• No results found

Lijsttrekkersaanstellingen: Ledeninvloed op papier en in de praktijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lijsttrekkersaanstellingen: Ledeninvloed op papier en in de praktijk"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bachelorproject Vergelijkende Politicologie

Eindversie

Prof. Hans Vollaard

Lisa Vogelaar

s1329308

12 juni 2017

8387 woorden

Lijsttrekkersaanstellingen:

Ledeninvloed op papier en in de praktijk

o

(2)

2

Voor Camille

Ondanks dat je het absoluut niet interessant

vond, dankjewel voor je luisterend oor, je steun,

je ideeën, je aanmoediging, je tijd, je aandacht

en de nachtelijke Skypesessies.

(3)

3

Inhoud

Inleiding p. 4

Theoretisch kader p. 6

Methodologie p. 9

Data & Analyse p. 13

Conclusie p. 21

Literatuur p. 22

Appendix A p. 26

Appendix B p. 32

(4)

4

Inleiding

Afgelopen herfst, tijdens mijn studieverblijf in Frankrijk, zat ik een beetje in een nieuwsisolement. Niet langer keek ik elke avond het NOS journaal of checkte ik om het kwartier de grote nieuwssites. Het beetje nieuws dat mij bereikte, was afkomstig van de Franse media. Rond de tijd dat ik in Frankrijk was, waren de kandidaten van de Franse socialisten volop verwikkeld in de strijd om het lijsttrekkerschap; kranten als Le Monde en Le Figaro stonden er elke dag vol mee. Het was tegen die achtergrond dat in een reportage ook over de grens werd gekeken, naar les primaires in andere Europese landen waar de verkiezingen ook aanstaande waren, waaronder Nederland. Op deze manier bereikte mij het nieuws van de lijsttrekkersverkiezing tussen Asscher en Samsom bij de Partij van de Arbeid. Het was leuk om deze door de ogen van buitenlandse media te zien, en hoewel ik me niet direct geroepen voelde om iets met het nieuws te doen, bleef het in mijn achterhoofd hangen.

Tijdens het inlezen in de voorbereidende literatuur kwam het onderwerp van

lijsttrekkersverkiezingen weer naar boven. Eén van de eerste stukken die ik ter oriëntatie las, was van Voerman (2005) en heet Plebiscitaire partijen?: over de vernieuwing van de Nederlandse

partijorganisaties. In het stuk werd genoemd dat lijsttrekkersverkiezingen ironisch genoeg ertoe zouden kunnen leiden dat de partijtop aan macht wint. Deze paradox trok mijn aandacht en al verder inlezende kwam ik erachter dat er niet veel gepubliceerd over de aanstellingsprocedures van

lijsttrekkers (Lisi et al., 2015, p.29). Ook de publieke belangstelling is vaak minder, maar het

onderwerp is minstens zo interessant en relevant als de nationale verkiezingen. Zoals Pettitt (2014, p.118) het formuleert:

‘[…] candidate selection processes may often be done away from the public eye, but appreciating their intricate details is central to understanding who wins the chance to become a member of a legislative assembly with all the consequences for democratic representation that follows from that.’ Wie het uiteindelijk voor elkaar krijgt om de lijsttrekker van een partij te worden, heeft de meest prominente positie op de kieslijst en maakt een reële kans om na de verkiezingen een rol te spelen in het nieuw gekozen politieke landschap als lid van het kabinet of als fractievoorzitter, en zodoende werk te verrichten dat van invloed is op het hele land. Het is daarom meer dan de moeite waard om te bekijken hoe de lijsttrekkers aan hun positie gekomen zijn en in welke mate de partijleden invloed hebben gehad op die aanstelling.

Tussen een klein groepje auteurs bestaat discussie over de vraag welke factoren ertoe leiden dat partijleden meer of minder invloed hebben op de aanstelling van de lijsttrekker. Met deze scriptie haak ik in op dit debat in de literatuur, maar voeg ik ook iets nieuws toe. De bestaande wetenschappelijke werken over de factoren die ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker vergroten of verkleinen, kijken alleen naar de invloed die leden wordt toegekend in de formeel vastgelegde procedures binnen de partij, zoals de statuten en het huishoudelijk reglement. Daarmee is tot nu toe steeds maar het halve plaatje geschetst. Om de puzzel volledig op te lossen, is ook inzicht uit de praktijk nodig, want niet alles wat van invloed is op de mate van ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker staat in deze documenten.

Hierin ligt de wetenschappelijke toegevoegde waarde van deze scriptie. Ik analyseer namelijk welke informele factoren in de praktijk van invloed zijn op de mate van invloed die leden uitoefenen op de aanstelling van ‘hun’ lijsttrekker. De hoofdvraag van deze scriptie is dan ook:

Welke informele factoren bepalen de mate van ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker binnen politieke partijen?

Ook maatschappelijk gezien is dit scriptieonderzoek relevant. Politieke partijen kunnen de resultaten als maatstaf gebruiken om de mate van ledeninvloed in hun eigen aanstellingsprocedure te

beoordelen in aanvulling op de formele criteria. Of zij vervolgens tevreden zijn met de stand van zaken binnen de eigen partij, of de ledeninvloed willen vergroten of verkleinen is aan hen, maar op

(5)

5 deze manier worden zij ervan bewust gemaakt welke praktische factoren van invloed zijn, en dat daar rekening mee moet worden gehouden als ze de mate van ledeninvloed willen bijstellen.

Tot slot een kort overzicht van de structuur van deze scriptie. In het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de inbedding van deze scriptie in de wetenschappelijke literatuur. Daarna volgt de methodologie, waarin wordt uitgelegd hoe dit onderzoek uitgevoerd is. Vervolgens worden de geanalyseerde politieke partijen systematisch behandeld, en tot slot wordt in de conclusie de hoofdvraag beantwoord.

(6)

6

Theoretisch kader

In dit hoofdstuk wordt eerst kort de geschiedenis van ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker geschetst, daarna worden de kernbegrippen van deze scriptie geconceptualiseerd. Vervolgens wordt de multistage method van het aanstellen van de lijsttrekker uitgelicht en tot slot wordt het wetenschappelijke debat over de rol van de inclusiviteit van het selectoraat geschetst. In de jaren ‘60 gebeurde de aanstelling van het de lijsttrekker van Nederlandse partijen veelal op “gecentraliseerde en autoritaire wijze” (Voerman et al., 2004, p.87). De keuze lag vrijwel volledig in handen van de partijtop, zo niet formeel dan wel in de praktijk. In de loop van de tijd wisten te middenkaders van de partijen enige zeggenschap en invloed te veroveren op de partijtop, waarbij sommige leden verwerden tot lokale ‘partijbaronnen’, maar vooralsnog ging dit over de hoofden van de ‘gewone’ leden heen. Vanaf het begin van de jaren ’90 namen de invloed, rechten en directe beslissingsbevoegdheden van het individuele partijlid langzaam maar zeker toe, en kwam er een breder democratiseringsproces op gang (Voerman et al., 2004, p.87).

De opgegeven reden hierbij was dat het ontkennen van zulke rechten aan leden niet meer van deze tijd was en dat de het ‘gewone lid’ meer invloed moest krijgen. Het is echter de vraag of dit sentiment daadwerkelijk de motivatie was die heeft geleid tot meer interne democratie en

zeggenschap voor de leden. Cross, Voerman en Hazan en Rahat stellen namelijk dat partijen hun interne organisatie pas op de schop nemen als zij daar door hoge druk niet meer onderuit kunnen komen. Vaak is dit als gevolg van een heftige externe shock, zoals een groot verlies bij een verkiezing (Voerman, 2005, p.218; Hazan & Rahat, 2010, p. 34; Cross, 2013, pp.108-109).

Hoe dan ook, de invoering van maatregelen die de partijleden meer invloed zouden moeten geven is een feit, ongeacht de motivatie. Dit werpt de vraag op wat ledeninvloed precies inhoudt. Omdat dit begrip de crux van deze scriptie is, is het belangrijk om exact aan te geven wat hiermee bedoeld wordt. Verscheidene auteurs hebben hun eigen definities, die op elkaar lijken, maar allemaal net iets anders zijn. De definitie die in deze scriptie wordt gehanteerd luidt als volgt: de mogelijkheid voor leden om souvereine beslissingen te nemen betreffende de partij, waarbij de leden exclusieve en volledige controle en zeggenschap hebben over alle facetten die gerelateerd zijn aan het nemen van de beslissing. Deze definitie is gedeeltelijk gebaseerd op Hazan en Rahat (2010, p.54), die verder stellen dat er in het geval van de aanstelling van een lijsttrekker is er pas sprake is van (volledige) ledeninvloed wanneer zowel de kandidaatstelling als het selectoraat volledig inclusief zijn.

Hiermee worden een aantal andere belangrijke concepten geïntroduceerd die verdere uitleg behoeven. De inclusiviteit van de kandidaatstelling gaat over wie zich mag kandideren voor het lijsttrekkerschap. Hazan en Rahat (2010, p.20) schetsen een schaal waarbij aan het ene uiteinde elke burger zich mag kandideren als lijsttrekker bij een partij, en aan het andere eind de situatie waarbij alleen partijleden die aan een bepaald aantal eisen voldoen zich mogen melden. Deze eisen variëren per partij in striktheid. Bij de Nederlandse partijen gaat het vaak om eisen als het onderschrijven van de partijideologie, voldoening van alle financiële verplichtingen jegens de partij, een minimale leeftijd en duur van het lidmaatschap en voldoende steun binnen de partij.

Het selectoraat wordt door Hazan en Rahat (2010, p.33) gedefinieerd als ‘the body that selects the party’s candidates for public office’. In deze scriptie wordt met het selectoraat het partijorgaan bedoeld, dat de lijsttrekker verkiest of aanwijst. Er zijn verschillende samenstellingen van het selectoraat mogelijk; Hazan en Rahat (2010, p.35) plaatsen alle mogelijke vormen en tussenvormen op een continuüm waarbij aan het ene uiteinde de lijsttrekker aangewezen wordt door één persoon, wat het selectoraat extreem exclusief maakt, en aan het andere uiteinde deze wordt verkozen door het hele electoraat (alle stemgerechtigde burgers van een bevolking) wat het electoraat het meest inclusief maakt. Binnen Nederlandse partijen is het selectoraat niet volledig inclusief; alle partijen hebben in de statuten bepaald dat alleen leden deel mogen nemen aan besluiten aangaande de partij. Daarom wordt in deze scriptie de situatie als meest inclusief beschouwd.

(7)

7 De multistage method

Uiteraard zijn er verschillende manieren waarop een lijsttrekker aangesteld kan worden, die elk hun eigen implicaties hebben voor de mate van ledeninvloed. Een van de varianten van het

aanstellingsproces is de mulitstage method zoals beschreven door Hazan en Rahat (2010, p.36-37). Grofweg wordt dit systeem door alle Nederlandse partijen die in de Tweede Kamer zitten (op D66 na) gebruikt om de lijsttrekker te kiezen.

In dit systeem zijn er twee selectoraten die zich sequentieel uitspreken over de kandidaat-lijsttrekker(s). Het eerste selectoraat is in de praktijk vaak klein en bestaat meestal uit het bestuur of een selectiecommissie. Dit eerste selectoraat maakt een eerste keuze uit alle kandidaten die zich gemeld hebben als geïnteresseerde voor het lijsttrekkerschap. Alleen de kandidaten die door deze eerste selectieronde gekomen zijn worden voorgelegd aan het tweede selectoraat, vaak het gehele ledenbestand of het congres. Hoewel het dan dus lijkt alsof de leden de lijsttrekker mogen kiezen, valt de mate hun invloed in werkelijkheid tegen; soms zit het venijn in de keuzemogelijkheden die er niet zijn.

Hoewel dit binnen de Nederlandse partijen, voor zover ik weet, niet voorkomt, is de tegenovergestelde volgorde ook denkbaar. Hierbij is het eerste selectoraat het grootst en mag een keuze maken uit alle kandidaten, maar behoudt het tweede, kleinere selectoraat de mogelijkheid om een veto over deze keuze uit te spreken en alsnog een andere kandidaat tot lijsttrekker te

benoemen.

Het is duidelijk dat het kleine selectoraat een voordeelpositie heeft ten opzichte van het grote selectoraat, omdat de keuzevrijheid van het grotere selectoraat van tevoren wordt ingeperkt, of de door deze gemaakte keuze achteraf teniet kan worden gedaan, wat bezwaarlijk is vanuit het oogpunt van ledeninvloed. Om te beoordelen of er daadwerkelijk sprake is van ledeninvloed moet daarom altijd worden gekeken naar de kwaliteit van de keuze die de leden kunnen maken. Want, zoals Koole (2016, p.5) stelt, in het geval dat er maar één kandidaat wordt goedgekeurd door het kleine selectoraat is het, is de lijsttrekkersverkiezing in feite niet meer dan een ‘kroning’ waarbij de leden slechts dienen als applausmachine en is er geen sprake van echte ledeninvloed.

Daarnaast komt het binnen sommige partijen voor dat meerdere kandidaten door het kleine selectoraat als geschikt zijn bevonden en worden gepresenteerd aan het grote selectoraat, maar dat het kleinere selectoraat één kandidaat als favoriet aanwijst. Het kleine selectoraat probeert dan de keuze van het grote selectoraat te sturen. Hierdoor wordt het voor het grotere selectoraat moeilijker om een volledig zelfstandige, eigen keuze te maken. Het is voor de mate van ledeninvloed daarom ook van belang dat niet wordt geprobeerd de beslissing van de leden te manipuleren.

De macht van de partijtop

De vergroting van de inclusiviteit van het selectoraat wordt door Hazan en Rahat (2010, p.54) aangemerkt als het belangrijkste middel om leden (meer) invloed te geven op de aanstelling van de lijsttrekker. Sommige auteurs zetten echter vraagtekens bij de effectiviteit hiervan. Zo

beargumenteren Mair (1994, p. 16) en Wiesendahl (1997, p.375) dat, hoewel het er op papier uitziet alsof de leden meer invloed krijgen, het in feite de partijtop is die als gevolg van deze hervorming aan macht wint. Zij beargumenteren dat, door de keuze voor de lijsttrekker direct bij de ‘gewone’ leden neer te leggen, de partijtop (bedoeld of onbedoeld) het middenkader omzeilt, ‘traditionally the more troublesome layer’ , aldus Mair (1994, p.16). Dit zou kwalijk zijn omdat de leden van het middenkader wegens hun uitgebreidere kennis, netwerk en informatie, met andere woorden meer ‘resources’, makkelijker tegenwicht weten te bieden aan de partijtop, wanneer deze haar zin wil doordrijven.

Zoals Koole (2016, p.6, zie ook Voerman, 2005, p.236) beargumenteert zijn de gewone leden per definitie meer ‘geatomiseerd’ dan het middenkader en zouden zij alles wat de partijtop hen voorschotelt makkelijker slikken, omdat zijn niet goed in staat (zouden) zijn een krachtig en gecoördineerd tegengeluid te formuleren. Op deze manier is het meer inclusief maken van het selectoraat een manier van de partijtop om de macht, die eerst met het middenkader van de partij gedeeld werd, naar zich toe te trekken, in plaats van een middel om de leden meer invloed te geven.

(8)

8 De tegenmacht van de leden

Aan de andere kant zijn er ook auteurs die stellen dat de toename van de macht van de partijtop als gevolg van de invoering van lijsttrekkersverkiezingen wel meevalt. De conclusie van het onderzoek van de Engelse politicoloog Seyd (1999, p.396) over de veronderstelde afname van de macht van leden als gevolg van lijsttrekkersverkiezingen binnen de Labour Party luidt: ‘Overall, these data do not confirm the general assertion that more docile and deferential members have been enfranchised’. Uit zijn onderzoek concludeert Seyd dat de verwachting dat de partijtop meer zijn zin zou kunnen doordrukken omdat gewone leden minder in staat zouden zijn tegenwicht te bieden, niet per se hoeft uit te komen, maar dat alles afhangt van de opstelling van partijleden. Zoals Voerman (2005, p.239) het formuleert: ‘als die zich als makke schapen opstellen, dan kan de partijtop de geboden ruimte maximaal benutten om zijn standpunt door te voeren’.

Scarrow, Webb en Farell (2002, p.149-150) voegen daar nog aan toe dat gewone leden wel degelijk meer te zeggen hebben gekregen en dat zij nu ‘significant junior partners’ zijn waarmee de partijtop haar macht is gaan delen. Zij stellen daarbij dat het niet klopt dat gewone leden alles maar slikken wat de beter geïnformeerde en machtigere partijtop hen voorschotelt. Partijen zouden zich ernstig vergissen door hun ‘armchair members’ niet serieus (genoeg) te nemen. Zij zijn beter

opgeleid dan eerdere generaties partijleden en hebben onder andere door de komst van het internet betere en snellere toegang tot politiek neutrale informatie en informatie afkomstig van andere bronnen dan de eigen partij, waardoor zij toch (of zelfs beter dan hun voorgangers) in staat zijn om ‘informed and rational judgements about matters of candidate and leadership selection’ te vormen en zo dus toch een goed tegenwicht te kunnen bieden aan de partijtop, wanneer zij van oordeel zijn dat de partijtop iets onderneemt of probeert te ondernemen wat in hun ogen niet door de beugel kan. De auteurs denken dat de paradox die wordt voorgespiegeld door onder andere Mair en Koole te sterk en drastisch wordt voorgesteld; zij beargumenteren dat de partijtop niet in staat is het volledige partijapparaat te beheersen en controleren, alhoewel zij toegeven dat een interne

partijbestel meestal ook geen toonbeeld van democratische deugd is, omdat het nu eenmaal bestaat uit imperfecte mensen (Scarrow, Webb & Farell, 2002, p.150).

Al met al heerst er onenigheid in de literatuur welke formele factoren wel of niet bijdragen aan de vergroting van de ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker, maar over de rol van de informele factoren is nog niets gepubliceerd. Deze scriptie draagt daarom iets nieuws bij aan het debat, namelijk een eerste poging tot het in kaart brengen van deze factoren.

Nu de theoretische achtergrond van dit onderzoek geschetst is en de relevante begrippen zijn gedefinieerd, wordt in het volgende hoofdstuk uitgelegd hoe dit onderzoek is uitgevoerd en waarom voor die manier is gekozen. In het hoofdstuk erna worden de verzamelde data

(9)

9

Methodologie

Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden moet uiteraard onderzoek gedaan worden. Hieronder wordt uitgelegd welke casus bekeken wordt, waarom deze geschikt is en hoe het onderzoek is uitgevoerd.

Casus

Het is in het kader van deze bachelorscriptie niet mogelijk om alle lijsttrekkersaanstellingen ooit in alle landen op alle bestuurlijke niveaus onder de loep te nemen. Dit onderzoek zal zich daarom beperken tot Nederland. De Nederlandse casus is een geschikt en representatief onderzoeksobject vanwege het grote aantal politieke partijen in het parlement. Elk van deze partijen heeft een eigen procedure voor het aanstellen van de lijsttrekker, waardoor een groter aantal mogelijke varianten de revue zal passeren dan wanneer dit onderzoek uitgevoerd zou worden aan de hand van een andere casus, zoals de Verenigde Staten, die een tweepartijenstelsel kennen.

Hoewel hier niet altijd bij stil gestaan wordt, is het belangrijk om te beseffen dat een politieke partij vaak meer dan één lijsttrekker heeft. Meestal wordt bij lijsttrekkersverkiezingen gedacht aan de selectieprocedure voor het benoemen van de nummer één op de kieslijst voor de Tweede Kamerverkiezingen, omdat deze verkiezingen de meeste publieke belangstelling genieten. Maar een politieke partij moet natuurlijk ook lijsttrekkers aanwijzen voor de verkiezingen van de Eerste Kamer, de Provinciale Staten, de Waterschappen, gemeenteraden en het Europees Parlement.

Opnieuw valt het buiten de scope van deze bachelorscriptie om de aanstellingsprocedures van de lijsttrekkers van alle partijen bij al deze verkiezingen mee te nemen in het onderzoek. Alleen de procedures voor het aanstellen van de lijsttrekker voor de Tweede Kamer zullen worden

meegenomen. Deze keuze is gemaakt omdat deze verkiezingen in Nederland de first order elections zijn, waaraan alle andere verkiezingen die in Nederland gehouden worden secundair oftewel second order zijn. Aangezien de Tweede Kamerverkiezingen de voor Nederland de belangrijkste verkiezingen zijn, in elk geval in termen van media-aandacht, zijn de bepalende factoren voor de mate van

ledeninvloed op het aanstellen van de lijsttrekkers voor die verkiezingen het meest relevant en interessant om te bestuderen.

Aan de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen namen 28 politieke partijen deel, maar in dit onderzoek wordt alleen gekeken naar de ledeninvloed op lijsttrekkersaanstellingen van de partijen die één of meer zetels hebben behaald. Deze keuze is gemaakt om praktische redenen, maar vooral omdat dit de partijen zijn die daadwerkelijke macht en zeggenschap hebben weten te verkrijgen in de vorm van een zetel. Omdat hun lijsttrekkers deelnemen aan de regering en/of het

wetgevingsproces, is het het meest relevant om te bekijken hoe zij aan hun plek op de kieslijst zijn gekomen en de overige partijen uit te sluiten.

Het moet hierbij gelijk vermeld worden dat de PVV, DENK en het Forum voor Democratie zijn uitgesloten in dit onderzoek. Dit omdat zij, ondanks meerdere malen via meerdere kanalen door mij benaderd te zijn, geen enkel gehoor gaven aan mijn verzoek om mee te werken aan dit onderzoek. De informatie die ik hen vroeg te verstrekken is noodzakelijk voor de uitvoering van dit onderzoek. Aangezien ik deze niet gekregen heb, was het niet mogelijk deze partijen in dit onderzoek te verwerken.

Methoden

De informele factoren die deze scriptie beoogt de identificeren, staan niet op zichzelf. Zij vormen een aanvulling op de formele factoren die de mate van ledeninvloed bepalen. De twee hebben een wisselwerking op elkaar, en daarom is het noodzakelijk om per partij kort in kaart te brengen hoe de procedure voor de aanstelling van de lijsttrekker verloopt en hoeveel invloed de leden erop hebben. Vervolgens worden de partijen gerankt op basis van de mate van invloed die de leden formeel toegekend wordt.

De aanstellingsprocedures zijn verzameld uit de statuten en huishoudelijke reglementen van de partijen en zijn na te lezen in appendix A. Deze worden beoordeeld op de mate van ledeninvloed

(10)

10 aan de hand van de inclusiviteit van de kandidaatstelling en aan de aan de hand de inclusiviteit van het selectoraat. Hierbij wordt het multistage method model van Hazan en Rahat (2010, p.36-37) gevolgd. Per fase van het proces (rekrutering, selectoraat één, selectoraat twee) wordt beoordeeld in hoeverre er sprake is van ledeninvloed. Hoe meer ledeninvloed per fase, hoe meer punten een partij op dat gebied krijgt. Alle punten worden bij elkaar opgeteld en vervolgens wordt een ranking

gemaakt. De exacte criteria zijn als volgt:

1. Rekrutering: wie mag zich aanmelden als kandidaat voor het lijsttrekkerschap? 3 punten: Alle leden van het electoraat

2 punten: De leden van een partij

1 punt: De leden van een partij de aan aanvullende voorwaarden voldoen (niet de praktische)

0 punten: De kandida(a)t(en) worden gevraagd/aangewezen door de partij

2. Selectie: is er een kleiner selectoraat dat een voorselectie van kandidaten maakt of de keuze van het grote selectoraat kan vetoën?

0 punten: ja 3 punten: nee

3. Stemming: wie mag als onderdeel van het grote selectoraat meestemmen? 3 punten: Alle leden

2 punten: Alle leden aanwezig op het congres

1 punt: Een gedeelte van de leden aanwezig op het congres 0 punten: De partijtop

Enquête

Na het in kaart brengen van de formele factoren kan worden begonnen met het identificeren van de informele factoren. Om te beginnen is het hierbij nuttig om te achterhalen hoe binnen de partijen zelf de werking van informele factoren wordt ervaren, omdat dit aanwijzingen kan geven over de grootte van hun rol. Daartoe is een enquête afgenomen bij de relevante personen, die is te vinden in appendix B, samen met de naar partij uitgesplitste antwoorden. In de enquête werd hen gevraagd de grootte van de verschillen tussen de formeel vastgestelde machtsbalans tussen de partijtop en de leden bij de rekrutering en selectie de lijsttrekker en de machtsverhoudingen in de praktijk bij de afgelopen selectieprocedure op een schaal aan te geven. Tabel 1 geeft een overzicht van de geadresseerden en het aantal respondenten.

(11)

11

Tabel 1

Partij Orgaan Aantal personen Aantal respondenten

VVD Hoofdbestuur 6 0 CDA Adviescommissie 5 3 D66 Landelijk Bestuur (gedeeltelijk) 6 2 GroenLinks Kandidatencommissie 9 1 SP Kandidatencommissie 8 2 PvdA Adviescommissie Kandidaatstelling Tweede Kamer 17 1

ChristenUnie Landelijk Bestuur 7 0

Partij voor de Dieren Bestuur 5 0

50PLUS Hoofdbestuur 9 1

SGP Hoofdbestuur 16 2

Totaal 88 12

Responspercentage 13,6%

De reden dat slechts een deel van het voltallige Landelijk Bestuur van D66 benaderd is, is dat het bestuur in januari 2017 gedeeltelijk van samenstelling is veranderd. Het zou geen zin hebben gehad om de nieuwe leden te vragen naar hun ervaringen bij de verkiezing van de lijsttrekker, aangezien zij toe nog niet in het bestuur zaten.

Daarnaast heb ik naar aanleiding van mijn enquête op 3 mei 2017 telefonisch contact gehad met de secretaris van de kandidatencommissie van de SP. Deze vertelde mij dat hij bereid was namens de gehele commissie, op basis van de interne evaluatie van het lijsttrekkerproces, mijn enquête in te vullen, maar dat hij niet verwachtte dat andere leden van de commissie dit ook nog zouden doen. Wel was mijn verzoek tot invulling naar alle commissieleden doorgestuurd.

Verder bleek dat de enquête bij de Partij van de Arbeid aan de verkeerde mensen was geadresseerd. Uit de statuten en de berichtgeving op de site van de partij maakte ik op dat de Adviescommissie Kandidaatstelling Tweede Kamer het relevante partijorgaan was om te benaderen. Echter kreeg op 10 mei een email van een medewerker van de PvdA met de mededeling dat de lijsttrekkersverkiezingen onder de verantwoordelijkheid van het partijbestuur valt. De respons namens de Partij van de Arbeid ingevuld door een vertegenwoordiger, die wel de benodigde kennis had om de enquête in te kunnen vullen. De respons wordt daarom beschouwd als geldige data.

Helaas zit er tussen wat ruis in de verzamelde data. In een aantal gevallen zijn alle vragen leeg gelaten. Verder is er ook één maal een antwoord namens Forum voor Democratie ingevuld, wat niet mogelijk is, aangezien deze enquête niet naar het FvD verstuurd is. Vermoedelijk gaat het om een menselijke fout van één van de respondenten. Deze gevallen zijn niet meegenomen in

bovenstaande tabel. Gezien het kleine aantal respondenten hebben de eventuele conclusies die op basis van deze gegevens getrokken worden een zeer voorlopig karakter.

Nieuwsartikelen

Welke informele factoren een rol speelden, wordt onderzocht met behulp van nieuwsartikelen en andere berichtgeving die het verloop van het aanstellingsproces van de lijsttrekker reconstrueren. Een lijst van titels staat in appendix C. Met deze artikelen kan worden nagegaan hoe de aanstelling van de lijsttrekkers verlopen zijn. Deze worden getoetst aan een aantal criteria om de mate van ledeninvloed in de praktijk te bepalen. Tevens geven de artikelen aanwijzingen welke factoren naast de formele procedure nog meer bepalend zijn geweest bij de aanstelling van de lijsttrekkers. Met deze gegevens kan een ranking worden gemaakt van de mate van ledeninvloed in de praktijk en

(12)

12 uiteindelijk kan vastgesteld worden welke informele factoren de mate van leden invloed in de

praktijk bepalen.

De mate van ledeninvloed in de praktijk wordt bepaald door te toetsen aan de onderstaande criteria. Deze zijn opnieuw gebaseerd op Hazan en Rahat (2010, p.31, 36-37).

1. Zijn er (potentiële) kandidaten op voorhand uitgesloten als lijsttrekker? 1 punt: nee

0 punten: ja

2. Kon het grote selectoraat kiezen uit twee of meer kandidaten? 1 punt: ja

0 punten: nee

3. Was de verkiezing van de lijsttrekker een keuze of een kroning? 1 punt: keuze

0 punten: kroning

De verzamelde data zijn te vinden in de appendices. In het volgende hoofdstuk worden deze data geanalyseerd.

In het volgende hoofdstuk worden de verzamelde onderzoeksdata, te weten de reglementaire procedures, de resultaten van de enquête en de gevonden artikelen, gepresenteerd en geanalyseerd.

(13)

13

Data & Analyse

In dit hoofdstuk wordt per partij samengevat hoe de aanstellingsprocedures zijn voorgeschreven en hoeveel invloed leden daarin formeel hebben, hoe deze in de praktijk zijn verlopen en hoeveel invloed de leden echt hadden, en hoe de werking van de informele factoren binnen de partij is ervaren. Op basis van deze gegevens worden punten toegekend zoals beschreven in de

methodologie en zo wordt een ranking gemaakt van de mate van ledeninvloed, zowel formeel als in de praktijk, en kunnen de factoren die informeel van invloed zijn benoemd worden.

VVD

Bij de VVD draagt het landelijk bestuursoverleg, bestaand uit het hoofdbestuur en de regiovoorzitters, in eerste instantie een kandidaat voor, waarna lagere ledenverbanden de gelegenheid krijgen een tegenkandidaat voor te dragen. Een lid kan zich niet ‘zomaar’ melden als tegenkandidaat; deze moet genomineerd worden door de lokale afdeling. Wanneer er geen

tegenkandidaten naar voren komen, is de door het landelijk bestuursoverleg voorgedragen kandidaat automatisch lijsttrekker; deze hoeft niet verder door de leden ingestemd te worden. Wanneer er twee of meer kandidaten voor het lijsttrekkerschap zijn wordt een ledenraadpleging gehouden. De kandidaat met de absolute meerderheid aan eerste voorkeursstemmen wint. Alle leden krijgen ten minste veertien dagen de tijd om hun stem uit te brengen, zowel schriftelijk als elektronisch. De uitslag van de ledenraadpleging is bindend. Eigenlijk kent de VVD dus twee procedures, één in het geval er maar één kandidaat is, en één in het geval er één of meerdere tegenkandidaten zijn. Deze zullen daarom apart getoetst worden op ledeninvloed en ook apart gerankt worden. De eerste procedure wordt aangemerkt als VVD 1, de tweede als VVD 2. Bij de volgende partij zal ook steeds met de nummering [partij] 1 en [partij] 2 gewerkt worden indien er in feite sprake is van twee aparte procedures.

De VVD heeft vorig jaar geen ledenraadpleging gehouden, omdat er geen tegenkandidaat voor Rutte was. Dit betekende dat Rutte, die bereid was om voor de vierde keer lijsttrekker te zijn en door het landelijk bestuursoverleg als zodanig was voorgedragen, automatisch de positie kreeg.

Uit de artikelen blijkt dat het partijbestuur van de VVD gedurende de hele procedure een duidelijke voorkeur uitte voor Rutte en dat hij ook erg populair was onder de leden. Hij heeft geen concurrentie gehad, zodra Edith Schippers en Halbe Zijlstra bekend maakten geen interesse te hebben in het lijsttrekkerschap. Hierdoor zou de positie van Rutte als lijsttrekker vanzelfsprekend zijn en zijn benoeming een formaliteit.

Het is duidelijk dat de herbenoeming van Rutte als lijsttrekker van tevoren zo goed als zeker was. Dit kan andere, ‘gewone’ partijleden afschrikken om een gooi te doen naar de positie, hoewel zij daar formeel wel het recht toe hebben. Het partijbestuur heeft een actieve rol gespeeld in de

herbenoeming van Rutte, in plaats van een objectieve, faciliterende houding aan te nemen. Deze keuze kan als gevolg hebben dat potentiële gegadigden ontmoedigd worden om te proberen lijsttrekker te worden. Had het partijbestuur een meer terughoudende opstelling aangenomen, dan waren er wellicht wel andere kandidaten opgestaan en hadden de leden de gelegenheid gekregen een lijsttrekker te kiezen.

CDA

Ook het CDA kent in feite twee aparte procedures, afhankelijk de aanwezigheid van een

tegenkandidaat. Het partijbestuur doet in eerste instantie een voordracht voor het lijsttrekkerschap, op basis van aanbevelingen vanuit een selectiecommissie. Daarna kunnen de leden een

tegenkandidaat aandragen. Wanneer er geen tegenkandidaat is, wordt op het congres voorgesteld om de enige kandidaat bij acclamatie te kiezen, tenzij expliciet gevraagd wordt om een hoofdelijke stemming (aangeduid als CDA 1). Wanneer de leden wel een tegenkandidaat voorstellen, moet deze de steun hebben van minimaal drie provinciale afdelingen en/of minimaal tien gemeentelijke afdelingen tezamen en/of één procent van de leden. Op het congres wordt vervolgens gestemd. De kandidaat met de meeste stemmen wint (CDA 2).

(14)

14 Drie kandidaten, waaronder Buma, hebben zich gemeld bij de Selectiecommissie. Deze heeft de kandidaten beoordeeld op geschiktheid aan de hand van een profielschets, die eerder door het partijbestuur was opgesteld. Van deze drie kandidaten werd alleen Buma geschikt bevonden en voorgedragen. Tot 14 april konden zich vanuit de leden nog tegenkandidaten melden, wat niet gebeurd is. Hierna is Buma op het congres bij acclamatie gekozen.

Uit de nieuwsberichtgeving blijkt dat het bestuur van het CDA een lijsttrekkersverkiezing niet nodig vond, maar dat Buma zelf graag wilde dat er een georganiseerd werd. Het oudste

geanalyseerde artikel vermeldt dat Buma nog niet helemaal zeker was van zijn lijsttrekkerschap; hij zou wellicht uitgedaagd kunnen worden door CDA’ers Van der Werf en/of Keijzer. Tegelijkertijd wordt echter vermeld dat de kans hierop klein is en dat wordt verwacht dat het animo onder potentiële tegenkandidaten vanuit de leden niet groot is, omdat Buma stevig in het zadel zit. De latere artikelen vermelden dat de positie van Buma niet ter discussie staat en er geen (serieuze) concurrentie verwacht wordt.

In de praktijk was de positie van Buma dus zo solide dat het vanzelfsprekend was dat hij opnieuw lijsttrekker zou worden. De mogelijkheid van leden en om hun invloed te laten gelden en zelf een keuze te maken tussen meerdere kandidaten werd erg beperkt. Ook mailcontact op 1 mei 2017 met één van de leden van de Selectiecommissie bevestigt dit:

“[Deze keer was er] sprake van een vervolgtermijn van een reeds zittende kandidaat. […] De keer dat Buma voor het eerst gekozen werd (in 2013) was er sprake van veel meer invloed van de individuele leden van de partij […]. Dit keer was er uiteindelijk, nadat de selectiecommissie met de weinige belangstellenden had gesproken, één kandidaat (die geschikt werd geacht), zijnde Buma. Dus ondanks het feit dat dezelfde procedure belopen is (conform dezelfde spelregels) viel er dit keer uiteindelijk niet echt te kiezen […].”

Het moet wel gezegd worden dat het Buma vanuit het oogpunt van ledeninvloed siert dat hij, ondanks zijn stevige positie, zelf initiatief nam tot een lijsttrekkersverkiezing, die voor hem nadelig had kunnen uitvallen.

Het beeld dat uit de enquête oprijst, is verdeeld wat betreft de mate van ledeninvloed in op de rekrutering en selectie van Buma afgelopen herfst. Sommige respondenten geven aan dat de keuze de afgelopen keer meer bij de partijtop lag dan zou moeten volgens de reglementen. De ledeninvloed zou beperkt kunnen zijn door heb bestuur dat aandrong op haar voorkeur, waaruit blijkt dat de interne machtsbalans een tussen partijtop en leden een factor zou kunnen zijn die de mate van ledeninvloed informeel mede bepaalt. Andere respondenten geven echter aan dat het primaat wel bij de leden lag.

D66

Bij D66 kan elk lid zich melden als kandidaat lijsttrekker, mits hij of zij voldoende

ondersteuningsverklaringen weet te overleggen. Op het congres wordt over de kandidaten gestemd. De kandidaat met meer dan de helft van de stemmen wint. Indien er maar één kandidaat is, wordt er voor of tegen die kandidaat gestemd. Hij/zij is gekozen indien hij/zij meer dan de helft van de

stemmen heeft. Het is onbekend wat er gebeurt op het moment dat dit niet het geval is. D66 kent geen selectiecommissie voor kandidaat-lijsttrekkers, noch worden zij voorgedragen door het Landelijk Bestuur of is er enig ander ‘selectie aan de poort’- mechanisme; de verkiezing van de lijsttrekker is volledig in handen van de leden. Hoewel dit nergens in de statuten of in het

huishoudelijk reglement beschreven staat, meldt het AD (2016) dat gegadigden moeten passen in de profielschets die het D66-congres eerder zou hebben vastgesteld, om kandidaat-lijsttrekker te kunnen worden. Het is niet duidelijk of deze informatie klopt of niet.

Eén tegenstander voor Pechtold had zich gemeld, maar wist niet het vereiste aantal

ondersteuningsverklaringen te overleggen. Daarmee was Pechtold de enige kandidaat, en is hij met 4011 van de 4509 stemmen gekozen.

Uit de artikelen blijkt dat serieuze concurrentie voor Pechtold niet verwacht werd en dat hij bijna vanzelfsprekend weer lijsttrekker zou worden. Opnieuw blijkt dat een (te) stevige positie van de

(15)

15 zittend lijsttrekker de ledeninvloed hindert, omdat voor potentiële tegenkandidaten afschrikkend werkt. Wat opvalt aan de beoordeling van het proces door de respondenten is dat de eerste respondent duidelijk oordeelt dat de macht zowel reglementair als in de praktijk bij de leden ligt, terwijl respondent twee aangeeft dat de ledeninvloed gedeeltelijk beperkt wordt door het Landelijk Bestuur.

GroenLinks

Bij GroenLinks kan ieder lid zich aanmelden als kandidaat-lijsttrekker bij de kandidatencommissie, mits hij of zij 150 steunbetuigingenkan overleggen. Vervolgens oordeelt de kandidatencommissie over de geschiktheid van de potentiële kandidaten aan de hand van een integriteitsprotocol, dat niet op politiek inhoudelijke zaken ingaat (GroenLinks, 2016b). Vervolgens worden alle leden in de gelegenheid gesteld te stemmen en wint de kandidaat die een absolute meerderheid van stemmen heeft (GL 2). In het geval dat er maar één lijsttrekker zich als kandidaat gemeld heeft, wordt hij/zij op het congres bij acclamatie benoemd, tenzij er uitdrukkelijk om een stemming gevraagd wordt (GL 1). Bij deze stemming moet voor verkiezing het aantal stemmen voor groter dan het aantal stemmen tegen zijn.

Aangezien er zich geen tegenkandidaten gemeld hadden werd er geen

lijsttrekkersreferendum gehouden. Klaver is bij acclamatie op het congres gekozen, wat niet getuigt van een echte keuze door de leden. Alle artikelen stellen dat de positie van Klaver onbetwist was en daar hij de enige kandidaat was, hij noodzakelijkerwijs wel lijsttrekker moest worden. Opvallend genoeg was er geen berichtgeving te vinden over de stevige positie van Klaver daterend van voor de aanmeldingsperiode voor kandidaten. De positie van Klaver lijkt al voor de opening van deze periode zo stevig te zijn geweest dat de tegenkandidaten uitbleven. De respondent geeft echter aan te vinden dat de leden veel invloed konden uitoefenen.

SP

De SP heeft geen aparte procedure voor het aanstellen van de lijsttrekker. Ieder SP lid kan zich bij de kandidatencommissie aanmelden als potentiële kandidaat voor het lijsttrekkerschap, als ware het een ‘gewone’ positie op de lijst. De commissie maakt vervolgens een selectie en stuurt een

conceptlijst door naar het partijbestuur en de partijraad. Deze mogen deze lijst amenderen alvorens deze wordt doorgestuurd naar het congres (SP 2). Hoewel dit nergens officieel staat vastgelegd in de statuten, valt uit de berichtgeving van de SP (13 maat 2016) rondom de lijsttrekkersprocedure af te leiden dat wanneer zich maar één kandidaat heeft gemeld, het niet noodzakelijk is om een

verkiezingscongres te organiseren, en het volstaat wanneer de kandidaat-lijsttrekker door de partijraad gekozen/geaccepteerd wordt (SP 1).

Ook bij de SP meldde zich geen enkele tegenkandidaat om het op te nemen tegen de zittend lijsttrekker. Op 25 juni 2016 werd hij door de partijraad herkozen en daarmee was de kous af. Uit de artikelen komt een interessant punt naar voren over de machtsverhoudingen binnen de SP die hieraan ten grondslag liggen. Er zou geen serieuze uitdager verwacht worden wegens de stevige positie van Roemer, maar ook omdat binnen de SP een cultuur zou heersen waarin niemand, ook de ‘zwaargewichten’ niet, Roemer, die het bestuur achter zich heeft staan, durft uit te dagen. Uiteraard maakt dit dat de ledeninvloed binnen de SP drastisch ingeperkt worden.

De antwoorden op de enquête zijn opvallend. Eén respondent geeft aan dat de

machtsverhouding zowel formeel als in de praktijk in evenwicht is, terwijl respondent 2 aangeeft dat het primaat bij de leden ligt. Gezien de kritische mediaberichtgeving en de formele regels lijkt de macht echter vooral bij de partijorganisatie liggen.

PvdA

Bij de PvdA kan elk lid zich aanmelden voor het kandidaat-lijsttrekkerschap door honderd handtekeningen te overleggen aan het partijbestuur, waarna het partijbestuur en de

kandidaatstellingscommissie een selectie maken van geschikt geachte kandidaten. Wanneer maar één kandidaat goed wordt gekeurd, wordt hij/zij door het bestuur benoemd tot lijsttrekker (PvdA 1).

(16)

16 Op het congres mogen leden over hem/haar stemmen. Wanneer twee of meer kandidaten zijn goedgekeurd, wordt een ledenraadpleging georganiseerd (PvdA 2).

De Partij van de Arbeid was in aanloop naar de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen de enige partij met lijsttrekkersverkiezingen. Zeven mensen hebben publiek belangstelling voor het lijsttrekkerschap geuit, waarvan er vijf genoeg handtekeningen wisten te overleggen. Deze zijn op gesprek geweest bij het partijbestuur en de kandidaatstellingscommissie om getoetst te worden aan de hand van het lijsttrekkersprofiel. Drie kandidaten zijn hierbij geschikt bevonden: Asscher, Samsom en Monasch. Deze laatste trok zich kort daarna terug, waarna de strijd tussen Samsom en Asscher liep. Op 9 december 2016 werd bekend gemaakt dat Asscher met 54,5 procent van de stemmen gewonnen had bij een opkomstpercentage van 62% van alle stemgerechtigde leden. Zijn

lijsttrekkerschap werd op het partijcongres in januari 2017 bekrachtigd.

Uit journalistieke reconstructies komt het beeld naar voren dat nog voordat de

lijsttrekkersverkiezingen officieel aangekondigd werden, er zich binnen de PvdA al een steeds verder escalerende machtsstrijd afspeelden tussen Samsom, Asscher, Spekman en Dijsselbloem. De

discussie was over er überhaupt lijsttrekkersverkiezingen georganiseerd moesten worden, en welke PvdA kopstukken zich daar wel of niet voor zouden kandideren. Uit alles blijkt dat in deze fase van het proces geen enkele sprake was van ledeninvloed; alles werd binnen de partijtop bevochten en besloten. Later kregen gewone leden wel de kans om zich te kandideren, maar de positie van de kopstukken tegenover de kandidaten vanuit de gewone leden was zoveel beter, dat het in feite een show voor de bühne was.

Dit sluit niet aan bij het beeld dat de PvdA respondent van de gang van zaken geeft. Hij is ervan overtuigd dat de leden zowel formeel als in de praktijk hun invloed volledig hebben (kunnen) doen gelden. Dit is curieus, aangezien het meer dan duidelijk is dat de rekrutering van kandidaten vrijwel volledig over de hoofden van de gewone leden is heen gegaan.

ChristenUnie

Hoewel dit niet zwart op wit in de statuten of het huishoudelijk reglement terug te vinden is, blijkt uit berichtgeving van de ChristenUnie zelf (2016) dat de lijsttrekker door het bestuur wordt gevraagd en voorgedragen, waarna het congres over deze kandidaat kan stemmen.

Het bestuur heeft Segers voorgedragen als lijsttrekker en heeft het congres gevraagd hiermee in te stemmen, wat bij acclamatie is gebeurd. Deze stemming was dus vooral een instemming met de keuze van het partijbestuur betreft. Ook uit de media blijkt dat het lijsttrekkerschap van Segers niet ter discussie stond, wat verder aangeeft dat de ledeninvloed minimaal was.

Partij voor de Dieren

Bij de PvdD kan ieder lid solliciteren naar de positie van lijsttrekker. Het bestuur maakt uit alle sollicitanten een selectie van geschikte kandidaten, en kan een voorkeur uitspreken. Indien er maar één geschikte kandidaat is wordt deze door het bestuur voorgedragen op het congres (PvdD 1). In het geval dat er meerdere kandidaten zijn wordt een ledenraadpleging (met maximaal drie

kandidaten) gehouden onder alle leden. De kandidaat met een meerderheid van stemmen is gekozen tot beoogd lijsttrekker (PvdD 2). Het congres heeft echter nog de mogelijkheid deze alsnog te

vervangen door een andere kandidaat. De PvdD is de enige partij waar de leden zo’n correctiemechanisme op zichzelf hebben.

Aangezien Thieme de enige kandidaat voor de PvdD was, heeft de partij geen

ledenraadpleging gehouden. Thieme is door het bestuur opnieuw voorgedragen als lijsttrekker, en is op het najaarscongres officieel herkozen. Volgens de nieuwsberichten was dit van tevoren al zeker. Haar positie was dusdanig sterk dat deze niet ter discussie stond. Aangezien er niet veel te kiezen was, hebben de leden eigenlijk geen gelegenheid gehad om hun invloed te doen gelden

(17)

17 50PLUS

In eerste instantie doet het hoofdbestuur een voorstel van één of meer namen betreffende de kandidaat lijsttrekker. De leden hebben het recht tegenkandidaten te stellen, maar er staat niet gespecificeerd hoe dit moet. De uiteindelijke lijsttrekker wordt gekozen op het congres.

Krol werd door het bestuur als enige kandidaat voorgedragen. Er waren geen

tegenkandidaten en Krol is door de algemene vergadering unaniem gekozen als lijsttrekker. Ook uit de berichtgeving blijkt dat zijn positie onomstreden was. Voor de leden was de keuze dus beperkt en de voortzetting van zijn positie vrijwel automatisch. Dit getuigt van erg weinig mogelijkheid voor de leden om een echte keuze te maken, wat niet bevorderlijk is voor de ledeninvloed.

De respondent van 50PLUS ervaart echter een evenwicht tussen leden en partijtop, waar vanuit de media eerder het beeld ontstaat dat de partijtop dominant was. Wel geeft hij aan dat de procedure niet erg competitief was, maar dat de wens bestaat om leden meer invloed te geven. SGP

Binnen de SGP draagt het Hoofdbestuur een lijsttrekker voor, waarna hier op het congres over gestemd wordt. Niet alle aanwezigen op het congres hebben stemrecht; dit is voorbehouden aan de afgevaardigden van de afdelingen. Het is (mij) niet bekend wat er gebeurt op het moment dat de algemene vergadering de door het Hoofdbestuur voorgestelde kandidaat afwijst, maar voor zover ik heb kunnen achterhalen is dat nooit voorgekomen. Het blijkt dat stemming op het congres vooral als bevestiging van de keuze van het Hoofdbestuur dient.

In de media is geen melding gemaakt van een eventuele tegenkandidaat van Van der Staaij die ook door het Hoofdbestuur in overweging is genomen. Het Hoofdbestuur heeft Van der Staaij op de algemene ledenvergadering voorgedragen, waar hij officieel benoemd is. Alle artikelen

betreffende de positie van Van der Staaij melden dat hij (vrijwel) zeker weer lijsttrekker zou worden en dat zijn benoeming op de algemene ledenvergadering niet meer dan een formaliteit was. Zowel formeel als in de praktijk blijkt de ledeninvloed binnen de SGP zeer beperkt.

Zeer opvallend is het antwoord van één van de respondenten. Hij geeft aan dat de macht reglementair gezien gelijk verdeeld is tussen leden en bestuur (wat niet klopt), terwijl hij ook aangeeft dat in de praktijk alle macht bij het bestuur lag. Dit verschil kan verklaard worden door de rol die informele factoren spelen. De andere respondent geeft echter aan dat zowel op papier als in de praktijk vrijwel alle macht bij het bestuur lag.

Samenvatting

Op basis van deze gegevens zijn de partijen beoordeeld op de mate van ledeninvloed op papier en in de praktijk zoals uitgelegd in de methodologie. De puntenverdeling is weergegeven in tabellen 2 en 3.

Tabel 2. Score op mate van ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker zoals voorgeschreven in

de reglementen VVD 1 VVD 2 CDA 1 CDA 2 D66 GL 1 GL 2 SP 1 SP 2 PvdA 1 PvdA 2 CU PvdD 1 PvdD 2 50+ SGP rekrutering 0 1 0 1 1 1 1 2 2 0 1 0 0 2 0 0 Selectie 0 3 0 3 3 3 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Stemming 0 3 2 2 2 2 3 0 2 2 3 2 2 2 2 1 Totaal 0 7 2 6 6 6 7 2 4 2 4 2 2 4 2 1

(18)

18

Tabel 3. Score op mate van ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker zoals vastgesteld bij de

laatste lijsttrekkersaanstellingen VVD CDA D66 GL SP PvdA CU PvdD 50+ SGP 0 0 1 1 1 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 Totaal 0 0 1 0 0 2 0 1 1 0

Vervolgens kunnen de partijen op volgorde worden gezet van meeste naar minste ledeninvloed. Daar komen de volgende rankings uit:

Tabel 4. Ranking formeel Tabel 5. Ranking praktijk

In totaal konden de partij bij de formele ranking 9 punten scoren. 11 van de 16 procedures scoren 4 punten of minder, wat aangeeft dat bij veel partijen formeel de mate van ledeninvloed niet groot is. Ook blijkt het voor een aantal partijen erg uit te maken welke van de twee mogelijke procedures gevolgd wordt. In alle gevallen krijgen de leden meer invloed op het proces wanneer een

tegenkandidaat voor de zittend lijsttrekker zich opwerpt.

De VVD valt op doordat de partij aan beide extremen van de schaal staan. Bij de

aanwezigheid van een tegenkandidaat deel de VVD de eerste plaats, maar als deze ontbreekt, is de VVD de enige partij waar de door het hoofdbestuur voorgedragen kandidaat automatisch lijsttrekker wordt. Andere partijen vragen zoals gezien in zo’n geval hun leden of het congres om in te stemmen met de keuze van het partijbestuur. Dit is wellicht een formaliteit, maar het geeft de leden nog altijd de mogelijkheid om tegen te stemmen, dan bij een automatische benoeming.

Verder blijkt dat de meeste partijen het slechts op ledeninvloed scoren bij fase twee, omdat zij gebruik maken van selectiecommissies. Zoals uitgelegd in het theoretisch kader zijn deze een grote beperking van de ledeninvloed op het proces, zelfs wanneer leden in de andere fases volledige invloed hebben. Koole (2016, p. 14) vat dit goed samen voor de procedure bij de PvdA:

Ranking partij punten

1 VVD 2 GL 2 7 CDA 2 D66 GL 1 6 3 SP 2 PvdA 2 PvdD 2 4 4 CDA 1 SP 1 PvdA 1 CU PvdD 1 50PLUS 2 5 SGP 1 6 VVD 0

ranking Partij punten

1 PvdA 2 2 D66 GL CU PvdD 50PLUS SP 1 3 VVD CDA SGP 0

(19)

19

“De invoering van het ledenreferendum in 2002 was bedoeld om te voorkomen dat een kleine kring aan de top van de partij bepaalt wie de nieuwe politieke leider wordt. In plaats van een ‘zeef aan de top’ werd gekozen voor een ‘zeef van onderop’: de kandidaat moet een bepaald aantal ondersteuningsverklaringen van partijleden kunnen overleggen. Door later in de statuten een eis van geschiktheid op te nemen, die door het partijbestuur moet worden vastgesteld, is de zeef aan de top weer terug.”

Voor de partijen die hebben aangegeven hun leden in de toekomst meer invloed te willen geven is er dus nog veel te doen. Vooral het afschaffen van de selectiecommissies zou een goede eerste stap zijn. Daarnaast zou de ledeninvloed er baat hebben bij wanneer het de besturen van de partijen die dit doen stoppen met het voordragen van een eigen kandidaat of er uitspreken van de voorkeur, omdat de keuze van de leden op deze manier gestuurd wordt. Tot slot is er nog de mogelijkheid het grote selectoraat inclusiever te maken. De partijen waarbinnen alleen het congres mag stemmen over de lijsttrekker, zouden ervoor kunnen zorgen dat alle leden kunnen en mogen stemmen (zelfs wanneer alle leden formeel toegang hebben tot het congres, zullen zij niet allemaal aanwezig zijn om van hun stemrecht gebruikt te maken). Dit kan doormiddel van e-voting of een andere manier waardoor leden vanuit huis hun keuze kunnen maken.

De informele factoren

Uit de respons op de enquête is geen eenduidige conclusie te trekken over de grootte van de rol van de informele factoren. Sommige respondenten geven aan dat het verschil tussen formeel en praktijk relatief groot is en de werking van informele factoren zelf ervaren, terwijl dit bij anderen niet of nauwelijks het geval is. Ook per partij is er geen trend of patroon te ontdekken.

De praktijk ranking laat echter wel de aanwezigheid en werking van informele factoren zien. Bij een aantal partijen zit er een aanzienlijk verschil in de mate van ledeninvloed op papier, waar ze redelijk tot goed scoren, en in de praktijk, waar de score niet zo best is. Dit gat is het werkveld van de informele factoren, die ervoor zorgen dat de leden in de praktijk minder invloed hebben dan ze officieel zouden moeten krijgen.

Dan rest de vraag wat deze informele factoren die de ledeninvloed vergroten of verkleinen precies zijn. Na het bestuderen en vergelijken van alle nieuwsartikelen blijkt dat de volgende dingen steeds terugkomen:

Incumbency effect en competiviteit

Deze twee zijn zou nauw met elkaar verbonden dat ze eigenlijk niet los van elkaar behandeld kunnen worden. Bij alle partijen op één na werd de zittend kandidaat-lijsttrekker gekozen of opnieuw aangewezen. Dit is een regelmatigheid die het incumbency effect genoemd wordt en inhoudt dat de zittend kandidaat meestal in het voordeel is ten opzichte van uitdagers vanwege zijn bekendheid en/of populariteit. Dit heeft zijn uitwerking op de competiviteit van de strijd om het lijsttrekkerschap; zelfs wanneer de kandidaatstelling vrij toegankelijk is voor ieder lid, zorgt het incumbency effect ervoor dat de strijd eigenlijk niet eerlijk en competitief is omdat de kandidaten geen gelijke

startpositie hebben. De afgelopen keer waren er bij alle partijen, op de PvdA na, zelfs helemaal geen uitdagers, omdat de positie van de zittend kandidaten zo stevig was dat uitdagen voor tegenstanders niet meer de moeite waard was.

Samen zorgen deze twee ervoor dat de voortzetting van de positie van de zittend lijsttrekker vrijwel vanzelfsprekend is. Hierdoor wordt de leden de mogelijkheid om een echte keuze te maken in feite ontnomen, waardoor de invloed die ze formeel hebben een wassen neus wordt. Omgekeerd is de ledeninvloed dus groter wanneer de zittend lijsttrekker niet meedoet en er alleen gekozen kan worden tussen nieuwe kandidaten.

De rol van de partijtop

Het blijkt dat ook de opstelling van de partijtop grote invloed heeft op hoeveel de leden in de praktijk te zeggen hebben. Bij alle partijen waar het bestuur een preferentie liet blijken of een stemadvies gaf, werd deze door de leden gevolgd. Wanneer het bestuur een duidelijke voorkeur voor een

(20)

20 kandidaat uit en/of leden aanspoort te stemmen op de manier die de partijtop graat zien, worden de leden dusdanig gemanipuleerd dat er van echte invloed meestal geen sprake meer is. De

ledeninvloed is in dit opzicht pas gewaarborgd wanneer de partijtop zich inhoudelijk niet met de aanstelling van de lijsttrekker bemoeit en de leden volledig zelfstandig een keuze kunnen maken, zodat zeker is dat de lijsttrekker in de eerste plaats lijsttrekker is omdat de leden dat willen, en niet omdat het bestuur dat wenst.

(21)

21

Conclusie

Na al het voorgaande is het tijd om een conclusie te trekken en de hoofdvraag te beantwoorden. Het doel van deze scriptie was om vast te stellen welke informele factoren de mate van ledeninvloed op de aanstelling van de lijsttrekker bepalen.

Om deze puzzel op te lossen werden eerst de formele reglementen bestudeerd en

geanalyseerd. Hieruit bleek dat er binnen partijen grote verschillen in ledeninvloed kunnen bestaan afhankelijk van welke procedure gevolgd wordt, maar dat op de keper beschouwd de formele ledeninvloed binnen de meeste partijen niet groot is.

Vervolgens werd geprobeerd om de grootte van de rol van de informele factoren vast te stellen door middel van een enquête. De resultaten gaven een verdeeld beeld en vormen geen overtuigend bewijs dat de rol van de informele factoren over de hele linie groot of klein is.

Met behulp van nieuwsartikelen die een reconstructie gaven van de aanstellingen van de lijsttrekkers van alle partijen, kon worden beoordeeld bij welke partij de leden de afgelopen keer in de praktijk de meeste invloed konden uitoefenen. Dit bleek bij de Partij van de Arbeid te zijn, wat vooral te danken is aan het feit dat dit de enige partij was met meerdere kandidaten, zodat de leden meer keuze hadden.

Tot slot konden de elementen die invloed bleken te hebben op de mate van zeggenschap van de leden geïdentificeerd worden. Bij alle partijen kwam minimaal één van de volgende informele factoren naar voren en bij de meeste partijen kwamen ze zelfs allemaal terug. Het gaat hierbij om: - het incumbency effect: de aanwezigheid van deze factor beperkt in de ledeninvloed;

- de competiviteit: hoe competitiever de strijd om het lijsttrekkerschap, hoe meer invloed leden in de praktijk blijken te hebben;

- de opstelling van het partijbestuur: hoe neutraler de houding van het bestuur, hoe meer invloed de leden in de praktijk hebben.

Hiermee is een antwoord gegeven op de hoofdvraag, en terugkijkend op het

wetenschappelijke debat vormen de data uit dit onderzoek ondersteuning voor de bewering dat de leden bij de aanstelling van de lijsttrekker de zwakkere partij zijn, tegenover de machtigere partijtop. De hoeveelheid invloed die leden uiteindelijk kunnen uitoefenen blijkt afhankelijk te zijn van een aantal factoren waar zij zelf geen controle over hebben. De partijtop en de zittend lijsttrekker kunnen deze omstandigheden wel direct beïnvloeden, wat hen de machtigere speler maakt. In ieder geval kan met zekerheid worden gezegd dat lijsttrekkersverkiezingen niet per definitie meer invloed aan de leden geeft, dit is afhankelijk van de exacte invulling; de ene lijsttrekkersverkiezing is de andere niet. Uiteraard is geen enkel wetenschappelijk onderzoek perfect of allesomvattend. Deze scriptie is beperkt in omvang en zou verbeterd en aangevuld kunnen worden door een hoger

responspercentage op de enquête en diepgaandere reconstructies, bijvoorbeeld door diepte-interviews met betrokken partijfunctionarissen. Ook is niet gezegd dat de in deze scriptie benoemde informele factoren de enige zijn. Met andere onderzoeksmethoden of meer data zouden er wellicht meer achterhaald kunnen worden. Deze scriptie heeft een exploratief karakter en vormde slechts een eerste aanvulling op het wetenschappelijke debat over de formele factoren die ledeninvloed bepalen. Zoals altijd is nog meer onderzoek nodig, willen we de ingewikkelde wereld van

(22)

22

Literatuur

Abels, R. (2016, 16 april) Verkiezing lijsttrekker? Nee bedankt. Trouw.

Aboutaleb wil Asscher uitdagen als leider. (2016, 27 mei). NRC Handelsblad, z.p.

Asscher mengt zich officieel in strijd om PvdA-lijsttrekkerschap. (2016, 17 oktober). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via: http://www.nu.nl/algemeen/4337413/asscher-mengt-zich-officieel-in-strijd-pvda-lijsttrekkerschap.html

Besselink, N. (2016, 2 mei). Met Roemer lopen de socialisten wel een zeker risico. Trouw, p.4. Bijna 100-jarige SGP is zich aan het vernieuwen. (2016, 15 maart). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2092964-bijna-100-jarige-sgp-is-zich-aan-het-vernieuwen.html

Buma door CDA-bestuur voorgedragen als lijsttrekker. (2016, 2 april). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:http://nos.nl/artikel/2096689-buma-door-cda-bestuur-voorgedragen-als-lijsttrekker.html

Buma opnieuw aangewezen als lijsttrekker CDA. (2016, 4 juni). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://www.nu.nl/politiek/4272745/buma-opnieuw-aangewezen-als-lijsttrekker-cda.html

Campagnetour ChristenUnie langs 'plekken van hoop'. (2016, 17 maart). Geraadpleegd op 14 mei via:

http://nos.nl/artikel/2093387-campagnetour-christenunie-langs-plekken-van-hoop.html

CDA bereidt zich voor op weer regeren. (2016, 10 maart). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2091923-cda-bereidt-zich-voor-op-weer-regeren.html

CDA. (2016). Kandidaatstellingsreglement EK TK EP. Geraadpleegd op 9 juni 2017.

CDA. (2016). Statuten en huishoudelijk reglement. Versie 4 juni 2017. Geraadpleegd op 4 mei 2017 via:https://d2vry01uvf8h31.cloudfront.net/CDA/Algemeen/CDA%20Statuten%20%26%20Hui shoudelijk%20Reglement%20%282016%29.pdf

CDA. (2016, 2 april). CDA Partijbestuur draagt Sybrand Buma voor als lijsttrekker. Geraadpleegd op 14 mei 2017 via: https://www.cda.nl/actueel/nieuws/cda-partijbestuur-draagt-sybrand-buma-voor-als-lijsttrekker/

ChristenUnie (2015a). Reglement Kandidaatstelling en Verkiezingen. Geraadpleegd op 10 mei 2017 via: https://www.christenunie.nl/l/library/download/487964?format=save_to_disk

ChristenUnie (2015b). Reglement Partijcongres. Geraadpleegd op 10 mei 2017 via:

https://www.christenunie.nl/l/library/download/901723?format=save_to_disk

ChristenUnie. (2016, 14 maart) Gert-Jan Segers voorgedragen als lijsttrekker ChristenUnie. Geraadpleegd op 3 mei 2017 via:

https://www.christenunie.nl/k/news/view/972548/347467/gert-jan-segers-voorgedragen-als-lijsttrekker-christenunie.html

Cross, W. (2013). Party Leadership Selection and Intra-Party Democracy. In W. Cross & R. Katz (eds). The Challenges of Intra-Party Democracy, pp.100-115. Oxford: Oxford University Press. D66 hoopt op een plekje in de Trêveszaal. (2016, 16 maart) Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2093156-d66-hoopt-op-een-plekje-in-de-treveszaal.html

D66. (2016). Statuten en huishoudelijk reglement. Versie april 2016. Geraadpleegd op 5 mei 2017 via:

https://d66.nl/content/uploads/sites/2/2014/11/Statuten-Huishoudelijk-Reglement-April-2016-2.pdf

D66. (2016, 14 juni). Alexander Pechtold verkozen tot lijsttrekker. Geraadpleegd op 4 mei 2017 via:

https://d66.nl/alexander-pechtold-verkozen-tot-lijsttrekker/

Emile Roemer opnieuw lijsttrekker SP. (2016, 1 mei). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2102478-emile-roemer-opnieuw-lijsttrekker-sp.html

Emile Roemer opnieuw lijsttrekker SP. (2016, 1 mei). HP De Tijd. Emile Roemer opnieuw lijsttrekker SP. (z.d.). Trouw.

Emile Roeper opnieuw lijsttrekker SP. (2016, 1 mei). Geraadpleegd op 23 april 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2102478-emile-roemer-opnieuw-lijsttrekker-sp.html

Gauja, A. (2017). Party Reform: The Causes, Challenges, and Consequences of Organizational Change. Oxford: Oxford University Press.

(23)

23 GroenLinks kiest Jesse Klaver officieel als lijsttrekker. (2016, 23 april). Geraadpleegd op 14 mei 2017

via: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/groenlinks-kiest-jesse-klaver-officieel-als-lijsttrekker

GroenLinks. (2016a). Huishoudelijk reglement. Versie 17 december 2016. Geraadpleegd op 5 mei 2017 via:

https://groenlinks.nl/sites/groenlinks.nl/files/HUISHOUDELIJK%20REGLEMENT%20GROENLIN KS%202017.pdf

GroenLinks. (2016b). Integriteitsverklaring en protocol GroenLinks. Versie juli 2016. Geraadpleegd op 5 mei 2017 via:

https://groenlinks.nl/sites/groenlinks.nl/files/downloads/page/Integriteitsverklaring%20en% 20protocol%20GroenLinks%20juli%202016.pdf

Hazan, R. & Rahat, G. (2010). Democracy within parties. Candidate selection and their political consequences. Oxford: Oxford University Press.

Hoedeman, J. (2016, 27 augustus). Rutte gaat op voor een derde premierschap. Het Parool, z.p. Jesse Klaver officieel gekozen als lijsttrekker GroenLinks (2016, 23 april). Geraadpleegd op 14 mei

2017 via: http://www.nu.nl/algemeen/4251644/jesse-klaver-officieel-gekozen-als-lijsttrekker-groenlinks.html

Jesse Klaver voorgedragen als lijsttrekker GroenLinks. (2016, 11 maart). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via: https://groenlinks.nl/nieuws/jesse-klaver-voorgedragen-als-lijsttrekker-groenlinks

Jesse Klaver wordt lijsttrekker GroenLinks. (2016, 11 maart). Algemeen Dagblad. Jesse Klaver wordt lijsttrekker van GroenLinks. (2016, 11 maart). Trouw.

Kees van der Staaij opnieuw beschikbaar als lijsttrekker voor SGP. (2016, 10 februari). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://www.nu.nl/algemeen/4212395/kees-van-staaij-opnieuw-beschikbaar-als-lijsttrekker-sgp.html

Klaver mag GroenLinks naar verkiezingen leiden. (2016, 23 april). Financieel Dagblad Klaver nu officieel lijsttrekker GroenLinks. (2016, 23 april). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2100997-klaver-nu-officieel-lijsttrekker-groenlinks.html

Kok, L. (2016, 11 maart). Buma nog niet zeker van lijsttrekkerschap CDA. Algemeen Dabblad.

Koole, R. (2016). Lessen voor de ledendemocratie uit de lijsttrekkersverkiezing. S&D (73) 6, pp. 5-20. Lisi, M., Freire, A. & Barbarà, O. (2015) Leadership selection methods and party types. In Cross, W. &

Pilet, B.(2015). The politics of party leadership : a cross-national perspective. Oxford: Oxford University Press.

Mair., P. (1994). Party Organizations: From Civil Society to the State. In: R.S. Katz en P. Mair (eds). How Parties Organize. Change and Adaption in Party Organizations in Western Democracies, pp. 1-22. Londen: SAGE Publications Ltd.

Mark Rutte opnieuw lijsttrekker van VVD. (2016, 26 augustus). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://www.nu.nl/politiek/4312958/mark-rutte-opnieuw-lijsttrekker-van-vvd.html

Nagtegaal, B. (2016, 2 april). CDA-bestuur draagt unaniem Buma voor als lijsttrekker. NRC Handelsblad.

Partij van de Arbeid. (2016). Statuten en huishoudelijk reglement. Versie februari 2016. Geraadpleegd op 10 mei 2017 via:

https://www.pvda.nl/wp-content/uploads/2016/05/10529-statuten-en-reglementen-na-congres-2016.pdf

Partij voor de Dieren wil belangrijker worden. (2016, 18 maart). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2093624-partij-voor-de-dieren-wil-belangrijker-worden.html

Partij voor de Dieren. (2013). Huishoudelijk reglement. Geraadpleegd op 10 mei 2017 via:

https://www.partijvoordedieren.nl/data/files/2016/02/6ab0fdd3449e5178408a8497c981d3 b7.pdf

Pettitt, R. (2014). Contemporary party politics. London: Palgrave Macmillan.

Ritzen, G. & Koning, P. de. (2016, 26 augustus). VVD-bestuur draagt Rutte opnieuw voor als lijsttrekker. NRC Handelsblad.

(24)

24 Roemer opnieuw lijsttrekker SP: 'Weg met eigen risico'. (2016, 25 juni). Geraadpleegd op 14 mei

2017 via: https://www.rtlnieuws.nl/nederland/politiek/roemer-opnieuw-lijsttrekker-sp-weg-met-eigen-risico

Rutte trekt lijst VVD opnieuw. (2016, 27 augustus). NRC Handelsblad, p.6.

Scarrow, S., Webb, P. & Farrell, D. (2000) From social integration to electoral contestation. The changing distribution of power within political parties. In R.J. Dalton en M.P. Wattenberg (eds.). Parties without partisans. Political changes in advanced industrial democracies. Oxford: Oxford University Press.

Seyd, P. (1999). New parties/new politics? A case study of the British Labour Party. Party Politics (5)3, pp.383-405.

SGP. (2016a). Algemeen Reglement. Geraadpleegd op 11 mei 2017 via:

https://www.sgp.nl/zoeken?keyword=Algemeen+Reglement

SGP. (2016b). Statuten. Geraadpleegd op 11 mei 2017 via:

https://www.sgp.nl/zoeken?keyword=Statuten

SP bereidt zich voor op vervroegde verkiezingen. (2016, 13 maart). Geraadpleegd op 23 april 2017 via: http://nos.nl/artikel/2092464-sp-bereidt-zich-voor-op-vervroegde-verkiezingen.html

SP bereidt zich voor op vervroegde verkiezingen. (2016, 13 maart). Geraadpleegd op 14 maart 2017 via: http://nos.nl/artikel/2092464-sp-bereidt-zich-voor-op-vervroegde-verkiezingen.html

SP. (2009). Huishoudelijk reglement. Versie mei 2009. Geraadpleegd op 2 mei 2017 via:

https://www.sp.nl/sites/default/files/sp_hh_2009.pdf

SP. (2016, 25 juni). Roemer gekozen tot lijsttrekker: alleen SP kan kloof dichten. Geraadpleegd op 23 april 2017 via: https://www.sp.nl/nieuws/2016/06/roemer-gekozen-tot-lijsttrekker-alleen-sp-kan-kloof-dichten

Sybrand Buma opnieuw voorgedragen als lijsttrekker CDA. (2016, 2 april). Het Parool. Taxichauffeur daagt Pechtold uit in lijsttrekkerstrijd. (2016, 11 mei). Algemeen Dagblad. Toch geen tegenkandidaat Pechtold voor stemming D66-lijsttrekkerschap. (2016, 27 mei).

Geraadpleegd op 14 mei 2017 via: http://www.nu.nl/politiek/4268733/toch-geen-tegenkandidaat-pechtold-stemming-d66-lijsttrekkerschap.html

Voerman, G. (2005). Plebiscitaire partijen?: over de vernieuwing van de Nederlandse

partijorganisaties. In G. Voerman (ed.), Jaarboek Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen 2004. (blz. 217-244). Groningen: Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.

Voerman, G., Lucardie, A., & Marchand, A. (2004). Portaal tot het parlement: Kandidaatstelling binnen politieke partijen in acht Westerse landen. Den Haag/Groningen: BZK/DNPP.

Vries, J. de. (2016, 2 mei). Verkiezingen Roemer meldt zich als enige kandidaat lijsttrekkerschap SP. NRC Handelsblad, pp.2-3.

Vries, J. de. (2016, 1 mei). Emile Roemer opnieuw SP-lijsttrekker bij volgende verkiezingen. De Volkskrant.

Vries, J. de. (2016, 2 mei). SP stuurt Rocky Roemer nog eens de ring in. De Volkskrant, p. 11. VVD houdt rekening met kabinet van vier of vijf partijen. (2016, 9 maart). Geraadpleegd op 14 mei

2017 via: http://nos.nl/artikel/2091720-vvd-houdt-rekening-met-kabinet-van-vier-of-vijf-partijen.html

VVD top wil Rutte als lijsttrekker bij verkiezingen. (2016, 21 mei). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2106391-vvd-top-wil-rutte-als-lijsttrekker-bij-verkiezingen.html

VVD. (2016). Statuten en huishoudelijk reglement. Versie gepubliceerd op 18 januari 2017. Geraadpleegd op 4 mei 2017 via:

https://vvd.nl/content/uploads/2016/12/statuten_huishoudelijk.pdf

Wiesendahl, E. (1997). Noch Zukunft für die Mitgliederparteien? Erstarrung und Revitalisierung innerparteilicher Partizipation. In A. Klein & R. Schmalz-Bruns (eds.), Politische Beteiligung und Bürgerengagement in Deutsch land. Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung, pp.349-381.

(25)

25 Zuidervaart, B. (2016, 30 oktober). Het is Alarmfase 1, zegt de Partij voor de Dieren. Trouw.

50Plus wil 'gedoe' achter zich laten. (2016, 19 maart). Geraadpleegd op 14 mei 2017 via:

http://nos.nl/artikel/2093769-50plus-wil-gedoe-achter-zich-laten.html

50PLUS. (2014). Huishoudelijk reglement. Geraadpleegd op 10 mei 2017 via:

(26)

26

Appendix A : Aanstellingsprocedures lijsttrekker VVD

Huishoudelijk reglement (2016) Artikel 87: Lijsttrekker

87.1 Het hoofdbestuur maakt via toezending aan alle leden bekend:

a. de naam die het landelijk bestuursoverleg voor het lijsttrekkerschap voordraagt;

b. tot welke datum thematische netwerken, de ledenvergaderingen van lokale netwerken en regio’s kandidaten kunnen stellen voor het lijsttrekkerschap. Deze datum ligt ten minste vier weken na de datum van de bekendmaking.

87.2 Indien meer dan één persoon kandidaat wordt gesteld, wordt de lijsttrekker aangewezen bij een ledenraadpleging zoals omschreven in de artikelen 33 en 35.

CDA

Kandidaatstellingsreglement EK TK EP (2016) Artikel 16.1

Het versterkt partijbestuur stelt een voordracht vast voor de verkiezing van de lijsttrekker. Artikel 16.2

Drie of meer provinciale afdelingen tezamen en/of tien of meer gemeentelijke afdelingen tezamen en/of één procent van de leden kunnen een tegenkandidaat voordragen. Een voordracht van één of meer tegenkandidaten moet uiterlijk tien dagen vóór de vergadering van het partijcongres waarin de lijsttrekker wordt verkozen, of in het geval de lijsttrekker schriftelijk door de leden wordt verkozen uiterlijk tien dagen ná de bekendmaking van de kandidaten voor het lijsttrekkerschap, schriftelijk zijn ingediend bij het partijbestuur. Een voordracht van provinciale dan wel gemeentelijke afdelingen dient door de voorzitters en secretarissen van de desbetreffende afdelingen te zijn ondertekend. Een voorstel van leden dient door alle desbetreffende leden te zijn ondertekend.

Artikel 16.3

De stemming over de keuze van de lijsttrekker vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in de statuten, behoudens het geval dat slechts één kandidaat voor het lijsttrekkerschap is gesteld. In dat geval wordt voorgesteld de lijsttrekker bij acclamatie te verkiezen.

Artikel 16.4

Op alle in te dienen kandidatenlijsten voor de verkiezingen neemt de verkozen lijsttrekker de eerste plaats in.

Artikel 16.5

Het partijcongres benoemt een commissie die is belast met de vaststelling van de uitslag van de stemming. Stembiljetten die een naam vermelden van een persoon die niet door het bestuur of drie of meer provinciale afdelingen tezamen of tien of meer gemeentelijke afdelingen tezamen of één procent van de leden kandidaat is gesteld, zijn ongeldig.

D66

Huishoudelijk reglement (2016)

Artikel 6.16: Verkiezing van de lijsttrekker

1. De aanmelding voor het lijsttrekkerschap duurt tenminste één maand en sluit acht maanden voor de Dag der Kandidaatstelling ingevolge de Kieswet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Het gebruik van sociale media in de fase van de uitvoering en de beëindiging van de arbeidsrelatie. Controle door de werkgever op het gebruik

‘progressief akkoord’ bij. Strikt genomen vallen deze partijen niet onder onze definitie van een lokale partij, maar omdat in de recente Kiesraad- cijfers mogelijk

Met deze verkenning hopen we lessen te trekken voor (nieuwe) politieke partijen, maar ook over de algemene aantrekkingskracht van de lokale politiek: Veel inwoners

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Houdt moed want de Heer brengt verlossing voor jou. Want dit is de strijd van

Vernieuwende initiatieven die tijdens de lockdown ontstonden, waren ener- zijds initiatieven die naar verwachting vooral bruikbaar zijn in crisistijd. Anderzijds ontstonden