• No results found

Geen duim omlaag voor sociaal angstigen op Facebook : de relatie tussen sociale angst en Sociale Afwijzing op Facebook, en de rol van openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen hierin

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geen duim omlaag voor sociaal angstigen op Facebook : de relatie tussen sociale angst en Sociale Afwijzing op Facebook, en de rol van openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen hierin"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geen duim omlaag voor

Sociaal Angstigen op Facebook

De relatie tussen Sociale Angst en Sociale Afwijzing op Facebook, en de rol van

Openhartigheid, Negativiteit, Positiviteit en Bevestiging vragen hierin

Masterthesis Klinische Psychologie Auteur: S.J. Baas BSc

April 2016

Studentnummer: 0470988 Begeleider: dr. K.F.L. Dijk Universiteit van Amsterdam

(2)

2

Inhoud

Voorwoord ... 3 Abstract ... 4 1. Introductie ... 5 1.1. Huidig Onderzoek ... 7 2. Methode ... 8 2.1. Participanten ... 8 2.2. Metingen ... 8 2.2.1. Sociale angst ... 8 2.3. Beoordelingen ... 9 2.3.1. Onafhankelijke beoordelaars ... 9

2.3.2. Beoordeling mate van sociale afwijzing ... 9

2.3.3. Beoordeling kenmerken statusupdates ... 10

2.4. Procedure ... 10

3. Resultaten ... 11

3.1. Statistische analyses ... 11

3.2. Databeschrijving ... 11

3.3. Hypothese 1; Sociale angst als voorspeller voor sociale afwijzing ... 12

3.4. Hypothese 2; Sociale angst als voorspeller voor openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen ... 12

3.5. Hypothese 3; openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen als voorspeller voor sociale afwijzing ... 13

3.6. Hypothese 4; openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen als mediërende factoren ... 14

4. Discussie en conclusie ... 14

(3)

3

Voorwoord

Deze masterthesis is geschreven ter afsluiting van de master Psychologie, richting Klinische Psychologie, aan de Universiteit van Amsterdam. Graag wil ik mijn scriptie opdragen aan mijn grootmoeder Stientje Riemeijer. Zij kan niet meer bij mijn afstuderen aanwezig zijn, omdat ze op 19 februari jl. is overleden. Gedurende dit project was zij een grote stuwende kracht om door te zetten. Haar veerkracht en doorzettingsvermogen zijn voor mij een blijvende inspiratiebron.

In dit voorwoord wil ik ook de mensen bedanken die er mede voor hebben gezorgd dat ik mijn masterthesis heb kunnen afronden. Corine Dijk wil ik graag bedanken voor haar fijne manier van begeleiding en heldere feedback. Mijn ouders wil ik ook hartelijk danken voor de wijze waarop zij mij konden ondersteunen in woord en daad.

Amsterdam, april 2016 Sylvia Baas

(4)

4

Abstract

Mensen met sociale angst zijn niet alleen bang voor sociale afwijzing, uit eerdere onderzoeken blijkt dat ze ook daadwerkelijk minder leuk gevonden worden. Sociaal angstigen lijken zich te onderscheiden van mensen zonder deze problematiek in de wijze waarop ze communiceren. In deze studie werd onderzocht of sociaal angstige mensen op Facebook vaker werden afgewezen en of hierbij respectievelijk de neiging minder

openhartig, meer negatief en minder positief te zijn in het contact, naast het vaker vragen om bevestiging, een (mediërende) rol speelt. 105 deelnemers aan het onderzoek vulden een sociale angst vragenlijst (SIAS) in en hun statusupdates werden beoordeeld door drie

onafhankelijke beoordelaars. Sociale angst bleek geen voorspeller voor sociale afwijzing. Sociale angst was wel gerelateerd aan een verminderde mate van positiviteit, maar niet aan de mate van openhartigheid, negativiteit en bevestiging vragen. Op basis van huidig

onderzoek kan worden aangenomen dat mensen met sociale angst zich op facebook goed weten te handhaven.

(5)

5

1. Introductie

Mensen met sociale angst vrezen en verwachten dat zij in het contact met anderen negatief beoordeeld en afgewezen worden (Rapee & Heimberg, 1997; Haikal & Hong, 2010). De angst voor sociale afwijzing is geen irreële angst. Zo blijkt uit de onderzoeksliteratuur dat mensen met een hoge mate van sociale angst door anderen minder leuk, minder aardig, minder aantrekkelijk en minder makkelijk in de omgang worden beoordeeld, in vergelijking met mensen met een lage mate van sociale angst (Alden & Wallace, 1995; Heery & Kring, 2007; Voncken, Alden, Bögels & Roelofs, 2008). De problemen die sociaal angstige mensen ondervinden in het sociale verkeer hangen naar alle waarschijnlijkheid samen met de bevindingen dat zij niet alleen minder vrienden en minder liefdesrelaties in het dagelijks leven rapporteren, maar ook minder tevreden zijn over de kwaliteit van betreffende relaties (Alden & Taylor, 2004; Erwin, Turk, Heimberg, Fresco & Hantula, 2004).

Het dagelijkse sociale verkeer bestaat al lang niet meer alleen uit fysieke

ontmoetingen; sociale media zijn niet meer weg te denken bij het aangaan en onderhouden van een sociaal netwerk. Facebook is een zeer veel gebruikt sociaal netwerkmedium

wereldwijd. Het biedt de mogelijkheid aan de gebruiker om zelf vorm te geven aan de wijze waarop deze zich presenteert naar sociale contacten toe door middel van ondermeer status updates. Hoewel de mogelijkheid er natuurlijk is, blijkt uit onderzoek dat gebruikers van Facebook zich over het algemeen niet wezenlijk anders voordoen op hun facebookprofiel, dan in het dagelijkse offline leven (Back, Stopfer, Vazire, Gaddis, Schukle, Egloff & Gosling, 2010).

Mensen met een hoge mate van sociale angst onderscheiden zich op Facebook, net als in de echte wereld, door het hebben van minder vrienden, in vergelijking met mensen die

(6)

6

weinig tot geen sociale angst ervaren (Fernandez, Levinson & Rodebaugh, 2012; Weidman & Levinson, 2015). Mogelijk zijn inadequate sociale gedragingen er debet aan dat mensen met sociale angst, ook op een sociale netwerksite, minder succesvol zijn in het aangaan en onderhouden van sociale contacten.

Zo zijn er aanwijzingen dat het mis kan gaan op het gebied van de inhoud van de communicatie. Voor het ontwikkelen en het in stand houden van sociale relaties blijkt de mate van openhartigheid over persoonlijke zaken; zoals gedachtes, emoties en ervaringen, een belangrijke rol te spelen om aardig gevonden te worden. Dit mes snijdt aan twee kanten: mensen zijn eerder geneigd tot openhartigheid wanneer ze iemand aardig vinden, en ze vinden mensen aardiger wanneer ze meer openhartigheid hebben getoond (Collins & Miller, 1994). Het effect van wederzijdse openheid op aardig gevonden worden blijkt ook van toepassing wanneer de communicatie online verloopt (Dai, Shin, Kashian, Jang & Walther, 2015). Op dit gebied blijken sociaal angstige mensen zich in werkelijke interacties minder handig te gedragen. Sociaal angstigen zijn namelijk minder geneigd tot

openhartigheid dan zij die niet sociaal angstig zijn (Papsdorf & Alden, 1998; Davila & Beck, 2002; Voncken & Dijk, 2013). Of mensen met een hoge mate van sociale angst ook minder openhartigheid tonen in hun facebook status updates valt te verwachten maar is nog niet of nauwelijks onderzocht. Wel weten we dat ze minder status updates tonen dan mensen met een lage mate van sociale angst (Weidman & Levinson, 2015).

Niet alleen de mate van openhartigheid is van belang, maar ook de emotionele inhoud van de boodschap. Zo blijken mensen met weinig zelfvertrouwen status updates te plaatsen op facebook die in grote mate negatief zijn en in lage mate positief. De status updates van deze mensen worden negatiever beoordeeld (Forest & Wood, 2012). Een dergelijke manier van statusupdates posten zou ook plaats kunnen vinden bij mensen met

(7)

7

sociale angst. Mensen met een hoge mate van sociale angst uiten positieve emoties namelijk niet alleen minder, maar ervaren deze ook minder, dan mensen zonder sociale angst

(Kashdan & Breen, 2008). Het openlijk uiten van negatieve emoties doet de intieme relaties van sociaal angstige mensen in ieder geval geen goed; dit hangt samen met verslechtering van de ervaren nabijheid (Kashdan, Volkmann, Breen & Han, 2006).

Daarnaast lijken sociaal angstige mensen vaker de neiging te hebben om bevestiging te vragen, wat ook verband lijkt te houden met een negatievere beoordeling door anderen (Davila & Beck, 2002; Heery & Kring, 2007). Wellicht zijn sociaal angstige mensen dan ook geneigd meer negatieve statusupdates te posten op hun facebookpagina, en vragen ze vaker om een steunende reactie.

1.1. Huidig Onderzoek

We onderzochten de uitwerking van sociale angst op de manier waarop mensen zich inhoudelijk op Facebook presenteren aan de hand van statusupdates, en hoe dit in relatie staat tot sociale afwijzing. Hierbij testten we de volgende hypotheses: 1) De mate van sociale angst voorspelt sociale afwijzing op basis van status updates; 2) De mate van sociale angst voorspelt de mate van openhartigheid, de mate van negativiteit, de mate van positiviteit en de mate van bevestiging vragen in de status updates; 3) De mate van openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen voorspellen de mate voor sociale afwijzing. 4) De relatie tussen sociale angst en sociale afwijzing wordt verklaard door de verschillen in status updates op basis van openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen.

(8)

8

2. Methode

2.1. Participanten

participanten waren 105 eerstejaars studenten psychologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Dit betroffen 83 vrouwen en 21 mannen. Deelnemers zijn online geworven middels de UvA website (https://www.lab.uva.nl). Studenten die tijdens de testweek, een week waarbij alle eerstejaars verplicht psychologische tests ondergaan, op de

Social Interaction Anxiety Scale (SIAS) tot de 25% hoogste of juist 25% laagste scorende

behoorden kregen expliciet een uitnodiging om zich op geven via de website. Het hebben van een Facebook account was een vereiste voor deelname.

2.2. Metingen 2.2.1. Sociale angst

Voor het meten van sociale angst werd de Nederlandse versie van de zelfrapportage vragenlijst Social Interaction Anxiety Scale (SIAS; Mattick & Clark, 1998) door de deelnemers voltooid (M=17.21; SD=11.91). De SIAS bestaat uit 20 items (zoals: “Ik vind het moeilijk om oogcontact te maken met anderen”; “Ik ben nerveus als ik me meng tussen mensen die ik niet goed ken”) die beantwoord worden op een vijfpuntsschaal (0= “helemaal niet van toepassing of waar voor mij”; 4= “helemaal van toepassing of waar voor mij”). De

Nederlandse versie van de SIAS heeft een goede betrouwbaarheid en goede validiteit (de Beurs, Tielen & Wollmann, 2014).

(9)

9

2.3. Beoordelingen

2.3.1. Onafhankelijke beoordelaars

Drie beoordelaars doorliepen eerst een training van twee dagdelen tot de

interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (ICC) met betrekking tot de inhoudelijke kenmerken van de statusupdates voldoende was. De statusupdates werden bij het scoren van de items op willekeurige volgorde aangeboden aan de beoordelaars om zo het risico op observeerbias te verkleinen.

De ICC was voor de inhoudelijke kenmerken goed tot zeer goed (α= .81 tot α=.95), zie tabel 1.

Tabel 1. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de beoordeling op de inhoudelijke kenmerken van de statusupdates.

Kenmerken Cronbach’s Alpha (α)

Negativiteit .95

Positiviteit .89

Openhartigheid .78

Bevestiging vragen .81

2.3.2. Beoordeling mate van sociale afwijzing

De mate van sociale afwijzing werd gemeten door beoordelaars de deelnemers, op basis van de door hen geplaatste statusupdates, te laten scoren op drie items: “hoe leuk vind je deze persoon?”, “zou je met deze persoon om willen gaan?” en “zou je vrienden met deze persoon willen zijn?”. Beoordeling vond plaats middels een vijfpuntsschaal (0=”helemaal niet”, 1=”beetje”, 2=”gemiddeld”, 3=”redelijk veel” en 4=”heel veel”). Lage scores op het gemiddelden van deze items worden geïnterpreteerd als sociale afwijzing (Forrest & Wood, 2012). Deze items zijn afkomstig uit eerder onderzoek en de betrouwbaarheid is voldoende (Forrest & Wood, 2012).

(10)

10

2.3.3. Beoordeling kenmerken statusupdates

De mate van openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen, werden gemeten door beoordelaars de statusupdates, te laten scoren op drie items: “hoe negatief is de update?”, “hoe positief is de update?”, “in hoeverre vind jij dat de persoon zich

blootgeeft?” en “in welke mate denk je dat de persoon behoefte heeft aan bevestiging?”. Beoordeling vond plaats middels een vijfpuntsschaal (0=”helemaal niet”, 1=”beetje”, 2=”gemiddeld”, 3=”redelijk veel” en 4=”heel veel”). Deze items zijn niet eerder gevalideerd maar wel gebruikt in onderzoek. Uit het oorspronkelijke scoreformulier zijn de meest betrouwbare items hier gebruikt.

2.4. Procedure

Na aanmelding via de UvA website kregen de deelnemers online toegang tot de onderzoekswebsite. De verschillende vragenlijsten1 werden online ingevuld en deelnemers

gaven toestemming voor het downloaden van hun persoonlijke Facebookpagina, zoals zichtbaar is voor Facebook vrienden. Hierna werden ze doorgelinkt naar facebook en voegden zij een voor dit onderzoek aangemaakt account toe aan hun vriendenlijst. Via dit onderzoeksaccount werden de Facebookpagina’s van elke deelnemer opgeslagen.

Deelnemers ontvingen na afloop van het onderzoek één proefpersoonpunt

(psychologiestudenten dienen deze te behalen aan de UvA als onderdeel van hun opleiding).

1 Naast de SIAS werden meer vragenlijsten ingevuld welke niet relevant zijn voor huidig onderzoek. Derhalve

(11)

11

3. Resultaten

3.1. Statistische analyses Drie hypotheses werden getoetst met betrekking tot de uitwerking van sociale angst op de

manier waarop mensen zich inhoudelijk op Facebook presenteren middels statusupdates, en hoe dit in relatie staat tot sociale afwijzing. Om te onderzoeken of een grotere mate van sociale angst sociale afwijzing voorspelt, (hypothese 1) werd een regressieanalyse uitgevoerd met de SIAS als onafhankelijke variabele en de score op sociale afwijzing als afhankelijke variabele.

Vervolgens werd met behulp van vier afzonderlijke regressieanalyses berekend of sociale angst de mate van openhartigheid, de mate van negativiteit, de mate van positiviteit en de mate van bevestiging vragen voorspelt (hypothese 2). Hierbij werd de SIAS als de onafhankelijke variabele en respectievelijk openhartigheid, negativiteit en bevestiging vragen als de afhankelijke variabele ingevoerd. Getoetst werd met vier individuele

regressieanalyses of, respectievelijk, de mate van openhartigheid, de mate van negativiteit, de mate van positiviteit en de mate van bevestiging vragen van invloed zijn op de mate van sociale afwijzing (hypothese 3). Wanneer hypothese 1 en hypothese 2, voor één of meerdere inhoudelijke kenmerken van de statusupdates, juist bleken te zijn, werd een mediatieanalyse uitgevoerd voor elke mediator, de inhoudelijke kenmerken van de statusupdates, middels de stapsgewijze procedure ontwikkeld door Baron en Kenny (1986).

3.2. Databeschrijving

Van twee van de 105 proefpersonen ontbraken respectievelijk de scores op de SIAS en geplaatste Facebookposts. De gegevens van de overgebleven 103 proefpersonen zijn gebruikt in de analyses.

(12)

12

3.3. Hypothese 1; Sociale angst als voorspeller voor sociale afwijzing

Middels een regressieanalyse, met sociale afwijzing als afhankelijke variabele, werd geen ondersteuning gevonden voor sociale angst als voorspeller voor sociale afwijzing (zie tabel 2 en figuur 1).

Figuur 1. Scatterplot SIAS versus sociale afwijzing.

3.4. Hypothese 2; Sociale angst als voorspeller voor openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen

De regressieanalyse, met de score op de SIAS als onafhankelijke variabele en positiviteit als afhankelijke variabele werd een borderline significant negatieve trend gevonden (zie tabel 2). Uit de andere vier afzonderlijke regressieanalyses, met de score op de SIAS als onafhankelijke variabele, en respectievelijk openhartigheid, negativiteit en

(13)

13

bevestiging vragen als afhankelijke variabele, werden geen significante relaties gevonden (zie tabel 2).

Tabel 2. Resultaten enkelvoudige regressieanalyses met SIAS score als onafhankelijke variabele

Afhankelijke variabelen β F R 2 p Sociale Afwijzing .132 1.798 .017 .18 Openhartigheid -.040 .162 .002 .69 Bevestiging vragen -.074 .563 .006 .45 Negativiteit .006 .003 .000 .95 Positiviteit -.169 2.986 .029 .09

3.5. Hypothese 3; openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen als voorspeller voor sociale afwijzing

Uit vier afzonderlijke regressieanalyses, met respectievelijk openhartigheid,

negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen onafhankelijke variabele, en sociale afwijzing als afhankelijke variabele, bleken alle vier de relaties significant, maar de relatie tussen bevestiging vragen en sociale afwijzing heeft niet de verwachte richting (zie tabel 3). Hoe groter de mate van bevestiging vragen, des te kleiner is de mate van sociale afwijzing. Een grotere mate van openhartigheid vragen gaat samen met een geringere mate van sociale afwijzing. Hoe negatiever de statusupdates des te groter de mate van sociale afwijzing. Een geringere mate van positiviteit voorspelt een grotere mate van sociale afwijzing.

Tabel 3. Resultaten enkelvoudige regressieanalyses met de inhoudelijke kenmerken van de statusupdates als onafhankelijke variabele en sociale afwijzing als afhankelijke variabele.

Kenmerken

statusupdates β F R

(14)

14

Openhartigheid -.372 16.27 .139 .000

Bevestiging vragen -.361 15.09 .130 .000

Negativiteit .271 8.01 .073 .006

Positiviteit -.542 42.09 .029 .000

3.6. Hypothese 4; openhartigheid, negativiteit, positiviteit en bevestiging vragen als mediërende factoren

Ondersteuning voor de relatie tussen sociale angst en sociale afwijzing werd niet gevonden in dit onderzoek. Een mediatieanalyse werd derhalve niet uitgevoerd.

4. Discussie en conclusie

De resultaten tonen aan dat mensen met een sterkere mate van sociale angst niet meer worden afgewezen, op basis van facebook statusupdates, dan mensen met een lagere mate van sociale angst. Tevens zijn er geen aanwijzingen gevonden voor een verband tussen sociale angst en de mate van openhartigheid, negativiteit en bevestiging vragen in de

geplaatste statusupdates. Sociale angst heeft mogelijk wel een klein effect op de mate van positiviteit dat geuit werd in de statusupdates; een borderline trend werd gevonden dat mensen met een hogere mate van sociale angst minder positief zijn in hun

facebookberichtgeving dan mensen die minder sociaal angstig zijn. Deze trend is consistent met de bevindingen dat mensen met sociale angst niet alleen minder positieve emoties uiten maar ook minder ervaren (Kashdan & Breen, 2008).

(15)

15

De resultaten met betrekking tot de inhoudelijke kenmerken van de statusupdates maken duidelijk dat het minder uiten van positiviteit en openhartigheid, en het juist meer uitdrukken van negativiteit in de statusupdates samenhangt met een grotere mate van sociale afwijzing. Het vragen om bevestiging in statusupdates blijkt juist gunstig en gaat samen met een lagere mate van sociale afwijzing.

De bevindingen impliceren dat mensen met sociale angst het op een sociale

netwerksite beter doen dan in het dagelijks persoonlijke sociale verkeer, waarvan uit eerder onderzoek bekend is dat sociale angst wel tot meer sociale afwijzing leidt (Alden & Wallace, 1995; Heery & Kring, 2007; Voncken, Alden, Bögels & Roelofs, 2008). Een mogelijke

verklaring hiervoor is dat de communicatie via een sociale netwerksite veel minder direct verloopt dan tijdens face-to-face contact. Zo kan er tijdens het opstellen van een

statusupdate bedacht worden dat het toch maar beter niet gedeeld kan worden. Dit is niet ongebruikelijk, 71% van de facebookgebruikers bedenkt zich wel eens op het laatste

moment om toch een al opgesteld bericht niet te delen (Das & Kramer, 2013). Maar ook als een statusupdate geplaatst is, zijn er facebookgebruikers die deze aanpassen of in het geheel verwijderen (Tokunaga, 2011). Dergelijke zelfcensuur gaat samen met zowel het ervaren van sociale angst als een verhoogd bewustzijn over hoe ze overkomen op hun sociale contacten. (Marder, Houghton, Joinson, Shankar & Bull, 2016). In het huidige onderzoek valt op dat mensen met een hogere mate van sociale angst op het oog erg gemiddeld scoren op sociale afwijzing (Zie figuur 1). Ze worden dus niet als erg leuk maar ook niet als heel onaangenaam om mee om te gaan beoordeeld. Mogelijkerwijs passen mensen met een hogere mate van sociale angst meer zelfcensuur toe om niet teveel op te vallen om zo het risico op sociale afwijzing te beperken. Ze vallen in ieder geval niet op in de mate van negativiteit, openhartigheid en bevestiging vragen die getoond werd in de

(16)

16

statusupdates. Vervolgonderzoek zou zich dan ook kunnen richten op de vraag of een grotere mate van sociale angst leidt tot meer zelfcensuur.

In dit onderzoek werd geen ondersteuning gevonden voor een verband tussen een grotere mate van bevestiging vragen in de statusupdates en sociale afwijzing maar het tegenovergestelde; het beeld komt naar voren dat een zekere mate van bevestiging zoeken eerder een beschermend effect heeft, aangezien het verband houdt met een afname van sociale afwijzing. Dit lijkt in tegenspraak met eerdere bevinding maar kan waarschijnlijk verklaard worden door het feit dat in de huidige studie bij geen van de participanten een excessieve mate van bevestiging vragen werd geconstateerd. Juist de overmatige wijze van bevestiging zoeken (Heery & Kring, 2007) en grote afhankelijkheid tonen binnen relaties (Davila & Beck, 2002), bleken in eerdere studies gerelateerd aan sociale afwijzing.

Concluderend zijn de belangrijkste bevindingen dat mensen met sociale angst op Facebook niet worden afgewezen op basis van hoe zij zich presenteren op Facebook. Wel onderscheiden mensen met een hogere mate van sociale angst zich enigszins door minder positiviteit te tonen in hun berichtgeving maar dat resulteert er niet in dat ze worden afgewezen. Op basis van huidig onderzoek kan dus worden aangenomen dat mensen met sociale angst zich op facebook goed weten te handhaven.

5. Referenties

Alden L. E., & Wallace S. T. (1995). Social phobia and social appraisal in successful and unsuccessful social interactions. Behaviour Research and Therapy, 33, 497–505

(17)

17

Alden L. E., & Taylor C. T. (2004). Interpersonal processes in social phobia. Clinical Psychology

Review, 24, 857–882

Back, M. D., Stopfer, J. M., Vazire, S., Gaddis, S., Schmukle, S. C., Egloff, B., & Gosling, S. D. (2010). Facebook profiles reflect actual personality not self-idealization. Psychological

Science, 21, 372-374

Beurs de, E., Tielen, D. & Wollmann, L. (2014). The Dutch Social Interaction Anxiety Scale and the Social Phobia Scale: Reliability, Validity, and Clinical Utility. Psychiatry Journal, 2014, 1-9

Collins, N. L., & Miller, L. C. (1994). Self-disclosure and liking: a meta-analytic review.

Psychological Bulletin, 116, 457-475

Dai, Y., Shin, S.Y., Kashian, N., Jang, J. W., & Walther, J. B. (2015).The Influence of Responses to Self-Disclosure on Liking in Computer-Mediated Communication. Journal of

Language and Social Psychology, 23, 1-18

Davila, J., & Beck, J. G. (2002). Is social anxiety associated with impairment in close relationships? A preliminary investigation. Behavior Therapy, 33, 427-446 Das, S., & Kramer, A. (2013). Self-Censorship on Facebook. Proceedings of the 7th

International Conference on Weblogs and Social Media, ICWSM 2013, 120-127

Erwin B. A., Turk C. L., Heimberg R. G., Fresco D. M., & Hantula D.A. (2004) The Internet: Home to a severe population of individuals with social anxiety disorder? Journal of

Anxiety Disorders, 18, 629–646

Faul, F., Erdfelder, E., Buchner, A., & Lang, A.-G. (2009). Statistical power analyses using G*Power 3.1: Tests for correlation and regression analyses. Behaviour Research

Methods, 41, 1149-1160

(18)

18

anxiety from Facebook profiles. Social Psychological and Personality Science. 6, 707- 712

Forest, A.L., & Wood, J.V. (2012). When Social Networking Is Not Working: Individuals With Low Self-Esteem Recognize but Do Not Reap the Benefits of Self-Disclosure on Facebook. Psychological Science, 23, 295-302

Haikal, M., & Hong, R. Y. (2010). The effects of social evaluation and looming threat ons elf- attentional biases and social anxiety. Journal of Anxiety Disorders, 24, 345-352

Heerey, E. A., & Kring, A. M. (2007). Interpersonal consequences of social anxiety. Journal of

Abnormal Psychology, 116, 125-134.

Kashdan, T. B., & Breen, W. E. (2008). Social anxiety and positive emotions: A prospective examination of a self-regulatory model with tendencies to suppress or express emotions as a moderating variable. Behavior Therapy, 39, 1-12

Kashdan, T. B., Volkmann, J., Breen, W. E., & Han, S. (2007). Social anxiety and romantic relationships: The costs and benefits of negative emotion expression are context- dependent. Journal of Anxiety Disorders, 21, 475-492

Marder, B., Houghton, D., Joinson, A., Shankar, A., & Bull, E. (2016). Understanding the

Psychological Process of Avoidance-Based Self-Regulation on Facebook. Cyberpsychology, Behavior, and social networking, 0, 1-7

Papsdorf, M., & Alden, L. (1998). Mediators of social rejection in social anxiety: Similarity, self-disclosure, and overt signs of anxiety. Journal of Research in Personality, 32, 351-369

Rapee, R. M., & Heimberg, R.G. (1997). A cognitive-behavioral model of anxiety in social phobia. Behaviour Research and Therapy, 35, 741-756

(19)

19

occur over social networking sites. CyberPsychology, Behavior, and Social Networking, 14, 425-432

Voncken, M. J., Alden, L. E., Bögels, S. M, & Roelofs, J. (2008). Social rejection in social anxiety disorder: The role of performance deficits, evoked negative emotions and dissimilarity. British Journal of Clinical Psychology, 47, 439-450

Voncken, M. J. & Dijk, K. F. L. (2013). Socially Anxious Get a Second Chance After Being Disliked at First Sight: The Role of Self-Disclosure in the Development of Likeability in Sequential Social Contact. Cognitive Therapy and Research, 37, 7-17

Weidman, A. C., & Levinson, C. A. (2015). I’m still socially anxious online: Offline relationship impairment characterizing social anxiety manifests and is accurately perceived in online social networking profiles. Computers in Human Behaviour, 49, 12-19

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

However, SVM rank- ing modelling social behaviours as a group and consider- ing relative differences resulted in the best performance compared to the individual classification

Firms can implement three different business models oriented to use wastes in their production processes: i) input replacement; ii) co-products generation; and iii) new products

The tensile test was also necessary to determine the mechanical properties necessary to characterizethe dynamic response of the ABS at high strain rates.. The ABS specimens

Omdat de eiwitten betrokken bij transformatie grotendeels hetzelfde zijn in alle bekende natuurlijk competente bacteriën, kan deze methode gebruikt worden voor veel

Nowadays, the first objection is losing much of its urgency as the modern science of subjective well-being continues to develop its methods to measure people ’s happiness.. One

In order to thoroughly verify the proposed dependability approach, the DM needs to be integrated into an MPSoC environment to examine some key features, such as the interaction

However, on the other hand there is also a view that under leveraging helps the business maintaining strong business practices and a long-term orientation,