R L A T E N D E V E R H A R D I N G E N : 1 0 8 , 4 8 M ² 8 7 , 6 8 M ² G E E N H E M E L W A T E R P U T N O O D Z A K E L I J K - K W S - V E R H A R D I N G T O E G A N G - G R A N I E T T E G E L S A A N T O E G A N G T O T A A L N I E T - W A T E R D O O R L A T E N D E V E R H . : 3 8 9 , 0 6 M ² 1 0 4 , 5 4 M ² - K W S - V E R H A R D I N G P A R K I N G G E E N I N F I L T R A T I E V O O R Z I E N I N G N O O D Z A K E LI J K B O U W E N V A N W E L L N E S S C O M P L E X ( Z O N E T E O N T B O S S E N )

T E R R E I N P R O F I E L

S C H A A L : 1 / 5 0 0 A s I S IS L A A N N iv e a u 4 3 .3 0 K W S -v e rh a rd in g O p e n g ra c h t O p e n g ra c h t P e rc e e ls g re n s PLATDAK HOOFVOLUME AF TE WERKEN MET PANELEN

IN NATUURSTEEN (CFR. GEVELBEKLDEING) 3 9 , 7 5 M ² - G R A N I E T T E G E L S A A N G E B O U W C 4 0 , 8 1 M ² - G R A N I E T T E G E L S A A N G E B O U W B A L L E D A K O P P E R V L A K T E S Z I J N V O O R Z I E N V A N E E N G R O E N D A K H E M E L W A T E R V A N V E R H A R D I N G E N O P N A T U U R L I J K E W I J Z E I N B O D E M I N F I L T R E R E N P R U P B I P O O L E I S D E N L A N K L A A R 7 , 8 0 M ² - G R A N I E T T E G E L S A A N G E B O U W A

I N P L A N T I N G O N T B O S S I N G

S C H A A L : 1 / 5 0 0 D I L S E N -S T O K K E M M A A S M E C H E L E N g e m e e n t e g r e n s GEBOUW B GEBOUW C GEBOUW A T E R R E IN P R O F IE L T E R R E IN P R O F IE L nieuwe verharding in KWS - 104,54 m² nieuwe verharding in KWS - 108,48 m² nieuwe verharding in graniet tegels - 87,68 m² nieuwe verharding in graniet tegels - 40,81 m² nieuwe verharding in graniet tegels - 39,75 m² nieuwe verharding in graniet tegels - 7,80 m² Z O N E V O O R O N T B O S S I N G E N V E R H A R D I N G I N G R A S S D A LL E N T B V . B R A N D W E E R D U N N I N G S K A P V A N B E S T A A N D E N A T U U R LI J K E V E G E T A T I E ( 800 , 89m 2 ) T E R R E IN P R O F IE L T E R R E IN P R O F IE L D I L S E N -S T O K K E M M A A S M E C H E L E N g e m e e n t e g r e n s Strijklaag Onderlaag in asfalt Fundering Onderfundering Zachte berm

D W A R S P R O F I E L W E G

S C H A A L : 1 / 2 0 2% 2% Open gracht

Zachte berm Zachte Open gracht Zachte berm

berm s c h a a l 1 / 1 . 5 0 0 s c h a a l 1 / 2 0 . 0 0 0

L I G G I N G

S I T U A T I E

ontwerp

B O U W E N V A N W E L L N E S S C O M P L E X

1/100

21.11.2013

190913

01/03

I N P L A N T I N G - S I T U A T I E - L I G G I N G

T E R R E I N P R O F I E L - K E L D E R

onderwerp

WIJZIGINGEN: GETEKEND: K.B. TEL. 089/76.40.77 - FAX. 011/87.21.00

provincie

gemeente

ligging

situatie

opdrachtgever

architect

Limburg

Maasmechelen

Isislaan ( Dilsen )

Sie. C nrs: 232B/deel, 232C, 233C

Immo Morran nv.

Koninginnelaan 58-60

3630 Maasmechelen

Francis Schellens

Hentjenslaan 9

3511 Hasselt

4° afdeling

Voor akkoord: E-MAIL: francis.schellens@telenet.be

schaal:

datum:

dos:

blad:

zaakvoerder dhr. Luc Kumpen

INDEX: DATUM: AARD VAN WIJZIGING:

A A N V R A A G T O T M I L I E U V E R G U N N I N G

W.B.

A 20.10.2013 AANVULLINGEN IN GEVOLGE BESPREKING MET GEMEENTE MAASMECHELEN

60 153 60 153 60 153 60 153 60 153 60 153 60 153 6 633 60 220 60 153 60 153 60 153 60 302 60 153 60 153 60 153 60 220 60 633 6 153 60 153 60 153 60 153 60 153 60 153 60 153 60 1200 30 1230 633 280 1700 280 633 1497 6520 1497 90 370/250 288 240/250 288 370/250 90 1736 2000 405 520 35 600 35 520 1840 38 287 40 160 40 570 140 810 5955 325 1760 2 3 0 3 2 0 1 1 2 0 3 2 0 5 0 5 2 4 9 5 6 9 5 1 5 4 2 1 3 6 0 3 0 5 5 0 3 0 6 0 1 3 3 8 0 2 4 5 6 0 2 5 0 4 0 4 0 4 0 1 8 0 4 0 1 5 0 4 0 1 9 0 2 6 0 4 0 8 6 8 6 1 0 1 1 2 2 2 3 0 1 9 0 2 6 0 4 0 1 9 6 5 3 6 0 2 3 5 5 1 2 1 8 2 6 9 4 3 0 5 0 4 0 1 5 0 4 0 1 8 0 4 0 4 0 1 9 6 5 3 6 0 2 3 5 230 203 407 270 270 407 203 78 1527 230 880 880 1605 3595 633 262 262 633 40 416 426 426 426 426 232 48 426 19 132 486 132 19 426 48 232 426 426 426 426 416 40 40 20 100/215 100 220/250 130 220/250 130 220/250 130 220/250 130 220/250 130 220/250 162 18 30 665 20 15 240 15 20 665 30 18 270 350/215 632 90/215 60 90/215 329 300 271 30 156 19 340 10 350 10 350 10 350 10 320 10 445 30 300 20 15 970 15 20 300 30 18 883 18 19 442 19 353 19 18 621 1230 30 2210 19 151 30 434 19 734 19 220 19 195 30 151 19 530 19 1033 19 18 351 30 189 1251 30 30 315 10 300 10 300 10 300 19 566 19 531 30 1640 30 531 19 1202 37 581 40 35 141 19 165 80 524 24 144 256 144 24 524 80 165 19 141 35 630 19 797 19 298 19 18 160 40 3 5 5 2 5 1 9 1 5 0 1 9 5 8 5 3 7 2 7 5 2 8 0 4 0 3 5 5 2 5 1 9 1 5 0 1 9 5 8 5 3 7 2 0 2 5 5 2 6 0 2 0 4 0 4 0 4 0 1 8 0 4 0 3 5 5 2 5 1 9 7 5 4 3 7 5 9 5 4 0 2 6 0 1 1 0 1 1 0 /2 1 5 3 7 5 3 7 4 1 8 1 9 3 9 1 1 9 1 7 0 1 9 4 3 5 1 9 1 6 8 3 5 3 7 8 2 3 3 0 4 3 6 1 9 7 2 2 1 9 4 2 6 3 0 1 8 3 7 8 2 3 3 0 4 3 6 1 9 7 2 2 1 9 4 2 6 3 0 1 8 2 1 7 4 7 7 3 7 1 1 0 1 5 8 1 0 4 4 5 1 3 0 4 3 5 2 0 1 5 1 9 0 3 2 0 1 9 0 1 5 2 0 4 1 7 4 8 4 0 2 6 0 1 1 0 1 1 0 /2 1 5 3 7 5 5 5 1 4 9 1 9 1 8 2 1 4 1 9 3 9 1 1 9 1 7 0 1 9 4 3 5 1 9 1 6 8 3 5 3 0 3 4 8 1 9 2 6 0 1 9 7 4 8 1 9 1 8 2 1 4 1 8 1 9 1 8 2 5 5 2 0 2 0 2 6 0 4 0 3 0 3 4 8 1 9 2 6 0 1 9 1 7 0 1 9 5 5 9 1 9 2 5 0 3 7 5 9 5 4 0 4 0 1 8 0 4 0 3 0 5 1 0 1 8 1 9 5 3 1 1 9 1 8 2 0 1 0 0 /2 1 5 1 1 1 5 8 0 2 4 5 6 0 2 5 0 4 0 R 1110 R 1080 R 27 0 R 240 30 200 5 30 5 120 50 272 8 30 120 240 240 120 30 8 272 50 120 5 35 200 30 70 310 360 410 195 30 230 40 442 38 720 38 442 40 230 70 1080 195 30 230 40 1680 40 78 152 1345 30 2 7 0 2 3 5 8 8 0 6 5 5 2 2 5 5 0 5 2 2 6 5 2 3 0 2 7 5 2 7 0 2 4 0 3 0 5 1 2 0 5 0 2 7 2 8 3 0 1 2 0 2 4 0 2 4 0 1 2 0 3 0 8 2 7 2 5 0 1 2 0 5 3 0 5 2 3 0 1 1 2 2 3 0 5 5 0 3 0 1 4 5 4 5 5 1 7 0 1 4 0 1 7 0 4 5 5 1 4 5 145 455 170 140 170 455 145 3 0 2 2 5 1 5 1 5 5 5 0 1 5 1 5 2 2 5 3 0 3 0 1 0 6 0 3 0 3 0 2 4 0 1 9 0 2 0 0 1 9 0 2 4 0 3 0 30 295 40 160 40 640 880 1605 ±0.00 -3.64 -3.24 -4.44 -4.74 -3.44 -4.04 3 0 1 2 0 560 30 125 85 80 85 125 30 560 280 280 7 0 0 7 0 0 3 0 2 5 0 2 5 0 1 4 0 3 0 0.00 V E R H A R D I N G I N G R A N I E T T E G E L S ( Z O N E T E O N T B O S S E N ) 11766 429 2047 4668 1520 1605 1497 1 2 2 5 8 2 8 7 5 5 0 5 1 3 3 6 1 2 8 9 1 9 6 5 3 6 5 2 3 3 6 1 5 8 7 2 8 7 5 5 0 5 1 7 6 0 2 8 3 0 2 7 0 1 2 7 3 7 V E R H A R D I N G I N K W S - V E R H A R D I N G ( Z O N E T E O N T B O S S E N ) -0.10 -0.15 -0.10 +10.22 +15.12 +4.32 +15.12 +1.00 -3.38 -6.48 -6.38 9 0 2 8 0 4 2 0 570 560 570 7 9 0 719 2 14461 2867 11594 26466 1448 11986

Niveau 36.01 = waterpeil (peil -7.39)

200 200 400 50 40 90 50 40 90 2 0 11 1 0 41 2 0 11 1 0 41 RWA ø160 RWA ø125 RWA ø160 RWA ø125 R W A ø 1 6 0 a fv .s a n .ø 9 0 /1 1 0 a fv .w c .ø 1 1 0 afv.wc.ø110 afv.san.ø90/110 RWA ø160 afv.san.ø90/110 afv.wc.ø110 a fv .w c .ø 1 1 0 a fv .s a n .ø 9 0 /1 1 0 afv.wc.ø110 afv.san.ø90/110 a fv .w c .ø 1 1 0 a fv .s a n .ø 9 0 /1 1 0 < < R W A ø 1 6 0 < < R W A ø 1 1 0 R W A ø 1 1 0 A A N S L U IT IN G O P G R O N D G E B IE D S T A D D IL S E N -S T O K K E M V O L G E N S A P A R T E S T E D E N B O U W K U N D IG E B O U W A A N V R A A G D A K B E D E K K IN G A F G E D IC H T M E T P A N E L E N I N N A T U U R S T E E N ( G R A N IE T ) A A N S L U IT IN G O P B E S T A A N D E B O S W E G

BEBOUW ING WORDT VISUEEL AFGESCHERMD VAN UIT GEMENGD OPEN GEBIED BMV.

BESTAANDE BEGROEIING EN AANVULLENDE ELEMENTEN UIT DENNEN EN BERKEN

COLLECTORPUT RWA - PVC ø315

RWA TE LOZEN IN GRINDPLAS BUITEN KREKENGEBIED LINKS VAN INPLANTING

<< afv.wc.ø110 << << afv.san.ø110 << AANSLUITING OP DE VOORHANDE ZIJNDE RIOLERINGSSYSTEEM SYFONPUT DWA - PVC ø315 a fv .s a n . g e b o u w C SYFONPUT DWA - PVC ø315 2159 3 1497 4 6619 2388 6 1824 7 563 9 12531 21621 414 3 304 9 >>ø160>> OPSLAG/BUFFER HOUTPELLETS ONDER GROND LOZING ZW EMBAD IN BUFFER T.B.V HERBRUIK TOILETTEN OVE RLO OP NAAR DW A

L E G E N D E

M I L I E U V E R G U N N I N G

(32)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de veranderde verhoudingen tussen de winter- en zomerarealen heeft er over het to- taal areaal granen geen stijging van de gemiddelde kg-opbrengsten plaatsgevonden.. Uit

Uit internationale ringtesten blijkt dat een detectiegrens (limit of detection, LOD) van 0,1 % dierlijke producten in diervoeder goed realiseerbaar is voor deze methode. Metingen

Dit is geen bewuste keuze, maar meer een weerspiegeling van een drievoudig gebrek aan kennis: ten eerste is het voorkomen van bijzondere natuurwaarden niet goed bekend, ten tweede is

Conclusie is dat er goede resultaten zijn bereikt, maar nieuwe kennis en vooral aandacht voor praktische handvatten voor de teler blijven nodig.. “Hoe krijgen we de kennis bij

Vooral de wortels van containerplanten kunnen beschadigd raken; ziektes krijgen daardoor meer kans.. Ook de gewasgroei kan geremd worden bij

In het geval twee drainage stelsels werkzaam zijn in het model, worden voor de bepa- ling van de totale Freatische Lekweerstand de volgende stappen doorlopen:.. Bepaal voor

Iets meer dan de helft van de deelnemers aan TRIALS zeggen door de training zich bewust te zijn geworden van de gevaren van mobiel bellen in de auto.. Voor de Oculus Rift-groep en

Many - the characteristic - blind spot crashes occur at junctions in urban areas when a lorry wants to turn right from stationary and a cyclist riding to the right of or diagonally