• No results found

PDF Stuitligging

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "PDF Stuitligging"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stuitligging

H .3 0 7 1 5 0 .1120

(2)
(3)

Pagina 3 van 16 Inleiding

Sommige baby’s liggen tegen het einde van de zwangerschap in stuitligging: met de billen naar beneden en het hoofd omhoog. Vroeg in de zwangerschap is een stuitligging heel gewoon, maar tegen het eind van de zwangerschap ligt de baby meestal met het hoofd naar beneden.

Als uw baby bij een zwangerschapsduur van 36 weken nog in een stuitligging ligt, kan de gynaecoloog of verloskundige proberen de baby te draaien. Bij een stuitligging aan het einde van de

zwangerschap kunt u kiezen tussen een keizersnee of een vaginale bevalling.

Een baby in stuitligging kan meestal met een vaginale bevalling geboren worden. De billen of de voetjes van de baby worden dan als eerste geboren. De gynaecoloog zal met u bespreken wat in uw situatie het beste is.

Wat is een stuitligging?

Bij een stuitligging ligt het hoofd van de baby boven in de

baarmoeder. Er zijn verschillende vormen van een stuitligging. In figuur 1 staan verschillende vormen van stuitligging.

Als de billen beneden bij de uitgang liggen en de voetjes boven naast het hoofd, spreekt men van een onvolkomen stuitligging. Als de benen kunnen ook onderaan liggen naast de billen, heet dat een volkomen stuitligging.

(4)

Pagina 4 van 16

Figuur 1a. Onvolkomen stuitligging: met de benen omhoog langs het lichaam.

Figuur 1b. Volkomen stuitligging: met gebogen knieën zodat de voeten naast de billen liggen.

Figuur 1c. Half (on)volkomen

stuitligging: één been.

Figuur 1d. Voetligging: benen gestrekt omlaag zodat een of beide voeten onder de billen lig(t)(gen).

(5)

Pagina 5 van 16 Hoe vaak komt een stuitligging voor?

Vroeg in de zwangerschap liggen veel baby’s in stuitligging. De meeste baby’s draaien tijdens de zwangerschap zelf om. Rond de uitgerekende datum ligt minder dan 3% van de baby’s in stuitligging. Waarom ligt een baby in een stuitligging?

Bij meer dan 85% van de zwangere vrouwen is het onbekend

waarom een baby omstreeks de uitgerekende datum in

stuitligging ligt.

De kans op een baby in stuitligging is groter

:

 bij een meerlingzwangerschap;

 bij een afwijkende vorm van de baarmoeder of het bekken;  als de placenta (moederkoek) of een myoom (vleesboom) voor

de ingang van het bekken ligt;

 bij aangeboren afwijkingen van de baby. Onderzoek bij een stuitligging

Bij een stuitligging zal de verloskundige u verwijzen naar de

gynaecoloog in het ziekenhuis. De gynaecoloog meet de baby op en maakt een schatting van het gewicht van de baby. Ook kijkt de gynaecoloog de hoeveelheid vruchtwater, de ligging van de placenta en naar eventuele vleesbomen of andere afwijkingen die de ingang van het bekken blokkeren.

Wat gebeurt er als de baby bij 35 weken nog in stuitligging ligt? Als uw baby bij 35 weken of later in stuitligging ligt, zijn er drie

mogelijkheden voor de verdere begeleiding:

1. de arts probeert uw baby naar een hoofdligging te ‘draaien’; 2. een vaginale bevalling waarbij eerst de billen of voeten worden geboren wordt afgewacht, ook inleiden is mogelijk;

3. een keizersnede bij 39 weken.

Uw gynaecoloog zal met u bespreken welke mogelijkheden in uw situatie het beste zijn.

(6)

Pagina 6 van 16 Het draaien van een baby in stuitligging

Waarom wordt een baby in stuitligging gedraaid?

De risico’s voor moeder en baby zijn het kleinst bij een vaginale geboorte in hoofdligging.

Wanneer wordt de stuitligging gedraaid?

Voor 36 weken zwangerschapsduur draaien veel baby’s zelf nog tot een hoofdligging. Het is daarom verstandig pas na deze termijn de baby te draaien. Soms is het beter om iets eerder of later te draaien. Dat heeft meestal te maken de hoeveelheid vruchtwater en of de baby met de billen als is ingedaald in het bekken van u.

Het is bijna altijd mogelijk om tot aan de bevalling te proberen de baby te draaien.

Hoe verloopt het draaien?

U gaat daarvoor naar de afdeling verloskunde in het ziekenhuis. De gynaecoloog en/of een verloskundige probeert de baby te draaien. U ligt op een bed. Voordat de gynaecoloog of verloskundige met het draaien begint, controleert de gynaecoloog de harttonen van de baby met een CTG, hartfilmpje van de baby. Ook zal de

gynaecoloog of verloskundige de ligging van de baby controleren met een echografie. De verloskundige brengt een infuus in. Via het infuus krijgt u medicatie om de baarmoeder te laten ontspannen. Daardoor kan uw hartslag een paar uur lang versnellen en u kunt last krijgen van hartkloppingen.

Het is belangrijk dat u zo ontspannen mogelijk ligt en uw buikspieren niet aanspant. Misschien vindt u een kussen onder uw knieën

prettig. Als u een goede houding hebt gevonden, pakt de

verloskundige of gynaecoloog de baby vast. Eén hand pakt hij of zij net boven uw schaambeen de billen van de baby en probeert deze omhoog te drukken. De andere hand pakt aan de bovenkant van uw buik het hoofd van de baby en probeert dit naar beneden te duwen. Zo probeert de gynaecoloog of verloskundige de baby een koppeltje te laten duikelen. Op deze wijze duikelt de baby tot het met zijn hoofd beneden ligt.

(7)

Pagina 7 van 16

Hoe lang het draaien duurt verschilt. Meestal duurt een paar

minuten. Na afloop controleert de verloskundige de conditie van uw baby door middel van een CTG.

Hoe vaak lukt het om een baby te draaien?

Of het zal lukken om een baby te draaien, valt niet te voorspellen. Over het algemeen geldt: hoe vroeger in de zwangerschap en hoe meer vruchtwater, des te gemakkelijker het is om de baby te draaien. Dat heeft ook een keerzijde: als de baby gemakkelijk te draaien is, is de kans ook groot dat het zelf weer terug draait. In een aantal situaties is het draaien moeilijker:

 In een verder gevorderde zwangerschap is de hoeveelheid vruchtwater minder en de baby groter. Hierdoor is er minder ruimte voor de baby om te draaien.

 Als de placenta op de voorwand van de baarmoeder ligt, is het moeilijker om de baby te kunnen vasthouden bij het draaien.  Hoe kleiner en zwaarder u zelf bent, hoe moeilijker het draaien

wordt.

 Bij een eerste zwangerschap is de baarmoeder nog stevig en heeft het draaien minder kans op succes dan bij een tweede of derde zwangerschap.

Gemiddeld is de kans op succes ongeveer 55%. Dit betekent dat

55

van de 100 baby’s na het draaien met het hoofd omlaag

liggen.

Bij een tweelingzwangerschap is het niet mogelijk om een of beide baby’s te draaien. En bij een verhoogde bloeddruk of een litteken in de baarmoeder kan de gynaecoloog soms besluiten om de baby niet te draaien.

Mogelijke gevolgen en complicaties van het draaien

Voor de moeder zijn er geen gevaren. U krijgt misschien een middel om de baarmoeder te ontspannen. Dat middel kan bijwerkingen geven, maar die gaat altijd na een paar minuten vanzelf over. De buikwand kan door het duwen een paar dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dat is vervelend, maar is niet gevaarlijk.

(8)

Pagina 8 van 16

Na het draaien is de hartslag van de baby soms wat trager maar die wordt bijna altijd vanzelf weer normaal. Dit controleert de

verloskundige meteen naar het draaien van de baby met een CTG. Een heel enkele keer (bij veel minder dan 1%) blijven de harttonen afwijkend en is direct een keizersnede noodzakelijk.

Na het draaien

Als het is gelukt om uw baby te draaien, kunt u in principe gewoon thuis bevallen (tenzij u een andere reden hebt voor een

ziekenhuisbevalling). De baby kan uit zichzelf weer terug draaien naar een stuitligging. Uw gynaecoloog of verloskundige kan dan een nieuwe draaiing overwegen, wat dan meestal na een week gebeurt. Blijft de baby in stuitligging liggen dan moet u in het ziekenhuis onder controle blijven voor de zwangerschap en de bevalling. Vrouwen met de Rhesus negatieve bloedgroep krijgen na afloop van een draaipoging een injectie met anti D. Of het nu gelukt is de baby te draaien of niet. Zie voor meer informatie de folder Zwanger,

algemene informatie en Bloedgroep, Rhesusfactor en irregulaire antistoffen.

De vaginale bevalling bij een stuitligging

Hoe verloopt een gewone bevalling in stuitligging?

Een stuitbevalling lijkt veel op een bevalling van een baby in

hoofdligging. Er zijn ook drie fasen: de ontsluiting, het persen en de periode na de geboorte van de baby.

De ontsluitingsfase verloopt vaak iets anders bij een stuitbevalling. De billen, benen of voeten liggen naar beneden en drukken op de baarmoedermond. Het persen zelf gaat hetzelfde als bij een baby in hoofdligging. Aan het einde, als het lijfje van de baby geboren is tot ongeveer halverwege, vraagt de gynaecoloog u te zuchten en te stoppen met persen. In de volgende wee kan dan het hoofd in één keer geboren worden. Bij de geboorte van het hoofd drukt een assistente vaak boven uw schaambeen om ervoor te zorgen dat het hoofd goed door het bekken gaat.

(9)

Pagina 9 van 16

Bij een baby in onvolkomen stuitligging, met de benen omhoog, worden eerst de billen geboren, daarna de rest van het lichaam en de armen, en tot slot het hoofd. De geboorte van een baby in

volkomen stuitligging verloopt hetzelfde, maar dan worden eerst één of twee benen geboren. Controle van de hartslag van de baby kan plaatsvinden, of uitwendig via de buik, of inwendig via een draadje op de bil van uw baby.

Mogelijke complicaties bij de moeder

De kans op complicaties voor de moeder is bij een bevalling in stuitligging niet groter dan bij een bevalling in hoofdligging. Wel is er meer kans dat de gynaecoloog tijdens de bevalling besluit tot een keizersnede. De kans dat een ongeplande keizersnede alsnog nodig is, is ongeveer 50%.

Mogelijke complicaties bij de baby

1. Direct na de bevalling

Baby’s in stuitligging die gewoon (vaginaal) worden geboren, worden vaker kort na de geboorte onderzocht door de kinderarts dan baby’s die geboren worden na een keizersnede. Na een

gewone bevalling na 38 zwangerschapsweken is bij ongeveer 23 op de 1000 baby’s een opname op de kinderafdeling nodig, en dat is 7 keer vaker dan na een keizersnede. Er bestaan verschillende redenen voor deze opname. Soms heeft de baby na de geboorte behoefte aan extra zuurstof of ondersteuning bij de ademhaling. Soms ontstaat een beschadiging bij de geboorte, zoals een

botbreuk, een beschadiging van een zenuw of een hersenbloeding. Dit komt slechts zelden voor (bij ongeveer 1% van alle baby’s in stuitligging), maar ongeveer tweemaal vaker dan na een

keizersnede.

2. Na de bevalling

Op de lange termijn is er geen verschil tussen baby’s in stuitligging die vaginaal zijn geboren en die via een keizersnede zijn. De kans op overlijden van de baby tijdens een vaginale bevalling is ongeveer 2 op de 1000 baby’s. Dit is iets hoger dan bij een geplande

keizersnede.

Indien de baby na 28 weken nog in stuitligging ligt, zal 3 maanden na de bevalling een echo van de heupen van de baby worden uitgevoerd.

(10)

Pagina 10 van 16

Een echo wordt uitgevoerd om heupdysplasie (heupafwijking) uit te sluiten. De oorzaak van heupdysplasie is niet bekend, wel weten we dat de kans op heypdysplasie groter is bij een stuitligging van de baby tijdens de zwangerschap.

De keizersnede bij een stuitligging

Mogelijke complicaties bij de moeder

De kans op ernstige complicaties door een keizersnede is voor gezonde zwangeren heel erg klein, maar toch altijd groter dan na een gewone bevalling (zie ook de folder: De keizersnede). Het gaat hier om niet-levensbedreigende complicaties. Sommige komen ook na een gewone bevalling voor, zoals bloedarmoede of trombose. Andere zijn een gevolg van de keizersnede, zoals een nabloeding in de buik, een bloeduitstorting of wondinfectie, een beschadiging van de blaas of darmen die niet goed op gang komen. Een

blaasontsteking komt na een keizersnede vaker voor dan na een gewone bevalling.

Mogelijke complicaties bij de baby

Een enkele keer is het moeilijk om een baby in stuitligging via een keizersnede uit de baarmoeder te halen, en kan een

(zenuw)beschadiging optreden. Soms moet de keizersnede erg vroeg in de zwangerschap worden gepland om een spontane bevalling te voorkomen. Dan kan de baby longproblemen krijgen, waarvoor opname op de kinderafdeling nodig is. Daarom wordt de keizersnede bij een termijn van 39 weken uitgevoerd.

De kans op overlijden van de baby tijdens een geplande keizersnede is minder dan 1 op de 2000 baby’s.

Na de keizersnede

Een keizersnede veroorzaakt een litteken in de baarmoeder. Dit is een nadeel bij een volgende bevalling. U krijgt na een keizersnede het advies om bij een volgende zwangerschap in het ziekenhuis te bevallen, omdat het litteken een verhoogde kans op complicaties tijdens een volgende bevalling geeft. Het litteken kan bijvoorbeeld openscheuren, de placenta kan voor de opening liggen, of de placenta kan heel vast met de baarmoeder vergroeid zijn. Dit kan meer bloedverlies tijdens de bevalling geven. Heel soms moet de baarmoeder na de bevalling verwijderd worden om de bloeding te

(11)

Pagina 11 van 16

stoppen. Deze complicaties komen zelden voor, maar wel vaker na een keizersnede dan na een gewone bevalling (zie ook folder: De

(12)

Pagina 12 van 16 Het maken van een keuze

Wanneer is een bevalling via de vagina mogelijk?

Aan het einde van de zwangerschap zal de gynaecoloog met u en uw partner bespreken of een gewone bevalling veilig is. Voor een veilige vaginale bevalling is het belangrijk dat:

1. Er waren geen ernstige problemen bij een vorige bevalling zijn, zoals een lastige bevalling met de vacuümpomp (een gemakkelijke vacuüm bevalling de vorige keer is geen bezwaar).

2. Het geschatte gewicht van de baby niet te hoog is. 3. de baby al een beetje indaalt met de stuit in het bekken. 4. De ontsluiting en het persen vlotte verloopt tijdens de

bevalling.

Heeft u eigenlijk wel een keuze?

Uw gynaecoloog bespreekt met u de verschillende opties. Meestal kan de vrouw zelf kiezen of ze een vaginale bevalling wil of een geplande keizersnede.

In sommige situaties zal de gynaecoloog met u bespreken dat u geen keuze heeft:

 Het is te vroeg om een keizersnede te doen: als de bevalling nog niet op gang is gekomen zal de gynaecoloog pas een

keizersnede doen na 39 weken. Voor deze tijd is het risico op ademhalingsproblemen bij uw baby te hoog.

 De gynaecoloog vindt het niet verantwoord dat u vaginaal bevalt, bijvoorbeeld omdat de baby te groot is of niet gunstig ligt. Of omdat u de vorige keer een lastig verlopen bevalling hebt gehad, of omdat de ontsluiting of het persen niet goed vordert of omdat de harttonen van de baby niet goed waren.

 Het is te laat om een keizersnede te doen: de baby staat op het punt geboren te worden.

Het verschil tussen een vaginale baring en een keizersnede is alleen onderzocht bij baby’s rond de uitgerekende datum. Dit is tussen de 37 en 42 weken.

(13)

Pagina 13 van 16

Het maken van een keuze

Als u als aanstaande ouders kunt kiezen tussen een gewone

bevalling of een keizersnede, is het belangrijk dat u alle argumenten zo goed mogelijk op een rij zet. Veel ouders denken dat de

keizersnede de veiligste manier is, maar een keizersnede heeft ook nadelen. We zetten de voor- en nadelen van beide vormen op een rij:

Gewone bevalling

Voordelen Nadelen

Natuurlijk, spontaan Iets hogere kans op problemen bij de baby kort na de geboorte Geen nadelen van een operatie

Kortere ziekenhuisopname Sneller herstel

Volgende bevalling eventueel thuis mogelijk

Keizersnede

Voordelen Nadelen

Iets minder kans op problemen bij de baby kort na de geboorte

Langere ziekenhuisopname Langzamer herstel

Hogere kans op complicaties voor de moeder

Geen thuisbevalling meer mogelijk bij een volgende bevalling

Iets hogere kans op complicaties bij een volgende bevalling

(14)

Pagina 14 van 16 Tot slot

Een baby in stuitligging geeft meestal aanleiding tot veel vragen. U kunt uw ideeën, eventuele twijfels en zorgen natuurlijk met uw gynaecoloog bespreken. Deze folder helpt u om dit gesprek voor te bereiden.

Vragen?

Meer informatie over de versie en de bevalling van een baby in stuitligging kunt u vinden op de website www.degynaecoloog.nl. Op deze website vindt u ook een consultkaart die u kan helpen om een keuze te maken tussen een vaginale stuitbevalling en een geplande keizersnede.

Als u vragen heeft kunt u tijdens werkdagen contact opnemen met de poli gynaecologie. Wij zijn van 8.30 uur - 12.00 uur en

van 13.00 uur - 16.30 uur bereikbaar.

Poli gynaecologie

0523 – 27 63 70

Bij geen gehoor kunt u contact opnemen met het Vrouw & Kind centrum:

(15)
(16)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat een vaginale bevalling van een kind in stuitligging meer risico kan geven dan van een kind in hoofdligging, mag je kiezen voor een

Als neuron 1 en 2 tegelijkertijd worden geprikkeld, worden de drempelwaarden van b en c door optelling van de prikkeling wel bereikt. • bij neuron b en c wordt de drempelwaarde

Met een keizersnede kan uw kind geboren worden via een insnijding in de buik en baar- moeder als de omstandigheden bij de moeder of het kind niet mogelijk zijn voor een

Als dat niet lukt dan heeft u, afhankelijk van uw situatie, de keuze tussen een gewone vaginale bevalling (stuitbevalling) in het ziekenhuis, of een keizersnede.. Het kan ook zijn

↗ [8] H Whyte, ME Hannah, S Saigal, et al, “Outcomes of children at 2 years after planned cesarean birth versus planned vaginal birth for breech presentation at term: The

Dat was het geval bij Sidney van den Bergh (vvd), minister van Defensie in het kabinet-De Quay, die zich in 1959 genoodzaakt voelde om al na enkele maanden het Haagse Binnenhof

Het geluidsniveau is gehalveerd als we werken met de Airbo, wat het werk voor ons Johan van Leersum: ‘De Airbo neemt relatief weinig ruimte in, waardoor je in de hoogwerker

En dat, terwijl het wortelgestel zich jaren ongestoord buiten de opsluitbanden heeft kunnen ontwikkelen; opsluitbanden die nota bene niet bedoeld zijn om bomen binnen, maar om