• No results found

Kwartaalrapportage sierteelt: tegenvallende omzet in eerste helft 2004

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kwartaalrapportage sierteelt: tegenvallende omzet in eerste helft 2004"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

KWARTAALRAPPORTAGE SIERTEELT: TEGENVALLENDE OMZET IN EERSTE HELFT 2004

Anita van der Knijff

Voor de Nederlandse siertelers is 2004 moeizaam van start gegaan met tegenvallende omzetten in het eer-ste kwartaal in combinatie met een beperkte koeer-stenstijging. In het tweede kwartaal heeft deze trend zich voortgezet.

Lagere opbrengstprijzen

Het tweede kwartaal begon met een lichte stijging van de omzet aan de Nederlandse bloemenveilingen in april gevolgd door een ongekende omzetdaling in mei (-17%) ten opzichte van vorig jaar. Juni, daarentegen, was goed voor een inhaalslag door een combinatie van een hogere aanvoer en hogere prijzen. Bij deze gril-lige omzetontwikkeling in vergelijking met vorig jaar speelden een aantal factoren een rol. In de eerste plaats is dat het aantal veildagen per maand; zo kende mei dit jaar twee veildagen minder en juni juist twee veilda-gen meer. Ook waren de weersomstandigheden relatief gunstig (normaal) voor de verkoop van snijbloemen en potplanten, met name in juni, in vergelijking met het warme weer in 2003. Maar ook de data van interna-tionale feestdagen zijn in deze van invloed. Dit jaar was de Franse moederdag, 6 juni, twee weken later dan vorig jaar. Sowieso vallen in het tweede kwartaal veel (inter)nationale feestdagen en speciale bloemendagen die leiden tot extra vraag naar snijbloemen en planten. Dit neemt niet weg dat de veilingomzet in het tweede kwartaal achterbleef bij dezelfde periode vorig jaar.

Over het eerste halfjaar gezien zijn er in 2004 meer snijbloemen verkocht dan in 2003 (+1,5%). Doordat de gemiddelde opbrengstprijzen 2,5% lager zijn, is de gemiddelde omzet lager dan vorig jaar. Gerbera is met een hogere gemiddelde opbrengstprijs een opvallende uitzondering. Sterkere prijsdalingen dan gemiddeld deden zich onder andere voor bij chrysant, anthurium, zantedeschia en anjer. In de eerste zes maanden van dit jaar werden ook meer kamerplanten verkocht (+8%). Opvallend is de sterke stijging van de verkoop van duurdere kamerplanten, zoals phalaenopsis. Ondanks deze verschuiving naar het duurdere assortiment daalde de gemiddelde opbrengstprijs het eerste halfjaar met ruim 5%. Tot de sterke prijsdalers behoorden onder andere hydrangea en spathiphyllum. Ook de prijzen van perkgoed en tuinplanten stonden dit kwartaal flink onder druk. Als gevolg van hogere aanvoer en minder vraag, onder andere door relatief minder gunsti-ge weersomstandigdheden waardoor het tuinplantenseizoen later van start ging, daalden de prijzen fors. De aanvoerstijging bij snijbloemen en potplanten aan de veilingen is vooral toe te schrijven aan

assorti-De totale exportwaarde van snijbloemen en pot- en tuinplanten bedroeg in het tweede kwartaal van 2004 mentsverschuivingen, het aanvoeren in kleinere potmaten in combinatie met beperkte areaaluitbreiding. De stijging van de fysieke productie per m2 is in vergelijking met vorig jaar naar verwachting beperkt, doordat

het globale instralingsniveau alle maanden, met uitzondering van mei, beduidend lager was. Per saldo leidt dit gemiddeld in combinatie met lagere opbrengstprijzen tot lagere omzetten in de snijbloementeelt en lage-re/consoliderende omzetten in de pot- en perkplantenteelt.

Exportgroei getemperd

1.310 miljoen euro, tegenover 1.279 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2003 (figuur 1). Een stijging van bijna 2,5%. In tegenstelling tot het eerste kwartaal van 2004, toen de exportwaarde van snijbloemen daalde, is in het tweede kwartaal zowel de exportwaarde van snijbloemen (+1,8%) als van pot- en tuinplanten (+3,4%) gestegen. Echter, de stijging is minder sterk dan voorgaande jaren. Toen werden groeipercentages van meer dan 10% bij pot- en tuinplanten gerealiseerd. Deze tempering in de groei van de export hangt nauw samen met de wereldwijd kwakkelende economie. Ook de dure euro speelt de Nederlandse telers en handelaren parten, waardoor de export naar landen buiten de eurozone onder druk staat. Zo is de export-waarde van snijbloemen naar de Verenigde Staten het eerste half jaar met 12% gedaald ten opzichte van vorig jaar. Een extra tegenvaller is de Russische importstop op bloemen en planten uit Nederland per eind

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, augustus 2004 pagina 2

juni na de vondst van Califonische trips in een partij planten. Met name voor telers die zich met hun product, zoals bijvoorbeeld grootbloemige rozen, grotendeels richten op Rusland is dit een grote strop.

Hogere arbeidskosten, gasprijs wisselend

De ontwikkeling in de arbeidskosten, met een aandeel van circa 30% de belangrijkste kostenpost van sier-teeltbedrijven, wijkt in het tweede kwartaal nauwelijks af van die in het eerste kwartaal. Hogere arbeidslonen en een grotere arbeidsinzet kenmerken ook het beeld in het tweede kwartaal. De grotere arbeidsinzet hangt samen met de hogere productie mede door assortimentsverschuivingen en het telen in kleinere potmaten. Energie is op jaarbas 0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400

1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Miljoen euro

2002 2003 2004

Figuur 1 Ontwikkeling in de exportwaarde van de sie teelt (snijbloemen, pot- en tuinplanten) pe kwartaal in de periode 2002-2004 (miljoen euro)

r r

is de tweede belangrijkste kostenpost. Uitgaande van het gasverbruik per kwartaal ten

er druk

e hierboven geschetste ontwikkelingen geven aan dat de stemming in de sierteeltsector in het tweede k t dit jaar, niet verbeterd is. De achterstanden, die in het eerste kwartaal door opzichte van het totale verbruik op jaarbasis is energie in het tweede kwartaal met een aandeel van circa 20% beduidend minder belangrijk dan in het eerste (circa 37%) en laatste kwartaal (circa 30%). De wereld-olieprijs, waaraan de gasprijs gekoppeld is, steeg in het tweede kwartaal tot recordhoogte. Afhankelijk van de contractvorm heeft een deel van de vrije afnemers dit gelijk in de portemonnee gevoeld, terwijl een ander deel van de vrije afnemers pas in de loop van dit jaar geconfronteerd zal worden met een prijsstijging. Ook de gasprijs voor beschermde afnemers is gekoppeld aan de wereldolieprijs, maar met een vertragend effect van zes maanden. Door dit vertragend effect was er zelfs sprake van een prijsdaling. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2003 was de 'kale' gasprijs voor beschermde afnemers 4 ct/m3 lager (14,7 ct/ m3).

Bedrijfsresultaten ond

D

wartaal, na de moeizame star

tegenvallende opbrengsten en beperkte kostenstijging waren ontstaan, zijn in het tweede kwartaal zelfs gro-ter geworden. Voor het merendeel van de bedrijven betekent dit een verslechgro-tering van de bedrijfsresultaten of, in het gunstige geval, consoliderende bedrijfsresultaten in vergelijking met het eerste halfjaar van 2003. Doordat de verschillen in de sierteeltsector groot zijn, zullen er echter ook in 2004 bedrijven zijn die hun bedrijfsresultaten wel zien verbeteren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Amerikaanse regering zou onder meer US$ 500 miljard uittrekken voor leningen aan bedrijven in zwaar getroffen sectoren en US$ 500 miljard voor financiële steun voor de

Het aandeel van Ahold in het resultaat uit niet-geconsolideerde joint ventures bedroeg het tweede kwartaal van 2012 € 22 miljoen, € 6 miljoen minder dan vorig jaar.. De

Muscle strips at 37 °C reached a maximum tension value (completion of rigor) within 4.1 ± 3.89 h post mortem, while the minimum pH was also reached within 4.8 ± 3.82 h post mortem

De onderliggende winst per aandeel (1] uit doorlopende activiteiten daalde in het tweede kwartaal -13% tot € 2,30, en daalde in de eerste jaarhelft -6,7% tot € 4,30, als gevolg

De EBITDA kende een gemiddelde eencijferige daling met een inkrimping van de marge met meer dan 700 basispunten als gevolg van de timing van de afdekkingen van grondstoffen

Het onderliggende bedrijfsresultaat bedroeg € 338 miljoen, respectievelijk 4,0% en 5,4% hoger tegen feitelijke en constante wisselkoersen.. De onderliggende operationele marge

samenwerken met de markt neerlands diep projectennetwerk teamprogramma’s en activiteiten individuele programma’s...