AFZETTINGEN WTKG 29(2), 2008 40
Zeehondenresten uit de Westerschelde
en
van
de Kaloot
Bram Goetheer
*
Tussen de vele botresten op de Kaloot
zijn
afentoezeeroude stukkentevindenvantwee totacht centimetergroot. Het
zijn
deelspost-craniale
fossielenvande kleinezeehon-densoort Phoca vitulinoides. Er
zijn
ook stukkenbij
vaneengrotere soort, welke
mij
nietbekendis.Phoca vitulinoides leefde in hetMioceen,het dierwasnog kleiner dan derecente
ringelrob (Pusa hispida).
Deafzet-tingen
uit het Mioceen worden in de Westerschelde
spaar-zaam
geërodeerd,
maar zekunnen deze fossielen leveren.In de bodemvande Westerschelde
bij Ellewoutsdijk
dag-zomende miocene
afzettingen
van de FormatievanBre-da. Aldaar
zijn
intervallenaanwezig
die correlerenmetde ZandenvanDeumeuit hetAntwerpse.
Een andere
mogelijke
herkomstvande fossielen is deba-sisgrindlaag
onder in het Plioceen. In dezelaag zijn
zwa-re voorwerpenuit hetoverigens
weggespoelde
Mioceenachtergebleven,
zoals fosforietknollenenbottenvanzee-zoogdieren.
Phocavitulinoides, vitulinoides, dijbeen,dijbeenkop (fragment). 2 vitulinoides, bekken,gewrichtskom voordijbeenkop. 4 sp., hoektanden.Alle foto’s: A.P. Goetheer. heiligbeen.
1 Het onderstaandeartikel iseenbewerkte versievan een
pu-blicatie die eerder inVoluta,het
ledenorgaan
vandeWerk-groep
Geologie
vanhetKoninklijk
ZeeuwschGenootschap
der
Wetenschappen
verscheen.Op
de Kaloot worden afen toezwarte, zwaar gefossili-seerdebotjes gevonden,
die we door hun onbeduidendevoorkomen
bijna
in decategorie
‘kalootknollen’ zoudenplaatsen.
Het verhaalbij
deze voorwerpen is niet minderinteressant,
wiezouvermoeden dat hetomrestenvanzee-honden
gaat?
Phoca
3
Phoca Phoca
AFZETTINGEN WTKG 29(2),2008 41
Demeeste fossielenvanPhoca vitulinoides in
mijn
col-lectie komenvandeKaloot,
maar erzit ook zuigermate-riaal uit de Westerscheldebij,
verzameld in Yerseke. Voor degeïnteresseerde
lezer bied ik hiereenopsomming
van de reeds verzameldeobjecten:
• Een mooisacrum
(heiligbeen)
enfragmenten
daarvanzijn gevonden
in Yerseke.Op
de Kaloot heb ik vierfrag-mentenvan het
heiligbeen
verzameld. Dezemetelkaarvergroeide
wervelszijn
vieravijf
centimeter breedeneen atweecentimeter
lang.
Eenbijna compleet
exem-plaar
uit de Westerschelde isvijf
centimeterlang.
Ver-groeide
staartwervelszijn vijf
centimeterlang
en een atweecentimeter dik.
• Elf delenvanhet
bekken,
deacetabulum,
welke linksenrechtsaan het
heiligbeen gehecht
zitenwaarin dedij-beenkop beweegt.
• Twee wervels
(?lendewervels)
die nog nietgedetermi-neerd
zijn.
Deexamplaren zijn
ietsbeschadigd
entwee centimeterhoog.
• In de
categorie
‘kalootknollen’ vallen de stukkenvan:opperarmbeentjes
(die
in dekop
van het schouderbladbewegen), schouderbladkoppen,
opperarmbeenderen
endijbeenderen.
De vondsten betreffen vierbovenste de-lenvanopperarmbeentjes,
tweeschouderbladkoppen,
eenonderste enbovenste deelvan een
opperarmbeen,
entwee stukkenvan
dijbeenderen
metintactekoppen.
Sommige
stukkenzijn afgerold,
maarwel herkenbaar.Van degroterezeehond Phoca sp. bezit ik:
• Een sacrum,enweleenvoorstedeelvanruimzeven cen-timeter breedenruim drie centimeter
lang.
•
Opperarmbeen:
eenonderste deelvan zes centimeterlang
en een vanvijf
centimeterlang.
• Een stuk onderkaakmetalveole van zes centimeter
lang.
• Twee hoektanden.
Al deze
objecten zijn
zeerzwaargefossiliseerd.
Van despongiosa
op de breukvlakken is niets meerte zien. De vlakkenzijn glad,
meteenvuursteen-achtige glans.
Deop-perarmbeentjes,
schouderkommenenenkelebekkenkom-ffagmenten
kanmenmakkelijk
voorzwartesteentjes
aan-zien;
zezijn
zwartof donkerbruinvankleur. Almetal le-verthet naspeurenvandeogenschijnlijk
zwartesteentjes
leuke zeehondenrestenop!
*Bram Goetheer,