• No results found

Het mysterie van Mantes-la-Ville. Hoe een socialistisch bastion ten prooi viel aan het Front National

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het mysterie van Mantes-la-Ville. Hoe een socialistisch bastion ten prooi viel aan het Front National"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het mysterie van Mantes-la-Ville

Hoe een socialistisch bastion ten prooi viel aan het

Front National

Student: Bram Sommer

Studentnummer: 10070109

Email adres: Bram_Sommer@hotmail.com

Docent: dr. N.G. Pas

Vak: Masterscriptie Geschiedenis van de internationale betrekkingen

(2)

Résumé

Mantes-la-Ville, commune qui héberge environ vingt mille habitants, se trouve à une cinquantaine de kilomètres de Paris. Entourée du riche paysage des Yvelines, la ville connaît une histoire industrielle qui lui a apporté sa fortune dans les années d’après-guerre. Socialiste et communiste depuis plus de soixante-dix ans, toutes les richesses furent surtout mises à la disposition de la population ouvrière, ce qui a donné à Mantes-la-Ville l’allure d'une cité HLM qu’elle conserve depuis. Les crises pétrolières des années soixante-dix et quatre-vingt mettront fin à la prospérité de la ville, et la

laisse sinistrée. Durant ces années, l’industrie dans la région s’automatise et le chômage ne cesse de grimper. Mantes-la-Ville perd de sa vivacité et la ville devient de plus en plus dormante,

avec une zone d’activité qui se déplace à Paris et à la Défense. Soudainement, en 2014, lors des élections municipales en 2014, la vie paisible des habitants prend fin lorsque se produit

l’inattendu : le Parti Socialiste perd l’élection et Cyril Nauth est élu maire de

Mantes-la-Ville, première pour le Front National en Ile-de-France. La France est sous le choc. Comment est-ce possible qu’une ville où le PS semblait imbattable, devienne Front National ? Ce mémoire vise à répondre à cette question, en examinant les causes nationales et locales pour comprendre la montée au pouvoir du Front National à Mantes-la-Ville.

(3)

Dankwoord

Na een intensieve onderzoeksperiode leg ik eindelijk de hand aan de laatste woorden van mijn scriptie. In de eerste plaats zou ik iedereen in Mantes-la-Ville waar ik tijdens de totstandkoming van dit onderzoek mee heb samengewerkt willen bedanken. Ik had niet verwacht dat ik zo hartelijk ontvangen zou worden door de plaatselijke bewoners, van burgemeesters tot lokale caféhouders. Mede dankzij hen heb ik oprecht genoten van mijn treinreizen naar het platteland en mijn onderzoek in het veld. Het was een bijzondere ervaring.

Daarnaast zou ik bovenal Niek Pas willen bedanken, met name voor zijn geduld en vertrouwen. Ik geloof niet dat ik de makkelijkste student ben geweest om te begeleiden, en dat ik hem af en toe de nodige onrust zal hebben bezorgd. Meer dan een jaar lang was ik zoekende naar een geschikt onderwerp om mijn studie mee af te sluiten. Ik geloof dat ik gedurende deze periode ongeveer de gehele geschiedenis van Frankrijk in de 20ste eeuw heb afgetast in de hoop een origineel onderwerp

te vinden. Niek Pas gaf mij een duwtje in de goede richting door voor te stellen om de opmars van het Front National op lokaal niveau te analyseren. Mantes-la-Ville bleek daarvoor een uitstekende casus. Ondanks de afstand die wij moesten overbruggen verliep de samenwerking vlot, en stelde Niek Pas een groot vertrouwen in mijn zelfstandige werkwijze. Mede dankzij hem heb ik enorm veel plezier beleefd aan mijn laatste studieactiviteit, en ik zal hem daar altijd dankbaar voor zijn.

Bram Sommer

(4)

Inhoudsopgave

Inleiding: De Yvelines gekraakt blz. 4

Hoofdstuk 1: Het Front National van Jean-Marie le Pen blz. 9

Hoofdstuk 2: Het (tijdelijke) verval van het Front National blz. 17

Hoofdstuk 3: Het ‘nieuwe’ Front National onder Marine le Pen blz. 20

Hoofdstuk 4: Mantes-la-Ville blz. 25

 Geschiedenis van Mantes-la-Ville blz. 27

Hoofdstuk 5: Op bezoek bij een Front National burgemeester blz. 31

Hoofdstuk 6: De verkiezingen

 Nationale tendens blz. 34

 De twee dienstmeiden blz. 36

 De vijfde colonne blz. 39

 Twee moskeeën voor de prijs van een? blz. 41

Hoofdstuk 7: Mantes-la-Ville Bleu Marine blz. 46

Conclusie blz. 55

(5)

De Yvelines gekraakt

December 2015 haalde het Front National tijdens de regionale verkiezingen het beste resultaat tot dan toe: 6,8 miljoen Franse stemmen. Ondanks het feit dat de partij in geen enkele regio won, betekende dit wel een stijging van 400.000 stemmen ten opzichte van de presidentsverkiezingen in 2012. Vreemd als we terugdenken aan het jaar 2007, waarin de partij op sterven na dood was. Na de doorbraak in 1984, bleef het Front National permanent boven de 10% aan kiezers, met als

hoogtepunt het halen van de tweede ronde tijdens de presidentsverkiezingen in 2002. Vervolgens leek de partij de geest te geven, met als dieptepunt een percentage van 4,3 procent bij de

verkiezingen voor de Assemblée Nationale in 2007. Maar het tij keerde. De opmars gaat door, en lijkt niet te stuiten.

Het Front National streeft, sinds Marine le Pen in 2011 het roer heeft overgenomen, naar het imago van een gangbare partij, en is dringend op zoek naar bestuursposities om zichzelf te bewijzen. Zo haalde het Front National in 2014 een historische overwinning door in het stadje Mantes-la-Ville het burgemeesterschap te veroveren, de eerste FN-burgemeesterszetel ooit in het departement Yvelines. Bijzonder, aangezien deze stad, die zich op nauwelijks vijftig kilometer ten westen van Parijs bevindt, vanouds een socialistisch bastion is en al decennialang geen andere burgemeesters gekend heeft met een andere achtergrond dan die van de Parti Socialiste of de Parti Communiste Français. Mantes-le-Ville is het kleinere zusje van het beruchte Mantes-la-Jolie, en grenst aan Val-Fourré, de buitenwijk waar in 1991 de bom barstte en de eerste voorstadrellen van Frankrijk zich afspeelden. Het telt ongeveer twintigduizend inwoners, waarvan de meerderheid elke ochtend de trein pakt richting Parijs om zich naar La Défense te spoeden. Vergeleken bij het bruisende centrum van Mantes-la-Jolie is er voor de lokale bewoners van Mantes-la-Ville in hun eigen, niet bestaande, stadscentrum weinig te beleven. Op straat is het rustig en ziet men geen kip. Waarom was

uitgerekend Mantes-la-Ville de plek waar het Front National voor het eerst in het île-de-France, de historische kern van Frankrijk, een gemeente wist te veroveren? Al jaren proberen historici de opkomst van het Front National te beschrijven, veelal op nationaal niveau. Een blik in de gang van zaken van een kleine gemeente biedt de mogelijkheid om erachter te komen wat een Fransman beweegt om op een partij met het etiket ‘extreemrechts’ te stemmen.

Om te begrijpen wat zich precies rondom de verkiezingen van 2014 in Mantes-la-Ville heeft afgespeeld, heb ik mijn werkstuk in tweeën verdeeld. Het eerste deel richt zich op de achtergrond van het Front National in Frankrijk: wat is de geschiedenis van de partij en welke ontwikkelingen heeft zij de afgelopen decennia doorgemaakt? Biedt de nationale achtergrond aanknopingspunten om de lokale tendens te verklaren? Het eerste hoofdstuk behandelt de opkomst van de partij onder leiding van Jean-Marie le Pen. Het tweede gaat in op het verval van het Front National, en de rol die de

(6)

rechtse minister, later president, Nicolas Sarkozy daarin gespeeld heeft. Het derde hoofdstuk

beschrijft de wederopstanding van de partij onder Marine le Pen. Omdat de nadruk van mijn werk op Mantes-la-Ville ligt, heb ik mij in het eerste gedeelte beperkt tot de standaardwerken van een kleine groep historici (en een enkele politicoloog) die bekend staan als specialisten op het gebied van de Franse politieke geschiedenis of meer specifiek, die van het Front National. Onder hen zijn Michel Winock (Docent aan Sciences Po), René Rémond (1918-2007, lid van de Académie Française), Pascal Perrineau (Docent aan, en oud directeur van de onderzoeksafdeling van Sciences Po), Valérie Igounet (Onderzoeker aan het Centre National de la Recherche Scientifique, CNRS), Alexandre Dézé

(Universitair docent in politieke wetenschappen aan de universiteit van Montpellier) en Michel Wieviorka (Directeur bij de École des Hautes Études en Sciences Sociales, EHESS).

Elk van hen hanteert een eigen methodiek. Zo nemen Winock, Wieviorka en Rémond, alle drie mastodonten op het gebied van algemene politieke geschiedenissen van Frankrijk, niet de moeite om hun bevindingen te annoteren. Desondanks bieden ze, voor een snel begrip van de politieke ontwikkelingen van de afgelopen eeuw, een welkom instrument. Dézé (van oorsprong historicus, maar ook gediplomeerd politicoloog) en Perrineau (politicoloog) baseren hun bevindingen meer op statistiek en cijfers. Zo behandelt Perrineau de opkomst van het Front National bijna volledig aan de hand van de uitslagen van eerdere verkiezingen, waarin hij minutieus de ontwikkelingen per regio beschrijft. Het problematische aan deze methode is dat zij niet de vraag kan beantwoorden waarom een regio verandert, en slechts aantoont dát zij verandert. Deze studies bieden wel een machtig cijfermatig overzicht van de afgelopen decennia dat een schets van het Front National kan ondersteunen.

Voor meer diepgang is Le Front National. De 1972 à nos jours. Le parti, les hommes, les idées (Parijs 2014) van Igounet waarschijnlijk het meest recente en inhoudelijke werk over het Front National. Zij baseert zich voor een belangrijk deel op oral history. Ze voerde een indrukwekkend aantal gesprekken, onder andere met FN-kopstukken als Louis Aliot, Carl Lang, Bruno Mégret en Jean-Marie le Pen. Dat er haken en ogen aan deze mondelinge geschiedenis zitten, deert Igounet

nauwelijks. Ter onderbouwing van haar methode is het voor Igounet voldoende om te zeggen dat Oral history nu eenmaal essentieel is voor de contemporaine historicus die zich van binnenuit met volkse ontwikkelingen bemoeit. Zij laat het na te refereren aan Paul Thompson, onderzoeker aan de universiteit van Essex, en zijn werk The voice of the past: oral history uit 1978. Thompson schrijft bijvoorbeeld dat oral history van groot belang is om de mensen die de geschiedenis zelf beleefd hebben weer centraal te stellen binnen het verhaal, precies zoals Igounet in haar werk Aliot, Lang en Le Pen aan het woord laat.1 Daarnaast is Thompson van mening dat onderzoek vanuit officiële

1 Paul Thompson, ‘The voice of the past. Oral history’, in: Robert Perks en Alistair Thompson ed., The oral history reader (Londen 1998) 22.

(7)

documenten (denk hierbij aan Perrineau en Dézé) te eenzijdig is, en al snel terugvalt op legislatieve en administratieve ontwikkelingen, zoals bevolkingsgroei, gemiddelde leeftijd, welvaart en

familiestructuren.2Oral history biedt meer verdieping, zeker in het geval van een lokale geschiedenis

waar het aantal officiële documenten gering is:

“Oral history by contrast makes a much fairer trial possible: witnesses can now also be called from the under-classes, the unprivileged, and the defeated. It provides a more realistic and fair reconstruction of the past, a challenge to the established account. In so doing, oral history has radical implications for the social message of history as a whole.”3

Het tweede gedeelte van mijn werkstuk is meer in lijn met contemporaine studies als Nicolas Lebourg’s Perpignan, une ville avant le Front National (2014). In dit stuk behandelt Lebourg, gespecialiseerd in extreemrechtse stromingen, de opkomst van het Front National tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in Perpignan, waar het FN in de eerste ronde aan kop kwam, maar de tweede ronde hopeloos verloor. Zijn vraag luidt: wat was de oorzaak voor dit onverwachte verlies?4

Lebourg baseert zich, evenals Perrineau, voor zijn onderzoek op de uitslagen van de verkiezingen per wijk en statistiek (demografie, inkomen, werkloosheid), waarbij hij meer een sociologisch dan een historisch perspectief hanteert. Voor mijn stuk over Mantes-la-Ville heb ik gekozen voor de methode van Igounet, en niet die van Lebourg. Ik wilde graag de inwoners van Mantes-la-Ville zelf aan het woord laten, en er stapje voor stapje achter komen wat zich daar in 2014 heeft afgespeeld. Voor het onderzoek van Lebourg geldt dezelfde kritiek als voor Perrineau: met statistiek alleen komen we niet achter de beweegreden om op het Front National te stemmen, terwijl de discussie over het FN al decennia juist om die beweegredenen draait.

Het onderzoek naar Mantes-la-Ville is verdeeld in vier hoofdstukken, sterk gericht op de verkiezingen in 2014. Het eerste geeft een sfeerimpressie van de stad en behandelt bondig de geschiedenis van de afgelopen honderd jaar, met speciale aandacht voor de demografische en economische veranderingen tijdens de naoorlogse periode. Welke ontwikkelingen liggen mogelijk ten grondslag aan de ommezwaai van het socialistische etiket van de stad naar het Front National in 2014? Het tweede stuk beschrijft de persoon van Cyril Nauth, en is bedoeld om de motieven van de Front National-burgemeester van Mantes-la-Ville beter te begrijpen. Wie is deze man en wat beweegt hem om zich in te zetten voor Marine le Pen? Het hoofdstuk dat daarop volgt richt zich volledig op het verloop van de verkiezingen. Welke factoren hebben een rol gespeeld bij de overwinning van het

2 Thompson, ‘The voice of the past. Oral history’, 23. 3 Ibidem, 24-25.

(8)

Front National? Gaven nationale of lokale sentimenten de doorslag? Het laatste stuk schetst een beeld van de stad onder het Front National. Wat zijn de reacties van de bevolking op de aanstelling van Cyril Nauth, en is een bestuur van het Front National wezenlijk anders dan een bestuur van socialistische snit?

Het tweede gedeelte dat Mantes-la-Ville behandelt, leverde qua onderzoeksmateriaal aanzienlijk meer problemen op dan het eerste. Er bestaan nauwelijks secundaire bronnen die de geschiedenis of de huidige ontwikkelingen van Mantes-la-Ville beschrijven. Er stond niets anders te doen dan ter plaatse interviews af te nemen om er achter te komen wat er zich in Mantes-la-Ville allemaal heeft afgespeeld. Zoals Igounet aangeeft blijkt oral history een essentiële techniek voor de historicus die contemporaine volksgeschiedenis behandelt. Daarbij horen onverwachte problemen. Zo zou ik bijvoorbeeld een afspraak hebben met Philippe Chevrier, woordvoerder van het Front National in de Yvelines, maar dat ging niet door. Achteraf bleek dat hij twee dagen voor ons gesprek door Marine le Pen was afgezet vanwege wangedrag. Hij zou zich verzet hebben tegen de gang van zaken binnen de partij en teveel zijn sympathie voor Jean-Marie le Pen hebben geuit.5 Tijdens het

schrijven van dit stuk gingen de ontwikkelingen in Mantes-la-Ville gewoon door. In mei openden de deuren van een moskee waar de Front National burgemeester zich jarenlang tegen had verzet, en werd de oud-burgemeester aangeklaagd van cliëntelisme en het documenteren van etnische minderheden binnen bepaalde wijken. Al deze informatie kreeg ik via mijn persoonlijke bronnen, zonder wie ik nooit op het goede spoor was gezet.

Het vinden van de juiste bronnen heb ik met name te danken aan het boek Ma ville couleur bleu marine, geschreven door enkele lokale journalisten, die hun stad onder leiding van een Front National burgemeester beschrijven.6 Een van deze steden was toevalligerwijs Mantes-la-Ville. Dit

bood mij een aanknopingspunt om erachter te komen wie ik zou moeten spreken om deze

geschiedenis te ontrafelen. Vervolgens heb ik contact gelegd met iemand uit de naaste omgeving van de vertrekkende socialistische burgemeester, de huidige Front National burgemeester, een

oppositielid uit de gemeenteraad, een plaatselijke journalist, een lokale activist (tegen de Front National burgemeester), en enkele inwoners van Mantes-la-Ville. Op deze manier hoopte ik het verhaal van alle kanten te kunnen belichten, de meningen tegen elkaar af te zetten, en er zo achter te komen wat er de afgelopen twee jaar allemaal is voorgevallen.

In april 2016 ben ik vanuit Parijs in de trein gesprongen om deze contacten te leggen. Op het stadhuis kreeg ik te horen dat ik telefonisch gemakkelijk een afspraak kon regelen met de burgemeester, en zo geschiedde. Een week later zat ik met Cyril Nauth aan tafel. Daarnaast was Mehdi Gherdane,

5 Laurent Mauron, ‘Privé de ses responsabilités, Philippe Chevrier veut « refonder » le FN’, Le Parisien, 9 mei 2016.

(9)

journalist bij Le Parisien en een van de auteurs van Ma ville couleur bleu marine, van onschatbare waarde. Na een bezoek aan zijn bureau in Mantes-la-Jolie verschafte hij mij, naast de nodige informatie, de namen en telefoonnummers van de belangrijkste partijen die deelnamen aan de verkiezingen van 2014. Zo kwam ik via Gherdane in aanraking met Annette Peulvast-Bergeal, oud-burgemeester van Mantes-la-Ville van 1995-2008, Fabrice Andreella, oppositieleider en een belangrijke kandidaat tijdens de verkiezingen van 2014, en Romain Carbonne, leider van de lokale actiegroep Collectif de Réflexion et d’Initiatives Citoyennes (CRIC). Andere mensen, zoals Calvin Bagland, woordvoerder van de plaatselijke Parti Socialiste, en Vivien Deniaux, directeur van het Centre Communal d’Action Social (CCAS, het sociaal loket van Mantes-la-Ville), waren toevalstreffers. Tijdens een wandeling door het aangrenzende Mantes-la-Jolie stuitte ik op het kantoor van de Parti Socialiste. Daar heb ik contact gelegd met Bagland, die mij graag te woord stond. Deniaux was een nog groter geluk. Op zoek naar het kantoor van de plaatselijke UMP kwam ik hem tegen bij het sociaal loket dat hij net verliet om te gaan lunchen. Zonder van zijn functie op de hoogte te zijn was hij de eerste waarmee ik een afspraak maakte.

Alle afspraken (burgemeester Nauth sprak ik tweemaal) duurden gemiddeld anderhalf uur. De opbouw van de gesprekken was telkens vergelijkbaar. In eerste instantie probeerde ik via hen wat meer te weten te komen over Mantes-la-Ville. Tot het moment dat ik van Cyril Nauth een uitgebreide geschiedenis van de stad cadeau kreeg, was ik namelijk op hen aangewezen om iets over het

verleden van de stad te weten te komen. Vervolgens behandelden we de verkiezingen van 2014, om het gesprek af te sluiten met de huidige stand van zaken in de stad. Door steeds dezelfde structuur aan te houden, heb ik meerdere keren, vanuit verschillende perspectieven, hetzelfde verhaal te horen gekregen. In de wetenschap dat een methode als oral history overgeleverd is aan de grillen van de ondervraagde (met name veel naming and shaming als het gaat om het Front National, een partij die bij voorbaat volledig fout is), zijn subjectieve oordeel, het vergeten of expres weglaten van

gebeurtenissen, heb ik aan de hand van deze routine geprobeerd de geschiedenis van Mantes-la-Ville waarheidsgetrouw te beschrijven en de grootste onregelmatigheden eruit te filteren. Wanneer ik niet over voldoende informatie beschikte, of wanneer ik de informatie uit interviews wilde controleren, heb ik gebruik gemaakt van krantenartikelen. Voor dit onderzoek heb ik dan ook alle artikelen uit de plaatselijke krant Le Parisien over een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de inauguratie van Cyril Nauth tot half juni, geraadpleegd.

Dit werkstuk biedt, door Mantes-la-Ville als case study te nemen, een microgeschiedenis van Frankrijk en de opkomst van het Front National. Het schetst de ontwikkelingen in een alledaags Frans stadje, waar doorgaans weinig gebeurt. Wellicht kunnen de beweegredenen van de inwoners van Mantes-la-Ville als aanknopingspunt dienen om de ruk naar rechts in Frankrijk beter te begrijpen.

(10)

Hoofdstuk 1 : Het Front National van Jean-Marie le Pen

“L’originalité du parti de Jean-Marie Le Pen est de faire la synthèse de toutes les traditions d’extrême droite qui depuis la Révolution mettent en cause la démocratie libérale.” Michel Winock, historicus en gespecialiseerd in de geschiedenis van de Franse Republiek, vat het Front National van Le Pen bondig samen: het originele van de partij schuilt in zijn synthese van extreemrechtse tradities in Frankrijk.7

Als het aan René Rémond ligt, oud-lid van de Académie Française en auteur van de klassieker La droite en France de 1815 à nos jours, doet Winock het Front National met deze woorden tekort: “Elle présente des traits qui ne permettent pas de la confondre avec d’autres droites ni de la réduire à telle ou telle.”8 In een van zijn laatste werken verontschuldigt Rémond zich zelfs dat hij in zijn klassieker

van La droite het Front National zou hebben onderschat. De reden die hij daarvoor geeft, is dat extreemrechts in Frankrijk altijd zo’n kort leven beschoren was geweest, en dat het daarom niet de moeite waard was om het op te nemen in de rechtse tradities van het land:

“Or, l’extrême droite, (…), ne s’était manifestée dans notre histoire politique que par intermittences: du boulangisme au poujadisme, une succession discontinue d’accès de fièvre qui durèrent le temps d’un psychodrame; la crise passée, le mouvement se dissipait aussi promptement qu’il avait surgi, telle une ondée orageuse.”9

Extreemrechts zoals hierboven omschreven, is niet te vergelijken met de huidige staat van dienst van het Front National: “La situation est tout autre : il n’est plus possible d’ignorer l’existence d’une droite extrême.”10

Maar wat is extreemrechts? Vanaf het eerste succes van het Front National ontstond er een levendige discussie rond de vraag tot welke stroming de partij behoorde; met name of zij als fascistisch of als nationaal-populistisch kon worden bestempeld. De laatste term werd in de jaren tachtig geïntroduceerd door Pierre-André Taguieff, directeur aan het Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS), en Michel Winock. Het nationaal-populisme kent zijn oorsprong in Frankrijk rond het einde van de 19de eeuw, tussen twee crises in: het ‘boulangisme’ en de Dreyfus affaire. Rond deze

tijd ontstond er een stroming die in opstand kwam tegen de gevestigde orde:

“Ce nouveau courant était "populaire". Il opposait le peuple, son bon sens, son honnêteté, à une classe politique corrompue et avachie dans les délices

parlementaires. Face à la gabegie et aux "voleurs", il fallait lui rendre la parole.”11

7 Michel Winock, ‘Le Front National. Portrait historique d’un parti d’extrême droite’, L’Histoire 219 (1998) 34. 8 René Rémond, Les droites aujourd’hui (Parijs 2005) 247-248.

9 Ibidem, 248. 10 Ibidem, 249.

11 Michel Winock, ‘Aux origines de M. Le Pen La vieille histoire du « national-populisme »’, Le Monde, 12 juni 1987.

(11)

Zowel Taguieff als Winock zien deze nationaal-populistische stroming als de meest geschikte om het Front National mee te typeren. Zo omschrijft Taguieff het nationaal populisme als een verenigd front tegen de gevestigde orde; een verdediging van de natie en het persoonlijke eigendom tegen

binnenlandse en buitenlandse vijanden; als autoritair en economisch liberaal.12 Precies datgene wat

het partijprogramma van het Front National voor ogen heeft. Winock voegt daar drie kenmerken van nationaal populisme aan toe waaraan het Front Nationaal voldoet; ten eerste het verval van de samenleving waar Jean-Marie le Pen constant op hamert; het aanwijzen van schuldigen voor dit verval, in het geval van Le Pen immigranten; en het naar voren schuiven van een redder, namelijk Le Pen zelf, die alle problemen zal oplossen.13

Jim Wolfreys, docent aan King’s College en gespecialiseerd in hedendaagse Franse politiek, bekritiseert beide historici. Zowel Taguieff als Winock zouden te weinig rekening houden met de historische context van de partij, en daardoor het juiste raamwerk missen om de opkomst van het Front National te verklaren. Zo zou de theorie van Taguieff tautologisch zijn: “The doctrine of national-populism is the doctrine of the Front National, which is a national-populist party.”14 Einde

discussie. De typering van Winock zou eenzijdig zijn, en geen rekening houden met politieke tradities. Volgens Wolfreys zou elk van argument van Winock evengoed gebruikt kunnen worden om aan te tonen dat het Front National fascistisch is.15 Voor Wolfreys weigeren de Fransen een fascistische

component te herkennen die er wel degelijk is:

“In terms of ideology, the Front shares its core values with fascism: (...) a leadership which favours authoritarian government; which is anti-egalitarian; which seeks to replace ‘the corrupted oligarchies’ with ‘the authentic elites rooted in our people’; whose nationalism portrays France as a victim (...) and is based on the exclusion of enemies (...); and whose vision of state is unequivocally authoritarian with regard to social policy.”16

René Rémond spreekt in 2005 tegen dat er sprake zou zijn van ‘fascistische’ beweging. Deze term zou in de jaren tachtig als aanduiding zijn gebruikt om de partij aan de kant te schuiven en haar te ‘diaboliseren’: “C’est une démarche naturelle de l’esprit, en présence d’une nouveauté, de ramener l’inconnu au connu et d’expliquer le neuf par l’ancien.”17 De definitie van fascisme is naar zijn smaak

12 Pierre-André Taguieff, ‘La rhétorique du national-populisme. Les règles élémentaires de la propagande xénophobe’, Mots 9 (1984) 1, 116-117.

13 Michel Winock, ‘Aux origines de M. Le Pen La vieille histoire du « national-populisme »’, Le Monde, 12 juni 1987.

14 Jim Wolfreys, ‘Neither right nor left? Towards an integrated analysis of the Front National’, in: Nicholas Atkin e.a. ed., The right in France. 1789-1997 (Londen 1997) 262.

15 Ibidem, 263.

16 Wolfreys, ‘Neither right nor left? Towards an integrated analysis of the Front National’, 273. 17 Rémond, Les droites aujourd’hui, 251.

(12)

te vaag, zo zijn er al grote verschillen tussen de cultus van Mussolini en die van Hitler en is het niet altijd duidelijk naar welk van de twee er verwezen wordt. Ook maakte Frankrijk volgens Rémond pas in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog kennis met een fascistisch regime, terwijl de oorspronkelijke extreemrechtse cultuur van het land is gestoeld op:

“L’inspiration de la Révolution dite nationale procède d’une autre idéologie, celle héritée de l’extrême droite contre-révolutionnaire, revigorée par la doctrine maurassienne, qui a tenté une synthèse de la pensée réactionnaire et du nationalisme intégral.”18

Noch de strategie, noch het gedrag van het electoraat geven aanleiding om het Front National tot de fascistische beweging te rekenen: de partij bewandelt de democratische weg om aan de macht te komen, en is er geen sprake van geweld of intimidatie om volgelingen te trekken.19

Maar Rémond keert zich ook tegen Winock en Taguieff die het Front National als

‘populistisch’ bestempelen. “Il (populisme, toevoeging van de auteur) suggère que le programme ainsi que les objectifs assignés à l’action politique sont déterminés par la clientèle recherchée.”20 Deze

theorie ligt erg voor de hand, aangezien het Front National, net zoals de Parti Communiste Français, zichzelf expliciet opwerpt als de stem van het volk. Dit betekent dat het FN wordt vereenzelvigd met een politieke traditie uit het verleden, waarmee de specifieke passies, angsten en fantasieën waarop de partij is gestoeld, uit het beeld verdwijnen.21 Rémond bedoelt hiermee dat het Front National juist

een bijzondere beweging is, die niet volledig onder tradities uit het verleden valt, en dus iets origineels is.

Valérie Igounet, onderzoeker aan het CNRS en gespecialiseerd in extreemrechtse stromingen, schaart zich achter het idee van Rémond. Zij dicht Jean-Marie le Pen de opzet van een volledig nieuwe stroming toe, waarbij hij gebruik maakt van het vacuüm dat na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan:

“Il (Jean-Marie le Pen, toevoeging auteur) sait que se constitue, devant lui, un espace libre pour imposer une droite radicalement différente de celle qui apparaît alors encore comme ‘complice des régimes vaincus’.”22

Naast het feit dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in de eerste fase sterk aanwezig is in de partij, met name door deelname van oud-SS’ers, is zij ook een toevluchtsoord voor elke andere

18 Ibidem, 255. 19 Ibidem, 255-256. 20 Ibidem, 263. 21 Ibidem, 265.

(13)

extreemrechtse stroming binnen Frankrijk: “Le parti a ‘vocation à rassembler tous les nationaux sans exception’”.23 Dat links Frankrijk het Front National als fascistisch beschouwt, is volgens Igounet dan

ook een kolossale fout: “La gauche (…), assimile le FN au fascisme et se trompe manifestement de terrain et d’époque pour contrer le parti d’extrême droite sur le plan de l’idéologie.”24

De partij van Jean-Marie le Pen bestaat nu bijna 45 jaar, en heeft een vaste schare kiezers verzameld. Het Front National is naast de regerende Parti Socialiste en Les Républicains van Sarkozy een vaste speler op het politiek toneel geworden, en heeft zelfs de Parti Communiste Français (PCF), ooit een van de machtigste partijen in Frankrijk, weten te overleven. Het zou een fout zijn om het Front National slechts als een symptoom van onze tijd te zien, dat alleen op de waan van de dag reageert. Om de kracht van de partij te begrijpen, moeten we daarom de geschiedenis in het achterhoofd houden.25

Toen Jean-Marie le Pen in 1972 het Front National oprichtte, had hij zelf al een lange geschiedenis in de Franse variant van extreemrechts. Als fervent bewonderaar van de collaborateur maarschalk Pétain, als verdediger van het kolonialisme en als vrijwilliger tijdens de oorlog in Frans-Indochina waar hij vier maanden diende, wordt Jean-Marie le Pen op 2 januari 1956 voor de Union de Défense des Commerçants et Artisans (UDCA) als parlementslid verkozen, onder de hoede van Pierre Poujade.26 ‘Les Poujadistes’ zagen zichzelf als voorvechters van kleine winkeliers en ambachtslieden,

streden tegen de onstuitbare modernisering in Frankrijk en voor het behoud van Algerije. Ondanks zijn succes als woordvoerder voor de partij was de relatie tussen Le Pen en Poujade van korte duur. Toen Le Pen wilde gaan vechten in Algerije raakte hij in conflict met de partij. Hij verliet deze kort na zijn benoeming tot parlementslid, om deel te nemen aan de oorlog.27 Ondanks deze kortdurende

liefde, heeft de beweging van Poujade een blijvende indruk op Le Pen achtergelaten. Zo zou ook Jean-Marie Le Pen later de kleine winkeliers en ambachtslieden tot zijn doelgroep rekenen.

Na een vergeefse strijd tegen de dekolonisatie van Algerije, het steunen van uitgesproken ‘Pétainistes’ als Jean-Louis Tixier-Vignancour en de nodige rechtszaken vanwege het draaien van plaatjes uit het repertoire van het Derde Rijk, ontstaat in 1972 het plan om alle extreemrechtse partijen te verenigen binnen één partij, onder de noemer ‘Front National’ (FN).28 Het doel: “La

renaissance de la droite sociale, populaire et nationale”.29 Dit ‘eerste FN’ (Michel Wieviorka

onderscheidt twee ‘Front Nationals’, het eerste hoort bij Jean-Marie le Pen, het tweede bij zijn dochter Marine le Pen) geeft dan ook ruimte aan alle extreemrechtse tradities:

23 Ibidem, 10. 24 Ibidem, 21.

25 Winock, ‘Le Front National’, 34.

26 Michel Winock, La Droite. Hier et aujourd’hui (Parijs 2012) 153. 27 Winock, ‘Le Front National’, 34.

28 Winock, La Droite, 154. 29 Ibidem, 155.

(14)

“Il est antisémite, xénophobe, perméable aux idéologies maurassiennes ou pétainistes, et reprend même à son compte le négationnisme de Robert Faurisson, pour qui les chambres à gaz d’Auschwitz sont une invention des Juifs.”30

De eerste elf jaar kent de partij een moeilijke fase, waarin zij ongestructureerd en slecht geworteld zal blijven en nog niet de onbetwiste partij is voor “nationalistisch rechts”, met name omdat er zoveel andere splintergroeperingen zijn, waarvan de Parti des Forces Nouvelles (PFN) de belangrijkste is.31

Tekenend is de score van 0,8% van de stemmen die de partij tijdens de presidentsverkiezingen van 1974 behaalt.32 Bij de volgende presidentsverkiezingen in 1981 maakt het FN een dieptepunt mee,

omdat het niet eens meer mag meedoen. Om het oplopende aantal presidentskandidaten te beperken was in 1976 besloten om het aantal “signatures de parrainage” (handtekeningen van burgemeesters uit verschillende departementen ter ondersteuning van een kandidaat) van 100 naar 500 handtekeningen te verhogen.33 Le Pen slaagt er niet in om het gevraagde aantal te verzamelen,

en kan zich vervolgens niet verkiesbaar stellen.

De omslag komt tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1983. In Dreux, een stadje van zo’n 30.000 inwoners dat ongeveer 75 km ten westen van Parijs ligt, behaalt het FN zijn eerste overwinning. Jean-Pierre Stirbois, de lijsttrekker van het FN in Dreux, haalt ongeveer 17% van de stemmen in de eerste ronde. Het doorslaggevende thema: immigratie. Tijdens de verkiezingen van Dreux wordt de formule ‘immigration = chômage = insécurité’ gelanceerd.34 Voor elke Franse

werkloze, is er namelijk een immigrant teveel in het land. In Dreux, waar de werkeloosheid het hoogst is van de streek en het aantal immigranten een kwart van de bevolking beslaat, neemt men de formule van het Front National gretig over.35 “Le Front National a trouvé son cheval de bataille, il ne le

lâchera plus : la bataille contre l’immigration. “36

Dat dit thema een succesformule is, wordt in 1984 bevestigd tijdens de Europese verkiezingen. Le Pen haalt ongeveer 11% van de stemmen binnen, wat betekent dat er destijds ongeveer twee miljoen Fransen voor hem hebben gekozen.37 “Cette droite extrême a conquis ce

soir-là, pour reprendre l’expression devenue banale empruntée au vocabulaire scolaire, le droit de jouer dans la cour des grands”, aldus René Rémond.38 Voor het eerst trekt de partij bijna even veel kiezers

30 Michel Wieviorka, Le Front national. Entre extrémisme, populisme et démocratie (Parijs 2013) 22. 31 Jean-Yves Camus, ‘Origine et formation du Front National. 1972-1981’, in: Nonna Mayer e.a. ed., Le Front National à découvert (Parijs 1996) 17.

32 Pascal Perrineau, ‘Les étapes d’une implantation électoral. 1972-1988’, in: Nonna Mayer e.a. ed., Le Front National à découvert (Parijs 1996) 38.

33 http://www.politique.net/500-signatures.htm 34 Igounet, Le Front National, 139.

35 Igounet, Le Front National, 137. 36 Winock, La Droite, 155.

37 Perrineau, ‘Les étapes d’une implantation électoral’, 43. 38 Rémond, Les droites aujourd’hui, 249.

(15)

als Pierre Poujade tijdens zijn hoogtijdagen in de jaren vijftig. Belangrijk verschil tussen de twee is de geografische herkomst van de aanhang. Waar de ‘poujadisten’ nog voornamelijk bouwden op een rechts electoraat van het platteland, trekt Le Pen stemmen uit grootstedelijke gebieden, waar men van oorsprong zowel links als rechts stemt: “Le terrain d’élection du FN est celui des grandes agglomérations cosmopolites”.39 Kenmerkend voor deze streken is het hoge aantal immigranten dat

zich daar bevindt. Na zijn eerste zeges heeft het Front National zijn succesverhaal niet meer losgelaten. De jaren daarna heeft de partij dit percentage van 10% of hoger vast weten te houden, met als hoogtepunt de uitschakeling van de Parti Socialiste en het behalen van de tweede ronde tijdens de presidentsverkiezingen van 2002.40

Om de toch snelle opkomst van het FN te verklaren is het belangrijk om de omwenteling die Frankrijk in de jaren zeventig doormaakt te begrijpen. In de tijd dat het Front National door Jean-Marie le Pen wordt opgericht, begin jaren zeventig, bevindt Frankrijk zich in de nadagen van zijn welvarende naoorlogse periode, de zogenoemde ‘Trente Glorieuses’. Het land was destijds gefundeerd op drie pijlers, namelijk: een sterke industrie die voorzag in voldoende arbeid; een Republikeinse staat die garant stond voor alle sociale voorzieningen; en het gevoel dat Frankrijk nog een belangrijke speler was op het wereldtoneel.41 De oliecrisis van 1973 kondigde het verval aan, en

luidde het einde in van deze dertig voorspoedige jaren. De industrie reageerde met een

modernisering van het werkproces, waarbij arbeiders werden vervangen door machines. Voor het eerst sinds tijden kreeg het Franse volk te maken met werkloosheid. Het verlies aan arbeidsplekken zorgde er tegelijkertijd voor dat de machtige vakbonden snel achteruit gingen. De “banlieues”, en de “banlieues rouges”, de wijken waar de Parti Communiste Français (PCF) geworteld was, maakten ook snelle veranderingen door:

“Les familles immigrées sont de plus en plus nombreuses à s’y installer, tandis que s’évanouissent les rêves de mixité sociale et que disparaissent les dynamiques de mobilisation sociale ou politique.”42

Als gevolg van de mogelijkheid tot gezinshereniging, waarmee de Assemblée in 1976 instemde, veranderde het straatbeeld van Frankrijk.

Wieviorka schrijft over deze periode: “Dès lors, les conditions des premiers succès du Front National sont réunies.”43 Hij stelt dat de gezinshereniging de blikrichting van het racisme in Frankrijk

veranderde. Waar eerst de arbeidsimmigranten in het algemeen het doelwit waren, waartoe ook

39 Perrineau, ‘Les étapes d’une implantation électoral’, 44. 40 Rémond, Les droites aujourd’hui, 249-250.

41 Wieviorka, Le Front national, 19. 42 Wieviorka, Le Front national, 20. 43 Ibidem, 21.

(16)

Italianen, Polen en Portugezen behoorden, richtte het zich nu op Arabieren en al snel met name op de moslims die zich in Frankrijk blijvend vestigden. Het feit dat de “banlieue rouge” snel van karakter veranderde, is hierbij een belangrijke drijfveer. De wijken met sociale woningbouw worden

overgenomen door immigranten, en een beperkte groep autochtone Fransen, die de middelen niet hebben om te verhuizen, blijft achter:

“(…) c’est dans des quartiers populaires, encore à forte « mixité ethnique » au début des années 1980, que s’enracine le vote frontiste. Le choix de ce vote extrémiste découle d’une perception directe de l’« autre », compte tenu de la proximité de l’habitat et de la fréquentation des mêmes services publics (notamment l’école). Qu’ils soient propriétaires de petites maisons individuelles ou locataires dans les cités HLM, ces électeurs sont des ouvriers et des employés qui vivent concrètement des problèmes de cohabitation et subissent, au quotidien, les effets de la brusque progression des délits à la charnière des années 1970-1980.”44

Deze Fransen leven in de overtuiging dat de immigranten profiteurs zijn van de Franse sociale voorzieningen, en kroppen hun woede op. Er ontstaan problemen in de volkswijken, en de onveiligheid neemt gedurende de periode van 1976 – 1984 sterk toe. Het onvermogen van de klassieke partijen, en met name van Mitterrand die op dat moment president is, om adequaat te reageren op de problemen en de onveiligheid, zorgt ervoor dat de kiezers zich in de steek gelaten voelen en geen andere uitweg meer zien dan te stemmen op het Front National.45 Daarnaast is de

bevolking bang voor werkloosheid en verwijt de immigranten dat zij Franse banen inpikken. 46 Er

ontwikkelt zich ook een FN-aanhang op plekken waar “il n’y a aucun immigré mais où la phobie de leur présence est grande”.47

Op het moment dat het oude, industriële Frankrijk in ontbinding raakt, springt het Front National in het ontstane vacuüm door zich als eerste op thema’s als immigratie, islam en onveiligheid te werpen. Daarbij verliest de partij de traditionele thema’s van de corrupte klassieke politiek en het antisocialisme niet uit het oog, en richt ze zich op “la xénophobie, visant particulièrement

l’immigration arabo-musulmane et l’appel aux mesures sécuritaires dont la gauche au pouvoir depuis 1981 se montre incapable.”48 Na het verval van de communistische bastions in de voorsteden en de

PCF als gangbare partij van en voor het volk, heeft het Front National in de jaren 90 deze rol op zich heeft genomen:

44 Bernard Alidières, ‘Les temps du vote Front national et de ses représentations’, Hérodote 144 (2012) 22.

45 Ibidem, 23.

46 Winock, La Droite, 157.

47 Wieviorka, Le Front national, 21. 48 Winock, La Droite, 156.

(17)

“Le Front National aussi s’est attribué cette mission d’être la voix d’une clientèle qui se plaignait de ne pas être entendue par les pouvoirs publics et ne s’estime pas représentée par ceux qui ont été élus pour la représenter.”49

Hoofdstuk 2: Het (tijdelijke) verval van het Front National

Terwijl Jean-Marie Le Pen eind jaren negentig nog wordt doodverklaard, als gevolg van het schisma tussen hem en de nummer twee van de partij, Bruno Mégret, bereikt hij in 2002 het ondenkbare : de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Met 16,86% van de stemmen tijdens de eerste ronde, anders gezegd het hoogste aantal stemmen ooit voor een extreemrechtse partij in Frankrijk, begint Le Pen met het Front National aan een opmars.50 De toekomst ligt voor hem open: “Le chiraquisme est

finissant, la gauche, ne se remet que difficilement du choc de 2002, et le pays semble céder aux sirènes du repli national”.51 Links verkeert in totale shock nadat de socialistische kandidaat Jospin

door Le Pen is verslagen. De verkiezingen die erop volgen, laten dan ook allemaal een heropleving zien van het Front National, met als hoogtepunt het referendum over de Europese Grondwet in 2005.52 Alle voortekenen voor een verdere expansie van het Front National lijken gunstig, maar men

vergeet rekening te houden met één factor: de ambitieuze minister van binnenlandse zaken, Nicolas 49 Rémond, Les droites aujourd’hui, 264.

50 Pascal Perrineau, La France au front, (Parijs 2014) 23-25. 51 Ibidem, 27.

(18)

Sarkozy.

Sarkozy is de rechtse presidentskandidaat bij de verkiezingen van 2007 en zijn invloed op het FN blijkt bij de uitslag. Jean-Marie le Pen haalt een score van 10,4%, de laagste sinds zijn doorbraak in 1984.53 Wat wel opvalt, is dat hij de steun van de arbeiders bij deze verkiezingen weet te behouden,

26% ten opzichte van 27% in 2002.54 Desondanks is Sarkozy de gevierde man. Waar het zijn

voorganger Chirac en zijn linkse concurrenten maar niet lukte om de opmars van Le Pen te stuiten, weet Sarkozy een spaak in het wiel van het Front National te steken. Voor de ‘Union pour un Mouvement Populaire’ (UMP), de partij van Sarkozy, is hij de langverwachte leider om het Front National een halt toe te roepen. Zijn strategie is de kiezers van het Front National een alternatief te bieden. De gaullisten van Chiracs RPR weigerden altijd hun partij expliciet rechts te noemen vanwege De Gaulles ideaal van het ‘rassemblement’, de nationale vereniging, maar Sarkozy heeft er geen moeite mee om zijn UMP van een uitgesproken rechts etiket te voorzien.55

Sarkozy weet binnen korte tijd een groot gedeelte van het electoraat van Le Pen weg te lokken: “Pour la première fois en vingt ans d’expérience en matière d’élection présidentielle, ce dernier connaît une érosion de sa dynamique électorale.”56 Het aantal kiezers dat Sarkozy in de

periode van 2002 tot en met 2007 voor de UMP weet te winnen, wordt geschat op zo’n 1,3 miljoen. Dit krijgt hij voor elkaar door in te zetten op thema’s van het Front National: “Pour y parvenir, celui-ci a fait valoir sa détermination dans les deux domaines les plus sensibles à l’électorat d’extrême droite : l’insécurité et l’immigration.”57 Verder refereert Sarkozy veelvuldig aan alle grote thema’s van rechts:

“l’autorité, le travail, le mérite, l’identité nationale”. Een andere reden waarom de kiezers weglopen bij het Front National, is dat ze Sarkozy een grotere kans toedichten om president te worden. Ze denken dat de verwezenlijking van hun idealen dichterbij komt, door op hem te stemmen en niet op Le Pen. 58

De euforische stemming over Sarkozy vervliegt snel. Binnen een jaar weet de President al zijn glazen in te gooien. Zijn beleid is rommelig, zonder heldere lijn, en Frankrijk gaat gebukt onder de economische crisis waarmee het vanaf 2008 te maken krijgt. Zo breekt Sarkozy meteen met zijn verkiezingsretoriek door socialistische kopstukken aan te stellen op ministersposten. Het is waar dat hij een aantal uitgesproken rechtse maatregelen neemt; zo wordt er een gunstiger belastingtarief ingesteld voor de rijken, worden de Roma’s hard aangepakt en wordt er gewerkt aan een plan om de

53 Nonna Mayer, ‘From Jean-Marie le Pen to Marine le Pen. Electoral change on the far right’, Parliamentary Affairs 66 (2013) 161.

54 Winock, La droite, 172. 55 Ibidem, 168.

56 Perrineau, La France au Front, 28. 57 Winock, La droite, 169.

(19)

Franse nationaliteit af te nemen van terroristen. 59 Maar de presidentiële koers is zwabberig en

Sarkozy’s besluiten veranderen met de waan van de dag. Waar hij aan het begin van zijn termijn beloofd had om de werkloosheid te verminderen tot 5%, was deze in 2012 gestegen tot 10%, dat wil zeggen een miljoen extra werklozen waarvan een derde afkomstig was uit de industriële sector.60 Met

als gevolg: “Dans tout le pays, le sentiment vif d’une impuissance des acteurs politiques classiques alimente les tendances à la ‘postdémocratie’(…)”. De bevolking ziet zich geconfronteerd met een systeem waarin politieke leiders lippendienst bewijzen aan de democratie, maar waarin de macht in handen is gevallen van partijen, media en experts, terwijl zij zelf het gevoel hebben dat hun

persoonlijke belangen worden genegeerd. Met als belangrijk gevolg: het wegblijven van steeds meer kiezers tijdens verkiezingen.61

Aan het einde van zijn periode laat Sarkozy het Franse volk dan ook teleurgesteld en verweesd achter:

“ A la fin du quinquennat, la déception des électeurs est profonde, la côte du Président au plus bas, le dégoût de la politique généralisé. (…) La droite préside, la droite gouverne, mais, au fond, personne ne sait plus très bien ce qu’est la droite aujourd’hui.”62

Het inzakken van het Front Natonal is dan ook van korte duur. Na de nederlaag van 2007, en een dieptepunt tijdens de verkiezingen voor de ‘législatives’ met een score van 4,3%, krabbelt de partij vanaf 2008 alweer op. Jean-Marie le Pen grijpt dit moment aan om in 2010 aan te kondigen dat hij het stokje doorgeeft als leider van het Front National. Zijn opvolger is niemand minder dan zijn dochter, Marine le Pen.

59 Ibidem, 176-177.

60 James Shields, ‘Marine le Pen and the “new” FN. A change of style or substance?’, Parliamentary Affairs 66 (2013) 181.

61 Wieviorka, Le Front National, 31. 62 Winock, La droite, 167.

(20)

Hoofdstuk 3: Het ‘nieuwe’ Front National onder Marine Le Pen

Na het vertrek van Jean-Marie le Pen als leider van het Front National in 2010, toont Marine le Pen al snel dat ze de overname van zijn positie niet slechts te danken heeft aan haar familieband, maar dat ze daadwerkelijk over de vaardigheden beschikt om de rol van boegbeeld te vervullen. Met een score van 17,9% tijdens de presidentsverkiezingen van 2012, wat neerkomt op 6,4 miljoen stemmen, breekt zij met anderhalf miljoen stemmen het record dat haar vader destijds in 2002 vestigde.63 Ondanks het

feit dat ze in tegenstelling tot Jean-Marie le Pen niet de tweede ronde weet te bereiken, zorgt ze er wel voor dat het verval van de partij uit 2007 direct is vergeten. Daarnaast laat ze belangrijke kandidaten als Jean-Luc Melanchon van de extreemlinkse partij Front de Gauche en François Bayrou van de middenpartij Mouvement Démocrate ver achter zich, en weet ze het Front National naast de UMP en de PS als een van de belangrijkste partijen van Frankrijk te nestelen.64 Om dit te bereiken

63 Perrineau, La France au front, 30.

(21)

heeft Marine le Pen een dubbelslag moeten slaan, namelijk niet alleen de in 2007 naar Sarkozy overgelopen kiezers terugwinnen, maar ook een nieuw electoraat aanboren. Dat dit gelukt is, wordt vooral verklaard aan de hand van de ‘dédiabolisation’ van het Front National die door haar is ingezet.

De komst van Marine le Pen als leider van het Front National betekent bovenal dat er een nieuwe, modernere generatie aan de macht komt. Zo is Marine le Pen tweemaal gescheiden, geeft zij homoseksuelen de ruimte om posities binnen de partij te bekleden, is zij niet getrouwd met haar huidige partner (de vice-president van het Front National, Louis Aliot) en veroordeelt zij elke vorm van antisemitisme.65 Terwijl de oude garde onder leiding van Jean-Marie le Pen nog verbonden was

aan het gecorrumpeerde Franse verleden van Vichy en de oorlog om Algerije, zijn de nieuwe

kopstukken niet meer door deze gebeurtenissen getekend.66 Dit leidt tot een heel andere boodschap:

“On parle de moins en moins de l’occupation allemande, de Vichy, de la déportation des juifs, de la guerre d’Algérie, mais aussi de la tradition catholique, de l’avortement, du sida ou encore de

l’homosexualité.” 67 De problemen uit het verleden worden verruild voor actuele problemen, zoals de

mondialisering die Frankrijk nauwelijks bij kan benen en de steeds grotere invloed van Europa op het nationale beleid.68.

In strategisch opzicht heeft Marine le Pen goed begrepen dat als het Front National ooit aan de macht wil komen, ze de partij bovenal toegankelijker moet maken voor een breed publiek. Om niet alleen extremisten aan te spreken, moest ze zien af te komen van oude smetten die de partij automatisch buitenspel zetten, te weten de antisemitische uitstraling. De oude fundamenten van extreemrechts zijn volgens Perrineau nog altijd herkenbaar (“le ton apocalyptique, la dénonciation des élites, la diabolisation d’ennemis extérieurs, la désignation d’ennemis intérieurs, l’appel à une rupture salvatrice), maar daar staat tegenover dat Marine le Pen de waarden van de Republiek nu sterk op de voorgrond plaatst. 69 Het doel om de Republiek omver te werpen wordt losgelaten, in

plaats daarvan zoekt het Front National toenadering tot de waarden van de Franse Republiek en erkent het juist de nationale staat als een veilige thuishaven voor de Fransen, die koste wat kost verdedigd moet worden: “Face aux défis de la crise, le parti se tourne principalement vers un État fort et stratège”.70 “She would defend ‘Republican secularism’ and combat ‘radical Islam’, while imposing

‘authority’, ‘moral and civic values’ and the ‘teaching of the History of France’ in schools.”71 Het

resultaat laat niet lang op zich wachten; terwijl in 2010 tijdens een onderzoek van de radiozender

65 Mayer, ‘From Jean-Marie le Pen to Marine le Pen’, 175. 66 Perrineau, La France au front, 72.

67 Ibidem, 72.

68 Shields, ‘Marine le Pen and the “new” FN’, 190. 69 Perrineau, La France au front, 78.

70 Ibidem, 79.

(22)

France Info, Le Monde en de tv-zender Canal+, slechts 18% van de ondervraagden aangaf zich te kunnen vinden in de ideeën van het Front National, is dit getal in 2013 gestegen tot 32%.72

Of de ‘dédiabolisation’ van het Front National daadwerkelijk een nieuw fenomeen is, wordt door menig historicus betwist, zelfs ontkend. Zo wijst Wieviorka enige verandering binnen de partij pertinent af: “(…) et la parti est loin d’avoir abandonné la rhétorique de la haine et du

ressentissement, la marque originaire de son appartenance à l’extrême droite.”73 Uiteindelijk blijft de

partij onder Marine le Pen net als ten tijde van haar vader hameren op het gevaar van immigratie en de Islam. Ook de titel ‘La dédiabolisation mariniste: une nouveauté illusoire’ in het artikel ‘La

« dédiabolisation » une nouvelle stratégie ?’, van Alexandre Dézé, historicus en politicoloog aan de universiteit van Montpellier, spreekt boekdelen. Dézé schrijft dat de retoriek van Marine le Pen teruggaat tot de jaren 80, toen Bruno Mégret, destijds de rechterhand van Jean-Marie le Pen, al pleitte voor een meer ‘nationaal georiënteerd’ concept om de partij geliefder bij de Fransen te maken.74 Daarnaast beweert Dézé dat de ‘dédiabolisation’ ook inhoudelijk weinig voorstelt. De

nadruk van Marine le Pen op de normen en waarden van de Franse republiek is bijvoorbeeld slechts een excuus om ‘les positions islamophobes’ van het Front National te legitimeren.75 Niet het

extremisme van de standpunten is verzwakt, maar slechts de luidruchtigheid van de standpunten. Alleen op deze manier weet het Front National zich te handhaven: “Pour exister en politique, le FN a autant besoin de se légitimer que d’entretenir les fondements radicaux de identité.”76

Valérie Igounet sluit zich gedeeltelijk bij dit standpunt aan. Zij schrijft net als Dézé dat Marine le Pen slechts de weg volgt die Bruno Mégret meer dan tien jaar daarvoor al was ingeslagen.

Daarnaast kampt het Front National met zijn achterban, die in tegenstelling tot het ‘nettere’ imago van de partij, onveranderd is gebleven. Dat het Front National zich vanaf 2010 officieel voordoet als ‘irréprochable’, betekent bijvoorbeeld niet dat de thema’s die zijn aanhangers bij elkaar brengen veranderd zijn. Er ontstaat daardoor een steeds grotere spanning tussen de leiding van de partij en de kiezers die zij trekt: “Un décalage indéniable s’est créé entre la base du mouvement et sa direction, notamment sur les thématiques du racisme et de l’antisémitisme.”77 Het gevolg hiervan is dat de

partij rond 2014 al snel afstand moet nemen van enkele van zijn jongere vertegenwoordigers die over de schreef gaan.78

Dat in Frankrijk in brede kring wordt gesproken van een ‘nieuw’ Front National, is volgens

72 Perrineau, La France au front, 73. 73 Wieviorka, Le Front National, 72.

74 Alexandre Dézé, ‘La « dédiabolisation » une nouvelle stratégie ?’, in: Nonna Meyer e.a. ed., Les faux semblants du Front National. Sociologie d’un parti politique (Parijs 2015) 34-35.

75 Ibidem, 35.

76 Dézé, ‘La « dédiabolisation » une nouvelle stratégie ?’, 46. 77 Igounet, Le Front National, 439.

(23)

Dézé met name de schuld van de verslaggeving: “Depuis que Marine le Pen a été élue à sa présidence en janvier 2011, la ‘nouveauté’ du Front National s’est imposée comme une véritable doxa dans le champ médiatique.”79 De Franse bevolking krijgt daardoor teveel de indruk dat er sprake is van een

volledig nieuw Front National, terwijl inhoudelijk de verschillen gering zijn. Dit effect is door de kranten en televisie-uitzendingen nog eens versterkt “en lui (het Front National, toevoeging auteur) accordant une attention disproportionnée.”80

Belangrijk is ook dat de partij UMP van Nicolas Sarkozy, tijdens diens presidentschap sterk naar rechts is afgebogen. De tactiek van Sarkozy om met zijn UMP de grens van extreemrechts op te zoeken in de hoop kiezers van het Front National weg te lokken, heeft er tegelijkertijd voor gezorgd dat de retoriek van Marine le Pen “genormaliseerd” is. Het Front National en de UMP zijn in hun uitlatingen zo dicht bij elkaar gekomen, dat er soms nauwelijks verschil meer hoorbaar is. 81 Dit heeft

er mede toe geleid dat het voor kiezers makkelijker is om op het Front National te stemmen. Dat het weglokken van Front National stemmers daarnaast moeilijker zou worden dan Sarkozy verwachtte, daarvan was Jean-Marie le Pen in 2007 al overtuigd, omdat de kiezers “de voorkeur geven aan het origineel boven het kopie.”82

Het gevolg van de normalisering van het Front National was tijdens de verkiezingen in 2012 merkbaar. Het aantal regio’s waar in groten getale op het FN werd gestemd, breidde zich flink uit, ook tot gebieden waar van oudsher geen aanhang voor het Front bestond. Sinds het aantreden van Marine le Pen kunnen we de stem van het Front National niet meer alleen terugvinden in grootstedelijke gebieden, maar is de partij ook aanwezig op het platteland.83 Marine le Pen heeft

daarbij veel profijt van de economische crisis. Daarnaast hebben nooit eerder zoveel arbeiders op het Front National gestemd, niet alleen vanwege de hoge werkloosheid, maar ook uit onvrede over het beleid van Sarkozy.84 Zo blijkt dat 16% van de kiezers die in 2007 nog op het UMP stemden, in 2012

weer is teruggekeerd bij het Front National. We spreken hier van meer dan 1,7 miljoen stemmers, “soit un quart des Français qui ont voté pour la présidente du Front National.”85 Ook de linkse partijen

kunnen geen soelaas meer bieden. Terwijl in de 20ste eeuw de Parti Communiste nog een veilige

haven bood, is deze partij in de jaren 80 door president Mitterrand vernietigd. De arbeiders werden aan hun lot overgelaten aangezien de Parti Socialiste van Mitterrand er niet in slaagde hun een aantrekkelijk alternatief aan te bieden.

79 Alexandre Dézé, ‘La construction médiatique de la « nouveauté » FN’, in: Nonna Meyer e.a. ed., Les faux semblants du Front National. Sociologie d’un parti politique (Parijs 2015) 455.

80 Ibidem, 501.

81 Shields, ‘Marine le Pen and the “new” FN’, 192.

82 Fokke Obbema, ‘Jean-Marie le Pen’, de Volkskrant, 29 maart 2007. 83 Shields, ‘Marine le Pen and the “new” FN’, 186.

84 Mayer, ‘From Jean-Marie le Pen to Marine le Pen’, 171. 85 Perrineau, La France au front, 31.

(24)

“Il ne reste que le FN qui parle des problèmes concrets des gens : emploi, chômage, misère, pauvreté, insécurité, santé, retraite, identité nationale, laïcité,

communautarisme, Europe, souveraineté, etc. Le programme du FN est identifiable, avec une figure identifiable, et une certaine constance dans sa ligne politique.”86

Het Front National programma bevat bijvoorbeeld veel thema’s die we ook terug kunnen vinden in dat van de Parti Communiste, dertig jaar geleden:

“Economisch protectionisme, nationalisatie van de banken, tegen de macht van het internationale kapitalisme en van de multinationals (…). En het meest omstreden agendapunt van het FN – een einde maken aan de toestroom van immigranten – werd dertig jaar geleden door de leider van de PCF, Georges Marchais, met zijn eis Stopper l’immigration officielle et clandestine evenzeer bepleit als nu door Marine le Pen.”87

Dat de boodschap van het Front National netter is geworden, betekent niet dat de kiezers zich in 2012 om andere redenen tot die partij voelen aangetrokken dan ten tijde van Jean-Marie le Pen. Zo bleek uit onderzoek dat de belangrijkste motivatie om op Marine le Pen te stemmen nog steeds immigratie of veiligheid is.88 Hoe dan ook lijkt de opmars van Marine le Pen niet te stuiten. Tijdens de

regionale verkiezingen in december 2015 haalde het Front National 6,8 miljoen stemmen, weer vierhonderdduizend meer dan bij de presidentsverkiezingen in 2012. Ondanks het feit dat zij geen enkele regio wist te winnen, ziet de toekomst er voor Marine le Pen rooskleurig uit.89 Waar in de 20ste

eeuw een partij als de Parti Communiste nog tegenwicht werd geboden door sterke leiders als De Gaulle, Pompidou, Giscard d’Estaing en Mitterrand, lijkt het vertrouwen van het Franse volk in de huidige partijleiders weg te ebben:

“De regerende socialisten zijn impopulair, maar ook de republikeinse leider Nicolas Sarkozy weet allerminst te overtuigen. In veel regio's werd de ex-president door partijgenoten vriendelijk doch beslist verzocht om vooral niet langs te komen tijdens de campagne.” 90

Een steeds bredere groep lijkt bereid op het Front National te gaan stemmen, dus ook milieus waar Jean-Marie le Pen in het verleden geen grip op kon krijgen. Het is Marine le Pen bijvoorbeeld gelukt

86 Sylvie Pierre-Brossolette, ‘Plus personne à gauche n’a le soucie des ouvriers ou ne les représentes’, Le Point, 12 mei 2011.

87 Leo Prick, Van Frankrijk móét je houden. Hoe de Fransen hun eigenheid verdedigen (Amsterdam 2015) 218. 88 Shields, ‘Marine le Pen and the “new” FN’, 187.

89 Peter Giesen, ‘Alleen overtuigend alternatief kan Front National stoppen’, de Volkskrant, 15 december 2015. 90 Ibidem.

(25)

om door te dringen tot de middenklasse en de boeren. De laatste klasse die nog weerstand biedt tegen extreemrechts is die van de hoger opgeleiden.91 Het enige wat Marine le Pen nog tegenhoudt

in haar weg naar de macht, zo blijkt ook uit de uiteindelijke nederlaag die het FN tijdens de regionale verkiezingen leed, is het gebrek aan vertrouwen van de Franse kiezer dat het Front National

daadwerkelijk in staat is het land te besturen. Le Pen probeert momenteel zoveel mogelijk

bestuursposten voor het FN binnen te halen, om zo te laten zien dat haar partij wel degelijk in staat is om te besturen. Voorlopig schiet het nog niet op en blijft Frankrijk zich tegen deze doorbraak

verzetten. Héél Frankrijk? Nee, er zijn een paar steden met een FN-burgemeester. Eén daarvan is in 2014 overgegaan naar het Front National. Mantes-la-Ville, waar in 2014, wonder boven wonder, Cyril Nauth voor het Front National bij de gemeenteverkiezingen als burgemeester uit de bus kwam, vormt nu een van de etalages waarin het Front National kan laten zien wat het kan.

Hoofdstuk 4: Mantes-la-Ville

Mantes-la-Ville is hemelsbreed zo’n 55 kilometer van Parijs verwijderd. Deze stad van zo’n

twintigduizend inwoners ligt ten westen van de hoofdstad, stroomafwaarts aan de Seine. Met de auto is de stad via de A13 binnen een uur vanaf Parijs te bereiken, zonder daarbij rekening te houden met de files die Parijs welbekend zijn. Het is een veiliger keuze om het traject af te leggen met de trein. Zo vertrekken er vanaf gare Paris-St-Lazare elk uur vijf treinen richting Mantes-la-Jolie, de stad die ten noorden grenst aan Mantes-la-Ville. Nadat de trein Parijs, zijn uitlopers en zijn rangeerterreinen achter zich heeft gelaten, boemelt hij vanaf Poissy door het prachtige landschap van de Yvelines. Vooral het stukje tot en met Vernouillet-Verneuil biedt een kijkje in de schilderachtige, en zeer welvarende, omgeving die inspiratie heeft geboden aan grootheden als Paul Cézanne en Émile Zola. Daarna vervolgt het spoor zijn weg langs de industriële sector, waar een blik kan worden geworpen op een van de vele fabrieken, onder andere die van Renault, die de streek na de Tweede

Wereldoorlog welvaart hebben bezorgd. Maar tegelijkertijd krijgt de reiziger de duistere, verborgen kant mee van Frankrijk, wanneer de trein langs de banlieues van Les Mureaux raast.

Voordat de reis stopt bij de halte Mantes-Station is de trein al zeker zo’n dertig minuten geleden in Poissy grotendeels leeggelopen. Het eerste wat opvalt is dat Mantes, dat dan nog voor één 91 Mayer, ‘From Jean-Marie le Pen to Marine le Pen’, 169.

(26)

stad kan worden gehouden, wordt verdeeld door het spoor. Boven aan de stationstrap blijkt dat sprake is van niet één maar twee steden, Mantes-la-Jolie en Mantes-la-Ville. Mantes-la-Jolie is de beruchtste van de twee, met name door haar voorstad Val Fourré. In deze banlieue van ongeveer twintigduizend inwoners speelden zich in 1991 de eerste voorstadrellen af, met als aanleiding de dood van een jongen met een Arabische achtergrond. 92 Mantes-la-Jolie is ook de stad waar

Jean-Marie le Pen tijdens de campagne van 1997 op 30 mei de toenmalig burgemeester van Mantes-la-Ville Annette Peulvast-Bergeal te lijf ging, en naar aanleiding daarvan door de rechter tot twee jaar politieke inactiviteit werd veroordeeld.93 Vol trots vertelt Peulvast-Bergeal vandaag de dag nog hoe zij,

en niet alle rechtszaken in verband met de antisemitische uitspraken van Le Pen, de voorman van het Front National eronder heeft gekregen.94

Jolie laten we links liggen, om via de hoofdstraat ‘la route de Houdan’ Mantes-la-Ville te verkennen. De straat biedt met haar statige, en burgerlijke huizen een alleraardigste blik. Wat direct opvalt is de volkomen rust die er in de buurt heerst, geen mensen, geen winkels, nauwelijks verkeer zelfs, bijna onnatuurlijk voor een stationswijk. Slechts huizen en nette voortuintjes. Onderweg naar het stadhuis, dat zich even verderop aan dezelfde ‘route de Houdan’ bevindt, verandert dit beeld nauwelijks. Het enige dat in het oog springt, is het uitzonderlijk hoge aantal Arabische kappers, en een café waar de motorliefhebbers een allerminst vriendelijke indruk maken. Ook bij het stadhuis, een statig gebouw uit de 19de eeuw, is nauwelijks een levende ziel te bekennen.

We blijven de Rue de Houdan volgen, en merken op dat vlak na het gemeentehuis Mantes-la-Ville nogmaals wordt doorkruist door een verkeersader, namelijk de snelweg A13, de zogeheten ‘route de Normandie’. Daar voorbijlopend, met links uitzicht op de bibliotheek, komen we aan in het drukste gedeelte van de stad. Druk is een groot woord. In dit tweede gedeelte van de Route de Houdan zijn er genoeg mogelijkheden om een döner kebab te halen, maar meer ook niet. De statige huizen zijn vervangen voor appartementcomplexen uit de jaren 80, gebouwd in de tijd dat het stadhuis nog werd geregeerd door een communistische burgemeester.95 Weer een stukje verderop

komen we aan bij het oudste gedeelte van de stad, een stuk waar de oude boerderijen zich vroeger bevonden, en waar hun restanten nog vaag te onderscheiden zijn. Links over het dal uitkijkend zien we het Parc de la Vallée liggen, waar vroeger de weiden lagen. Iets verderop bevindt zich het Domaine de la Vallée, weer een stukje Mantes-la-Ville dat door een weg, de D983, van de stad afgesneden wordt. Hier ook weinig mensen op straat. Slechts een aantal gesluierde vrouwen dat de

92 Martin Sommer, ‘Onveiligheid en misdaad inzet Franse verkiezingen’, de Volkskrant, 29 maart 2002.

93 Armelle Thoraval, ‘Le Pen inéligible pour deux ans. Il était poursuivi pour avoir agressé une élu PS le 30 mai’, Libération, 3 april 1998.

94 Interview met Anette Peulvast-Bergeal 11 mei 2016. 95 Interview met Annette Peulvast-Bergeal 11 mei 2016.

(27)

kinderen van school haalt. Momenteel staat deze wijk vooral bekend om zijn hoge aantal inbraken, dat sinds het aantreden van de FN burgemeester nog altijd stijgt.96

We keren via de Route de Houdan terug, om ter hoogte van de bibliotheek de Rue des Merisiers in te slaan. Deze volgend komen we langs een aantal hoogtepunten van de stad, namelijk het kerkhof van Mantes-la-Ville, de concertzaal Jacques Brel, het plaatselijk voetbalstadion ‘Aimé Bergeal’ (Bergeal was verantwoordelijk voor bijna de complete herbouw van Mantes-la-Ville na de oorlog, met name voor vele van de sociale huurwoningen die later voor zoveel sociale problemen hebben gezorgd)97 en het veelbesproken Centre Commercial des Merisiers Plaisances, waar de

plaatselijke hangjongeren tot voor kort de boel terroriseerden.98 Sinds 2012 is deze wijk geklasseerd

als Zone Sécurité Prioritaire (ZSP).99 Dit betekent een extra inzet van agenten, een wijkhonk en de

nodige mediators om conflicten te voorkomen.100 Momenteel is het rustig, maar dit neemt niet weg

dat de wijk waar we ons momenteel in bevinden tegenwoordig het strijdtoneel is tussen het Front National en de plaatselijke islamitische vereniging, over de vraag of deze wel of niet een nieuwe moskee naast het kerkhof mag openen. Voorlopig verlaten we de wijk snel door bij de ‘Boulevard Roger Salengro’ de A13 weer over te steken om kennis te maken met ‘Mantes-Université’, het laatste prestigeproject van de gemeente. Een kale vlakte met daarop een misplaatst modern gebouw, waar het oude industrieterrein van Sulzer (de hal van het bouwbedrijf staat er nog), omgebouwd wordt tot universiteit, woon- en winkelomgeving.101 Vlak achter de A13, iets voor deze bouwput, bevindt zich

nog een flattenwijk. Deze wijk, die bekend staat als het quartier des Brouets, ging lang gebukt onder grote werkloosheid, en is berucht vanwege de hoge criminaliteit.102 Maar geen schrik, via de

Boulevard Roger Salengro zijn we binnen tien minuten bij het station van Mantes-la-Jolie om weer terug te keren naar het veilige Parijs.

Opvallend niet, dat na de eerste statige huizen, vroeger bewoond door de fabriekseigenaren, de rest van de stad geenszins hierop blijkt te lijken? De rest van de tocht werd gekenmerkt door zachtroze en gele complexen, sociale huurwoningen (de beroemde Habitation à Loyer Modéré, HLM) afkomstig uit de jaren zestig en zeventig, waar duidelijk aan te zien is dat zij slechts zijn neergezet om dienst te doen als snelle oplossing voor de huisvesting van het groeiende aantal fabrieksarbeiders.103

Ze zijn weliswaar laag en open, met tussendoor voldoende groen, maar we krijgen niet het idee dat de geschiedenis van Mantes-la-Ville veel verder teruggaat dan de jaren 50 van afgelopen eeuw. Het 96 Interview met Calvin Bagland 27 april 2016.

97 Interview met Annette Peulvast-Bergeal 11 mei 2016. 98 Ibidem.

99 Maxime Goldbaum, ‘Mantes-la-Ville aux mains du FN. « Ce n’est pas du racisme, mais du ras le bol ! »’, Le Monde, 5 april 2014.

100 Interview met Calvin Bagland 27 april 2016.

101 http://www.mairie-manteslaville.fr/le_projet_mantes_u.html

102 ‘Le quartier sensible des Brouets achève sa mutation’, Le Parisien, 21 juni 2010. 103 Interview met Annette Peulvast-Bergeal 11 mei 2016.

(28)

hele stadje ademt een tekort aan historie uit. Zelfs het kerkje dat zich iets voorbij het gemeentehuis bevindt en afkomstig is uit het jaar 974 straalt niets indrukwekkends uit.104 De panden aan de Route

de Houdan hebben dan ook meer weg van het burgerlijke Mantes-la-Jolie, de stad waar zij aan grenzen. Daar vinden we een bruisend, en zelfs historisch stadcentrum terug, onvergelijkbaar met de slaperigheid die Mantes-la-Ville uitstraalt, terwijl deze stad toch heus ook een eigen geschiedenis heeft.

Geschiedenis Mantes-la-Ville

Mantes-la-Ville was van oorsprong een plattelandsstadje, met als belangrijkste bron van inkomsten de wijngaarden, voordat deze weggeconcurreerd werden door de steeds grotere vraag naar cider. De komst van een spoorverbinding tussen Parijs en Rouen in 1843 veranderde alles voor het stadje, en is de belangrijkste verklaring voor zijn huidige toestand. Dankzij de verbeterde reismogelijkheden voor mensen en goederen, kreeg de stad de mogelijkheid om zich snel te ontwikkelen. Het spoor zorgde ervoor dat de omgeving interessant werd voor de industrie, en verscheidene fabrieken vestigden zich rond 1900 in Mantes-la-Ville. Onder hen bevonden zich reeds de fabrieken die vandaag de dag nog steeds een belangrijke rol spelen voor de werkverschaffing in de stad, zoals de prestigieuze

muziekinstrumentfabrieken Buffet-Crampon (saxofoons) en Selmer (klarinetten).105 Naast het

scheppen van arbeidsplaatsen zorgden deze bedrijven ook voor de bouw van woningen om hun werknemers in te huisvesten, en de aanleg van groen en sportvoorzieningen om het leven in Mantes-la-Ville van meer gemakken te voorzien.106 De stad maakte daardoor op verschillende vlakken een

snelle groei door, niet alleen demografisch, maar ook qua voorzieningen.

De Tweede Wereldoorlog gooide voor al deze welvaart roet in het eten. Haar strategisch gelegen plek als knooppunt tussen Normandië en Parijs, dat als een van haar economische motoren gold (dankzij de industrie en de havens), zorgde ervoor dat Mantes-la-Ville een belangrijk doelwit werd voor bombardementen. Zo werd de stad kort voor de Franse bevrijding vrijwel volledig

platgebombardeerd. Mantes-la-Ville had vervolgens tien jaar nodig om alle geleden schade weer te herstellen.107

Waar er voor de oorlog al een steeds grotere vraag naar woningen bestond, werd deze na 1945 alleen maar nijpender. De babyboomgeneratie, de exodus van de plattelandsbevolking naar stedelijke gebieden en de toenemende immigratie zorgden er allemaal voor dat het tekort aan huisvesting steeds belangrijker werd.108 Zo steeg het aantal inwoners van Mantes-la-Ville van 6000

104 Amélie Bottereau en Francoise Wiessler ed., Le patrimoine de Mantes-la-Ville (Bonnières-sur-Seine 2012) 9. 105 Bottereau, Le patrimoine de Mantes-la-Ville, 6.

106 Bottereau, Le patrimoine de Mantes-la-Ville, 7.

107 Jean Bailleau e.a. ed., Mantes et Mantes-la-Ville de 1789 à nos jours. Troisième partie. 50 ans d’histoire 1939-1989 (Condé-sur-Noireau 1993) 438.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens Ilya Yashin, sleutelfiguur in de Russische Solidariteitsbeweging, is dit een logisch verschijnsel “in een land waarin de spreker van het parlement zegt dat het

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 & M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

Na een veroorJcIing door de Kantonrechter voert de betrokkene in hoger beroep als verweer oom, aan dat hij de bromfietser via zijn (goed gestelde) rechter

Dat betekent dat het aantal letselongevallen bij gelijkblijvende verkeersprestatie zal dalen (toevallige schommelingen en andere invloeden op de verkeersonveiligheid

Vooral hoogproductieve koeien zijn veelal niet in staat om voldoende extra ruwvoer op te nemen om de conditie op peil te houden.. Wellicht door het jaarrond ver- strekken van

• Richt de meter verticaal omhoog op de lampen en houdt de meter waterpas (zoveel mogelijk) • Eventueel kan de lichtmeter op een plukkar gemonteerd zijn (let op waterpas

Figure 5.6: Plot of the Sensor Node Idle State Supply Current as Measured by the Sensor Node and the Tektronix DMM4050 Precision Digital Multimeter for 10 Nodes Descriptive

De suggestie wordt gedaan door een aanwezige dat mensen pas toe komen aan niet-technische revalidatie als de opties voor technische revalidatie uitgemolken zijn. Afsluiting