Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
KERATITIS (KERATOCONJUNCTIVITIS):
BACTERIELE INFECTIE
• Klinische aspecten en commentaren
o Kan acuut optreden bij patiënten met onderliggende pathologie.
o Kan ook secundair optreden bij patiënten met droge ogen syndroom of gerelateerd zijn aan het dragen van contactlenzen (infectie door Gram-negatieve bacillen).
o Pijn, fotofobie, verminderde visus.
o Snelle consultatie bij de oogarts is essentieel.
o Subconjunctivale injecties.
Worden niet langer aanbevolen omwille van het risico voor het vormen van littekenweefsel dat kan interfereren met latere chirurgische ingrepen.
Net als de systemische toediening van antibiotica, lijken ze de doeltreffendheid van topische genees-middelen niet significant te verhogen.
o Versterkte oogdruppels.
De stabiliteit van oogdruppels met tobramycine (1,4%) en cefazoline (5%) bedraagt 3 dagen bij ka-mertemperatuur.
Een interval van 5 minuten is nodig tussen de instillatie van de 2 antibiotica (tobramycine en cefazoli-ne). • Betrokken pathogenen o Stafylokokken. o Streptokokken. o Pseudomonas aeruginosa. o Moraxella spp. o Enterobacteriaceae. o Nocardia spp. o Corynebacterium spp.
• Empirische anti-infectieuze behandeling
o Regimes en standaard posologieën: instillatie van magistraal bereide, versterkte oogdruppels [(1 druppel van een 1,4% oplossing van tobramycine + 1 druppel van een 5% oplossing van cefazoline) q30min gedu-rende een paar uur, gevolgd door de instillatie van 1 druppel van elk van beide q1h gedugedu-rende de rest van dag 1, gevolgd door verdere instillatie van 1 druppel van elk van beide].