• No results found

DS' 70 : nevenstroom in de sociaal-democratie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DS' 70 : nevenstroom in de sociaal-democratie"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tien jaar geleden werd in de Partij van de Arbeid nog gesproken over de ‘muffe hoek van ds’70-achtige kramp en krimp’, en wel in het Verkie-zingsprogramma 1994-1998 Wat mensen bindt.2 Een dergelijke karakterisering roept een beeld op van een onverwerkt verleden en maakt nieuws-gierig. Bij de jonge kiezer zal deze zinsnede ove-rigens weinig beelden hebben opgeroepen. De oudere kiezer daarentegen zal herinnerd zijn aan een hectische periode in de geschiedenis van de PvdA, die begin jaren zeventig van de vorige eeuw leidde tot een afsplitsing: Democratisch Socialisten ’70, afgekort ds’70.

In dit artikel zal ik laten zien dat de continuï-teit van de sociaal-democratie eerder via ds’70 dan via Nieuw Links is verlopen. ds’70 kan wor-den aangemerkt als de eigenlijke voorloper van de PvdA van Kok. Na een korte schets van het ontstaan van ds’70 en haar gedachtegoed eindig ik met enkele suggesties voor de PvdA van Wou-ter Bos.

Bij het aantreden van Wim Kok als partijleider ging de PvdA op zoek naar een nieuwe koers.3In de discussie hierover werd menigmaal terugge-blikt naar de PvdA van de jaren veertig en vijftig, gepersonifieerd door W. Drees sr.4Er werd zelfs gesproken over een ‘verdrezing’ van de PvdA.5 Sommigen maakten vergelijkingen tussen Kok

en Drees sr.6, anderen wezen op een verwant-schap tussen de veranderende ideeën van de PvdA van Kok en die van DS ’70, de partij van de jonge dr. W. Drees.7W. Drees sr. zelf was begin zeventiger jaren met ds’70 gaan sympathiseren.

De nieuwe koers van de PvdA hield in dat zij zich niet zo nadrukkelijk op zwakke groepen richtte, maar op alle bevolkingsgroepen. Argu-mentatie was dat voor het behoud en de ver-nieuwing van een rechtvaardige en solidaire samenleving de burgers in het brede maatschap-pelijk midden van doorslaggevende betekenis zijn.8De commentaren op de nieuwe koers lie-pen uiteen.

Tegenover diegenen die de trek naar het midden onderschreven9, waren er personen binnen de PvdA die deze heroriëntatie betreur-den.10De heroriëntatie blijkt ook uit het ‘ideolo-gisch profiel’ van de PvdA in de negentiger jaren.11De verbreding van oriëntatie op het elec-toraat manifesteert zich namelijk ook in de om-vang en aard van de thema’s die de PvdA in de ja-ren negentig in haar verkiezingsprogramma’s heeft benadrukt (zie tabel 1).

Aan de hand van een vergelijking van de verkie-zingsprogramma’s en de thema’s die hierin als belangrijk worden ervaren, komen wij tot de conclusie dat de PvdA in de loop van de jaren ne-gentig een nieuw, weliswaar minder herkenbaar ideologisch profiel dan in jaren zeventig heeft ontwikkeld. Was het streven in de jaren zeventig en eerste helft van de jaren tachtig gericht op een

36 37

gelijkere verdeling van kennis, macht, inkomen en arbeid, eind jaren tachtig wijzigt dit streven zich in een breed en enigszins vaag omschreven doel, namelijk: het streven naar nieuwe even-wichten tussen markt en overheid, tussen indi-viduele vrijheid en gemeenschappelijke

verant-woordelijkheid/solidariteit, tussen economische doelmatigheid en sociale rechtvaardigheid.

Bezien wij de verkiezingsprogramma’s van ds’70dan komen wij tot de volgende constate-ringen. ds’70 streefde naar een rechtvaardige samenleving. Deze doelstelling krijgt inhoud door het distilleren van drie hoofdthema’s, waar-aan een groot waar-aantal andere thema’s (zie tabel 2) kan worden gekoppeld: vrijheid, solidariteit en het functioneren van onze samenleving en de daarin voorkomende instituties.

Vergelijken wij het gedachtegoed van de PvdA met dat van ds’70 dan komen wij tot de conclu-sie dat de uitwerking van de eerste twee hoofd-thema’s van ds’70 (vrijheid en solidariteit) ver-gelijkbaar is met de uitwerking van de twee hoofdthema’s van de PvdA (economische doel-matigheid en sociale rechtvaardigheid). Het derde hoofdthema van ds’70 (de verbetering van het functioneren van instituties) treffen wij bij de PvdA niet als hóófdthema aan, maar wel als een thema dat de PvdA in de verkiezingspro-gramma’s benadrukt (bijvoorbeeld in termen van doelmatig overheidsbestuur en staatkundige vernieuwing).

Wij concluderen dat ds’70, in de zeventiger jaren functionerend in een gepolariseerde poli-tieke context, en de PvdA in de negentiger jaren in een gedepolariseerde politieke context veel-vuldig dezelfde thema’s benadrukken in hun ver-kiezingsprogramma’s. Daar komt bij dat ds’70 midden jaren zeventig koos voor een probleem-georiënteerde aanpak van vraagstukken, waardoor de partij het karakter kreeg van een pragmatische partij. De uitspraken van Kok in de Den Uyllezing op 11 december 199512, waarin hij zijn ‘ideologische veren’ afschudde en verklaarde met de PvdA een ‘pragmatisch-idealistische koers’ te hebben ingezet, sluiten volledig aan bij het probleemgerichte denken van ds’70.

Ook de uitspraak dat afstand moest worden genomen van de ‘alomvattende maakbaarheids-pretenties met betrekking tot mens en maat-schappij’ en het loslaten van de preoccupatie voor zwakke groepen13sluiten aan bij het den-ken van ds’70. In wezen kan ds’70 worden

ge-Tabel 1: Thema’s die de PvdA benadrukt in verkiezingsprogramma’s in de periode 1989-1998 Thema’s 1989 1994 1998 1. inkomensverdeling/(evenwichtige) inkomensontwikkeling x x x 2. sociale zekerheid/voorzieningen x x x 3. economisch herstel/groei x x x 4. werk(gelegenheidsgroei) x x x 5. milieu x x x 6. cultuur(politiek) x x x

7. impuls in publieke investeringen en

productieve overheidsuitgaven x x x 8. doelmatig overheidsbestuur/

herijking overheidstaken x x x 9. (verlaging) financieringstekort/

financiële soliditeit x x x 10. impuls sociale infrastructuur x x x 11. criminaliteitsbestrijding/veiligheid o x x

12. emancipatie x o x

13. versterking van samenwerking en

democratie in EG x x o

14. ontwikkelingshulp/-samenwerking x o o 15. versterking internationale samenwerking

(o.m. Verenigde Naties) - x x 16. belastinghervorming - x x 17. lastenverlichting - o x 18. goede huisvesting - o x 19. ruimtelijke indeling - o x 20. staatkundige vernieuwing - x o 21. Oost-Europa (harmonieuze verhoudingen) x x -22. decentralisatie o x -23. diverse groepen x - -24. ontwapening x -

-x Genoemd in de inleiding van het verkiezingsprogramma. o Niet genoemd in de inleiding maar wel benadrukt in het programma. - Niet genoemd.

Over de auteur C.C. Schouten is bestuurskundige/ socioloog en gepromoveerd op ds’701 Noten Zie pagina 44

Het gelijk-achteraf van ds’70? (1)

ds ’70

: nevenstroom in de

sociaal-democratie?

(2)

39 Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? C. Schouten ds’70: nevenstroom in de sociaal-democratie?

monarchie en de sterke nivellering. Nieuw Links wilde de PvdA radicaliseren en de invloed van be-sturen en fracties in de PvdA verminderen en die van gewone leden vergroten. Bovendien moest het afgelopen zijn met de compromissenpolitiek met de confessionele partijen. De verhouding van de PvdA met deze partijen was aan herzie-ning toe.16Dit denken kreeg een impuls door de val van het kabinet-Cals/Vondeling in de Nacht van Schmelzer. Nodig was een polarisatiestrate-gie.

invloed nieuw links

De invloed van Nieuw Links groeide eind jaren zestig op alle niveaus binnen de partij. Hierbij maakte ze gebruik van vergadermethodes die la-ter door PvdA-leden die de overstap naar ds’70 maakten, als ‘overvaltechnieken’ zijn bestem-peld. De invloed van Nieuw Links kwam tot ui-ting in de samenstelling van het partijbestuur (landelijk, gewestelijk en in de lokale afdelingen) en in de standpunten van de partij.

Een maand na het verschijnen van ‘Tien over Rood’ maakte een aantal leden, aangeduid met de Groep-Kors, naar haar woordvoerder P. Kors, zijn ongenoegen en verontrusting al kenbaar over de inhoud van ‘Tien over Rood’. Deze leden maak-ten vooral bezwaar tegen het afschaffen van de monarchie en tegen de defensiepolitiek. Omdat de pers de groep al snel ‘Oud Rechts’ ging noe-men, besloot zij een echte naam aan te nemen: Democratisch Appèl. Deze kon het tij echter niet keren (zie het hiernavolgende artikel van Wou-ter Beekers, red.). Allerlei pogingen om de samenstelling van het partijbestuur van de PvdA ‘representatiever’ te maken hadden in de opeen-volgende partijcongressen geen succes. Ook het besluit om de progressieve samenwerking te versterken en tot progressieve concentratie over te gaan kon de goedkeuring van Democratisch Appèl niet krijgen.

De PvdA, (de in 1968 opgerichte) Politieke Par-tij Radicalen (ppr) en Pacifistisch Socialistische Partij (psp) maakten begin 1969 bekend dat zij een werkgroep ‘Progressief Akkoord’, afgekort

pak, hadden opgericht.17Deze werkgroep werd belast met het inventariseren en concretiseren van kernpunten van een progressief concentra-tiebeleid. Het partijbestuur van de PvdA riep ver-volgens de afdelingen en gewesten van de PvdA op om aan de hand van de geformuleerde kern-punten de progressieve concentratie te bespre-ken en tot uitwisseling van ideeën van het lokale, gewestelijke en landelijke niveau te komen. De discussie moest ook open staan voor (niet)-leden van de PvdA, ppr of psp.

Dat gebeurde ook in de afdeling Eindhoven van de PvdA. De wethouder, drs. A. van Stuijven-berg, en de PvdA-gemeenteraadsfractie brachten het advies uit om in 1970 bij de gemeenteraads-verkiezingen met een eigen PvdA-lijst te komen. Zij wensten geen verbinding met andere pro-gressieve partijen, geen pak dus. De plaatselijke verhoudingen met onder meer de Katholieke Volks Partij (kvp) waren goed te noemen. Een reële politiek zonder de kvp zagen zij als onmo-gelijk. Deze opstelling van wethouder en ge-meenteraadsfractie leidde tot een geschil met de Nieuw-Links-aanhangers in de PvdA-afdeling Eindhoven die de landelijke koers van progres-sieve samenwerking wilden aanhouden. Toen de afdeling anders besloot, brak de fractie met de af-deling.18Zij bleven wel lid van de PvdA en richt-ten een nieuwe afdeling Eindhoven-1 op, tegelijk met de oprichting van het pak-Eindhoven op 30 oktober 1969. Het landelijk partijbestuur dat nog had getracht te bemiddelen, koos uiteindelijk de kant van het bestuur van de afdeling.19

De fractieleden, inclusief wethouder Van Stuijvenberg, zegden op 8 januari 1970 hun lid-maatschap van de PvdA op. De komende ge-meenteraadsverkiezingen vormden voor de frac-tieleden een reden om de PvdA de rug toe te ke-ren. De eigen identiteit van de democratisch-so-cialistische beweging was verloren gegaan door het aangaan van een verbond met de psp. Van Stuijvenberg c.s. zagen de psp als een ouderwetse dogmatische partij. Zij zagen zichzelf als de ‘echte’ PvdA’ers.20

Op 14 februari 1970 besloten voormalig lokale PvdA-bestuurders, waaronder die uit Eindhoven, 38

Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? C. Schouten ds’70: nevenstroom in de sociaal-democratie?

rangschikt onder de voorlopers van de PvdA van Kok, waarbij op een aantal terreinen deze partij, die als een nevenstroom begon, blijkbaar de hoofdstroom van het gedachtegoed heeft ver-tegenwoordigd. Dit wordt nog duidelijker als we de standpunten van ds’70 op de door haar bena-drukte thema’s bezien. Alvorens hierop in te gaan volgt eerst een korte schets van het ont-staan van ds’70.

ontstaan van ds’70

De radicalisering in de Nederlandse samenle-ving in de jaren zestig van de vorige eeuw vond ook zijn weg naar de politieke partijen. De schijnbaar onverwoestbare fundamenten van de pacificatiepolitiek14, die vijftig jaar lang voor een stabiele democratie hadden gezorgd, gingen

scheuren vertonen. De ondoorzichtigheid van het verzuilde politieke systeem en het functione-ren van de politieke elites binnen die zuilen (re-gentenmentaliteit) kwamen onder zware kritiek te staan. De passieve burger ¬ naast het elitisme één van de voorwaarden voor de pacificatiede-mocratie ¬ begon zich te roeren. Deze ontwik-kelingen waren een voedingsbodem voor het ontstaan van vernieuwingsbewegingen binnen politieke partijen.

Binnen de PvdA werd deze beweging bekend onder de naam Nieuw Links. Zij kwam op 3 okto-ber 1966 met de publicatie Tien over Rood.15 Ctroversiële punten waren in het bijzonder de on-voorwaardelijke erkenning van de Duitse Demo-cratische Republiek en van de Vietcong, Neder-land uit de navo bij toetreding van Spanje en bij handhaving van Portugal, het opheffen van de

Tabel 2: Thema’s die ds’70 benadrukt in verkiezingsprogramma’s in de periode 1971-1982

Thema’s 1971 1972 1977 1981 1982

1. inkomens(- en vermogens)verdeling x x x x x

2. individuele keuzevrijheid t.a.v. financiële bestedingen/ wonen x x x x x

3. democratisering in staat en onderneming x o x x x

4. functioneren parlementaire democratie/overheids-bestuur x x x x x

5. inflatiebestrijding o x x x x

6. doelmatigheid overheidsuitgaven o x o x x

7. taak overheid in bevordering econ. Ontwikkeling o x o x x

8. volkshuisvestingxooxx9. milieu o o x x x 10. bevolkingsbeleid o o x x x 11. defensie o o x x x 12. onderwijs/cultuur o x o o x 13. ontwikkelingshulp/-samenwerking o o x o o 14. welzijn en gezondheidszorg o o x o x 15. ruimtelijk beleid x - x o o

16. geen verhoging belastingen/wijziging fiscaal stelsel o o - x x

17. werkloosheidsbestrijding/werkgelegenheid - - x x x

18. justitie/criminaliteitsbestrijding - - o o o

19. registratie van andere samenlevingsvormen - - - x x

20. sociale zekerheid o x x -

-21. verkeer en vervoer o o o -

-x Genoemd in de inleiding.

o Niet genoemd in de inleiding, maar wel sterk benadrukt in het programma. - Niet genoemd.

(3)

41 dan die van de hoogste inkomensgroepen. Er

mochten wel inkomensverschillen bestaan. Soci-ale uitkeringen dienden gekoppeld te zijn aan een wettelijk minimumloon. De individuele bur-ger moest een zo groot mogelijke bestedingsvrij-heid hebben. Daarom was ds’70 ook tegen een te ver gaande overheidsbetutteling; zij was voor di-recte inkomensoverdrachten in plaats van subsi-dies. Zij was een vurig pleiter voor een herover-weging van overheidssubsidies. Het verstrekken van minder subsidies moest een verhoging van de belasting(tarieven) voorkomen.

Verlaging van overheidsuitgaven was volgens ds’70mogelijk door hantering van het profijtbe-ginsel: werkelijke kosten van overheidsdiensten dienden in rekening te worden gebracht bij hen die ervan gebruik maken. De snel gestegen uit-gaven aan sociale verzekeringen noodzaakten volgens ds’70 tot herziening van de beschikbare middelen. Een strengere selectiviteit en doelge-richtheid waren noodzakelijk. Wilden de lasten draaglijk blijven dan moest tot vereenvoudiging van het sociale-zekerheidsstelsel en tot een strengere controle op de uitvoering van de soci-ale zekerheid worden overgegaan. In dit verband pleitte ds’70 voor verruiming van het begrip passende arbeid en controle op misbruik.

Een belangrijk thema dat ds’70 als enige par-tij in de jaren zeventig oppakte, was het brede be-volkingsbeleid. ds’70 zag de bevolkingsaanwas als een ernstige bedreiging van de mensheid. Voor-lichting gericht op regulering van de bevol-kingstoename moest een essentieel onderdeel van het ontwikkelingsbeleid zijn. In de loop van haar bestaan richtte ds’70 het bevolkingsbeleid meer op de immigratie en toelating van buiten-landers. Dit werd ingegeven door de toename van buitenlandse werknemers en de toestroom van Surinamers ten gevolge van het onafhanke-lijk worden van dit voormalig overzeese rijks-deel. De politieke ideeën van ds’70 over de onaf-hankelijkheid van Suriname in de eerste helft van de jaren zeventig lijken in de jaren na de on-afhankelijkheid van voorspellende waarde te zijn geweest.24Pleidooien voor toelatingsrege-lingen in combinatie met ruimhartige

ontwik-kelingshulp25of andere methoden om de migra-tie te beperken vingen bot bij het kabinet-Den Uyl en bij de overgrote meerderheid van de Tweede Kamer.26

bevolkingsbeleid

Het rapport Nederland mag geen immigratieland worden uit 1974, waarin de ds’70-Tweede-Kamer-fractie haar opvattingen over het bevolkingsbe-leid heeft uitgewerkt, werd door links Nederland overladen met kritiek. De ideeën uit het rapport kregen hun neerslag in de latere verkiezingspro-gramma’s. Zo pleitte ds’70 onder meer voor een verantwoorde gezinsvorming door middel van voorlichting (ook in het onderwijs) en het verant-woord tegengaan van immigratie.

Voor rijksgenoten moest er een toelatingsre-geling op basis van wederkerigheid komen en voor inwoners buiten de Europese Gemeenschap een visumplicht. Remigratie moest worden be-vorderd via een terugkeerregeling en het verbete-ren van sociale verzekeringen; financiering kon voor een groot deel ten laste komen van ontwik-kelingsgelden. ds’70 legde een relatie tussen het bevolkingsvraagstuk en de problematiek van bui-tenlandse werknemers en de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt. Deze mensen waren hier-heen gekomen, omdat Nederlanders geen vuil, zwaar en onaangenaam werk wilden verrichten. Daarom zag ds’70 als oplossingen: verbetering van beloning van dit soort werk, een verruiming van het begrip passende arbeid en de opbouw van een goede in-dustriële structuur in landen van herkomst van buitenlandse werknemers.

ds’70aanvaardde de defensie als noodzaak om ervoor te zorgen dat agressieve staten de wereld niet gingen beheersen en er noch van vrijheid, noch van democratie sprake zou zijn. Een Neder-landse defensie had slechts nut bij samenwer-king met andere staten, zoals deze in de navo gestalte had gekregen. Samenwerking binnen de navowas noodzakelijk om internationale ont-wapening en blijvende vrede te realiseren. Hier lag ook de prioriteit in het defensiebudget. Dit diende te voorzien wat in navo-verband militair 40

tot de oprichting van een nieuwe democratisch-socialistische groepering met de naam Democra-tisch Socialisten ’70 ofwel ds’70.21In mei 1970 stapten twee PvdA-Tweede-Kamer-leden (F.J. Goedhart22en W.J. Schuitemaker) uit de partij vanwege de stellingname van de PvdA in de kwestie Cambodja (afwijzing interventie Vere-nigde Staten) en betuigden hun sympathie voor ds’70. Daarnaast voegde een groep mensen uit de oude arbeidersbeweging die de PvdA te intel-lectualistisch was gaan vinden, zich bij ds’70 en een aantal dat zich niet meer herkende in de houding van de PvdA ten opzichte van Israël.

ds’70besloot ook aan de Tweede-Kamerver-kiezingen van 29 april 1971 mee te doen. Met dr. W. Drees als lijsttrekker kreeg ds’70 een ‘ge-zicht’. De verkiezingen leverden ds’70 8 zetels op. De ‘oude’ regeringspartijen (Katholieke Volkspartij, Anti-Revolutionaire Partij, Christe-lijk-Historische Unie en Volkspartij voor Vrij-heid en Democratie) verloren 12 zetels en kwa-men op totaal 74 zetels. Ten gevolge van de ver-kiezingsuitslag ontstond een situatie, waardoor de deelname van ds’70 aan het kabinet onder lei-ding van de Anti-Revolutionair Biesheuvel on-ontkoombaar was geworden.23

Het bestaan van het kabinet was van korte duur. Op 17 juli 1972 namen de ds’70-ministers Drees en De Brauw ontslag. Niet veel later be-sloot het kabinet-Biesheuvel nieuwe verkiezin-gen uit te schrijven. ds’70 zou nog tot 1981 in de Tweede Kamer worden vertegenwoordigd. De verkiezingen in 1981 en 1982 leverden de partij geen zetels op. Het leidde tot de opheffing van de partij op 31 maart 1983.

gedachtegoed ds’70

ds’70heeft getracht via het ontwerp van het ‘vierde alternatief’ een vierde stroming aan de Nederlandse politiek toe te voegen, naast die van de confessionele, liberale en socialistische stro-ming. Zij profileerde zich met dit politiek ont-werp als een ‘ideologische doorbraakpartij’; via het realiseren van een synthese van het libera-lisme en het socialibera-lisme trachtte zij een

door-braak in de bestaande politieke structuur te be-werkstelligen.

Met het politiek ontwerp van ‘het vierde alter-natief’ trachtte ds’70 een ideologische onder-bouwing aan haar standpunten te geven, die zij nader concretiseerde in haar verkiezingspro-gramma’s. Zo profileerde zij zich met samenhan-gende verkiezingsprogramma’s, die niet geba-seerd waren op het bipolaire links-rechtsdenken. In de zeventiger en tachtiger jaren speelde de concurrentie tussen partijen zich echter wel op die links-rechtsdimensie af.

Door het aankaarten van in de zeventiger ja-ren als rechts aangemerkte sociaal-economische en financiële thema’s kwam ds’70 in rechts vaar-water terecht. Dit beeld van een rechtse partij heeft zij nog versterkt door ook rechtse thema’s van niet-sociaal–economische en niet-financiële aard (bijvoorbeeld: defensie/navo, criminali-teitsbestrijding) te benadrukken. Het zijn vooral deze thema’s waarop de PvdA van de jaren zeven-tig afweek van ds’70-standpunten en de PvdA van de jaren negentig overeenkomstige stand-punten heeft ingenomen. Enkele voorbeelden. Met de econoom Drees jr. aan het roer had ds’70uitgesproken politieke opvattingen over het financieel-economisch beleid. Inflatie was het grootste kwaad. Zij betekende ongewenste inko-mens- en vermogensveranderingen voor spaarders, rechthebbenden op levensverzekerin-gen en particuliere pensioenen. Zij deed de kans op werkloosheid toenemen. Daarom moest zij met alle ter beschikking staande middelen streden worden. De overheid had hierbij een be-langrijke taak door over te gaan tot een snelle sa-nering van de overheidsuitgaven. Door toe te zien op een doelmatige besteding van overheids-uitgaven kon belastingverhoging worden voor-komen en eventueel gewenste lastenverlichting doorgaan. Ook kon een verlaging van de over-heidsuitgaven bijdragen aan een verlaging van het financieringstekort.

Op sociaal-economisch terrein streefde ds’70 on-der meer naar een rechtvaardige inkomensverde-ling. Daartoe diende de koopkracht van de laagste inkomensgroepen zich gunstiger te ontwikkelen

(4)

43 Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? C. Schouten ds’70: nevenstroom in de sociaal-democratie?

als: meer vrije bestedingsruimte voor burgers, minder subsidies, introductie profijtbeginsel, meer controle op misbruik van sociale voorzie-ningen, verruiming begrip passende arbeid, sa-nering overheidsuitgaven, belastingverlaging c.q. voorkomen verhogen belastingverhoging. De afsplitsing van ds’70 was ingegeven door de toenemende invloed van Nieuw Links binnen de PvdA. Met de wetenschap van vandaag zou dan ook kunnen worden beargumenteerd dat niet ds’70 maar Nieuw Links kan worden gezien als een anomalie en dat ds’70 als politieke partij in de zeventiger jaren de hoofdstroom van het gedachtegoed van de sociaal-democratie in Nederland heeft vertegenwoordigd.

de ideologische veren van wouter bos Wim Kok schudde in 1995 in de achtste Den Uyl-lezing zijn ‘ideologische veren’ af. Er was echter eerder sprake van een ‘ideologische rui’, een ver-nieuwing van het ideologische verenpakket.30 Kok heeft in die lezing uitspraken gedaan die volledig passen in het probleemgerichte denken van ds’70. Zo diende de PvdA met kracht en over-tuiging de problemen aan te pakken waarmee mensen in onze samenleving worden gecon-fronteerd. Dit betekende niet dat de ‘droom van de betere maatschappij’ niet meer nodig was, in-tegendeel. Den Uyl citerend, gaf Kok aan dat: ‘(…) bij een afzwakking van de maatschappelijke tegenstellingen, een oriëntatie op de ‘wereld van droom en verlangen’ geboden (was), wil het soci-aal-democratische gedachtegoed ‘niet het lot ondergaan van mummificering, dat zovelen het nu reeds afgunstig of verbeten toedenken’.’31

Juist die ‘mummificering’ wordt Kok in zijn politieke nadagen verweten32, niet geheel onte-recht. Het is nu aan Bos c.s. om een nieuwe ideo-logische onderbouwing van de standpunten van de PvdA te formuleren. Daarbij kan hij voortbor-duren op de koers die de PvdA begin jaren negen-tig is ingeslagen: de PvdA die een duurzame samenleving wenst te realiseren, uitgewerkt in nieuwe evenwichten tussen individuele vrijheid en verantwoordelijkheid van de gemeenschap,

tussen markt en overheid, tussen economische doelmatigheid en sociale rechtvaardigheid.

Met Wansink33kunnen we constateren dat links op zichzelf is aangewezen. De huidige rege-ringspartijen hebben geen behoefte aan de PvdA van Bos, zij komen met maatregelen die sociaal-democraten veelal als onrechtvaardig ervaren. Met Cuperus meen ik dat dit gevoel van onrecht de brandstof van de sociaal-democratische poli-tiek is.34De PvdA zal als antwoord op de houding van dit kabinet niet kunnen volstaan met alleen reageren op kabinetsmaatregelen, maar zal meer uit haar schulp moeten komen, politiek stelling moeten nemen en met eigen, betere oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken moeten ko-men.

Er liggen belangrijke politieke thema’s die hierom schreeuwen, zoals: het moderniseren van de verzorgingsstaat en de integratie van mi-granten. Behulpzaam hierbij kan zijn het model van P. van Schie35; de PvdA zal zich op het ene ter-rein moet richten op het realiseren van ‘gelijke kansen’ (b.v. onderwijs) en op het andere terrein op ‘gelijke uitkomsten’ (b.v. nutsvoorzieningen, een veilige en leefbare woonomgeving). De PvdA kan door concretisering hiervan invulling geven aan wat zij verstaat onder de door Bos aangege-ven ‘gemoderniseerde verzorgingsstaat’, waarin sprake is van een ‘effectief en waardig immigra-tie- en integratiebeleid en een gedemocrati-seerde, achttienkaraats publieke sector.’36

Behulpzaam bij deze exercitie kan tevens zijn een verdieping in het gedachtegoed van ds’7037, dat overigens doordrenkt is van het persona-listisch socialisme van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (sdap) en de politieke menta-liteit van de Vrijzinnig Democratische Bond (vdb).38Ook het politiek ontwerp van het ‘vierde alternatief’ van ds’70 kan hierbij een helpende hand bieden.

Op het congres van de PvdA op 13 december jl. sprak Gorbatsjov uit dat de sociaal-democratie vooral liberaler moet worden. De PvdA heeft deze koers echter al in de jaren negentig ingeslagen, ds’70nog eerder in de jaren zeventig. ds’70 volgde al een Derde Weg, voordat er überhaupt 42

Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? C. Schouten ds’70: nevenstroom in de sociaal-democratie?

noodzakelijk was. Met haar opvattingen over de-fensie, en in het bijzonder over de navo, stond ds’70veelal tegenover de PvdA. Midden jaren ze-ventig erkende de PvdA de noodzaak van voort-zetting van het lidmaatschap van de navo. Hier-door was zij op het oude hoofdspoor teruggeko-men door haar opvatting om uit de navo te tre-den te herzien.

Met het onvoorwaardelijk afwijzen van rechtse en linkse dictaturen sloot ds’70 aan bij de sociaal-democratische traditie. Dit kan niet gezegd worden van de door Nieuw Links voorge-stane eventuele erkenning van de Duitse Demo-cratische Republiek en de Vietcong, waar ds’70 dan ook fel tegen was.

De veiligheid van de burger was voor ds’70 een belangrijk politiek onderwerp. Veiligheid zag zij als een aspect van welzijn. De politiek moest meer energie steken in criminaliteitsbestrij-ding, in het bijzonder van de kleine criminaliteit. Onveiligheidsgevoelens moesten worden be-streden door tijdig met wetgeving te komen ge-richt op preventie, opsporing en bestrijding van de misdaad. Discussies over de veiligheid van de burger leidden soms tot felle botsingen tussen toenmalig minister-president Den Uyl en Drees.27

jaren zeventig

De vraag die we ons kunnen stellen is welke po-sitie ds’70 van Drees jr. binnen de sociaal-demo-cratische stroming heeft ingenomen. Om deze vraag te beantwoorden is het relevant te verwij-zen naar een boeiend model van Van Schie (figuur 1).28Hij projecteert in een matrix op de horizontale as een schaal die is gebaseerd op de oude antitheseschaal, waarop de tegenstelling tussen de niet-kerkelijke en de confessionele stromingen tot uiting komt, zonder dat zij aan die oude indeling identiek is. De positie die een partij op deze schaal inneemt, wordt bepaald door de mate waarin deze de vaststelling van waarden en normen een zaak van hogerhand dan wel van ieder individu zelf vindt. Op de ver-ticale as projecteert hij de links-rechtsschaal,

waarop de tegenstelling ‘staat’ versus ‘vrijheid’ in het sociaal-economisch leven tot uitdrukking komt. De sociaal-democraten bevinden zich in de onderste kwadranten, de liberalen in de rech-ter bovenkwadrant.

Van Schie concludeert ten aanzien van de PvdA dat er eind zestiger jaren en in de zeventi-ger jaren sprake is van een regressie in de denk-richting: ‘Omdat in die tijd een enorm wantrou-wen ten opzichte van het bedrijfsleven en alles wat naar ‘markt’ riekt heerste, vond op de verti-cale as, waar decennialang een beweging in de richting van acceptatie van marktelementen was te zien, een regressie plaats.’29Van Schie consta-teert een discontinuïteit in de denkrichting van de PvdA, maar laat bij deze constatering ds’70 buiten beschouwing.

Het was echter ds’70 die voor een bepaalde periode deze discontinuïteit in de PvdA heeft ge-tracht te compenseren. En wel door in de jaren zeventig de nadruk te leggen op bepaalde the-ma’s en hierover standpunten in te nemen die af-wijken van het op dat moment binnen de PvdA heersende gedachtegoed, vooral op financieel-economisch en sociaal-financieel-economisch terrein,

zo-Figuur 1. Ontwikkelingen binnen sociaal-democratie en liberalisme

Bron: Schie, P.G.C. van. ‘Vloeken of vervloeien blauw en rood? De afstand tussen liberalen en sociaal-democraten in Nederland’, In: Socialisme & Democratie, jaargang 53, nr.12, 1996, p.704, Figuur 5.

G E E S T E L I J K / C U LT U R E E L Vaste normen Individuele vrijheid

Verinnerlijkt Gedrag Opvoeding Inherent

Laissez faire Vrije markt Gelijke kansen m a t e r i e e l Sturing / (Zoveel mogelijk gelijke uitkomsten Planeconomie Staatseigendom/ collectieve plan-ning

(5)

In de Communistische Partij Nederland was het ooit gebruikelijk om, na een breuk, personen te dumpen, oftewel over te leveren aan de vergetel-heid. Deze praktijk blijkt niet uniek voor de cpn. In 1968 verenigden een aantal leden van de PvdA zich in het comité Democratisch Appèl in de Par-tij van de Arbeid. Dit comité werd door zijn Par- tijd-genoten geschetst als een verwaarloosbare groep halfseniele sukkels en al snel gedumpt ‘op de mestvaalt van de geschiedenis’.

De afsplitsing van deze rechtse oppositie was opmerkelijk en zelfs uniek, want noch in de ge-schiedenis van de sdap, noch in die van de PvdA was dit eerder voorgekomen. Vijfendertig jaar na dato is het tijd voor een rehabilitatie van het De-mocratisch Appèl, dat ook historici links lieten liggen. Want hoewel het Democratisch Appèl ooit verguisd werd door haar partijgenoten, wa-ren haar handelwijze en ideeën achteraf bezien helemaal zo gek nog niet.

Het Democratisch Appèl was een reactie op Nieuw Links, een energieke groep jongeren binnen de PvdA die een extremer socialisme voorstonden dan dat de PvdA historisch gezien had vertegenwoordigd. Nieuw Links riep op tot een ontwikkelingshulp van twee procent van het Bruto Nationaal Product, het verlaten van de navo, de opheffing van het koningshuis en

ver-hoging van de belasting op schenkingen en erfe-nissen tot 99 procent.1Het Democratisch Appèl verzette zich tegen deze socialistische experi-menten en had oog voor de internationale kwetsbaarheid van Nederland. In de machts-strijd met Nieuw Links moest het Democratisch Appèl het afleggen, de PvdA verlaten en raakte het in vergetelheid, terwijl zij in feite program-matisch dichter bij de PvdA van nu stond dan Nieuw Links.

Dat het Democratisch Appèl het moest afleg-gen teafleg-gen Nieuw Links, kwam mede omdat Nieuw Links gezien werd als de oplossing voor de PvdA die zich in een crisis bevond. In 1966, tij-dens de ‘Nacht van Schmelzer’, was de PvdA uit het kabinet Cals gelicht. Voor haar voormalige coalitiegenoten bleek zij geen serieuze rege-ringskandidaat meer. Tegelijkertijd slaagde de partij er niet in om aansluiting te vinden bij het electoraat en kreeg zij harde kritiek te verduren zowel buiten de Tweede Kamer, bijvoorbeeld door de provo’s, als daarbinnen, door de psp, ppr en D’66. De incorporatie van Nieuw Links zorgde voor een uitweg uit deze impasse. Nieuw Links, de naam zegt het al, gaf de PvdA een pro-gressieve uitstraling en een hernieuwd zelfver-trouwen.

‘radicale ’ partij van de arbeid

Het Democratisch Appèl voelde zich niet gemak-kelijk bij een dergelijke ‘radicale’ Partij van de Ar-beid. Het Democratisch Appèl kwam voort uit

45 44

over werd gesproken. In termen van P. de Rooy ‘(…) een “nieuwe politiek”, waarin de tegenstel-ling tussen liberalisme en democratisch-socia-lisme (…) overstegen wordt met een beleid dat zich zou moeten richten op klantvriendelijke overheden en vrije doch barmhartige mark-ten.’39Het kreeg bij ds’70 overigens een bredere invulling dan hoe De Rooy de Derde weg be-schouwt. Hij zag deze namelijk als ‘(…) een prin-cipieel pragmatisme, met maar één “gouden re-gel”: een laag financieringstekort’.40Hoewel ds’70grote nadruk legde op het financieel-eco-nomisch beleid kwam zij ¬ zoals eerder aange-geven ¬ ook voor vraagstukken op andere beleidsterreinen met vooruitstrevende politieke oplossingen.

ds’70had uitgesproken politieke opvattingen die nog steeds actueel zijn, b.v. over de arbeids-ongeschiktheidswetgeving en de betaalbaarheid van de Algemene Ouderdomswet (aow), het im-migratiebeleid, het selectief autogebruik in

rela-tie tot een bewust parkeerbeleid, een krachtiger milieubeleid, verruiming van het begrip ‘pas-sende arbeid’, het terugdringen van onnodige subsidies41, uitbreiding van de toepassing van het profijtbeginsel of het invoeren van een soci-ale dienstplicht voor jongens én meisjes (in rela-tie tot de toenemende vergrijzing en de toene-mende personeelstekorten in de zorg en andere collectieve sectoren). Een verdieping in dit ge-dachtegoed kan de PvdA geen kwaad doen.

Tot slot, mogen we niet vergeten, dat de poli-tieke ideeën van ds’70 die in de zeventiger jaren werden verworpen, later door andere politieke partijen zijn overgenomen.42ds’70haalde op vele terreinen laat haar gelijk, niemand wilde toen zien dat het het gelijk van Drees jr. was.43 Waarmee weer eens is bewezen dat in de politiek gelijk hebben niet vanzelfsprekend hetzelfde is als gelijk krijgen.

Over de auteur Wouter Beekers rondt op dit moment zijn studie geschiedenis af aan de Vrije Universiteit in Amsterdam

Noten Zie pagina 49

Het gelijk-achteraf van ds’70? (2)

Op de mestvaalt van de

geschiedenis

w o u t e r b e e k e r s

Noten

1 Dit artikel is gebaseerd op de dissertatie Democratisch

Socia-listen ’70, nevenstroom in de soci-aal-democratie?, waarop H.

Vin-gerling en C.C. Schouten op 24 juni 2003 aan de Erasmus Uni-versiteit Rotterdam zijn gepro-moveerd. Uitgave in eigen be-heer en bij auteur van dit artikel te bestellen door overmaking van € 37,45 op gironummer 2685637 o.v.v. ds’70. 2 PvdA. Verkiezingsprogramma

1994-1998 ‘Wat mensen bindt’, 1994, p.19.

3 Zie diverse publicaties, zoals b.v.: PvdA. Schuivende panelen, 1987; Kalma, P. Het socialisme op

sterk water. Veertien stellingen.

De-venter: Van Loghum Slaterus, 1988.

4 Paul Kalma in: Ornstein L. en M van Weezel. GEEN LAARZEN. ‘Ik pleit niet voor een soort

yuppie-socialisme, maar de PvdA mag ook niet de Partij van de Ar-moede zijn.’ In: Vrij Nederland, 7 juni 1990, p.3; Kranenburg, M. ‘Voorzitterstrijd gaat om de koersbepaling van de PvdA, In:

NRC Handelsblad, 30 november

1990, p.9; Scheer, W. Haagse

PvdA richting vvd’, In: Het Binnen-hof, 22 juni 1991, p.1.

5 M. Kranenburg. ‘De “Verdre-zing van de PvdA”. Hoe meer nieuw flinkse no nonsense hoe beter’, In: NRC Handelsblad, 10 november 1990, p.7.

6 Haagsche Courant, 9 november 1992, p.7. Dr. F. Leijnse, aange-haald in: Kranenburg, M. ‘Voor-zitterstrijd gaat om de koersbe-paling van de PvdA’, In: NRC

Han-delsblad, 30 november 1990, p.9.

7 Jong Edz., F. de. Wij willen ellende

wenden. Een eeuw sociaal-demo-cratische antwoorden op maat-schappelijke uitdagingen.

Amster-dam: Stichting Vormingswerk

Partij van de Arbeid, 1984, pp.110-111.

8 In de achtste Den Uyl-lezing verantwoordde W. Kok deze koerswijziging (Kok, W. We

laten niemand los. 11 december

1995).

9 B.v. de journalist H.J. A. Hofland was het eens met Kok; hij haalde hierbij Jacques de Kadt aan die al het midden had aangewezen als het terrein waar de progres-sieve politiek de voornaamste slag moest leveren (H.J. A. Hof-land. De postmoderne anti-these, In: NRC Handelsblad, 13 december 1995). Zie voor de rol die Jacques de Kadt in de PvdA heeft gespeeld: Bosscher, D.F.J. ‘Jacques de Kadt en de Partij van de Arbeid’, In: Socialisme en

De-mocratie, 1992, jrg. 49, nr.6,

pp.251-257.

Voor de overige noten moeten wij u ver-wijzen naar onze website: www.wbs.nl

Afbeelding

Socialisme & Democratie, jaargang 53, nr.12, 1996, p.704, Figuur 5.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

woorden soeverein, de volkssoevereiniteit het uitgangs- punt van het relativisme, niettegenstaande het feit dat een bepaalde meerderheid op een bepaald moment de dictatuur

Dit is de groep met bladeren zonder tuberkels of randvormen- de kiel, een gladde, niet opgezwollen bloembuis en witte bloemslippen.. De- ze groep bevat namen

luidt het commando: SELECT AU/JANSEN. Deze afkortingen hoeft u niet vooraf te ken- nen, want zodra u de SE van SELECT hebt ingetoetst, verschijnt onderin het scherm.. een regel met

[r]

DS'70, niet zo maar een politieke partij, maar een manier van denken, een mentaliteit. DS'70 stelt het algemeen belang boven het groepsbelang en de toekomst boven successen

- in een goed samenspel tussen overheid en particulier initiatief de schaarse middelen gebruikt en beheert. Dit democratisch gecontroleerde samenspel, waarbij de overheid

A suspicious activity assessment system can easily be implemented using SAS ® software including Base SAS ® for data processing, SAS ® Enterprise Miner™ for advanced