Bestuurlijke ondersteuning van lokale energie-initiatieven
http://www.romagazine.nl/uit-de-praktijk/7678-bestuurlijke-ondersteuning-van-lokale-energie-initiatieven?tmpl=component&print=1&page=[29-11-2013 11:15:39]
Bestuurlijke ondersteuning van lokale energie-initiatieven
Duurzaam Dorp in Overijssel
De Nederlandse overheid staat voor een uitdaging op het terrein van klimaat en energie. De afgelopen jaren heeft zij ambitieuze
beleidsdoelstellingen geformuleerd om de broeikasgasuitstoot te verminderen door onder meer het aandeel hernieuwbare energie te verhogen en het totale energieverbruik te verlagen. Om de ambities ook daadwerkelijk te realiseren, is een ‘energietransitie’ vereist. Daarbij is een belangrijke rol voor burgerinitiatieven weggelegd. Maar burgers kunnen het niet alleen. Het is noodzakelijk dat overheden hen daarbij
ondersteunen. Sommige overheden pakken dit inmiddels enthousiast op. In het Duurzaam Dorp-programma van de Provincie Overijssel worden burgers gestimuleerd en gefaciliteerd om hun energie-ambities te bereiken.
Bijeenkomst in Hoonhorst; na de eerste tranche van 2010 ging Duurzaam Dorp breder leven onder de Overijsselse bevolking. Beelden Maurits Sanders
Theoretisch zij er twee wegen naar energietransitie. De rijksoverheid kan van bovenaf sturen door slim transitiemanagement, aangescherpte regelgeving en afspraken met industrie en maatschappelijke sectoren. En er is het spoor dat van ‘onderop’ in gang kan worden gezet. Burgers proberen dan in samenwerking met lokale stakeholders op gemeenschapsniveau autonoom in hun energiebehoeften te voorzien. Met de komst van steeds beter betaalbare decentrale schone opwekkingstechnieken zijn de mogelijkheden toegenomen en burgers willen vaak ook niet meer afhankelijk zijn van de gevestigde energiebedrijven. Zij kiezen bewust voor lokaal opwekte ‘schone energie’. Dit principe past binnen de ideologische systeemkaders van duurzaamheidstrends als ‘We-economy’ en ‘Transition Towns’, waar duurzaamheid en energie samenvallen met waarden als kleinschaligheid in de eigen buurt, waar mensen elkaar kennen en vertrouwen.
Empowerment
Hoewel energie-autonome gemeenschappen aantrekkelijk klinken, zijn ze in de praktijk nog moeilijk te realiseren. Ze hebben economische, ruimtelijke en daarmee politiek-bestuurlijke consequenties die tot frictie kunnen leiden. De rijksoverheid wil geen inkomsten uit energiebelasting derven en hetzelfde geldt voor energiebedrijven met inkomsten uit energieverkoop. Verder werpt bestaande wet- en regelgeving hindernissen op die vergaande lokale energie-autonomie op korte termijn onhaalbaar maken. Maar burgers laten zich daar niet door ontmoedigen. Het aantal lokale energie-initiatieven en daaruit opgerichte energiecoöperaties in Nederland groeit hard. In 2013 wordt een groei tot 300 à 400 coöperaties verwacht. We zien dat ‘grass roots movements’ en andere lokale duurzaamheidsinitiatieven van groot belang zijn voor de ontwikkeling en uitrol van schone energietechnieken . ‘Empowerment’ van onderop verklaart voor een groot deel het succes van windenergie in Denemarken en het falen daarvan in Nederland in de jaren negentig. Lokale initiatieven zijn belangrijk voor de ontwikkeling van duurzame technologieën. Ze zijn goed voor sociale acceptatie en draagvlak en bieden een omgeving waarin technieken de kans krijgen zich te ontwikkelen.
Hoewel burgerinitiatieven dus veel voordelen kunnen bieden, is het de vraag of ze levensvatbaar zijn. Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland blijkt dat veel van dergelijke energie-initiatieven verlegen zitten om ondersteuning door overheden. Overheden kunnen de lokale initiatieven ‘loslaten’, maar ze kunnen ze ook stimuleren en faciliteren.
Interactief en integraal
Bestuurlijke ondersteuning van lokale energie-initiatieven
http://www.romagazine.nl/uit-de-praktijk/7678-bestuurlijke-ondersteuning-van-lokale-energie-initiatieven?tmpl=component&print=1&page=[29-11-2013 11:15:39] De provincie Overijssel stimuleerde met de wedstrijd ‘Duurzaam dorp Overijssel’ in 2010 en 2011 de
Overijsselse burgers om zelf plannen te ontwikkelen voor het verduurzamen van de eigen leefomgeving. Deze aanpak is gebaseerd op een interactieve en integrale beleidsbenadering, waarbij het uitgangspunt is dat lokale gemeenschappen zelf duurzaamheidsvraagstukken en oplossingsrichtingen formuleren. Het abstracte klimaat- en energievraagstuk wordt zo geherdefinieerd tot een aantal met elkaar
samenhangende, overzichtelijke lokale vraagstukken en oplossingen.
De deelnemers aan de wedstrijd hebben in ‘bidbooks’ laten zien wat hun gemeenschap al presteerde op het gebied van duurzaamheid en wat ze verder wilden realiseren om uit te groeien tot de meest
duurzame gemeenschap van Overijssel. Door mee te doen maakten ze kans op financiële ondersteuning van de uitvoering van hun plannen en deelname aan de kenniskring van Duurzaam Dorp. De provincie Overijssel koos dus voor het stimuleren van burgerinitiatieven door middel van een wedstrijd om vervolgens de uitvoering van de meest kansrijke initiatieven te faciliteren.
In aanloop naar de wedstrijd heeft de provincie criteria geformuleerd waarmee een jury de inzendingen zou gaan beoordelen. Zo moesten de plannen betrekking hebben op de thema’s energie, mobiliteit, groen, water, voedsel en afval. De indieners moesten daarbij uit kunnen leggen dat ze een juiste balans hadden gevonden tussen de drie P’s (‘People’, ‘Planet’, ‘Profit’) en dat ze een zo divers en zo groot mogelijke achterban aan zich wisten te binden vanuit een gezamenlijke visie. Ook moesten de plannen een bijdrage leveren aan maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemerschap binnen de gemeenschap.
Resultaten
Na de eerste tranche van 2010 ging Duurzaam Dorp breder leven onder de Overijsselse bevolking. RTV-Oost portretteerde in wekelijkse tv-uitzendingen de deelnemers en de jury van 2011. Na twee tranches werken inmiddels ruim twintig lokale gemeenschappen aan het verduurzamen van hun leefomgeving. Ze participeren in een kenniskring waarin ze ervaringen met elkaar delen en kennis uitwisselen. De Provincie, Saxion, Natuur en Milieu Overijssel en stichting Stimuland ondersteunen deze kenniskring. Ze bieden bijvoorbeeld workshops aan voor verdere professionalisering van de deelnemers, organiseren excursies en begeleiden studenten die opdrachten voor de gemeenschappen uitvoeren. De werkwijze van competitie tussen dorpen en samenwerking met burgers lijkt vruchten af te werpen. In relatief korte tijd zijn er al heel wat plannen gerealiseerd, variërend van aanschaf en gebruik van elektrische deelauto’s voor woonwijken tot het gezamenlijk inkopen van zonnepanelen. De inzending van het dorp Hoonhorst (gemeente Dalfsen) werd in 2010 door de jury als beste uitgekozen. De initiatiefnemers hadden een overtuigend programma met zeventien deelprojecten geformuleerd waarmee ze een flinke geldprijs wonnen voor de uitvoering ervan. Een grote groep bewoners werkt nu aan een ‘Groen’, ‘Gezond’, ‘Gemeenschappelijk’ en ‘Gezellig ’Hoonhorst. Dit motto van de vier G’s vormt de lokale vertaling van de bekende drie P’s.
Breedband-internet
Hoonhorst investeert fors in duurzame energie. Bio-energie wordt verkregen uit het grote aanbod van snoeiafval en mest uit de nabije omgeving. Er zijn inmiddels veel zonnepanelen geïnstalleerd en Hoonhorst werkt op een aansprekende manier aan energiebesparing. Daarnaast nemen sociale en economische verduurzaming een prominente plaats in. Want, wat heb je aan een duurzaam
energiesysteem als je bijna geen mensen meer hebt in het dorp die er gebruik van kunnen maken? Het leefbaar houden van het dorp voor iedereen van 0 tot 100 jaar is voor Hoonhorst van levensbelang. Het verduurzamen op ecologisch gebied ziet Duurzaam Hoonhorst daarbij als voorwaarde. Een van de eerste plannen die het dorp is gaan realiseren is het laten aanleggen van breedband-internet voor de kern en het buitengebied van het dorp. Het verband tussen dit initiatief, het motto van de vier G’s, duurzaamheidsvraagstukken en -oplossingen kunnen we begrijpen als we denken vanuit het perspectief van de lokale gemeenschap.
Hoonhorst heeft zoals zoveel kleine kernen te maken met vraagstukken rond mobiliteit (werk, school), zorg (geen professionals en instellingen in de directe nabijheid), voorzieningen (onder druk of
verdwenen), sociale contacten (vaak op afstand) en lokale economie (agrarische ondernemers en ZZP’ers). De aanwezigheid van breedband-internet schept de voorwaarden om voor een aantal van deze vraagstukken duurzame oplossingen te realiseren. Het snelle internet is bijvoorbeeld een
voorwaarde voor het realiseren van een collectieve thuiswerklocatie in het dorp. Ouderen biedt het meer mogelijkheden voor zorg op maat, langer thuis wonen en contact met kinderen.
Bestuurlijke ondersteuning van lokale energie-initiatieven
http://www.romagazine.nl/uit-de-praktijk/7678-bestuurlijke-ondersteuning-van-lokale-energie-initiatieven?tmpl=component&print=1&page=[29-11-2013 11:15:39]
blog comments powered by DISQUS back to top
De thuiswerklocatie is een plan in ontwikkeling en is een mooi voorbeeld van hoe vanuit lokaal perspectief doelen en functies met elkaar samenhangen. De thuiswerklocatie beperkt niet alleen woon-werk-kilometers, het stimuleert ook de lokale economie en bevordert kennisdeling en toevallige ontmoetingen. De locatie kan een plek bieden voor het combineren van verschillende (sociale) functies. Beoogde gebruikers zijn forenzen, ZZP’ers en lokale ondernemers, maar ook professionals zoals de gemeenteambtenaar, de wijkagent en de verpleegkundige kunnen er neerstrijken. Aan ouderen verschaft het gebouw een ontmoetingsplek, het kan de uitvalsbasis worden van een dorpsklussendienst, een mobiele winkelvoorziening en het kan gecombineerd worden met een ‘Kulturhus’-functie. En vanzelfsprekend gaat deze thuiswerklocatie draaien op zelfopgewekte duurzame energie.
Het overheidsprogramma Duurzaam Dorp Overijssel heeft lokale duurzaamheidsinitiatieven op de agenda gezet in Overijssel. Er wordt kennis gedeeld, er zijn prijzen uitgereikt en er komen decentrale energieopwekkingscentrales. Daarmee is het doel van lokale energie-autonomie nog niet bereikt. Zoals eerder gesteld, zijn er veel structurele obstakels die buiten het domein van de burger en de ondersteunende overheid vallen. Het loslaten van lokale initiatieven door overheden is in ieder geval geen optie. Werken aan verduurzaming stelt hoge eisen aan de kennis en kunde van burgers en vergt een lange adem. Zonder ondersteuning, denk ook aan het wegnemen van barrières op het gebied van regelgeving en vergunningverlening, zal het de burgers niet lukken.
Elly Straatman
hoofddocent Bestuurskunde bij Saxion en docent-onderzoeker bij het Kenniscentrum Leefomgeving Thomas Hoppe en Maurits Sanders
Resp. postdoctoraal onderzoeker en promovendus aan de faculteit Management en Bestuur van de Universiteit Twente
Civiel ontwerper
www.cadaccent.nl