• No results found

Verjaardagskalender

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verjaardagskalender"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Januari

- Indeling van de Nederlandse dialecten in 28 dialectgroepen door Jo Daan uit 1969.

In 1969 publiceerde Jo Daan, hoofd van de afdeling Dialectologie van het Meertens Instituut, in het boek Van Randstad tot Landrand een gezaghebbende indelingskaart van de Nederlandse dialecten die nog steeds wordt gehanteerd. De indeling was voor Nederland gebaseerd op de antwoorden die binnengekomen waren op de vraag die in 1939 door het Meertens Instituut was uitgezonden: ‘In welke plaats(en) in Uw omgeving spreekt men geheel of nagenoeg geheel hetzelfde dialect als in de Uwe?’ Voor België ging Daan uit van de oordelen van taalonderzoekers omdat er te weinig informanten waren. Bij de nummering van de dialectgroepen is de regel gehanteerd dat hoe hoger het cijfer van het dialect is, hoe verder het verwijderd is van het Standaardnederlands. De kleuren op de kaart geven de mate van onderlinge verwantschap weer.

1

17

9

25

5

21

13

29

31

4

20

12

28

30

8

24

16

3

19

11

27

7

23

15

2

18

10

26

6

22

14

(3)

Februari

- Syntactische kaart van ‘Bij mij aan huis’ door J. van Ginneken.

Priester Jac. van Ginneken, die van 1923 tot 1945 hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde, de vergelijkende Indo-Germaanse taalwetenschap en het Sanskriet was aan de Nijmeegse universiteit, tekende vele dialectkaarten. Een deel daarvan is gepubliceerd, maar in het Nijmeegse archief lagen tot voor kort ruim 1800 kaarten die Van Ginneken in de eerste helft van de 20ste eeuw had getekend en die, waarschijnlijk vanwege de hoge kosten, nooit zijn gepubliceerd. Die kaarten zijn door de Radboud Universiteit Nijmegen en het Meertens Instituut gedigitaliseerd, en de originelen zijn gedeponeerd op het Meertens Instituut. Sommige kaarten zijn schetsmatig, maar andere, zoals de syntactische kaart van ‘Bij mij aan huis’, zijn volledig uitgewerkt.

17

9

25

21

13

29

20

12

28

8

24

16

19

11

27

7

23

15

18

10

26

6

22

14

(4)

Maar

t

Vanaf 1998 zijn enkele meerdelige dialect-atlassen verschenen van het Meertens Instituut in samenwerking met andere, Nederlandse en Vlaamse, instituten: de Fonologische Atlas van

de Nederlandse Dialecten (FAND; 1998-2005), de

Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten

(MAND; 2005-2008), en de Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (SAND; 2005-2008). Als

voorbeelden staan hier afgedrukt:

Morfologische kaart van ‘boompje’ uit deel I van de MAND

(2.7.1.19) uit 2005.

Syntactische kaart van ‘(Dat is de man die het verhaal) heeft verteld/verteld heeft’ uit deel II van de SAND (1.3.1.2) uit 2008.

Fonologische kaart van ‘zaag’ uit deel II van de FAND uit 2000.

1

17

9

25

5

21

13

29

31

4

20

12

28

30

8

24

16

3

19

11

27

7

23

15

2

18

10

26

6

22

14

(5)

April

- Kaart van de dialectbenamingen voor ‘klein ongedierte’ uit deel 2 van de Taalatlas van het Nederlands en het Fries uit 1988. In 1930 werd het Dialectenbureau opgericht, de voorganger van het huidige Meertens Instituut, om het onderzoek naar de dialecten in Nederland te coördineren en een taalatlas voor het gehele Nederlandse taalgebied te vervaardigen. Hiervoor werden vanaf 1931 vragenlijsten uitgezonden naar dialectsprekers. Het Dialectenbureau werd verantwoordelijk voor de publicatie van de Taalatlas van Noord- en Zuid-Nederland, waarvan tussen 1939 en 1972 negen afleveringen verschenen, en de voortzetting hiervan, de Taalatlas van het Nederlands en het Fries, waarvan twee afleveringen het licht zagen in 1981 en 1988. Uit die laatste atlas is de kaart ‘Klein ongedierte’ afkomstig.

17

9

25

21

13

29

20

12

28

30

8

24

16

19

11

27

7

23

15

18

10

26

6

22

14

(6)

Mei

- Kaart van de dialectbenamingen van het ‘lelietje-van-dalen’ door Har Brok uit 2006.

Veel van de vragenlijsten die door het Meertens Instituut zijn uitgezonden, betreffen de namen van planten of dieren. Oud-medewerker Har Brok heeft de binnengekomen antwoorden verwerkt in diverse publicaties over de dialectnamen van planten. De afgedrukte symbolenkaart komt uit de nieuwjaarsuitgave van het Meertens instituut uit 2006, die Brok verzorgde onder de titel: Stinkend juffertje en duivelskruid. Volksnamen van planten.

1

17

9

25

5

21

13

29

31

4

20

12

28

30

8

24

16

3

19

11

27

7

23

15

2

18

10

26

6

22

14

(7)

Juni

- Kaart van de woonplaatsen van de informanten van volksverhalen, door J.P. Wiegmans en A.J. Dekker uit 1977. Vanaf 1960 zette het Meertens Instituut een project op om volksverhalen in heel Nederland op te tekenen. Dit werk werd gedaan door ruim twintig vrijwilligers, die in hun eigen regio oudere vertellers bezochten en verhalen uit hun mond optekenden. In 1977 hebben A.J. Dekker, onderzoeker volksverhaal, en tekenaar J.W. Wiegmans een overzicht gemaakt van de woonplaatsen van de informanten die door de verschillende verzamelaars waren bezocht. Van dat overzicht is de hier afgedrukte tentoonstellingskaart vervaardigd. De volksverhalen, die behoren tot het nationale erfgoed van Nederland, zijn opgenomen in de Nederlandse Volksverhalenbank.

17

9

25

21

13

29

20

12

28

30

8

24

16

19

11

27

7

23

15

18

10

26

6

22

14

(8)

1

17

9

25

5

21

13

29

31

4

20

12

28

30

8

24

16

3

19

11

27

7

23

15

2

18

10

26

6

22

14

Juli

Een van de onderzoekslijnen waarmee de in 1940 opgerichte afdeling Volkskunde (nu Etnologie) van het Meertens Instituut zich bezighield, was het thema dagelijkse voeding. Er werd met behulp van vragenlijsten veel materiaal op dit terrein verzameld. In 1982 hield medewerker Han Voskuil een voordracht bij een internationaal symposium over de broodconsumptie omstreeks 1915, die werd gepubliceerd in de bundel Volkskundliche Kulturraumforschung heute. Later werd van deze kaart een grote (180x180), gekleurde tentoonstellingskaart vervaardigd; een afdruk daarvan staat hierboven.

- Broodverbruik (roggebrood, bruinbrood en witbrood) in Nederland omstreeks 1915.

(9)

A

ugus

- Kaart van de uitspraak z of s aan het begin van een woord, auteur en jaar onbekend.

Al in de 17de eeuw gold de uitspraak van s voor z als onbeschaafd. Die uitspraak wordt tegenwoordig wel getypeerd met het spotzinnetje de son in de see sien sakken. Het geldt als een typisch Hollands verschijnsel. De kaart hierboven toont de verbreiding van de s-uitspraak. De kaart is een van de circa 1400 ongepubliceerde kaarten die berusten in het archief van het Meertens Instituut. De kaart is afkomstig uit de collectie van de bekende Nijmeegse dialectoloog A.A. Weijnen. Het is onbekend wie deze vlakkenkaart heeft getekend en wanneer, maar waarschijnlijk dateert hij uit ergens halverwege de vorige eeuw.

17

9

25

21

13

29

31

20

12

28

30

8

24

16

19

11

27

7

23

15

18

10

26

6

22

14

(10)

Sep

tember

- Volkskundige kaart van de ‘weerwolf’ door P.J. Meertens en M. de Meyer uit 1959.

Vanaf 1934 stuurde het Dialectenbureau, de voorganger van het Meertens Instituut, volkskundige vragenlijsten uit, naar het voorbeeld van de Atlas der deutschen Volkskunde, die in 1928 was gestart. De antwoorden werden op kaarten getekend, die opgenomen werden in de Volkskunde-atlas voor Nederland en Vlaams België door P.J. Meertens en zijn Vlaamse collega Maurits de Meyer, waarvan tussen 1959 en 1969 vier afleveringen verschenen. Op de kaart hierboven staan de antwoorden die binnenkwamen op de vraag: ‘Kent men in Uw omgeving weerwolven? Zoo ja, hoe noemt men hen?’

1

17

9

25

5

21

13

29

4

20

12

28

30

8

24

16

3

19

11

27

7

23

15

2

18

10

26

6

22

14

(11)

Okt

ober

In 1948 publiceerde de dialectologe Jo Daan het boekje Hij zeit wat, Grepen uit de Amsterdamse volkstaal. Daarin wijdde ze ook aandacht aan de geschiedenis van het Amsterdams. Ze baseerde zich op het Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon uit 1874 van J. Winkler, die hierover informatie had gekregen van Jan ter Gouw, de beroemde auteur van onder andere het boek Volksvermaken. Ter Gouw en Winkler onderscheidden in de 19de eeuw 18 verschillende dialecten, maar ze gaven slechts globaal aan waar die werden gesproken. Daan nam in haar boek een kaart op met de vermoedelijke begrenzingen. Die gedrukte kaart toont veel overeenkomsten met de bovenstaande kaart uit het archief van het Meertens Instituut: waarschijnlijk is dit de originele kaart, waarop de in het boek afgedrukte kaart is gebaseerd. De originele kaart zit in een collectie

ongepubliceerde kaarten die zijn samengesteld door W. Pée en P.J. Meertens, zonder nadere vermelding van maker of jaartal. - De dialecten van Amsterdam in de eerste helft van de 19de eeuw.

17

9

25

21

13

29

31

20

12

28

30

8

24

16

19

11

27

7

23

15

18

10

26

6

22

14

(12)

N

ov

ember

- Morfologische kaart van ‘stilletjes’ door Willem Pée uit 1936.

De Luikse hoogleraar Willem Pée was een van de initiatiefnemers van de Reeks Nederlandse Dialectatlassen (1925-1982). In 1936 publiceerde Pée een studie over verkleinwoorden, Dialectgeographie der Nederlandsche diminutiva, met 24 uitvouwbare gekleurde kaarten. De originelen daarvan, die niet in optimale vorm zijn, zijn in het verleden door het Meertens Instituut gescand. Op de vlakkenkaart hierboven staan de verschillende varianten van ‘stilletjes’.

1

17

9

25

5

21

13

29

31

4

20

12

28

30

8

24

16

3

19

11

27

7

23

15

2

18

10

26

6

22

14

(13)

December

- Fonologische kaart van ‘jullie’ door P.J. Peters uit de jaren ’30 van de vorige eeuw.

De Nijmeegse dialectoloog Jac. van Ginneken wist in de jaren ’30 een van zijn leerlingen, P.J. Peters (broeder Herman Jozef van Maastricht), ertoe te bewegen de Nederlandse voornaamwoorden in kaart te brengen. Peters tekende 50 proefkaarten en 50 gedrukte kaarten, die echter nooit zijn gepubliceerd. Wel heeft Van Ginneken ze gebruikt in zijn publicaties. De kaarten zijn door de Radboud Universiteit Nijmegen gedigitaliseerd en de oorspronkelijke kaarten bevinden zich inmiddels in het archief van het Meertens Instituut. Op de gedrukte kaart van ‘jullie’ hierboven staan handgeschreven notities, waarschijnlijk van Peters zelf.

17

9

25

21

13

29

31

20

12

28

30

8

24

16

19

11

27

7

23

15

18

10

26

6

22

14

(14)

Colofon

Opmaak: Ineke Meijer

Teksten: Nicoline van der Sijs Druk: Drukkerij VTC, Amsterdam

Geraadpleegde databanken van het Meertens Instituut

Kaartenbank

Alle weergegeven kaarten, en nog dertigduizend meer, zijn te vinden via de Kaartenbank.

http://www.meertens.knaw.nl/kaartenbank/ DynaSAND

De Dynamische Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (DynaSAND) bestaat uit een database, een

zoekmachine, een cartografische component en een bibliografie.

http://www.meertens.knaw.nl/sand/zoeken/

MAND/FAND/GTRP

De Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (MAND) en de Fonologische Atlas van de Nederlandse

Dialecten (FAND) zijn gebaseerd op een doorzoekbare

database, de GTRP (Goeman-Taeldeman-Van Reenen project),

die het dialect van meer dan 600 Nederlandse, Vlaamse en Friese plaatsen omvat.

http://www.meertens.knaw.nl/mand/database

PLAND

De databank Plantennamen in de Nederlandse Dialecten (PLAND) van het Meertens Instituut omvat de volksnamen van

planten in het Nederlandse taalgebied. http://www.meertens.knaw.nl/pland/ Volksverhalenbank

In de Nederlandse Volksverhalenbank kan men zoeken naar historische en hedendaagse sprookjes, sagen, legenden, moppen, raadsels en Broodje Aap-verhalen.

http://www.verhalenbank.nl. Meertens Instituut, Amsterdam December 2014

www.meertens.knaw.nl

communicatie@meertens.knaw.nl

- Kaart van de dialectbenamingen van de ‘(gekleurde) vlinder’ door Kristien Van der Sypt en Jacques Van Keymeulen uit 1994.

De kaart van de ‘vlinder’ is getekend door de redactie van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten bij de Vakgroep Nederlandse Taalkunde van de Universiteit Gent. De gegevens voor de kaart zijn afkomstig uit de Reeks Nederlandse Dialectatlassen, waarvan de zestien delen zijn gepubliceerd tussen 1925 en 1982.

Voorzijde

- Kaart van de ‘Volk- en tael-verspreiding over Europa’ door Lambert ten Kate uit 1723.

In zijn tweedelige Aenleiding (Inleiding) tot de kennisse van het verhevene deel der Nederduitsche sprake uit 1723 nam de Nederlandse taalkundige Lambert ten Kate een kaart van de ‘volk- en tael-verspreiding over Europa’ op, die geldt als eerste taalkaart van Europa. Ten Kate, die wordt beschouwd als een van de grondleggers van de historische taalwetenschap, veronderstelde, net als de meeste van zijn tijdgenoten, in navolging van de bijbel dat de verspreiding van de talen samenhing met de verspreiding van de nakomelingen van Noach over de aarde na de zondvloed. Op de kaart zijn de Lage Landen bevolkt door Franken, Friezen en Saksen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor sommige preventie- maatregelen en maatregelen die effect hebben op de eigen betalingen in de zorg zijn ook de meerdere-ordegedragseffecten berekend, vanwege de impact van

weergegeven in de figuur rechts. In stap 3, kwantitatief onderzoek transitiekosten, zijn voor de casussen drie methoden gehanteerd. Transitiekosten zijn bepaald op basis van 1) een

Foto en materiaal: Joeri Kabalt, Kessels & Smit, 2021 Dit document is onderdeel van de Gids Waarderend veranderen van Movisie en Vilans, oktober 2021.. Wat ik leuk zou

Dit document is onderdeel van de Gids Waarderend veranderen van Movisie en Vilans, oktober 2021.. Dat hebben we al een keertje gedaan

De Divosa Benchmark Armoede & Schulden geeft gemeenten inzicht in de kosten, het bereik en de resultaten van hun activiteiten om schulden en armoede tegen te gaan, ook die

[r]

[r]

[r]