• No results found

?Alte schoone ende vremde dieren?: de blik op dieren in Bourgondische reisverslagen (15de eeuw) - Dieren in de reisverslagen van Guillebert de Lannoy, Bertrandon de la Broquire, Jan Adornes, en Joos van Ghistele

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "?Alte schoone ende vremde dieren?: de blik op dieren in Bourgondische reisverslagen (15de eeuw) - Dieren in de reisverslagen van Guillebert de Lannoy, Bertrandon de la Broquire, Jan Adornes, en Joos van Ghistele"

Copied!
236
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“ALTE SCHOONE ENDE VREMDE DIEREN”: DE

BLIK OP DIEREN IN BOURGONDISCHE

REISVERSLAGEN (15

DE

EEUW)

Dieren in de reisverslagen van Guillebert de Lannoy, Bertrandon de la Broquière,

Jan Adornes, en Joos van Ghistele

Aantal woorden: 70.708

Thijs Temmerman

Studentennummer: 01609422

Promotor: Prof. dr. Jeroen Deploige

Leescommissarissen: Prof. dr. Thijs Lambrecht en dr. Jan Vandersmissen

Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master of Arts in de Geschiedenis Academiejaar: 2019-2020

(2)

i

Verklaring i.v.m. auteursrecht

De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie.

Verklaring i.v.m. de coronamaatregelen

De vier hoofdbronnen in dit onderzoek zijn uitgegeven teksten waarvan er drie online beschikbaar zijn en ik de vierde ontleend had wanneer de coronamaatregelen ingingen. Daarnaast gebruik ik veel secundaire literatuur die ik ontleende aan de Universiteitsbibliotheek of online kon raadplegen in pdf-vorm. Begin maart had ik het grootste deel van het bronnenonderzoek al uitgevoerd en ik ondervond geen negatieve invloed van de coronamaatregelen op mijn onderzoek. De vlotte dienstverlening van de Universiteitsbibliotheek maakte dat ik een digitale versie ontving van hoofdstukken, artikels of boeken die ik nodig had. Ik heb mijn onderzoek en schrijfproces dus niet moeten aanpassen door de coronamaatregelen.

(3)

ii

Woord vooraf

Tien maanden na mijn keuze om middeleeuwse reisverslagen te onderzoeken is deze thesis afgewerkt. Net als de vier 15de-eeuwse reizigers dook ik onder in een vreemde wereld en probeerde ik die te begrijpen en te beschrijven. Zij reisden op paarden en kamelen terwijl ik met boeken en pdf’s hun spoor volgde. Hun blik op dieren vormt het onderwerp van deze thesis, geschreven in een jaar waarin de interactie tussen mens en dier zorgde voor de verspreiding van een virus dat de wereld op slot deed en reizen onmogelijk maakte.

Ik zou graag enkele personen bedanken die me tijdens het schrijven van deze thesis hebben geholpen. Ten eerste professor Jeroen Deploige. De verschillende vakken die ik bij hem volgde wakkerden mijn interesse voor de middeleeuwse geschiedenis aan en deze masterproef vormt daar het resultaat van. Als promotor gaf professor Deploige me de ruimte een eigen onderwerp te kiezen dat aansloot bij mijn interesses en zijn feedback en suggesties maakten deze thesis tot wat ze nu is. Daarnaast wil ik ook professor Peter Stabel bedanken om mij het manuscript van zijn boek Beholden beholders over laatmiddeleeuwse pelgrims uit de Nederlanden door te sturen.1 Ook doctor Violette Pouillard wil ik graag bedanken: de teksten en referenties die ze stuurde vormden een goede introductie tot de geschiedenis van dieren. Daarnaast gaven leescommissarissen prof. Thijs Lambrecht en dr. Jan Vandersmissen waardevolle feedback tijdens de overlegsessie in februari.

Deze thesis vormt de afsluiter van vier jaren Geschiedenis studeren in Gent. Het waren vier mooie jaren aan de universiteit en daarbuiten, omringd door goede vrienden. Zij zorgden voor de nodige momenten van ontspanning die deze studiejaren niet enkel leerrijk maar ook plezant maakten. Mijn ouders ben ik dankbaar om mij de kans te geven Geschiedenis te studeren, voor hun hulp en hun interesse in mijn studies. Mijn mama wil ik extra bedanken om de voorlopige versies van deze thesis zorgvuldig na te lezen en taalkundige feedback te geven. Ten slotte wil ik mijn vriendin Friedl bedanken voor de steun en liefde tijdens dit chaotische masterjaar.

1 Doorheen deze thesis zal verwezen worden naar de hoofdstukken van dit manuscript. Peter Stabel, Beholden

beholders. Visions of the world in late medieval pilgrim narratives from the Low Countries, Ongepubliceerd manuscript (onder

(4)

iii

Inhoudstafel

VERKLARING I.V.M. AUTEURSRECHT ... I VERKLARING I.V.M. DE CORONAMAATREGELEN ... I WOORD VOORAF ... II INHOUDSTAFEL ... III LIJST VAN TABELLEN ... VI LIJST VAN AFBEELDINGEN ... VI

INLEIDING ... 1

HISTORISCHE CONTEXT EN VOORSTELLING VAN DE BRONNEN ... 3

POLITIEKE CONTEXT EN BIOGRAFIE VAN DE REIZIGERS:BOURGONDIËRS OP STAP IN LAATMIDDELEEUWS EUROPA ... 3

De politieke en militaire situatie in Europa (zie bijlagen 1 en 2 voor kaarten) ... 3

Het hertogdom Bourgondië en de Bourgondische Nederlanden ... 4

Biografie en sociale achtergrond van de reizigers ... 6

LAATMIDDELEEUWSE REIZEN.PRAKTISCHE ASPECTEN EN DE BESTEMMINGEN EN ROUTES VAN DE VIER BOURGONDIËRS ... 11

Middeleeuwse pelgrimstochten naar Jeruzalem ... 11

Reisroute en doel van de Bourgondische pelgrims ... 15

MIDDELEEUWSE REISVERSLAGEN ALS HISTORISCHE BRON ... 24

Wat is travel writing? ... 24

Soorten middeleeuwse reisverslagen ... 25

Schrijfproces en publiek ... 27

Reisverslagen van de vier hoofdfiguren ... 28

Deelconclusie: de reizigers en hun teksten ... 36

LITERATUUROVERZICHT: ONDERZOEK NAAR DEZE REISVERSLAGEN EN DE ROL VAN ANIMAL HISTORY ... 37

Middeleeuwse reisverslagen als historische bron ... 37

Onderzoek naar de vier reisverslagen: algemene tendensen ... 37

Animal history als onderzoeksveld ... 41

KWANTITATIEVE BRONBESPREKING ... 45

Totalen ... 45

Individuele reizigers ... 46

Conclusie ... 47

DEEL 1: REIZIGERS IN CONTACT MET BEKENDE DIEREN ... 48

1.1OP REIS MET DIEREN.ONDERWEG MET PAARDEN, EZELS EN KAMELEN... 49

Algemene beschouwingen ... 49

Paarden ... 54

Ezels en muilezels ... 60

Dromedarissen en kamelen ... 61

Rijden op ongewone dieren ... 63

Conclusie ... 64

1.2DIEREN HOUDEN.DOMESTICATIE EN LANDBOUW ... 65

Landbouw en domesticatie van dieren in Europa: ossen, paarden, varkens, schapen ... 65

Kudden vee in de reisverslagen ... 66

(5)

iv

Egyptische postduiven ... 69

Conclusie ... 70

1.3DIEREN VANGEN.JACHT EN VISVANGST ... 71

Jachtpartijen in middeleeuws Europa ... 71

Jacht en jachtparken in het hertogdom Bourgondië ... 72

Jacht en jachtgebieden op reis... 73

Visvangst ... 75

Visvangst op reis ... 75

Conclusie ... 78

1.4DE GEVAARLIJKE WILDERNIS.DIEREN ALS VIJANDEN ... 79

De wildernis ... 79

Slangen ... 80

Wolven ... 80

Muggen, wormen, vliegen: lasten en indirecte aanvallen ... 81

Conclusie ... 83

1.5DIERLIJKE PRODUCTEN.LEER, WOL EN PELZEN ... 84

Producten van levende dieren: wol en zijde ... 84

Verwerking van dode dieren: vellen en pelzen ... 85

Conclusie ... 88

1.6DIEREN ALS VOEDING.VLEES EN VIS IN HET DIEET VAN DE REIZIGERS ... 89

Eetgewoonten van de reizigers: vreemde voedingsmiddelen in vreemde landen ... 89

Raadgeving over voedsel ... 91

Voeding en religie: varkensverbod en offerfeesten ... 92

De broedoven van Caïro... 94

Conclusie ... 95

1.7CONCLUSIE VAN DEEL 1: BEKENDE DIEREN IN EEN ONBEKENDE WERELD ... 97

DEEL 2: DE INVLOED VAN TEKSTEN EN VERHALEN OP DIEREN IN DE REISVERSLAGEN ... 99

2.1DENKEN OVER DIEREN.MENS EN BEEST IN DE LAATMIDDELEEUWSE GEEST ... 100

Dieren in het middeleeuwse denken ... 100

Dieren als categorie in de reisverslagen ... 102

Mensen als “beesten” in de reisverslagen ... 104

Dierenmetaforen in de reisverslagen ... 109

Deelconclusie: de visie op dieren ... 112

2.2TEKSTUELE BRONNEN.DE INVLOED VAN GESCHREVEN TEKSTEN ... 113

Tekstuele dierenkennis. Bestiaria en encyclopedieën als bron ... 113

Dieren uit religieuze teksten in de reisverslagen. Reizen door een Bijbels landschap ... 117

Andere teksttypes ... 128

Deelconclusie: de invloed van teksten ... 129

2.3ORALE VERHALEN.MONDELINGE GETUIGENISSEN ALS BRON ... 131

Christelijke verhalen ... 131

Dieren in andere religies ... 138

Dierenverhalen zonder religieus karakter ... 141

Deelconclusie: de invloed van verhalen ... 142

2.4FABELDIEREN EN MONSTERMENSEN ... 144

(6)

v

De zoektocht van Joos van Ghistele naar “monstren ende ooc wilde lieden” ... 146

De cynocefaal in Tvoyage ... 147

Deelconclusie: de afwezigheid van fabeldieren ... 148

2.5CONCLUSIE VAN DEEL 2: DE INVLOED VAN TEKSTEN EN VERHALEN ... 150

DEEL 3. VREEMDE DIEREN IN DE REISVERSLAGEN ... 152

3.1THEORETISCHE ACHTERGROND: DE VREEMDE ANDER EN DIEREN IN REISVERSLAGEN ... 154

Middeleeuws oriëntalisme of een prekoloniale periode? ... 154

De rol van dieren in laatmiddeleeuwse travel writing studies ... 156

Wat zijn vreemde diersoorten? ... 157

Antonello Gerbi en “The exotic becomes familiar” ... 157

Hybride dieren in reisverslagen ... 159

3.2VREEMDE VIERVOETERS: VARIANTEN OP BEKENDE SOORTEN ... 162

Gedomesticeerde dieren ... 162

Wilde varianten ... 164

Reflectie ... 170

3.3VREEMDE VISSEN ... 171

Soortnamen ... 172

Context van de ontmoeting ... 173

Bijbelse vissen ... 173

Vreemde vissen als voeding ... 174

3.4VREEMDE VOGELS ... 176

Het uiterlijk van vreemde vogels... 176

Vogels als voeding ... 178

“Galinas de India” en de ontmoetingscontext ... 179

“Een dijnc daer wel af te verwonderen zijn mach” Bekende vogels op onbekende plekken ... 180

3.5GROTE HYBRIDE DIEREN.HERKENNEN OF LEREN KENNEN? ... 182

Verwachtingen voor het vertrek. Kennis van exotische dieren door menagerieën en teksten ... 182

Naamgeving ... 185

Beschrijving van het uiterlijk ... 187

Dierlijk gedrag en hun nut voor de mens ... 189

Verhalen en boeken: de invloed van oudere bronnen ... 190

De ontmoetingscontext ... 193

Een uitzonderlijk verhaal: het “tresperilleuse beste” in Le voyage d’Outremer ... 195

Conclusie ... 197

3.6NAAMLOZE DIEREN ... 198

Geurstoffen in Tabriz ... 198

Schuwe dieren, onzekere beschrijvingen ... 199

Reflectie ... 201

3.7CONCLUSIE VAN DEEL 3: HET VREEMDE VERTROUWD MAKEN? ... 202

EINDCONCLUSIE ... 204

BIBLIOGRAFIE ... 208

Uitgegeven bronnen ... 208

Databanken ... 208

(7)

vi

Lijst van tabellen

Tabel 1. Aantal dieren en diersoorten per reisverslag met het percentage geziene soorten en de verspreiding per pagina. Resultaat eigen onderzoek………..……45 Tabel 2. De tien meest vermelde dieren in de vier reisverslagen. Resultaat eigen onderzoek……….46

Lijst van afbeeldingen

Afbeelding 1. Anoniem, Mess. Gilbert de Lannoy, seigneur de Willerval, à Bruges 1429, 15de eeuw. Ingekleurde tekening in

Le grand armorial équestre de la Toison d'or. Parijs, BNF, Arsenal Ms. 4790. Bron :

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Armorial_équestre_Toison_d%27or_-_Gilbert_de_Lannoy.jpg. ... 6 Afbeelding 2. Jean Le Tavernier, Bertrandon de la Broquière, de retour de sa mission en Orient, offre une traduction du Coran

à Philippe le Bon (detail), na 1455. Miniatuur in BNF, Mss. Fr. 9087, f.152v. Bron :

http://expositions.bnf.fr/flamands/grand/fla_146.htm. ... 7 Afbeelding 3. Jean Le Tavernier, Bertrandon de la Broquière, de retour de sa mission en Orient, offre une traduction du Coran

à Philippe le Bon, na 1455. Miniatuur in BNF, Mss. Fr. 9087, f. 152v. Bron :

http://expositions.bnf.fr/flamands/grand/fla_146.htm. ... 32 Afbeelding 4. Anoniem, Schematische voorstelling van een saqiyah, 2004. Bron: ‘The history of water pumping-Part 3’, National Driller Magazine, https://www.nationaldriller.com/articles/85737-the-history-of-water-pumping-part-3. ... 68 Afbeelding 5. Anoniem, Een vlot gemaakt van opgeblazen dierenhuiden (kellek), zonder datum. Bron: ‘Kelleks: The Inflatable Rafts of Yesteryear’, Aramco Expats, https://www.aramcoexpats.com/articles/kelleks-the-inflatable-rafts-of-yesteryear/. ... 85 Afbeelding 6. Anoniem, Stenen kalfsbeeld in de Sinäiregio, zonder datum. Bron:’ The Calf Statue of Samiri, Sinai – Egypt’, Maqna.id, https://maqna.id/calf-statue-samiri-sinai-egypt/. ... 123 Afbeelding 7. Brocken Inaglory, Mannelijke zilverruggorilla in de zoo van San Francisco, 2009. Bron:

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Male_gorilla_in_SF_zoo.jpg. ... 145 Afbeelding 8. Hartmann Schedel, Man met een hondenhoofd (Cynocefaal), 1493. Houtsnede in Schedel’sche Weltchronik. Bron: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Schedel%27sche_Weltchronik-Dog_head.jpg... 148 Afbeelding 9. Erhard Reuwich, Capre de India (Sammelbild der Tiere im Heiligen Land) (detail), 1486. Tekening in

Bernhard von Breydenbach, Peregrinatio in terram sanctam, Mainz, 1486. Bron:

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Fauna_Sancta.jpg. ... 162 Afbeelding 10. Trisha M Shears, Angorageit (Capra aegagrus hircus) in de zoo van Louisville, 2007. Bron:

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Angora_003.jpg. ... 163 Afbeelding 11. Ali Golshan, Koerdische saluki (Canis familiaris), zonder datum. Bron:

(8)

vii

Afbeelding 12. Mark D. Phillips (Photo Researchers, Inc), Twee onagers (Equuus hemionus onager), zonder datum. Bron: ‘What the Heck Is That?: ONAGER’, The New York Times, https://www.nytimes.com/2018/04/30/crosswords/what-the-heck-is-that-onager.html. ... 165 Afbeelding 13. George Konstantinou, Cypriotische moeflon (Ovis orientalis ophion), 2015. Bron: ‘Ovis gmelini ophion (Cyprian Wild Sheep, Cyprus Mouflon) Αγρινό’, Biodiversity Cyprus,

https://biodiversitycyprus.blogspot.com/2015/07/ovis-orientalis-cyprian-wild-sheep_25.html. ... 166 Afbeelding 14. Anette Hagenbeek, Ree (Capreolus capreolus) op de Veluwe, 2016. Bron: ‘De lichtste van de Veluwse Grote Vijf; het ree’, Boswachtersblog Veluwe, https://www.boswachtersblog.nl/veluwe/2016/10/24/de-lichtste-van-de-veluwse-grote-vijf-de-ree/. ... 167 Afbeelding 15. Laurie Campbell, Sneeuwhaas (Lepus timidus) met zomervacht, zonder datum. Bron: ‘Mountain hare Lepus timidus’, Game & Wildlife Conservation Trust,

https://www.gwct.org.uk/research/long-term-monitoring/national-gamebag-census/mammal-bags-comprehensive-overviews/mountain-hare/. ... 168 Afbeelding 16. Mark Hamblin, Sneeuwhaas (Lepus timidus) met wintervacht, zonder datum. Bron: ‘Mountain hare’, The Wildlife Trusts, https://www.wildlifetrusts.org/wildlife-explorer/mammals/mountain-hare. ... 168 Afbeelding 17. גיזונימ, Egyptische mangoest (Herpestes ichneumon) in Ashkelon National Park, Israel, 2015. Bron:

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Herpestes_ichneumon,_Israel_5.jpg. ... 169 Afbeelding 18. Pierre Belon, Le portraict de l’Ichneumon, que les Egyptiens nomment Rat de Pharaon, 1588. Tekening in Pierre Belon, Les Observations de plusieurs singularitez et choses mémorables, trouvées en Grece, Asie, Judée, Égypte, Arabie, &

autres pays estranges, redigées en trois livres, Parijs : Hierosme de Marnef, 1588. Bron:

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:IchneumonPierreBelon.png. ... 170 Afbeelding 19. Ginette Vachon, Vliegende vis (Exocoetidae), 2015. Bron: ‘Flying fish’, National Geographic,

https://www.nationalgeographic.com/animals/fish/group/flying-fish/. ... 171 Afbeelding 20. Anoniem, Avgotarocho of bottarga (gedroogde harderkuit), zonder datum. Bron: ‘Avgotaracho (bottarga)! The gold of the sea!, Wondergreece,

http://www.wondergreece.gr/v1/en/Articles/Gastronomy/16060-Avgotaracho_bottarga_The_gold_of_the_sea. ... 174 Afbeelding 21. George Konstantinou, Aziatische steenpatrijs (Alectoris chukar), 2015. Bron: ‘Chukar partridge or chukar (Alectoris chukar) Νησιώτικη Πέρδικα - Πέρδικα - Πέρτικος – Cyprus’, Biodiversity Cyprus,

http://biodiversitycyprus.blogspot.com/2015/07/chukar-partridge-or-chukar-alectoris.html. ... 177 Afbeelding 22. Marc Van Daele, Patrijs (Perdix perdix), 2015. Bron: ‘Patrijs’, Waarnemingen.be,

https://waarnemingen.be/species/16/. ... 177 Afbeelding 23. Martin Mecnarowski, Watersnip (Gallinago gallinago) in Tsjechië, 2010. Bron:

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Gallinago_gallinago_1_(Martin_Mecnarowski).jpg. ... 177 Afbeelding 24. George Konstantinou, Zwarte frankolijn (Francolinus francolinus), 2018. Bron: ‘Black Francolin (

Francolinus francolinus ) (Linnaeus, 1766) Φραγκολίνα - Cyprus, Biodiversity Cyprus,

https://biodiversitycyprus.blogspot.com/2015/07/black-francolin-francolinus-francolinus.html. ... 177 Afbeelding 25. Derek Keats, Helmparelhoen (Numida meleagris) in Pilanesberg National Park Zuid-Afrika, 2013. Bron: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Helmeted_Guineafowl,_Numida_meleagris_at_Pilanesberg_National_Par k_(11154963796).jpg. ... 178

(9)

viii

Afbeelding 26. Pierre Belon, Portraict du Crocodile poisson du Nil, 1554. Tekening in Pierre Belon, Les Observations de

plusieurs singularitez et choses mémorables, trouvées en Grece, Asie, Judée, Égypte, Arabie, & autres pays estranges, redigées en trois livres, Parijs : Guillaume Cavellat en Gilles Corozet, 1554. Bron:

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Portrait_du_Crocodile_poisson_du_Nil_-_Belon_Pierre_-_1554.jpg. ... 188 Afbeelding 27. Warren Photographic, Digitaal gemanipuleerde afbeelding van de mythische symbiotische relatie tussen de

Nijlkrokodil (Crocodylus niloticus) en de krokodilwachter (Pluvianus pluvianus), 2015. Bron:

https://www.warrenphotographic.co.uk/00955-nile-crocodile-with-egyptian-plover. ... 192 Afbeelding 28. Ron Winkler, Woestijnvaraan (Varanus griseus) in de Negevwoestijn in Israël, 2018. Bron:

https://www.flickr.com/photos/78941013@N00/42995708185. ... 196 Afbeelding 29. Jon Cox, Muskusspitsmuis (Suncus murinus) in Indië, 2020. Bron:

https://www.flickr.com/photos/154347912@N05/49791281376. ... 198 Afbeelding 30. Janine Mare, Afrikaanse civetkat (Civettictis civetta) in Zuid-Afrika, 2015. Bron: ‘Meet the African civet’, Africa Geographic, https://africageographic.com/stories/meet-the-african-civet/. ... 199 Afbeelding 31. Pascale Bécue, Nijlganzen (Alopochen aegyptiaca) in vlucht in Picardië, 2013. Bron: ‘Ouette d’Égypte’ , Oiseaux.net, https://www.oiseaux.net/oiseaux/ouette.d.egypte.html. ... 200

(10)

1

Inleiding

“Hemlieden waren ooc ghetoocht twee geraffen, dat alte schoone ende vremde dieren zijn, vooren hooghe van halse ende van beenen wel twee mans lingden, maer achter en zijn nauwe also hooghe als een cleen paerdekin, hebbende een cleen ront steertkin, thooft ende de voeten ghenouch ghelijc den herten, met twee cleenen hoorenkins omtrent een vierendeel lanc, maer en zijn niet ghetact. Dese dieren zijn wat ruachtich ende van coluere ghelijckende den leeuwen, maer hebben groote ronde plecken als een ghepomeleert paert.“2

Gentenaar Joos van Ghistele reist in 1483 naar Aden en ziet daar voor de eerste keer een giraffe. Hij kijkt met bewondering naar de lange hals, de kleine hoorns en de gevlekte vacht. Door het dier te vergelijken met paarden, herten en leeuwen geeft hij een originele beschrijving. Deze giraffen zijn maar twee van de honderden dieren waarover de pelgrim schrijft in zijn reisverslag. Net als Guillebert de Lannoy, Bertrandon de la Broquière en Anselm Adornes leefde Joos van Ghistele in de 15de eeuw in de Bourgondische Nederlanden en maakte hij een lange reis naar het oosten. De aanleiding voor die reis, de sociale achtergrond van de reiziger en de reisroute verschillen maar allen bezoeken het Heilige Land en schreven na hun reis een reisverslag. De dieren in die reisverslagen vormen het onderwerp van deze thesis.

Probleemstelling en onderzoeksvragen

Deze vier reisverslagen zijn bekende en uitgegeven bronnen waarover al veel verschenen is. De reiservaring, het doel van de reis en de beeldvorming van andere mensen in de reisverslagen zijn populaire thema’s in het onderzoek. Net zoals bij het onderzoek naar andere middeleeuwse reisverslagen worden de dieren vaak vergeten. Nochtans zijn die talrijk aanwezig: de reizigers rijden op dieren, ze eten dieren, ze jagen op dieren, ze hoorden over dieren en ze bewonderden dieren.

Op het vlak van de middeleeuwse dierengeschiedenis zijn er de laatste decennia veel artikels en boeken verschenen. Dieren waren alomtegenwoordig in de fysieke en mentale wereld van de middeleeuwse mens. Toch worden zelden reisverslagen gebruikt om de geschiedenis van dieren en de omgang tussen mens en dier te onderzoeken. Deze thesis wil dit hiaat oplossen en tonen wat het nut is van een blik op dieren in middeleeuwse reisverslagen.

Daarvoor worden vier 15de-eeuwse reisverslagen gebruikt van reizigers met een gelijkaardige geografische en culturele achtergrond. Guillebert de Lannoy was een ridder en diplomaat die een leven lang reisde in dienst van de Bourgondische hertog Filips de Goede. Bertrandon de la Broquière was een ridder en spion

(11)

2 die door Turkije reisde om een kruistocht voor te bereiden in dienst van dezelfde hertog. Anselm en Jan Adornes waren leden van de Brugse burgerij die een bedevaart maakten naar Jeruzalem en Joos van Ghistele was een Gentse edelman die een vierjarige reis ondernam naar het oosten. Hun vier reisverslagen worden hier samen onderzocht en vergeleken met elkaar. Hun reizen en de vorm van hun verslagen verschillen maar de vergelijkbare politieke en geografische achtergrond maakt dat een vergelijking verantwoord en leerrijk is.

De vier reisverslagen worden onderzocht aan de hand van een hoofdonderzoeksvraag: waarom staan dieren in deze teksten? Daarbij horen enkele aanvullende vragen: welke visie op dieren is in de verslagen aanwezig? Welke betekenis hebben dieren voor de reizigers en in welke context schrijven de reizigers over dieren? Wat leren de dieren ons over de reizigers zelf en over de geschiedenis van dieren?

Onderzoeksmethode en opbouw van de thesis

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden moesten alle dieren verzameld worden. In een Excel-werkblad verzamelde ik elk individueel dier in de reisverslagen met verschillende gegevens. De soortnaam, de naam die de reiziger aan het dier gaf, een beschrijving van de context, de geografische locatie en de vraag of de reiziger het dier echt zag werden op die manier verzameld. Op basis van de informatie over meer dan duizend dierenvermeldingen koos ik (na raadpleging van literatuur over dieren en over reisverslagen) voor een drieledige opbouw. In die delen worden de bronfragmenten opgedeeld in thematische hoofdstukken en onderzocht aan de hand van secundaire literatuur.

In drie thematische delen worden de vermeldingen van honderden dieren in de vier reisverslagen onderzocht. Die grote indeling verloopt volgens drie antwoorden op de hoofdvraag. In deel 1 gaat het over bekende dieren die ze tegenkomen op reis: ze schrijven over dieren die ze zien. Het tweede deel gaat dan weer over dieren met een symbolische betekenis: dieren die de reizigers niet noodzakelijk zien maar waar ze wel over horen of lezen. Het derde deel behandelt de fragmenten die eigen zijn aan het reisverslag als bron: de ontmoeting met het vreemde. De reizigers zagen dieren die verschilden van wat ze kenden en schrijven uitgebreid over die diersoorten. Doorheen deze delen zal worden aangetoond wat het nut is van reisverslagen om de geschiedenis van dieren te onderzoeken en hoe een blik op dieren zorgt voor inzicht in de denkwereld van reizigers.

In de inleidende hoofdstukken worden de reizigers, hun routes en hun verslagen voorgesteld in de bredere context van de late middeleeuwen. Daarna volgt een kort overzicht van het onderzoek naar deze reisverslagen en de discipline van animal history. Dieren komen nog niet aan bod in deze hoofdstukken maar de besproken factoren hebben invloed op welke dieren de reizigers zien en hoe ze erover schrijven. Na een kwantitatieve bespreking van de aanwezigheid van dieren in de reisverslagen begint het drieledige betoog.

(12)

3

Historische context en voorstelling van de bronnen

Politieke context en biografie van de reizigers: Bourgondiërs op stap in

laatmiddeleeuws Europa

Een overzicht van de machtsverhoudingen in 15de-eeuws Europa schetst de wereld waarin de hoofdrolspelers reisden. Politieke en militaire conflicten bepaalden de routes die ze namen en in welke landen ze vriendschappelijk of vijandig behandeld werden. Na het brede beeld van Europa en de Arabische wereld volgen een blik op de Bourgondische Nederlanden en een biografische bespreking van de vier reizigers

De politieke en militaire situatie in Europa (zie bijlagen 1 en 2 voor kaarten)

In West-Europa stonden de Engelse en Franse koninkrijken tegenover elkaar tijdens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453). Dat langdurige conflict telde verschillende fasen, waarin de Bourgondiërs na de moord op Jan zonder Vrees (1371-1419) een rol speelden als bondgenoot van de Engelsen. Het vredesverdrag van Atrecht (Arras) (1435) beëindigde het bondgenootschap omdat hertog Filips de Goede (1396-1467) de Franse koning Karel VII erkende. Die koning veroverde tegen 1453 bijna het volledige Franse territorium terug op de Engelsen.3

Ten oosten van de Bourgondische Nederlanden lag het Heilig Roomse Rijk dat een keizer had, maar bleef bestaan uit tientallen kleine en grotere vorstendommen zonder centrale bureaucratie. Verder oostelijk waren het Poolse koninkrijk en het Groothertogdom Litouwen het belangrijkste. Litouwen groeide onder Vytautas (1350-1430) uit tot de belangrijkste speler in het oosten en werd het prinsdom met het grootste territorium in Europa. In het gebied rond Danzig (Gdansk) was de Teutoonse orde aanwezig, die winterse kruistochten organiseerde om de heidenen van Litouwen aan te vallen en te bekeren. In Rusland waren er verschillende vorstendommen onder leiding van telgen uit de Rurikidendynastie. Ondanks externe bedreigingen groeide de macht van het grootvorstendom Moskou geleidelijk, net als het belang van het autonome handelsknooppunt Novgorod.4

Het grondgebied van hedendaags Italië bestond uit sterke stadstaten in het noorden, de Pauselijke staten in het centrum en het koninkrijk Napels in het zuiden. Van het midden tot het einde van de 15de eeuw was er een machtsbalans waardoor pelgrims en andere reizigers zonder gevaar het schiereiland konden

3 Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers, Introduction to Medieval Europe 300-1500 (Londen: Routledge, 2013), 360–

63.

(13)

4 doorkruisen. Op het Iberische schiereiland was de Reconquista van grondgebied op moslimstaten aan de gang. de koninkrijken Castilië en Aragon probeerden door onderhandelingen en militaire veldtochten hun macht zuidwaarts uit te breiden.5

In het zuiden en het oosten van de Middellandse Zee lagen de bestemmingen van de reizigers: Tunesië, Egypte, Israël en Turkije. In Tunesië regeerde de Hafsiden-dynastie al sinds 1229 met Tunis als hoofdstad. Het hoogtepunt van het rijk valt in het midden van de 15de eeuw, wanneer onder koning Uthman (1435-1488) het grondgebied en het handelsvolume (via karavanen en over zee) toenamen. Egypte, Syrië en Palestina stonden onder het Mammelukkensultanaat dat vanuit Caïro werd bestuurd. In de 15de eeuw was het een sterke en goed georganiseerde staat in een culturele bloeiperiode. Toch zouden ze op het einde van de 15de eeuw het onderspit delven tegen de Ottomanen en degradeerde Egypte tot een provincie in het wereldrijk. De Ottomanen begonnen in de 14de eeuw vanuit het noordwesten van Turkije hun macht en grondgebied te vergroten. Onder sultan Murad I (1326-1389) groeide de bureaucratie en het territorium breidde uit in de richting van de Balkan (ten koste van de Servische en Bulgaarse koninkrijken) en naar het oosten toe. De expansie stopte tijdelijk rond 1400 door de clash met de Mongoolse veroveraar Timur-Lenk (1336-1405) maar onder Murad II (1404-1451) en Mehmet II (1432-1481) groeide het rijk en ze veroverden Constantinopel in 1453. Tegen 1520 was heel het oostelijke deel van de Middellandse Zee in Ottomaanse handen.6

Het hertogdom Bourgondië en de Bourgondische Nederlanden

Filips de Stoute (1342-1404), broer van de Franse koning Karel V (1338-1380), werd in 1363 benoemd tot hertog van Bourgondië. In 1369 trouwde hij met Margaretha van Male (1350-1405), dochter van Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen (1330-1384). Dat betekende het begin van een periode van territoriale uitbreiding die de Bourgondiërs tot een van de belangrijkste politieke spelers van de 15de eeuw zou maken. Verschillende prinsdommen in de rijke en sterke Lage Landen kwamen in Bourgondische handen door

5 Blockmans en Hoppenbrouwers, Introduction to Medieval Europe, 367–69.

6 Nicole Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages (New York: Columbia University Press, 2005), 140–47;

Blockmans en Hoppenbrouwers, Introduction to Medieval Europe, 376–80; Adam Zeidan, ‘Mamluk: History, Significance, Leaders, & Decline’, Encyclopedia Britannica, geraadpleegd 20 april 2020, https://www.britannica.com/topic/Mamluk; Laura Etheredge, ‘Ḥafṣid Dynasty’, Encyclopedia Britannica, geraadpleegd 20 april 2020, https://www.britannica.com/topic/Hafsid-dynasty.

(14)

5 slimme huwelijkspolitiek en veroveringen. De vereniging van gebieden bleef een personele unie, waarin elke provincie een autonome heerlijkheid was en de heerser meerdere titels had.7

Filips de Stoute balanceerde tussen de belangen van de Franse kroon en zijn eigen droom om een sterk grondgebied te bouwen. Een grote uitdaging voor hem waren de Vlaamse steden, die economisch en politiek veraf stonden van de gebieden in Bourgondië. De internationale textielhandel was erg kwetsbaar voor oorlog en afhankelijk van de Engelse wolproductie. Filips de Stoute en zijn opvolgers moesten de belangen van die steden kunnen verenigen met hun steun aan de Franse troon, wat tot conflicten zou leiden. Naast die internationale evenwichtsoefening begon de hertog ook aan bestuurlijke centralisering, een evolutie waartegen de Vlaamse steden zich zouden blijven verzetten.8

Zijn opvolgers Jan Zonder Vrees (1374-1419), Filips de Goede (1396-1467) en Karel de Stoute (1433-1477) zorgden voor uitbreiding van de Bourgondische Nederlanden naar het noorden en het oosten. In 1477 werd zo een stabiele personele unie bereikt in de Nederlanden met efficiënte bureaucratische en administratieve instellingen. Tijdens die eeuw bleef de strijd tussen stedelijke elites en de hertogen voortduren door opstanden en bestraffingen. Conflicten met andere prinsdommen en buitenlandse koninkrijken bleven duren en droegen zo bij aan een gewelddadige eeuw. Na het overlijden van Karel de Stoute tijdens de Slag bij Nancy (1477) werd Maria van Bourgondië hertogin (1457-1482). Interne opstanden en oorlogen met andere gebieden zorgden voor een chaotische machtsovergang die kalmeerde wanneer zij trouwde met de Habsburgse Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1519). Onlusten in Brugge veroorzaakten problemen voor Anselm Adornes, die toen een paar jaar terug was van zijn bedevaart. Rond hetzelfde moment begon de politieke carrière van Joos van Ghistele in Gent. De moeilijke samenwerking tussen stedelijke elites en de hertogen was een constante die ook het leven en de carrière van de vier reizigers bepaalde. Zij vertrokken uit een economisch en cultureel rijk gebied en kenden de hertog persoonlijk.9

7 Wim Blockmans en Walter Prevenier, The Promised Lands: The Low Countries under Burgundian Rule, 1369-1530, ed.

Edward Peters, vert. Lizabeth Fackelmans, The Middle Ages Series (Philadelphia: University of Pennsylvania Press, 1999), 1–5; Blockmans en Hoppenbrouwers, Introduction to Medieval Europe, 359.

8 Blockmans en Prevenier, The Promised Lands, 16-22, 33–34.

9 Blockmans en Prevenier, The Promised Lands, 194–99, 240–41; Robert Stein, Magnanimous dukes and rising states. The

unification of the Burgundian Netherlands, 1380-1480, vert. Marilyn Hedges (Oxford: Oxford University Press, 2017), 262–

(15)

6

Biografie en sociale achtergrond van de reizigers

Guillebert de Lannoy (1386-1462)

Guillebert de Lannoy werd in 1386 geboren in de omgeving van Rijsel. Zijn vader was de heer van Beaumont en had naast Guillebert nog drie zonen en een dochter. De zonen Hugues en Baudoin zouden net als Guillebert carrière maken aan het Bourgondische hof en ze werden alle drie lid van de orde van het Gulden Vlies in 1430. De biografische informatie over Guillebert is bekend uit zijn chronologisch reisverslag waarin al zijn veldtochten en reizen staan. Hij werd schildknaap van Walram III van Luxemburg-Ligny en daarna van Jean Warchin, de seneschalk van Henegouwen. In het begin van de 15de eeuw reisde hij het Europese continent rond om mee te vechten in verschillende veldtochten in Frankrijk, Spanje en de Nederlanden. In 1416 werd hij kapitein van de haven van Sluis en het jaar daarvoor nam hij dienst in het gevolg van Filips van Charolais. Die wordt in 1419 hertog Filips de Goede (na de moord op Jan zonder Vrees) en Guillebert de Lannoy klimt mee omhoog. Hij wordt diplomaat en raadsman van de hertog met de titel chambellan (kamerheer). In 1421 vertrekt hij als ambassadeur naar Oost-Europa om de uitkomst van de Frans-Engelse vredesonderhandelingen mee te delen aan de heersers van Polen, Litouwen en de Teutoonse orde.

Daarna volgt de reis die het leeuwendeel van zijn verslag beslaat: een missie door Egypte en het Heilige Land om een kruistocht voor te bereiden in dienst van de Engelse koning en de Bourgondische hertog. De volgende dertig jaar blijven gevuld met diplomatische reizen en persoonlijke bedevaarten. Op 22 april 1462 sterft hij op 76-jarige leeftijd. Aan het Bourgondische hof werd hij niet snel vergeten: in 1473, elf jaar na zijn overlijden, werd een statutenboek gemaakt van de Orde van het Gulden Vlies met daarin portretten van alle leden (zie afbeelding 1 en bijlagen 3 en 4). 10

10 Jaroslav Svátek, ‘Discours et récit de noble voyageur à la fin du Moyen Âge (Ogier d’Anglure, Nompar de Caumont,

Guillebert de Lannoy, Bertrandon de la Broquière)’ (Doctoraat, Rijsel, Université Charles De Gaulle - Lille 3, 2012), 50– 62; Jaroslav Svátek, ‘Guillebert de Lannoy, un seigneur bourguignon espion en Terre Sainte’, in La noblesse et la croisade

à la fin du Moyen Âge : France, Bourgogne, Bohême, ed. Martin Nejedlý, Méridiennes (Toulouse: Presses universitaires du

Midi, 2020), 85–87; Nicole Chareyron, Globe-trotters au Moyen Age (Parijs: Editions Imago, 2004), 53–58.

Afbeelding 1. Anoniem, Mess. Gilbert de Lannoy, seigneur de Willerval, à Bruges 1429,

15de eeuw. Ingekleurde tekening in Le grand

armorial équestre de la Toison d'or. Parijs, BNF,

Arsenal Ms. 4790. Bron :

https://commons.wikimedia.org/wiki/File: Armorial_équestre_Toison_d%27or_-_Gilbert_de_Lannoy.jpg.

(16)

7 Naast zijn politieke avonturen schreef Guillebert de Lannoy ook didactische werken: de Instruction d’un jeune prince (ca. 1440) en de Enseignements paternels zouden van zijn hand zijn. Hij schreef het eerste voor de jonge Karel de Stoute als “vorstenspiegel”. Binnen het kader van een fictieve Noorse koning die zijn troonopvolger raad geeft worden alle eigenschappen van een goede heerser en de bouwstenen van goed bestuur aangeleerd. De Enseignements hebben een ander doel: in de vorm van een brief aan zijn zoon geeft hij raad over hoe een edelman zich aan het hof moet gedragen. Het auteurschap van Guillebert de Lannoy wordt wel soms in twijfel getrokken: zijn broer Hugues is ook een mogelijke schrijver.11

Guillebert de Lannoy was een edelman en diplomaat die gedurende zijn hele leven dienstbaar was aan zijn heer. Zijn reizen en activiteiten waren in dienst van de Bourgondische hertog of persoonlijke pelgrimstochten naar Ierland, Santiago de Compostella of het Heilige Land. De politieke doelstellingen van zijn opdrachtgevers bepaalden zijn reizen en zorgden ook voor een prestigieuze ontvangst als ambassadeur in verre landen en koninkrijken.

Bertrandon de la Broquière (eind 14de eeuw – 1459)

Bertrandon de la Broquière werd op het einde van de veertiende eeuw geboren in Labroquère, een dorp in de Franse Pyreneeën. Over zijn eerste levensjaren is niets bekend en hij zoekt zijn geluk ver van huis in Bourgondië, misschien omdat hij geen uitzicht had op de familie-erfenis. Vanaf 1418 treedt hij in dienst bij de Bourgondische hertogen, eerst als schildknaap bij de raadgever Archambaud van Foix en later direct onder Filips de Goede. Hij vervult trouw zijn opdrachten en wordt in 1426 premier écuyer tranchant, een belangrijke positie als persoonlijke schildknaap van de hertog. Naast een jaarlijkse toelage ontvangt hij in 1428 het kasteel van Vieux-Château (Bourgondië) in leen. Hij geniet het vertrouwen van de hertog en krijgt in 1432 de belangrijke opdracht om “zich te vermommen en op een verre, geheime reis te vertrekken” naar het

11 Svátek, ‘Discours et récit de noble voyageur’, 62, 442; Thomas Kren en Scot McKendrick, Illuminating the Renaissance:

The Triumph of Flemish Manuscript Painting in Europe (Santa Monica, Californië: Getty Publications, 2003), 234–36;

Bernhard Sterchi, ‘Hugues de Lannoy, auteur de l’Enseignement de vraie noblesse, de l’Instruction d’un jeune prince et des Enseignements paternels’, Le Moyen Age CX, nr. 1 (2004): 79–117; Arjo Vanderjagt, ‘Lannoy, Ghillebert de (1386-1462)’, in Trade, travel, and exploration in the Middle Ages: an encyclopedia, eds. John Block Friedman en Kristen Mossler Figg (New York: Garland Pub, 2000), 332.

Afbeelding 2. Jean Le Tavernier, Bertrandon de la Broquière, de retour de sa mission en Orient, offre une traduction du Coran à Philippe le Bon (detail), na 1455. Miniatuur

in BNF, Mss. Fr. 9087, f.152v. Bron :

http://expositions.bnf.fr/flamands/gran d/fla_146.htm.

(17)

8 oosten. Hij moet informatie verzamelen over de militaire organisatie van de Ottomanen en de haalbaarheid van een kruistocht over land onderzoeken.12

Na de terugkeer (nog steeds in vermomming) ontvangt hij een grote beloning (800 ponden, bovenop de 200 die hij voor zijn vertrek al kreeg) en neemt hij zijn taken weer op. Hij moet als diplomaat vaak naar het Franse hof in Parijs rijden voor onderhandelingen en huwt in 1442 met Catherine de Bernieulles, een edelvrouw uit Artesië. In de daaropvolgende jaren wordt hij kapitein van Rupelmonde en Gouda en baljuw van Nieuwpoort. Tijdens de jaren 1440 en 1450 leeft hij in de Bourgondische Nederlanden en neemt hij deel aan de militaire expedities van de hertog tegen de steden. De Gentse opstand van 1452 resulteerde in de Slag bij Gavere (23/07/1453) waarin Bertrandon letterlijk naast Filips op het strijdveld stond. In 1455 krijgt hij nog een leen voor zijn diensten maar daarna verdwijnt hij uit de bronnen tot zijn overlijden en begrafenis in de Sint-Pieterskerk te Rijsel in 1459. In 1457 werd het verluchte manuscript van zijn reisverslag, de Voyage d’Outremer, aan hertog Filips de Goede gegeven (zie afbeelding 2).13

Bertrandon was een belangrijke vertrouwensfiguur van de hertog maar geen lid van de hoge adel. In tegenstelling tot Guillebert de Lannoy was hij geen ridder van de Orde van het Gulden Vlies en hij was niet aanwezig op het Banket van de Fazant. Net als de Henegouwse ridder was hij als diplomaat en ridder wel een trouwe dienaar van zijn vorst.

Anselm en Jan Adornes (1424-1483 en 1444-1511)

Anselm Adornes werd geboren in 1424 als zoon van Pieter II Adornes. De familie was oorspronkelijk afkomstig uit Genua maar woonde al meer dan een eeuw in Brugge, waar de leden functies in het stadsbestuur bekleedden. Anselm studeerde in Leuven en huwde in 1443 met de patriciërsdochter Margareta vander Banck, waarmee hij zestien kinderen zou krijgen. De eerste, Jan, werd al in 1444 geboren. Anselm won dat jaar het riddertoernooi van het Gezelschap van de Witte Beer en begon te werken voor het Brugse stadsbestuur. Hij was daarnaast actief als handelaar en onderhield goede relaties met Genuese, Spaanse en Schotse kooplieden. In 1467 kreeg hij van de Bourgondische hertog Karel de Stoute een

12 Jaroslav Svátek, ‘La vision de la croisade dans le récit de Bertrandon de la Broquière’, in Histoires et mémoires des

croisades à la fin du Moyen Âge, ed. Martin Nejedlý, Méridiennes (Toulouse: Presses universitaires du Midi, 2020), 143–

46; Svátek, ‘Discours et récit de noble voyageur’, 66–68; Arjo Vanderjagt, ‘La Broquière, Bertrandon de (c. 1400-1459)’, in Trade, travel, and exploration in the Middle Ages: an encyclopedia, eds. John Block Friedman en Kristen Mossler Figg (New York: Garland Pub, 2000), 326; Peter Stabel, 'Chapter 7. The powers that be. Pilgrims and the representation of power?' Beholden beholders.

13 Svátek, ‘La vision de la croisade dans le récit de Bertrandon de la Broquière’, 146–48; Svátek, ‘Discours et récit de

(18)

9 diplomatieke opdracht: hij moest met de Schotse koning onderhandelen over de handel tussen Brugge en Schotland. Hij slaagt erin om de relatie tussen beide heersers te verbeteren en wordt door de Schotse koning Jacobus III (1451-1488) beloond met een heerlijkheid (Cortachy), een positie als persoonlijke raadgever en een riddertitel.14

Jan Adornes werd in 1444 geboren en studeerde vanaf 1464 rechten in Pavia. In 1470 zag hij daar zijn vader terug bij het begin van de bedevaart naar het Heilige Land. Na de lange reis schreef Jan Adornes het reisverslag en hij keerde terug naar Italië om te werken aan het Pauselijke hof. In 1480 werd hij kanunnik in de kathedraal van Aberdeen en in 1488 verhuisde hij naar het Sint-Pieterskapittel in Rijsel. Ondertussen verging het zijn vader minder goed. Na de terugkeer uit het Heilige Land had Anselm eerst succesvol zijn diplomatische activiteiten verdergezet: in 1472 werd hij “Conservator van de Schotse privileges” in de Bourgondische gebieden door zijn goede relatie met Jacobus III. Het overlijden van Karel de Stoute in 1477 en een Brugse opstand zorgden ervoor dat hij zijn openbare functie verloor door een beschuldiging van geld uit de stadskas te ontvreemden. Hij trok vaker naar Schotland maar ook daar zouden politieke onlusten hem het leven zuur maken. Tijdens een opstand tegen koning Jacobus III in 1482 werd Anselm Adornes vermoord in een klooster bij Linlithgow, waar hij ook begraven werd. Zijn hart werd naar Brugge gebracht om bijgezet te worden in een praalgraf voor hem en zijn vrouw. Jan Adornes stierf in 1511 en werd, net zoals Bertrandon de la Broquière, begraven in de Sint-Pieterskerk in Rijsel.15

De familie Adornes maakte deel uit van de stedelijke elite in Brugge en Anselm werkte ook voor de Bourgondische hertog en de Schotse koning. De reis van Anselm en Jan naar het Heilige Land gebeurde niet in opdracht van deze heersers maar had een religieuze aanleiding. De verering van Jeruzalem en het Heilig Graf zijn constanten in de familie Adornes en Anselm wilde in de voetsporen van zijn vader treden. Pieter II Adornes (die zelf op bedevaart was geweest) had in 1427 de private Jeruzalemkapel opgericht en Anselm zou die na de reis verder ondersteunen en de stichting (met godshuizen en een herenhuis)

14 Noël Geirnaert, ‘Anselm Adornes en zijn Jeruzalembedevaart. Basis en inspiratie voor het werk van Rombout de

Doppere’, Erfgoed Brugge, geraadpleegd 31 juli 2020, https://erfgoedbrugge.be/op-bedevaart-naar- jeruzalem/anselm-adornes-en-zijn-jeruzalembedevaart-basis-en-inspiratie-voor-het-werk-van-rombout-de-doppere/; Noël Geirnaert, ‘Anselm Adornes (1424-1483). Koopman, aristocraat, bedevaarder en avonturier. Een Bruggeling met Italiaanse wortels en Schotse connecties’, Vlaanderen 51 (2002), 8–10; Jacques Heers en Georgette de Groer, ‘Introduction’, in Itinéraire d’Anselme Adorno en Terre sainte (1470-1471). Texte édité, traduit et annoté, eds. Jacques Heers en Georgette de Groer (Parijs: Éditions du Centre national de la recherche scientifique, 1978), 7–9; Katie Stevenson, ‘The Unicorn, St Andrew and the Thistle: Was There an Order of Chivalry in Late Medieval Scotland?’, The

Scottish Historical Review 83, nr. 215 (2004): 6–8.

15 Geirnaert, ‘Anselm Adornes en zijn Jeruzalembedevaart’; Geirnaert, ‘Anselm Adornes (1424-1483)’, 8–10; Heers en

de Groer, ‘Introduction’, 7–9; Stabel, 'Chapter 8. Travelling into a new era? Humanistic travelers to the Holy Land'

(19)

10 uitbreiden. Hun devotionele doelstelling zou ook de route en reiservaring bepalen. Beide Bruggelingen kenden een avontuurlijk leven waarin de bedevaart zeker een hoogtepunt vormde.16

Joos van Ghistele (1446-1516)

Joos van Ghistele werd in 1446 geboren in Gent als zoon van Isabella de Wilde en Gerard van Ghistele, de heer van Axel en Moere. Zijn vader was in 1441 schepen van de Keure geweest in Gent en werd in 1449 aangesteld als grootbaljuw door hertog Filips de Goede. Het evenwicht tussen stad en hertog zou het leven van Joos van Ghistele vormgeven. Hij begon als schildknaap in het gevolg van Karel de Stoute (voordat die hertog werd) en werd in 1467 ridder na de slag bij Brustem (nabij Sint-Truiden). Na de dood van Karel de Stoute bij Nancy (1477) keerde van Ghistele terug naar Gent en hij werd verkozen als Voorschepen van de Keure. Hij vervulde zijn ambt naar behoren want in 1480 werd hij herkozen (na een ambtstermijn was een schepen twee jaar niet verkiesbaar). Een halfjaar na de afloop van de tweede termijn vertrok hij met vier gezellen op bedevaart naar Jeruzalem.17

De reis duurde bijna vier jaar tot juni 1485. Het volgende jaar werd hij opnieuw Voorschepen en hij smoorde een opstand van twaalf ballingen in de kiem door ze te arresteren voor het stadhuis en hen publiekelijk terecht te stellen. De volgende vijf jaar zijn politiek onrustig door een opstand van de Vlaamse steden tegen landvoogd Maximiliaan van Oostenrijk maar Joos van Ghistele blijft tijdens dat conflict op de achtergrond. Zijn goede relatie met de Habsburgers zorgt voor een aanstelling als grootbaljuw van Gent in 1492. Na 1494 werd hij raadsman en kamerheer van Maximiliaan van Oostenrijk en de jonge Filips de Schone. Dat waren waarschijnlijk eretitels want de vijftigjarige van Ghistele komt enkel nog voor in bronnen uit Hulst en Axel. In 1516 sterft hij en zijn lichaam werd op een schuit, begeleid door 24 mannen met toortsen, overgebracht naar de kerk van Axel.18

16 Geirnaert, ‘Anselm Adornes en zijn Jeruzalembedevaart’; Geirnaert, ‘Anselm Adornes (1424-1483)’, 8–10; Heers en

de Groer, ‘Introduction’, 12.

17 István Bejczy, ‘Jan van Mandeville overtroffen: Tvoyage van Joos van Ghistele’, Literatuur 93, nr. 3 (1993): 146–47; R.

J. G. A. A. Gaspar, ‘Inleiding’, in Tvoyage van Mher Joos van Ghistele, ed. R. J. G. A. A. Gaspar (Hilversum: Verloren, 1998), XVI–XVIII; Alexia Lagast, ‘Omitted in manuscript, praised in print: nameless noblemen in the Middle Dutch travel narrative Tvoyage van Mher Joos van Ghistele (ca. 1491)’, Bulletin des Musées royaux d’Art et d’Histoire 82 (2011): 102; Stabel, 'Chapter 6. The Devil Incarnate? Pilgrims, Muslims and Christians in the Middle East' Beholden beholders.

18 Bejczy, ‘Jan van Mandeville overtroffen’, 146–47; Lagast, ‘Omitted in manuscript, praised in print’, 102; Gaspar,

‘Inleiding’, XVI–XVIII; Viaene, ‘De uitvaart van “de grote voyagier” ridder Joos van Ghistele. Axel 24 september 1516’,

(20)

11 Joos van Ghistele was politiek actief op het stedelijke niveau. Zijn reis was niet in opdracht van een vorst en hij reisde minder dan Anselm Adornes, die internationale opdrachten had. De lange reis was een private onderneming die toont dat hij over een aanzienlijk fortuin beschikte en niet aan Gent gebonden was in het begin van de jaren 1480. Twee andere personen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het reisverslag. Tijdens de reis noteerde zijn kapelaan Jan Quisthout uit Pauluspolder (Hulst, Zeeland). De enige informatie over hem is dat hij in 1485, na de terugkomst, een behoorlijke maaltijd kreeg op kosten van de stad Hulst ter waarde van zes schillingen. De notities van Quisthout en de mondelinge informatie van Joos van Ghistele werden door Ambrosius Zeebout samengevoegd tot een groots opgezet werk. Ook over Zeebout is weinig bekend maar uit het manuscript blijkt dat hij een geleerde clericus was. Renaat Gaspar, die het verslag in 1998 uitgaf, vermoedt dat Zeebout een band had met de karmelieten en misschien zelf een broeder was in het karmelietenklooster van Gent. Bewijzen buiten het reisverslag zijn daar echter niet voor te vinden.19

Laatmiddeleeuwse reizen. Praktische aspecten en de bestemmingen en

routes van de vier Bourgondiërs

De vier reisverslagen ontstonden in een periode waarin reizen duur en gevaarlijk waren maar wel veel voorkwamen. In laatmiddeleeuws Europa waren er constant mensen onderweg over land of op het water om verschillende redenen. Economische (handel), militaire (oorlog), sociale (migratie) en politieke (diplomatie) redenen konden voor vertrek zorgen, maar de vier reizigers in deze thesis zijn verenigd door een religieus doel. De bedevaart naar het Heilige Land is de reden van hun vertrek uit de Bourgondische Nederlanden. Na een introductie over de praktische organisatie en het verloop van bedevaarten volgt een bespreking van de reisroute van de vier Bourgondiërs.

Middeleeuwse pelgrimstochten naar Jeruzalem

Christenen vertrokken voor verschillende redenen op bedevaart. Ze werden ondernomen om een heilige om hulp of genezing te vragen of om aflaten te verzamelen voor zonden. Daarvoor was wel eerst toestemming nodig van een bisschop of de paus zodat Rome een vaste tussenstop werd. Andere redenen waren boetedoening voor zware zonden of een zoektocht naar een mystieke ervaring door de heiligheid van een plek zelf te ervaren.20

19 Gaspar, ‘Inleiding’, XVII, XLIV–XLVIII; Lagast, ‘Omitted in manuscript, praised in print’, 102–3.

20 Jean Richard, ‘Pilgrimage, Christian’, in Trade, travel, and exploration in the Middle Ages: an encyclopedia, eds. John Block

(21)

12 Jeruzalem was de topbestemming voor christenen, meer nog dan Rome (met de lichamen van Petrus en Paulus) en Santiago de Compostella (het lichaam van Jakob). Vanaf de vierde eeuw trokken pelgrims naar de Heilige Stad, waar steeds grotere kerken werden gebouwd. Na de verovering door moslims in de zevende eeuw kwamen er moskeeën bij en werd de stad een bedevaartsoord voor drie religies omdat Joden ook in de stad mochten wonen. De gewelddadige christelijke herovering tijdens de kruistochten (late elfde tot dertiende eeuw) en de stichting van het koninkrijk Jeruzalem (1099-1291) brachten economische bloei en de verbanning van Joden en moslims. De 12de en 13de eeuw verliepen vol geweld en strijd tot de Egyptische mammelukkensultanaten de orde herstelden. Zij lieten christelijke pelgrims toe (door de hoge opbrengsten van taksen) en de aantrekkingskracht van een bedevaart nam toe door religieuze veranderingen in Europa. De verinnerlijking van religie en de groeiende aandacht voor het Nieuwe Testament zorgden ervoor dat pelgrims niet enkel kerken wilden bezoeken: ze wilden alle plekken zien waar Jezus had geleefd.21

Van de Nederlanden naar Venetië: reizen door Europa

Europese pelgrims naar Jeruzalem reisden meestal eerst naar Venetië om daar met een handelsschip mee te varen over de Middellandse Zee. Alternatieve routes, over land of vanuit andere havens, bestonden, maar waren gevaarlijker en minder goed georganiseerd.22

Bedevaarten waren dure ondernemingen: volgens Peter Stabel kostte een klassieke bedevaart via Venetië naar Jeruzalem en terug drie jaarlonen van een Vlaamse ambachtsman. Betere voeding, slaapplaatsen en meer comfort aan boord betekenden een hogere prijs. Pelgrims moesten een behoorlijke som gespaard hebben voor ze konden vertrekken en moesten hun munten omwisselen in de verschillende landen die ze bezochten. De Venetiaanse dukaten konden in verschillende havensteden omgewisseld worden voor lokale valuta, steeds met een aanzienlijke marge voor de wisselaar. De mogelijkheid om bestolen of afgeperst te worden op reis was reëel zodat een bedevaart financieel risicovol was.23

Om de kosten te drukken en voor meer veiligheid reisden de meeste pelgrims daarom in groepen. De persoonlijke bedevaart werd zo ook een vorm van collectieve devotie waarbij personen met hetzelfde doel

21 Richard G. Newhauser, ‘Jerusalem’, in Trade, travel, and exploration in the Middle Ages: an encyclopedia, eds. John Block

Friedman en Kristen Mossler Figg (New York: Garland Pub, 2000), 300–02; Stabel, 'Introduction. Travel between class and devotion' Beholden beholders; Ben Wasser, Dit is de pelgrimage van het Heilige Land en daaromtrent: bloemlezing uit de

reisverslagen van Jeruzalemgangers uit de Nederlanden, 1450-1650 (Hilversum: Verloren, 2014), 16–7.

22 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 16–8.

23 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 38–9; Stabel, 'Chapter 1. Travel as a package deal. From Venice to

the Holy Land and back' en 'Chapter 2. Finding one’s way in an unknown world? Travelers’ experiences in Europe and the Middle East' Beholden beholders.

(22)

13 zich verenigen. Stedelingen reisden in grotere gezelschappen dan edellieden maar de samenstelling van een reisgezelschap veranderde ook onderweg. In herbergen werden connecties gelegd om samen te reizen en sommige pelgrims wilden andere plekken bezoeken of sneller terug naar huis keren.24

De verplaatsing vanuit de Lage Landen naar Venetië verliep redelijk vlot dankzij goede infrastructuur voor transport en overnachtingen. Paarden waren het populairste transportmiddel en reizigers legden gemiddeld 50 km af op een dag waardoor ze naar Venetië minstens een maand onderweg waren. De kwaliteit van de wegen, de weersomstandigheden en hoogteverschillen konden paarden vertragen zodat elke dag onzekerheid bracht. Goedkopere transportmiddelen waren de trage paardenkar en het snelle rivierschip waarmee de Rijn werd opgevaren. Op het einde van een reisdag zochten pelgrims een plek voor overnachting en een avondmaal. In de meeste dorpen en steden waren er meerdere herbergen dus ze vertrouwden op reisgidsen of mondelinge inlichtingen om een veilige en betrouwbare slaapplek te vinden. De private herbergen waren duurder, comfortabeler en talrijker dan het netwerk van christelijke hospitalen en abdijen.25

Qua routes waren er verschillende mogelijkheden om van de Nederlanden in Venetië te geraken. De woonplaats van de reiziger bepaalde of ze langs Frankrijk of de Duitse Rijn gingen. Langs beide routes was de grootste beproeving het oversteken van de besneeuwde Alpen. De moeilijkheid en duur verschilde per bergpas en de Tiroolse Reschenpas was populair. Eenmaal in Italië bezochten sommige pelgrims Rome om meer aflaten te verdienen en pauselijke toestemming voor een bedevaart te krijgen. In Venetië zochten ze een goedkope en veilige plek op een galei of zeilschip. In de populaire herberg Al Leon Blanco werden contacten gelegd met medereizigers en “reisagenten” die hun passage konden verzekeren. In een officieel contract stonden de afspraken over prijs en voorzieningen (maaltijden en een slaapplek) aan boord.26 Na het vertrek waren de pelgrims vijf weken op zee voor hun aankomst in Jaffa. De galeien vervoerden handelswaar en stopten langs de Dalmatische kust en op de Griekse eilanden om handel te voeren en reparaties uit te voeren. Het leven aan boord was ongemakkelijk voor de pelgrims: zeeziekte, misselijkheid

24 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 13; Stabel, 'Chapter 2. Finding one’s way in an unknown world?

Travelers’ experiences in Europe and the Middle East' Beholden beholders.

25 Stabel, 'Chapter 2. Finding one’s way in an unknown world? Travelers’ experiences in Europe and the Middle East'

Beholden beholders.

26 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 22–4; Stabel, 'Chapter 1. Travel as a package deal. From Venice to

the Holy Land and back' en 'Chapter 2. Finding one’s way in an unknown world? Travelers’ experiences in Europe and the Middle East' Beholden beholders.

(23)

14 en stormen zorgden voor veel fysieke problemen. Ook piraten konden voor een onaangename verrassing zorgen zodat de eerste stap in het Heilige Land gepaard ging met veel opluchting.27

Aankomst en ontvangst in het Heilige Land

Vanaf het vertrek in Venetië tot de terugkeer enkele maanden later was de bedevaart georganiseerd. De franciscanen uit Jeruzalem waren professionele gidsen die zorgden voor slaapplaatsen, voedsel en rondleidingen. Peter Stabel wijst er op dat de pelgrimstocht redelijk voorspelbaar was en dat ook de mogelijke gevaren beperkt waren. Na de aankomst in Jaffa moesten pelgrims eerst toestemming verkrijgen van de Egyptische sultan om het land binnen te mogen. Tegen betaling kregen ze dat document van de lokale dragoman die kon tolken en reisgids was. In het Heilige Land reisden ze op gehuurde muilezels of paarden en ze verbleven onderweg in de hospitalen van de franciscanen. Aan de muren van Jeruzalem moest opnieuw een taks betaald worden en daarna zagen ze eindelijk de heilige plekken. Die administratieve stappen verliepen vlotter voor pelgrims die een pakketreis hadden gekocht in Venetië: het afgesloten contract voorzag in deze bijkomende kosten. De franciscanen toonden de heilige plekken in een vaste volgorde en gaven de pelgrims praktische raad: nooit alleen rondlopen, nooit hun identiteit kenbaar maken en geen moslims beledigen. De franciscanen bepaalden de routes, toonden bepaalde rituelen en de plekken waar een pelgrim aflaten kon verdienen. Hoogtepunten waren drie wandelingen: de via captivatis (waarin de arrestatie en veroordeling van Jezus werden gevolgd), de via Crucis (kruisweg) en een processie binnen de Heilig Grafkerk. In geschreven reisgidsen stonden alle hoogtepunten zodat pelgrims die later in hun eigen verslag konden overnemen. Door het toezicht van de franciscanen was bewegingsvrijheid van pelgrims beperkt in Jeruzalem. De broeders organiseerden ook uitstappen naar Nazareth en Bethlehem.28

Om verder te reizen en andere plekken te zien huurden reizigers lokale gidsen en tolken. Persoonlijke plannen om naar Egypte, Sinaï of Syrië te reizen werden afgesproken met een dragoman en als ze kamelen gebruikten was er een mocker of drijver die de dieren begeleidde. Voor extra veiligheid was het ook raadzaam om soldaten of wachters te huren die de dieren, bevoorrading en reizigers konden beschermen tegen overvallers. Lokale gidsen kenden de veilige wegen en konden tolken, maar de afhankelijkheid van pelgrims aan dragomans maakte hen kwetsbaar voor uitbuiting. De gidsen hadden verschillende functies:

27 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 64–7; Stabel, 'Chapter 1. Travel as a package deal. From Venice to

the Holy Land and back' Beholden beholders.

28 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 84–6; Stabel, 'Chapter 1. Travel as a package deal. From Venice to

(24)

15 ze waren tussenpersonen om toestemming van de lokale heersers te krijgen, ze betaalden taksen aan die heersers en voor het bezoeken van heilige plaatsen, ze vertaalden gesprekken en beantwoordden de vele vragen die pelgrims hadden over de plaatsen en mensen die ze zagen. De keuze voor een betrouwbare gids was daarom zeer belangrijk omdat een onbetrouwbaar figuur de reiziger kon beroven of naar rovers leiden. Naast de persoonlijke gidsen was er ook een hoofd-dragoman in Caïro waar alle buitenlanders eerst moesten passeren om taksen te betalen en toestemming te krijgen Egypte te bezoeken. De dragomans informeerden het sultanaat over de acties en verplaatsingen van de buitenlanders.29

De populariteit van karavanen en islamitische bedevaarten (de Hajj naar Mekka) zorgde voor een comfortabele infrastructuur voor reizigers. Ze konden overnachten in een caravanserai, een lokale herberg, of soms in de fondaco’s van (Italiaanse) handelaars. Net als in de Europese herbergen was de keuze belangrijk: hun dieren en zijzelf moesten goed eten en een veilige slaapplek krijgen voor een redelijk bedrag. Soms konden ze ook contacten leggen met Europese handelaars die eigen huizen hadden of kende hun dragoman iemand in een stad waardoor ze in privéhuizen sliepen. De afkomst van de reiziger, zijn route en de grootte van zijn gezelschap bepaalden voor een groot deel de reiservaring en bezochte plekken. Hoe verder weg van Jeruzalem, hoe avontuurlijker de reis maar ze bleven afhankelijk van lokale tussenpersonen, regelgevingen en infrastructuur (herbergen, dierenverhuurders, markten). Ze kwamen zelden helemaal alleen te staan.30

Reisroute en doel van de Bourgondische pelgrims

De reiservaring uit de vorige pagina’s verschilde per reiziger en de vier Bourgondiërs bezochten meer dan de hoogtepunten in het Heilige Land. De route die ze namen en de avonturen die ze onderweg beleefden zijn verbonden aan het doel van de reis. Dat doel is bij de twee oudste reizigers een spionageopdracht van de Bourgondische hertog. Adornes en van Ghistele hebben andere drijfveren waardoor ze andere steden bezoeken en ook andere mensen en dieren zullen ontmoeten.

De kruistochtplannen van Filips de Goede

Het kruistochtideaal van de Bourgondiërs begint bij Filips de Stoute. Een mogelijke herovering van Jeruzalem was in de 14de eeuw niet uit de Europese geesten verdwenen maar interne oorlogen en het gebrek aan concrete dreiging zorgden voor weinig actie. Die kwam er wanneer de Ottomaanse sultan Bayezid I (1360-1403) in Griekenland en de Balkan territorium veroverde. De zoon van Filips, de latere Jan

29 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 129, 167; Stabel, 'Chapter 2. Finding one’s way in an unknown

world? Travelers’ experiences in Europe and the Middle East' Beholden beholders.

30 Chareyron, Pilgrims to Jerusalem in the Middle Ages, 129, 167; Stabel, 'Chapter 2. Finding one’s way in an unknown

(25)

16 zonder Vrees, begint in 1394 samen met andere Europese prinsen en vorsten een kruistocht voor te bereiden. Hij onderhandelde met de Vlaamse steden voor een uitzonderlijke taks die de kruistocht moest betalen. Het internationale leger kruisvaarders verloor zwaar in Nicopolis (Bulgarije) in 1396 en Jan zonder Vrees werd gevangengenomen voor twee jaar. De mislukte poging temperde de ambities van de hertogen niet en Filips de Goede verzamelde informatie en zocht bondgenoten om zelf te vertrekken.31

In 1420, na de dood van zijn vader Jan zonder Vrees, besloot de hertog om Guillebert de Lannoy naar het Heilige Land te sturen. Guillebert vertrok ook in opdracht van de Engelse en Franse koning, een resultaat van de onderhandelingen voor het Verdrag van Troyes (1420). De reiziger moest een beschrijving afleveren van de militaire versterkingen in Egypte en Palestina. Zijn reisverslag, de Rapports¸ bevat militaire en stedenbouwkundige informatie om een militaire aanval voor te bereiden. Toch volgde er geen kruistocht in de jaren 1420: de Engelse en Franse koning waren gestorven en de opvolging verliep moeilijk. In 1421 stierf ook de Ottomaanse sultan Mehmed I en diens opvolger zette de Turkse expansie verder. De mammelukken waarover Guillebert de Lannoy schreef waren niet meer de grote vijand: Filips de Goede stuurde een nieuwe spion om door Turkije te reizen en inlichten te verzamelen: Bertrandon de la Broquière.32

Die reisde van 1432 tot 1433 van Jeruzalem naar Bourgondië over land. Door zich te vermommen kon hij informatie verzamelen over de militaire organisatie en leefgewoonten van de Turken. Op het einde van het verslag geeft de spion praktische raad om een kruistocht op te zetten en hij schrijft over de sterke en zwakke punten van de tegenstander. Hij is er van overtuigd dat een kruistocht moeilijk zal zijn maar mogelijk is en dat de kruisvaarders vooral uit West-Europa zullen moeten komen omdat er weinig lokale bondgenoten zijn. Het verslag is geen kruisvaartpropaganda maar een realistisch en genuanceerd beeld van een sterke vijand.33

Ook na deze reis volgt er niet direct een Bourgondisch initiatief. Filips de Goede probeert andere vorsten te overtuigen en organiseert in 1454, na de Val van Constantinopel, het Banket van de Fazant in Rijsel. Daar

31 Blockmans en Prevenier, The Promised Lands, 35–7; Arjo Vanderjagt, ‘“Qui desirent veoir du monde”: Bourgondiërs

en de Oriënt’, in De Oriënt, droom of dreiging? Het Oosten in Westers perspectief, eds. Hans Bakker en Martin Gosman (Kampen: Kok Agora, 1988), 24–8.

32 Svátek, ‘Guillebert de Lannoy, un seigneur bourguignon espion en Terre Sainte’, 85–94; Svátek, ‘Discours et récit de

noble voyageur’, 345–47.

33 Svátek, ‘La vision de la croisade dans le récit de Bertrandon de la Broquière’, 143–59; Bertrandon de la Broquière,

Le voyage d’outremer de Bertrandon de La Broquière, premier écuyer tranchant et conseiller de Philippe le Bon, duc de Bourgogne,

(26)

17 beloofde hij plechtig om op kruistocht te vertrekken, samen met tientallen edelen. De plannen zouden echter plannen blijven: er kwam geen kruistocht.34

De reizen van Guillebert de Lannoy (zie bijlage 5 voor de route)

Guillebert de Lannoy ondernam minstens achttien reizen tussen 1399 en 1450 en hij ontmoette tientallen vorsten en prinsen. Een groot deel daarvan waren diplomatische reizen, waar hij boodschappen moest brengen en onderhandelingen voeren in opdracht van de Bourgondische hertog. Hij werd ontvangen door een heerser die hem geschenken, voeding en onderdak gaf. De ambassade zelf verliep via vaste rituelen en ceremonies en om verder te reizen kreeg hij brieven die een veilige doorgang verzekerden. De twee belangrijkste en langste reizen van deze levenslange reiziger worden hieronder besproken.35

De reis naar Oost-Europa (1413-1414): van een reise naar een avontuur

Het doel van de reis in 1413 was een reise, een kruistocht tegen de ongelovige bevolking ten oosten van Pruisen. West-Europese ridders konden hun sporen verdienen en het christendom verspreiden in deze campagnes van de Teutoonse Orde. Guillebert de Lannoy vertrok uit Sluis en voer langs de Noordzee en Denemarken naar Danzig (Gdansk). Daar zijn de voorbereidingen voor de reise nog niet voltooid dus de Bourgondiër keert terug naar Denemarken. Na een bezoek aan de Deense koning gaat hij, via Danzig, naar Koningsbergen (Kaliningrad). Daar vertrekken duizenden ruiters en voetvolk naar de wouden in Polen om dorpen te plunderen en wilde dieren te vangen. Guillebert de Lannoy wordt tot ridder geslagen en reist verder naar het oosten uit eigen nieuwsgierigheid. Hij bezoekt Riga, Novgorod en Pskov tijdens de koude winter en ontmoet de Litouwse groothertog Vytautas (1350-1430) en de Poolse koning Wladislaus II Jagiello (1352-1434). Hij schrijft over de ongebruikelijke klederdracht, de gevolgen van de koude en de religieuze gebruiken in deze gebieden. Als vertegenwoordiger van de Bourgondische hertog wordt hij bij de heersers rijkelijk ontvangen. De connecties die hij hier maakte zouden van pas komen tijdens zijn latere reizen.36

34 Aziz Suryal Atiya, The crusade in the later middle ages (Londen: Methuen & Co. Ltd, 1938), 467; Blockmans en Prevenier,

The Promised Lands, 35–37, 106; Vanderjagt, ‘“Qui desirent veoir du monde”: Bourgondiërs en de Oriënt’, 24–28.

35 Svátek, ‘Discours et récit de noble voyageur’, 55, 256–59; Emily Sohmer Tai, ‘Ambassadors’, in Trade, travel, and

exploration in the Middle Ages: an encyclopedia, eds. John Block Friedman en Kristen Mossler Figg (New York: Garland

Pub, 2000), 19–20; Ivana Elbl, ‘Diplomacy’, in Trade, travel, and exploration in the Middle Ages: an encyclopedia, eds. John Block Friedman en Kristen Mossler Figg (New York: Garland Pub, 2000), 152–53.

36 Anne Bertrand, ‘Un seigneur bourguignon en Europe de l’Est: Guillebert de Lannoy (1386-1462)’, Le Moyen Âge 95,

nr. 2 (1989): 308–9; Chareyron, Globe-trotters au Moyen Age, 58–65; Ghillebert de Lannoy, Oeuvres de Ghillebert de Lannoy,

voyageur, diplomate et moraliste, ed. Charles Potvin (Leuven: Imprimerie de P. et J. Lefever, 1878), 20–49; Svátek,

Afbeelding

Tabel 1. Aantal dieren en diersoorten per reisverslag met het percentage geziene soorten en de verspreiding per pagina

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

reinder (109v) Moeder ende Maghet Maria, haer bootschepende hare hemelvaert, oec haer sendende den pallem tac, ghelijc daer of ghescreven staet in eene historie van harer upvaert;

schaap beer stier hengst lam ram haan hen kuiken kalf koe merrie veulen zeug varken. mannetje vrouwtje

Kangoeroe-baby‘s zijn klein en kruipen na de geboorte in de buidel van de moe- der, daar blijven ze 8-9 maanden lang?. In de buidel is het beschermd en kan het ongestoord slapen

Streep het verkeerde woord door en schrijf het juiste woord op de

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web

[r]

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web

De mensen in de tijd van jagers en boeren zouden opkijken als ze hoorden welke vriendelijke dieren wij om ons heen hebben.. De jagers-verzamelaars waren omringd door wilde,