• No results found

Vrouwen, huishouden en krediet in West Java.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vrouwen, huishouden en krediet in West Java."

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V-en,

huishouden en krediet

in

West

Java

Anke NiehoP

In arme huishoudens is de bijdrage van vrouwen ruui het huishoudinko- men vaak van wezenlijk belang voor het overleven en functioneren van de huishouding. In dit artikel wordt de aandacht gericht op vrouwen in een

drietal W c t e n in de Indonesische provincie West Java.

Z

i

j

waren deel- nemers aan een project dat de ondersteuning van inkomensgenererende actinteiten van vrouwen tot doel had. Een beimgrij% deel van die onder- steuning had de vorm van een spaar- en kredietprograhma. Aan de -d van de resultaten van een na afsluiting van het project gehouden survey d e n de kwesties van het belang van inkomen voor vrouwen en voor hun huishoudens en de strategische rol van krediet aan de orde komen.

Inleiding

- -

.,

.

In de maanden maart tot juni 1991 werd onderzoek verricht naar de resultaten van een project gericht op ondersteuning van inkomensgenerende activiteitm van &tien van) family planning acceptors groepen. Dit project werdaitgevoerd in het kaaer van de Nederlands-Indonesische bilaterale ontwikkelingssamenwerking op het ter-

rein van bevolking en gezinsplanning. ,- x :

De titel van het artikel geeft de bredere Context aan waarbinnen gzogvel*+de projectactiviteiten als het erop betrekking hebbende onderzoek geplaat~t~dienen~te worden. Ik zal die bredere context kort schetsen. Vervolgem zal LLid o'vemhef Indonesische Family Flanning Programma vertellen en over & opZet"d~~:ihet:pr& ject, om tenslotte

-

aan de hand van zowel de onderzoeksresultaten alsde IitemriiUr:

-

in te gaan op de volgende vragen: 1. Wat is~het belang =van inkomen vowvr<yu- wen; 2. Welke rol v e d t krediet voor economisch actieve vrouwen m'hoebmen ze er aan komen; 3. Wat is de betekenis van economische actiyiteikh:Vaii.~~ourHteB voor hun gezinnen en huishoudens. s %. F- -a;,-s- b r >,c; h&a

+

-

a S.-.:. .zo?: FrE' ..J$

Bredere ci>ntext:

vrouwen

in

de Indonesisehe:.eoowmiw-+

ej-+.:c

-,+h

De positie van vrouwen in Indonesi! is in verschillende opzichtenhteii&di-:

:-

v veel van hun Aziatische zusters, met name vergelekmabij die:van*d- .i

delen van Zuid- M!. )Dit is te zien aanvemhiilendehillM&aaW~~zóaTs

~&&@kig

'

fieke sterftecijfers en levensverwachting-bij &igeboorfe;"~drBtiolslin de

+&iiü@;

lende leeftijdsgroepen, en Cijfers over. o n ~ s n i ~ w ~ . ~ r ~ ~ g e U j k i n tot dat wan. mamen. Hoewel erin Indonesië n a t u u r f i i k " k r o ~ ~ e 1 e lerschiil

~ g s ~ ~ e n ? t o e ~ t hdg3bronnen d0BiPeningen.sIn.d nesische ~~nrext~&@~~narin@&de~~aYaairir$.hiituiu wo?dtde als ibu. dat letterliik mÓeder betekent. een erote verantwoordelii

(2)
(3)
(4)

op de verschillende niveaus, tot en met de PPLKB's. Hierna kregen de PLnB's dôe opdracht om in hun eigen werkgebied in aanmerking komende groepen te identifí-

ervan, nooit voor een lening van een fo

Nadat in aanmerking komende

-

het bestuur en een gewoon

een vergadering, boekhouding, en het beoordeli van kredietaanvragen. Daarna moesten de deelnemers met hun groepen, en met hulp van de PLKB, een defuiitie- ve kredietaanvraag opstellen en indienen bij de BKKBN. Toekenning vond plaats na beoordeling door de projectleiding en betrokken ambtenaren, mede op basis van de indrukken van bezoeken aan de groepen in het veld.

De fmanciële structuur van.het project kende een gecentraliseerd en een gedecen- traliseerd deel. De kredietcomponent was gedecentraliseerd. De aflossingen van de

groepen vloeiden niet terug naar Jakarta. Die bleven ter beschikking van de dis- tn&n om nieuwe groepen mee van krediet te voorzien. De rente die individuele groepsleden over hun lening uit het groepsfonds betalen blijft eigendom van de groep als geheel en moet er

-

samen met de verplichte spaargelden

-

voor zorgen dat de groep een eigen kapitaal opbouwt zodat de groep na aflossing van de schuld aan de B&WN kan blijven doordraaien. Voor de aflossing aan de BKKBN stond een ter- mijnvandrie jaar, met een aflossingmije periode van zes maanden. De tot het pro- ject toegelaten groepen waren verplicht een rekening te openen bij de lokale bank (& BRI, de enige bank met kantoren in de dorpen). Met het hoofdkantoor van de BRI in Jakarta werd overeengekomen dat de districtsbanken een actieve controle

reikken hegeleidende rol zouden vervullen en dnemaandelijksmn de BKKBN van

~ ~ o & e x í district zouden rapprteren.

De.-iing.van.de BRI had niet alleen een organisatorisch-administratieve

@&#tohd,'maar ook een educatieve. Voor de vrouwen om hen.te laten kennisma-

b-

hekforhele bankwezen, zodat Bommigen misschien later, bij succesvolle

q ~ w m Q m ~ j 4

&stap marde bank zouden durveazetten. In de

lite

0 6 ~ v ~ n ~ e l i n g s p r o j e c t e n ~ ten behoeve wan V T D U H ! ~ word* steeds weer

ambtenaren1de:ogen te openen voorde

,dY :; :.?

:

. : : .. , , . ': i .::t !

(5)

De groepen moestel

h a

ledcm

ook houden

aan bepaalde regels it atlossing z o 4 +k gegarandeerd zou zijn. In een

evaluatie van een soc

-

ijk project in

Oost

~ava'w6rdi door de mderzoekers gesteld dat zo'n project staat of valt met het financiële succes en &t voorkomea van wan*

(6)

de 6% vrouwelijke huishoudhoofden m onze steekproef a h k t , wordt dus in 1B van de gevallen de man als huishoudhoofd en kostwinner aangemkt, terwijl de vrouw het grootste deel van het huishoudinkomen inbrengt. Wet belang van ew- nomsche activiteiten voor vrouwen met een gezin is uiteraard primair als het gaat om vrouwelijke huishoudhoofden, geschat op 13% in Indonesië (Mayling Oey-Gar-

diner & Soedarti Surbakti, 1991).

Eigen inkomen van vrouwen wordt ook van belang geacht voor hun zelfvertrou- wen en voor hun status en machtspositie in het gezin. Uit de resultaten van projeo ten ter ondersteuning van inkomensgenererende activiteiten van vrouwen blijkt dat dergelijke projecten het zelfvertrouwen van vrouwen en hun status in het huishou- den verhogen (Berger, 1989: 1018). Safilios-Rothschild waarschuwt echter wel voor de aanname dat inkomen van vrouwen zonder meer tot grotere zeggenschap en auto- nomie binnen de huishouding leidt. Onderzoek wijst uit dat in arme gezinnen een grotere bijdrage van vrouwen aan het huishoudinkomen door mannen als bedrei- gend voor hun positie en gezag als kostwinner kan worden ervaren (Safilios-Roth- schild, 1990).

Die arme gezinnen waren nu juist de doelgroep van het project. In het onderzoek

zegt ongeveer de helft van de respondenten dat de directe omgeving, met name de echtgenoot, positief ten opzichte van hun activiteiten staat en er zelfs trots op is, ter- wijl de andere helft zegt dat het geen verschil maakt. In het project kregen we af en toe met problemen van tegenwerking van de echtgenoot te maken, die gelukkig met de nodige tact konden worden opgelost. Een kleine groep vrouwen in het onder- zoek (1 1%) zegt voor de beschikking over het eigen verdiende inkomen afhankelijk te zijn van de echtgenoot.

Tweederde van de respondenten zegt dat deelname in het project op verschillende punten een belangrijke positieve ervaring voor ze was. Ook uit de antwoorden op anderevragen spreekt een toegenomen zelfvertrouwen en tevredenheid over de ver-

breding van de sociale horizon als gevolg van participatie in het project. De groep I die de projectadviteiten als positief voor zichzelf ervaart, is dus beduidend groter

dan de groep die verbetenng van sociale status als gevolg van projectactiviteiten r a p

$ ' , ? $ - h t _ ' 'l porteert. i

vrduwen voor wie economische is dat die behoefte te klein is om voor banken inte lf in te kunnen voorzien. Van oudsher zijn er ver- aar een beroep op gedaan kan worden. Informele

'inleggeld

~

gedurende een rondexiie net zoveel bijeenkomsten

(7)

. ,

,x.-7 ,.*,-..y3,->* . .

&~oibdcn!

Voot arme vrouwen zijn arlrans een mogelijkheid om te sparen. Als

:,--,;22J:& A, ,

-

LireQiumiening is de arisun eigenlijk niet geschikt, omdat je nooit weet wanneer

vhnw. RUW ha.&&ar~ten zijn vooral aangewezen op geldschie k b m

in

de

&rpm

m-w

of minder georganiseerd opereren. Stel

m&

.6Q.UOa (ongevxr f 60) nodig heeft om voorraden in te

b

een

k a h g krijgen die

in

30 dagen afgelost moet worden. Gedu-

111- m to- Ba Ei- th- ek de er- en let er-

@

ide OP er- 'ep ter 'P :he te- h- ele ia- rdt ,in

ei

komt w drLgelijks iemand langs om 2500 rupiah op te dan i5.W rupiah betaald, Wh meer dan dat ze geleend 1990). Kapitaal is duur, dat blijkt. Vrouwen die werken

h

aprís&e produktie of huisiidustxie krijgen vaak een voorschot of grondstoffen in natura van lokale opkopers (&mgblak), tegen een percentage (soms wel 50%) van de opbrengt.

IR de afgelopen jaren werden door de Indonesische overheid via de BR1 verschil-, lende lu&dietprogmmm's ingesteld om tegemoet te komen

m

de kredietbehoefte van kieìì ondernemers, handelaars en boeren (Moii, l989:35-36):Db praktijkivem

,

echter uit dat het voor vrouwen moeilijk bleef om hiervan te psofiterren;

Z$

hebben meestal geen onderpand (collaterai) op hun naamstaan. Bovendien vorm@el*, nistratieve rompslomp een obstakel voor vrouwen met weinig of geen, schoiingw& Er is dus specifiek bij vrouwelijke ondememers een duidelijke hehoefte M j k beschikbaar en flexibel krediet van geringe o

van het project~vmmg in die behoefte via de groepeni, gevraagd. De groep fungeerde als garantie. in &n artikel wen wordt; hierover het volgende ,gezegd: " Ulomw~s,parti6&afioh, jìcmtly higher in p~ojects~utilizingithe2sol&~ty.g1:qup mechmibm

re that sets them apart from conventional b a M (Berger,>BE%l de projectadviteiten. Daamaasbhadden\.deii.-dei

ook w e n , zich te ho~den~apl~eenaantal~~e toetreden% tot- deigroep die pas. bij uittreden

(8)
(9)

ar ct- d- en or iet RI de in ter en is- iar .n- In '0- K in :n. in uit iet iet ste PS- [en ich lat de als .

I

huisvrouw, echtgenote en moeder. Of hier sprake is van een zich schikken naar heer- sende normen (het ibu-rol model), danwel van een bewuste strategie om de uit inko- men gewonnen macht niet ten koste te laten gaan van de gevestigde machtsbasis, kan uit de onderzoeksresultaten niet worden opgemaakt. Het zou interessant zijn om in toekomstig onderzoek aan dit punt aandacht te besteden.

Conclusies

Uit het onderzoek blijkt dat het de moeite waard is in vrouwen te investeren, ook in arme vrouwen. De tweede conclusie is dat ondernemende huisvrouwen en moe ders vooral ondernemers blijken te zijn, gericht op stabilisering, continuering en uit- breiding van hun bedrijf, hoe klein ook. Projecten en maatregelen op het terrein van inkomensgenererende activiteiten van vrouwen dienen dan ook op versterking van hun ondernemerschap gericht te zijn. Als het gaat om mannen is dat vanzelfsprekend, als het gaat om vrouwen

-

ten onrechte

-

niet. Voorts bijkt iiit het onderzoek dat, in overeenstemming met het beeld dat uit de literatuur naar voren komt, gezinnen en huishoudens van arme vrouwen alle belang bij de economische activiteiten van deze vrouwen hebben en dat hun bijdrage aan het huishoudinkomen substantieel is. Tot slot past een vraagteken bij het concept huishoudstrategieën. In het Engels zou het bezwaar van reïficatie van het huishouden in dit concept

-

alleen personen kunnen immers strategieën bedenken en uitvoeren

-

worden ondervangen door te spreken van householding strategies in plaats van household strategies. De terug- houdendheid van een aantal vrouwen in het onderzoek om hun echtgenoten op het terrein van de huishoudvoering toe te laten zou onderdeel kunnen zijn van hun householding strategy. Het gaat hier dus niet om de strategie van het huishouden, maar om huishouding als strategie.

Literaiuur

Back-up Visit Report (1990), Project Income Generating Activities for Family Planning Acceptor

Groups, West Java. Economical Aspects III. Jakarta: NFPCBBKKBN & Agro Vision Holland. Berger, Marguente (1989), Giving Women Credit: The Strengths m d Limitations of Credit as a Tool

for Alleviating Poverty, World Development, Vo1.17,no.7, pp.1017-1032.

Buvinic, Marya (1989), Investing in Poor Women: The Psychology of Donor Support, World Deve-

lopment, Vol. 17, no.7, pp.1045-1057.

Djajadininprat-Nieuwenhuis, Madelon (1992), Ibuih and Priyayizatwn: Path to Power?, in Elsbeth Locher-Scholten & Anke Niehof (ds.) Indoncsian Women in Focus. Verhandelingen van het Koninklijk instituut voor Taal-, Land- en Voikenl<unde 127. Leiden: KITLV Press. Ze dnik.

Geertz, Clifford (1962), The Rotating Credit association: A "Middle Rung" in Development, Eco-

nomic Development and Cultural Change, Vol.10, pp.241-264. . -

Lyon, Joy (1991), Money andPower: EvBluatmgIncome Generating Projects for Women, in Nan- neke Redclift &M. Thea Siclair (ds.) Workhg women. international perspdvw on labour and

gender ideology. London/New York: Routledge. ,

.

Mather, Celia (1985), 'Rather than make trouble, it's btter to Ieave': B e M ?he La& of I>uálrirtaì

Snfe m the Tmgerang Regwn of West Java, in Haleh Afshar (ed.) .the Third World. London & New York: Tavistd Publicatiom.

(10)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het eerste deel, dat zes hoofdstukken bevat, wordt weergegeven wat er bekend is op het gebied van de kernconcepten die aan de orde zijn bij deze vraagstelling, namelijk

At all points, there is wide variation in the stories, but it is clear that incest strongly damaged especially the relational dimension of the God images and vice versa that stringent

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

’Representation of God’ wordt door Rizzuto (1979) in ob- jectrelationele termen benoemd als een intrapsychisch proces waarbij kennis, herinnerin- gen, gevoelens en ervaringen

De mogelijkheid van &#34;celdeling&#34; wordt niet door alle gedetineerde vrouwen afgewezen, maar om hier serieus over te denken zou wat hen betreft aan een aantal voorwaarden

Empirische studies gebaseerd op natuurlijke experimenten, meer specifiek de introductie van quota voor vrouwen aan de top van grote bedrijven in Europa, vinden wisselende effecten

Op vraag van de bisschoppen werd voor dit jaarrapport onderzocht hoeveel vrouwen werkzaam zijn in de verschillende geledingen van de Kerk: op het interdiocesane niveau, binnen

De gezamenlijke vraag van deze twee huishoudens staat in het onderzoek model voor de totale vraag naar dit goederenpakket.. 2p 1 † Laat met behulp van een berekening zien