• No results found

Het effect van de potmaat en plantleeftijd op de kwaliteit en produktie van koolrabi (voorjaar 1980)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het effect van de potmaat en plantleeftijd op de kwaliteit en produktie van koolrabi (voorjaar 1980)"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Het effect van potmaat en plantleeftijd op de

kwaliteit en produktie van koolrabi (voorjaar 1980)

Cl. Mol

(2)

Materiaal en methode

Resultaten

1 effect van potmaat

2 effect van plantleeftijd

Bespreking van de resultaten

(3)

Inleiding

De teelt van koolrabi onder glas is de laatste jaren meer en meer in de belangstelling gekomen.

Naast het teeltgebied in Limburg, waar reeds lange tijd de vroege

teelt van koolrabi gecombineerd met augurken of late tomaten in het teelt­ plan voorkwam, is de teelt eveneens in het Zuidhollandse glasdistrict van belang geworden.

Op veel bedrijven worden een of twee teelten koolrabi gecombineerd met vleestomaten of meloenen. Vooral de belangstelling voor de vroege stook-teelt onder glas is groot. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de aan-trekklijke prijsvorming van dit produkt in het vroege voorjaar. Daar in Duitsland de vraag naar dit produkt groot en de energiekosten bij de

teelt hoog zijn, wordt veel van het Nederlandse produkt naar West-Duitsland geëxporteerd, aangezien de eigen produktie ,in West-Duitsland pas laat op gang komt.

Maar ook in eigen land blijken de energiekosten toe te nemen en een groot deel van de kostprijs komt voor rekening van de energiebehoefte van dit gewas. Vooral de opkweek en de eerste weken na het uitplanten vragen rela­ tief veel energie. De in dit verslag beschreven proefresultaten hebben voor­ al betrekking op een mogelijke verlenging van de opkweek door middel van perspotmaat en plantleeftijd bij het uitplanten.

(4)

2. Materiaal en methode

In de proef is gebruik gemaakt van het ras 5106 F, (v. Waveren/Nunhem), die in het rassenonderzoek veelbelovend bleek te zijn.

Op 26 november is in zaaibakjes gezaaid, waarna op 6 december in 6 en 7,5 cm perspot is verspeend.

De perspotten zijn afgedekt met styromull om het lichtrendement te verhogen.

De behandelingen die in de proef zijn opgenomen waren perspotmaten.

A : 6 cm

B : 7,5 cm

Daarnaast is afhankelijk van de opkweekduur de planttijd vastgesteld. Het plant- en opkweekschema zag er als volgt uit:

1 planttijd 14 januari ( 6 weken oude plant) 2 planttijd 21 januari ( 7 weken oude plant) 3 planttijd 28 januari ( 8 weken oude plant)

4 planttijd 4 februari ( 9 weken oude plant) (zie proefschema: bijlage 1)

De plantafstand bedroeg 22,5 x 22,5 cm. Door het uitplanten in verschil­ lende fasen is de temperatuur zowel in de kasruimte als in de opkweek-ruimte gelijk gehouden. Na het uitplanten is aangegoten om het weg-groeien te bevorderen. Enkele weken na het uitplanten van de laatste groep is een temperatuur van 15°C (nacht) en 18°C (dag) tijdens de teelt gehandhaafd. Tijdens de teelt hebben zich verder geen ernstige

problemen voorgedaan. Wel bleek tegen de oogst de bladvergeling toe te nemen. De oogst werd op 1 april uitgevoerd. Daarbij is van 20 knollen per be­

handeling de diameter, gewicht en de aantasting en/of afwijking van de knol genoteerd.

(5)

3. Resultaten

1. Effect van de persgotmaat

De bepaling van het effect van de perspotmaat wordt in tabel 1

weergegeven waarbij de diameter en het gewicht van gemiddeld 20 knollen is berekend.

Tabel 1. Gemiddelde diameter (cm )en knolgewicht (g) van twee perspotmaten bij de oogst

Behandeling diameter gewicht

6 cm 7,39 210,8

7,5 cm 7,64 229,0

2. Effect van glantleeftijd

Tabel 2. Gemiddelde diameter (cm) en knolgewicht (g) van vier plantleeftijden bij de oogst

Behandeling diameter gewicht

6 weken oud 7,84 236,8

7 weken oud 7,41 214,0

8 weken oud 7,45 209,5

9 weken oud 7,37 219,3

Be variantie-analyse staan vermeld in bijlage 3 tot en met 5.

In grafiek 1 (bijlage 2) is de combinatie van plantleeftijd en diameter van de knol bij twee perspotmaten weergegeven.

(6)

Tabel 3. Aantasting van de knollen door botrytis bij de oogst in percentages.

plantleeftijd

6 weken 7 weken 8 weken 9 weken gem. perspotmaat

6 cm 60 28 13 7 27

7.5 cm 35 38 15 8 24

(7)

4. Bespreking van de resultaten

Het effect van de gebruikte potmaat op de diameter en het gewicht bij koolrabi .was bij gebruik van de 7,5 cm perspot iets gunstiger dan bij

gebruik van een 6 cm perspot (p = 0.04). De verschillen bleken te klein om een duidelijke voorkeur uit te spreken voor gebruik van

een 7,5 cm perspot. Vooral de hogere plantmateriaalkosten zullen duide­ lijk toe nemen en worden niet of onvoldoende goedgemaakt door het posi­ tieve effect.

Bij de gebruikte plantleeftijden van 6, 7, 8 en 9 weken blijkt de dia­ meter slechts in bescheiden mate in ongunstige zin te worden beïnvloed (p = 0.04). Het gebruik van een 9 weken oude plant geeft bij de oogst

wel een kleinere knol, maar de verschillen met een 6 weken oude plant zijn niet betrouwbaar. Wel is de tendens aanwezig dat bij gebruik van een oudere plant dan 6 weken,de diameter bij de oogst kleiner zal zijn. De plantleeftijd heeft geen betrouwbaar effect op het gewicht van

de koolrabiknollen (p = 0.10).

Bij gebruik van 6, 7, 8 of 9 weken oude plant blijkt dit bij de oogst geen of nauwelijks effect te geven bij de oogst.

Bij de aantasting van botrytis op de knol, waarbij elke beschadiging of plekje op de knol is meegeteld blijkt, dat bij jong uitplanten de aantasting van botrytis het hoogst is. Naarmate er oudere planten

worden uitgeplant blijkt de botrytisaantasting kleiner te zijn. Mogelijk, dat bij de oudere planten de huid minder gevoelig voor aanslag is dan bij jongere planten.

In grafiek 1 wordt de relatie weergegeven van de plantleeftijd en de dia­ meter bij de oogst van de twee gebruikte perspotmaten. Bij de 7,5 cm perspot valt de gemiddelde knoldiameter bij de 7 weken oude plant buiten de ver­ wachting. Wanneer dit punt buiten beschouwing wordt gelaten is er een duidelijk voordeel van een 7,5 cm perspot ten opzichte van een 6 cm perspot.

Met de 7,5 cm perspot kan de opkweek zonder oogstverlating worden ver­ lengd tot 8 à 9 weken.

(8)

Samenvatting en conclusie

Bij het onderzoek naar het effect van perspotmaat en plantleeftijd bij koolrabi onder glas is gebleken, dat de potmaat weinig of geen effect heeft op de knoldiameter en het knolgewicht bij de oogst.

In het onderzoek waren 6 en 7,5 cm perspot opgenomen. De plantleeftijd varieerde van 6 tot 9 weken.

Wel is gebleken, dat de botrytisaantasting van de geoogste knollen het grootst was bij het jongste plantmateriaal.

Een perspotmaat van 6 cm lijkt voor de vroege teelt van koolrabi onder glas voldoende groot.

De plantleeftijd moet bij het uitplanten niet ouder zijn dan 6 weken bij gebruik van een 6 cm perspot en niet ouder dan 8 à 9 weken bij gebruik van een 7,5 cm perspot.

(9)
(10)
(11)

V A K H E R H P E R S P O T P L A N T T I J D I A M E T E R G E W I C H T 1 H E R H . 1 6 C M 6 7 . 6 4 - 2 1 3 2 H E R H . 1 6 C M 9 7 . 5 1 2 2 8 3 H E R H . 1 6 C M 8 7 . 0 0 1 8 2 4 H E R H . 1 7 . 5 C H 8 7 . 5 7 2 2 2 5 H E R M . 1 7 . 5 C M 9 7 . 5 3 2 3 4 6 H E R H . 1 6 C M 7 7 . 4 0 2 2 2 7 H E R H . 1 7 . 5 C M 6 7 . 9 9 2 7 2 8 H E R H . 1 7 . 5 C M 7 CVJ O • 1 9 7 9 H E R H , 2 7 . 5 C M 6 7 . 6 3 2 1 8 1 0 H E R R . 2 6 C M 6 8 . 0 5 2 4 0 ' 1 1 H E R H . 2 7 . 5 C M 7 7 . 5 9 2 1 8 1 2 H E R H . 2 6 C M 9 7 . 2 9 2 1 6 1 3 H E R H . 2 7 . 5 C M 9 8 . 0 5 2 4 4 1 4 i-I E R H . 2 7 . 5 C M 8 7 . 7 0 2 2 5 1 5 H E R H . 2 6 C M 7 7 . 5 8 2 2 7 1 6 H E R H . 2 6 C F T 8 • 7 . 4 4 2 1 2 1 7 H E R H . 3 7 . 5 C M 8 7 . 9 4 2 3 0 1 3 H E R H , 3 7 . 5 C M 6 8 . 0 6 2 5 4 1 9 H E R H , 3 6 C M 6 7 . 6 9 2 2 4 2 0 H E R H . 3 6 C M 7 7 . 5 3 2 1 8 2 1 H E R H . 3 6 C M 9 6 . 5 1 1 6 2 2 2 H E R H . 3 7 . 5 C M 7 7 . 1 8 2 0 2 2 3 H E R H , 3 6 C M 8 7 . 0 5 1 8 6 2 4 H E R H . 3 7 . 5 C M 9 7 . 3 4 2 3 2 i

(12)

*• « c\/ 4- O Cs/ 1 'i !. ' i' : ! ' ( ; ; • : w:\ : ] 1 * >. x 0 1 <i 9 ! i ' • • ! 1 O «s O <> r\ /V O <x IA t— VO IA 00 -4- *— CV NO NO ' :> r~ SO -4" 0O fA T- CSJ -4 ON CV 00 CO IA co r- 0 IA NO CO 0 i ' • • • • 1 « • • • » O IA CV CM -4 O CV -4 ' co CV CV r~ r- co cO «- 00 ON 51 • • • • * » • • • • • IA O O -J- 0 -4 *— 0 0 C- CO r- co r- 0 IA ü"\ -4 NO fA IA CV 0 co ON NO CO IA NO IA K\ IA -s-e -4 *- NO r- -4 (M c- r- r- NO O 0 CO -4 Os 00 00 0 0 O -4 T— ON T- O 0 </> • • • • • • » • • • • • • -4" IA O N t- cvi (MO O -4 IA 0 co O 0 'i 1-*— CM T— K\ O 0 #— T- i , 0 fA 0 O r^ 0 • 0 • • CO N\ <\i cv r- r- 00 IA r». r- T- r^ 00 , 00 • ON • CV NO CO • • « * • • « * • • • • ON *— Os 0 K\ 0 0 0 -t 0 IA -j» 0 O ON IA IA CV cv CV IA 00 co r» 0 IA IA -4 NO CV O ON IA ON IA O NO IA IT. NO Kv r- K\ KN T- CV T— CV r— 4 AJ r— CV T~ ON -J-• cv KN IA • • O O IA O K\ « O • • Os rc K\ • ON • fA IA T- or T- 00 O CO ON CV cv UI cv CV *— AJ lU CV r- IA K\ r— T— t- ^ rA IA 3C Q <\i CV * CV 0 X 0 O 0 0 IA * • • 0 • O • 0 • • IC IA CV IA ON • CV r-• -t • CV IA *— r- CV O * co Ui cv r» cv CV CV CnJ z •Jc ze LJ 0 * O K-I * z 1— * < < * O t— fA 2: 00 0 co 0 c^- O > • « « 0 « 0 « 0 « « — o: CO ON r— NO 0 • vO • IA OO < Ui z r- Cü cv *— NO K\ NO CV -4-> z co < CV LU CV cv CNJ CV CV O —» m Ui •C Li_ t—< •—« 0 2: O H-3C h- K- H— < 2: H- Lu Lu 3C V. CJ Z O O O z IC F— —> —» t— X TL *— «—» Cd »— < >—» < o: O •—1 1— O 0 0 V*. < < -_J 0 CE CO 3: LU UJ CL I— 1— O. so IA >- UJ > CC CL. Z < CQ 1 LU LU LU X •: CO h- 1— co • -J CD h- —> • »—« =3 13 —» < z ca 1 CD CU z z o;

< Li- co I— 1— l CS O < 1— < 2: CQ Q UJ < < ixt

zz • • O O t— a O • • • n O LU ZD < • • Z O. 1 Cu < UJ * Û. H- Z < CQ Û. > > > a t— z Z 1— UI < O. 0_ »— LU co X CO Z Z3 ZD (/> UJ LU LU •—• h- CU + < O 1— CU C£ < -1 O U Q: a G G CO __i a c 1 -* < CD * I—« CC t—» LU LU —> ui LU < z z < * * a: Z3 z m Q_ ft. a. o: 1— < < »— * Od + < O ZD 0 cc CU O * < * > co •K •— CD 0 l— * ! >

(

(13)

CO K\ NO O -J KN O <\i vO K\ -t CM K> 0 O CO cv C^- in <r to m CM CM CM • • • • • • • • • in K\ r-. CM «— CM O K\ <X)4lA-JOOlAOO^lf\0\ r-COVD(MAir>^^NfO(>^ c o r - m o m T - v o o cm 0 \ m co IAl>aC\ÛCOOt>t-(M-ÎNK\ r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o c r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o c r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o r-K\(\llAr-«-T-^ONOT-o

3*^ CO aoo-o OsCUOlTvOOOrACOO vO-~tOcooc>«— LAOr-aOhAO C O • * • • • » • • * • • • 33 cm vDh- in k\ co o or- ^ o O O 00 O -* in -4- 0 0 in 0 O r* Ov CN OO ro 00 0 «0 r- -O ON in T- 0 CN m in 00 ro CM K\ KS CM CM o> CM O K\ in in r- 0 in vO CO O 0 *— CM VO CO 00 CM K\ CO in *— T— in K\ O CM O T— t— • • » • • « • • • « * • • O O 0 0 0 O 0 O O O t— KV K\ ra T- (\J K\ cm 0 0 CM C*» 0 KV 0 0 O -* • N> • *— MD Os • 0 • • r-0 CM CM K\ CM O O 0 rA • T— O in 0 K\ in x • -4- • r- r^ • a: • ÖD • 00 • • r- UJ r*. r^-* CM NO 2: CO 0 KN 0 K\ -* • VO 0 0 T— 0 O CM * X vO' in VO • • in K\ * cc • • • c^ • r^ • • * 00 z -K UJ X r- r-- r- P- r-LU 0 -K O »—• Z 1— -K < <£ 0 *— 0 H <— 0 IA 0 K\ K\ »—• CM « CO 0 OS 0 -4- 0 Ov Os CÉ oc 00 in X -4" \0 KS • CO • CO < UJ z • cc • ' • vO • vO • • > z 0 —» aa 00 < UJ c*- LÜ X r- r- r- r- IV L_ ce 1»« •—« 0 2: cc O UJ b- I— < 3: H H- U- U. l~ UJ O Ui »—• 13 Z 0 0 UJ z X »— —> —> 1— X X •— Z\ CM h- < X. < cc O !_< O 0 0 <SÏ < < < a QC CO < UJ UJ CL 1— f— Û_ vO in > *—* > ÛS o_ z < m 1 UJ UJ 1—• r X 00 H- I— 00 • a »— —> • »—« r? < Z CO 1 a cc Z Qi < u_ CO 1— I— -a C5 0 < »— < 2: ÛQ 0 UJ < < UJ z •• a 0 h- C3 0 • • • =) 0 UI < •• z o_ _l _j Q_ < UJ v~ LU * cc X a. CO •- z z < C3 ZD a. 00 >• UJ > UJ >• UJ a •—> h- 2: z >— UJ h- < Ol û_ Q_ * < O h-ac or < —J G O CL. G c: c in 1 a a 1 * < 0 + I—» Û£ HH UJ UJ UJ UJ < z •<£ •Jc 1—» * o: n z X a. a. a. ec. 1— < < ?— * Û: * < 0 0 Qi or O -K < * > CO -K t— O CD »— * >

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De verwaarlozing van de achttiende eeuw in Nederlandse migratiestudies wordt gecompenseerd door de Nederlandse maritieme arbeidsmarkt vanaf het begin van de zeventiende tot het

Zowel de expositie als het begeleidende boek wil een gro- tendeels vergeten verhaal vertellen, namelijk dat van de ‘gewone’ Surinamers, Antil- lianen en Arubanen, die de

Om deze reden, maar ook omdat Albeda de beschrijvingen van alle fases van zijn leven lardeert met citaten van zijn (vroegere) analyses over de overlegeco- nomie, zijn deze memoires

Uit een oogpunt van het voorkómen van bo- demdaling is wisselbouw dus niet zonder bedenkingen, evenmin als het periodiek verlagen van de polderpeilen (wat in Nederland nog- al

De laagste gemiddelde leeftijd (37 jaar) hebben degene met een af- wijkend bedrijfstype (speciale bedrijven)? voor dit soort bedrijven is kennelijk meer animo bij de jongere

De gegevens uit deze bronnen moeten dan echter worden herleid tot de plaats waar het water wordt uitgeslagen. Uit eerste bewerkingen van afvoergogevens, is gebleken dat de ge-

Voor zover er wel werd geadviseerd door de ouders, werden de ambachtelijke beroepen het meest aangeraden (31%)« Het landarbeidersberoep werd veel min- der vaak aangeraden (11%).

De bedrijven zijn geselec- teerd omdat de opbrengst van gras en maïs (in kg droge stof en stikstof per ha) duidelijk hoger is dan de opbrengsten waarop de gebruiks- normen