• No results found

Tussenrapportage Kwaliteit Verse Vis in de Keten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tussenrapportage Kwaliteit Verse Vis in de Keten"

Copied!
79
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Directie van het RIVO Is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van het RIVO; opdrachtgever vrijwaart het RIVO van aanspraken van derden in verband met deze toepassing.

Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets van dit rapport mag weergegeven en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere manier zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

In verband met de verzelfstandiging van de Stichting DLO, waartoe tevens RIVO behoort, maken wij sinds 1 juni 1999 geen deel meer uit van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Wij zijn geregistreerd in het Handelsregister Amsterdam nr. 34135929 BTW nr. NL 808932184B09.

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV

Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

RIVO Rapport

Nummer: C010/03

Tussenrapportage Kwaliteit Verse Vis in de Keten

Fase 1 - Inventarisatie van beschikbare informatie over vangst

en verwerking aan boord

Fase 2 - Behoefte aan informatie over vangst en verwerking

aan boord in de keten

Fase 3 - Catch Index: Development of a tool for quality of

performance at sea

Edwin Coomans, Rian Schelvis-Smit, Joop B. Luten (RIVO), Joop van der Roest

(RIKILT), Floor Verdenius (ATO)

Opdrachtgever: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Postbus 20401 2500 EK ‘s-Gravenhage Project nummer: 358 12000 02 Akkoord: dr. J.B. Luten Afdelingshoofd Handtekening: __________________________ Datum: 11 maart 2003 Aantal exemplaren: 10 Aantal pagina's: 62 Aantal tabellen: 28 Aantal figuren: 11 Aantal bijlagen: 2

(2)

Inhoudsopgave:

Fase 1 - Inventarisatie van beschikbare informatie over vangst en verwerking aan boord 6

1. Inleiding... 6

1.1 Aanleiding... 6

1.2 Doel van de inventarisatie ... 6

1.3 Methode... 7

2. Inventarisatie ... 7

2.1 Inleiding... 7

2.2 Vangst- en verwerkingsprocessen aan boord... 7

2.3 Vragenlijst interviews ... 8

3. ICT-structuur... 10

3.1 Inleiding... 10

3.2 Definiëring tracking en tracing... 10

3.3 Modelleringsmethode ... 10

3.4 Model van de ICT-structuur... 11

3.5 Huidige situatie traceerbaarheid ... 13

3.6 Wensen en behoeften bij invoering CatchIndex... 13

3.6.1 Lot identificatie ... 13

3.6.2 Bepaling CatchIndex... 14

3.6.3 Koppeling CatchIndex aan lot ... 16

3.6.4 Informatie transfer in de keten... 16

4. Resultaten ... 16

4.1 Inleiding... 16

4.2 Algemene bedrijfsgegevens ... 16

4.3 Algemene gegevens en Kwaliteitsgegevens... 17

4.4 Variabelen CatchIndex ... 18 5. Discussie... 18 6. Conclusies en aanbevelingen ... 20 6.1 Conclusies... 20 6.2 Aanbevelingen... 20 7. Referenties ... 21

(3)

Fase 2 - Behoefte aan informatie over vangst en verwerking aan boord in de keten... 22 1. Inleiding ... 22 1.1 Aanleiding... 22 1.2 Doel... 23 1.3 Methode... 23 2. Inventarisatie ... 23 2.1 Inleiding ... 23

2.2 Schakels in de verse visketen ... 24

2.3 Vragenlijst interviews... 25

3. ICT-structuur... 26

3.1 Inleiding ... 26

3.2 Huidige ICT-structuur visketen ... 26

3.3 Gewenste ICT structuur visketen ... 27

3.4 Project Tracefish... 29

4. Resultaten ... 30

4.1 Inleiding ... 30

4.2 Visafslag ... 31

4.2.1 Bedrijfsvoering en producteisen ... 31

4.2.2 Registratie en uitwisseling van informatie ... 33

4.2.3 Versheid en houdbaarheid ... 34

4.3 Verwerking ... 35

4.3.1 Bedrijfsvoering en producteisen ... 35

4.3.2 Registratie en uitwisseling van informatie ... 37

4.3.3 Versheid en houdbaarheid ... 38

4.4 Groothandel... 39

4.4.1 Bedrijfsvoering en producteisen ... 39

4.4.2 Registratie en uitwisseling van informatie ... 40

4.4.3 Versheid en houdbaarheid ... 41

4.5 Retail ... 42

4.5.1 Bedrijfsvoering en producteisen ... 42

4.5.2 Registratie en uitwisseling van informatie ... 44

4.5.3 Versheid en houdbaarheid ... 45 5. Discussie ... 46 5.1 Algemeen... 46 5.2 Visafslag ... 47 5.3 Verwerking ... 47 5.4 Groothandel... 48 5.5 Retail ... 48 5.6 ICT-structuur... 49

(4)

6. Conclusies en aanbevelingen ... 51

6.1 Conclusies... 51

6.2 Aanbevelingen... 53

7. Referenties ... 54

Fase 3 - Catch Index: Development of a tool for quality of performance at sea. ... 55

Abstract ... 55

1. Introduction ... 55

2. Materials and Methods... 56

3. Results and discussion ... 57

3.1 QIM results ... 57

3.2 Conclusion and further activities ... 57

4. References ... 58

(5)

Tussenrapportage Kwaliteit Verse Vis in de Keten

Dit project kon worden gerealiseerd dankzij een financiële bijdrage uit het LNV-progamma 355 (ketens en logistiek).

Het onderzoeksproject “Kwaliteit verse vis in de keten” bestond uit vier onderzoeksfasen:

Fase 1: Inventarisatie van beschikbare informatie over vangst en verwerking inclusief ICT structuur Fase 2: Behoefte aan informatie over vangst en verwerking in de keten inclusief ICT structuur Fase 3: Ontwikkeling CatchIndex concept

Fase 4: toetsing CatchIndex concept en (de)aggregatie informatie.

Deze tussenrapportage is een samenvoeging van de individuele rapportages van fase 1 en 2 en de publicatie over een gedeelte van de resultaten van fase 3. De eindrapportage zal bestaan uit deze tussenrapportage en de volledige rapportage van fase 3 en 4 alsmede een project inleiding en samenvatting. Naar verwachting zal dit rapport half april afgerond zijn.

(6)

Fase 1 - Inventarisatie van beschikbare informatie over

vangst en verwerking aan boord

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In de verse vis keten van visser tot en met consument is behoefte aan inzicht in de kwaliteit en veiligheid van de visproducten. Dit inzicht kan worden verkregen door het uitwisselen van essentiële informatie tussen de betreffende schakels. De noodzaak voor deze informatievergaring en

-uitwisseling wordt door de actoren in de keten onderschreven. Er zijn reeds initiatieven gestart en modellen ontwikkeld om deze wens gestalte te geven. Op Europees niveau is een tweetal Concerted Action projecten geïnitieerd genaamd Fish Quality Labelling and Monitoring (CA-FQLM) en

TRACEFISH, waarbij diverse visonderzoeksinstituten en visketen actoren samenwerken over de invoering van traceerbare kwaliteitsindices van verse vis.

Tevens is in Europees verband door RIVO de Kwaliteits Index Methode (KIM) ontwikkeld. Deze sensorische methode kent op objectieve wijze indexpunten toe voor een groot aantal uiterlijke kenmerken van de verse aangelande vis. Getrainde keurmeesters zijn belast met de uitvoering van KIM op de visafslagen.

Aan het begin van de keten (aan boord van de vissersschepen) is het gebruik van KIM om praktische en financiële redenen nog niet mogelijk gebleken. Aan boord is echter voldoende informatie

voorhanden omtrent de vangst en verwerking die bruikbaar zou zijn om de initiële kwaliteit te kunnen bepalen. Gegevens omtrent de vangst zijn o.a. vangstlocatie, datum van vangst,

weersomstandigheden, temperatuur zeewater, duur van de trek, bijvangst en overige opgeviste materialen. Van de verwerking aan boord zijn gegevens bekend met betrekking tot o.a. strippen, wassen, opslag, hygiënische condities en temperatuur koelruim. Deze informatie is niet altijd gestructureerd en/of geregistreerd en zou geaggregeerd moeten worden in een geschikte vorm van bijvoorbeeld een CatchIndex (CI) voor kwaliteitsparameters van de vis aan boord. Deze te ontwikkelen CatchIndex kan samen met de (aanwezige) ICT structuur aan boord een instrument zijn om de performance van de vangst en verwerking aan boord te beoordelen. De CI kan worden ingedeeld in klassen, bijvoorbeeld High (hoog kwaliteitsniveau), Standard (goed kwaliteitsniveau) en Marginal (minimaal kwaliteitsniveau). Deze CI classificatie kan dan samen met de eerder genoemde KIM de input vormen voor informatievoorziening over kwaliteit en veiligheid van verse vis voor de navolgende schakels in de visketen.

1.2 Doel van de inventarisatie

Het doel van de inventarisatie van informatie over vangst en verwerking aan boord is:

?? Inzicht verschaffen in de essentiële informatiebehoefte in de visketen met betrekking tot de positieve kwaliteit en veiligheid van verse vis.

?? Ontwikkelen van een kwaliteitsindexsysteem voor verse vis bestemd voor de totale keten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de beschikbare informatie tijdens de vangst en verwerking aan boord, ondergebracht in de te ontwikkelen CatchIndex.

?? In kaart brengen op welke wijze CI als instrument voor kwaliteitsgerichte tracking en tracing kan worden ingezet voor de verse visketen.

Binnen deze inventarisatie ligt het accent op de vissoort schol (Pleuronectes platessa), één van de belangrijkste vissoorten voor de Nederlandse verse vis sector. De aldus vergaarde kennis en praktijkervaring kan ook gebruikt worden voor andere vissoorten.

(7)

1.3 Methode

Voor het uitvoeren van deze inventarisatie aan boord van visschepen zijn enkele onderzoeksvragen als uitgangspunt genomen:

?? Welke informatie is beschikbaar over de vangst en verwerking aan boord? ?? Welke beschikbare informatie is vertrouwelijk?

?? Wat zijn de minimale en maximale waarden van de kwaliteitsvariabelen?

?? Welke mogelijkheden zijn er voor technische registratie van gegevens (ICT structuur)? De benodigde informatie is verkregen door het houden van interviews met (schol)vissers. Ter ondersteuning van deze interviews is een (uitgebreide) vragenlijst opgesteld. Tevens is gebruik gemaakt van literatuurgegevens omtrent de benodigde kennis voor de ICT structuur. De aldus verkregen informatie is in dit rapport beschreven. De resultaten hebben geleid tot het formuleren van conclusies en aanbevelingen, die gebruikt kunnen worden in de volgende fase van het project.

2. Inventarisatie

2.1 Inleiding

Voor het verkrijgen van informatie omtrent de vangst en verwerking van vis aan boord hebben interviews plaatsgevonden. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste processen aan boord van de visschepen beschreven. Tevens wordt de opzet en inhoud van de ontwikkelde vragenlijst nader toegelicht.

2.2 Vangst- en verwerkingsprocessen aan boord

Voor de vangst van schol (en tong) in Nederland wordt gebruikgemaakt van een visserijmethode die bekend staat onder de naam boomkorvisserij. Bij deze vangstmethode wordt aan weerszijden van het schip een vistuig over de bodem van de zee gesleept. Dit vistuig wordt aan het begin van de vangstweek in het water gelaten en pas aan het eind van de week weer aan dek getakeld. Aan de voorzijde van het net bevindt zich een stalen buis met aan beide uiteinden voorzien van stalen schoenen. Achter deze buis zijn kettingen bevestigd om de platvis uit de grond te woelen. Door de snelheid van het schip (6 knopen) belanden de vissen in de achterkant van het net (kuil). Alleen de kuil wordt na elke trek daadwerkelijk binnengehaald en de inhoud ervan aan dek, in stortbakken, geleegd. De inhoud van deze stortbakken wordt naar de opvoerbanden gespoeld en beland op de sorteerbanden in de verwerkingsruimte. Deze verwerkingsruimte bevindt in een overdekt gedeelte in de boeg van het schip. Op de sorteerbanden wordt de marktwaardige (maatse) vis door de

bemanning eruit geselecteerd, gestript en per soort vis in opvangbakken gedeponeerd. Ondermaatse vis en overig materiaal (brokken veen, stenen, plastic, schelpen, zeesterren e.d.) verdwijnt via een stortkoker weer in zee. Na het strippen wordt de maatse vis gespoeld in een spoelmachine en in stortkeeën verzameld. Deze stortkeeën bevinden zich benedendeks in de koelruimte. Hier bevindt zich ook een scherfijsinstallatie. De vis wordt samen met scherfijs in plastic kisten opgeslagen tot het moment van aanlanden.

Een overzicht van de belangrijkste vangst- en verwerkingsprocessen aan boord, gedurende een vangstweek, is weergegeven in figuur 1.

(8)

Start vangst week stomen naar visgronden uitzetten bootmkortuig uitzetten kuil vissen binnenhalen kuil legen kuil in visput einde vangstweek ja vangst

verwerken opslag in ruim

binnenhalen boomkortuigen

stomen naar

haven lossen vangst

einde vangstweek nee reparaties, kotter klaarmaken

Figuur 1: Algemene procesbeschrijving gedurende een vangstweek aan boord van de OD1. Bron: Veenstra en Stoop, 1992.

2.3 Vragenlijst interviews

Het interview bestaat uit een introducerend deel en een vragenlijst.

In het introductie gedeelte is het doel van de inventarisatie beschreven om tot de ontwikkeling van een CatchIndex te komen. Tevens is er een achtergrond artikel toegevoegd over een workshop van het platform tracking en tracing (van der Werff, 2001), teneinde dit aspect aan de visser nader toe te lichten.

De vragenlijst is onderverdeeld in drie delen (algemeen, kwaliteit en parameters). Het geheel (introductie en vragenlijst) is voorafgaand aan het interview aan de visser toegezonden, zodat deze zich kon voorbereiden op het gesprek. Een exemplaar van dit document is toegevoegd aan dit rapport (bijlage 1).

Na afloop van elk interview is door de onderzoekers een kort verslag van de bevindingen opgesteld en ter verificatie aan de visser opgestuurd.

De vragenlijst bestaat uit de volgende onderdelen:

Algemene bedrijfsgegevens

In de lijst van algemene bedrijfsgegevens is gevraagd naar het verstrekken van persoonsgegevens, vaartuiggegevens en type visserij, zodat een algemene indruk wordt verkregen van de deelnemende visvangstbedrijven.

Deel 1: Algemene gegevens

In de lijst van algemene gegevens zijn de volgende vragen voorgelegd om te beantwoorden: ?? Welke algemene gegevens worden geregistreerd?

?? Waar worden de gegevens geregistreerd? ?? Is het gegeven vertrouwelijk?

(9)

De lijst van gegevens is samengesteld op basis van het logboek voor de Algemene Inspectie Dienst, gegevens uit het draft report van de werkgroep ‘captured Fish’ van Tracefish (Tracefish, 2002) en een Scandinavisch onderzoek (Palsson et al., 2000). Deze gegevens zijn:

?? vaartuignummer; ?? plaats van aanlanding; ?? datum van aanlanding; ?? vistuig;

?? vissoorten; ?? vangstgebied;

?? totale hoeveelheid vis in kisten.

Tenslotte is gevraagd of het logboek als geheel vertrouwelijk is.

Deel 2: Kwaliteitsgegevens

De lijst van kwaliteitsgegevens is samengesteld naar aanleiding van een uitbreiding van de lijst van algemene gegevens. De kwaliteitsgegevens zijn onderverdeeld in twee groepen. De eerste groep betreft gegevens die gebaseerd zijn op variabelen die door de vissers kunnen worden beïnvloed, zoals:

?? trekduur

?? de tijd van vangst van de vis tot verwerking in de kisten ?? hoeveelheid vis in de kisten

?? hoeveelheid ijs in de kisten (scheppen)

?? product vorm (gekoeld, bevroren, heel gestript) ?? methode van temperatuurbeheersing (ijs, flow ijs, etc.) ?? temperatuur meting

De tweede groep betreft gegevens die gebaseerd zijn op variabelen die door de vissers niet kunnen worden beïnvloed, zoals:

?? hoeveelheid vis in het net ?? bijvangst

?? visgrond

?? lengte klasse van de vis ?? paaistadium van de vis ?? temperatuur zeewater

Tenslotte is gevraagd welke van deze gegevens als vertrouwelijk gelden.

Deel 3: Variabelen CatchIndex

In deze lijst zijn vragen gesteld omtrent een aantal variabelen die gebruikt zullen worden bij het experimental design van het onderzoek naar de CatchIndex. Van deze variabelen is de minimale en maximale waarde gevraagd zoals deze gebruikt worden en controleerbaar zijn in de praktijk aan boord. Het betreft de volgende variabelen:

?? minimale en maximale trekduur;

?? minimale en maximale hoeveelheid vis in de kisten; ?? minimale en maximale hoeveelheid ijs in de kisten; ?? minimale en maximale hoeveelheid vis in het net; ?? minimale en maximale tijd tot het strippen;

?? minimale en maximale tijd van strippen tot de vis in de kisten ligt;

?? minimale en maximale verblijftijd van de vis in de spoelmachine voor schol en bijvangst; ?? hoeveelheid bijvangst.

Tenslotte is aan de vissers gevraagd of men een CatchIndex noodzakelijk acht in het kader van een kwaliteitsgerichte tracking en tracing.

(10)

3. ICT-structuur

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk beschrijft de huidige ICT-structuur voor (kwaliteitsgerichte) tracking en tracing (t&t). Na een korte introductie van het begrip tracking en tracing, wordt een modelleringsmethode

beschreven. Vervolgens is een (MIMOP) model van de ICT-structuur uitgewerkt voor de processen vangst en verwerking aan boord. Tenslotte zijn de wensen en behoeften bij invoering van de CatchIndex in kaart gebracht.

3.2 Definiëring tracking en tracing

Traceerbaarheid is het vermogen om een product in de productieketen van begin (teelt, oogst,

vangst, …) tot het einde (retail, consument) te kunnen volgen. Er is daarbij een onderscheid tussen real-time volgen (tracking) van het product en het achteraf kunnen reconstrueren (tracing) van de

geschiedenis (stroom door de keten, bewerkingen, condities).

Er zijn twee vormen van tracking en tracing, te weten interne t&t en keten t&t (Moe, 1998). Interne tracking en tracing is alleen binnen een bedrijf gericht. Keten tracking en tracing is gericht op de gehele keten van grondstof tot en met de uiteindelijke consument.

Voor tracking en tracing zijn vier activiteiten van belang (Twillert, 1999):

1. tracking: het bepalen van de locatie van producten van grondstof tot de uiteindelijk consumptie; 2. registreren: het registreren van gebeurtenissen gedurende ‘tracking’;

3. achterwaartse tracering: het bepalen van de geschiedenis van een product. Dit kan worden gebruikt om de bron van een probleem te bepalen;

4. voorwaartse tracering: het bepalen van de locatie van een bepaald product. Dit kan worden gebruikt om de locatie van besmette producten te achterhalen.

T&T is in de loop van de jaren steeds belangrijker geworden door het toenemende gebruik van Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP), Good Manufacturing Practice (GMP) en ISO 9000-systemen (Moe, 1998). Wanneer tracking en tracing voor kwaliteitsmanagement wordt gebruikt, wordt dit wel Kwaliteitsgerichte tracking en tracing genoemd.

3.3 Modelleringsmethode

Bij het in kaart brengen van de aanwezige ICT-structuur is het noodzakelijk dat er een

informatiemodel wordt ontworpen. Een informatiemodel houdt volgens Beers, geciteerd door Wolfert (2002), het volgende in:

‘In een informatie model, is het informatie systeem van een organisatie beschreven. Het bestaat uit: 1. een gegevensmodel, waarin de gegevens zijn beschreven die worden gebruikt of

geproduceerd in de organisatie;

2. een procesmodel, waarin de activiteiten zijn beschreven die plaatsvinden in de organisatie. Voor elk proces is gespecificeerd welke gegevens worden gebruikt en welke gegevens worden gecreëerd door de gegevens.’

Een gegevensmodel kan worden weergeven door een Relationship diagram. Een Entity-Relationship diagram bestaat uit entiteiten (objecten) waartussen relaties zijn weergegeven. Met behulp van dit diagram kan een database worden ontworpen.

Het doel van het modelleren van de processen is een overzicht te geven van relevante productie processen en input en output van die processen. Wat er in de productieprocessen zelf gebeurd is voor de ICT-structuur eigenlijk niet van belang.

(11)

Productieprocessen worden immers gezien als ‘black boxes’ en worden als input-output systemen gemodelleerd, wat de ‘minimal model approach’ wordt genoemd door Beers et al. (1994).

Voor tracking en tracing worden alle input en output stromen apart onderscheiden: Multi-input multi-output process’ (Jansen, 1998). Processen worden weergegeven door ‘building blocks’ van

processen. Jansen (1998) heeft MIMOP gebruikt voor het modelleren van het milieu voor individuele bedrijven. Wolfert (2002) gebruikt de MIMOP benadering voor het modelleren van productiestromen om duurzame boerderijen te ontwerpen. In figuur 2 is een generieke weergave voor MIMOP-units weergegeven. production unit operational control input N input 2 input 1 output 1 output 2 output N

Figuur 2:. Generieke weergave van MIMOP-units (naar Wolfert, 2002).

3.4 Model van de ICT-structuur

Voor de het modelleren van ICT-structuur voor de vangst is eerst een procesoverzicht (figuur 3) en beschrijving per proces uitgewerkt. De informatie en goederenstroom die in kaart is gebracht, is gebaseerd op het conceptuele model van de CatchIndex Een nadere uitwerking van deze processen vindt plaats door het maken van een MIMOP model, zoals weergegeven in tabel 1. In de tabel zijn input en output van product en informatie weergeven. Daarnaast zijn de beïnvloedbare variabelen (de ‘operational control’ variabelen in figuur 2) en de niet beïnvloedbare variabelen in de tabel opgenomen.

Trek lezen strippen sorteren spoelen

opslag in kee beijzen inkisten

opslag op dek

opslag in kee

lossen

(12)

De omschrijving per proces is als volgt:

?? Trek: de kuilen te water doen (zetten) en na enige tijd kuilen aan boord halen (halen); ?? lezen: marktwaardige vis van de leesband halen;

?? strippen: ingewanden van de vis er uithalen;

?? sorteren van de vis per soort: direct na het strippen wordt de vis per soort in manden of

stripbakken gedeponeerd.

?? opslag op dek: sommige vissoorten waar niet veel van wordt gevangen, worden opgeslagen op

het dek en meestal om de drie trekken (afhankelijk van de vangsthoeveelheid) gespoeld; ?? spoelen: spoelen van de vis in spoelmachine. Vissoorten waar veel van wordt gevangen, zoals

schol en tong, worden na het strippen direct gespoeld en komt dan in een kee (opslagbak in koelruim) terecht. De overige vissoorten worden na een bepaald aantal trekken gespoeld; ?? opslag in keeën: dit geldt alleen voor de vissoorten waar veel van wordt gevangen, aangezien

deze direct worden gespoeld. De overige soorten worden na het spoelen direct beijst;

?? beijzen: onderin in de kist worden 1 of 2 scheppen ijs gedaan. Vervolgens wordt de kist gevuld

met vis. Bovenop komen dan ook nog 1 of 2 scheppen ijs. Soms wordt halverwege de kist ook nog ijs gedaan. Het beijzen van de vis gebeurt meestal nadat alle vissoorten zijn gespoeld; ?? opslag: opslag in het koelruim

?? lossen: kisten uit het koelruim halen en aan de wal zetten. Tabel 1: MIMOP model voor de vangst.

Proces Input

product Output product Input informatie Output informatie Beïnvloedbare variabelen Niet beïnvloedbare variabelen

Trek Lege kuil Kuil met vis, bijvangst, en rest (stenen, etc) Vangstgebied Visgrond Positie Zetten Halen Trekduur Vangstdag Windkracht Zeegang Diepte zee Zeewater-temperatuur Vaarsnelheid Trekduur Vangstgebied Visgrond Positie Vaarsnelheid Visgrond Windkracht Zeegang Diepte zee Zeewater-temperatuur

Lezen Inhoud kuil Vis (en

bijvangst) Hoeveelheid vis (en bijvangst) Selecteren vissoorten

Strippen Vis Gestripte vis per soort Begintijd Eindtijd Stripduur Stripkwaliteit Stripduur Stripkwaliteit

Sorteren Gestripte vis Gestripte vis Opslag

op dek

Gestripte vis Gestripte vis Begintijd Eindtijd Duur

Duur Temperatuur

Spoelen Gestripte vis Gespoelde vis Hoeveelheid

Begintijd Eindtijd Duur Spoelkwaliteit Duur Hoeveelheid In kee Gespoelde vis Gespoelde vis Opslag

in kee Gespoelde vis Gekoelde vis Begintijd Eindtijd Duur Duur Temperatuur visruim

Beijzen in kisten

Vis Vis in kisten Hoeveelheid vis

in een kist Aantal scheppen ijs Hoeveelheid vis in een kist Aantal scheppen ijs

Opslag Vis in kisten Vis in kisten Begintijd Eindtijd

Duur Temperatuur visruim Duur

Lossen Vis in kisten Gekoelde vis in kisten

Tijd en datum Plaats (haven)

Tijd en datum Plaats (haven)

(13)

3.5 Huidige situatie traceerbaarheid

In de huidige keten is de traceerbaarheid van eindproduct naar vangst beperkt. In de nevenstaande figuur (4) is dat weergegeven. In het logboek worden veel gegevens per vangst geregistreerd. Dit logboek is toegankelijk voor de visser, en voor de AID. Richting veiling worden totalen per

aanlanding doorgegeven. Verderop in de keten zijn kisten terug te voeren op een aanlanding. Achterliggende gegevens kunnen niet aan een kist gekoppeld worden. Door hersortering op de afslag is alleen het schip in theorie nog te achterhalen.

Figuur 4: Informatie beschikbaarheid huidige situatie

3.6 Wensen en behoeften bij invoering CatchIndex

De CatchIndex koppelt vangstgegevens aan een partij vis. Introductie van de CatchIndex vereist verduidelijking van een viertal aspecten:

?? Lotidentificatie: Wat is de kleinste herkenbare eenheid, en hoe moet deze worden

geïdentificeerd

?? CatchIndex: Hoe te bepalen?

?? Koppeling: Hoe Lotidentiteit en CatchIndex te koppelen

?? Informatietransfer Hoe kan informatie over CatchIndex in de keten beschikbaar worden

gemaakt.

3.6.1 Lot identificatie

In de huidige situatie is de kleinste identificeerbare eenheid de aanlandingsdatum. Aan boord worden kisten niet apart getagt per trek of vangstdatum. Bovendien worden na aanlanding kisten omgepakt om sortering op maat te verkrijgen. Daarmee is in de huidige situatie de lotsize vastgelegd. Voor het gebruik van de CatchIndex hebben de lotsize en lotidentificatie duidelijke gevolgen. Immers, indien vangstweek de traceringeenheid is, kunnen gegevens per trek niet in de CatchIndex worden verwerkt. Daarmee hebben beïnvloedbare gegevens (b.v. trekduur, stripkwaliteit, e.d.) grote invloed op de CatchIndex, terwijl niet-beïnvloedbare gegevens als windkracht, zeegang etc. een

verminderde invloed hebben. De lotsize heeft dus directe gevolgen voor het oplossend vermogen (en daarmee voor de informatiewaarde later in de keten). Bij een traceringeenheid per trek zijn de gegevens per trek in de CatchIndex terug te vinden, en hebben niet-beïnvloedbare variabelen een grotere invloed. Vangst • datum • trekduur • vangst, bijvangst • vistuig • vangstgebied • totale hoeveelheid • <aanvullende gegevens> Aanlanding • bootnummer • aanlandingsdatum • aanlandingsplaats • aangelandehoeveelheid • totaal • per soort • ...

Logboek Afslag Kist

Aanlanding • bootnummer • aanlandingsdatum • aangelandehoeveelheid • totaal • per soort • Q-klasse • prijs • ... • ... Aanlanding • bootnummer • afslag • ...

(14)

De volgende vier mogelijkheden voor het kiezen van een traceringeenheid zijn geïdentificeerd: ?? Per vangstweek: dit is de huidige situatie, en dus het eenvoudigst te realiseren. Naar de veiling

worden al gegevens verstrekt per vangstweek.

?? Per dag: kisten moeten per dag apart worden gehouden. Dit zou kunnen met briefjes of stickers per kist.

?? Per opslagbak-batch in het ruim: hiervoor moet een wat uitgebreider systeem worden gemaakt. Het aantal mogelijkheden neemt immers toe. Dit zou bijvoorbeeld via stickers op de kisten kunnen. Wat erop de stickers komt te staan zou misschien automatisch gebeuren, omdat de informatie gedetailleerd is. Probleem is de natte omstandigheden en het daardoor voortijdig loslaten van de stickers.

?? Per trek: hiervoor zou een zelfde soort systeem nodig kunnen zijn als bij “per opslagbak in het ruim”. De vis moet dan wel per trek in de kisten worden gedeponeerd. De gebruikelijke werkwijze moet dus worden aangepast.

Onder de huidige omstandigheden betekent verandering van lotidentificatie ook verandering van het vangstproces. Mogelijke nieuwe ontwikkelingen op het gebied van taggingtechnologie (b.v. RFID tagging, of barcodering van de kisten) en mogelijke veranderingen in de logistieke organisatie van visserijkisten maken fijnmaziger lotidentificatie wellicht mogelijk.

3.6.2 Bepaling CatchIndex

Om de CatchIndex per lot te bepalen is het nodig diverse variabelen te registreren. Daarvoor is het belangrijk om na te gaan of deze variabelen kunnen worden geregistreerd en hoe dit kan gebeuren. In onderstaande tabel 2 is voor elke variabele van het conceptuele CatchIndex model weergegeven op wat voor manier dit kan gebeuren. Dit is gedaan aan de hand van de gemaakte zeereizen voor de experimenten ten behoeve van de ontwikkeling van de CatchIndex.

(15)

Tabel 2: Mogelijkheden voor registratie van variabelen van het conceptuele CatchIndex model.

Variabelen Mogelijkheid tot registratie

Beïnvloedbare variabelen

Zetten Ja, zou elektronisch kunnen, bijvoorbeeld door het drukken op een knop door de schipper. Misschien ook automatisch, wanneer er een koppeling wordt gemaakt met de bediening van de boomkor

Halen Ja, zie zetten

Trekduur Ja, automatisch aan de hand van zetten en halen. Haalbaarheid is afhankelijk van deze variabelen.

Begin strippen Ja, bijvoorbeeld door op een knop te drukken door schipper of bemanningslid. Eind strippen Ja, bijvoorbeeld door op een knop te drukken door schipper of bemanningslid

Tijd tot strippen (min) Ja, automatisch berekenen met halen en begin strippen. Haalbaarheid is afhankelijk van deze variabelen.

Stripduur Ja, automatisch berekenen begin strippen en eindstrippen. Haalbaarheid is afhankelijk van deze variabelen.

Strip kwaliteit Ja, steekproefsgewijs achteraf.

Begin spoelen Ja, zou automatisch kunnen met bediening spoelmachine. Er dient dan wel een verband te zijn met de vis die er ingaat. Haalbaarheid is afhankelijk van de gekozen

traceringseenheid. Eind spoelen Ja, zie begin spoelen.

Spoeltijd Ja, automatisch met begin spoelen en eind spoelen. Haalbaarheid is afhankelijk van deze variabelen.

Inhoud spoelmachine Alleen een globale indicatie door de bemanning. Brengt extra werk voor de bemanning met zich mee.

Tijd vis in kist Ja, als er gebruikt zou worden gemaakt van het printen van stickers die automatisch worden geprint, anders is registratie veel extra werk voor de bemanning.

Tijd strippen tot kist Ja, automatisch aan de hand van eind strippen en tijd vis in kist. Haalbaarheid is afhankelijk van deze variabelen.

Gewicht vis in kist (kg)

Alleen met gebruik van een weegschaal kan een nauwkeurige meting worden verkregen. Anders globale beoordeling bemanning of steekproefsgewijs achteraf.

IJs in kist (scheppen) Alleen met gebruik van een weegschaal kan een nauwkeurige meting worden verkregen. Anders globale beoordeling bemanning of steekproefsgewijs achteraf.

Vaarsnelheid (mile/hr) Ja, automatisch. Wordt al real-time weergegeven, maar nog niet geregistreerd. Variabelen Mogelijkheid tot registratie

Niet beïnvloedbare variabelen

Zeewater temp. Ja, automatisch met behulp van thermometer of via een weerstation.

Vangst Misschien. Bemanning maakt altijd een schatting van de vangst. Zou ook via een weegschaal bij het beijzen kunnen.

Bijvangst Misschien. Bijvangst per soort kan per trek te weinig zijn om dit goed te beoordelen. Zou ook via een weegschaal bij het beijzen kunnen.

Gewicht vis in kuil Niet waarschijnlijk. Alleen door een grove schatting van de bemanning. Opmerking over kuil Niet waarschijnlijk, bemanning zou dit globaal kunnen beoordelen. Windkracht Ja, automatisch via windmeter of via een weerstation.

Zeegang Ja, via een weerstation.

Diepte zee Ja, wordt al real-time weergeven, maar nog niet geregistreerd. Positie Ja, wordt al real-time weergeven, maar nog niet geregistreerd. Vangstgebied Ja, aan de hand van de positie kan dit worden berekend.

Visgrond Ja, zou kunnen worden afgeleid van de positie of anders door beoordeling bemanning (opmerkingen over kuil)

(16)

3.6.3 Koppeling CatchIndex aan lot

Hier is een aantal opties voor. Het eenvoudigst is de fysieke koppeling, door lotidentificatie en CatchIndex direct aan de viskist te koppelen. Dit is echter ook het meest fraudegevoelig. Een alternatief is het op kistniveau identificeren (b.v. barcode of RFID tag in de kist en CatchIndex op de kist en in een centrale database).

3.6.4 Informatie transfer in de keten

Ook hier is een aantal opties. Fysieke transfer, door de CatchIndex op de kist te plaatsen is eenvoudig te realiseren. Elektronische transfer, via een centrale database en Internet, is een ander optie. Deze mogelijkheden worden verder uitgewerkt op Europees niveau binnen de Concerted Action Tracefish. (up to date info op de website: www.tracefish.org).

4. Resultaten

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk komen de resultaten van de gehouden interviews aan de orde. De bevindingen van alle onderdelen van de vragenlijst worden in de navolgende paragrafen omschreven. In de

bijgevoegde tabellen is op overzichtelijke wijze het resultaat per geïnterviewde weergegeven. Hierbij zijn de vaartuignummers in code aangegeven, teneinde de anonimiteit van de vissers te garanderen.

4.2 Algemene bedrijfsgegevens

In deze paragraaf zijn de algemene bedrijfsgegevens van de geïnterviewde vissers weergegeven (tabel 3). De haven van aanlanding van de vissersvaartuigen is verschillend. De meeste vissers zijn weekvissers (maandag tot en met vrijdag). Het soort schip dat gebruikt is boomkorkotter (7 keer), Eurokotter (2 keer) en rondviskotter (1 keer). De meeste vissers gebruiken als vistuig de boomkor, daarnaast worden boomkorborden en twinrig gebruikt. De voornaamste visvangst is schol en tong. Voor de rondviskotter is dit echter kabeljauw en wijting. Daarnaast worden nog tarbot, griet, schar en kreeft genoemd. Eén visser is HACCP gecertificeerd.

Tabel 3:. Algemene bedrijfsgegevens

Vaartuig Haven van

aanlanding Type visserij Soort vaartuig Soort vistuig Voornaamste visvangst

B1 B2 B3 B4 B5 B6a B6b B7 B8 B9 B10 Breskens Breskens Stellendam Stellendam IJmuiden Scheveningen Scheveningen IJmuiden Den Helder IJmuiden IJmuiden Week Week Week Week Week Week (mrt / aug) Dag (sep /feb) Week Dag en week Dag en week Week Boomkorkotter Boomkorkotter Boomkorkotter Boomkorkotter Boomkorkotter Eurokotter Eurokotter Boomkorkotter Eurokotter Rondviskotter Boomkorkotter Boomkor Boomkor Boomkor Boomkor Boomkor Boomkor, borden (trawls), twinrig Boomkor Boomkor, borden Bordentrawl Boomkorkotter

schol, tong, kabeljauw schol (60%), tong (40%) schol (20%), tong (80%) schol, tong

schol, tong schol, tong, schar kabeljauw, wijting schol, tong, tarbot, griet schol, tong, rondvis kabeljauw, wijting schol, tong

(17)

4.3 Algemene gegevens en Kwaliteitsgegevens

De algemene gegevens (deel 1) en de kwaliteitsgegevens (deel 2) zijn in tabel 4 weergegeven. De volgende gegevens worden door alle tien de vissers geregistreerd: vaartuignummer, plaats van aanlanding, datum aanlanding, vistuig, vissoorten, vangstgebied totale hoeveelheid vis in kisten, eigen logboek, vangstdatum en trekduur. Productvorm en bijvangst wordt door negen van de tien vissers geregistreerd. Hoeveelheid vis in de kisten wordt door vier vissers geregistreerd.

Temperatuur zeewater en visgrond worden ieder door vier vissers geregistreerd. Temperatuur zee, en visgrond worden ieder door twee vissers geregistreerd. Lengte klasse, methode temperatuur beheersing, temperatuur meting en hoeveelheid vis in het net worden ieder door één visser geregistreerd.

Indien er gegevens worden geregistreerd, worden deze meestal in het logboek geregistreerd. Daarnaast worden sommige gegevens in een eigen logboek voor de visser zelf, een schrift of voor HACCP-handboek geregistreerd. Elektronisch wordt er niet geregistreerd. Gegevens die niet in het logboek, maar in een eigen logboek/schrift geregistreerd worden zijn: temperatuur zeewater, lengte klasse, methode temperatuurbeheersing en hoeveelheid vis in het net. Deze gegevens hoeven niet in het logboek te worden geregistreerd en de registratie ervan gebeurt maar door één of enkele vissers.

Gegevens die in het logboek worden geregistreerd worden overwegend door negen van de tien vissers niet als vertrouwelijk aangemerkt. Dit geldt tevens voor het gehele logboek. Van de overige gegevens is het moeilijk te zeggen of deze vertrouwelijk zijn of niet, aangezien het gegeven maar door enkele vissers wordt geregistreerd of doordat niet van alle vissers op deze vraag een antwoord is verkregen. Wel is door zeven vissers aangegeven dat het vangstgebied als kwadrant vertrouwelijk is.

Tabel 4. Algemene gegevens en kwaliteitsgegevens.

Gegevens Registratie (ja) Plaats van registratie Vertrouwelijk (ja)

Aantal % Logboek

AID logboek Eigen (papier) Eigen logboek (elektron.) Aantal % Algemeen: Vaartuignummer Plaats van aanlanding Datum van aanlanding Vistuig

Vissoorten Vangstgebied Totale hoeveelheid vis Eigen logboek 10 10 10 10 10 10 10 10 100 100 100 100 100 100 100 100 10 10 10 10 10 10 10 10 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1 7* 1 1 10 10 10 10 10 70 10 10 Kwaliteit: Vangstdatum Temperatuur zeewater Productvorm Lengte klasse Trekduur Temperatuurbeheersing Temperatuurmeting Hoeveelheid vis in net Tijd vangst–verwerking Hvh vis in kisten Hvh ijs in kisten Bijvangst Visgrond Paaistadium 10 2 9 1 10 1 1 1 0 4 0 9 2 0 100 20 90 10 100 10 10 10 0 40 0 90 20 0 9 0 9 0 8 0 0 0 - 2 - 7 - - 2 2 1 1 3 1 1 1 - 2 - 2 1 - 0 0 0 0 0 0 0 0 - 0 - 0 - - 2** -** 1** 1 2** -** 0 1 - -** - 1** 2 - 20 - 10 10 20 - 0 10 - - - 10 20 - Verklaring van de tekens:

- = niet van toepassing

* = 7 keer is aangegeven dat het vangstgebied als kwadrant aangegeven vertrouwelijk is ** = niet alle geïnterviewden hebben deze vraag beantwoord.

(18)

4.4 Variabelen CatchIndex

In tabel 5 worden de minimale en maximale waarden van een aantal variabelen van het conceptuele CatchIndex model weergegeven. Deze waarden zijn gebruikt als basis voor de proefopzet voor fase 3, ontwikkeling van CatchIndex concept. De meningen van de vissers over CatchIndex komen in de discussie aan de orde.

Tabel 5: Minimale en maximale waarden van een aantal variabelen voor de te ontwikkelen CatchIndex.

Parameter Trekduur Hoeveelheid vis in kist Hoeveelheid ijs in kist Hoeveelheid vis in net vaartuig min (min) max (min) min (kg) max (kg) min max min (kg) max (kg)

B1 75 105 35 40 4 schep. 5 schep. -

-B2 75 105 30 40 4 schep. 5 schep. - 1500

B3 60 120 35 40 2 schep. 2 schep. 4-5 kisten 15 kisten

B4 60 120 30 35 3 schep. 5 schep. 100 800

B5 60 105 38 38 4 schep. 4 schep. 200 600

B6a (boomkor) 10 120 35 42 3,5 emmer 3,5 emmer 10 750

B6b (twinrig) 90 180 35 42 3,5 emmer 3,5 emmer 50 4500

B7 60 120 30 40 3 schep. 4 schep. 100 2000

B8 60 150 25 30 2 schep. 3 schep. -

-B9a (demersaal) 150 240 35 38 2 schep. 4,5 schep. - 2000

B9b (semi pelagisch) 180 360 35 38 2 schep. 4,5 schep. - 2000

B10 90 120 35 37 4 schep. 5 schep. - 500

Parameter Tijd tot strippen Tijd strippen t/m kist Tijd spoelm. schol Tijd spoelm. bijvangst vaartuig min (min) max (min) min (min) max (min) min (min) max (min) min (min) max (min)

B1 10 60 10 60 0.5 1 1 2 B2 10 60 10 60 0.5 1 1 1.5 B3 3 30 15 45 1 4 1 4 B4 10 15 15 60 1 1 2 2 B5 15 30 60 120 1 1 1 1 B6a (boomkor) 1 90 1 35 1 4 1 4 B6b (twinrig) 5 360 1 35 1 4 1 10 B7 10 60 30 240 - - - -B8 2 10 5 10 1 3 1 3 B9a (demersaal) 10 60 5 360 1 4 2 4 B9b (semi pelagisch) 10 60 5 360 1 4 2 4 B10 2 15 5 30 0.25 0.5 0.3 0.5

5. Discussie

De geïnterviewde groep vissers bestond uit vooruitstrevende vakmensen, die al veel doen voor een goede kwaliteit. Dat vooral deze mensen zijn geïnterviewd, had te maken met het feit dat deze vissers bij de visafslagen en het RIVO bekend zijn en graag bereid zijn iets over hun vak te vertellen. Vissers die minder bekend stonden als kwaliteitsvissers waren moeilijk te benaderen. Het beeld dat in de interviews naar voren komt, is dus wellicht positiever dan van de gehele visserij.

De meeste interviews vonden plaats op vrijdagochtend, omdat de vissers door de week op zee zijn. Vrijdag is een drukke dag voor de vissers, omdat de vis moet worden gelost en op het schip allerlei reparaties en onderhoud, zoals aan de netten, moeten worden uitgevoerd. Interviews konden dus maximaal een uur duren. De geïnterviewde vissers waren desondanks bereid ons te woord te staan en bij sommige konden we zelfs een kijkje in de stuurhut of het koelruim nemen.

(19)

Aan de vissers is gevraagd of zij de noodzaak van het ontwikkelen van een CatchIndex ondersteunen. Een selectie van hun mening is hieronder weergegeven:

??

Sorteren of wegen aan boord is niet mogelijk. De bewegingen van het schip maakt dit

onwerkbaar of te duur, indien speciale apparatuur zou worden ontwikkeld om deze bewegingen tegen te gaan.

??

De noodzaak voor het ontwikkelen van een CatchIndex wordt ondersteund. Vooral de kwaliteit voor de visdetailhandel zou beter moeten worden beloond met de invoering van een dergelijk CatchIndex. De motivatie van de visser en zijn bemanning om kwaliteit te leveren is erg belangrijk.

?? Er is geen noodzaak in het samenstellen van een CatchIndex. De viskwaliteit kan niet beter dan die momenteel al is. De handel wil de super verse vis van het einde van de week (als die apart wordt gehouden) niet geldelijk belonen. De realiteit is nu dat verse vis een product is van één dag en vier dagen door elkaar. Indien de handel hier profijt van wil hebben zal inzichtelijkheid van gegevens nodig zijn en een gesloten koelketen. In de toekomst zal er aan boord meer

verwerking plaatsvinden tot panklare vis, mits dit prijstechnisch haalbaar is. De verpakkingsstap zal aan de wal dienen te gebeuren.

?? Aan de noodzaak van de CatchIndex zitten twee kanten. Aan de ene kant is het noodzakelijk om kwaliteit te leveren en aan de (mogelijke) eisen van de consument te voldoen. Vooral in geval van klachten en vragen is het zinvol de beschikking te hebben over deze informatie. Aan de andere kant is het gevaar van tweedeling onder de vissers van hen die wel en niet aan deze eis kunnen of willen voldoen.

?? Consumenten weten niet wanneer de kwaliteit van de vis goed of slecht is. De consument wil weten waar het product afkomstig van is en hier zal dus ook aan voldaan moeten worden.

??

De noodzaak van de CatchIndex is afhankelijk van het spel dat er met de consument wordt gespeeld. De CatchIndex is noodzakelijk indien de consument op een eerlijke manier wordt benaderd. Daarnaast zal elke schakel in het traject van vangst tot supermarkt moeten

meewerken. Het is mogelijk om op de viskisten een barcode te doen. De viskisten moeten dan in die staat door de handel worden gesorteerd en pas voor verwerking moet de vis uit de kisten worden gehaald. Zo blijft de vis traceerbaar omdat vis van verschillende afkomst niet wordt gemengd. Daarnaast komt dit de kwaliteit ten goede, omdat de vis minder wordt aangeraakt. Op het moment is er sprake van een bulkmarkt. Wanneer aan betere kwaliteit wordt gewerkt, dient dit ook betaald te worden. Er zou ook door de week moeten worden aangeland, wat vroeger de situatie was, zodat er een kwaliteitsmarkt in plaats van een bulkmarkt komt.

??

De CatchIndex wordt als noodzakelijk gezien voor kwaliteitsgerichte tracking en tracing, omdat het belangrijk is om de kwaliteit van de vis door de hele keten heen te weten

?? Het ontwikkelen van een CatchIndex wordt gezien als een meerwaarde voor het bereiken van kwaliteitsvisserij. Eenmaal door de vissers geïmplementeerd zal het nadrukkelijk door de handel ook geaccepteerd en opgepakt moeten worden. Het zal een ketengedachte moeten worden met een uitwerking tot en met de retail toe. In de toekomst wordt een eventuele certificering en keurmerk voor deze vis niet uitgesloten geacht.

??

Het ontwikkelen van een CatchIndex wordt gezien als een meerwaarde voor het bereiken van kwaliteit van de vis aan boord. Belangrijk zijn parameters als trekduur, nauwkeurigheid strippen en duur spoelen. Er dient wel vervolg bij de handel te zijn en de vis moet door de handel apart worden gehouden, zodat de meerwaarde ook in de prijs voor de visser tot uiting komt. Deze constatering is vooral van belang voor de vershandel. Voor de diepvriesmarkt is het onderscheid in dergelijke kwaliteit van minder belang.

(20)

6. Conclusies en aanbevelingen

6.1 Conclusies

De volgende conclusies kunnen worden getrokken aan de hand van de resultaten van de inventarisatie en de discussie:

1. Registratie van gegevens in het logboek is wettelijk verplicht en gebeurt dus ook. Deze gegevens worden over het algemeen niet als vertrouwelijk gezien.

2. In het eigen logboek worden veel extra gegevens ingevoerd, door de geïnterviewde vissers. Dit logboek wordt gebruikt als ondersteuning van de eigen bedrijfsvoering en om de bemanning te motiveren. Deze gegevens zijn meestal vertrouwelijk.

3. Wegen en sorteren aan boord kan de kwaliteit ten goede komen. Tot op heden is invoering echter te duur en daarnaast bovendien technisch moeilijk realiseerbaar vanwege de schommelingen van het schip.

4. Technisch gezien zou een groot deel van de variabelen kunnen worden geregistreerd. Welke variabelen zullen moeten worden geregistreerd hangt af van het niveau waarop tracking en tracing moet worden gerealiseerd.

5. Het inschatten van de totale vangst in de kuil is moeilijk, omdat er veel niet marktwaardige vis bijzit en veel overig materiaal, zoals stenen, hout, etc.

6. Er wordt in veel gevallen al bewust aan kwaliteit gewerkt door korte trekduur, korte spoeltijd en regelmatig schoonmaken. De meerwaarde van de CatchIndex moet hier worden nagegaan. 7. De vissers staan positief tegenover het uitvoeren van extra inspanningen voor een betere

kwaliteit, mits deze inspanningen financieel extra worden beloond. De handel zou een hogere prijs moeten geven voor vis van een hogere kwaliteit.

8. De vissers staan positief tegenover het invoeren van een tracking en tracing systeem als de traceerbaarheid van vis gedurende de gehele keten blijft behouden. Ook een goede

kwaliteitsbehandeling moet een vervolg hebben verderop in de keten.

9. De invoering van de CatchIndex kan een tweedeling van de markt tot gevolg hebben. Degene die wel aan de kwaliteitseisen kunnen voldoen en degene die daaraan niet kunnen voldoen, oftewel een kwaliteitsmarkt en een bulkmarkt.

6.2 Aanbevelingen

In fase 2 zal worden gekeken in hoeverre de mogelijkheden van de vangst in overeenstemming zijn met de wensen van de afslag, verwerking, groothandel en retail. De volgende aanbevelingen worden gedaan:

1. De invoering van een tracking en tracing systeem en een kwaliteitssysteem voor vangst en verwerking aan boord moet aansluiten bij de systemen verderop in de keten. Extra inspanningen moeten verderop in de keten wel worden benut

2. De extra inspanningen voor een betere kwaliteit moeten financieel wel worden beloond. 3. Er moet rekening worden gehouden met een tweedeling in de markt: degenen die wel aan de

kwaliteitseisen kunnen voldoen en degenen die daar niet aan kunnen voldoen. Voor beide groepen moet een afzetmarkt zijn.

(21)

7. Referenties

Beers, G., Beulens, A.J.M., Trienekens, J.H., 1994. Global reference information models for

production chains in agriculture: A case of apples and pears: In: HagelaarG. (Ed.), Management studies and the agri-business: Management of agri-chains. Proceedings of the First International congress on agri-chain management, Wageningen, Nederland, 24-25 Maart, 1994. Vakgroep Bedrijfskunde, Landbouw Universiteit Wageningen, Wageningen, pp. 205-217.

Jansen, M.H., 1998. The environment as a Resource – Developing environmental information systems based on Enterprise Resource Planning Software, PhD Thesis, Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven, Nederland, 239 pp.

Moe, T., 1998. Perspectives on traceability in food manufacture, Trends in Food Science and Technology, Vol. 9, p. 211-214, 1998

Palsson, P.G., Storoy, J. Fredrikson, M. en Olsen, P., 2000. Traceability and electronic transmission of qualitative data for fish product, Report.

Tracefish, 2002. www.tracefish.org, Traceability of Fish Products EU concerted action project,

co-ordinated by the Norwegian Institute of Fisheries and Aquaculture (Fiskeriforskning) and running from 2000-2002.

Twillert J. van, 1999. Tracking & Tracing in Semi-Process Industries, Msc-Thesis. Wageningen University, Wageningen, Nederland, 80 pp.

Veenstra, F.A., Stoop, J.A., Kotter 2000, Veiligheid geïntegreerd (her)ontwerpen: methode Kindunos, RIVO-DLO, 1992

Van der Werff, N., 2001. Traceability mogelijk, maar niet makkelijk, Vismagazine, nr. 10, november 2001.

Wolfert, J., 2002. Sustainable Agriculture: How to make it work? A modelling approach to support management of a mixed ecological farm, PhD thesis Wageningen University, Wageningen, Nederland, 278 pp.

(22)

Fase 2 - Behoefte aan informatie over vangst en verwerking

aan boord in de keten

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De behoefte aan informatie over de vangst- en verwerkingsgegevens aan boord is verschillend voor de diverse schakels van de verse vis keten. Met name het type informatie en de gedetailleerdheid over aspecten zoals kwaliteit, (voedsel)veiligheid en traceerbaarheid varieert al naar gelang de positie van het visproduct in keten. De inventarisatie van beschikbare informatie over vangst en verwerking aan boord, samengebracht in de CatchIndex (zie fase 1), vormt in feite het uitgangspunt voor de verdere overdracht van product- en procesgegevens naar de volgende schakels. Een aantal schakels in het traject van visser tot en met consument heeft reeds ingespeeld op de mogelijkheid om deze informatie op te nemen in hun informatiesysteem. De visafslagen, die via internet veilen, bieden de gelegenheid om voor aanlanding van de vis bepaalde informatie aan hen kenbaar te maken via satellieten. Het aantal afslagen dat aangesloten is bij een dergelijk internet

afslagsysteem, zoals www.pefa.com neemt steeds toe.

Op Europees niveau heeft het Concerted Action – Fish Quality Labelling and Monitoring (CA-FQLM) een enquête gehouden onder de vissers, afslagen, groothandel en verwerkers over de behoefte en wensen omtrent traceerbare kwaliteitsindices. De bevindingen van deze enquête zijn dat men beschikbare informatie belangrijk vindt, mits de informatie geen nadelige uitwerking, in welke vorm dan ook op de informatieverschaffer (visser) heeft.

Andere inventarisaties en informatiebronnen laten zien dat ook visverwerkers en detaillisten (supermarkten) baat kunnen hebben bij gerichte informatie over vangst- en verwerking aan boord. Voor beide schakels is ook de traceerbaarheid van de informatie van belang voor gebruik in hun kwaliteitsmanagement systemen. Daarnaast kan de wens van de consument van belang zijn, indien er vragen zijn omtrent de vangstlocatie. In de perceptie van de consument kan de vis uit een deel van de zee afkomstig zijn als vervuild of overbevist bekend staat.

Zo blijkt dat er in de diverse schakels verschillende behoeften zijn voor de gegevens omtrent de vangst en verwerking aan boord, mogelijk verwerkt in de CatchIndex. Voor het op een

gestructureerde wijze van verzamelen en doorgeven van de informatie uit de CatchIndex is het van belang dat er een goede infrastructuur beschikbaar komt. In de praktijk worden tussen onderlinge schakels al diverse communicatie- en informatiesystemen toegepast. Voorbeelden hiervan zijn: de communicatie tussen vissersschip en afslag via het internet afslagsysteem en informatie uitwisseling van product en proces via labelling. De koppeling enerzijds en de afstemming anderzijds tussen de diverse in gebruik zijnde en te ontwikkelen systemen is echter verre van optimaal.

In deze fase is nagegaan welke informatie in het algemeen en van de CatchIndex in het bijzonder, het meest van belang is voor welke schakel in de visketen. Hierbij is tevens aandacht geschonken aan het inventariseren waar in de keten mogelijke extra gedetailleerde informatie nodig mocht zijn. Daarnaast is het van belang een ketenbreed inzicht over de informatie uitwisseling te hebben met enig inzicht in de bijbehorende infrastructuur.

(23)

1.2 Doel

Het doel van de inventarisatie naar de behoefte aan informatie over vangst en verwerking aan boord in de keten is:

?? Verschaffen van inzicht in de essentiële informatiebehoefte in de schakels visafslag, verwerking, groothandel en retail met betrekking tot positieve kwaliteit en veiligheid van verse vis.

?? Ontwikkelen van een kwaliteitsindexsysteem voor verse vis bestemd voor de totale keten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de beschikbare informatie tijdens de vangst en verwerking aan boord, ondergebracht in de te ontwikkelen CatchIndex.

?? In kaart brengen van de bestaande tracking en tracingstructuur voor de schakels in de visketen vanaf visafslag tot en met retail.

?? Inzicht verkrijgen over de (mis)match tussen gewenste en reeds aanwezige tracking en tracing structuur.

Binnen deze inventarisatie ligt het accent op de vissoorten schol (Pleuronectes platessa) en tong

(Solea solea), twee belangrijke platvissoorten voor de Nederlandse verse vissector.

1.3 Methode

Voor het uitvoeren van deze inventarisatie bij de schakels visafslag, verwerking, groothandel en retail zijn enkele onderzoeksvragen als uitgangspunt genomen:

?? Welke informatie aan boord van de visschepen is bruikbaar voor de navolgende schakels in de visketen?

?? Welke informatie van de bedrijfsvoering is beschikbaar binnen de individuele schakels? ?? Welke eisen worden per schakel aan grondstoffen en eindproducten gesteld?

?? Welke informatie over product- en proceskwaliteit en traceerbaarheid wordt uitgewisseld tussen opeenvolgende schakels?

?? Welke mogelijkheden zijn er voor technische registratie van gegevens (ICT structuur)? De benodigde informatie is verkregen door het houden van interviews bij 3-4 bedrijven van de vier schakels, te weten visafslag, verwerker, groothandel en retail. Ter ondersteuning van de gehouden interviews is een uitgebreide vragenlijst opgesteld. Verder is gebruik gemaakt van relevante literatuurgegevens met betrekking tot traceerbaarheid, waarbij specifieke aandacht is geschonken aan de resultaten van het in Europees verband uitgevoerde onderzoek Concerted Action Tracefish (meer informatie beschikbaar op www.tracefish.org). De aldus verkregen informatie en gegevens zijn in dit rapport beschreven en toegelicht. De bevindingen en de discussie hebben geleid tot het formuleren van conclusies en aanbevelingen. De resultaten van zowel fase 1 als fase 2 zijn met elkaar vergeleken om eventuele (mis)matchen inzichtelijk te maken.

2. Inventarisatie

2.1 Inleiding

Voor het verkrijgen van informatie met betrekking tot de kwaliteitsaspecten van product en proces alsmede traceerbaarheid van verse vis in de visketen, hebben interviews plaatsgevonden bij bedrijven in de vier eerder genoemde schakels. In dit hoofdstuk worden de vier schakels kort beschreven. Verder wordt de indeling en inhoud van de ontwikkelde vragenlijst nader toegelicht.

(24)

2.2 Schakels in de verse visketen

De inventarisatie heeft betrekking op de schakels: visafslag, verwerking, groothandel en retail (supermarkt). De informatie omtrent de vangst en verwerking aan boord is reeds behandeld in fase 1 van dit project. Een schematisch overzicht van de processen in de visketen is in figuur 1

weergegeven.

Figuur 1: Algemeen schema van processen in de visketen (Bron: Barendsz, 1999; CBL, 1996; Vis et al., 1994).

Trek lezen strippen sorteren spoelen

opslag in kee beijzen in kisten opslag op dek opslag in kee lossen vervoer naar hal afslag sorteren op

maat vis in kisten

vis uit kisten vis per ksit

wegen opslag viskisten per boot kwaliteits-beoordeling veilen opslag viskisten per koper

opslag in tubs fileren opslag filets

(tijdelijk) onthuiden

afwegen op

tempex beijzen filets

etiquetteren omfolien palettiseren opslag in koelcel ingangs-controle opslag in koelvitrine verwerking: fileren Groothandel/verwerking: verpakken retail vangst afslag

(25)

De visafslag heeft de functie van intermediair tussen de schakels vangst en verwerking / groothandel. De aangelande vis wordt ontvangen door de visafslag en ondergaat enkele

bewerkingen. Vanaf de aanlanding tot het veilen is de vis per kist aangeduid per herkomst (nummer vaartuig). Allereerst wordt de vis op lengte gesorteerd, hetgeen soms met moderne

sorteerapparatuur geschiedt. Vervolgens gaat de vis weer in kisten en wordt gewogen en opgeslagen (met name in weekend). Alvorens de partijen worden geveild vindt een

kwaliteitsbeoordeling plaats. Bij enkele visafslagen hanteert men de Kwaliteit Index Methode (KIM). De ingekochte vis wordt bij de verwerkingsbedrijven opgeslagen in tubs. Daarna wordt de vis in ieder geval gefileerd en afhankelijk van het verdere verwerkingsproces onthuid, gepaneerd, diepgevroren of panklaar gemaakt. Het verwerkte visproduct wordt vervolgens afgewogen en verpakt in een veelheid van eenheden.

Bij de groothandel / exporteur wordt de gefileerde vis verpakt en diepgevroren. De producten worden vervolgens opgeslagen en gedistribueerd. Afhankelijk van de afnemer wordt de vis aangeboden in consumenten- of groothandelverpakking. Men hanteert een breed producten assortiment.

De retail controleert de visproducten bij ontvangst met de aangeleverde bestelbonnen. Vervolgens wordt het product in de koel / vriesvitrines uitgestald voor de consument.

Tussen de visafslag en verwerking neemt een commissionair veelal de inkoop en soms distributie van de vis voor zijn rekening. Tussen de verschillende schakels vindt transport plaats. Dit transport kan of door de bedrijven zelf worden uitgevoerd of kan worden uitbesteed aan een extern

transportbedrijf.

2.3 Vragenlijst interviews

Voor de uitvoering van het interview is een vragenlijst opgesteld, die vooraf wordt gegaan door een korte introductie. In deze introductie wordt het doel van de inventarisatie omschreven en wordt kort de wijze van uitvoering van het interview toegelicht.

Het doel van het interview voor de vier schakels is:

?? In beeld brengen van de algemene tracking en tracing structuur. ?? Inventariseren van de informatie behoefte tussen de schakels.

?? In kaart brengen in hoeverre de gegevens van CI bruikbaar zijn voor de vier schakels. Het interview is er geheel op gericht om kwalitatieve gegevens te verzamelen, omdat deze inventarisatie de nodige diepgang behoeft.

De vragenlijst is opgesteld uit gesloten en open vragen. Voor deze combinatie is gekozen omdat de gesloten vragen een bepaald gestructureerd beeld opleveren van de resultaten, terwijl de open vragen de mogelijkheid geven om door te vragen en de vereiste diepgang te bewerkstelligen. De gehele vragenlijst is voorafgaand aan het interview aan de contactpersoon van de bedrijven toegezonden, zodat deze zich kon voorbereiden op het gesprek. Een exemplaar van dit document is toegevoegd aan dit rapport (bijlage 1).

De vragenlijst bestaat uit drie delen, te weten:

Deel 1: Algemene gegevens

In de lijst van algemene gegevens wordt gevraagd naar de het verstrekken van de algemene bedrijfsgegevens (naam en plaats bedrijf en naam en functie geïnterviewde). De verwerking van de bedrijfsgegevens in de resultaten is op anonieme wijze geschied, middels het verstrekken van een codering.

Deel 2: Bedrijfsvoering

In de vragenlijst met betrekking tot informatieverstrekking omtrent de bedrijfsvoering zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest: algemene bedrijfsvoering, registratie van gegevens,

(26)

eisen aan grondstoffen en eindproducten, informatie overdracht met de grondstoffen en eindproducten (inclusief extra gewenste informatie) en inschatting van informatie wensen van consumenten.

Teneinde een indruk te verkrijgen over de bedrijfsvoering is gevraagd de belangrijkheid van 13 bedrijfsfactoren te scoren op een schaal van 1 (niet belangrijk) tot 5 (heel belangrijk). Deze factoren zijn opgedeeld in drie groepen (Noori en Radford, 1995):

1. zes dimensies van competentie: kosten, kwaliteit, betrouwbaarheid, flexibiliteit, tijd en service

2. principes van Total Quality Management: tevredenheid klanten, accuraat meten van activiteiten, continue verbetering van producten en processen en tevredenheid werknemers 3. overige factoren (toegevoegd door onderzoekers): voedselveiligheid, milieu, tevredenheid

leveranciers en eventuele andere factoren.

Deel 3: Versheid en houdbaarheid

De lijst van vragen over versheid en houdbaarheid van visproducten heeft betrekking op de wijze waarop het bedrijf hier mee omgaat. Vervolgens worden enkele vragen over het gebruik van KIM gesteld. Daarna worden er vragen gesteld over het mogelijk gebruik van de CatchIndex en de inpasbaarheid van de variabelen.

3. ICT-structuur

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk wordt de huidige ICT-structuur binnen de visketen beschreven. Verder wordt een aanzet gegeven voor de gewenste ICT-structuur, rekening houdend met de introductie van de CatchIndex. Voorts zijn de resultaten van het Concerted Action project Tracefish aangehaald als referentie kader voor het totstandkomen van de beoogde ICT-structuur.

3.2 Huidige ICT-structuur visketen

De ICT-structuur van de visketen in de huidige vorm is schematisch weergegeven in figuur 2. Tussen de schakels zijn de goederen- en informatie stroom gegeven. Daarbij zijn huidige kwaliteitsmetingen aangegeven in het kader van EU-schema, KIM (Kwaliteits Index Methode) en THT (tenminste

houdbaar tot) bij de betreffende schakels. Vervolgens is per schakel een overzicht gegeven van de goederen- en informatiestroom in tabel 1. Opgemerkt dient te worden dat de schematische weergave van de visketen zoals hier uitgebeeld, slechts een algemene indruk geeft. In de praktijk kan het visketenschema er geheel anders uitzien, bijvoorbeeld doordat bepaalde

verwerkingsprocessen worden uitbesteed. Ook ontbreken commissionairs en transport tussen de diverse schakels.

(27)

Figuur 2: Schematische weergave van de visketen.

Tabel 1: Goederenstroom en informatie stroom in de visketen

Van Naar Goederenstroom Informatiestroom

Vangst Visafslag Vis in kisten per soort met

ijs. Vangst per vaartuig per aanlanddatum Visafslag Verwerking Vis in kisten per soort per

lengte zonder ijs

Verkochte hoeveelheid per vaartuig per aanlanddatum Verwerking Groothandel Verwerkte vis Ingekochte hoeveelheid per

soort, per verpakkingstype Groothandel Retail Vis in consumenten

verpakking

Ingekochte hoeveelheid per soort, per verpakkingstype

3.3 Gewenste ICT structuur visketen

Deze paragraaf behandelt de gewenste ICT-structuur van de visketen voor de CatchIndex. Aanname is dat de informatieopslag en -uitwisseling tussen de schakels elektronisch gebeurt. In het algemeen bestaan er twee soorten structuren voor opslag en uitwisseling van gegevens. Dit kan via een centrale database voor de gehele keten of via aparte databases voor elke schakel. Er is gekozen voor een structuur met aparte databases. Dit respecteert de grote onafhankelijkheid van de individuele schakels en sluit bovendien goed aan bij de resultaten van het EU Tracefish project (Denton, 2002), waarin voor dezelfde aanpak is gekozen bij het vaststellen van standaarden voor traceerbaarheid.

Het ligt in de verwachting dat de CatchIndex bestaat uit een kwaliteitsbeoordeling aan de hand van de vangst en verwerking aan boord. Deze beoordeling, waarschijnlijk in de vorm van een getal, is een onveranderlijk gegeven wat, indien gewenst in de gehele keten kan worden gebruikt. Daarnaast kunnen bepaalde variabelen afzonderlijk voor bepaalde schakels interessant zijn om te weten, bijvoorbeeld goed / slecht strippen aan boord, kan voor verwerking waardevol zijn voor het bepalen van het snijdpercentage bij filet.

Aan de hand van deze eisen is het conceptuele model gemaakt, zie figuur 3. In de onderste laag in de figuur is de goederenstroom weergegeven. Vervolgens is per schakel een database

weergegeven, met daarboven een interface voor communicatie, informatie uitwisseling met andere schakels in de keten. Tevens is de CatchIndex toegevoegd als kwaliteitsbeoordeling bij de schakel vangst.

Vangst Visafslag Verwerking Groothandel Retail

THT KIM

EU-schema

= goederenstroom = informatiestroom

(28)

Huidige situatie

Voor de huidige situatie wordt verwezen naar de figuur uit fase 1, hier herhaald als figuur A. Zoals daar vastgesteld is de

traceerbaarheid vanuit kist naar vangst op dit moment beperkt door afscherming van vangstgegevens in het logboek en ompakken bij de afslag. Daardoor is van een kist de herkomst te bepalen op schip en

aanlandingsdatum.

Detailinformatie per vangst is in deze structuur niet beschikbaar.

Verbetering traceerbaarheid

Teneinde de traceerbaarheid te verbeteren zal er een koppeling van informatie tot stand moeten komen tussen kisten en afslag- en vangstgegevens. De eerste te beantwoorden vraag is het niveau van identificatie. Vervolgens zullen er twee stappen gezet moeten worden:

- Het koppelen van identiteit aan vangstgegevens.

- Het beschikbaar stellen in de keten van relevante gegevens.

In de structuur hieronder wordt een mogelijk realisatie van traceerbaarheid op systeem niveau beschreven. Afhankelijk van gemaakt keuzes (m.n. lotsize) zal daar een informatiestructuur bij ontworpen moeten worden.

Figuur 3: Concept ICT structuur visketen.

Vangst • datum • trekduur • vangst, bijvangst • vistuig • vangstgebied • totale hoeveelheid • <aanvullende gegevens> Aanlanding • bootnummer • aanlandingsdatum • aanlandingsplaats • aangelandehoeveelheid • totaal • per soort • ...

Logboek Afslag Kist

Aanlanding • bootnummer • aanlandingsdatum • aangelandehoeveelheid • totaal • per soort • Q-klasse • prijs • ... • ... Aanlanding • bootnummer • afslag • ... Figuur A

Vangst Visafslag Verwerking Groothandel Retail

THT

KIM EU-schema

Database Database Database Database

Database Catch-index

Interface Interface Interface Interface Interface

= goederenstroom = informatiestroom

(29)

3.4 Project Tracefish

In het kader van het Europese project Tracefish uitgevoerd. Dit project heeft als doel

overeenstemming te verkrijgen over de informatie die voorhanden is om de traceerbaarheid in verse (gevangen) vis distributieketens te realiseren. Het betreft de specificatie van visproducten op identificatie- en informatiegegevens die vastgelegd zijn bij elke onderneming in de distributieketen. De reikwijdte is bepaald voor menselijke consumptie van gevangen vis en afgeleide visproducten van visschip tot en met retail en catering.

De vereiste informatie die van alle betrokken schakels in de distributieketen wordt verwacht, is per schakel gerubriceerd in gedetailleerde informatie tabellen. De tabellen zijn opgemaakt voor de volgende schakels (building blocks): visschepen, visafslagen en visontvangststations, verwerkers, transporteurs en opslaghuizen, exporteurs en groothandelaren, retailers en cateraars.

De tabellen zijn opgebouwd uit de onderdelen: gegevens, omschrijving en voorbeelden. Daarnaast is er een onderdeel categorie, waarin de mogelijkheden: moet, zou moeten en kan of beter in Engels:

shall, should and may, worden ingevuld. Elke ‘entry’ in de tabel is voorzien van een unieke codering.

Gegevens die in de categorie shall thuishoren, hebben betrekking op fundamentele informatie die nodig is om de producten te identificeren en fysiek te traceren. Deze gegevens moeten worden geregistreerd. Voorbeelden zijn: vaartuigregistratie nummer, naam afslag of verwerker, product en verpakkingseenheden (filet, doos, 10 kg)

Gegevens die in de categorie should thuishoren, hebben betrekking op specifieke informatie die wettelijk vereist is in relatie tot voedselveiligheid, kwaliteit en labelling in combinatie met belangrijke commerciële gewenste informatie. Het is aan te bevelen dat deze gegevens worden geregistreerd. Voorbeelden zijn: soort vistuig, opslag temperatuur, product temperatuur, species vis, vangst locatie)

Gegevens die in de categorie may thuishoren, hebben betrekking op overige specifieke informatie die wettelijk vereist en commercieel gewenst is en beschouwd wordt als voldoende relevant om te worden opgenomen in het document. Ondernemingen mogen kiezen om deze gegevens te registreren. Voorbeelden zijn: GMP certificatie, trekduur, sorteermethode, registratie van hygiëne checks.

De tabellen onderscheiden zich voorts in aparte subkoppen voor ‘eenheden’: gecreëerd, ontvangen en verkocht, alsmede aparte logistieke eenheden. Deze eenheden zijn geïdentificeerd door unieke coderingen.

De behoefte voor traceerbaarheid in de visketen en de moeilijkheid van de implementatie door de diversiteit van de sector en de complexiteit van de handel, wordt binnen het project Tracefish onderkend. Daarnaast laat een multinationale case studie (FAIR PL98-4174) gericht op de diversiteit van de distributieketen zien, dat er aanzienlijke verschillen zijn in productie en consumptie patronen tussen de Europese landen (noord / zuid verschillen).

De Captured Fish Workgroup heeft zich bezig gehouden met informatie uitwisseling en

traceerbaarheid en leden hebben eenvoudige modellen ontworpen van hun distributieketens. De belangrijkste aspecten van het onderzoek zijn hierbij geweest: batches in de keten, eigenschappen van deze batches, informatie behoefte, communicatiemethodieken voor deze informatie en transformatie problematiek van de batches in de visketen. De resultaten van de individuele

rapporten laten een behoorlijke mate van eensgezindheid zien. Het blijkt dat er heel veel informatie wordt gegenereerd en gebruikt in de distributie keten, voor wettelijke en commerciële redenen, maar dat een zeer groot deel van deze informatie daadwerkelijk verloren gaat m.b.t.

traceerbaarheid. De informatie wordt om bepaalde redenen gegenereerd, zoals visserij

management of voor boekhoudkundige doeleinden, maar omdat de informatie specifiek ontworpen is voor deze doeleinden is deze niet in de juiste vorm beschikbaar voor andere doelen. Bovendien is de informatie niet gelieerd aan de fysieke units van de vis en daarmee nutteloos voor

traceerbaarheid. Als de informatie in eerste instantie wel is toegekend aan fysieke units dan kan transformatie later in de keten (visafslag) er voor zorgen dat de informatie alsnog verloren gaat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voorafgaand aan de openbaarmaking stel ik u in de gelegenheid om mij vóór dinsdag 31 maart 2009 mee te delen welke gegevens in dit sanctiebesluit naar uw mening als

Wanneer de vloeibare grondstoffen niet direct toegevoegd moeten worden, dan worden deze vloeibare grondstoffen in aparte bussen getapt en in de tussenvoorraad geplaatst.. De in

• Van teler 1 waren de champignons van plukdag 4 van vlucht 1 bij het plukken minder wit dan die van de andere plukdagen, na 9 dagen afzetsimulatie waren de champignons van

In the case of cattle, pigs, sheep and goats, the total water footprints per ton of product are larger for grazing systems because of the worse feed conversion efficiencies, but

„Ze hadden al de hele namiddag naar een ernstige lezing geluisterd en hadden het moeilijk aandach- tig te blijven, maar zodra wij aan het woord waren, zag ik ze

Haast altijd wordt gekozen voor constructies met ‘reeks’ waar- in dat woord niet te vervangen is door ‘on- eindige rij’; formuleringen die als geheel een welbepaalde betekenis

om een dak boven uw hoofd te hebben, u heeft het recht om vrij te zijn (openbaar vervoer, telefoon en Internet) en u heeft recht op goede nuts voorziening (water, stroom etc. )