• No results found

Tekstbegrip

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tekstbegrip"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VAK : TEKSTBEGRIP

DATUM: WOENSDAG 16 JULI 2014 TIJD : 08.15 – 09.45 UUR Deel I II III IV V I 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 Rocky en de rest

Stel je voor: je zit gezellig te picknicken op een veldje in het bos. Je wil net een hapje van je brood met pindakaas of hagelslag nemen en er staat opeens een blaffende hond naast je. Dat kan maar twee dingen betekenen: of de hond wil een hapje van je verrukkelijke boterham of de hond ziet jou aan voor een vermiste persoon. In beide gevallen moet je het volgende doen: blijf zitten waar je zit en eet rustig verder. Als je brood op is en de hond loopt niet weg, dan weet je dat je te maken hebt met een politiespeurhond. Een „politiespeurhond menselijke geur” om precies te zijn.

Op de politiehondenschool in Nederland begint de dag vroeg. Om kwart over zeven zitten de mannen in een kring koffie te drinken. Ze hebben het niet over de voetbalwedstrijd van de vorige avond. Nee, ze maken grapjes over elkaar en verder geven ze elkaar informatie over de honden die ze trainen, want tien hondentrainers weten samen meer dan één. Hun grote doel is: speurhonden afleveren. Niet honden met een neus, maar honden met een NEUS. Met die neus kunnen honden iets wat mensen niet kunnen. RUIKEN! Nou ja, mensen kunnen wel iets ruiken, maar vergeleken met een hond stelt dat weinig voor. Als je een raceauto naast een fiets aan de startlijn zet, dan is de fiets nog niet eens met zijn achterwielen over de startlijn als de raceauto al over de eindstreep rijdt. Daarmee kun je het vergelijken. Mensen hebben neuzen als fietsen en honden hebben neuzen als raceauto’s. Als je die honden ook nog eens gaat trainen, dan krijg je superspeurders, neuzen op vier poten.

Als hij zijn koffie op heeft, loopt Rob naar de auto toe. Het is nog donker. In de laadbak zitten de honden die hij vandaag gaat trainen. Eerst is Rocky aan de beurt. Rocky is in opleiding voor speurhond-menselijke-geur. Dat betekent: vermiste personen opsporen. Dat kunnen misdadigers zijn, maar ook verdwaalde kinderen. Rocky moet heel binnenkort examen doen, samen met zijn nieuwe baas. Frank rijdt daarom met Rob mee in de auto. Rob traint vandaag dus niet alleen Rocky. Ze moeten samen een goed team worden, een eersteklas speurteam. Rob gaat in het bos een geurspoor uitzetten. Hij zet zijn auto op een verlaten plekje neer. Rocky moet samen met Frank in de auto blijven. Ze mogen niet zien welke kant Rob uit gaat. In Robs zak zitten voorwerpjes: kogels, sleutels, een stukje tuinslang. Tijdens zijn tochtje door het bos gooit hij hier en daar een van die voorwerpen op de grond. Dan keert hij terug naar de auto. Het spoor moet eerst een halfuur oud worden voordat Rocky ernaar op zoek mag. Anders is het te vers en dus te makkelijk.

Terwijl ze wachten, praat Rob met Frank over Rocky. Hij vertelt dat Rocky van racen houdt. Rocky gaat het liefst heel snel. Frank moet erop letten dat Rocky rustig blijft. Dat hij niet als een gek z’n neus achternaloopt en dan na honderd meter bedenkt: waar naar was ik ook alweer op zoek? Het wordt een lastig karweitje voor het gloednieuwe team. Rocky zit vast aan een touw van wel tien meter lang. Frank gaat met hem aan de bosrand staan. Maar voordat ze gaan speuren moet Rocky eerst weten waarnaar ze gaan zoeken. Frank houdt de portemonnee van Rob voor Rocky’s neus. Rocky snuift eraan. Zijn neus zit nu helemaal vol met Robs geur.

Dan begint het zoeken. Rocky zet zijn neus aan de grond en vliegt weg over de krakende bosgrond, met Frank achter zich aan. Na honderd meter blaft Rocky. Zijn bek hangt vlak boven een sleutel met Robs geur eraan, de sleutel die Rob heeft laten vallen. Rocky krijgt een beloning en Frank krijgt te horen dat hij iets minder moet vliegen. „Je gaat te hard,” zegt Rob een klein beetje hijgend. „Die hond heeft zijn bek teveel open.

(2)

VI 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63

werk doen.” Rocky ligt intussen opgewonden op zijn beloning te kauwen: een tennisbal met rafels. Als Rocky wat is afgekoeld, gaan ze verder. Rocky zet zijn neus nu goed aan de grond. Het is een lastige route, want de regen die uit de hemel valt, vriest vast op de grond. Maar Rocky trekt zich nergens iets van aan en zigzagt tussen de bomen door. Voor hem is dit het leukste spel dat er bestaat: een spoorzoekspel met onverwachte schatten onderweg.

Als hij is geslaagd voor deze speurtochtoefening, moet hij nog een paar oefeningen doen, zoals inbrekersspullen opsporen die Rob in de struiken heeft verstopt en een vermiste persoon vinden. Rob gaat zich daarvoor verstoppen in het bos en Frank moet hem even later met Rocky gaan zoeken. Bij deze oefening mag Rocky los. De hond moet nu in het wilde weg een terrein afzoeken naar mensen. Dat doet hij dit keer niet alleen met zijn neus, maar ook met zijn ogen. Revieren heet dat. Het commando dat daarbij hoort is: rrrrrrrrrrrrrrr, met een lange ‘r’ van revieren. Als een hond deze opdracht krijgt, dan kan het zijn dat hij bij iemand op het picknickkleedje terechtkomt. Hij hoeft namelijk niet naar een bepaalde geur te zoeken, maar naar mensen in het algemeen. Dan blaft de hond om zijn baas te zeggen dat hij iemand heeft gevonden. En als dat niet de vermiste persoon is, dan gaan ze gauw weer verder met hun zoektocht. Rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr.

(Wordt vervolgd)

Vragen deel I

1

Lees regel 1: Stel … bos. Wat is waar?

Met picknicken bedoelt men … A een hapje van je brood eten.

B gezellig in de vrije natuur eten en drinken. C met een hond buiten spelen.

D werken op het veld en je eten meenemen.

2

Regel 1: Stel je voor … Hiermee wordt bedoeld: A het gebeurt echt. B het gebeurt niet.

C je moet weten dat het gebeurt.

D je moet denken dat het kan gebeuren.

3

Het woordje „Dat” in r. 3 verwijst naar … A de hond, die een hapje krijgt.

B een hapje nemen van je brood. C een hond die plotseling verschijnt. D het gezellig picknicken op een veldje.

4

In alinea I wordt een advies gegeven. Dat advies staat in …

A r. 1 – 3: Je wil … naast je. B r. 3 – 4: Dat kan … persoon. C r. 4 – 5: In beide … verder.

D r. 5 – 7: Als je …politiespeurhond.

5

Aan wie wordt het advies in alinea I gegeven? A aan de hond

B aan de picknicker

C aan een vermiste persoon

(3)

6

Regel 6 – 7: …„dan weet je… politiespeurhond.” Wanneer heb je dan te maken met een politie- speurhond?

A Als de hond niet wegloopt. B Als de hond aan je ruikt.

C Als de hond wegloopt met je brood. D Als de hond wil spelen.

7

Lees regel 8 – 12: „Op de politiehondenschool … meer dan één.”

Wat is niet waar uit dit gedeelte? A De mannen drinken hun koffie.

B De mannen maken grapjes over elkaar.

C De mannen praten over de voetbalwedstrijd van gisteravond.

D De mannen praten over hun werk.

8

In regel 12 – 13 staat driemaal het woordje „neus”, de tweede keer met hoofdletters, omdat het gaat om …

A honden met een bijzonder reukvermogen. B honden met een grote neus.

C superhondentrainers.

D vergelijking van mensen met dieren.

9

In regel 7 staat: „politiespeurhond menselijke geur.”

In welke regels wordt uitgelegd, wat deze hond moet kunnen?

A r. 14 – 15: Nou ja …voor?

B r. 17 – 18: Mensen … raceauto’s. C r. 18 – 19: Als je … vier poten. D r. 22 – 23: Dat … opsporen.

10

Lees regel 15 – 19: „Als je … op vier poten.” Wat is juist over dit stukje?

I Men vergelijkt de neus van een mens met een fiets.

II De neus van een hond is als een race-auto. A Alleen I is juist.

B Alleen II is juist. C I en II zijn juist. D I en II zijn onjuist.

11

Lees alinea II.

Wat klopt niet uit deze alinea?

A De reuk van een mens is veel minder dan die van een hond.

B De training van honden begint vroeg.

C De getrainde honden worden de beste speurders. D Er zijn meer dan tien hondentrainers.

12

Lees regel 20 – 23: „Als hij … kinderen.” Wat is niet juist?

A Rocky is Robs eigen hond. B Rocky is een speurhond.

C Rocky leert misdadigers opsporen. D Rocky leert vermiste kinderen opsporen.

13

Lees regel 20 – 25: „Als hij … alleen Rocky.” Wat is juist?

I Rob traint vandaag alleen Rocky. II Rob is ook een trainer van mensen. A Alleen I is juist.

B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.

(4)

„Frank rijdt daarom met Rob mee …” (r. 24) Waarom dan?

A Frank moet kennis maken met trainer Rob. B Frank en Rocky moeten examen doen. C Frank wil helpen met de training.

D Frank moet ook de andere honden helpen trainen.

15

Lees regel 25 – 26: Ze moeten samen een goed team worden, …

Wie zijn dat dan?

A de honden en hun bazen. B Rob en zijn honden. C Rob en Frank. D Rocky en Frank.

16

Lees regel 26 – 32: „Rob gaat … makkelijk.” Wat is waar uit dit stukje?

A De voorwerpen worden niet op één plaats gegooid.

B Iedereen kan de auto van Rob zien.

C Om het spoor gemakkelijk te maken, wachten ze een half uur.

D Rocky en Frank mogen kijken wat Rob doet.

17

Rob praat met Frank over Rocky. (r. 33) Waarop moet Frank letten?

Hij moet erop letten dat …

A de portemonnee van Rob niet gevonden wordt.

B het touw tien meter lang is.

C Rocky niet aan de bosrand blijft staan. D Rocky niet zo maar rond rent, zonder doel.

Lees regel 36 – 37: „Het wordt … team.” Het lastige karweitje is …

A de controle van Rob op de training. B de samenwerking tussen Rob en Frank. C de controle van Frank op Rocky.

D de training van de andere honden.

19

Het gloednieuwe team (r. 37) bestaat uit … A Rob en Frank.

B Rob, Rocky en de andere honden. C Rocky en Rob.

D Rocky en Frank.

20

In alinea IV gaat het voornamelijk over … A Frank.

B de training van Rocky. C het racen van Rocky.

D het zoeken naar de portemonnee.

21

Regel 41. „Dan begint het zoeken.” Wanneer precies?

A Als Robs portemonnee tevoorschijn wordt gehaald.

B Als Rocky de geur van Rob kent.

C Als Rocky en zijn baas aan de bosrand staan. D Als Rocky vastzit aan een touw.

(5)

22

Lees alinea V.

In welke regel staat dat Rocky tevreden is met zijn beloning?

A r. 42 : Na … Rocky. B r. 44 – 45: Rocky … vliegen. C r. 45 – 46: Die hond … open. D r. 47 : Rocky … kauwen.

23

De beloning van Rocky is …

A dat hij mag afkoelen voordat hij verder gaat. B dat hij mag mee doen aan een leuk spelletje. C een gerafelde tennisbal.

D een sleutel van trainer Rob.

24

Lees regel 44 – 45: „Rocky … hijgend.” Wat is juist?

I Rocky krijgt een beloning voor zijn goed speurwerk.

II Rob is ook heel tevreden over de training van de nieuwe baas Frank.

A Alleen I is juist. B Alleen II is juist. C I en II zijn juist. D I en II zijn onjuist.

25

Lees regel 46 – 47. „Die moet het werk doen.” Met „Die” bedoelt men …

A Rob.

B Rocky’s bek. C Rocky’s neus.

D Rocky’s nieuwe baas.

26

Lees regel 49. … „lastige route …” Wat is niet juist?

De route wordt lastig door … A de bijna weggewassen sporen. B het natte bos.

C de plotselinge regenval. D Rocky zijn snelheid.

27

Lees regel 51 – 52: „ …onverwachte schatten …” Welke schatten?

A de door Rob verspreide spullen B een schatkist

C een portemonnee en een tennisbal D geld

28

Het woordje „dit” (r. 51) verwijst naar … A het zoeken naar een lastige route. B het rennen door de regen.

C het zigzaggen tussen de bomen. D het spoorzoeken met schatten.

29

Het belangrijkste uit alinea V is, dat …

A de trainer Rob ongeduldig is en Frank ook. B de training voor Rocky niet gemakkelijk is, maar wel leuk.

C Rocky een beloning krijgt. D Rocky veel te snel gaat.

30

Lees regel 53 – 56. „Als hij … zoeken.” Wat is waar?

In dit stukje staat dat Rocky … A al geslaagd is als speurhond.

B al goed geoefend is in het opsporen van inbrekersspullen.

C samen met Frank op zoek moet gaan naar Rob. D vermiste personen kan vinden.

(6)

Regel 56. Bij deze oefening mag Rocky los. Bij welke soort oefening?

Bij het zoeken naar … A Frank.

B iemand die picknickt. C inbrekersspullen. D vermiste personen.

Als de hond „rrrrr” hoort, dan moet hij … A een picknickkleedje zoeken.

B heel hard wegrennen. C naar mensen zoeken.

D op een terrein naar spullen zoeken.

Deel II Rocky en de rest VII VIII IX 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100

Soms zijn vermiste personen zo lang weg, dat de politie niet meer er aan denkt om met speurhonden-menselijke-geur te gaan zoeken, omdat mensen die niet meer leven, na een paar dagen hun menselijke geur verloren hebben. Ze krijgen er een andere geur voor terug: lijkengeur. In dat geval belt de politie naar Hans en Rien. Hans en Rien zijn namelijk de lijkenspecialisten van Nederland. Toen Rien en Hans twaalf jaar oud waren, dachten ze niet: Yo! Later word ik lijkenspeurder. Maar nu ze het zijn geworden, vinden ze het allebei de baan van hun leven. „Spannend en rustig tegelijk,” zegt Rien. „Ja, heel rustig,” zegt Hans. „We hoeven nooit iemand te achtervolgen.” „Precies,” zegt Rien. ‘

Maar Rien en Hans hebben nog een taak. Ze worden met hun honden ook gevraagd om te speuren naar bloed. Weggewassen bloed. Weggewassen bloed?? Neem nou Mouse; Mouse is een ster in het zoeken naar weggewassen bloed. Ze heeft zelfs ooit een keer geholpen bij het oplossen van een moord. Dat ging zo: de politie had iemand opgepakt die ze verdachten van moord, maar er waren geen bewijzen. Het huis van die verdachte was ondersteboven gekeerd, maar niets wees op een misdaad. Ze moesten die verdachte dus wel vrijlaten. Jammer, dacht de politie. Toen belden ze op het laatste moment naar Rien en Hans. Diezelfde avond nog kwamen die aangereden, samen met Mouse. Het duurde niet lang of Mouse begon te blaffen en te krabben in een hoekje van een van de kamers. „Mmmmmm,” zeiden Hans en Rien tegen elkaar.„Interessant.” De muur zag er brandschoon uit. En ook op het kleed was niets te zien. Maar Mouse met haar 225 miljoen reukcellen had lak aan die schone muur en vloer. Als haar neus zei dat daar bloed had gezeten, dan had daar bloed gezeten. De politie heeft toen de plint van de muur getrokken, de houten lat die vlak boven de vloer tegen de muur aan zit. De moordenaar had het bloed wel van de muur gewassen. Hij had zelfs het tapijt vernieuwd, maar hij had niet gezien dat er ook bloed achter de plint was gedruppeld. Na onderzoek bleek het inderdaad bloed te zijn van de persoon die was vermoord.

Een hond kan er nooit voor zorgen dat iemand gevangenisstraf krijgt. Maar een hond kan wel helpen bij het onderzoek. Bijvoorbeeld door bewijzen te vinden waarmee de politie verder kan. Mouse vond het bloed, de politie onderzocht dat bloed en kwam zo een stapje dichter bij de waarheid. Mouse is al tien jaar en grijs om haar snuit. Ze moet binnenkort worden opgevolgd door een jonge hond. Dat wordt Iris. Hans en Rien zijn al druk met Iris aan het trainen. Over een paar weken moet ze examen doen en dan kan Mouse gaan genieten an haar pensioen.

(7)

Vragen deel II

33

Regel 71 – 72 … „de baan van hun leven.” Hiermee bedoelt men, dat Hans en Rien … A al heel jong aan deze baan dachten. B geen enkele andere baan zouden willen hebben.

C liever met levende mensen dan met dode werken.

D moeten oppassen voor hun eigen leven.

34

In alinea VII vertelt men voornamelijk over ... A de politie en de speurhonden.

B het verlies van de menselijke geur. C lang vermiste personen.

D specialisten in lijkengeur.

35

Weggewassen bloed?? (r.75) De vraagtekens staan er, omdat …

A bloed eigenlijk niet goed kan worden weggewassen.

B Hans en Rien niet begrijpen waarom ze moeten zoeken.

C je weggewassen bloed eigenlijk niet hoeft te zoeken.

D Mouse al weet waar hij het bloed moet zoeken.

36

Lees r. 76 – 81: „Neem nou … dacht de politie.” Wat is waar?

In deze regels wordt verteld …

A dat de verdachte moest worden vrijgelaten. B dat er helemaal geen misdaad gepleegd was.

C hoe de politie de moorden heeft opgelost. D hoe Mouse de moordenaar vond.

37

Lees de beweringen.

I Rocky is een mannetje en Mouse een wijfje.

II Rocky en Mouse zijn dezelfde soort speurhonden.

Wat is juist?

A Alleen I is juist. B Alleen II is juist. C I en II zijn beide juist. D I en II zijn beide onjuist.

38

Lees regel 87 – 89: „De politie heeft … zit.” Wat is de moordenaar vergeten te doen? Hij is vergeten …

A de plint opnieuw vast te timmeren. B de plint van de muur weg te halen. C het bloed van de muur te wassen. D het tapijt te vernieuwen.

39

Lees regel 84 – 92 : „Mmmmm …vermoord.” Wat is het belangrijkste uit dit stukje?

A De schone muur en vloer brengen Mouse in de war.

B Hans en Rien vinden het gedrag van de hond vreemd.

C Hans en Rien vinden bloed achter de plint. D Mouse vindt toch sporen van de moord.

40

Zie de titel: Rocky en de rest. De rest is …

A Mouse en Iris. B Mouse, Iris en Rob. C Rien en Hans.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

DISCLAIMER - Deze e-mail en eventuele bijlagen kunnen vertrouwelijke informatie en I of informatie bevatten die is beschermd door intellectuele eigendomsrechten voor de

En ze inspireren: ze zijn van belang voor mensen om te bepalen waarom zij op een openbare school willen werken, voor ouders om bewust te kiezen voor het openbaar onderwijs en

“Zo’n hoger minimumloon heeft ook op andere vlakken positieve gevolgen: (1) het dringt de armoede terug (2) het draagt bij aan de economische relance en leidt dus tot meer

Indien u te veel ABASAGLAR geïnjecteerd heeft of als u niet zeker weet hoeveel u heeft geïnjecteerd, kan uw bloedglucosespiegel te laag worden (hypoglykemie).. Controleer

Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u?. Misschien heeft u hem later

gen moeten worden vermeden die het publiek in zijn eerbaarheidsgevoel kunnen Zwemmen of baden is níet toegelaten ín.. de havens van de Belgische

Indien u te veel ABASAGLAR geïnjecteerd heeft of als u niet zeker weet hoeveel u heeft geïnjecteerd, kan uw bloedglucosespiegel te laag worden (hypoglykemie).. Controleer

Indien uw arts u heeft meegedeeld dat u bepaalde suikers niet verdraagt, neem dan contact op met uw arts voordat u Arthrotec inneemt.. Aspirine (acetylsalicylzuur) of andere