• No results found

Vijf zienswijzen van dierenwelzijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vijf zienswijzen van dierenwelzijn"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

M E N S E N M E N I N G

a

d

v

ie

s

V-focus april 2009



V-focus april 2009



M E N S E N M E N I N G

a

d

v

ie

s

CoNCluSIE

1

2

3

4

5

D

e samenleving heeft kritiek op de veehouderij. Boeren wordt verweten dat ze dierenwelzijn en milieu ondergeschikt maken aan geld verdienen. En boeren op hun beurt vinden dat burgers zéggen dierenwelzijn belangrijk te vinden, maar hier niet naar hande-len. Ook hebben zij kritiek op de bemoeienis en betutteling van de overheid in deze kwestie. Een dergelijke houding van boeren én burgers is niet constructief. Om een meer vruchtbare discussie te bevorderen is allereerst een beter inzicht in de standpunten van boeren over dierenwelzijn en duurzaamheid gewenst.

In het onderzoeksproject ‘Boerenethiek’ dat deels door de Nederlandse Organisatie voor Weten-schappelijk Onderzoek (NWO) en LNV gefinan-cierd wordt, staan de opvattingen van veehouders over dierenwelzijn en andere aspecten van duur-zaamheid centraal.

Voor het onderzoek zijn diepte-interviews gehouden met 21 melkveehouders en 20 varkens-houders. Dat betrof ondernemers met zowel (zeer) kleine tot (zeer) grote bedrijven als ondernemers met een gangbare en alternatieve bedrijfsvoering. Uit de resultaten blijkt dat onder ondernemers vijf verschillende ziens-wijzen bestaan ten aanzien van dierenwelzijn. De bedrijfspraktijk van deze ondernemers ligt daarmee in lijn. Drie zienswijzen kunnen als ‘klassiek’ worden omschreven, deze bestaan al langer. De andere twee zijn opkomende opvattin-gen die tegelijkertijd nieuwe gedragscodes inhouden.

1. op groei georiënteerde ondernemers

Bij deze groep veehouders voeren economische en commerciële waarden de boventoon. Voor dierenwelzijn voldoen zij aan de minimale wette-lijke eisen en zij vinden het dierenwelzijn goed als het dier goed produceert en gezond is. Deze boeren wijzen kritiek vanuit de maatschappij

van de hand. Zij ontkennen dat hun productie-systeem negatieve effecten heeft op het dieren-welzijn. Ze vinden ook dat burgers onvoldoende kennis hebben van dierenwelzijn en/of misleid worden door de media. Deze visie op dieren-welzijn werd vooral aangetroffen bij gangbare varkenshouders en melkveehouders met grote gespecialiseerde bedrijven.

2. Traditionele veehouders

De traditionele ondernermes zijn het in veel opzichten eens met groep 1, maar laten twijfels over hun wijze van dieren houden toe. Ze bena-drukken een goede relatie tussen boer en dier, het belang van betrokkenheid bij de dieren en dat zij een hart voor de dieren hebben. Ze voldoen aan wettelijk vastgestelde dierenwelzijneisen, maar geven aan dat het beter zou moeten. Dit botst volgens hen echter met economische waar-den. In zekere zin is bij hen dus sprake van een ethisch dilemma. Dit biedt aanknopingspunten voor een dialoog. Deze kijk op dierenwelzijn werd vooral aangetroffen bij gangbare varkens-houders en melkveevarkens-houders met gezinsbedrijven.

3. Idealisten

Voor idealisten staat het dierenwelzijn voorop in de bedrijfsvoering. De dieren moeten hun natuurlijke gedrag kunnen uitvoeren en zich kunnen ontplooien. Dieren worden met respect behandeld en aan de integriteit of intrinsieke waarde van het dier mag niet worden getornd. Ingrepen zijn uit den boze. Economische waar-den zijn ondergeschikt aan het dierenwelzijn. Boeren die deze denkbeelden en manier van boeren onderschrijven, boeren op een biologi-sche of biologisch dynamibiologi-sche wijze. Hun bedrij-ven kunnen zijn verbreed met andere activiteiten en/ of er zijn inkomsten uit werk buitenshuis.

4. Niche ondernemers

Voor de niche ondernemers is dierenwelzijn een

Vijf zienswijzen van dieren welzijn

LNV-minister Gerda Verburg wil vijf procent duurzame stallen in 2011. In 2023 moet de veehouderij

100 procent ‘integraal duurzaam’ zijn. Bij duurzaamheid speelt onder andere een beter dierenwelzijn een

belangrijke rol. Hoe kijken ondernemers hiertegenaan? Uit sociologisch onderzoek onder Nederlandse

veehouders komen vijf typen ondernemers naar voren met elk hun eigen zienswijze over dierenwelzijn.

Carolien de Lauwere,

Sabine de Rooij, Karel de Greef

(Wageningen UR)

GEEN CoNSENSuS

Voor idealisten staat het dierenwelzijn voorop in de bedrijfsvoering. De dieren moeten voor alles hun natuur-lijke gedrag kunnen uitvoeren en zich kunnen ontplooien.

Foto: EU

van de speerpunten in de bedrijfsvoering. De maatschappelijke kritiek op hun omgang met dieren hebben zij vertaald in de constructie van een nieuw product, een sterk veranderde bedrijfs-voering en een nieuwe (niche)markt. Zij beschouwen dierenwelzijn als (marketing)-instrument voor een nichemarkt en om een meerwaarde voor hun producten te krijgen. Deze groep boert extensief, biologisch of heeft een scharrelhouderij. Verbreding van het bedrijf kan onderdeel van de bedrijfsvoering zijn. Ook grote ondernemers experimenteren met deze aanpak. Naast hun meer klassieke bedrijf bouwen ze, zogezegd, een ‘proefbedrijf’ op.

5. op de samenleving gerichte ondernemers

Deze ondernemers kiezen voor dierenwelzijn en een op de natuur gebaseerde veehouderij – zij streven naar een duurzame veehouderij. Natuur-lijk gedrag en respect voor de intrinsieke waarde van het dier zijn leidende principes in de bedrijfs-voering. Zij zoeken echter een balans tussen de economische waarden en dierenwelzijn, tussen de economische, ecologische en sociale aspecten van het boeren. Zij vinden het verdedigbaar dat burgers en consumenten medezeggenschap hebben over de manier waarop voedsel wordt

geproduceerd en staan open voor de maatschap-pelijke kritiek op de veehouderij. Ze accepteren dat dit ook van hen een flexibele houding vraagt wat betreft de bedrijfsvoering. Deze veehouders ervaren soms een dilemma bij het zoeken naar een balans tussen de verschillende aspecten. Ze kunnen bijvoorbeeld ervaren dat de extra werk-druk die een biologische bedrijfsvoering met zich meebrengt ten koste gaat van het gezinsleven. De op een dialoog gerichte boeren, voeren een biolo-gische, of biologisch dynamische bedrijfsvoering of hebben scharrelvarkens. Verbreding van het bedrijf met andere activiteiten is niet ongewoon.

Visie op welzijn en duurzaamheid

De manier waarop de geïnterviewde veehouders tegen dierenwelzijn aankijken, is ook terug te vinden in hun visie op andere aspecten van duurzaamheid. Zo lijken groeigeoriënteerde veehouders natuur, landschap en milieu minder belangrijk te vinden dan de veehouders die uit economische of ideologische overwegingen meer nadruk leggen op natuurlijk gedrag en respect voor dieren.

Beleid en praktijk zullen het niet alleen met elkaar eens moeten worden over wat ‘integrale duurzaamheid’ betekent, maar zeker ook over hoe dat kan worden bereikt. Het is daarbij belangrijk er rekening mee te houden dat boeren niet één zienswijze hebben op duurzaamheid en dierenwelzijn. Zij hebben verschillende ideeën, waarvan sommige wellicht gemakkelij-ker in markt of maatschappij in te bedden zijn dan andere. In een volgend nummer van V-focus wordt een voorzet gegeven welke handvatten het beleid biedt om invulling te geven aan duurzamere productie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

EXPERIENCES OF MASTER’S STUDENTS IN PROFESSIONAL PSYCHOLOGY OUTLINE OF CHAPTERS Chapter 1: Introduction to the study Chapter 2: Positive psychology Chapter 3: Ryff’s

Should the rules of provident funds not make provision for the purchase of an annuity, voluntary annuities may be purchased with either a part of or the full retirement fund

Die FAO se hersieningsproses, sowel as hierdie saamgestelde hersieningsriglyne, sal aangewend word in Hoofstuk 4 van hierdie studie om te bepaal watter voorsiening daar

kieviet$ei, slagorde, alsof, 1al1ook, trekqssen, lijnolie, wijn- oogst, 'slachtoffer, hoogachten, menseneters, lampolie, korenaren, olijfolie, kwaadaardig, twistappel,

However, career support is also negatively statistically significantly related to organisational intention to quit (with a small effect).Protection and assistance are

The propagation times of galactic protons from the heliopause to Earth are calculated for increasing heliospheric tilt angles and it is found that current sheet drift becomes

The top panel shows the HMF magnitude at Earth (solid line) and at Jupiter (dashed line), the middle panel the relative flux of electrons directly at the Jovian magnetosphere (from

Sections 3–8 present the main corpus findings, starting with an introduction of the two corpora (section 3), and continuing with the analysis of the results for overall frequency