• No results found

Aantal bedrijven met varkens halveert in 10 jaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aantal bedrijven met varkens halveert in 10 jaar"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

AANTAL BEDRIJVEN MET VARKENS HALVEERT IN 10 JAAR

Robert Hoste

Onder druk van kostprijsstijging en daling van de opbrengstprijs is schaalvergroting één van de belangrijkste structuurontwikkelingen in de varkenshouderij. Evenals een daling van het aantal varkens in de afgelopen jaren, ruwweg van 15 miljoen naar 11 miljoen, is het aantal bedrijven met varkens sterk verminderd. In dit artikel is de trend van stoppende bedrijven en schaalvergroting vanuit het verleden doorgetrokken om een beeld te krijgen van de sectorstructuur in 2015.

Huidige structuur

In 2004 waren er nog circa 10.000 bedrijven met in totaal ruim 11 miljoen varkens. De gemiddelde bedrijfsomvang op bedrijven met zeugen was 230 zeugen en op alle bedrijven met vleesvarkens waren er gemiddeld 600 vleesvarkens. Deze cijfers geven echter geen goed beeld van de gespecialiseerde varkenshouderij. Gespecialiseerde varkensbedrijven zijn duidelijk groter. Een fokvarkensbedrijf heeft gemiddeld 330 zeugen en een gespecialiseerd vleesvarkensbedrijf 1.140 vleesvarkens. Op andere bedrijven waren er in 2004 nog ruim 5.800 neventakken varkenshouderij. Deze hebben 39% van de vleesvarkens en 21% van de zeugen. Vooral melkveebedrijven en gecombineerde landbouwbedrijven hebben relatief vaak een varkenstak.

Historische ontwikkeling

Over de periode 1987-2004 is het aantal gespecialiseerde varkensbedrijven jaarlijks met 4,9% afgenomen. Het aantal neventakken nam jaarlijks zelfs met 7,8% af. Dit was ook te verwachten, gezien de toenemende eisen aan de varkenshouderij, zowel wettelijk als vanuit de markt. Kleine bedrijven kunnen en zullen minder snel investeren in stalaanpassing voor bijvoorbeeld vermindering van ammoniakemissie of vergroting van de leefoppervlakte per dier. Het valt op dat de gesloten gespecialiseerde varkensbedrijven maar een daling hebben van 3,5% per jaar, zodat het aantal gesloten bedrijven relatief gezien toeneemt. Dat lijkt gunstig uit oogpunt van veterinaire bescherming en vermindering van het biggenoverschot, maar deze bedrijven ontwikkelen zich minder sterk in aantal varkens.

Figuur 1 toont de jaarlijkse daling in aantal bedrijven met varkens. Deze bedroeg gemiddeld 6,9% per jaar. Door een combinatie van varkenspest in 1997 en de erop volgende saneringsronde (Opkoopregelingen varkensrechten, Afroming, BeVar en de RBV-1 en -2) is niet alleen het aantal varkens verminderd, maar ook het aantal bedrijven en bedrijfslocaties waar varkens gehouden zijn.

-16

-14

-12

-10

-8

-6

-4

-2

0

2

1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003

%

Figuur 1 Jaarlijkse verandering in aantal bedrijven met varkens (% ten opzichte van het voorgaande jaar)

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw Verwachting 2015

Voor een inschatting van het aantal bedrijven met varkens in 2015 is de trend uit het verleden doorgetrokken, maar gecorrigeerd voor de tijdelijke saneringseffecten. De jaarlijkse daling van het aantal bedrijven met varkens komt daarmee uit op 6,2%. In 11 jaar betekent dit een halvering van het aantal bedrijven met varkens. Voor de gespecialiseerde bedrijven en de neventakken bedraagt de jaarlijkse daling respectievelijk 4,5% (halvering 15 jaar) en 7,1% (halvering 9 jaar). In 2015 zal vrijwel de helft van de bedrijven met varkens gespecialiseerd varkensbedrijf zijn met 75% van alle varkens in Nederland. Vijf van de zes zeugen en twee van de drie vleesvarkens liggen op gespecialiseerde bedrijven (uitgaande van gelijkblijvende varkensstapel tot 2015). In 2004 was dat nog vier van de vijf zeugen en drie van de vijf vleesvarkens. Bij de zeugen is een sterkere tendens aanwezig naar professionalisering en specialisatie dan bij de vleesvarkens. Gespecialiseerde zeugenbedrijven en vleesvarkensbedrijven hebben in 2015 respectievelijk gemiddeld circa 500 zeugen en 2000 vleesvarkens. Gesloten gespecialiseerde varkensbedrijven hebben gemiddeld bijna 250 zeugen met bijbehorende vleesvarkens. In figuur 2 is de ontwikkeling te zien van het aantal gespecialiseerde zeugenbedrijven en het aantal zeugen per bedrijf. Bij zeugenbedrijven ligt het streven naar bedrijfsgroottes groter dan 1.000 zeugen niet voor de hand. Naar verwachting zal een aantal bedrijven dan de productie splitsen, waarbij de biggen opfok niet op dezelfde locatie plaatsvindt als de zeugenhouderij en eventueel de zeugen gesplitst worden in meerdere locaties, naar dragende zeugen en kraamzeugen. Dit laatste heeft meer voeten in de aarde vanwege regelmatige verhuizen van zeugen, maar heeft als voordeel dat de dragende zeugen in een eenvoudige stal in deeltijd beheerd kunnen worden. Bij vleesvarkens is de ontwikkeling van de bedrijfsgrootte nog niet ten einde. Naar verwachting zullen er uit oogpunt van schaalvoordeel ontwikkelingen zijn naar locaties met 5.000 tot 10.000 vleesvarkens. 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 5.000 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 Bed rijven 0 100 200 300 400 500 600 Zeugen/ bed rijf

bed rijven zeugen per bed rijf

Figuur 2 Ontwikkeling van aantal gespecialiseerde zeugenbedrijven en aantal zeugen per bedrijf sinds 1980 en verwacht tot 2015

Voergeldcontracten

Beperking bij de bedrijfsontwikkeling is de individuele situatie ten aanzien van bouwblok en milieugebruiksruimte (stankcirkel, vergunningen, lawaai enzovoort). Deze kunnen zo beperkend werken dat uitbreidende ondernemers noodgedwongen gebruik moeten maken van meerdere locaties voor hun bedrijf. Uit oogpunt van automatisering, arbeidsinpassing, transporttijd en -kosten en beheersmatige zaken is dit in het algemeen economisch nadelig. Een nieuwe ontwikkeling is dat ondernemers met varkens als neventak op basis van voergeldcontracten varkens gaan houden voor collega’s met uitbreidingswensen. Voor de contractnemers kan het een aantrekkelijke optie zijn om nog een aantal jaren door te gaan met meer economische zekerheid en minder ondernemersdruk. Wel zullen ook deze bedrijven te maken hebben met regelgeving ten aanzien van dierenwelzijn en ammoniakemissie. In de doorkijk is geen rekening gehouden met de huidige WTO-onderhandelingen. Als er een akkoord bereikt wordt en de heffingen op varkensvlees worden sterk verlaagd, kan dat flinke gevolgen hebben, maar dat is nog niet goed te overzien.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Overtollige BMI) twee jaar na plaatsing van het maagbandje. Bijvoorbeeld: een man met een BMI van 45 heeft een overtollige BMI van 20. Als zijn BMI na twee jaar gedaald is van 45

Iemand concludeert op grond van de tabel: "Het is in deze groep mensen niemand gelukt om na twee jaar een gezond gewicht te hebben.".. 3p 7 Leg uit of deze conclusie

Microbial analysis (total aerobic mesophilic count, coliform and Escherichia coli count, yeast and mould counts, Listeria monocytogenes presence, Salmonella presence and

This awareness of the deep interdependence between ‘thicker’ liberating understandings of religion that prioritise the agency and needs of the poor and marginalised and the

compound was determined by HPLC analysis. d) Radioligand bidning studies M.M. van der Walt Radioligand binding studies were performed to determine the Ki values for the

 Als een bedrijf zijn producten zo goedkoop mogelijk produceert en zo duur mogelijk kan afzetten heeft hij een groot

Weten- schappers denken vaak dat ze zich niet hoeven voor te bereiden als ze voor de camera iets moeten uitleggen, omdat ze de materie kennen.. Maar als je eenmaal in de studio

Hierdie studie het ten doeI gehad om eerstens die persentasietoename wat plaasgevind het ten opsigte van liggaamslengte, liggaamsmassa, liggaamsmassa-indeks (LMI) en ouderdom