• No results found

Prijsontwikkelingen in de land- en tuinbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Prijsontwikkelingen in de land- en tuinbouw"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Prijsontwikkelingen in de land en tuinbouw

Jan Bolhuis

Voor de landbouw in de EU wordt een gemeenschappelijk beleid (het GLB) gevoerd. Markt" en

prijsbeleid vormden lange tijd het belangrijkste onderdeel van het GLB. Om de doelen van het GLB te

realiseren, is informatie over de ontwikkeling van prijzen essentieel. Het LEI heeft een lange traditie in

het verzamelen van prijzen van producten en productiemiddelen en in het berekenen van gemiddelde

maandprijzen. Aanvankelijk werden de prijzen vooral gebruikt voor het berekenen van kostprijzen van

landbouwproducten. Sinds het ontstaan van de Europese Gemeenschap leverde het LEI maandelijks

prijsindexcijfers van de in" en output van de land" en tuinbouw aan Eurostat, het statistisch bureau van

de Europese Unie. De laatste jaren worden deze cijfers niet meer maandelijks maar per kwartaal

geleverd. De prijsindexcijfers van de EU"landen zijn te raadplegen op de website van Eurostat

(www.ec.europa.eu/eurostat).

Indexcijfers

Basis voor de berekening van de prijsindexcijfers zijn wekelijkse of maandelijkse prijzen van de

individuele producten. Deze prijsinformatie wordt geleverd door de toeleverende en verwerkende

industrie. Iedere vijf jaar wordt het basisjaar herzien. In 2009 is het basisjaar verlegd naar 2005

(2005 = 100). De indices van de individuele producten worden gewogen naar samengestelde

indexcijfers per sector. Het wegingcijfer van elk afzonderlijk product is ontleend aan de gegevens van

de Nationale Rekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van 2005.

Prijsindexcijfers opbrengsten

In 2005 bedroeg de totale productiewaarde (exclusief interne leveringen) van de land" en tuinbouw

volgens het CBS ruim 17,5 miljard euro. Ruim de helft hiervan, circa 9,7 miljard euro, heeft

betrekking op producten uit de plantaardige sector. Veruit het grootste aandeel (80%) van de

plantaardige productie bestaat uit tuinbouwproducten, zoals groenten, fruit, bloemen en

siergewassen. De productiewaarde van de dierlijke sector bedroeg in 2005 ruim 7,8 miljard euro.

Hiervan had 4,1 miljard euro betrekking op dieren en 3,7 miljard euro op dierlijke producten, zoals

melk en eieren.

Prijsdruk neemt toe

Toenemende prijsdruk heeft in 2009 geleid tot lagere prijzen en een daling van het prijsindexcijfer van

de agrarische output tot ruim 102, dus maar iets boven het niveau van 2005 (figuur 1). Vooral de

prijsindex van de dierlijke producten liep in 2009 hard terug. De ontwikkelingen binnen deze sector

waren echter zeer uiteenlopend. Een sterke daling van het prijsindexcijfer deed zich voor bij melk door

de lage prijzen van zuivelproducten op de wereldmarkt. Het indexcijfer van consumptie"eieren is

echter door de gunstige afzetmogelijkheden naar Duitsland juist flink gestegen. In de plantaardige

sector liet de tegenvallende markt voor glasgroenten het prijsindexcijfer aanzienlijk dalen, van 111,5

in 2008 tot 102,5 in 2009. Belangrijkste reden hiervoor was de sterke daling van het prijsindexcijfer

van verse groente (van 105 naar ruim 84).

(2)

Figuur 1 Prijsindices van opbrengsten in de Nederlandse land en tuinbouw, index (2005=100)

Prijsindexcijfers goederen en diensten

Wat betreft de kosten van de landbouwproductie (input) zijn er enerzijds de prijsindexcijfers van

productiemiddelen en anderzijds die van investeringen in gebouwen en machines. Volgens het CBS

bedroeg de totale input in de land" en tuinbouw in 2005 circa 12,8 miljard euro. Ongeveer 2,8 miljard

had betrekking op investeringen in gebouwen en machines. Van het resterende bedrag, bijna 10

miljard, zijn de uitgaven aan voedermiddelen met 3 miljard euro het grootst. De energiekosten in

2005 bedroegen circa 1,8 miljard euro.

Het prijsindexcijfer van de goederen en diensten is in 2009 uitgekomen op 114 (figuur 2). Ten

opzichte van 2008 is dit een flinke daling. Het grootste aandeel in de daling komt voor rekening van

de voedermiddelen. De ruime oogsten in verschillende werelddelen hebben geleid tot een aanzienlijke

prijsdruk waardoor de prijzen van veel veevoedergrondstoffen zijn gedaald. Ook de prijs van

kunstmest liep in 2009 scherp terug, na overigens een nog sterkere stijging van de prijzen in 2008.

Naast vraaguitval vanwege het sterk gestegen prijsniveau is de prijsdaling eveneens veroorzaakt door

de teruglopende energieprijzen. Energie is vooral bij de stikstofmeststoffen een belangrijke

kostenpost bij het productieproces.

April 2010 80 90 100 110 120 130 140 150 2005 2006 2007 2008 2009 Prijsindex (2005=100)

Plantaardig (excl. tuinbouw) Tuinbouw

Dieren Dierlijke producten

(3)

April 2010

Figuur 2 Prijsindices van goederen en diensten in de Nederlandse land en tuinbouw, index (2005=100)

Vooruitzichten voor dit jaar

De lagere opbrengstprijzen zijn in 2009 niet geheel gecompenseerd door de lagere kosten. Per

sector is het beeld echter zeer uiteenlopend. Voor 2010 wordt verwacht dat de prijzen van

voedermiddelen en kunstmest gemiddeld onder het niveau van 2009 zullen liggen. De ontwikkeling

van de energieprijzen is wat minder duidelijk. De gasprijs is sterk gerelateerd aan de olieprijs en wordt

vertraagd doorberekend. De olieprijs is inmiddels weer gestegen tot circa 80 US dollar per vat. Ook

bij de opbrengsten is de onzekerheid over het prijsverloop in het lopende jaar nog groot. De

zuivelmarkt lijkt de laatste tijd weer wat meer in evenwicht te komen, waardoor de melkprijs

waarschijnlijk iets boven het niveau van vorig jaar zal komen te liggen. De prijsontwikkeling op de

varkensmarkt verloopt tot nu toe moeizaam maar mogelijk treedt in de tweede helft van het jaar enige

verbetering in de afzet op. Bij de plantaardige sector is sprake van een redelijke oogstverwachting

van granen, waardoor een stijging van de graanprijzen nauwelijks te verwachten is. De

prijsontwikkeling van de overige plantaardige producten is eveneens sterk afhankelijk van de

productieomvang. Deze wordt echter sterk beïnvloed door de weersomstandigheden en in dit stadium

valt hierover nog weinig te zeggen.

80 100 120 140 160 180 200 220 2005 2006 2007 2008 2009 Prijsindex (2005=100)

Goederen en diensten Energie

Kunstmest Voedermiddelen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van Tabel 2.1.6 zijn de volgende N vervluchtigingspercentages per diercategorie berekend: • Melkvee: drijfmest 8,5% en vaste mest 21,5% • jongvee jonger dan 1 jaar:

Hij maakt een planning voor de inzet van materieel en personeel en houdt bij het plannen rekening met kwaliteiten en (ontplooiings)wensen van medewerkers, de beschikbare middelen

Dit is alssehisa aed« van invloed op de wateropname, maar waar« ohijalijk niet ae«r dan een bij­ oorzaak, vaat laat b*haad «ld« planten h «bb«a al v««l wortels «a

Specifiek voor het terrein van CITES kunnen de volgende conclusies over de stand van de naleving worden getrokken:.. - Op basis van door de AID uitgevoerde steekproeven bij

Namibian arid and semiarid rangeland managers largely rely on the classical rangeland succession model based on Clements (1928) to explain changes in the composition of the

The objective of this study were to: (i) evaluate the rising plate meter, the comparative yield method, the meter stick and the dry-weight-rank method for estimating herbage

Dit kan 'n aanduiding wees van konflik met haar (respondent A5) portuurgroep (volgens waarneming is die respondent gereeld in konflik met maats). Die ander respondent wil

3 “Small Claims Tribunal” at http://www.courts.gld.gov.an/136.html: “The Small Claims Tribunal is sometimes called a consumer’s court because it is generally concerned