• No results found

Resultaten van en beschouwingen over het onderzoek van ontlijmd beendermeel aan het Rijkslandbouwproefstation te Maastricht over het tijdvak van 1 Mei 1914 - 1 Januari 1919 en verband houdende met de ten opzichte van deze meststof in den codex gestelde ei

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Resultaten van en beschouwingen over het onderzoek van ontlijmd beendermeel aan het Rijkslandbouwproefstation te Maastricht over het tijdvak van 1 Mei 1914 - 1 Januari 1919 en verband houdende met de ten opzichte van deze meststof in den codex gestelde ei"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MAASTRICHT.

Resultaten van en beschouwingen over het onderzoek

van ontlijmd beendermeel aan het

Rijkslandbouw-proefstation te Maastricht over het tijdvak van

1 Mei 1914—1 Januari 1919 en verband

houdende met de ten opzichte van deze

meststof in den codex gestelde eischen.

DOOK

Dr. A. D. BERKHOUT.

(Ingezonden 30 April 1919).

Onder ontlijmd beendermeel wordt verstaan het eindprodukt, verkregen bij de verwerking van beenderen op vet en lijm. Ter verkrijging van deze twee laatstgenoemde bestanddeelen worden de beenderen aan verschillende bewerkingen onderworpen, waarop hier niet uitvoerig zal worden ingegaan en die voornamelijk bestaan uit de volgende drie hoofdbewerkingen :

1. De beenderen worden van hoornachtige deelen en vreemde bij-mengsels gescheiden en door breken in schrootvorm overgebracht. 2. Dit schroot wordt ontvet door middel van benzine of een

ander vet-oplossingsmiddel.

3. Het ontvette schroot wordt nu ontlijmd door middel van stoom en warm water.

Na deze bewerkingen houdt men van de beenderen over ontvet, ontlijmd, zeer vochtig beenderschroot. Dit schroot moet nu ter ver-krijging van ontlijmd beendermeel, worden gedroogd en daarna gemalen. Wat de samenstelling betreft, stelt de codex meststoffen aan dit ontlijmd beendermeel den eiseh, dat het 1 pet. stikstof en 30 pet. phosphorzuur moet bevatten. In hoeverre in de practijk aan deze beide eischen wordt voldaan, vindt men weergegeven in onderstaande tabel, de samenstelling omvattende van 948 monsters ontlijmd beendermeel, van 1 Mei 1914 tot 1 Januari 1919 aan het Rijkslandbouwproefstation te Maastricht onderzocht.

(2)

M'T-0 5 u es S a TH

1

<r4 *m 4) S r H « f-** 01 a r-i « * n CU :s» 53 S o S O

a

S

D i e p * H ,_, cS B CC § 1 C3

-s

H 13 -+^ a C3 c3 13 C3 *. O H i *Ö3 S c3 1 -4J 1 o H ,_, S3 S3 'S s5 O H "3 .*» a C8 CS 13 C3 1 -+-) O £ I œ £ g -c3 œ S OS

l a l "

B , 2 g 1 S £ •-, -* « 2 S o S ö "^

lil"

O 1 —5 a - * rt B 1 <J 1 co 1* r - H Ä ^ eo te 2 -1 M i s ••-1 ^

ï | a

II

s ^

a . e« 1 o l > ( D H 05 2 O te •- w | j g » il O *-<

s ^

a . çS { g !>• • * S

« g s g

fe — - ' w | | » Il O t - i S ^ S* § 5 JS Je ° P< .S m 3 a, ö B ce <£i ce t* œ » o PH -H. O 0 R R R R S P . OÎ'&ÏCDC5'T-ÎO Pi L - a> Il II II II II II s H O l O D - ^ t ^ i C L^ Î O CQ r - i -1-2 O ft R R ft co «TÇCT-H o d d lT~ i—l 0) <D <D m m m Il II II II M w> M <N - * t > —' 00 i—i y E R R fc R ft t r - ^ i — ^ O ^ t > ^ r ^ oo^ ^ L ^ i o V n V - r o * G 00 CD H H ii y H y a O (M - * -•* ^ * (M O rt t-c <M ^ R » R R P< ( M c ^ M C D D -cj c-*"-*"-*"«" e s CO a j a> Il II II II || s s 03 <M CO - * l O " * ( M i-^ f-1 (M ^ 3 R R R R R P. t - ^ ( N lO^OS.O^CD, . <s""o*ocTio"»-ri-r B C— i—i 0) Il II II II II II s O ^ O 00 l O l O *H " • • • « O 'a » o o " c o i > " r - . « M t N t N W t M t M te » I I I I I S , (M CM CM C^ (M <N o CO 4 J 03 1 — * c3 a3 O +3 + 3 a CD P H U R R R C R R R R R R R P . -^oTafcDV- ^+rio"cD"c-^c<ro~o" B ->K CD Il II II II II II II II II II II II l C O H i ^ C O C Û U i O f M t ^ O ^ ^ C M C ^ O O C D C C ^ L O C D C N C M ~ ^ R K C R R R f c R C P i 0) 1> i—t ^\1 OJ »-H © ii H s a H H ii ii ii ii ii H S) t M ^ I > I > G N C 7 3 ^ H C D ' * " ^ rtlMNH " ^ E R R R R C R R R P i r» ^ „ " S . 00„c,?.'0„'>'„ - . • —i i f r * T J T Œ T T - I ^*"c<rcM'~<-r B B B i—1 T—( r - ( i-H T-H T — 1 ^ 1 ® O C ) Il II II II II II II II II ||S>&§> C D i — t C Û - ^ O S C D i O c T ï " ^ ) ' ^ C N r H ( M 0 Q C O ( M C O ( M " ^ C fc H C c; C C ft CO (M O O — T r - Î <£f ^H C0 i - T r - r H C q ' fi' C Ö C— i—i Cl <D © <D <D Il y y y y y y || a £ ä ä , ä r - - * 0 ( M C 5 3 i 0 0 3 C O ^ H 0 3 !>l i - I " Q R R R R R C R P I • ^ - ^ i C ^ C D ^ C ^ î O ^ Î D ^ C O ^ cotaoî'iaeoaâ'r^'o B ' a à ß ß" I C H H © o © fl, © ii ii ii H ii ii H H s a a s a o o i ^ o o r - ^ o o i O t - H t > -tf CO »-1 r H o . . . ft 1—1 ' O ft O " S i f l O i O O i O Ô i O O i O Ô © 5 - ^ OS a i 0 0 G0 t~- t-*^î£^!£) l O m WD i

(3)

Bij nadere beschouwing van deze tabel blijkt, dat van de 948 monsters, ten opzichte van de stikstof, slechts 8 niet voldeden aan de hiervoor in den codex gestelden eisch, in aanmerking genomen de voor dit bestanddeel toegestane speling van 0,4 pet. En deze enkele monsters waren alle zeer vochtig (het vochtgehalte bewoog zich tusschen 21 en 23,2 pet.)- Omgerekend op beendermeel met een vochtgehalte van zelfs nog 17 pet., voldoen ook deze 8 monsters nog alle aan den stikstofeisch van den codex, en wel 4 zonder compen-satie en 4 na compencompen-satie van de bij deze berekening ontstaande overmaat phosphorzuur. Verder blijkt uit deze tabel, dat sedert Mei 1917 een belangrijke daling van het stikstofgehalte heeft plaats gehad, wat met de zeer hooge lijmprijzen der laatste jaren geen ver-verwondering behoeft te wekken. Hoe hooger toch de lijmprijzen, hoe meer het in het belang van den fabrikant is, de lijmwinning zooveel mogelijk te bevorderen. Om deze reden kan zeker wel aangenomen worden, dat de lijmafscheiding de laatste jaren tot een oeconomisch uiterste is opgevoerd. Dit alles in aanmerking genomen, hebben de zeer talrijke onderzoekingen een sprekend bewijs opgeleverd, dat het in Nederland gemaakte ontlijmd beendermeel, zelfs bij een zoo scherp mogelijk doorgevoerde ontlijming, aan den eisch, voor stikstof ge-steld, kan voldoen. Garanties van '/, pet. of 3/4 pet. in plaats van

1 pet. stikstof, naast 30 pet. phosphorzuur, zijn derhalve geenszins noodig. Hiertegen dient zelfs gewaarschuwd te worden. Het gevaar n.1., gelegen in den aankoop op garantie van minder dan 1 pet. stik-stof, is, dat men ontlijmd beendermeel geleverd krijgt met 1 pet. stikstof, doch een phosphorzuurgehalte ver beneden 30 pet., zonder dat recht op schadevergoeding bestaat en dit wel alleen door de

schijnbaar onbeduidende wijziging in de garantie voor het

stikstof-gehalte, b.v. door verlaging tot % pet. Het is juist door deze oogen-schijnlijk zoo onbeduidende verlaging toch, dat gebruik gemaakt kan worden van de hooge compensatie waarde voor stikstof tegenover phosphorzuur n.1. 10 : 3. Welk nadeel hierdoor voor de afnemers kan ontstaan (en herhaaldelijk is ontstaan) moge het volgende voorbeeld bewijzen.

Een partij van 10 000 K.G. wordt verkocht voor ƒ 20 per 100 K.G. Bij onderzoek blijkt deze te bevatten 1,15 pet stikstof en 28,2 pet. phosphorzuur. Werd gegarandeerd 1 pet. stikstof en 30 pet. phos-phorzuur zoo bedraagt de korting volgens de technische voorschriften, na 0,15 pet. stikstof in mindering te hebben gebracht op het tekort aan phosphorzuur, = ƒ 126 per 10000 K.G. Is daarentegen de garantie

3/4 pet. stikstof en 30 pet. phosphorzuur, dan komt 0,40 pet. stikstof

in aanmerking ter compensatie voor het tekort aan phosphorzuur en is na deze verrekening, aan de opgegeven garantie voldaan. Bij een in alle opzichten gelijke bemestingswaarde betaalt men dus in het laatste geval f 126 per 10000 K.G. meer, enkel en alleen doordat

(4)

voor het stikstofgehalte een garantie gegeven is, niet overeenkomende met de werkelijkheid.

Wat leert nu verder tabel I bij nadere beschouwing van het phosphorzuurgehalte. Van de 948 monsters bevatten 197 minder dan 29,5 pet. phosphorzuur; hiervan voldeden echter nog 32 door com-pensatie van overmaat stikstof aan den voor het phosphorzuur in den codex gestelden eisch, zoodat derhalve niet aan dezen eisch bleken te voldoen 165 monsters of 17,4 pet. van het totaal aantal. Het kwam gewenscht voor naar dit belangrijke percentage afwij-kingen een nader onderzoek in te stellen.

Drie oorzaken zouden een verklaring kunnen geven en wel: 1. De aanwezigheid van aan de grondstof vreemde bestanddeelen. 2. De kwaliteit der te verwerken beenderen. Uit den aard der

zaak toch kunnen beenderen van verschillende diersoorten en dan nog van dieren van verschillenden leeftijd, een uiteen-loopend phosphorzuurgehalte hebben.

3. Onvoldoende drogen van het ontvette, ontlijmde schroot. Het ontvette en ontlijmde beenderschroot is bij het verlaten der ontlijminrichting n.1. zeer vochtig en moet dus, alvorens tot ontlijmd beendermeel te worden verwerkt, ter dege worden gedroogd. De wijze van drogen zal dus een zeer belangrijken invloed uitoefenen op het gehalte in het ontlijmde beendermeel.

De onder sub 1 genoemde oorzaak bleek niet ' de reden te zijn en kon dus worden uitgeschakeld.

Om nu te kunnen uitmaken of en zoo ja in welke mate de sub 2 en 3 genoemde oorzaken van invloed waren werd gedurende meer dan 2 jaren in alle monsters ontlijmd beendermeel naast het stikstof-en phosphorzuurgehalte ook het vochtgehalte bepaald. Uit deze gegevens kon het phosphorzuurgehalte in de droge stof worden be-rekend, waaruit een conclusie te trekken is betreffende de constant-heid van het phosphorzuurgehalte der verwerkte beenderen.

Het resultaat dezer onderzoekingen en berekeningen is, gerang-schikt volgens het phosphorzuurgehalte, in onderstaande tabel weergegeven.

(5)

Tabel I I .

Staat, aangevende de samenstelling van 463 monsters ontlymd beendermeel, onderzocht van einde 1916

t/m 31 December 1918. Aantal mon-sters. 1 1 1 3 4 3 2 4 5 7 6 9 3 10 10 15 9 14 8 16 13 18 13 21 14 16 9 17 8 13 12 6 12 10 4 8 8 11 13 9 5 11 9 Pet. phosphor-zuur opl. in mineraalzuur. 33,6 33,5 33,3 33,1 33 — 32,9 32,8 32,7 32,6 32,5 32,4 32,3 32,2 32,1 3 2 -31,9 31,8 31,7 31,6 31,5 31,4 31,3 31,2 31,1 3 1 , -30,9 30,8 30,7 30,6 30,5 30,4 30,3 30,2 30,1 3 0 , -29,9 29,8 29,7 29,6 29,5 29,4 29,3 29,2 Gemiddeld pet. totaal stikstof. 0,90 0,75 0,60 0,75 0,75 0,75 0,75 0,70 0.75 0,80 0,70 0,75 0,85 0,95 0,80 0,85 0,80 0,85 0,80 1,00 0,95 0,80 0,90 1,00 0,90 0,95 0,95 0,90 0,85 0,90 0,85 0,95 0,85 0,95 0,80 0,95 0,85 0,75 0,85 0,75 0,90 0,80 0,90 Gemiddeld percentage vocht. 5,1 6,7 8,2 8 -8,5 8,9 8,9 8,8 9,6 9,1 10,3 9 5 1 0 , -9,5 10,5 10,8 10,9 10,9 11,5 10,2 10,8 1 2 -11,3 11,4 11.9 12,2 11,8 12,7 13,9 13,3 1 4 -13,5 14,7 14,3 16,1 15,2 16,5 16,6 16,1 17.3 16,4 17,8 17,4 Gemiddeld percentage phosphorzuur in de droge stof. 35.4 35,9 36,3 36,— 36,1 36,1 3 6 , -35,9 36,1 35,8 36,1 35,7 35,7 35,5 35,8 35,8 35,7 35,6 35,7 35,1 35,2 35,6 35,2 35,1 35,2 35,2 35 — 35,1 35.6 35,2 35,4 3 5 -35,4 35,1 35,6 35,2 35,7 35,6 35,3 35,7 35,2 35,7 35,4

(6)

Aantal mon-sters. 8 8 9 4 6 9 3 4 3 5 3 2 1 3 1 1 1 1 Pet. phosphor-zuur opl. in mineraalzuur 29,1 2 9 , -28.9 28,8 28,7 28,6 28,5 28,4 28,3 28,1 2 8 , -27,9 27,8 27,7 27,6 27,5 27,3 27,1 Gemiddeld pet. totaal stikstof. 0,90 0,90 0,80 0,80 0,95 0,90 0,85 0,85 1,05 1,00 0,95 0,90 1,05 0,95 0,95 0,95 1,05 0,90 Gemiddeld percentage vocht. 17,7 17,8 18,8 18,6 1 8 , -19,6 18,8 19,7 1 8 , -18,6 19,5 20 — 19,8 20,1 20,8 21,1 21,3 22,3 Gemiddeld percentage phosphorzuur in de droge stof. 35,5 35,3 35,6 35,5 35,— 35,6 35,1 35,4 34,5 34,6 34,8 34,9 34,7 34,7 34,8 34,9 34,7 34,9

Bij beschouwing van deze tabel blijkt uit de rubrieken „vocht" en „phosphorzuurgehalte in de droge stof" duidelijk, dat een laag gehalte aan phosphorzuur in de ingezonden monsters slechts in geringe mate door de kwaliteit der beenderen wordt veroorzaakt, doch bijna uitsluitend op rekening komt van het vochtgehalte, zich bewegende tusschen 5,1 en 22,3 pet. Het gehalte aan phosphorzuur in de droge stof schommelt tusschen 36,3 en 34,5 pet. en begint eerst een vrij regelmatige, doch ook dan nog slechts kleine vermin-dering te vertoonen bij de monsters met 28,3 pet. en lager phosphor-zuurgehalte, of in totaal bij slechts 21 van de 463 monsters. Doch zelfs ook bij deze monsters is het lage phosphorzuurgehalte over-wegend aan het zeer hooge vochtgehalte toe te schrijven. Bij een vochtgehalte van minder dan 14,1 pet., wat zeker geen te hooge eisch is te achten, hadden ook deze 21 monsters nog aan den eisch van 30 pet. phosphorzuur voldaan. Het laagste gehalte, dat men in de 5de kolom van de tabel aantreft is 34,5 pet. phosphorzuur in de droge stof. Opgemerkt wordt, dat een ontlijmd beendermeel met 29,5 pet. phosphorzuur en 14 pet. vocht, reeds 34,3 pet. phosphorzuur in de droge stof bevat.

Uit het zeer uitgebreid analysemateriaal, hetwelk tot onze be-schikking stond, volgt, dat ontlijmd beendermeel, mits goed ontvet

(7)

en ontlijmd en behoorlijk gedroogd, ruimschoots voldoet aan de in den codex gestelde eischen.

Voor een goed produkt zijn deze eischen geenszins te scherp en daarom verdient het aanbeveling dat zij, die ontlijmd beendermeel voor bemestingsdoeleinden aankoopen, zulks doen met de bedinging dat het moet bevatten een gehalte aan stikstof van 1 pet. en aan in mineraalzuur oplosbaar phosphorzuur van 30 pet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat namelijk bij de berekening van de benodigde hoeveelheid doorspoe- lingawater is gebruik gemaakt van formule (1) en deze gebaseerd is op t &#34;&#34;&#34;', dient

DE BEWARING VAÎT

• voert de behandeling uit volgens de richtlijnen van de Code van de schoonheidsspecialist en het bedrijf en gebruikt producten, hulpmiddelen en apparatuur volgens de

Aanvullend stelt de Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden een kader voor een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,  door  vermindering  van  risico’s  en  effecten

waarbij Stichting (naam) als vrijwilligersgroep bij Natuurmonumenten op de (naam gebied) werkzaamheden verricht. 4) De afspraken worden in deze overeenkomst vastgelegd

De cijfers van het eerste halfjaar laten twee effecten van de tariefswijziging, vanaf januari 2012, zien: vermindering van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval van 9.407 ton naar

De voor deze proefzending bestemde producten werden alle, met uit­ zondering van de perziken en de Proeftuin's Grote Blauwe, op 21 Juli op diverse veilingen gekocht en op 22 Juli

D wanneer de ziekte niet meer te genezen is, kan de patiënt via zijn of haar.. huisarts een palliatief statuut aanvragen waar extra voordelen en tegemoet- komingen aan