Proefwerk Natuurkunde P6-P8, P14(.3 en .4), P17-P19 2HV Sm/03/vs2 Zet bij een berekening de uitwerking van de berekening op papier.
Dit proefwerk bestaat uit 6 vragen. Vraag 1.
a) Noem twee eenheden waarin je volume kunt uitdrukken. b) Hoe bereken je het volume van een rechthoekige doos? Vraag 2.
a) Welk instrument ken je om gewicht te meten? b) Welk instrument ken je om het volume te bepalen? Vraag 3.
In het plaatje hiernaast staan twee apparaten. a) Hoe noemt men nummer 1?
b) En hoe noemt men nummer 2? c) Waar dienen deze apparaten voor? Vraag 4.
Op de verpakking van een pakje plantaardige margarine staat dat er 250 g ‘
e
’ in zit. a) Hoeveel kg zit er dan in het pakje?b) En hoeveel mg is dat?
c) Wat betekent de ‘
e
’ op de verpakking? Vraag 5.In de tekening hiernaast staan 3 buisje in een bak met water. A is een met water gevulde maatcilinder; B is een glazen buisje gevuld met lucht met rubberstop; C is een glazen buisje met een kraantje, het buisje is gevuld met lucht.
a) Wat is een snelle manier om buisje C met water te vullen?
b) Beschrijf hoe je met een injectiespuit buisje B zou kunnen vullen met water.
c) Beschrijf hoe je het water uit A kunt verwijderen zonder de maatcilinder uit het water te halen.
Vraag 6.
Hiernaast zie je een afbeelding van een luchtballon. Beschrijf de stappen waarmee je een lege luchtballon het beste met gas zou kunnen vullen.