• No results found

Verkaveling en geschiktheid van de cultuurgrond in samenhang met de intensiteit van het bodemgebruik van vollegronds groenteteeltbedrijven op zandgronden in West-Brabant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verkaveling en geschiktheid van de cultuurgrond in samenhang met de intensiteit van het bodemgebruik van vollegronds groenteteeltbedrijven op zandgronden in West-Brabant"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NN31545,0937

november 1976 Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding

Wageningen

BIBLIOTHEEK DE MAAFF

Droevendaalsesteeg 3a Postbus 241 6700 AE Wageningen VERKAVELING EN GESCHIKTHEID VAN DE CULTUURGROND

IN SAMENHANG MET DE INTENSITEIT VAN HET

BODEMGEBRUIK VAN VOLLEGRONDS GROENTETEELTBEDRIJVEN OP ZANDGRONDEN IN WEST -BRABANT

ing. L.W. Vink

N o t a ' s van het Instituut zijn in principe interne communicatiemid-d e l e n , communicatiemid-dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende d i s c u s s i e van onderzoeksresultaten. In de m e e s t e gevallen zullen de conclusies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is afgesloten.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking.

f)^>

^

LANDBOUWCATALOGUS

(2)

I N H O U D

biz.

1. INLEIDING 1 2 . HET RUILVERKAVELINGSGEBIED 2

3 . DE TUINBOUW IN HET GEBIED 2

4 . ENQUÊTE 5 5. RESULTATEN 7 6. REGRESSIEMODEL 15 7. CULTUURTECHNISCHE MAATREGELEN 18 8. SAMENVATTING 20 LITERATUUR 22

(3)

1. INLEIDING

Uit onderzoekingen naar de agrarische produktie-omstandighe-den in het zandgebied van West-Brabant, blijkt dat zich in de loop van de tijd in de landbouw een groot aantal bedrijven van het gemeng-de bedrijfstype heeft ontwikkeld ( C D . , 1971; LEI, 1964, 1969, 1970; VAN OOSTROM EN VINK, 1967, 1973; VINK, 1968). Dit type is ont-staan als gevolg van het door splitsingen te klein geworden landbouw-bedrijf. De teelt van tuinbouwgewassen in de volle grond heeft gelei-delijk op veel van deze bedrijven een belangrijk aandeel in de totale agrarische produktie gekregen. De huidige, binnen een dergelijk be-drijf voorkomende verschillen in de geschiktheid van de cultuurgrond, alsmede de gebrekkige verkavelingssituatie staan echter een v e r d e r -gaande ontmenging, waarvoor in dit type zandgebieden belangstelling bestaat, veelal in de weg. Met name is voor een aantal van de voor-al kleinere gemengde bedrijven, door een specivoor-alisatie in de richting van arbeidsintensieve groenteteelt;een bedrijfsvoering met voldoende

perspectieven mogelijk indien de cultuurtechnische produkti e-omstan-digheden sterk zouden worden verbeterd (VINK EN VAN OOSTROM, 1976),

Voor de ontwikkeling van planconcepten ten behoeve van de herin-richting van een dergelijk gebied is het van belang inzicht te hebben in de mate van beïnvloeding van relevante verkavelings- en grondge-schiktheidskenmerken op het huidig bodemgebruik van vollegronds-groenteteeltbedrijven. Hiertoe is op verzoek van de Cultuurtechnische Dienst een enquête gehouden onder de bedrijven met groenteteelt in de volle grond in het gebied Oud Gastel-Oudenbosch. In dit gebied is een ruilverkaveling in voorbereiding, zodat het mogelijk is aan de landin-richting van deze bedrijven, ter verkrijging van optimale produktie-omstandigheden, bijzondere aandacht te schenken. Op de resultaten van deze enquête zal in deze nota nader worden ingegaan.

(4)

2 . HET RUILVERKAVELINGSGEBIED

Het r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d Oud G a s t e l - O u d e n b o s c h i s gelegen t e n w e s t e n van B r e d a en m a a k t deel uit van de r e g i o R o o s e n d a a l . In de

r u i l v e r k a v e l i n g is vrijwel het gehele grondgebied van de g e m e e n t e n Oud G a s t e l , Oudenbosch en Hoeven opgenomen en v o o r t s kleine g e d e e l t e n van de g e m e e n t e n Rucphen (Zegge), E t t e n L e u r en R o o s e n -d a a l . Het gebie-d b e s l a a t een o p p e r v l a k t e van c a . 7000 ha en heeft van o u d s h e r e e n a g r a r i s c h k a r a k t e r . Rond 6500 ha van het gebied i s t h a n s in gebruik voor de l a n d - en tuinbouw.

De b o d e m g e s t e l d h e i d w o r d t voor bijna t w e e d e r d e d e e l van het gebied g e k e n m e r k t door het golvende B r a b a n t s e d e k z a n d l a n d s c h a p , dat afwisselend b e s t a a t uit zwak en s t e r k l e m i g fijn zand m e t een h u m e u s dek van 35 à 60 c m . In de h o g e r gelegen delen k o m e n in de on-d e r g r o n on-d s o m s l e e m en ouon-de kleilagen v o o r . N o o r on-d e r l i j k van on-de lijn Oud G a s t e l O u d e n b o s c h en ten w e s t e n van de bewoningskern Oud G a s -tel gaat het dekzandlandschap geleidelijk over in het z e e k l e i g e b i e d .

De waterhuishouding w o r d t in het zandgebied g e k e n m e r k t door s t e r k e s c h o m m e l i n g e n in de g r o n d w a t e r s t a n d . De geschiktheid van de g r o n

-den voor tuinbouw wordt in belangrijke m a t e bepaald door s t ruk t u u r en b e w e r k b a a r h e i d van de bovengrond, w a a r b i j de diepteligging van het g r o n d w a t e r ten opzichte van het m a a i v e l d van groot belang i s . C a . 20%

van de o p p e r v l a k t e c u l t u u r g r o n d ondervindt r e g e l m a t i g w a t e r o v e r l a s t , r t e r w i j l a n d e r z i j d s m e t n a m e v o o r a l de hoog gelegen z a n d g r o n d e n in

de z o m e r m a a n d e n een v o c h t t e k o r t kunnen hebben, wat, d o o r d a t b e r e gening smogelijkheden vaak ontbreken, niet altijd kan w o r d e n a a n g e -vuld. E e n r e l a t i e f groot areaal is e c h t e r voor tuinbouw geschikt of door a a n p a s s i n g e n in de o n t w a t e r i n g s s i t u a t i e geschikt te m a k e n .

3 . DE TUINBOUW IN HET GEBIED

Het huidig a r e a a l aan tuinbouwgewassen b e s l a a t op b a s i s van CBS gegevens van de g e m e e n t e n Oud G a s t e l , Oudenbosch en Hoeven c a . 17% van de oppervlakte c u l t u u r g r o n d . De t e e l t heeft zich het

(5)

laatste decennium sterk uitgebreid, hetgeen tot uiting komt in een toename van het areaal in deze periode met ca. 70%. De vooruitgang van de tuinbouw in het gebied is geheel ten koste gegaan van het a r e -aal akkerbouw. Op ruim de helft van het aantal bedrijven komt tegen-woordig tuinbouw voor met als gevolg een sterk verspreide produktie in het gebied. De omvang van het tuinbouwareaal wordt in sterke mate bepaald door de teelt van groenten in de volle grond.

1965 1975

68.2°/o,

groenten open grond boomkwekerij pit + steenvruchten

F i g . 1. Relatieve samenstelling van het tuinbouwareaal in 1965 en 1975 in het ruilverkavelingsgebied Oud Gastel-Oudenbosch Ongeveer 80% van de oppervlakte tuinbouw in het gebied wordt thans ingenomen door de teelt van groenten in de volle grond, verge-leken met een aandeel van ca. 68% in 1965. In figuur 1 is de opper-vlakte van de cirkels rechtevenredig met het a r e a a l .

De toegenomen interesse in het gebied voor deze vorm van tuinbouwproduktie wordt ook geïllustreerd door een vergelijking van het v e r -loop van het landelijk areaal met dat in het ruilverkavelings gebied (fig- 2).

In de periode 1966 - 1975 is in het gebied het areaal groenten in de volle grond met ca. 60% gestegen tot thans ruim 900 ha. Het lande-lijk areaal heeft zich daarentegen nauwelande-lijks uitgebreid.

(6)

index 160 150 140 130 120 110 100 : rvk Oud Gastel- S / » « . , , Oudenbosch/ - / "

^l—-—-I ^l—-—-I i i ^ N e d e r l a n d I I I I I 1965/67 66/68 67/69 68/70 69/71 70/72 71/73 72/74 73/75 74/76

F i g . 2. De ontwikkeling van het areaal groenten in de volle grond in Nederland en in de ruilverkaveling Oud Gastel-Oudenbosch in de periode 1966-1975.

In de praktijk van het ruil verkavelings gebied kan voor de volle -grondsgroenteteelt een drietal teeltmethoden worden onderscheiden:

. akkerbouwmatige groenteteelt

Het betreft hier de arbeidsextensiefste vorm van groenteteelt in de volle grond overwegend voorkomend op de akkerbouwbedrijven welke voornamelijk zijn gesitueerd op de kleigronden in het gebied. De teelt richt zich op de sterk gemechaniseerde grootschalige produktie van groenten voor de conservenindustrie zoals groene erwten, stam-slabonen, tuinbonen, spinazie en boerenkool. Levering geschiedt op basis van een rechtstreeks afgesloten contract tussen producent en fabrikant. Exacte areaalgegevens ontbreken, maar geschat kan wor-den dat het hier thans gaat om een oppervlakte van ca. 500 ha, ruim de helft van het totale areaal groenten.

. groenteteelt op veilingcontract

Deze vorm van groenteteelt wordt in het algemeen gekenmerkt door een aanzienlijk minder arbeidsextensief karakter dan de akkerbouw-matige groenteteelt. Het 'gaat hierbij om produkten als p r e i , andijvie, spinazie, tuinbonen en boerenkool, waarvan de oogst minder sterk gemechaniseerd wordt uitgevoerd, zodat de teelt ook op relatief klei-nere percelen kan worden uitgeoefend. Voor de verschillende groen-ten zijn door de veiling collectieve contracgroen-ten opgesteld met de con-servenindustrie. De teelt vindt overwegend plaats op de middelgro-te en kleinere bedrijven, welke vaak middelgro-tevens groenmiddelgro-ten middelgro-telen besmiddelgro-temd voor de direkte consumptie. Het areaal fluctueert jaarlijks in sterke

(7)

mate en wordt duidelijk beïnvloed door de financiële resultaten van de teelten met produktie voor de v e r s e markt.

. groenteteelt voor de directe consumptie

De teelt van groenten voor de v e r s e markt is in het ruilverkavelings-gebied reeds van oudsher bekend. Als gevolg van gunstige financiële uitkomsten is in het laatste decennium de betekenis ervan sterk toe-genomen. Vooral op de kleinere maar ook op de middelgrote gemeng-de bedrijven levert gemeng-deze arbeidsintensiefste vorm van groenteteelt in de volle grond vaak een belangrijk aandeel in het totale bedrijfs-inkomen. De teelt van bladgroenten, aardbeien, spruiten, bloemkool en bonen zijn in het huidige teeltplan van deze bedrijven het s t e r k s t vertegenwoordigd. De produkten worden aangevoerd en verkocht op de veilingen van Oudenbosch en Breda.

Modernisering van veel bedrijven met groenteteelt in de volle grond stuit op ernstige moeilijkheden als gevolg van een ongunstige verkavelings-en ontsluitingssituatie en/of het ontbreken van voldoen-de geschikte cultuurgrond.

4. ENQUETE

Vooral met het oog op de toekomstige ontwikkeling van de bedrijven met arbeidsintensieve groenteteelt in de volle grond is in het gebied op dit type bedrijven een enquête gehouden. Doel van de enquête was na te gaan in hoeverre ontmenging thans wordt belemmerd door tekort-komingen in de cultuurtechnische produktie-omstandigheden, alsmede om een indruk te krijgen van het aantal bedrijven wat wil specialiseren.

K e u z e b e d r i j v e n

De keuze van de te enquêteren bedrijven heeft plaatsgevonden op basis van de volgende criteria:

Hoofdberoep van de ondernemer in de land- of tuinbouw

Indien de ondernemer ouder is dan 60 jaar dient een bedrijfsop-volger aanwezig te zijn

(8)

Alle bedrijven van 1 , 5 - 10, 0 ha met minder dan 0, 5 ha glas en met, gerekend naar de bedrijf s oppervlakte, meer dan 7, 5% in-tensieve of 15% exin-tensieve of 10% inin-tensieve en exin-tensieve vormen van vollegrondsgroenteteelt;

Alle bedrijven van 10 - 30 ha met, gerekend naar de bedrijf sop-pervlakte, meer dan 50% extensieve vormen van groenteteelt in de volle grond of meer dan 30% groenteteelt in de volle grond, waarvan minimaal eenvierde deel intensief i s .

In het gebied leken op basis van mei-tellinggegevens 95 bedrij-ven ofwel ca. eenderde van de bedrijbedrij-ven met groenteteelt in de volle grond aan voornoemde c r i t e r i a te voldoen. Na uitvoering van de en-quête voldeden echter 77 bedrijven aan de gestelde uitgangspunten. Met name bleek dat enige bedrijven buiten het ruilverkavelingsgebied waren gesitueerd, terwijl bovendien enkele ondernemers geen bedrijfs-opvolger hadden of hun cultuurgrond grotendeels hadden verhuurd.

O p z e t e n q u ê t e

Voor de enquête, welke mondeling is uitgevoerd, werd gebruik gemaakt van een speciaal • voor de probleemstelling ontwikkeld en-quêteformulier (bijlage I). De samenstelling van het formulier kwam tot stand in overleg met het Consulentschap voor de Tuinbouw te

Tilburg.

De vraagstelling is gebaseerd op het verzamelen van gegevens die betrekking hebben op het bedrijf en op de respectievelijke kavels van het bedrijf. Naast de algemene bedrijfsgegevens is tevens ge-tracht informatie te verkrijgen over de voorkeur van de ondernemer met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van zijn bedrijf na

uitvoering van een ruilverkaveling. Op het desbetreffende enquêteformu-lier zijn hiervoor een aantal bedrijfstypen onderscheiden. De kavel-gegevens hebben betrekking op de gebruiksmogelijkheden van de grond voor de groenteteelt in de volle grond alsmede op de geteelde gewassen zowel in 1974 als in 1975.

(9)

5. RESULTATEN

A l g e m e e n

De gegevens van ongeveer eenvierde van het aantal bedrijven met groenteteelt in de volle grond in het ruilverkavelingsgebied zijn betrokken in de resultaten van de enquête. Deze bedrijven liggen sterk verspreid in het gebied en beslaan een oppervlakte van 600 ha, overeenkomend met rond 9% van de oppervlakte cultuurgrond in het ge-bied. De bedrijven zijn op basis van het huidige teeltplan onderver-deeld in een zestal bedrijfstypen. Uitgangspunt is hierbij geweest dat produktietakken met een oppervlakte tot 15% van de bedrijfsgrootte niet als zodanig apart zijn onderscheiden. Dit met uitzondering van bedrijven waarop glas en/of boomkwekerij voorkomt. Deze zijn als aparte categorie(2) opgenomen. In tabel 1 zijn de verschillende b e -drijfstypen nader omschreven. Tevens is hierin de huidige situatie in relatie gebracht tot het gewenste bedrijfstype na verbetering van de cultuurtechnische produktie-omstandigheden.

Als belangrijkste resultaat komt naar voren, dat 57 bedrijven zich in de toekomst geheel willen specialiseren op de groenteteelt in de volle grond. Bovendien blijkt dat voor 25 bedrijven dit gepaard gaat met een verandering van het bedrijfstype. Op 9 bedrijven komen nog andere vormen van tuinbouw voor, welke ook in de toekomst wor-den gehandhaafd. Het betreft hierbij meestal een geringe oppervlakte glas of boomkwekerijgewassen. De gemiddelde bedrijfsgrootte neemt toe naarmate de arbeidsintensiviteit van het gewenste bedrijfstype afneemt. Ruim 40% ofwel 32 van de onderzochte bedrijven met een oppervlakte van 173 ha willen zich in de toekomst geheel toeleggen op de arbeidsintensieve groenteteelt in de volle grond. Bovendien gaan 20 bedrijven met een oppervlakte van 168 ha naast deze vorm van groenteteelt tevens akker bouwmatige groenteteelten in het teelt-plan opnemen.

(10)

Tabel 1. Het aantal en de gemiddelde bedrijf s grootte van de onder-zochte bedrijven onderverdeeld naar huidig en gewenst be-drijfstype Bedrijfstype Aantal bedrijven situatie situatie a b s . 1 1 3 1 6 1 2 2 totaal arbeidsintensieve vollegronds groenteteelt-bedrijven 3 3 6 3 totaal matig arbeidsinten-sieve vollegronds groen-teteeltbedrijven 4 4 6 4 totaal arbeidsextensieve vollegroends groenteteelt-bedrijven Totaal g e s p e c i a l i s e e r d e vollegronds groenteteelt-bedrijven 5 5 6 5 6 6 Totaal overige bedrijven met vollegronds groenteteelt Totaal bedrijven enquête

12 2 9 9 32 9 11 20 2 3 5 57 5 3 12 20 77 % 1 5 , 6 2 , 6 1 1 , 7 1 1 , 7 4 1 , 6 1 1 , 7 1 4 , 3 2 6 , 0 2 , 6 3 , 9 6 , 5 7 4 , 0 6 , 5 3 , 9 1 5 , 6 2 6 , 0 100,0 Gem. bedrijfs-grootte (ha) 5 , 4 4 , 2 6 , 4 4 , 6 5 , 4 6 , 4 1 0 , 0 8 , 4 1 0 , 3 9 , 4 9 , 7 6 , 8 1 3 , 3 1 7 , 4 7 , 7 1 0 , 6 7 , 8 % oppervlakte geënquêteer-de bedrijven 1 0 , 8 1 , 4 9 , 6 6 , 9 2 8 , 7 9 , 6 1 8 , 3 2 7 , 9 3 , 4 4 , 7 8 , 1 6 4 , 7 1 1 , 1 8 , 8 1 5 , 4 3 5 , 3 1 0 0 , 0

1 = gespecialiseerd groenteteeltbedrijf zonder akker bouwmatige teelten 2 = tuinbouwbedrijf .met niet-akkerbouwmatige groenteteelten

3 = gespecialiseerd groenteteeltbedrijf met ook akkerbouwmatige teelten 4 = gespecialiseerd akker bouwmatig groenteteeltbedrijf

5 = gespecialiseerd akkerbouwbedrijf met akkerbouwmatige groenteteelten 6 = gemengd bedrijf met groenteteelt

(11)

D e v e r k a v e l i n g s t o e s t a n d

In tabel 2 zijn een aantal verkavelingskenmerken van de onder-zochte bedrijven kort samengevat. Hierbij is de huidige situatie weer-gegeven van de onderscheiden toekomstige bedrijfstypen.

Tabel 2. De verkavelingstoestand van de onderzochte bedrijven in totaal en per gewenst bedrijfstype

G e m . H u i s k a - G e m . a a n - G e m . Gew. g e m . Gew. g e m . T o e k o m s t i g Aantal b e d r i j f s v e l s % tal k a v e l s k a v e l k a v e l v e l d k a v e l -bedrijfstype b e d r i j v e n g r o o t t e v . d . b e d r . per grootte afstand afstand

(ha) grootte bedrijf (ha) (m) (m) G r o e n t e t e e l t -bedrijven in de v o l l e grond intensief m a t i g i n t e n s . e x t e n s i e f Totaal O v e r i g e b e -d r i j v e n T o t a a l bedrijven 32 20 5 57 20 77 5 . 4 8 , 4 9 , 7 6 , 8 1 0 , 6 7 , 8 3 5 , 8 3 5 , 2 2 6 , 9 3 4 , 4 2 5 , 7 3 1 , 3 3 , 4 5 , 3 7 , 0 4 , 4 5 , 8 4 , 7 1 . 6 1 . 6 1 . 4 1 . 6 1 . 8 1 . 6 1280 1420 1870 1420 1110 1310 2000 2190 2550 2160 1170 1910

Gesteld kan worden dat de verkavelingstoestand van de onderzoch-te bedrijven ongunstig i s . Alhoewel gemiddeld ruim eenderde van de cultuurgrond bij de bedrijfsgebouwen is gelegen, bedraagt de gemid-delde kavelafstand voor de groenteteeltbedrijven bijna 1, 5 km. Deze bedrijven hebben gemiddeld 4 , 4 kavels per bedrijf met een gemiddel-de oppervlakte van 1, 6 ha. De gemidgemiddel-delgemiddel-de kavelafstand en het gemid-deld aantal kavels per bedrijf neemt toe naarmate de bedrijven groter en extensiever worden. De oppervlakte van de huiskavels neemt h i e r -bij relatief af, terwijl de gemiddelde kavelgrootte voor de onderschei-den bedrijfstypen nauwelijks v a r i e e r t . De gemiddelde bedrijfs grootte van de intensieve bedrijven komt overeen met de door VINK en VAN OOSTROM (1976) berekende optimale bedrijfsgrootte voor het eenmans-bedrijf onder optimale cultuurtechnische produktie-omstandigheden met inschakeling van losse arbeidskrachten.

(12)

G e s c h i k t h e i d v a n d e c u l t u u r g r o n d

De mogelijkheden voor de g r o e n t e t e e l t in de volle grond w o r d e n in s t e r k e m a t e bepaald door de geschiktheid van de c u l t u u r g r o n d en in s a m e n h a n g d a a r m e e de mogelijkheid van k u n s t m a t i g e b e r e g e n i n g . De geschiktheid is o n d e r m e e r afhankelijk van de b e w e r k b a a r h e i d van de bovengrond en het peil van de g r o n d w a t e r s t a n d . G e t r a c h t is de ge schiktheid van de c u l t u u r g r o n d onder te b r e n g e n in een d r i e t a l k l a s s e n . In t a b e l 3 is de r e l a t i e v e v e r d e l i n g van de oppervlakte c u l t u u r grond w e e r g e g e v e n zowel voor wat betreft de o n d e r s c h e i d e n g e s c h i k t -h e i d s k l a s s e n als ook m e t betrekking tot de b e r e g e n i n g s m o g e l i j k -h e d e n . T a b e l 3 . R e l a t i e v e v e r d e l i n g van de oppervlakte c u l t u u r g r o n d van de

o n d e r z o c h t e bedrijven in t o t a a l en p e r gewenst bedrijfstype n a a r geschiktheid voor g r o e n t e t e e l t in de volle grond en b e -r e g e n i n g s m o g e l i j k h e i d T o e k o m s t i g bedrijfstype G r o e n t e t e e l t b e d r i j • ven ia de v o l l e grond inteneief m e t i g i n t e n s . e x t e n s i e f T o t a a l O v e r i g e bedrijven T o t a a l bedrijven Opp. c u l t u u r -grond (ha) 1 6 5 , 1 1 6 3 , 0 4 7 . 2 3 7 5 , 3 2 0 6 , 2 5 8 1 , 5 B e r e g e n i n g % van o p p e r v l . cultuurgr. m o g e l i j k (m) niet m o g e l i j k (n) m n m n m< n m n m n m n 8 6 . 9 1 3 . 1 1 0 0 . 0 7 2 , 0 2 8 . 0 1 0 0 , 0 8 3 , 9 1 6 , 1 1 0 0 , 0 8 0 , 1 1 9 . 9 1 0 0 , 0 7 1 , 1 2 8 , 9 1 0 0 , 0 7 6 . 9 g_3._l 1 0 0 , 0

Geschiktheid van de grond voor g r o e n t e -t e e l -t % van de oppervlak-te cul-tuurgrond goed te d r o o g / t e licht te n a t / t e zwaar

7 5 . 6 1 1 , 1 8 6 , 7 4 7 , 4 2 2 . 1 6 9 . 5 5 3 , 3 10^5 6 3 , 8 6 0 . 6 1 5 . 8 7 6 . 4 4 8 , 5 2 3 , 8 7 2 , 3 5 6 , 3 1 8 , 6 7 4 . 9 2 . 5 0 . 7 3 , 2 1 . 3 • * , 7 6 . 0 1 . 9 1 . 2 3 . 1 1 . 9 2 J J 4 , 4 3 . 0 2 , 8 5 , 8 2 , 3 2 . 6 4 . 9 8 , 8 1 . 3 1 0 , 1 2 3 , 3 1 , 2 2 4 , 5 2 8 , 7 4.J, 3 3 . 1 1 7 , 6 1 . 6 1 9 , 2 1 9 , 6 2 . 3 2 1 . 9 1 8 , 3 1 . 9 2 0 , 2

De oppervlakte c u l t u u r g r o n d van de potentiële g r o e n t e t e e l t b e d r i j -ven kan voor 76% als goed geschikt w o r d e n g e k w a l i f i c e e r d . Op 20% van de oppervlakte c u l t u u r g r o n d i s geen beregening m o g e l i j k . D o o r -dat dit gedeeltelijk ook het geval is op de qua b o d e m g e s t e l d h e i d en o n t w a t e r i n g s t o e s t a n d goede g r o n d e n beschikken deze bedrijven thans

(13)

gemiddeld voor s l e c h t s r u i m 60% over voor g r o e n t e t e e l t g e s c h i k t e c u l t u u r g r o n d m e t de mogelijkheid van t o e p a s s i n g van k u n s t m a t i g e b e -r e g e n i n g . Alhoewel dit p e -r c e n t a g e voo-r de i n t e n s i e f s t e bed-rijven h e t hoogst i s , blijkt dat e r bij deze bedrijven toch nog e e n v i e r d e van de oppervlakte c u l t u u r g r o n d niet voldoet aan de voor g r o e n t e t e e l t in de volle grond te s t e l l e n e i s e n .

B o d e m g e b r u i k

E e n indeling van de bedrijven n a a r bedrijfstype zal tot uiting k o m e n in v e r s c h i l l e n in het b o d e m g e b r u i k van de desbetreffende b e d r i j ven. In t a b e l 4 is voor de o n d e r z o c h t e bedrijven in t o t a a l en p e r b e drijfstype h e t gemiddelde r e l a t i e v e a a n d e e l in oppervlakte c u l t u u r -grond w e e r g e g e v e n van de v e r s c h i l l e n d e produktietakken, op b a s i s van het t e e l t p l a n in 1975. Voorts is de omvang van de p r o d u k t i e t a k k e n o m g e r e k e n d in s t a n d a a r d - b e d r i j f s e e n h e d e n (SBE), zijnde een m a a t voor de toegevoegde w a a r d e in de v e r s c h i l l e n d e produktie r i c h t i n g e n . De p r o d u k t i e - o m v a n g is in tabel 4 opgenomen a l s een gemiddelde p e r bedrijf en p e r h e c t a r e c u l t u u r g r o n d .

T a b e l 4 . Het huidige b o d e m g e b r u i k van de o n d e r z o c h t e b e d r i j v e n in totaal en p e r gewenst bedrijfstype

Opp. Groenteteelt O v e G e m . aan G e m . a a n G e m . a a n c u l v e i l i n g v e i l i n g fabriek r i g e G r a s A k k e r tal SBE/be tal S B E / tal S B l / b e -T o e k o m s t i g t u u r v e r g e c o n. c o n. tuin- land bouw drijf e x c l . ha drijf i n c l . bedrijfstype grond c o n » , t r a c t t r a c t bouw v e r e d e c u l t u u r v e r e d e

-(ha) % % % % % % ling grond ling G r o e n t e t e e l t -bedrijven in de v o l l e grond intensief matig i n t e n s . e x t e n s i e f Totaal O v e r i g e bedr. Totaal bedr. 1 6 5 , 1 1 6 3 , 0 4 7 , 2 3 7 5 , 3 2 0 6 , 2 5 8 1 , 5 5 7 , 0 2 1 , 7 -3 4 , 5 6 , 2 2 4 , 4 8 , 1 9 . 2 -7 , 6 2 . 2 5 , 7 1 7 , 5 4 1 , 3 8 1 , 6 3 5 , 9 2 7 , 4 3 2 , 9 6 , 4 0 , 4 -3 , 0 1 , 8 2 . 6 4 , 2 1 5 , 0 1 4 , 8 1 0 , 2 2 7 , 1 1 6 , 2 6 , 8 1 2 , 4 3 , 6 8 , 8 3 5 , 3 1 8 , 2 150 128 126 140 103 130 2 9 , 0 1 5 , 7 1 3 , 3 2 1 , 2 1 0 , 0 1 7 , 3 173 143 177 163 149 159

Opvallend is dat van de t o e k o m s t i g e g e s p e c i a l i s e e r d e g r o e n t e -t e e l -t b e d r i j v e n -thans bijna eenvijfde van de oppervlak-te c u l -t u u r g r o n d niet in gebruik is voor de produktie van tuinbouwgewassen. Bij de

(14)

intensiefste bedrijven i s dit percentage weliswaar aanzienlijk l a g e r , maar hierbij dient te worden bedacht dat ook de akker bouwmatige

groenteteelt voor de conservenindustrie niet gewenst wordt, zodat in feite bijna 30% van de oppervlakte cultuurgrond voor andere doeleinden wordt gebruikt dan de desbetreffende ondernemers zouden willen. Ook bij de matig intensieve bedrijven is het niet gewenste grondgebruik groot met een percentage van ruim 27%. Bij deze groep van bedrij-ven is het niet bekend in welke mate m e n d e combinatie van intensieve en extensieve groenteteelten wil doorvoeren. Het is zeer waarschijnlijk dat dit, mede in afhankelijkheid van de bedrijf s grootte, van bedrijf tot bedrijf zal v e r s c h i l l e n .

De v e r s c h i l l e n in grondgebruik komen ook tot uitdrukking in de produktie-omvang uitgedrukt in SBE per bedrijf. De gemiddelde produk-tie-omvang per bedrijf neemt af van 150 SBE voor de intensiefste be-drijven tot 126 SBE voor de extensiefste bebe-drijven. Door de opname in de bedrijfsplannen van de veredeling worden genoemde v e r s c h i l l e n vrijwel genivelleerd en i s er tevens sprake van een behoorlijke p r o -duktie-omvang. De matig intensieve bedrijven blijven echter duidelijk kleiner. De afname in produktie-omvang van de aan grond gebonden teelten, uitgedrukt per ha, i s nog s t e r k e r . De intensiefste bedrijven hebben thans in vergelijking met de overige groenteteeltbedrijven een vrijwel tweemaal zo hoog produktieniveau.

H u i d i g e s i t u a t i e v a n q u a b e d r i j f s t y p e w e l e n n i e t t e v e r a n d e r e n b e d r i j v e n

Uit het voorgaande kan worden geconstateerd, dat de keuze van de te telen gewassen per bedrijfstype lijkt te worden beïnvloed door de huidige geschiktheid van de cultuurgrond en de verkavelings- en

ontsluitingssituatie. Deze beïnvloeding wordt nog sterker geaccentueerd indien een aantal van de beschreven cultuurtechnische kenmerken w o r -den vergeleken tussen bedrijven die in de toekomst qua huidig bedrijfs-type willen veranderen en bedrijven die niet veranderen. In figuur 3 zijn voor het intensieve en het matig intensieve bedrijfstype enkele kenmerken in beeld gebracht.

(15)

gew. gem. afstond (km) 3

toekomstig bedrij'fstype onveranderd „ veranderd kavel at st. veld kavel af st. aant. kavels be dr. kavel afst. kavel veld

afst aant. kavels

bedr intensief bedrij'fstype matig intensief bedr type

Fig. 3. De huidige interne ontsluiting en verkaveling van bedrijven die willen specialiseren naar groente-teelt in de volle grond

Duidelijk blijkt dat zowel bij het intensieve als matig intensieve bedrijfstype de huidige verkavelings - en interne ontsluitingssituatie ongunstiger is voor tuinders die in de toekomst hun bedrijfsopzet willen wijzigen. Dit effect komt ook naar voren bij een vergelijking van het relatieve aandeel van de huiskavels in de bedrijfsgrootte en bij de matig intensieve bedrijven tevens in de gem. kavelgrootte(tabel 5), Tabel 5. De huidige gemiddelde bedrijf s - en kavelgrootte alsmede

de huidige intensiteit van het bodemgebruik van bedrijven die willen specialiseren naar groenteteelt in de volle grond

Opp. Toekomstig Aantal cultuur-bedrijfatype bedrijven grond

(ha)

_ _ „ . , Cem.aan- Cem.aan- Gem.aan-. ° ™ ' u , U, , « " t a l S B E / b e - tal SBE/ tal SBE/be-bedrijf.- kavel- vel«(% d r i j£ exel. ha drijf incl.

(ha) (ha) grootte) u d

intensief onveranderd v e r a n d e r d totaal Süili l^SViiS onveranderd v e r a n d e r d totaal 21 11 32 9 11 20 1 0 2 . 0 6 3 . 0 1 6 5 . 1 5 5 , 6 1 0 7 , 4 1 6 3 , 0 5 , 1 6 . 0 5 . 4 6 , 4 1 0 . 0 8 , 4 1 . 6 1 . 6 1 , 6 1 . 9 1 . 5 1 . 6 3 7 , 9 3 2 , 4 3 5 , 8 5 2 . 5 . 2 6 , 0 3 5 , 2 171 108 150 123 132 128 3 5 , 3 1 8 , 8 2 9 , 0 1 9 , 8 1 3 , 5 1 5 , 7 186 148 173 134 151 143 13

(16)

Uit de tabel blijkt t e v e n s dat de gemiddelde i n t e n s i t e i t van het g r o n d g e b r u i k , u i t g e d r u k t in SBE p e r ha c u l t u u r g r o n d , voor de in de t o e k o m s t qua bedrijfstype niet te v e r a n d e r e n bedrijven a a n m e r k e l i j k hoger i s . Voor de i n t e n s i e v e bedrijven is dit bovendien het geval m e t de totale gemiddelde p r o d u k t i e - o m v a n g van de aan grond gebonden t e e l t e n . B i j de te v e r a n d e r e n bedrijven w o r d t de t o t a l e bedrijfsomvang in de huidige s i t u a t i e op een a a n v a a r d b a a r niveau g e b r a c h t door e e n r e l a t i e f g r o o t aandeel van de v e r e d e l i n g . De v e r s c h i l l e n in g e m i d d e l -de bedrijfsomvang zijn bij het m a t i g i n t e n s i e v e bedrijfstype m i n d e r duidelijk doordat de oppervlakte van deze bedrijven nog al v a r i e e r t .

Alhoewel de gemiddelde i n t e n s i t e i t van het g r o n d g e b r u i k van de t o e k o m s t i g niet te v e r a n d e r e n i n t e n s i e v e bedrijven het hoogst i s , b e -tekent dit niet dat d e z e bedrijven thans volledig g e s p e c i a l i s e e r d zijn. Uit figuur 4 blijkt dat deze b e d r i j v e n t h a n s m i n i m a a l gemiddeld 15% van de oppervlakte c u l t u u r g r o n d g e b r u i k e n voor in feite niet bij dit type bedrijf b e h o r e n d e p r o d u k t i e r i c h t i n g e n z o a l s de c o n t r a c t t e e l t van g r o e n t e n voor de f a b r i e k en de w e i d e - en a k k e r b o u w . U i t e r a a r d i s dit p e r c e n t a g e bij de t o e k o m s t i g te v e r a n d e r e n i n t e n s i e v e b e d r i j v e n v e e l h o g e r ( r u i m 50%) m a a r bovendien i s h i e r b i j h e t a a n d e e l van de n i e t oppcultuurgr W.) 100 O V O V

intensief bedrijfstype matig intensief bedrijfstype

grasland + akkerbouw overige tuinbouw groenteteelt f BsSJq groenteteelt fabriek contract volle grond P W veiling

. ... ^ ^ verse cons. grond geschikt voor groenteteelt met beregeningsmogelijkheid

F i g . 4 . Het huidig t e e l t p l a n en de oppervlakte voor g r o e n t e t e e l t ge-schikte grond van bedrijven die willen s p e c i a l i s e r e n n a a r g r o e n t e t e e l t in de volle grond

(o = t o e k o m s t i g bedrijfstype o n v e r a n d e r d ; v = t o e k o m s t i g bedrijfstype v e r a n d e r d )

(17)

tuinbouw produkti e takken veel g r o t e r . Voor de m a t i g i n t e n s i e v e b e d r i j v e n is van een identieke situatie s p r a k e , zij het dat het b o d e m g e -b r u i k van de niet te v e r a n d e r e n -bedrijven vrijwel geheel i s g e r i c h t op de g r o e n t e t e e l t in de volle grond. H i e r b i j dient evenwel te w o r d e n bedacht dat het gewenste aandeel van i n t e n s i e v e r e s p e c t i e v e l i j k e x -t e n s i e v e g r o e n -t e -t e e l -t e n nie-t bekend i s .

Uit. figuur 4 kan tevens w o r d e n v a s t g e s t e l d dat kennelijk de e x -t e n s i e v e g r o e n -t e -t e e l -t e n ook w o r d e n u i -t g e v o e r d op in p r i n c i p e voor de t e e l t van groenten m i n d e r geschikte c u l t u u r g r o n d e n of op gronden w a a r niet kan w o r d e n b e r e g e n d . Het s t e r k s t komt dit n a a r v o r e n bij de niet te v e r a n d e r e n m a t i g i n t e n s i e v e bedrijven, w a a r b i j v r i j w e l de gehele oppervlakte c u l t u u r g r o n d wordt gebruikt voor de t e e l t van groenten in de volle grond, t e r w i j l r u i m 40% van d e z e gronden h i e r -voor thans m i n d e r geschikt i s .

6. REGRESSIEMODEL

De r e s u l t a t e n van de enquête geven grond voor de v e r o n d e r s t e l l i n g dat voor g r o e n t e t e e l t b e d r i j v e n in de volle grond de t e e l t m o g e l i j k h e d e n w o r d e n beïnvloed door de huidige v e r k a v e l i n g en ontsluiting en boven-dien door de m a t e van geschiktheid van de b e s c h i k b a r e c u l t u u r g r o n d in s a m e n h a n g m e t de mogelijkheid van b e r e g e n i n g . Deze beïnvloeding kan p e r bedrijfstype w o r d e n g e s c h r e v e n a l s :

I = f (I. K, S, G) w a a r i n I, K, S en G v a r i a b e l e n zijn p e r kavel en

I = i n t e n s i t e i t g r o n d g e b r u i k (SBE p e r ha cultuurgrond) K = aantal kavels van het bedrijf

S = kavelafstand ( d a m . )

G = g e s c h i k t h e i d s k l a s s e van c u l t u u r g r o n d en b e r e g e n i n g s -mogelijkheid

Aangenomen is dat de v a r i a b e l e n een. exponentieel v e r b a n d h e b -ben volgens de formule: . * ^

1 = 1 f . K * . s ' . G ^ . . .

opt ^ (1)

(18)

De gegevens per kavel zijn voor de jaren 1974, 1975 en 1974+1975 vereffend door de p a r a m e t e r s I t,<X,ßen$te berekenen door middel van een lineaire r e g r e s s i e op de logarithmische waarde van de v a r i -abelen. De berekeningen zijn uitgevoerd op de Cyber-computer van IWIS-TNO te 's-Gravenhage met behulp van het programma BMD03R. In tabel 6 zijn zowel voor het intensieve als het matig intensieve be-drijfstype de berekende parameterwaarden weergegeven.

Tabel 6. De berekende parameterwaarden van een regressiemodel voor groenteteeltbedrijven in de volle grond

T o e k o m s t i g bed rijfstype i n t e n s i e f T.e e l t- l o g . I , j a a r * opt. 1974 1975 1974+1975 1974 m a t i g intensief 1975 1974+1975 1 . 5 7 1 , 6 2 1 , 5 9 1 , 5 0 1 , 4 9 1 , 5 0 ' o p t . S B E 3 6 , 9 4 2 , 1 3 9 , 2 3 1 , 6 3 1 , 1 3 1 . 4 <* - 0 , 1 6 - 0 , 2 3 - 0 , 1 9 - 0 , 1 8 - 0 , 1 5 - 0 , 1 7 t-waardea> - 1 , 5 1 - 2 , 2 2 • 2 , 6 0 - 2 , 5 2 - 1 . 9 2 - 3 , 1 4 P - 0 , 0 6 - 0 , 0 5 - 0 , 0 5 • 0 , 1 0 - 0 , 1 0 - 0 , 1 0 t-waarde/3 - 3 , 2 5 - 2 , 3 2 - 3 , 9 1 - 4 , 9 8 - 5 , 1 8 • 7 , 2 6 K - 0 , 7 2 - 0 , 8 1 - 0 , 7 7 - 0 , 3 3 - 0 , 3 6 - 0 , 3 5 t - w a a r d e / - 9 , 0 3 - 1 0 , 0 2 - 1 3 , 6 0 - 5 , 2 3 - 5 , 4 8 - 7 , 6 5 r 0 , 8 4 0 , 8 4 0 , 8 4 0 , 7 2 0 , 6 9 0 , 7 0

Uit tabel 6 blijkt dat bij een betrouwbaarheidseis van 95% (twaarde 1,96) een dui(twaardelijk verband bestaat tussen (twaarde in het r e g r e s s i e m o -del opgenomen variabelen. De verschillen in de gevonden waarden tussen de onderscheiden teeltjaren worden wellicht veroorzaakt door aanpassing van het teeltplan aan vruchtwisselingseisen. In de r e g r e s -sieberekeningen voor het intensieve vollegronds groenteteeltbedrijf zijn de kavelgegevens van 9 bedrijven met andere vormen van tuin-bouw buiten beschouwing gebleven. Dit in verband met de invloed die van andere vormen van tuinbouw kan uitgaan op de totale bedrijfsvoe-ring, alhoewel het hierbij gaat om een relatief kleine oppervlakte glas en/of boomkwekerij. Verdere analyses gaven als resultaat aan dat geen significante invloed van de bedrijfsgrootte op de intensiteit van het grondgebruik kon worden geconstateerd. Gezien de geringe s p r e i -ding van de bedrijfsgrootte van vooral de intensieve bedrijven was dit ook niet te verwachten. Voor de matig intensieve bedrijven wordt een eventuele invloed van de bedrijfsgrootte wellicht genivelleerd door niveauverschillen in het gewenste aandeel van respectievelijk inten-sieve en exteninten-sieve groententeelten.

(19)

Voor intensieve groenteteeltbedrijven in de volle grond van rond 5 ha met een voor groenteteelt geschikte cultuurgrond in een kavel rondom het bedrijfsgebouw bedraagt de optimale produktie-omvang ca. 39 SBE per ha cultuurgrond. Dit gegeven komt overeen met de produktieomvang van het door VINK en VAN OOSTROM (1976) b e r e -kende optimale teeltplan voor een dergelijk éénmans-bedrijf met in-schakeling van losse arbeidskrachten. De intensiteit van het grond-gebruik voor de matig intensieve bedrijven met optimale ligging en geschiktheid van de cultuurgrond is uiteraard lager, Het niveau zal echter worden bei'nvloed door het aandeel van intensieve en extensie-ve teelten in het teeltplan.

In de figuren 5 en 6 is voor respectievelijk het intensieve en matig intensieve bedrijfstype de met het regressiemodel berekende produktieniveau in verband gebracht met de in de praktijk waargenomen produktie-omvang. berekende intensiteit SBE/ho 4 0 35 30 25 20 15 10 5 -.« -cultuurgrond / / / / . / . . . '• -• -• -• / / / •" •

-V.

J L. / 4 5 ° J I I 1 —I 5 10 15 20 25 30 35 40 waargenomen intensiteit SBE/ha cultuurgrond

berekende intensiteit SBE/ho cultuurgrond 4 0 35 30 25 2 0 15 10 5 -. H*

' -1

« V . » • • • T / / / ,' 1 / 4 5 ° / / s / • / ; : X-"r : J. • • ! -i -i 1. t -i l 1 5 10 15. 20 , 25 30 35 40 waargenomen intensiteit SBE/ho cultuurgrond

F i g . 5. Verband tussen de bereken-de en bereken-de gemeten intensiteit

van het grondgebruik in SBE per ha cultuurgrond van in-tensieve vollegronds groen-teeltbedrijven voor de teelt-jaren 1974 en 1975

F i g . 6. Verband tussen de bereken-de en bereken-de gemeten intensiteit van het grondgebruik in SBE per ha cultuurgrond van m a -tig intensieve vollegronds groenteteeltbedrijven voor de teeltjaren 1974 en 1975

(20)

Z o a l s ook uit de in t a b e l 6 w e e r g e g e v e n c o r r e l a t i e c o ë f f i c i ë n t e n al blijkt t r e e d t enige s p r e i d i n g op in de gevonden w a a r d e n . D e z e s p r e i d i n g kan w o r d e n v e r k l a a r d uit v e r s c h i l l e n in c a p a c i t e i t e n en i n zichten van de d i v e r s e t u i n d e r s m e t a l s gevolg o p t r e d e n d e v e r s c h i l -len in de o r g a n i s a t i e van het bedrijf. Bij z e e r intensief g r o n d g e b r u i k (> 30 S B E / h a ) n e e m t de s p r e i d i n g toe wat mogelijk een gevolg is van a a n p a s s i n g van het t e e l t p l a n aan v r u c h t w i s s e l i n g s e i s e n . Voor de m a -tig i n t e n s i e v e bedrijven is de s p r e i d i n g g r o t e r . Wellicht is dit een

gevolg van v e r s c h i l l e n in b e d r i j f s g r o o t t e tot uiting komend in de m a t e van opname in het teeltplan van i n t e n s i e v e en e x t e n s i e v e g e w a s s e n .

7. CULTUURTECHNISCHE M A A T R E G E L E N

De r e s u l t a t e n van de r e g r e s s i e b e r e k e n i n g e n geven een inzicht m e t betrekking tot de gewenste c u l t u u r t e c h n i s c h e m a a t r e g e l e n voor p o t e n t i ë l e g r o e n t e t e e l t b e d r i j v e n in de volle grond in het r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d . P e r kavel is voor het i n t e n s i e v e v o l l e g r o n d s g r o e n t e -teeltbedrijf de te v e r w a c h t e n p r o d u k t i e - o m v a n g in SBE p e r ha cultuur-grond in belangrijke m a t e af te leiden uit h e t a a n t a l k a v e l s van het bedrijf, de afstand van de k a v e l , de m a t e van geschiktheid van de c u l t u u r g r o n d van de kavel en de mogelijkheid van b e r e g e n i n g op de k a v e l . F i g u u r 7 i s het r e s u l t a a t van de in tabel 6 w e e r g e g e v e n r e l a -tie voor de t e e l t j a r e n 1974 en 1975. E e n indeling in k l a s s e n is

opgesteld voor de m a t e van geschiktheid van de c u l t u u r g r o n d in c o m b i n a tie m e t de mogelijkheid van b e r e g e n i n g . De r a n g s c h i k k i n g i s a a n g e geven in de legenda van figuur 7 en is bepaald door h e r h a l i n g van r e -g r e s s i e b e r e k e n i n -g e n bij een v a r i ë r e n d e indelin-g.

Voor de i n t e n s i t e i t van het g r o n d g e b r u i k is de geschiktheid van de c u l t u u r g r o n d in combinatie m e t een b e r e g e n i n g s m o g e l i j k h e i d van d o o r s l a g g e v e n d e b e t e k e n i s . Bij voor g r o e n t e t e e l t in de volle grond geschikte gronden blijkt n i e t t e m i n dat het a a n t a l k a v e l s van het b e -drijf en de kavelafstand ook e e n belangrijke r o l s p e l e n . H a l v e r i n g van het aantal kavels geeft e c h t e r een s t e r k e r e stijging van het i n t e n

s i t e i t s n i v e a u dan h a l v e r i n g van de k a v e l a f s t a n d . Dit houdt w a a r s c h i j n lijk v e r b a n d m e t het feit dat in de p r a k t i j k bij e e n g e r i n g e r e bedrijf s -v e r s n i p p e r i n g m e e r p e r m a n e n t e -v o o r z i e n i n g e n w o r d e n aangetroffen 18

(21)

intensiteit grondgebruik S B E / h a cultuurgrond 4 0 i

3 5

-4 5 6 aantal kavels/bed rij f

geschiktheid b e r e g e n i n g s -c u l t u u r g r o n d mogelijkheid v . d . kavel op de kavel 1 . goed w e l 2. te d r o o g / t e l i c h t wel 3 . goed niet 4 . te n a t / t e zwaar wel 5. t e d r o o g / t e licht niet 6. te n a t / t e zwaar niet * in figuur niet w e e r g e g e v e n kavelafstand ( d a m . ) 1 10 50 100 200 400

F i g . 7. De intensiteit van het grondgebruik per kavel voor intensieve vollegronds groenteteeltbedrijven in SBE per ha cultuurgrond in relatie tot het aantal kavels van het bedrijf, de

kavelaf-stand, de geschiktheid van de cultuurgrond en de mogelijk-heid van beregening

zoals een vaste regenleiding en verharde kavelpaden. Bij een slechte kwaliteit van de grond is de betekenis van zowel het aantal kavels als de kavelafstand voor het intensiteitsniveau van veel minder betekenis.

Bij de groep van matig intensieve bedrijven is het verband tussen intensiteitsniveau en cultuurtechnische factoren minder duidelijk. De tendens bestaat dat in dit geval een verkorting van de kavelafstand van meer betekenis is dan bij het intensieve bedrijf s type- Duidelijk

(22)

i s in i e d e r geval dat het belang van de grondkwaliteit in combinatie m e t d e m o g e l i j k h e i d van b e r e g e n i n g m i n d e r u i t g e s p r o k e n i s .

8. SAMENVATTING

Op de zandgronden in W e s t - B r a b a n t i s een t o e n e m e n d e i n t e r e s s e voor de t e e l t van groenten in de volle grond te c o n s t a t e r e n . Vooral op de kleine gemengde bedrijven heeft d e z e tuinbouw p r o d u k t i e t a k een belangrijk aandeel in de totale a g r a r i s c h e p r o d u k t i e w a a r d e g e -k r e g e n . Met het oog op de gewenste ontwi-k-keling in de t o e -k o m s t van dit type bedrijven i s , op v e r z o e k van de C u l t u u r t e c h n i s c h e D i e n s t , in het r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d Oud G a s t e l - O u d e n b o s c h een enquête gehou-den onder 77 bedrijven m e t een aanzet van g r o e n t e t e e l t in de volle grond. De s e l e c t i e van deze bedrijven geschiedde in o v e r l e g m e t het C o n s u l e n t

-s c h a p v . d . Tuinbouw op b a -s i -s van een a a n t a l keuze c r i t e r i a .

In het r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d w o r d t de ontwikkeling en de omvang van het t u i n b o u w a r e a a l in s t e r k e m a t e bepaald door de t e e l t van g r o e n -ten in de volle grond (fig. 1 en 2 ) . De -tendens tot u i t b r e i d i n g van d e z e t e e l t wordt g e ï l l u s t r e e r d door het feit dat 57 van de o n d e r z o c h t e b e d r i j v e n zich in de t o e k o m s t geheel willen s p e c i a l i s e r e n op de g r o e n t e -t e e l -t in de volle grond (-tabel 1). R u i m de helf-t van d e z e bedrijven m e -t een gemiddelde oppervlakte van 5,4 ha w e n s e n een i n t e n s i e v e v o r m van d e z e t e e l t , t e r w i j l 20 bedrijven m e t een gemiddelde o p p e r v l a k t e van 8,4 ha n a a s t i n t e n s i e v e ook a k k e r bouwmatige g r o e n t e t e e l t e n in het teeltplan willen o p n e m e n . Voor 25 bedrijven zal de s p e c i a l i s a t i e g e p a a r d gaan m e t een s t e r k e wijziging van de huidige b e d r i j f s o p z e t .

De gewenste t o e k o m s t i g e ontwikkeling van de o n d e r z o c h t e b e d r i j ven w o r d t e c h t e r b e l e m m e r d door de huidige geschiktheid van de c u l -t u u r g r o n d in s a m e n h a n g m e -t de mogelijkheid van b e r e g e n i n g a l s m e d e door de ongunstige v e r k a v e l i n g s t o e s t a n d en i n t e r n e ontsluiting (tabel 2 en 3 , fig. 3 en 4 ) . Dit komt tot uitdrukking in het huidig b o d e m g e bruik van de desbetreffende bedrijven, w a a r b i j gemiddeld c a . e e n vijfde van de o p p e r v l a k t e c u l t u u r g r o n d w o r d t gebruikt voor de p r o d u k tie van niet tuinbouwgewassen (tabel 4 ) . Voor de t o e k o m s t i g e g e s p e c i a l i s e e r d e i n t e n s i e v e en m a t i g i n t e n s i e v e g r o e n t e t e e l t b e d r i j v e n b e -d r a a g t het hui-dige m i n -d e r gewenste b o -d e m g e b r u i k zelfs bijna 30%,

(23)

met als gevolg een verlaagd niveau van de gemiddelde produktie-omvang, weergegeven in SBE per ha cultuurgrond (tabel 5).

De invloed van de cultuurtechnische factoren op de intensiteit van . het grondgebruik is in een relatie vastgelegd ( f o r m . l , tabel 6, fig. 5 en 6). De resultaten tonen aan dat de ontwikkeling van potentiële intensieve groenteteeltbedrijven in de volle grond in sterke mate kan worden bevorderd door de beschikbaarheid van goede cultuurgrond met de mogelijkheid van toepassing van kunstmatige beregening (fig. 7) In dat geval zal een vermindering van het aantal kavels en in mindere mate ook een verkorting van de kavelafstand een aanzienlijke verho-ging van het intensiteitsniveau tot gevolg kunnen hebben. Hoewel de samenhang bij het matig intensieve bedrijfstype minder duidelijk i s , lijkt voor deze bedrijven, naast het kunnen beschikken over goede cultuurgrond, het terugbrengen van de kavelafstand van meer bete-kenis te zijn, in vergelijking met het intensieve bedrijfstype.

(24)

LITERATUUR

CULTUURTECHNISCHE DIENST, 1 9 7 1 . R u i l v e r k a v e l i n g "Oud G a s t e l -O u d e n b o s c h " . Nota ten behoeve van I n s p e c t e u r s en S p e c i a l i s t e n . LANDBOUWECONOMISCH INSTITUUT, 1964. " R i j s b e r g e n " een s o

-c i a a l - e -c o n o m i s -c h e s -c h e t s van het r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d ten zuiden van B r e d a . V e r s l a g e n n o . 7 8 .

, I 9 6 9 . Oud G a s t e l en Oudenbosch, een s o c i a a l e c o n o m i s c h e verkenning van een gebied in h e t w e s t e n van N o o r d -B r a b a n t . Concept I n t e r n e nota.

, 1970. E t t e n - H o e v e n - R u c p h e n , een s o c i a a l - e c o n o m i s c h e v e r k e n n i n g van een gebied in het w e s t e n van N o o r d - B r a b a n t . I n t e r n e Nota n o . 149.

OOSTROM, C . G . J . e n L . W . VINK, 1967. C u l t u u r t e c h n i s c h e k a r t e -r i n g van h e t -r u i l v e -r k a v e l i n g s g e b i e d " R i j s b e -r g e n " . I C W - n o t a 392.

I 9 7 3 . Enkele o p m e r k i n g e n m e t betrekking tot de tuin-bouw in het r u i l v e r k a v e l i n g s g e b i e d Oud G a s t e l , Oudenbosch, Hoeven. ICW-nota 725

VINK, L . W . , I 9 6 8 . C u l t u u r t e c h n i s c h e i n v e n t a r i s a t i e van de g e m e e n t e Z u n d e r t . C u l t u u r t e c h n i s c h e I n v e n t a r i s a t i e N e d e r l a n d . ICW. VINK, L . W . e n C . G . J . VAN OOSTROM, 1976. Bepaling van de s t r u c

-t u u r van g e s p e c i a l i s e e r d e g r o e n -t e -t e e l -t b e d r i j v e n m e -t behulp van l i n e a i r e p r o g r a m m e r i n g . Bedrijfsontwikkeling n r . 4, a p r i l .

(25)

Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding Wageningen ALGEMENE BEDRIJFSGEGEVENS Bijlage I s i t u a t i e juli/aug.1975 Bedrijfsnr. Naam Adres Woonplaats Geboortejaar ondernemer(s)

Aantal bedrij fsopvolgers: Leeftijd: Kadastrale oppervlakte van het bedrijf

waarvan: oppervlakte grasland oppervlakte bouwland

oppervlakte tuinbouw open grond oppervlakte tuinbouw onder glas

.. ha .. ha .. ha .. ha .. ha .. are .. are .. are .. are .. are

Oppervlakte groente en klein fruit open grond waarvan: oppervlakte eigendom ..ha .. are

oppervlakte gepacht .. ha .. are oppervlakte los gehuurd .. ha ... are

ha are aantal aantal aantal aantal aantal mestvarkens fokvarkens legkippen mestkuikens mestkalveren

Welk bedrijfstype heeft Uw voorkeur als Uw bedrijf" goed was verkaveld met een goede grondkwaliteit en waterbeheersing?

handhaving huidige bedrijfstype gespecialiseerd graslandbedrij f gespecialiseerd akkerbouwbedrijf veredelingsbedrij f

gespecialiseerd volle-gronds groenteteeltbedrij f met akkerbouwmatige

groenteteelten (contract) gespecialiseerd volle-gronds groenteteeltbedrijf zonder akkerbouwmatige

groenteteelten bedrijf met tuinbouw onder glas

bedrijf met pit- en steenvruchten

boomkwekerijbedrij f

Alg. Opmerkingen:

(26)

vervolg Bijlage I Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding, Wageningen

GEGEVENS PER KAVEL

Bedrijf nr. Kavel nr.: Oppervl.kavel: .. ha .. are Afstand van de kavel tot het bedrijfsgebouw: +_ m

eigendom gepacht los gehuurd

Bezwaren van de kavel voor groenteteelt in de volle grond: geen bezwaren

grond te zwaar

grond te droog grond te nat kavel ligt op te grote afstand

Zijn er op de kavel beregeningsmogelijkheden aanwezig? ja, met vaste leiding

ja ... beregening vrijwel niet mogelijk beregening niet mogelijk

ja, met verplaatsbare leiding waarom niet?

Gewassen geteeld en te telen in 1975 Landbouwgewassen gras bieten granen ha ha ha ha ha ha ha ha are are are are are are are are Tuinbouwgewassen

(incl. alle voor- en nateelten) Groenten en klein fruit aardbeien veiling ha are contract via veiling ha are anders ha are Overige tuinbouw tuinbouw onder glas pit- + steenvruchten bloembollen en knollen boomkwekerij ha ha ha ha ha are are are are are Gewassen geteeld in 1974 Landbouwgewassen gras bieten granen ha ha ha ha ha ha ha ha are are are are are are are are Tuinbouwgewassen

(incl. alle voor- en nateelten) Groenten en klein fruit aardbeien veiling ha are contract via veiling ha are anders ha are

tuinbouw onder glas pit- + steenvruchten bloembollen en knollen boomkwekerij ha ha ha ha ha are are are are are Alg. Opmerkingen:

à

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook bij Ostarbeiterinnen lijken hun gemengde huwelijken niet van belang, aangezien zij na een echt- scheiding zelfstandig konden kiezen de Belgische nationaliteit te behouden dan

oplosbar® voodingaaouten «ij» woinig aanwaaiDo eiJfora voor sta^posii»« on «aangaan sijxt norwaal« Do ©iJfora voor ijaer on alraalniusi aijn gun «fei g laag» Vm «tiruktuur

Het bijeenbrengen van de bouwplangegevens hield in, dat van elk perceel is vastgelegd wat er de laatste tien jaar werd geteeld. De bewerking had het volgende beloop. Alle

Op iets lemiger plaatsen zijn vaak ook soorten van heischrale graslanden present, maar door verzuring en vermesting zijn deze evenals veel andere soorten van heide

In mijn vorige brief (Kamerstuk 33 576 nr. 3) heb ik u een drietal randvoorwaarden voor een succesvolle introductie van het nieuwe stelsel genoemd, te weten goedkeuring van de

Table 2 Summary of systematic review characteristics Review Search date Number of studies included Population and country where study was conducted Intervention Comparator

However, it can be concluded that pigs raised in a conventional housing system produced meat with similar quality characteristics to the meat produced from pigs raised in a

- aard van de agrarische en niet-agrarische aktiviteiten; - bedrijfsgrootte. Het voorkomen van grote regionale verschillen naar aard en voor- komen van nevenaktiviteiten in de