• No results found

Onderzoek naar de kostprijs van melk op gemengde bedrijven op zandgrond over de periode November 1954 - November 1955

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de kostprijs van melk op gemengde bedrijven op zandgrond over de periode November 1954 - November 1955"

Copied!
63
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONDERZOEK NAAfi DE KOSTPRIJS VAN MELK OP GEMENGDE BEDRIJVEN OP ZANDGROND VOOR HET JAAR 1954/55

RAPPORT NO 210 (Gemengde bedrijven)

Afdeling Bedrijfseconomisch Onderzoek in de Landbouw

(2)

De inhoud van dit rapport werd getoetst aan het oordeel van een Commissie van Advies, welke als volgt was samengesteld! Ir H.T. Tjallema (voorzitter)

-Ir A.H. Crijns

A.H. van Enokevort -Dr Ir II.J. Frankena

B.J. Lansink -Ir Th.C.J.M. Rijssenbeek

J.W. van Tiggelen Ir H. Vredeling

-Directeur Akker- en Weidebouw, 's-Gravenhage

Rijkslandbouwoonsulent, Tilburg Landbouwer, Sevenum (L)

Project-Direoteur Akker- en Weidebouw, Wageningen

Landbouwer, Haaksbergen (O) Directeur van het Veeteeltwezen,

1s-Gravenhage

Landbouwer, Ruophen (N.Br.)

Algemene Nederlandse Agrarische Bedryfsbond, Utrecht

De heer Lansink was verhinderd de vergadering van de Commissie bij te wonen.

De Commissie kon zioh in het algemeen verenigen met de inhoud van hst rapport.

De verantwoordelijkheid voor de in het rapport vermelde berekeningen berust bij het Landbouw-Economisoh Instituut.

(3)

3

-INHOUDSOPGAVE Toetsingsoommissie

Inhoud der tabellen Woord vooraf

Blz. 2 4 6

Hoofdstuk I Samenvatting van de resultaten (Rapport No.209 en rapport No 210) 1. Gebieden en aantallen bedrijven

De resultaten van de berekeningen De verschillen tussen de voorcalculatie 1954/55 en die van 1953/54

Het verschil tussen de weidegebieden en de zandgronden

Nadere beschouwing over de arbeid en de pacht Enkele opmerkingen over het veevoer

Enkele vaste uitgangspunten

Overzicht van de gedetailleerde kosten en opbrengsten per ha (vooroaloulatie 1954/55) 2. 3. 5. 6. 7. 8.

Hoofdstuk II De kostprijs van de melk op gemengde zandbedrijven (toelichting op de voorcalculatie 1954/55) A. Kosten en nevenopbrengsten

1. Arbeidskosten

Beloning voor bedrijfsleiding Veevoeder

Meststoffen 5. Pacht

6. Werktuigkosten

7. Rente levende inventaris

Ziektebestrijding, dekgelden en fokverenigingskosten

Overige kosten

10« Heffing op de afgeleverde melk 11. Omzet en aanwas

12. Paardekosten voor nevenbedrijven Stalmest voor marktbare gewassen Diverse opbrengsten 2. 3* 4« 8. 9. 13. 14. B. Bouwplan en melkproductie 15« De melkproductie per koe 16. Het vetgehalte van de melk 17. De melkveebezetting 18. De melkproductie per ha 19. Het bouwplan 7 8 8 9 11 12 13 14 17 18 25 27 29 30 31 31 33 33 35 36 37 39 39 39 40 40 40 BIJLAGEN

I Theoretische berekening van de verbruikersprijzen der

mengvoeders 43 II Berekening bemestingskosten. Vooroaloulatie 1954/55 45

III Berekening van de genormaliseerde omzet en aanwas in

gld per 100 melkkoeien 47 IV Berekening van de aftrekpost stalmest voor marktbare

gewassen 53 V Kosten en opbrengsten van de rundveehouderij 1950/5''

t/m 1953/54 55 VI De financiële resultaten van het gehele bedrijf over

(4)

INHOUD DER TABELLEN (Hoofdstuk II) No Biz. 1 -Arbeidsuren. Vooroaloulatie 1954/55 15 2 Berekening uurloon e x c l u s i e f s o c i a l e l a s t e n . Vooroaloulatie 1954/55 15 3 Loon vaste/Losse arbeiders in percentage van de totale

loonpost 16 4 Uurloon inclusief sociale lasten. Vooroaloulatie

1954/55 17 5 Berekening arbeidskosten per ha grasland en voedergewassen.

Vooroaloulatie 1954/55 17 6 Beloning voor bedrijfsleiding per ha

grasland/voeder-gewassen. Vooroaloulatie 1954/55 17 7 Kraohtvoerverbrulk rundvee (kg per koe) 18

8 Gemiddelde verbruikersprijzen 1953/54 (L.E.I.-statistiek) 18

9 Speoifioatie kraohtvoerverbruik per koe 19 10 Aangekocht ruwvoer (gld per koe) 21 11 Vervoederde aardappelen eigen bedrijf (in kg per koe) 21

12 Verbruik graanstro (kg per koe) 22 13 Ander ruwvoer uit eigen bedrijf (gld per koe) 22

14 Vervoederde volle melk (kg per koe) 22 15 Garantieprijs per 100 kg vervoederde volle melk 23

16 Kosten onderraeik en wei 1953/54 en vooroaloulatie 1954/55 23

17 Weidegeld (gld per koe) 23 18 Diversen (maalloon, oonserveringskosten, mineralen,

droog-kosten enz. - gld per koe) 23 19 Voederkosten paarden (per paard). Vooroaloulatie 1954/55 24

20 Samenvatting van de voederkosten. Vooroaloulatie 1954/55 24 21 Verdelingsnormen t.b.v. kunstmestverbruik (rogge = 100) 25 22 Meststoffenverbruik per ha grasland en bouwland (in kg zuiver) 25

23 Kunstmestprijzen (ot per kg zuiver N - Pg^S ~ ^ 2 ^ ^ 24 Samenvatting bemestingskosten per ha grasland en

voeder-gewassen. Vooroaloulatie 1954/55 27 25 Bruto-paoht per ha cultuurgrond 28 26 Pachtkosten per ha grasland en voedergewassen.

Vooroaloulatie 1954/55 28 27 Kosten werktuigen in gld per ha. Boekjaar 1953/54 29

28 Kosten werktuigen ten laste van de rundveehouderij 1953/54 29 29 Kosten werktuigen in gld per ha grasland en voedergewassen.

Vooroaloulatie 1954/55 30 30 Rente levende inventaris 30 31 Ziektebestrijdingskosten, dekgelden en

fokverenigings-kosten rundvee per ha grasland en voedergewassen 31 32 Speoifioatie overige kosten in gld per ha grasland en

voedergewassen 32 33 Samenvatting overige kosten. Voorcalculatie 1954/55 32

34 Berekening van de heffingen op afgeleverde melk.

(5)

5

-No' Biz. 35 Veeprijzen bij verkoop (in guldens per stuk) 35

36 Omzet en aanwas in gld per ha grasland en voedergewassen 35 37 Berekening paardekoaten per uur. Vooroalouiatie 1954/55 ^6 38 Aftrek paardekoaten per ha grasland en voedergewassen.

Vooroaloulatie 1954/55 36 39 Procentuele verdeling stalmest over bouwland en grasland 37

40 Normen t.b.v. berekening van de waarde der mestproduotie 37 41 Aftrekpost voor de stalmest per ha grasland en

voeder-gewassen 37 42 "Hverse opbrengsten per ha grasland en voedergewassen«

Vooroaloulatie 1954/55 38 43 Specificatie diverse opbrengsten per ha grasland en

voedergewassen 38 44 Melkproductie per koe (in kg) 39

45 Het vetgehalte van de melk 39 46 De melkveebezetting per ha grasland + voedergewassen 40

47 De melkproductie per ha grasland en voedergewassen 40

(6)

WOORD VOORAF

De berekeningen, welke betrekking hebben op de kostprijs van de melk voor de gemengde bedrijven zijn gebaseerd op een 6-tal groepen bedrijven in de zandgebieden. Als criteria voor de keuze van deze bedrijven zijn wederom aangehouden» gemiddelde productie-omstandigheden, voor de betreffende gebieden normale bedrijfsvoering en "vakkundige" bedrijfsleiding.

De kosten en opbrengsten voor de voorcalculatie zijn, op een onbetekenende uitzondering na, berekend met inachtneming van de resultaten van de voorafgaande boekjaren. De aldus "genormaliseerde" berekening is hiermede niet afhankelijk van de uitkomsten van êén boekjaar, welke door toevallige omstandigheden kunnen afwijken van wat als normaal moet worden beschouwd. Dit normaliseren heeft alleen betrekking op de hoeveelheden productiemiddelen en opbrengsten. Hierbij is in sommige gevallen aansluiting gezocht bij het gemiddelde van de laatste jarenj wanneer er in de cijfers een duidelijke ont-wikkeling is te zien en op redelijke gronden kan worden aangenomen,

dat deze ontwikkeling zioh zal voortzetten, is hiermede rekening gehouden. Bij het normaliseren zijn de verschillende kosten en op-brengsten niet los van elkaar gezien, maar is rekening gehouden met het verband hiertussen.

Wat de prijzen betreft is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het huidige prijspeil of bij dat wat met redelijke zekerheid

voor de toekomstige periode mag worden verwacht.

De post omzet en aanwas van het rundvee is dit jaar voor het eerst voor alle gebieden en voor een zo groot mogelijk aantal jaren diepgaand geanalyseerd. Daardoor kon ook hier op bevredigende wijze worden genormaliseerd.

In Noordbrabant is in de loop der jaren een sterke wisseling geweest in de bedrijven, die aan de kostprijsberekening ten grond-slag lagen. Dit werkt zeer storend bij het streven om te komen tot normale gegevens. Derhalve is voor Noordbrabant getracht om van

I949/5O a^ e e n serie bedrijven te vinden, die over een voldoend

aantal jaren in administratie waren en tevens geschikt konden worden geaoht om als kostprijsbedrijf te fungeren. De kengetallen zijn nu voor deze nieuwe bedrijven van 1949/50 af opnieuw berekend en hebben dus elk jaar betrekking op zoveel mogelijk dezelfde bedrijven, zodat op verantwoorde wijze kon worden genormaliseerd. De kostprijzen voor Noordbrabant kunnen dus enigermate afwijken van die, welke in vorige rapporten werden vermeld, omdat ze betrekking hebben op andere bedrijven.

Dit rapport is samengesteld op de afdeling Bedrijfseoonoraisoh Onderzoek in de Landbouw door F.H. Born, eo.drs, o.l.v. Ir H.

Dijkstra*

De Directeur,

y. H « r ^

(7)

- 7 ~

Hoofdstuk I.

SAMENVATTING VAN DE RESULTATBIT. ^Rapport 209 en rapport 210).

1. Gebieden en aantallen 'bedrijven.

De hierna vermelde berekeningen hebben betrekking op groepen bedrijven, ge-legen in de volgende gebiedent

Weidebedri jven

et Kleiweidegebied van Friesland Het Veenweidegebied van Priesland Het Kleiweidegebied van Noordholland Het Veenweidegebied in Noordholland ten

Noorden van het IJ

Het Weidegebied in Noordholland ten Z,0. van Amsterdam

Het N.W. Weidegebied in Utrecht en Eemland Rijnland, Delf- en Schieland

Alblasserwaard Gemengde bedrijven De Priese Wouden Drents Zandgebied Overijsels Zandgebied Graafschap Zutphen Zandgebied van Oost- en )

Midden-Noordbrabant ) 7 10 7 7 7 10 - *-15 15 15 10 10 15 ha h a ha ha ha ha Aanduiding Priesland I Priesland II Noordholland I Noordholland II Noordholland III Utreoht Zuidholland I Zuidholland II Aanduiding Priese Wouden Drente Overijsel De Graafschap Noordbrabant I Noordbrabant II De gemiddelde oppervlakte en de aantallen van deze bedrijven waren in de versahillende jaren als volgt s

Boekjaar 1948/49 I949/5O 1 9 5 0 / 5 1 1951/52 1 9 5 2 / 5 3 1953/54 P r i e s ] I A a n -t a l 31 35 43 37 43 40 Opp. h a 2 5 , 2 2 4 , 5 2 1 , 9 2 0 , 7 2 2 , 2 2 2 , 9 »and I I Aan-t a l 64 65 44 45 54 52 Opp. ha 2 3 , 4 23,6 2 2 , 0 2 0 , 5 2 0 , 2 1 9 , 7 N o o r d h o l l a n d I Aan-t a l 25 29 34 26 34 34 Opp. ha 1 9 , 2 1 7 , 0 1 6 , 5 1 6 , 4 1 6 , 5 1 7 , 7 I I Aan-t a l 19 30 30 29 31 32 Opp. ha 1 7 , 4 1 6 , 2 1 5 , 3 1 5 , 6 1 6 , 4 1 5 , 2 I ] A a n -t a l _ -20 19 22 EI Opp. ha — -1 5 , 6 1 6 , 1 1 6 , 7 U t r e o h t Aan-t a l — -19 24 22 Opp. ha — -1 7 , 7 1 7 , 8 1 8 , 1 Z u i d h o l l a n d I

aan-t a l 31 33 34 32 35 31 Opp. h a 1 9 , 8 1 9 , 6 1 8 , 9 1 7 , 0 1 7 , 4 1 8 , 0 I I Aan-t a l — -25 Opp. ha — -1 6 , 3 Boekjaar I 9 4 9 / 5 O I 9 5 O / 5 I 1951/52 1952/53 I 9 5 3 / 5 4 P r i e s e Wouden Aantal 19 21 23 30 24 Opp.ha 8 , 8 0 9 , 9 0 9 , 6 0 1 0 , 0 0 9 , 9 4 xu-euKö Aantal _ - - • 22 31 28 Ojygoha _ -1 3 , 5 0 1 2 , 9 5 1 3 , 3 8 " V ö i J.JE5ÖJL Aantal 20 21 33 31 31 Opp.ha 9 , 6 0 9 , 5 0 9 , 6 0 9 , 3 0 9 , 3 6 De i G r a a f s c h a p Aantal _ -21 20 20 Opp.ha _ -7 , 6 0 7 , 9 0 7 , 7 4 Noordbrabant I Aantal 15 21 28 35 34 Opp., ha 8 , 7 0 8 , 4 0 8 , 6 0 8 , 7 0 8 , 7 3 I I Aantal 15 20 24 27 27 Op-p »ha 1 1 , 7 0 1 1 , 7 0 1 1 , 9 0 1 2 , 0 0 1 2 , 1 4 670

(8)

3,7$ vet i n guldens P r i e s l a n d I 19,20 Priesland I I 21,90 Noordholland I 18,50 Noordholland I I 21,20 Noordholland I I I 20,30 Utrecht 22,10 Zuidholland I 22,30 Zuidholland I I 24,50 Priese Wouden 23,90 Drente 24,30 O v e r i j s e l 25,90 De Graafschap 23,80 Noordbrabant I 25,70 Noordbrabant I I 26,00 Hieronder wordt nader ingegaan op de oorzaken van de s t i j g i n g van de k o s t p r i j s «

3» De v e r s c h i l l e n tussen de v o o r o a l o u l a t i e 1954/55 en die van 1953/54. VERSCHILLEN 1954/55 T.O.V. 1953/54 PER 100 KG MELK MET 3.7$ VET (Rekenkundig gemiddelde op b a s i s van k o s t e n en opbrengsten per h a ) .

1. Arbeidskosten (incl.bedr.leidersbel.) 2. Veevoeder 3. Meststoffen 4. Pacht 5« Overige kosten 6. Omzet en aanwas 7. Diverse opbrengsten 8. Melkproductie Totaal verschil " + 2.00 + 4.00 Uit- bovenstaand staatje blijkt, dat er vooral voor de zandgebieden een

belang-rijke stijging van de kostprijs te constateren valt. In beide gebieden veroor-zaken de arbeidskosten de sterkste stijging. Ook de veevoederkoeten zijn in vrij belangrijke mate gestegen. De andere posten vertonen eveneens een stijging maar deze worden ongeveer teniet gedaan door een daling van de kostprijs ten-gevolge van een verhoging van de omzet en aanwas en de andere opbrengsten. , Verder heeft een geringe stijging van de melkproductie nog een gering kosten-verlagend effect gehad. In verband met de belangrijke rol van de arbeids- en veevoederkosten zal hieronder nader op deze twee koetenelementen worden inge-gaan o

4. Hetverschil tussen de weidegebieden en de zandgebieden»

Daar voor de zandgebieden een belangrijk hogere kostprijs is gecalculeerd, is het interessant na te gaan in welke kostenelementen deze verschillen vooral naar voren komen. Een nadere analyse toont aan, dat dit vooral het geval is bij de arbeidskosten. Op bladz.9 volgt per koe een korte samenvatting van de kosten en opbrengsten in de weidegebieden en in de zandgebieden»

Weidegebieden + 1.75 + 0.65 - 0.05 + 0.25 + 0.40 - 0.50 - 0.20 - 0.30 Zandgebieden + 3.35 + 1.00 + 0.45 + O.25 + O.65 - O.9O - 0.20 - 0.60

(9)

bieden niet zonder meer te vergelijken zijn met die voor de weidegebieden» Op de zandbedrijven wordt n.l. een deel van de arbeid aangewend voor de extra-productie van voedermiddelen (voederbieten en nagewassen).Uit blz.15 van rap-port 210 kan worden berekend, dat gemiddeld 14$ van de arbeidskosten op de

zandbedrijven wordt aangewend voor de productie van voederbieten en nagewas-sen. Deze kosten zouden dus eiganlijk opgeteld moeten worden bij de voeder-kosten. Deze 14$ is echter niet geheel te beschouwen als extra-arbeid in verge-lijking met de weidegebieden. Indien n.l. geen voederbieten en nagewassen zou-den zijn verbouwd, zou er een normale weide-exploitatie kunnen plaats hebben. Wij zullen derhalve niet de gehele 14$ als extra-arbeid beschouwen, maar reke-ning houden met een extra-arbeidsaanwending van 9$ van de totale arbeidskosten in de zandgebieden. De andere kosten (veevoeder5 meststoffen, pacht en overige

kosten) zijn in het hierna volgende s Gaatje bij elkaar opgeteld, omdat deze uiteindelijk te beschouwen zijn als te worden aangewend voor de voederproduc-tie van het rundvee. Dit is gedaan met de opzet om in onderstaand staatje de uitzonderlijke positie van de arbeidskosten goed te doen uitkomen. VOORCALCULATIE 1954/55,

Arbeidskosten on bedrijfsleidersloor;

Kosten en opbrengsten per koe«

Andere kosten

Totale brutokosten per koe Opbrengsten.

Omzet en aanwas en d i v . opbrengsten Melk (de melkprijzen berekend tegen de huidige g a r a n t i e p r i j s , zijnde f* 21,40 per 3,7 kg melkvet) Totale opbrengsten VERSCHIL Weidegebieden 470 1108 273 866 II39" Zandgebieden

S 572 " .

\ 57 (voor de productie van extra-voedermidd^ 721 I35O 369 1213 - 137, Ben andere groepering van deze cijfers toont nog het volgende aant

A. Hogere kosten voor de zandgebieden, arbeidsloon en bedr.leidersvergoeding

i d e m andere kosten

f.

102.-57»- (voor extra voeder-winning)

83.~ •B* Hogere opbrengsten voor de randgebieden 74«— C. Totaal nadelig verschil voor de zandgebieden 1680

-TÂÏ deze cijfers zijn per koej.

Uit deze cijferopstelling blijkt dus zeer duidelijk het grote nadelige ver-sohil van de post arbeidslonen voor de zandgebieden*

5» ^lâS.^~kâ&2kPJi',!i.r?S, °X®£. 4e „^SkSiâ-JâB âe™£9cP.fet«

A. Arbeid»

Onder punt .3 is gebleken, dat de arbeidskosten in de zandgebieden een veel sterkere stijging t.cv. 1953/54 vertonen dan in de weidegebieden. Dit wordt veroorzaakt door het feit, dat de arbeidskosten in de zandgebieden een groter

aandeel van de totale kosten uitmaken dan in de weidegebieden. In de zand-gebieden bedraagt dit aandeel van de arbeidskosten 47$ van de totale kosten, in de weidegebieden is dit percentage 42$. Een gelijke procentuele stijging van de arbeidskosten veroorzaakt hierdoor voor de zandgebieden een grotere absolute stijging.

(10)

Onder punt 4 is gebleken, dat de kostenopbouw per koe in de zandgebieden, vooral voor wat betreft de arbeidskosten, in belangrijke mate van de kostenopbouw in de weidegebieden verschilt. Hiervoor kunnen de volgende verklaringen worden gegevens

Ten eerste

In de zandgebieden wordt een deel van de arbeid aangewend voor een vrij intensieve voederverbouw (b.v. verbouw van voederbieten en nagewassen). Een deel van deze arbeid zou dus eigenlijk bij de veevoederkosten moeten worden opgeteld. Onder punt 4 is aangenomen, dat dit deel op 9$ van de totale arbeidskosten kan worden geschat.

Ten tweede

De bedrijven in de zandgebieden zijn voel kleiner dan die in de weide-gebieden. Vooral voor de arbeidseconomie heeft dit voor de zandgebieden nadelige gevolgen. De bedrijven op de zandgebieden hebben gemiddeld

8 koeien per bedrijf, terwijl daarentegen de bedrijven in de weide-gebieden gemiddeld 23 koeien per bedrijf hebben,. Een vergelijking van de benodigde hoeveelheden arbeid in de zandgebieden en in de weide-gebieden (zie rapport No 209, blz. 15 en rapport No 210, blz. 14) toont aan, dat alleen de uren voor melken en verzorging van het rundvee

(incl. jongvee) belangrijk afwijken. Voor de andere bedrijfsonderdelen is er weinig verschil tussen de weidegebieden en de zandgebieden. In het rapport voor de weidegebieden (rapport No 209) is aangetoond, dat de werkelijke loonbedragen beneden de voor do weidegebieden aangehouden norm liggen. Wij zullen dan ook aannemen, dat per koe voor de

weide-gebieden 200 arbeidsuren nodig aijn. Voor de zandweide-gebieden is daarentegen gerekend met 250 uren. Voor het melken zelf zijn zowel voor de

weide-als voor de zandgebieden 100 manuren per koe nodig, zodat wij het volgende staatje kunnen opstellen»

Weidegebieden Zandgebieden melken en verzorging per melkkoe 200 m.u» 250 m.ü.

af voor het melken 100 m.u, 100 m.u, blijft voor verzorging van het melkvee 100 m.u. 150 m.u. Zoals hierboven reeds werd medegedeeld, zijn er gemiddeld in de weide-gebieden 23 stuks melkvee per bedrijf en in de zandweide-gebieden 8 stuks. De 23 stuks melkvee per bedrijf in de weidegebieden kunnen door 2 man worden verzorgd. Onder verzorging van het melkvee verstaan wij hiers het uit-mesten, het voeren, de lichamelijke verzorging van het vee, het schoon-houden van de stal en het reinigen van het melkgereedsohap. Voor de 8 stuks melkvee per bedrijf in de zandgebieden heeft één man ongeveer evenveel tijd nodig als 2 man voor de 23 stuks melkkoeien in de weide-gebieden. Uit deze verhouding blijkt, dat voor het verzorgen van het melkvee in do zandgebieden per koe inderdaad 1^- x zoveel tijd nodig is als voor de weidegebieden. Het hiervoor aangegeven verschil in manuren voor de verzorging van het melkvee kan dus volledig worden verklaard uit de geringe be drijfsgrootte van de bedrijven in de zandgebieden. Dit betekent tevens, dat het onder punt 4 aangeduide nadelige verschil voor de zandgebieden van f. 102,- in de arbeidskosten grotendeels is verklaard, nl. voor ongeveer f. 75>_» De rest kan volledig worden

ver-klaard door de hogere productie op de zandgronden. Het verschil kan dus niot worden toegeschreven aan inefficiency van de zandbedrijven, maar

ligt uitsluitend aan de geringe omvang en de grotere productie van deze bedrijven (per koe). Deze hogere productie is voor een groot deel

(nl. voor +_ f. 60,- per koe) een kostenfactor voor de nevenbedrijven, nl. paardekosten en stalmest voor marktbare gewassen. Deze hogere

(11)

Ten derde

Voorts kan worden opgemerkt, dat het arbeidsverbruik per oppervlakte eenheid on per dier in enkele weidegebieden een dalend verloop te zien geeft. Het is aannemelijk, dat deze ontwikkeling voor een belangrijk gedeelte veroorzaakt wordt door het gebrek aan arbeidskrachten en door de stijging van de arbeidskosten in de voorbije jaren. Gevreesd moet worden, dat de arbeid op de weidebedrijven op den duur een knelpunt

zal worden, hetgeen de economie van het bedrijf nadelig zal beïnvloeden. Het arbeidsverbruik op de kostprijsbedrijven in de zandgebieden ver-toont deze ontwikkeling niet. Indien men bedenkt, dat in de zandgebieden de aangewende arbeid overwegend gezinsarbeid is, dan ligt de verklaring van dit verschijnsel voor de hand, De ondernemer in de zandgebieden ziet

de arbeidskosten niet als kostenfactor. Hij zal daarom in mindere mate dan in de weidegebieden zijn bedrijfsvoering aanpassen bij een stijging van de arbeidslonen door een vermindering van het arbeidsverbruik per ha

en per dier. B. De pacht

Onder punt 4 is gebleken, dat het totaal nadelig verschil per koe voor de zandgebieden op f. 16ÖJ- kan worden becijferd. Onder punt 5 is verder aangetoond, dat f. 75»- van de extra arbeidskosten moet worden toege-schreven aan de nadelige ir.vloed van de geringe bedrijfsomvang van de zandbedrijven. Er blijft dus over een totaal nadelig verschil van f. 93,-per koe, wat moet zijn ontstaan ten gevolge van een geringere producti-viteit van de zandbedrijven. Op een veebezetting van 1,2 wordt dit f. 112,- per ha. Natuurlijk kan niet het gehele verschil veroorzaakt zijn door een geringere productiviteit van de grond. In dit verschil zitten immers ook nog enkele kosten (b.v. werktuigkosten), die even-zeer nadelig beïnvloed zijn door de geringe bedrijfsomvang. Verder zijn er nog een aantal andere oorzaken, welke eveneens een invloed hebben op het verschil in productiviteit van de bedrijven, welke invloed niet toe te schrijven is aan de grond. Indien men aanneemt, dat de pacht

in evenredigheid moet verschillen met de productiviteit van de verschil-lende grondsoorten, blijkt, dat de huidige verschillen in de pachtprijzen dezo productiviteitsverschillen niet dekken, hetgeen uit onderstaand staatje duidelijk blijkt»

In rekening gebrachte pacht per ha weidegebieden zandgebieden voorcalculatie. 1954/55 f. 137,- f« 87,-Het verschil in pacht bedraagt op het ogenblik dus f. 50,- per ha.

Indien in de pacht het verschil in productiviteit geheel tot uitdrukking zou komen, zou dit verschil van f. 50,- nog moeten worden vermeerderd met een groot deel van het hiervoor becijferde verschil, dat ondanks het verschil in pacht nog f. 112,- bleek te bedragen,

6. Enkele opmerkingen over het,Jge_gvoede_r

De stijging van de veevoederkosten wordt voor een deel veroorzaakt, door-dat meer kilogrammen krachtvoer in de calculatie zijn opgenomen, terwijl voor een deel de stijging ook wordt veroorzaakt door hogere prijzen van het krachtvoer.

Ten aanzien van de grotere hoeveelheden kan worden opgemerkt, dat er de laatste jaren een belangrijke stijging van het krachtvoerverbruik valt te constateren. Deze stijging kan worden verklaard door de ongunstige bedrijfsomstandigheden, vooral in 1953/54* Het zeer koude voorjaar van 1954 was er de oorzaak van„ dat het molkvee veel langer dan

normaal op stal moest blijven. Dit heeft in deze periode veel extra krachtvoer gekost. Hoewel voor de voorcalculatie 1954/55 deze ongunstige omstandigheden niet volledig in aanmerking konden

(12)

worden genomen, moest de voorcalculatie toon verhoogd worden. Ter illustratie van het verschil tussen de werkelijk verbruikte hoeveelheden in 1953/54 en de hoeveelheden, opgenomen voor de vooroalculatie 1954/55 dient onderstaand

staatjes

kilogrammen krachtvoer per koe Boekjaar 1953/54 Vooroalo» 1954/55

Weidegeh ieden 46O 370 Zandgebieden 55° 48° Voor een nadere verklaring van deze verschillen wordt hier verwezen naar blz.23

van rapport 209 en naar blz.l8van rapport 210.

7« Enkele vaste uitgangspunten.

Bij de beoordeling van de uitkomsten van de kostprijsberekeningen van melk voor het jaar 1954/55 is bet van belang, dat de waardering van bepaalde kosten en

opbrengsten gebaseerd is op een afspraak tussen vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw en de Stichting voor de Landbouw. Het betreft hier fao-toren, welke samenhangen met het te voeren landbouwbeleid. De Commissie van Advies heeft zich ervan onthouden, over deze punten een oordeel uit te spreken. Bij de toelichting is aangegeven, welke berekeningswijze voor ieder van de

onderdelen is gevolgd. Een korte samenvatting van de betreffende punten volgt hieronder s

a. Pacht » In de voorcalculatie is in rekening gebracht het bedrag, dat door de

pachters waarschijnlijk zal worden betaald in de periode, waarop de berekeningen betrekking hebben.

b. Beloning voor bedrijfsleiding. In de kostprijs van melk is een beloning voor' bedrijfsleiding begrepen. De beloning, die vorig jaar f. 20.- per koe en f.

25»-per ha grasland en voedergewassen ("+ f. 35»- 25»-per 10 schapen op de weidebedrij-ven) bedroeg, is nu verhoogd overeenkomstig de stijging van het basisuurloon van landarbeiders. Deze stijging bedraagt 16,6$, zodat voor het jaar 1954/55 de beloning voor bedrijfsleiding gesteld is op f. 23,30 per koe en f. 29,20 per ha grasland en voedergewassen«

o» In tegenstelling tot voorgaande rapporten is de volle melk, gebruikt voor opfok van kalveren, gewaardeerd tegen de garantieprijs van het afgelopen jaar. d. De marktbare producten uit eigen bedrijf zijn gewaardeerd tegen de markt-waarde af-boerderijo

8» Een overzicht van de gedetailleerde kosten en opbrengsten per ha is voor elk der afzonderlijke gebieden in nevenstaande tabel vermeld. De toelichting op de berekeningen is gegeven in Hoofdstuk II.

(13)

- 13

VOORCALCULATIE 1954/55

KOSTEN EN OPBRENGSTEN VAN DE RUNDVEEHOUDERIJ PER HA GRASLAND EN VOEDERGEWASSEN EN DE KOSTPRIJS VAN MELK VOOR DE PERIODE

NOVEMBER 1954 - NOVEMBER 1955 1«. A r b e i d s k o s t e n 2. B e l o n i n g voor b e d r i j f s -l e i d i n g 3 . Veevoeder 4 . M e s t s t o f f e n 5. P a c h t 6. W e r k t u i g k o s t e n 7. Rente l e v e n d e i n v e n t a r i s 8 , Z i e k t e b e s t r i j d i n g , d e k g e l d e n en f o k v e r e n i g i n g s -k o s t e n 9 . Overige k o s t e n 10. H e f f i n g op de a f g e l e v e r d e melk T o t a a l b r u t o - k o s t e n p e r ha A f t r e k p o s t e n s 1 1 . Omzet en aanwas 12. P a a r d e k o s t e n v o o r n e v e n -b e d r i j v e n 13. S t a l m e s t v o o r m a r k t b a r e gewassen 14. D i v e r s e o p b r e n g s t e n T o t a a l a f t r e k p o s t e n N e t t o - k o s t e n p e r ha 1 5 . M e l k p r o d u o t i e p e r koe kg 16. Gemiddeld v e t g e h a l t e $ 17. A a n t a l m e l k k o e i e n p e r h a s t . 18, M e l k p r o d u o t i e p e r ha kg 19. M e l k v e t p r o d u o t i e p e r h a kg 20. K o s t p r i j s p e r 100 kg melk gld 21a K o s t p r i j s p e r 3 , 7 kS m e l k v e t F r i e s e Wouden 7 1 5 59 321 171 96 84 48 39 50 9 1592 .285 9 2 11 307 I285 4OOO 3 , 9 4 1,26 5040 198,6 25,50 23,90 D r e n t e 663 55 402 202 82 55 47 48 34 8 1596 354 72 29 18 473 1123 4000 3 , 8 8 1,10 44OO 170,7 2 5 , 5 0 24,30 O v e r y s e l 712 59 383 192 95 77 48 34 49 8 1657 338 41 15 15 409 1248 3825 3,70 1,26 4820 178,3 25,90 25,90 De Graafschap 745 61 430 188 85 102 53 46 54 9 1773 423 57 9 27 516 1257 3875 3 , 7 3 1,35 5231 195,1 24,00 23,80 N o o r d b r a b a n t I. 712 58 364 188 81 68 48 46 57 8 1630 333 76 28 34 471 1159 3825 3,58 1,22 4667 167,1 24,80 25,70 I I 657 54 324 182 82 62 47 53 53 7 1521 343 75 24 33 475 1046 3850 3 , 6 2 1,07 4120 149,1 2 5 , 4 0 26,00

669

(14)

HOOFDSTUK II

DE KOSTPRIJS VAN DE MELK OP GEMENGDE ZANDBEDRIJVEN (Toelichting op de vooroäloulatie 1954/55)

A. KOSTEN EN NEVENOPBRENGSTSN 1, Arbeidskosten

Aantal arbeidsuren

Voor de berekening van de arbeidskosten, welke ten laste van de afzonderlijke bedrijfsonderdelen komen, is gebruik gemaakt van normen»

Zo is voor de melkproductie de arbeidsbehoefte volgens normen berekend in manuren»

De hier bedoelde arbeidsnormen, welke gelijk zijn aan die van vorige rapporten zijn ala volgts

1. 2.

3.

4.

Verzorging rundvee (inclusief jongvee) Bemesting en verzorging grasland» a. Friesland, de Wouden

b» Drente, Overijsel en Gelderland o. Noordbrabant

Ruwvoederwinning grasland? a. Hooiwinning

b. Inkuilen

Verbouw van voedergewassen! a. Voederbieten b. Stoppelknollen o. Stoppelwortelen d. Spurrie, snijrogge Verzorging werkpaardj a. Friesland, de Wouden b. Overige gebieden 250 mu per koe 60 " " ha 50 45 80 75 725 160 350 80 100 170 Hierna volgt een overzicht van het aantal berekende uren voor de vooroäloulatie 1954/55» °P basis van genormaliseerd bouwplan en veebezetting.

(15)

Tabel 1 1 5 -ARBEIDSUREN VOORCALCULATIE 1954/55 Bouwplan: Rogge Haver Aardappelen Voederbleten Grasland Nagewassen Gemaald grasland: Hooien Kullen Grasdrogen (kunstm.) Vers vervoederen Veebezetting: Melkkoeien Fokzeugen Mestvarkens Leghennen Werkpaarden

Totaal uren gehele bedrijf Hiervan voor de rundv.houderl] Oppervlakte grasland * voedergewassen

Uren voor de rundveehouder!) per ha grasland * voedergew.

Frle ha/st 0,30 0,30 0,40 0,20 8,80 0,50 5,72 4,40 0,26 0,18 11,6 1,0 *.7 14 1,3 9,17 s land uren 63 65 230 145'" 528X 80x 458A 330X 10* 14x 2900* 74 113 52 130A 5192 4595 501 Drente ha/st 2,00 1,70 1,90 0,40 7,00 1,70 3,78 1,12 -8,8 1,9

*.z

41 1,3 7,97 uren 422 367 1093 290* 350'' 272A 302A 84" -2200X 141 101 152 221A 5995 3719 467 Overilsel ha/st 1,20 0,90 0,90 0,30 6,70 1,40 4,2' 0,92 0,07 -9,4 2.1 10,4 123 1,1 7,47 uren 253 194 518 218A 335x 224A 339X 69X 3A -2350X 155 250 456 187A 5551 3725 499 De Graafschao ha/st 1,40 1,10 0,60 0,30 4,60 1,50 2,07 0r69 -7,3 2,3 17,3 175 i.o 5,40 uren 295 238 345 218X 230x 240X 166X 52X » « 1825X 170 415 649 170X 5013 2901 537 Noordbrabant l ha/st 1,50 1,50 0,70 0,30 4,00 1,80 2,00 0,20 « -6,0 2,1 9,6 126 1,0 4,90 uren 317 324. 403 218A 180A 288A 160X 15" -1500X 155 230 467 170x 4427 2531 517 tl ha/st 2,40 2,20 0,90 0,60 5,90 2,30 3,01 0,24 -7,8 2,0 13,6 122 1,1 7,27 uren 506 475 518 435X 266X 368X 241X 18X -1950X 148 326 453 187X 5891 3465 477

De net x gemerkte uren hebben betrekking op de rundveehouderij.

Loon per uur

Voor de voorcaloulatie 1954/55 is rekening gehouden met een "belangrijke stijging der lonen ten opzichte van het jaar 1953. Wijzigingen in het loonpeil hadden plaats in Januari 1954 (57°)» i*1

Mei 1954 hij het afsluiten van de nieuwe C.A.O.'s voor het oontraot-jaar 1954/55 e n i*1 October 1954 hij de algemene stijging van het

loonpeil van 6$. Voor de berekening van de loonkosten zijn de nieuwe C.A.O.'s voor 1954/55 aangehouden, verhoogd met de loonsverhoging per October 1954« Deze laatste verhoging bedraagt voor landarbeiders 6 ot per uur.

Op de gemengde zandbedrijven komen weinig betaalde arbeiders voor. De gezinsarbeid, welke voornamelijk do loonkosten uitmaken op het gemengde bedrijf, is gewaardeerd op basis van het loon van de C.A.O.'s in de betreffende gebieden, geldend voor een vaste arbeider-veeverzorger.

Tabel 2 BEREKENING UURLOON EXCLUSIEF SOCIALE LASTEN VOORCALCULATIE 1954/55 Weekloon C.A.O. 1954/55 J a a r l o o n (53 x weekloon) Loonsverhoging m . i . v . Oct. 1954 (6 o t p e r u u r ) J a a r l o o n i n o l . l o o n s -v e r h o g i n g Aantal werkuren u u r l o o n Pr emi e-uur1oon P r i e s l a n d f. 6 9 , 2 5 " 3 6 7 0 , " 1 9 6 , f . 3 8 6 6 , -3200 f . 1 , 2 0 8 " 1,183 D r e n t e f, 6 8 , 7 0 '• 3 6 4 1 , " 1 9 6 , -f . 3 8 3 7 , " 3200 f 01,199 " 1,174 O v e r i j s e l f. 6 9 , 2 5 " 367O," I 9 6 , f . 3 8 6 6 , -3200 f . 1 , 2 0 8 " 1,183 G e l d e r l a n d f, 6 6 , 2 5 " 3 5 1 1 i " 1 9 3 , f . 3 7 0 4 , -3150 f . 1 , 1 7 6 " 1,151 Noordbrabant f. 66," 3 4 9 8 , " 1 9 3 , f . 3 6 9 1 , -3160 f . 1 , 1 6 8 " 1,143

(16)

Sinds 1 Januari 1954 worden de sociale lasten berekend over het loon, verminderd met de premie voor pensioenverzekering. Dit z.g. premieloon is dus gelijk aan het weekloon, verminderd met f» 1,50» Ha"t premie-uurloon wordt nu verhoogd met«

a. 18,1$ sociale lasten (welke voor rekening van de werkgever komen), b, de kosten van wachtgeld- en werkloosheidsverzekering.

ad a. De speoifioatie van de sociale lasten voor rekening van de werkgever is als volgts

ziekteverzekering ziekenfondsenbesluit ongevallenverzekering invaliditeits- en ouderdomsverzekering vereveningsheffing kinderbijslagheffing bedrijfspensioenfonds 2,0$ 2,0$ 1,7$ 0,8$ 4,0$ 5,5$ 2,1$ 18,1$

ad b. De kosten van waohtgeld- en werkloosheidsverzekering zijn alleen berekend voor vreemd personeel.

De premie bedraagt voor vast personeel 2,2$ voor los personeel 8,8$

De helft van de premie komt voor rekening van de werknemer en de helft voor rekening van de werkgever. Het aandeel in de premie voor de werknemer wordt geoompenseerd door een loonsverhoging, gelijk aan de premie. Deze is niet in de C A . 0 . opgenomen. Over deze

loons-verhoging moeten dan weer sociale lasten worden berekend} het premie-uurloon is dus met deze loonoompensatie verhoogd.

Het percentage sociale lasten moet nu worden verhoogd voor dat deel van de arbeid, dat door vaste en losse arbeiders wordt verricht met respectievelijk 1,1$ en 4,4$.

Het percentage van de arbeid, dat door vaste resp. losse arbeiders wordt verrioht, is voor de voorcalculatie 1954/55 vastgesteld, door te nemen het rekenkundig gemiddelde van de laatste jaren.

Tabel 3 LOON VASTE/LOSSE ARBEIDERS IN PROCENTEN VAN DE TOTALE L00NP0ST V a s t e a r b e i d e r s Boekjaar 1950/51 " 1951/52 " 1952/53 1953/54 V o o r o a l o u l a t i e 1954/55 Losse a r b e i d e r s Boekjaar I 9 5 0 A 1 " 1951/52 1952/53 1953/54 V o o r o a l o u l a t i e 1954/55 P r i e s e Wouden 4 6 4 5 • 3 2 4 3 D r e n t e 6 5 11 7 • 5 7 4 5 Over-i j s e l • 6 5 5 5 • 4 2 2 3 De Oraaftohap • 3 2 2 2 Noordbrabant I 3 4 2 1 3 2 1 1 1 1 I I 3 3 5 5 4 - 1

(17)

- 17

Tabel 4 UURLOON INCLUSIEF SOCIALE LASTEN VOOECALCULATIE 1954/55 • Friesland Drente Overijsel Gelderland Noordbrabant I ii u Uurloon exol. sociale lasten .gld 1.208 1.199 1.208 1.176 1.168 1.168 Premie uur-loon gld 1.183 1.174 1.183 1.151 1.143 1.143 Deel v.d. loonpost waarvan w. en w. berekend vast

i

5 7 5 -3 4 los

i

3 5 3 2 1 1 Sociale lasten

t

18,1 18,1 18,1 18,1 18,1 18,1

w.

en w.

i

0,4 . 0,6 0,4 0,2 0,2 0,2 Totaal sociale lasten

•i

18,5 18„7 18,5 18,3 18,3 18,3 Gem. te berekenen uurloon gld 1.427 1.419 1.427 1.387 1.377 1.377

Tabel 5 BEREKENING ARBEIDSKOSTEN PER HA VOORCALCULATIE 1

Aantal uren per ha grasland en voedergewassen (tabel 1) Kosten per uur (tabel 4 ) Arbeidskosten per ha gras-land + voedergewassen Friese Wouden 501 f.1,427 f.715,-Drente 467 f.1,419 f.663,-GRASLAND E N VOEDERGEWASSEN 954/55 Over-ijsel 499 f.1,427 f.712,-De Graaf-schap 537 f. 1,387 f.745,-Noordbrabant I 517 f.1,377 f.712,-II 477 f.1,377 f.657,-Tabel 6

2. Beloning voor bedrijfsleiding

Ingevolge een afspraak tussen vertegenwoordigers van het Ministerie v a n Landbouw en van de Stiohting voor de Landbouw, is voor h e t jaar 1953/54 al s beloning voor bedrijfsleiding voor de

rundveehouderij in rekening gebracht f. 2 5 , - per k a grasland en voedergewassen, vermeerderd met f. 2 0 , - per melkkoe. Voor latere

jaren zouden deze beloningen op en neer gaan m e t de wijzigingen van h e t basis-uurloon.

Voor voorcalo, 1954/55 is de oorspronkelijk vastgestelde

beloning evenredig met het basis-uurloon als volgt gewijzigd« per h a f. 2 5 , - + 10$ + 6 # « f. 29,15

per koe f. 2 0 , - + 10$ + 6 $ = f. 23,30

BELONING VOOR BEDRIJFSLEIDING EER H A GRASLAND + VOEDERGEWASSEN VOORCALCULATIE 1954/55

a. Vergoeding naar oppervL b.Melkveebezetting

Vergoeding voor melk-veebezetting

Totaal beloning per h a grasland en voeder-gewassen Friese Wouden st/ha 1,26 29,2 29,4 58,6 st/ha 1,10 29,2 25,7 54,9 Overysel st/na 1,26 29,2 29,4 58,6 De » Graafschap s t/ka 1,35 29,2 31,5 60,7 Noordbrabant ätyha 1,22 29,2 28,5 57,7 3t/4ia 1,07 :i 29,2 25,0 54,2

669

(18)

3« Veevoeder

Deze post omvat zowel het aangekochte kracht- en ruwvoer als de vervoederde marktbare producten van eigen bedrijf.

Om een betere beoordeling mogelijk te maken zijn de vee-voerkosten eerst gegeven per koe en daarna omgerekend per ha grasland en voedergewassen. Voor de voorcaloulatie moeten de onder normale omstandigheden vervoederde hoeveelheden worden gewaardeerd tegen de te verwachten prijzen. De hoeveelheden zijn geraamd op grond van de gegevens van de laatste 4 jaren. a. Krachtvoer

Tabel 7 geeft een speoificatie van het kraohtvoerverbruik in de afgelopen jaren. Hierbij zijn kleine hoeveelheden peul-vruchten uit eigen bedrijf beschouwd als aangekocht, terwijl haver/gerstmengsel is verdeeld over haver en rogge. De hoeveel-heden krachtvoer per soort zijn voor 1954/55 geraamd op grond van deze gegevens. Hierbij is o.a. in aanmerking genomen, datj

1. het jaar 1951/52 t.a.v. het kraohtvoerverbruik, door de gunstige zomer en de korte stalperiode, uitzonderlijk laag was f

2. het jaar 1952/53 een niet strenge doch vrij lange winter had; 3. in het jaar 1953/54 het kraohtvoerverbruik door de ongunstige

zomer, de vrij strenge winter en het koude voorjaar, meer dan normaal was.

Uit deze genormaliseerde hoeveelheden kraohtvoer per soort volgt het totaal kraohtvoerverbruik, zoals in tabel 7 is aan-gegeven.

Tabel 7 KRAOHTVOERVERBRUIK RUNDVEE (kg per koe)

B o e k j a a r I 9 5 0 / 5 I " 1951/52 1952/53 1953/54 V o o r c a l o . 1 9 5 4 / 5 5 F r i e s e Wouden 388 297 373 427 3'Tö' D r e n t e 552 656 743 " " 5 6 5 Over-i . Over-i s e l 418 367 499 641 •5'25" De G r a a f s c h a p 392 530 610 53'0' Noordbrabant I 358 343 427 473 •""42Ö I I 369 318 433 520 ""4'2Ö Dit staatje geeft dus een algemene indruk. Over het verbruik

van de afzonderlijke krachtvoersoorten geeft tabel 9 een nader

inzicht. De hierna te behandelen prijzen hebben ook alleen betrekking op deze afzonderlijke krachtvoersoorten.

In het afgelopen seizoen (1953/54) waren de prijzen voor het rundveemeel in de verschillende gebieden, volgens de statistiek der verbruikersprijzen van het L.E.I. gemiddeld als volgtj Tabel 8 GEMIDDELDE VERBRUIKERSPRIJZEN 1953/54

(L.E.I.-STATISTIEK) F r i e s e Wouden Drente O v e r i j s e l De G r a a f s c h a p Noordbrabant A-meel 29,66 3 0 , 3 3 3 0 , 8 8 3 1 , 1 5 31,68 B-meel 3 3 , 4 7 3 2 , 4 3 . 3 3 , 1 0 3 2 , 5 3 — C-meel 3 6 , 4 5 3 6 , 2 8 3 5 , 8 3 3 5 , 6 2 3 6 , 5 8 D-meel — 3 8 , 8 0 3 9 , 7 8 3 9 , 8 9 4 0 , 6 0

(19)

Tabel 9

19

-SPECIFICATIE KRACHTVOERVERBRUIK PER MELKKOE

Aangekocht"! Rundveen© el Boekjaar I950/5I 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcalc.1954/55 Kalvermeel Boekjaar 1950/51 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcalc.1954/55 Gedroogd gras Boekjaar I 9 5 0 A 1 1951/52 1952/53 " 1953/54 Voorcalc 1954/55 Granen e.d. Boekjaar 1950/5I 1951/52 " 1952/53 1953/54 Voorcalc.1954/55 Peulvruchten e.d. Boekjaar I95O/5I . 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcalc 1954/55 Uit eigen bedriifï Gedroogd gras Boekjaar I950/5I 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcalc 1954/55 Haver Boekjaar I950/5I 1951/52 1952/53 1953/54 V o o r c a l c 1954/55 Rogge Boekjaar 1950/51 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcalc.1954/55 Friese Wouden • 217 237 281 25O . 10 29 35 30 • 16 5 5 5' • 15 16 10 12 -— . 25 54 78 50 13 14 26 17 17 -6 1 5 Drente • 274 347 362 340 É 28 44 79 60"-" 9 30 • 14 2

ïö

• 10 8 23 15 • 11 10 8 10 . -• 95 121 137 120 -, I30 IO9 • 129

"ïïö

Overijsel • 231 321 398 340 « 46 37 66 50 • — 2 -• 5 5 21 15 • -1 .-— . -9 -41 31 64 43 45 46 50 68 97 75 De Graaf-sohap • 224 288 327 3ÖÖ • 25 44 50 * 6 8 4 5

-5

.3.7

15 • .-_

.3

. _ -• 39 65 . 51. 50 • 97 120 137 120 Noordbrabant l 166 152 197 216 Ï9ÏÏ 3 7 12 20 15 -— 1 --. 3 1 9 10 8" 11 7 2 -7 _ _ _ -77 92 105

78

90 98 84 101 ....149. 110 II 202 I72 I87 217 '•••18ÏÏ 5 8 11 17 13 — _ _ -.. — 1 9 11 3 , 6 .. .9 8 _ ». M — -79 85 117 87 90 72 50 ll-l

...17.4

120

669

(20)

De volgens de boekhouding voor het rundveemeel betaalde prijzen warem Priese Wouden Drente Overijsel De Graafschap Noordbrabant I Noordbrabant II f. H H ii H H 36,80 37,55 35»80 35,30 38,40 37,30

Vergelijken wij deze prijzen met bovengenoemde prijzen volgens de L.E.I.-statistiek, dan blijkt dat in Friesland, Overijsel en De Graafschap de betaalde prijzen praotisoh gelijk zijn aan de prijs voor het C-meelr

Voor de voorcalculatie zullen wij in deze gebieden derhalve voor het rundveemeel de prijs van het C-meel aanhouden. In Drente was de gemiddeld voor rundveemeel betaalde prijs f. 37,55, de ge-middelde verbruikersprijs van het C-meel was f. 36,28. Voor de voorcaloulatie is aangehouden 60$ van de prijs van het C-meel en 40% van de D-meelprijs.

Voor Noordbrabant ligt de gemiddeld betaalde prijs belangrijk hoger dan de verbruikersprijs voor C-meel. De prijs voor het

rundveemeel, welke hier is aangehouden, is voor Noordbrabant I 60$ van de prijs van C-meel en 40$ van de prijs van D-meel, voor

Noordbrabant II zijn deze percentages resp. 80 en 20.

Voor de berekening van de te verwaohten prijs van de meng-voeders voor de komende maanden is uitgegaan van een theoretische berekening (bijlage i). Deze berekening is gebaseerd op een

C.L.O.-samenstelling) de voedermiddelen zijn gewaardeerd tegen de prijzen zoals die in September 1954 zijn.

Theoretische verbruikersprijzen. Vooroaloulatie 1954/55 (zie bijlage i) A-meel B-meel C-me el D-meel Kalvermeel f. 11 n 11 11 32,70 34,95 37,35 40,05 37,40

Zoals hiervoor reeds werd besproken behoeven de werkelijke verbruikersprijzen voor de verschillende gebieden niet gelijk te zijn. Bovenstaande theoretische verbruikersprijzen sluiten aan bij de landelijke verbruikersprijzen van het afgelopen jaar volgens de L.E»I.-statistiek. Deze waren in het afgelopen seizoen ala volgt1

A-meel f. 31,75 B-meel " 33,21 C-meel " 36,18 D-meel " 39,80

Derhalve worden de bovengenoemde theoretische verbruikers-prijzen met behulp van de verhouding tussen de verbruikersverbruikers-prijzen zoals die in werkelijkheid voor de verschillende gebieden lagen en de gemiddelde landelijke verbruikersprijzen op het niveau van het betreffende gebied gebracht.

(21)

21

-De prijs per 100 kg rundveemeel wordt nu voor de verschillende gebieden als volgts

Friese Wouden f. 37,65 Drente " 38,10 Overijsel " 37»-De Graafschap " 36,75 Noordbrabant I " 39,-Noordbrabant II " 38,40

Het overige krachtvoer is gewaardeerd tegen onderstaande prijzen per 100 kg. haver rogge granen peulvruchten gedroogd gras

De granen uit eigen badrijf zijn gewaardeerd tegen de gemiddelde telersprijzen, welke als richtlijn bij het opleggen van de monopolieheffingen worden aangehouden.

De aangekochte granen zijn gewaardeerd tegen gemiddelde telersprijs van rogge en haver, verhoogd met een handels- en kostenmarge.

Voor de waardering van de peulvruchten is rekening gehouden met een minder goede kwaliteit van de vervoederde peulvruchten op het gemengde bedrijf»

Gedroogd gras is gewaardeerd overeenkomstig de prijs, welke in het afgelopen boekjaar is betaald.

Uit eigen bedrijf8 Aangekocht. f. H ii n H 21,-21,50 25,70 40,- 25,-b. Aangekocht ruwvoer Tabel 10

Deze post heeft alleen enige betekenis voor de Friese Wouden. AANGEKOCHT RUWVOER (gld per koe)

Boekjaar 1950/51 " 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcalc.1954/55 Friese Wouden 0 27 25 18 23 Drente a 3 2 2 2 Overijsel 3 2

7

4

De Graaf -sohap *

5

5

8

6

Noordbrabant I 2 6 9 84 5 II 1 3 3 5 3 c. Aardappelen uit eigen bedrijf

Tabel 11 VERVOEDERDE AARDAPPELEN UIT EIGEN BEDRIJF (in kg per koe)

Boekjaar I950/5I " 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcalc.1954/55 Friese Wouden 553 507 628 510 550 Drente 568 505 422 475 Overijsel 239 170 226 290 250 De Graaf-schap 32 175 189 150 Noordbrabant I 282 170 406 471 350 II 321 266 417 496 400 669

(22)

Voor de vooroalculatie 1954/55 is het gemiddelde over de laatste 4 jaren als uitgangspunt genomen', hierbij is waar zulks nodig bleek^rekening gehouden met de trend. De aardappelen uit eigen bedrijf zijn gewaardeerd tegen f. 4,50 P©r 100 kg.

d. Stro

Het verbruik van voeder- en ligstro kan in de boekhoudingen niet worden gesplitst. Het totale stroverbruik was als volgti Tabel 12 VERBRUIK GRAANSTRO (kg per koe)

Boekjaar 1950/51 " 1951/52 1952/53 1953/54 Vooroalo.1954/55 Friese Wouden 153 125 175 186 160 Drente 638 624 543 600 Overijsel 377 380 353 353 360 De Graaf-schap 56I 660 623 600 Noordbrabant I 1356 993 1053 1099 1050 II 1078 1013 IO89 1170 1100 Het stro is gewaardeerd tegen een prijs van f. 35>- pe*" 1.000 kg.

Bij deze waardering is uitgegaan van de telersprijzen van stro, zoals die in de zandgebieden ten Noorden van de grote rivieren in de laatste jaren werden genoteerd. Voor de kostprijsberekening van rogge (voor-oalculatie 1954) is voor de waardering van stro eveneens f. 35»- Pe r

1.000 kg aangehouden. Zulks in overeenstemming met gemaakte afspraken tussen vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw en de

Stichting voor de Landbouw. Hierbij is echter in aanmerking genomen, dat de telersprijzen van stro in de zandgebieden volgens de L.E.I.-statistiek gebaseerd zijn op een betrekkelijk gering aantal waar-nemingen, terwijl bovendien in deze gebieden slechts kleine partijen worden verkocht.

e. Ander ruwvoer uit eigen bedrijf

Hieronder valt o.m. suikerbietenloof, erwtenstro enz. Tabel 13 ONDER RUWVOER UIT EIGEN BEDRIJF (in gld per koe)

Boekjaar 1950/51 " 1951/52 1952/53 " 1953/54 Vooroalo.1954/55 Friese Wouden 5 1 Drente • 6 3 4 4 Overysel 1 2 1 De Graaf-schap 4 1 Noordbrabant I 1 4 4 4 3 II 6 6 6 3 5 f, Melkproduoten

Tabel 14 VERVOEDERDE VOLLE MELK (in kg per koe)

Boekjaar I950/5I " 1951/52 1952/53 Friese Wouden 139 143 162 Drente 177 235 Overijsel 174 204 243 De Graaf-schap 266 266 Noordbrabant I 214 222 260 II 219 259 265

(23)

23

-De volle melk is in rekening gebraoht tegen de garantieprijs van het afgelopen jaar (f. 21,40 per 100 kg bij 3,7$ vet).

Tabel 15 GARANTIEPRIJS PEE 100 KG VERVOEDERDE VOLLE MELK

V e t g e h a l t e G a r a n t i e p r i j s v o l l e melk ( p e r 100 kg) F r i e s e Wouden 3,94 2 2 , 7 9 D r e n t e 3,88 2 2 , 4 4 Overijsal 3,70 21,40 De Graaf-schap 3 , 7 3 21,57 Noordbrabant I 3,58 20,71 I I 3,62 20,94

Voor de voorcaloulatie wordt de ondermelk omgerekend tegen f. 5,50 per 100 kg. Deze waardering is gelijk aan die van voorgaande rapporten. Hierbij wordt aangenomen, dat 20$ van de uitgaven voor melkproduoten op wei betrekking heeft. De prijs voor ondermelk bedroeg vorig jaar gemiddeld f. 6,- per 100 kg. De prijs voor wei wordt verondersteld gelijk te blijven. De wijzigingscoëfficiënt wordt nu als volgtj

| ^ x 0,80 + t x 0,20 = 0,9333.

In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de kosten van ondermelk en wei voor het 'boekjaar 1953/54 en de voorcaloulatie 1954/55« Tabel 16 KOSTEN ONDERMELK EN WEI PER KOE

F r i e s e Wouden D r e n t e O v e r i j s e l De Graafsohap Noordbrabant I Noordbrabant I I Boekjaar 1953/54 f. 2 4 , " 2 1 , " 2 3 , " 3 0 , " 1 1 , " 1 0 , -V o o r c a l c u l a t i e

1954/55 '

f. 2 2 , " 2 0 , " 21 , " 2 8 , " 1 0 , " 9 , -g, Weidegeld

Tabel 17 WEIDEGELD (gld per koe)

Boekjaar 1950/51 " 1951/52 1952/53 1953/54 V o o r o a l o , 1 9 5 4 / 5 5 F r i e s e Wouden 14

9

7

7

9

D r e n t e •

è

9

6

7

Overijsel 6

T

7

7

7

De Graaf-schap • 7 6 6 6 Noordbrabant I

5 •

5

4

7

7 .

I I

5

5

6

8

6

h. Diversen

Tabel 18 DIVERSEN (maalloon, conserveringskosten, mineralen, droogkosten enz.) (gld per koe)

B o e k j a a r I 9 5 0 / 5 I " 1951/52 " . I 9 5 2 / 5 3 1953/54 V o o r o a l o . 1 9 5 4 / 5 5 F r i e s e Wouden • 8 14 13 12 Drente 9 7 6 6 6 Overijsel . 3 5 5 4 De Graaf-schap •

5

5

8

6

Noordbrabant I 2 2 3 • 4 3 I I 3 2 4 4 3

669

(24)

i» Voederkosten paarden

Alle kosten voor de paarden zijn in eerste instantie op rekening van de rundveehouderij gehoekt.

Ook de voederkosten voor de paarden zijn op basis van de "boekhoudgegevens der laatste jaren genormaliseerd« Tabel 19

Aangekocht Van eigen bedrijfs

Haver Rogge Stro

Aardappelen Totaal per paard d.i. per ha gras-land + voeder-gewassen VOEDERKOSTEN VOORCAL Friese Wouden kg 75 70 gld 6,-15,8 2,5 24,3 3,-Drente kg 600 80 1100 gld 9,~ 126,» :7,2 38,5 190,7 31,-PAARDEN ( OULATIE 19 Overystól kg 460 200 1050 20 gld 10,-96,6 43,0 36,8 0,9 187,3 28,-PER PAARD) 54/55 De Graafschap kg 650 15 1025 gld 4,-138,6 3,2 35,9 181,7 34,-Noordbrabant I kg 720 37 1000 30 gld 7,-151,2 8,0 35,0 1,4 202,6 41,-II kg 960 33 1100 gld 8,-201,6 7,1 38,5 255,2 39,-Tabel 20 SAMENVATTING VAN DE VOEDERKOSTEN

VOORCALCULATIE 1954/55 1 a. Krachtvoer gld/coe 1. Aangekocht 2. Eigen bedrijf b. Aangekocht ruwvoer 0. Aardappelen d. Stro

e. Ander ruwvoer uit eigen bedrijf

f. Melkproducten 1. Volle melk

2. Voedermelk, wei enz. g. Weidegeld

h. Diversen

Totaal voerkosten rundvee 1954/55 Pe:? koe

Omrekening voerkosten rund-vee 1954/55 per ha grasland + voedergewassen

i. Voar paarden per ha grasland + voedergewassen

Totaal veevoer per ha grasland + voedergewassen Friese Wouden 110,- 5,-235 - 25,- 6i- 1,- 39,- 22,-9," 12,-252," 318,- 3,- 321,--Drente 162,- 49,- 2,- 21,- 4,-45," 20,- 7,- 6,- 337,- 371,- 31,- 402,-Overysel 148,- 26,- 4,- 11,- 13,- 1,- 47,-21s -75 - 4,- 282,- 355,- 28,- 383,-De Graaf-schap 130,- 3 6,- 7,- 2 1,- 52,- 28,- 6,- 293,- 396,- 34,- 430,-Noordbrabant I 85,- 43,- 5,- 16,- 37,- 3,- 56,- 10,- 7,- 3,- 265,- 323,- 41,- 364,-II 79,- 45,- 3,- 18,- 39,- 5,- 5 9,- 6,-33 - 266,- 285,- 39,-

(25)

324, 25 324,

-4. M e s t s t o f f e n

In de kostprijsberekening v a n de m e l k zijn opgenomen de kosten voor kunstmest op grasland en voedergewassen. De kosten voor gras-land zijn direot a a n de boekhoudingen ontleend. De bemestingskosten voor de v o e d e r g e w a s s e n moeten w o r d e n berekend, door de op het bouw-land gestrooide hoeveelheden stikstof, fosforzuur en kali volgens normen over de verschillende gewassen te verdelen.

De volgende normen w o r d e n hiertoe gebruikt?

Tabel 21 VERDELINGSNORMEN T.B.V. Rogge Haver Maïs A a r d a p p e l e n V o e d e r b i e t e n S u i k e r b i e t e n S t o p p e l k n o l l e n S n i j r o g g e N ( v o l g e n s gem. g i f -t e n i n o l . s-talmes-t) 100 115 135 165 335 250 150 150 KUNSTMESTVERBRUIK (ROGGE 100) P2 ° 5 ( v o l g e n s o n t t r e k k i n g s -normen) 100 115 130 145 170 250 7 5 120 K20 ( v o l g e n s o n t t r e k -k i n g s n o r m e n ) 100 155 150 255 34O 340 105 140

De diverse meststoffen: k a l k , koperhoudende meststoffen enz, zijn verdeeld naar oppervlakte. De oppervlakte nagewassen is hierby voor 1/3 deel opgenomen. De hoeveelheden gestrooide zuivere meststoffen waren de laatste jaren als in tabel 2 2 , w a a r i n tevons de v o o r

-aal <mlati o is vermeld«

Tabel 22 MESTSTOFFENVERBRUIK PER HA GRASLAND EN BOUWLAND (IN KG ZUIVER)

liras land Bouwland

Friese Wouden Drente Over-Ijsel De Graaf-schap N.Brabant I II Friese Houden Drenie Over- De Graaf-Ijsel schap N.Brabant

I

II 87 106 109 117 117 Stikstof: kg N Boekjaar 1950/51 • 1951/52 « 1952/53 • 1953/54 Voorcalc.1954/55 Fosfors kg P2Û5 Boekjaar 1950/51 • 1951/52 » 1952/53 » 1953/54 Voorcalc.1954/55 Kali: kg K?0 Boekjaar 1950/51 » 1951/52 » 1952/53 • 1953/54 Voorcalc.1954/55 Diverse meststoffen : gld" Boekjaar 1950/51 • 1951/52 » 1952/53 * 1953/54 Voorcalc.1954/55 85 96 110 68 85 103 109 73 84 110 67 81 93 101 64 68 79 97 70 82 91

ïor

99 103 102 83 87 90 98 89 93 110 109 110 101 97 103 102 93 14 1 10 12 6 10 12 10 8 16 10 11 57 71 80 82 82 59 48 50 52 52 67 65 65 66 62 68 69 77 69 t 79 51 56 62 67 74 76 69 72 74 73 72 84 76 49 44 42 44 45 0 63 72 80 72 70 62 69 75 69 55 55 56 55 70 72 71 80 74 77 85 91 92 89 89 115 120 120 118 83 99 88 95 91 107 85 74 88 90 96 100 94 95 68 86 91 101 87 133 140 130 135 135 131 153 150 145 101 115 129 128 118 90 101 91 94 110 121 120 139 123 77 115 120 122 142 125 3 7

(26)

Voor de vooroaloulatie ia rekening gehouden met de ont-wikkeling in het verbruik gedurende de laatste 4 jaren. Het stikstofverbruik vertoonde ieder jaar nog een stijging, welke wellioht nog zal voortgaan. Daar dit niet met zekerheid is te

zeggen, is de ïï-bemesting in de vooroaloulatie aangehouden op het niveau van het boekjaar 1953/54« De kali- en fosformest-stoffen geven geen duidelijke ontwikkeling te zien. Hiervoor is derhalve het gemiddelde van de laatste 4 jaren aangehouden, evenals voor de "overige meststoffen".

Kunstmestprijzen

Met behulp van de voor het komende jaar reeds bekende groot-handelsprijzen kan een prijsvergelijking worden gemaakt.

Deze vergelijking geldt voor de volgende perioden!

voor stikstof Maart t/m September 1953 en 1955 voor fosfor October t/m Maart 1952/53 en 1954/55 voor kali Ootober t/m Maart 1952/53 en 1954/55

Pryzen per 100 kg 1953 1955 Kalksalpeter Zwavelzure ammoniak Kalkammonsalpeter Superfosfaat 17$ Slakkenmeel 17$ Kalizout 40$ f. 16,75 " 17,45 " 17,15 " 8,30 " 9,80 " 11,90 f. 16,15 " 17,15 " 17,15 " 9,15 " 8,60 " 11,90 Hieruit volgen de volgende wijzigingsooëffioienten:

voor N-meststoffens 0,995 voor P O -meststoffen. 0,927 voor K-O-meststoffenj 1,000

Bij het bepalen van de wijzigingsooëffioient is behalve met de prijswijziging rekening gehouden met de verhouding waarin de versohillende meststoffen worden gebruikt. Uit de boekhouding blijkt, dat voor grasland en bouwland versohillende soorten kunst-mest worden gebruikt, hierdoor is het nodig met versohillende prijzen te rekenen. De in de naoaloulatie 1953/54 gevonden

ge-middelde prijzen worden nu met deze wijzigingsooëffioienten herleid tot het prijspeil voor 1954/55«

Tabel 23 KUNSTBESTPRIJZEN (CTS PER KG-ZUIVER N

P

2°5 »

V

N : Nacalc. 53/54 Voorcalc. 54/55 ^ 5 . ' : Nacalc. 53/54 Voorcalc. 54/44 K20 • Nacalc. 53/54 Voorcalc. 54/55 Grasland Frfese Kouden 90 90 65 60 33 33 Drente 90 90 64 59 33 33 Over-Ijsel 91 91 68 63 37 37 De Graaf-schap 90 90 60 56 38 38 N.Brabant 1 91 91 62 57 32 32 II 90 90 62 57. 33 33 Bom land Friese Wouden 97 97 66 61 40 40 Drente 93 93 64 59 38 38 Over-Ijsel 96 96 63 58 39 39 De Graaf-schap 96 . 96 65 61 38 38 N,Brabant 1 97 97 62 57 35 35 II 93 93 59 55 34 34

(27)

27

-De verdeling van de bemestingskosten over grasland, voeder-gewassen en marktbafe voeder-gewassen en de toerekening aan de rundvee-* houderij vindt plaats aan de hand van de normen, welke hiervoor

reeds werden gegeven. Bijlage II geeft de gedetailleerde berekening. Ter> toelichting op deze berekening diene het volgende. De mest gestrooid op grasland is zonder meer uit de boekhouding bekend (13). Het gaat gr hier dus om de kunstmest, die gestrooid is op het bouw-land, te verdelen over voedergewassen en marktbare gewassen.

Om tot de verdelingsproducten hiervoor te komen is het areaal van een bepaald gewas vermenigvuldigd met de betreffende norm.

Het totaal van de verdelingsproduoten der voedergewassen gedeeld door het totaal van het bouwland maal 100 geeft voor de versohillende mestsoorten het percentage van de op het bouwland gestrooide mest, welke aan de voedergewassen wordt toegerekend (12).

Tabel 24 SAMENVATTING BEMESTINGSKOSTEN PEE HA GRASLAND EN VOEDERGEWASSEN VOORCALCULATIE 1954/55 1. Stikstofmeststoffen 2. Fosfaatmeststoffen 3. Kalimeststoffen 4» Diverse meststoffen Totaal Friese Wouden gld 108 31 31 1 171 Drente gld 112 42 44 4 202 Overijsel gld 108 44 37 3 192 De Graafsdbap gld 111 36 37 4 188 Noordbrabant I gld 105 44 37 2 188 II gld 98 46 36 2 182 5. Paoht

In de voorcalculatie is voor paoht een bedrag opgenomen, dat zo goed mogelijk de paoht aangeeft, die in 1954/55 gemiddeld zal worden betaald, zulks volgens een overeenkomst tussen de Stichting voor de Landbouw en het Ministerie van Landbouw.

Hierbij is rekening gehouden met de ontwikkeling van de betaalde pachten volgens de boekhoudingen en volgens de paohtstatistiek en met de door de Grondkamers gestelde normen.

De door de Grondkamers vastgestelde normen zijn in het jaar 1954 t.o.v. 1953 belangrijk gestegen, voornamelijk als gevolg van het feit, dat voor bedrijfsgebouwen een hoger bedrag in rekening werd gebraoht.

Deze stijging varieert voor de verschillende gebieden van 8 tot 16$.

De stijging van de paoht, zoals de boekhoudingen die te zien geven, is zoveel mogelijk genormaliseerd. De normale stijging is in de meeste gebieden + f. 5s~ Pe r ba, behalve in Drente waar de stijging

f. 8,- bedraagt.

Deze normale stijging van de paoht in de boekhoudingen komt overeen met wat de C.B.S.-oijfers hierover te zien geven.

Ook hier bedroeg deze stijging de laatste jaren ongeveer f. 5»~ per ha. Om tot de waarschijnlijk te betalen paoht voor het jaar

1954/55 te komen, ia uitgegaan van het volgens de boekhoudingen in 1953/54 betaalde bedrag» Hierbij is gesteld de normale stijging, zo-als die in het verleden werd geconstateerd.

Het verschil tussen de toename volgens de normen der grondkamers en de normale toename,is de extra stijging van de paoht.

Deze extra stijging wordt over 4 jaar verdeeld op grond van het feit, dat om de drie jaar de pachtoontracten kunnen worden her-zien, terwijl bovendien kan worden aangenomen, dat niet steeds van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt.

(28)

Tabel 25 BRUTO-PACHT PER HA CULTUURGROND Friese Kouden Drente Overljsel De Graafschap Noordbrabant 1 Noordbrabant 11 ßruto-pacht 1953/54. f . 195,-• 79,-" 104,-" 109,-• 94,-» 90,-Normale s t i j g i n g f . 4 , « 8 , • 6 , « 6 , " 6 , -• 5,-Stijging volgens norm f . 12,-» 15,-» 1" 9,-• » 18,-Extra s t i j g i n g f . 8 , -8 7 . -« 13," 3 , -• 12,-« 13,-Bruto-pacht Voorcalculatie 1954/55 f . 95, • f . 4 , • f . 2 , f. 1 0 1 , -" 79,-- • « 8 , - • • 2 , - - > 89,-• 104,- 89,-• " 6 , - 89,-• " 3 , - - » 113,-' 109,- • » 6 , - * « 1 , - - « 116,-" 94,- 4 * 6 , - • » 3 , - - « 103,-* 90,- • « 5 , - • » 3 , - - "

98,-In de boekhoudingen is voor zover het pachtbedrijven betreft, hiervoor de werkelijk betaalde pacht ingecalculeerd. Bij eigenaars-bedrijven is een bedrag als pacht in rekening gebracht, dat

over-eenkomt met de betaalde pacht van soortgelijke bedrijven in de omgeving. De huurwaarde van de woning is in beide gevallen van het totale paohtbedrag afgetrokken.

Aangezien in de pachtsom de kosten voor huisvesting van varkens en kippen zijn begrepen, is het gemiddelde paohtbedrag per bedrijf verminderd met een normbedrag per gemiddeld aanwezige hen resp. varken. Deze bedragen zijn voor zover het de kippen betreft, gebaseerd op de vervangingswaarde van de hokken en voor zover het de varkens betreft op het gesohatte aandeel, dat deze dieren hebben in de door de grond-kamers Tö^g¥iTanë~^achtwaarde van de gebouwen.

De normen zijn t.o.v. het laatste jaar in overeenstemming met de toegestane pacht voor varkens en zeugen aanzienlijk gestegen. Per gemiddeld aanwezig dier zijn de bedragen als volgts

kippen f. 0,675

zeugen " 32,- (vorig jaar f. 16,-) mestvarkens " 8 , - ( " " " 4,-)

Voor de vooroalculatie 1954/55 is de stijging van de aftrekpost voor mestvarkens en zeugen slechts voor 1/4 deel opgenomen, zulks in overeenstemming met het feit, dat ook de stijging van het bruto-pachtbedrag voor 1/4 deel in de vooroalculatie is opgenomen.

De aftrekposten voor het jaar 1954/55 zijn nu als volgtj kippen f. 0,675

zeugen 16 + 4 = 2 0 mestvarkens 4 + 1 = 5

Tabel 26 PACHTKOSTEN PER HA GRASLAND EN VOEDERGEWASSEN VOORCALCULATIE 1954/55 Opperv. c u l t u u r g r o n d P a c h t p e r h a A f t r e k p e r ha N e t t o - p a c h t p e r ha S p e c i f i c a t i e aftrek voars Mestvarkens Zeugen F r i e s e Wouden 10 ha f . 1 0 1 , " 5 i f. 9 6 , f. 2 3 , " 2 0 , -D r e n t e 13 h a f. 8 9 , " 7 , f. 8 2 , f. 2 1 , " 3 8 , -O v e r y s e l 10 h a f . 1 1 3 , " 1 8 , f. 9 5 , f. 5 2 , " 4 2 , -De Graafschap 8 h a f . 1 l 6 _ , " 3 1 , f. 8 5 , f. 8 7 , " 4 6 , -Noordbra%ant I 8 h a f . 1 0 3 , " 2 2 , f. 8 1 , f. 4 8 , " 4 2 , -I -I 12 h a f. 9 8 , " 1 6 , f. 8 2 , f. 6 8 , " 4 0 ,

(29)

29

-De aldus aan de grond toegerekende pachtkosten zijn naar oppervlakte toegerekend aan het bouwland en het grasland. 6. Werktuigkosten _

Deie post omvat de kosten van afschrijving, rente en onderhoud van -werktuigen en de aanschaffing van klein gereedschap. In de boek-houding 'van. 1953/54 warden de afschrijving en rente berekend op basis vân de vervangingswaarde. Hierover werd in hat algemeen 5$

afge-schreven, alleen over het apparaat voor? electrische weideafrastering werd 20$ afgeschreven»

Voor rente is een bedrag van 4$ over 60$ van de vervangings-waarde berekend» Tabel 27 1. Afsohrijving werktuigen 2. Hente 3o Onderhoud en aan-schaf van gereed-schap

Totaal per ha

KOSTEN WERKTUIGEN IN GLD PER EA BOEKJAAR 1953/54 Friese Wouden 29 14 42 85 Drente 20 10 28 58 Overyael 31 15 37 83 De Graafschap 42 21 50 113 Noordbrabant I 26 13 37 76 II 23 11 36 70

Voor varkens en kippen is van het totale bedrag der werktuig-kosten per gemiddeld bedrijf een normbedrag afgetrokken. Het restant wordt verdeeld naar oppervlakte over grasland en bouwland. De volgende bedragen zijn voor de varkens en kippen in mindering gebracht op de werktuigkostens

kippen f. 6,- per 100 hennen per jaar zeugen f. 3»- Pe r s e uê Pe r d&a^

mestvarkens f. 2,- per varken per jaar Tabel 28 KOSTEN WERKTUIGEN TEN LASTE VAK" DE RUNDVEEHOUDERIJ

BOEKJAAR 1953/54 Friese Wouden Drente Overijs el De Graafsohap Noordbrabant I Noordbrabant II Bruto werktuig-kosten per ha cultuurgrond 85 58 83 113 76 70 Aftrekpost varkens en kippen 1 3 6 4 4 Netto-werktuig-kosten per ha cultuurgrond 84 57 80 107 72 66 Voor de voorcalculatie is er van uitgegaan, dat het prijsniveau van landbouwwerktuigcn gelijk is gebleven aan dat van het laatste jaar.

De rentevoet is gebaseerd op het door de boerenleenbank berekende percentage voor voorschotten» Voor !954/55 i s dit weer op 4$ gesteld.

Ten opzichte van 1953/54 is. voor .de post "onderhoud en aanschaffing gereedschap" rekening gehouden met een geringe stijging»

(30)

T a b e l 29 KOSTEN WERKTUIGEN IN GLD PER HA VOORCALCULATIE 1. A f s c h r i j v i n g w e r k t u i g e n 2. Rente 3 . Onderhoud en a a n s c h a f f i n g g e r e e d s c h a p p e n T o t a a l p e r ha c u l t u u r g r o n d In t e o a l o u l e r e n p e r ha g r a s l a n d + voedergewassen 1) P r i e s e Wouden ' 29 14 42 85 84 D r e n t e 20 10 28 58 55 Overijsel 31 15 35 81 77 GRASLAND EN 1954/55 De Graafschap 42 21 45 108 102 VOEDERGEWASSEN Noordbrabant I 26 13 34 73 68 I I 23 11 32 66 62

7. Rente levende inventaris

Voor het boekjaar 1953/54 werd 4% rente over de gemiddelde waarde van de veestapel berekend. De gemiddelde waarde is vast-gesteld aan de hand van onderstaande normen per dier.

K a l v e r e n voor opfok beneden 2 maanden K a l v e r e n 2 - 4 maanden " 4 - 6 maanden " . 6 - 9 maanden " 9 - 12 maanden Jongvee 12 - 15 maanden g u s t 11 1 5 - 1 8 maanden " " 1 8 - 2 4 maanden " " "> 24 maanden " " k e n n e l i j k d r a c h t i g " h o o g d r a o h t i g Melk- en k a l f k o e i e n 1 x g e k . " " " ouder S t i e r e n en m e s t v e e 1 100 160 210 300 380 470 550 640 680 720 810 850 950 2 100 150 200 280 360 440 520 600 640 69O 760 800 900 W a a r d e r i n g s k l a s s e 3 90 140 190 270 34O 420 490 570 610 650 720 760 850 V 4 90 140 180 250 320 390 46O 540 570 610 680 710 800 erkoo] 5 80 130 170 230 300 370 440 500 540 570 64O 670 750 pwaar i 6 80 120 160 220 280 340 410 470 500 530 590 630 700 de 7 70 110 150 200 260 320 380 440 46O 490 550 58O 65O F 8 60 100 130 190 240 300 350 400 430 46O 510 540 600

Elk bedrijf is op grond van de gemiddelde kwaliteit van de veestapel ingedeeld in een van de^ acht genoemde kwaliteitsklassen.

Voor de voorcalculatie 1954/55 is wederom rekening gehouden met een rentevoet van 4$. Wat betreft de veeprijzen, deze zijn gesteld op het niveau van het laatste boekjaar.

Tabel 30 RENTE LEVENDE INVENTARIS

B o e k j a a r 1953/54 V o o r o a l c . 1954/55 P r i e s e Wouden 48 48 D r e n t e 47 47 Overijsel 48 48 De Graafschap 55 53 Noordbrabant I 48 48 I I 47 47

(31)

31

-8. Ziektebestrijding, âekgelden en fokverenigingskosten In onderstaande staat wordt een overzicht gegeven van de post ziektebestrijdingskosten, dekgelden e.d., zoals die in de laatste jaren zijn geweest. T/m het boekjaar 1952/53, werd voor varkens en kippen een geschat bedrag afgetrokken. Voor het jaar

1953/54 konden deze kosten voor de rundveehouderij afzonderlijk uit de boekhoudingen worden verkregen. Derhalve was het niet nodig een gesohat bedrag voor varkens en kippen af tB trekken.

Voor de voorcalculatie zijn de bedragen aangehouden van het laatste boekjaar, rekening houdende met de melkveebezetting»

Tabel 31 ZIEKTEBESTRIJDING, DEKGELDEN EN POKVERENIGINGSKOSTEN RUNDVEE PER HA GRASLAND EN VOEDERGEWASSEN

Boekjaar 1951/52 1952/53 1953/54 Voorcal0.1954/55 Friese Wouden 35 35 39 39 Drente 46 49 48 48 Overijsel 33 35 34 34 De Graafschap 41 46 47 46 Noordbrabant I 28 37 46 46 I I 27 35 52 53 9« Overige kosten

In deze post zijn versohillende kostenbestanddelen samengevat. Aan de hand van de gegevens der afgelopen boekjaren is voor de voor-caloulatie een genormaliseerd bedrag vastgesteld. Tabel 32 geeft de specifioatie van de post overige kosten en de ontwikkeling der laatste jaren, tabel 33 geeft een samenvatting voor de voorcalculatie. Het bedrag voor diverse kosten is evenals vorige jaren een geschat bedrag voor versohillende kleine posten, welke wel voor het hele bedrijf bekend zijn, maar niet afzonderlijk voor de rundveehouderij uit de boekhouding konden worden afgesplitst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Considering the main question of this paper: to study consumers' preferences towards meat that was frozen to reduce the risk of tox- oplasmosis and more specifically to

This study aims to study the choice of antimicrobial drugs prescribed for UTIs by GPs and the duration of nitrofurantoin use over time in relation to the Dutch national

Elias' voorstelling van de middeleeuwen als een tijd van ongecontroleerde woestheid wordt bijvoorbeeld inmiddels niet meer als juist gezien: kunnen we vergaderen wel zo simpel

Middels biologische zuivering kunnen de meeste stoffen gewasbeschermingsmiddelen zoals aanwezig in het geteste water of geheel of gedeeltelijk verwijderd worden. Optimalisatie van

In vergelijking met de voorgestelde drempelwaarden (“werknormen”) die eerder door Portielje (2005) zijn afgeleid (zie samenvatting in van der Molen, 2006), zijn de drempelwaarden

Het fosfaatbodemoverschot is dus negatief en de P- bemesting kan niet worden aangevuld met kunstmest omdat op derogatiebedrijven zoals Baltus geen kunstmestfosfaat mag worden

In het bijzonder zouden we nog veel meer willen weten over de Hollandse steden, omdat de Opstand hier in 1572 begon en omdat deze steden uiteindelijk het meeste voordeel van

Het belang van de Centrale Oestergronden en het Friese Front voor de Nederlandse visserij is over het algemeen niet groot (minder dan 2% van de besomming), maar voor