• No results found

Het Instituut voor Perceptie-Onderzoek (IPO) te Eindhoven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het Instituut voor Perceptie-Onderzoek (IPO) te Eindhoven"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het Instituut voor Perceptie-Onderzoek (IPO) te Eindhoven

Citation for published version (APA):

Bouma, H. (1983). Het Instituut voor Perceptie-Onderzoek (IPO) te Eindhoven. Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde. A, 49(2), 50-53.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1983 Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Nederlands

Tijdschri&

voor NatuurkUnde

Uilgave van de Nederlandse Natuurkundige Vereniging

Jaargang i\ 49 (2) 1983

Redactie:

proL dr. :\.van dn \\oude. V()orzitter

dr. .. \. BroL'SL' van (~roenou prnf. Jr. P.J. l3russaarJ S.ll. llkns drs. J. lleijn dr. 11.\1. Rietveld JHtlf. Jr. I.\\. Sluijter B(lCkrcccnsies: dr. J .J. Broeder BcstuursgL·delcgL'l'H.lc NNV: dr. îr. \1.1 .ll. SL'IHIUfllLtllS R cd acticsccrctariaa t drs. J.W . .\til!L'nhurg

Van \'olknhovcnlaan 661.3527 JP l'trecht

telcloon 030-Y4H341 tc'ln 40445

Produktie en advertenties:

Uureau I· llens BV,

Duin\\C!! 9 (~5.SS rn. Postbu:-. i'-:43~3 i250H All), llcn Haa~. tekfoun 070-5 IJ !205 *

Abonnementen:

De NcdcrlanJsL' \"atuurkundi~c \'crL'IlÎ,1.!ing:,

l'rincctonpkin 5, Postbus HO.IlOO, 350H T.-\ l trecht, tclduon 030-532329, post~iru 263079. Ik administratie behandelt alk taken IK'trl'ilcndL' het liJmaatsch:.tp van de NNV, aiH>lllll'lllL'IltC'n op het \"Tv\:, evenals alll' hcta.lin~L'll.

Het :\ederL.tnJs Tijd~L·hrift VlHJr \atuurktt!Hk-A vcrschijnt viermaal per jaar L'll i~ huofJLakl'!ijk bestemd vuur kortL' overzil'IItsartikckn, diL' van bl'!ang: kunnen zijn voor een in dL' fysica geïnteressel"rde kzerskring.

,\L'tuele inforrnatiL' op natuurkundig en hicrmL'L' samcnhang:L·nd maatschappl'lijk gchil"d, verenigingsnieuws l"ll verJL·rc ml'JcJding:cn aan dL' ~cdcrlandsc natuurkundîg:en wordL·n gcp:cVL'n in het veertiendaagse tijdsl'iuirt ~Tv~-13.

lkidc tijdschriften v.. ordl"n uitgegl'VL'Il door Lk Nedcrbndsc !\Jatuurkundige Vereniging L'll toegezonden aan haar leden.

De contributie van de ~NV bedraagt bij gewoon lidmaatschap f 95, :voor leden van de KNC\", het Klvl, de NAC, NVON, de Belg. Nat. Ver. of het 1\.NGMG f 80, . voor studenten l'n militairen

f 35, . voor afgestudeerden gedurende 2 jaar na het afstuderen f

65,-Lcden van de K:S:CV, de '<AC, het Wiskundi~ Genootschap, :S:VON, Klvl of het NI RC, kunnen zich abonneren op het NTvN tegen de gereduceerde prijs van f 56, . Opgave voor gereduceerde a bonnemen ten bij het secretariaat van de desbetreffende vereniging.

Betaling geschiedt aan de NNV.

Losse abonnementen op het NTvN kunnen wor-den genomen bij de administratie van de NNV. Abonnementsprijs f 76,- (buitenland f 88, ). Losse nummers NTv:S:-A f 6,50.

Bijvoegsel bij NTvN- 849 ( 15) ( 1983)

ROM-geheugen 1'1111 1 ó hits.

50

Het voor u liggende nuiiZIIZer, 1983/2, vcrschijnt later dan u zouhebben mogen venvachtenvoor een tijdschrift dat 4 x per jaar dient te verse/zijnen. Dit is niet !zet gevolg van een onverwachte vertraging tzjdens de voorberei-dingsperiode maar is !zet resultaat van een weloverwogen beslissing, geno-men onzdat ook op !zet NTvN-A bezuinigd elient te worden. De ons opge-legde bezuiniging is zodanig geweest dat, evenals dat voor 1982 /zet geval was, ook dit jaar cle redactie /zeeft hesloten om in plaats van vier normale nummc'rs, twee normale nummers en een dubbelnummer (

3/4

gecombi-neerd) uit te brengen Dit laatste dubbclnunzmer kunt u dan in december tegemoet zien

Dit nummer heeft als thema de lzalfgcleiclerfl'Sica en toepassingen. Het is tot stand ge komen dankzij de medewerking van dr. J. F V erwey, die ook !zet inleidende artikel/zeeft geschreven. Deze tak van /J'sica en technologie staat aan de basis van een nieuwe industrii'lc ontwikkeling clie diep zal ingrijpen in !zet rnaatschappelijk gebeuren. Fysici, en vooral de iets oudere, kennen dat l'crschijnsel al- de kemf.\·sica /zeeft ciczelfde rol zo'n 30 jaar geleden gespeeld. üz evenals clat I/Zet de kemfl'Sica !zet geval is, dreigt ook /zier !zet gelJaar dat de geweldige gevolgen van de toepassingsmogelijkheden doen vergeten clat de fvsica die eraan ten grondslag ligt, !zeel interessant kan zijn ik !zoop dat dit mmzmer u ervan zal overtuigen dat wat de lzalfgeleider-fl'Sica betreft, dit inderdaad !zet geval is.

A. van der Woude

Het Instituut voor Perceptie-Onderzoek

(IPO) te Eindhoven

H.Bouma

In Eindhoven, op het terrein van de Tech-nische Hogeschool, leiden gele bordjes naar het !PO-gebouw. Het !PO is het laatste jaar enige malen in het nieuws geweest, onder meer in september 1982 bij het vieren van het zilveren jubileum en in februari 1983, toen minister Deetman op het TH-terrein de eerste paal heide voor een complex van drie gebouwen waarvan het nieuwe !PO-gebouw deel zal uitmaken. Het !PO is primair een onder-zoeksinstituut, om inzicht te winnen in de menselijke verwerking van informatie. speciaal in relatie tot apparatuur en programmatuur. Op verzoek van uw redactie volgt hier een korte schets waarin wordt ingegaan op (a) organisatievorm, wijze van financiering, soorten medewer-kers e.d. en (b) het belangrijkste: ons on-derzoek en onon-derzoekprogramma.

Organisatievorm

Het Instituut voor Perceptie-Onderzoek gaat uit van een gelijknamige stichting die in 1957 door de THE en Philips is opge-richt met als doel: 'de bevordering van

het zuiver en toegepast wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de perceptie en de daarmee verwante gebieden, zulks in het bijzonder in het belang van het hoger onderwijs en van al die overheids-, semi-overheids- en particuliere instel-lingen welke bij een dergelijk onderzoek zijn gebaat' (artikel 2 der statuten). In de Raad van Beheer van de Stichting zijn de THE en Philips ieder met twee leden vertegenwoordigd, ZWO met één. De Raad van Beheer heeft thans de volgende samenstelling dr. ir. J. Nijman (THE. voor-zitter), prof. dr. W.A.T. Meuwese (THE), dr. ir. K. Teer (Philips), dr. ir. N. Haze-windus (Philips) en drs. J. Smits (ZWO). De Stichting kent een landelijk samen-gestelde Wetenschappelijke Raad, die de Raad van Beheer en de directeur op wetenschappelijk terrein van advies dient. De samenstelling ervan laat zien dat er veel vakgebieden zijn die bijdragen tot of verbonden zijn met natuurwetenschappe-lijk georiënteerd perceptie-onderzoek. V oorzitter van de Wetenschappelijke Raad is prof. dr. H.B.G. Casimir.

De dagelijkse leiding van het !PO is in handen van de directeur, vanaf de

(3)

ting achtereenvolgens prof. dr. J.F. Schouten (1957 - 1972),

,..a

dr. C.A.A.J. Greebe (1972- 1975) en prof. dr. H. Bouma (vanaf 1975). De directeur is verantwoording schuldig aan de Raad van Beheer.

Steun van de THE en Philips aan de Stichting is contractueel vastgelegd. Beide instanties detacheren medewerkers op het Instituut; de THE verzorgt gebouw en inrichting, Philips de apparatuur (o.m. een computer V AX 11 /780). Voorts be-staan er overeenkomsten op octrooi-gebied. Het totale jaarbudget van het IPO is ongeveer 6 Mfl.

Aan de THE-kant is een zo goed moge-lijke aansluiting bij de WUB bereikt via een Vakgroep Perceptieleer, waartoe de THE- en ZWO-medewerkers van het IPO behoren. Een speciale commissie IPO-THE, met vertegenwoordigers van vrijwel alle afdelingen van de THE, fungeert als Onderzoekscommissie ten aanzien van het IPO. Aan de THE-kant neemt het IPO ook deel aan de Beleidscommissie voor Biomedische- en Gezondheidstechniek (B.M.G.T.). Het onderzoekprogramma is vanaf 1983 voor vijf jaar opgenomen in de voorwaardelijke financiering.

Aan de Philips-kant functioneert het IPO als een speciale onderzoeksgroep van het Natuurkundig Laboratorium binnen de hoofdgroep Systemen.

Als Stichting kan het IPO onderzoek-contracten afsluiten met derden. Omdat de Stichting evenwel zelf geen personeel in dienst heeft, lopen contracten voor IPO-onderzoek tot dusverre formeel via de THE dan wel via Philips.

Op het IPO werken 50 à 60 medewerkers, alsmede een twintigtal studenten. De ca. 25 onderzoekers komen qua opleiding voornamelijk uit de natuurkunde, de elek-trotechniek, de fonetiek en de experi-mentele psychologie (psychonomie). Zowel in de taalkunde als in de psycho-logie is dus met nadruk gekozen voor de natuurwetenschappelijke aanpak. Dit vloeit logisch voort uit de opstelling van het IPO in een technisch-industriële omgeving. Alle medewerkers van het IPO zijn in dienst van een andere organisatie

Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde A49 (2) 1983

Het huidige !PO-gebouw op het THE-terrein. Het vierkante gebouw is het oor-spronkelijke !PO-gebouw. Naar rechts en links zijn later uitbreidingen gevolgd. De !PO-nieuwbouw is inmiddels begonnen

vlak bij het huidige gebouw en zal naar verwachting in 1985 gereed komen.

(Philips, THE, ZWO e.d.) en door die organisatie gedetacheerd op het IPO.

Onderzoekprogramma

In het onderzoekprogramma van het IPO wordt het begrip perceptie nader ingevuld. Deze invulling is over de jaren heen niet constant, en verschuift geleidelijk met verworven inzichten en met nieuwe tech-nische mogelijkheden. Voor de huidige tijd is de invulling 'menselijke informatie-verwerking' gekozen. Deze omvat het op-nemen en verwerken van zintuiggegevens, zodat deze een interne geheugenrepre-sentatie krijgen, en ook het overdragen van informatie naar buiten. We zijn daarbij vooral ook geïnteresseerd in een infor-matieuitwisseling die via apparatuur en programmatuur verloopt. Bij het IPO ligt een sterk accent op informatie die door natuurlijke taal wordt gedragen, met name via spraakgeluid en via tekst. De inspiratie voor het onderzoek komt zowel voort uit theoretische inzichten of vragen als uit praktijkproblemen of potentiële toepas-singen. Steeds proberen we daarbij uit te gaan van het inzicht (c.q. gebrek aan in-zicht) in de informatieve situatie. Met name willen we beter begrijpen hoe de relatie is tussen de fysische stimuli uit de buitenwereld en de analyse en selectie daarvan door de gebruiker: wat horen of zien wij, wat herkennen wij, wat onthou-den of vergeten wij, hoe reageren wij? Het gaat dus om de interne representaties die de stimulering oproept, tegen de achter-grond van wat zich heeft vastgezet van vroegere stimuleringen of reacties. Ik zal nu deze algemene beschrijving wat con-creter maken door het onderzoek in de verschillende onderzoeksgroepen van het IPO kort de revue te laten passeren.

Horen en Spraak

(He-rkenning en synthese van spraak)

Een hoofdprobleem is hier hoe de ver-banden liggen tussen fysische spraak-signalen en het verstaan en herkennen daarvan. Een goede toetsing van hoever we daarmee gevorderd zijn, bestaat uit het produceren van spraak met allerlei gewenste eigenschappen. Dat vormt een harde 'vertaling' van onze inzichten en een directe toets van de kwaliteit ervan. Deze methode wordt wel genoemd: analyse door synthese. Als routine wordt spraak op het IPO geanalyseerd in ampli-tude, toonhoogte, stemhebbendheid en energiemaxima in het frequentiespectrum (formanten). Vervolgenskunnen deze parameters gemanipuleerd worden, zodat de perceptieve effecten van bepaalde ingrepen systematisch kunnen worden nagegaan. Op deze wijze is onder meer een theorie tot stand gekomep over de Nederlandse en Engelse zinsintonatie. Een belangrijk gevolg van dit onderzoek was dat het ons leidde tot een efficiënte beschrijving van het spraaksignaal, zodat vanuit een zuiniger geheugenrepresentatie (van b.v. 1000 bits per seconde) spraak met een vrij goede kwaliteit kon worden gemaakt. Industrieel is dit vertaald in een 'Philips spraakchip', die deze omzetting uitvoert. Hiermee wordt spraak in allerlei apparatuur onmiddellijk toegankelijk.

Voorwaarde voor deze vorm van 'elek-tronische spraak' is dat de gekozen spraak-boodschappen vooraf zijn geanalyseerd, leidend tot de bedoelde geheugenrepre-sentatie. De tekortkomingen van dit systeem zijn een directe weerslag van het tekort aan onze inzichten. We werken thans aan een systeem dat op basis van kleinere bouwstenen alle woorden en zin-nen kan produceren, compleet met correc-te woordklemtoon en zinsintonatie. Behal-ve aan synthese van spraak besteden we ook aandacht aan de menselijke spraakher-kenning, om te weten te komen hoe uit het zeer complexe en variabele spraak-signaal zo'n ondubbelzinnige herkenning van woorden en zinnen kan voortvloeien. Ook hier maken we onze ideeën en inzich-ten expliciet in computer-programma's, waarmee tevens een brug wordt gelegd naar automatische spraakherkenning. Het zal duidelijk zijn dat kennis van de psycho-akoestiek, d.w.z. de verwerking van eenvoudige en meer complexe signalen door het gehoor, een onmisbare pijler is

(4)

van het spraakonderzoek. Daarnaast stelt de psycho-akoestiek ons in staat om voor-komende vragen op het gebied van ge-luidshinder, muziek-kwaliteit e.d. te hel-pen beantwoorden.

Zien en lezen

(Beeldscherm en beeldkwaliteit)

Bij het lezen is de problematiek in zoverre verschillend van het verstaan van spraak, dat de beheersing van de signalen, te weten gedrukte tekst of beeldschermtekst, een-voudiger is dan voor spraak. Dat neemt niet weg dat een aantal van de perceptieve problemen verwantschap vertoont. Zo is het waarschijnlijk dat na het stadium van resp. de visuele analyse van tekst en de auditieve analyse van spraak de verdere herkenningsprocessen op een zelfde stra-mien gebaseerd zijn.

Maar er zijn ook problemen die specifiek zijn voor het lezen, zoals de besturing van oogbewegingen, want bij het lezen kunnen we tot op zekere hoogte zelf bepalen waar we naar kijken. Zoeken is dan ook een typisch visueel proces: steeds kijken naar wat je niet wilt zien, totdat je

gevonden hebt wat je wel wilt zien. Het

splitsen van de visuele leesprocessen in (a) optische afbeelding, (b) besturing van oogbewegingen, ( c) woordherkenning en ( d) het integreren van de informatie-flarden, vormt een goed hanteerbare leidraad voor onderzoek aan leesproces-sen, ook bij beeldschermen. Is bij het ont-werpen van boeken nog sprake van een eeuwenoude traditie, bij het maken van tekst op beeldschermen is deze traditie pijnlijk afwezig. In ons visuele onderzoek stellen we de vraag naar beeldkwaliteit overigens veel ruimer en betrekken er

De 'SR! Dual Purkinje Image Hye-tracker'. Het apparaat meet de richting van de oogas tot op een boogminuut nauwkeurig. De apparatuur wordt hier gebruikt voor onderzoek naar de leesbaar-heid van tekst op een beeldscherm.

52

De sprekende leesplank. Bij het aanraken van het contact onder het woord wordt de uitspraak van het woord terstond hoor-baar·via de Philips spraakchip. Een code op het papier zorgt ervoordat de woorden ook in andere volgorden op het papier kunnen staan. Het aantal woorden hangt direct samen met de capaciteit van het geheugen waarin de spraak gecodeerd (met 1000 bits/s) is opgeslagen.

vanwege de industriële belangen ook televisiebeelden en in mindere mate medisch-diagnostische beelden in. Het gaat hier om een nadere bepaling van het algemene begrip beeldkwaliteit. Het vin-den van methovin-den waarmee het begrip beeldkwaliteit betrouwbaar kan worden bepaald, heeft ons daarbij geruime tijd bezig gehouden. We hebben nu de moge-lijkheid om onder andere via een met een computer gekoppeld beeldgeheugen, allerlei fysische manipulaties met het beeld te verrichten (ruimtelijke ftltering, con-trastomvang, grootte) om de relatie tot perceptieve beeldkwaliteit systematisch te meten. We baseren ons daarbij onder andere op inzichten in de karakteristieke

functies van met name het netvlies, welk onderwerp tot de psychofysica van het zien gerekend moet worden.

Cognitie en communicatie

(Nieuwe informatie-automaten)

Van het uitgebreide terrein dat we de psychologische bovenbouw van de zin-tuiglijke perceptie zouden kunnen noe-men, bestrijken wij maar een beperkt, strategisch gekozen gedeelte. De keuze is gebaseerd op de verwachting dat nieuw-soortige informatie-automaten in toene-mende mate zullen worden gebruikt, ter-wijl we het inzicht missen op welke manier daar een nuttig gebruik van zou kunnen worden gemaakt. Het onderzoek gaat in hoofdzaak over twee onderwerpen: (a) het interactief leren van taal met instruc-tie-automaten en (b) de eigenschappen van dialogen in natuurlijke taal tussen gebruiker en automaat.

Bij het interactief leren van taal willen we de leerprocessen begrijpen die optre-den wanneer de leerling zelf kan kiezen wat zij of hij wilzien en horen. Met name gebruiken we in ons onderzoek nabootsin-gen van goede leerstrategieën die leerlinnabootsin-gen spontaan ook wel toepassen, zoals het zich concentreren op nog niet bekende woorden, inclusief het bijhouden welke dat zijn, het vinden van nieuwe voorbeeldzinnen of het zichzelf over-horen. Ook willen we de effecten pagaan van de onmiddellijke en herhaalde be-schikking over de uitspraak van bepaalde woorden of zinnen, wat met elektronische spraak mogelijk is. Dit opent allerlei nieuwe toepassingsmogelijkheden als hulpmiddel bij het leren van vreemde talen en ook in het leesonderwijs van de moedertaal, bij leeszwakte en in het alfabetiseringsonderwijs aan volwassenen. Dit is ook internationaal een betrekke-lijk nieuw gebied van onderzoek, dat niet meer wordt gedekt door meer klassieke leertheorieën. De tot dusver behaalde

(5)

inzichten zijn theoretisch interessant en uit een oogpunt van toepassingen be-moedigend. In het bijzonder lijkt de moti-vatie om langs deze interactieve weg te le-ren, aanzienlijk groter te zijn dan in de meer klassieke situatie, waarin de leerling zich over zijn boeken buigt.

Een tweede onderwerp betreft de zo-genaamde mens-machinedialogen, waar-mee we bedoelen de structuur van het vraag-antwoordspel waarmee mensen onderling zakelijke informatie uitwisselen en die we ook graag zouden willen imple-menteren op de vele informatie-automa-ten die we nog steeds computers noemen. Eén van de wezenlijke inzichten is dat elke uiting niet alleen zijn feitelijke inhoud overdraagt, maar ook een aantal vooron· derstellingen over de gesprekssituatie. Daarom is: 'ik heb geen horloge bij me' een passend antwoord op de vraag 'hoe laat is het?'. We zijn hier dicht bij wat wel computer-taalkunde wordt genoemd en waarmee we in ons geval bedoelen dat functie en inhoud van bepaalde uitingen zodanig expliciet worden gemaakt, dat informatie-automaten de daarbij beho-rende regels kunnen hanteren. Eén van de daaruit voortkomende problemen is om geschikte beperkingen te maken die theoretisch en praktisch voldoende interessant zijn en niet onhanteerbaar ingewikkeld of uitgebreid.

Direct toegepast onderzoek

(Ergonomie en hulpmiddelen voor gehandicapten)

In de voorgaande drie hoofdonderwerpen is er sprake van een voortdurende wissel-werking tussen theorieën en toepassingen in onderzoeksgebieden die internationaal een solide theoretische basis hebben. Niet altijd wachten toepassingen evenwel op de erachter liggende theorieën. Daarom is er ook een plaats voor onderzoek dat zijn directe uitgangspunt heeft in praktijk-situaties of praktijkproblemen en vandaar uit gaat zoeken naar inzichten die de prak-tijksituaties kunnen verbeteren. Veelal lukt het reeds om verband te leggen met bestaande inzichten, in andere gevallen is aanvullend onderzoek nodig, eventueel zelfs met een ad-hoc-karakter. Deze wat ingewikkelde beschrijving introduceert het vakgebied ergonomie: het optimali-seren van apparatuur en apparatuurlijke situaties voor menselijk gebruik. In adver-tentiecampagnes wordt het woord 'ge-bruikersvriendelijkheid' veelal geprefe-reerd. Waar het ons om gaat, is de aanpas-sing van apparatuur aan de gebruikers zo goed mogelijk te laten verlopen binnen de technische en economische randvoor-waarden. Het ergonomisch onderzoek richt zich dan met name op aspecten waar bestaande handboeken ontoereikend zijn. Enkele voorbeelden uit de vele waaraan het IPO op deze wijze heeft bijgedragen, zijn telecommunicatiesystemen

(waar-Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde A49 (2) 1983

onder de 'praatpaal') en test- en meet-apparatuur, zoals de Philips-oscilloscoop. Maar ook gebruiksaanwijzingen, afstand-bedieningen, teletekst, medische appara-tuur e.a. hadden en hebben onze aandacht. Een tweede terrein dat vanuit het oogpunt van nieuwe toepassingen wordt benaderd, is dat van nieuwe communicatiehulp-middelen voor gehandicapten. De inspan-ning is er steeds op gericht om nieuwe hulpmiddelen zodanig te ontwikkelen en te evalueren dat ze in beproefde vorm kunnen worden overgedragen aan indus-trieën die voor dat marktsegment goed zijn opgesteld. Recente voorbeelden zijn een serie leesloupesmet passende verlich-ting voor matig slechtzienden, een spel-lende typemachine voor blinden die de aangeslagen toetsen terugmeldt via elek-tronische spraak, en een kunstlarynx met intonatiemogelijkheid voor mensen zonder stembanden.

begonnen met een onderzoekproject 'Lezen bij ouderen', waarin we na-der proberen te begrijpen welke verande-ringen het leesproces ondergaat bij het ouder worden, b.v. als gevolg van een ver· minderde gezichtsscherpte, en bij het ge· bruik van hulpmiddelen zoals loupes.

Samenwerkingen en contacten

Uiteraard hebben de !PO-onderzoekers directe contacten met collega's elders, maar daarnaast maken zij deel uit van de infrastructuur van de betrokken vak-disciplines in Nederland, o.a. via ZWO-Stichtingen (Biofysica, Psychonomie, Taalwetenschap). Op een aantal aangren-zende gebieden van onderzoek zijn er samenwerkingen: Binnen de THE o.a. in de vorm van interafdelingswerkgroepen, daarbuiten op de gebieden fonetiek (met

V ij f en t

w

int

9

i

aa r p

0

500

50~========================================================~

400 t"

iS

200 0 100 LL

Analyse van de spraakuiting: 'Vijfentwin-tig jaar !PO' in dertien parameters, als functies van de tijd. Voor de amplitude G

en de bronfrequentie F0 zijn

logarit-mische schalen gebruikt. In de spleet UV is stemhebbend aangeduid met wit, stemloos met zwart. In het onderste gedeelte vindt men voor elk tijdstip vijf zwartingen. De centra daarvan represen-teren, van beneden naar boven, resp. de

middenfrequenties F1 t.e.m F5 van vijf

fonnanten. In plaats van de bandbreedten B worden in deze diagrammen de

kwali-teitsfactoren Q F/B) aangegeven, als

dikte van de zwarting. Een grotere zwar-ting correspondeert dus met een hogere piek in het spectrum De parameters zijn opgeslagen met 16 kbit/s.

Het gebrek aan inzicht in de perceptieve processen bij gebruik van deze hulpmid-delen wordt soms pijnlijk duidelijk. Op die basis zijn we enige jaren geleden

t (s)

Utrecht en Leiden), onderwijspsychologie (met Tilburg), taalpsychologie (met Nijmegen, Max Planck-Institut für Psycho-linguistik) en taalkunde (voorzien met Tilburg).

Met het Instituut voor Zintuigfysiologie-TNO (Soesterberg) zijn er niet alleen vele collegiale contacten, maar er bestaat sinds vorig jaar ook een regulier directieoverleg. Vanzelfsprekend werkt het IPO ook nauw samen met Philips.

Samenvattend: het IPO vormt een markant onderzoekinstituut door de samenwer-king van overheid en industrie, door de natuurwetenschappelijke aanpak vanuit meerdere vakdisciplines, en door het be-strijken van het hele traject van funda-menteel onderzoek tot industriële en maatschappelijke toepassingen.

Het allerbelangrijkste is misschien dat per· ceptie zowel theoretisch als qua toepas-singen thans een boeiend onderzoeks-gebied is met een grote dynamiek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

b) Meent U dat een financiele prildcel via de hoogte van de verzekeringspremie kan bijdragen tot een betere naleving van de Arbo-wet?.. C.13 De kabinetsplannen t.a.v. Arbo-wet

De invalshoeken, die tot deze these leiden, zijn ver- schillend: via overeenkomsten tussen lezingen in de luciaanse mss (b o c 2 e 2 ) en bij Josephus (Rahlfs); via de relatie

Het toevoegen van een recreatieve functie aan een ecoduct is afhankelijk van de vraag of nood aan lokale recreatieve en/of functionele verbindingen en wat er

Wilde Solanum-soorten die deze resistentie wel bezitten worden niet of nauwelijks in de aardappelveredeling gebruikt vanwege onder andere hun primitiviteit en een

Females in the sample had a significantly greater BMI- for-age (z = 2.34; p = 0.019) compared to males when adjusting for group status, smoking status, physical activity and

In het huidige onderzoek is meer gekeken naar de aanpak: welke middelen voor verkeershandhaving heeft de politie tot haar beschikking, en vooral: over welke aanpak zou meer

The signals for these sensors are converted into full body kinematics using inertial navigation systems, sensor fusion schemes and a biomechanical model.. Inertial

Door de nominale rekenpremie te vermenigvuldigen met het aantal premie-equivalenten resulteert een raming van de opbrengsten uit nominale premies van € 17 390,6 miljoen