• No results found

Islamitisch bankieren : een alternatief voor het risico houdende conventionele bankieren?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Islamitisch bankieren : een alternatief voor het risico houdende conventionele bankieren?"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam Business School

Islamitisch Bankieren: Een alternatief voor het risico houdende

conventionele bankieren?

Name: Rachid Saghraoui Student number: 5794390

Thesis supervisor: J.J. Schipper RA Date: 30 Januari 2016

Word count: 14 097

MSc Accountancy & Control, specialization Control,

(2)

Statement of Originality

This document is written by student Rachid Saghraoui who declares to take full responsibility for the contents of this document.

I declare that the text and the work presented in this document is original and that no sources other than those mentioned in the text and its references have been used in creating it.

The Faculty of Economics and Business is responsible solely for the supervision of completion of the work, not for the contents.

(3)

Abstract

In dit literatuuronderzoek worden de verschillen uiteengezet tussen Islamitische en conventionele banken. Daarnaast wordt er een model opgesteld waarmee de relatie tussen PLS en performance tijdens de crisis getoetst kan worden.

Mijn eerder kwantitatief onderzoek heeft geen duidelijkheid geschetst over de verschillen tussen conventionele en Islamitische banken. Om deze reden is er een literatuuronderzoek opgesteld om dit in kaart te brengen. Het onderzoek toont aan dat Islamitische banken fundamenteel verschillen met conventionele banken. Zo is Islamitisch ondernemen vooral gebaseerd op het eerlijk verdelen van de welvaart tussen de gehele gemeenschap, waar de conventionele ideologie vooral is ontstaan uit het neoliberalisme waarin de individu centraal staat.

Ook komt uit dit onderzoek naar voren dat Islamitische banken beperkingen hebben in het verdienen van geld (rente, onredelijke onzekerheden etc.) ten opzichte van de conventionele banken. Bovendien dienen Islamitische banken risico te nemen in het ondernemen (volgens de regelgeving van de Islam). Dit risico mag volgens deze regelgeving niet worden

gediversifieerd door te hedgen of overige financiële instrumenten in te zetten

De kritiek op de Islamitische banken is echter dat de theorie en werkelijkheid in sommige gevallen ver uit elkaar liggen. Het gebruik van PLS producten is in de praktijk zeer beperkt. Daar moet aan worden toegevoegd dat deze producten wel een groei doormaken.

Het onderzoek dat reeds is gedaan naar de risico’s en performance van Islamitische banken laten geen eenduidige uitkomsten zien. De oorzaak hiervoor is dat de concentratie van PLS producten niet is meegenomen in de voorgaand onderzoek. Omdat dit de producten zijn die het meest afwijken van conventionele banken is dit echter wel van belang.

De financiële performance laat daarnaast duidelijke verschillen zien tussen conventionele banken en Islamitische banken. Dit verschil kan echter pas goed verklaard worden indien dit vanuit de PLS producten wordt verklaard. Hiervoor is in dit onderzoek een model opgesteld, waarop in vervolgonderzoek een statistische analyse uitgevoerd kan te worden.

(4)

Inhoudsopgave

1 Introductie ... 6

2 Onderzoeksvraag en methodologie ... 8

3 Conventioneel vs. Islamitisch bankieren ... 9

3.1 Sociaal economisch ondernemen ... 9

3.1.1 Neoliberalisme ... 11

3.1.2 Islamic banking ... 12

3.2 Rente ... 14

3.2.1 Rente in het Westen... 14

3.2.2 Rente in de Islam ... 14

3.2.3 Profit and loss sharing (PLS) ... 16

3.2.4 Islamitische contracten ... 17

3.3 Risico ... 21

3.3.1 Risico bij Islamitische banken ... 21

3.3.2 Credit risk ... 21

3.3.3 Market risk ... 22

3.3.4 Liquidity risk ... 22

3.3.5 Operational risk ... 22

3.3.6 Risico in Islamitische producten... 23

4 Onderzoek naar Risk & Performance ... 27

4.1.1 Onderzoek naar Islamitisch risico ... 27

4.2 Financiele performance in crisis ... 30

4.2.1 Onderzoek naar financiële performance in crisis ... 31

4.3 Discussie ... 37

(5)

5 Modelvorming ... 41 5.1 Risicomodel ... 41 5.2 Performance model ... 45 6 Conclusie ... 47 6.1 Beperkingen en vervolgonderzoek ... 48 7 Referenties ... 50 8 Appendix ... 52

(6)

1 Introductie

In de kredietcrisis van 2007 zijn termen als “risk assessment” en “risk apetite” belangrijke termen geworden. Dit kan opgemaakt worden uit de jaarverslagen van onder andere de bankensector. Als we de jaarverslagen voor en na de kredietcrisis vergelijken, dan zien we dat in het jaarverslag van de Rabobank het woord “risico” na de crisis verdubbeld. In het jaarverslag van de ING bank is het aantal bijna vervijfvoudigd.

Niet alle banken zijn echter even hard getroffen door deze krediet crisis. Banken met een Islamitische manier van ondernemen schijnen volgens het Internationaal Monetaire Fonds (IMF, 2010) minder hard getroffen te zijn door de crisis. Hoewel de Islam een veelbesproken onderwerp is, is er bij het grote publiek vrij weinig bekend over de manier van ondernemen binnen deze geloofsovertuiging. Dit maakt het zowel uit sociaal als wetenschappelijk oogpunt een interessant onderwerp.

Na verkenning van de bestaande literatuur is gebleken dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar Islamitische banken ten opzichte van conventionele banken. Dit onderzoek zoekt naar de verschillen tussen deze twee vormen van bankieren. De verwachting is dat het onderzoek een toevoeging is aan de huidige literatuur door deze vergelijking te trekken. In mijn zoektocht naar de verschillen tussen Islamitische en conventionele banken werd de aandacht gevestigd door twee onderwerpen. Aan de ene kant is “risico” een onderwerp waarover veelvuldig is geschreven betreffende deze banken. Daarnaast komt de performance vergelijking van Islamitische en conventionele banken in de kredietcrisis van 2007 vaak terug.

Doordat de literatuur geen eenduidige uitkomsten laat zien over deze verschillen, is de belangstelling gewekt om mij hierin te verdiepen. De zoektocht mondde uiteindelijk uit in kwantitatief onderzoek naar het risico van de banken en naar de financiële performance tijdens de crisis.

Mijn kwantitatieve analyse is uitgevoerd op basis van de Bloomberg Terminal waarin ratings van Moody’s, Fitch en S&P zijn gebruikt om de risico’s aan te geven. De indicatoren van de financiële performance zijn daarnaast ook onttrokken aan de Bloomberg Terminal. De eerste analyse toetst of de risico’s van Islamitische banken verschillen van die van conventionele

(7)

banken. De tweede analyse toetst of “risico’s” die banken nemen van invloed is geweest op de financiële performance in de crisis.

Een belangrijke beperking in de analyses is dat de data uit de Bloomberg Terminal zeer beperkt was voor de Islamitische banken. Creditratings en de financiële performance van de relatief jonge Islamitische banken is niet altijd beschikbaar.

De belangrijkste conclusies zijn hieronder in het kort weergegeven (zie appendix 1 voor gedetailleerde informatie).

Analyse 1:

“Na het corrigeren van de data (door ook gemiddelde van 1 of 2 ratings mee te nemen) is er in het tweede model een vergelijking gemaakt. Met 32 (van de 45) conventionele banken en 13 (van de 25) Islamitische banken zijn de aantallen meer solide. Uit de vergelijking kan worden opgemaakt dat het gemiddelde risico van Islamitische banken 0.090 is en die van de conventionele banken 0.141 is. Zowel de Equality of means test en de Levene’s test laten onvoldoende bewijs zien dan de gemiddelde risico’s van elkaar afwijken. De t waardes hiervoor zijn respectievelijk 0.321 en 0.171. Omdat beide groter zijn dan 0.1 is er onvoldoende bewijs gevonden dat de gemiddelde risico’s van elkaar afwijken. De uitkomsten zijn niet significant bevonden. “

Analyse 2:

“Na het uitvoeren van de regressie analyses zijn er enkele trends duidelijk geworden. Duidelijk is geworden dat de controle variabelen Loans en Assets effect hebben op de financiële performance. Het variabele risico is echter minder aanwezig in de verklaring van de financiële performance. De R² van de variabele is laag en/of de significantie te hoog. Uiteindelijk kan hierdoor niet bewezen worden dat het variabele risico effect heeft gehad op de performance tijden de financiële crisis.“

Nadat het onderzoek geen duidelijke verschillen heeft laten zien in het risico en de financiële performance tussen beide banken, is de belangstelling gewekt naar de oorzaken hiervan. Het volgende hoofdstuk laat zien hoe de hoofdvraag en onderzoeksmethode zijn opgebouwd.

(8)

2 Onderzoeksvraag en methodologie

Het kwantitatieve onderzoek dat uitgevoerd is (zoals eerder beschreven), heeft meer vragen opgeroepen dan het antwoorden heeft gegeven.

Allereerst is de vraag wat het fundamentele verschil is tussen conventionele banken en hun Islamitische collega’s. Dit verschil zal worden uitgelegd vanuit perspectieven van het neo-liberalistische gedachtegoed en het sociaaleconomisch ondernemen. Om deze verschillen te achterhalen zal er eerst een theoretische achtergrond worden geschetst. Hierin worden de verschillen tussen Islamitisch en conventioneel bankieren uiteengezet. Hiervoor zal het onder andere het “Handbook of Islamic finance” (Hassan and Lewis, 2009) worden geraadpleegd om de verschillen met conventionele banken uiteen te zetten. Naast de fundamentele verschillen tussen beiden vormen van bankieren, zal ook de kijk op “rente” worden besproken. Omdat het (algemeen) bekend is dat het in rekening brengen van rente verboden is in de Islam zijn er grote verschillen in de manier van ondernemen vergeleken met conventionele banken. Perfecte kapitaalmarkten en rationele beslissingen welke puur en enkel gebaseerd zijn op het verhogen van de (toekomstige) winst van de onderneming worden dus niet altijd genomen binnen de Islamitische banken.

Daarnaast is een vraag wat het verschil in risico is, en hoe dit risico het beste gemeten kan worden. Hiervoor zullen de verschillende soorten risico’s worden besproken alsmede het reeds uitgevoerde onderzoek hiernaar.

Ten slotte is de vraag wat het verschil in financiële performance is tussen de banken in de crisis/ laagconjunctuur. Een belangrijke toevoeging op deze vraag is (indien er een verschil is gevonden) of dit toegewezen kan worden aan het “zijn” van een Islamitische bank. Anders gezegd, ligt het aan de fundamenten van de Islamitische banken of ligt dit verschil aan andere eigenschappen van deze banken? Het uiteindelijk doel van dit onderzoek is om een model te beschrijven waarop kwantitatief onderzoek uitgevoerd kan worden.

(9)

3 Conventioneel vs. Islamitisch bankieren

Omdat het fenomeen Islamic banking niet voor iedereen even bekend is wordt in de literatuur eerst aandacht besteed aan het uiteenzetten van de terminologie en de grootste verschillen met conventionele manieren van ondernemen. Het ontstaan van de huidige financiële sectoren op basis van het Neoliberalisme/kapitalisme wordt vergeleken met de Islamitische manier van sociaal economisch bankieren.

Hierdoor wordt duidelijk waar Islamic banking voor staat en waarom dit verschild met de conventionele manier van bankieren. Om dit uiteen te zetten, wordt onder andere gebruik gemaakt van het Handbook of Islamic Finance (Hassan and Lewis, 2009). Dit handboek is een verzameling van 25 studies door internationale experts op het gebied van Islamic banking en finance. Dit handboek heeft als doel om het huidige “speelveld” in kaart te brengen. Daarnaast zullen er enkele kritische noten worden besproken op deze Islamitische manier van bankieren.

3.1 Sociaal economisch ondernemen

Gümüsay (2013) heeft onderzoek gedaan naar de rol van de Islam binnen ondernemerschap. Gümüsay geeft aan dat er weinig onderzoek is gedaan naar religie binnen het ondernemen. Het is als een olifant in de kamer: onmogelijk niet te zien, maar altijd genegeerd. Ondernemerschap is volgens Gümüsay onderzocht vanuit een economisch (Casson, 2003), institutioneel (Battilana et al., 2009), politiek (Schneider en Teske, 1992), psychologisch (Begley en Boyd, 1987) en sociaal perspectief (Shapero en Sokol, 1982). Onderzoek vanuit een religieus oogpunt is echter zeer weinig gedaan aldus Gümüsay. In de huidige moderne seculiere samenleving zou religie nog een grote rol spelen. Berger (1999) is een voormalige voorstander van de secularisatie theorie. Hij geeft aan dat de wereld vandaag (met enkele uitzonderingen) meer religieus is dan het ooit is geweest, en dat een heel scala aan literatuur betreffende de secularisatie theorie in essentie niet correct is.

Gümüsay geeft aan dat een beperking van huidige onderzoeken is dat religie wordt verbannen. Vele onderzoeken analyseren de moderne seculiere samenleving terwijl deze niet seculier is. Met 1.6 miljard volgers wat goed is voor 23% van de wereldpopulatie, is de Islam de op een na grootste religie. Voor veel van deze moslims is de Islam een belangrijk onderdeel van het leven. De markt voor Islamitische klanten stijgt in een snel tempo en

(10)

ondernemers zijn bezig met het ontwikkelen van producten om te reageren op deze vraag (Gümüsay, 2013).

Ondernemen vanuit een Islamitisch perspectief is volgens Gümüsay gebaseerd op drie pilaren. Allereerst betreft het najagen van kansen. De tweede pilaar is sociaal economisch of ethisch. De derde pilaar is religieus/spiritueel en koppelt mensen aan God.

Sociaal ondernemerschap heeft in de literatuur veel aandacht gekregen (Dacin et al., 2011; Nichols, 2006; Pless, 2012). De definitie van sociaal ondernemen draait in het algemeen over de combinatie van ondernemerschap en een sociale missie (Gümüsay, 2013). Austin et al (2006) definiëren sociaal ondernemen als “ondernemende activiteiten omgeven met een sociaal doel”. Gümüsay geeft echter aan dat er bij sociaal ondernemen geen sprake is van een religieuzen/spirituele pilaar en er ook geen sprake is van religieuze bronnen waarop de processen en de ethische fundering is gebaseerd. Ondernemen vanuit een Islamitische perspectief is daarom niet simpelweg te vergelijken met sociaal ondernemerschap.

Over Islamitisch ondernemen bestaat de misconceptie dat dit enkel bedoeld is voor de moslims of Islamitische landen. Echter, hoeven de producten en diensten zich niet enkel te focussen op moslims. De onderneming zelf of een gedeelte daarvan moet wel doordrongen zijn door de Islam om zo de normen en waarden van de Islam terug te laten komen in de uiteindelijke producten. Het Islamitisch ondernemen verschuift de focus van conventioneel individueel ondernemerschap welke gebaseerd is op eigenbelang, naar een ondernemerschap waarin familie of de gemeenschap centraal staat (Gümüsay, 2013).

Gümüsay (2013) is ook op zoek gegaan naar het grootste verschil tussen een Islamitische ondernemer en een conventionele ondernemer. Hij zegt hierover dat een Islamitische ondernemer vergeleken met een conventionele ondernemer niet enkel op zoek is naar een materiele beloning, hoewel het succes van een onderneming van groot belang is, is de ondernemer op zoek naar socio-economische en metafysische doelstellingen welke zowel in het leven als in het hiernamaals worden behaald. Deze doelstelling wordt in het Arabisch ook

falah genoemd wat vertaald kan worden als ‘welzijn op zowel materiele als spirituele zijde’.

Een onderdeel hiervan is het zuiveren van het vermogen door het afdragen van zakat ofwel “aalmoezen” (2,5%). Moslims geloven dat hierdoor het vermogen niet daalt, maar juist stijgt gekeken naar de financiële, socio-economische en metafysische vermogen. Betaling hiervan ‘reinigt’ het overige bezit en vermogen en dient als boetedoening voor de zonden.

(11)

3.1.1 Neoliberalisme

In de aanloop naar het huidige stadium van de financiële markten, heeft de ontwikkeling van het liberalisme ervoor gezorgd dat de financiële markten een steeds meer op zichzelf rustend systeem is geworden met (relatief) weinig inmenging van (lokale) autoriteiten. Mede dankzij de ontwikkeling van het neoliberalisme heeft er een verschuiving van macht plaatsgevonden op de financiële markten (Kothari, U. Minougue, M., 2002).

Het neoliberalisme heeft als ideologie het vervangen van de economische functies van de overheid door winst-georiënteerde private ondernemingen (Beder, S., 2009). Onder andere het dereguleren van arbeids- en financiële markten, dereguleren van business activiteiten, vrije handel en kleinere overheden door het verminderen van belastingen en regelgeving zijn hiervan speerpunten.

In het midden van de twintigste eeuw hebben meerdere gebeurtenissen ervoor gezorgd dat de leiders van de kapitalistische wereld hun geloofwaardigheid flink zagen krimpen. Zo hebben onder andere de Eerste Wereldoorlog, de Russische revolutie, aandelenmarkten crisis, Tweede Wereldoorlog en de ontwikkeling van het fascisme ervoor gezorgd dat het kapitalisme in twijfel werd getrokken (Kothari, U. Minougue, M., p.158, 2002).

In het laatste kwartaal van de twintigste eeuw deden de liberale principes over de financiële markten weer van zich gelden. De compromissen van de naoorlogse periode werden één voor één overboord gegooid. De liberale principes werden hierna herbevestigt (ook wel Neo-liberalistische revolutie genoemd) (Kothari, U. Minougue, M., p.160, 2002).

Beder (2009) geeft in haar artikel echter aan dat het Neoliberalisme is opgezet door grote instellingen om hierdoor legitimiteit te creëren voor het nastreven van het eigenbelang en zelfverrijking. Deze grote instellingen gebruikten het argument dat de inmenging van overheden ervoor zorgt dat de markt zijn werking niet goed kan uitvoeren. Hierdoor is de interventie van de overheid dus onwenselijk en onverstandig omdat de markt een zelf corrigerend mechanisme is (Beder, 2009).

De Washington consensus welke in 1989 is opgesteld, is verder gegaan in het ontwikkelen van een internationale financiële markt. In deze consensus werd op internationaal niveau condities afgesproken voor leningen en structurele monetaire pakketten door het IMF en de Wereld Bank (Beder, 2009). De Washington consensus bevoordeelde vaak de grote internationale corporaties ten koste van kleine lokale ondernemingen en ten kosten van de

(12)

minder bedeelden, aldus Beder. Zo werden progressieve belastingheffingen opgeheven en sociale zekerheden uitgekleed.

Beder geeft ook aan dat in de drie decennia van het neoliberalisme in de Verenigde Staten het gat tussen rijk en arm tot een recordhoogte is gestegen. Zo verdient de top twintig procent van de bevolking vijftig procent van de inkomsten waar de laagste twintig procent van de bevolking zorgt voor drie procent van de inkomsten. Deze discrepanties zouden worden geaccepteerd omdat hebzucht gelegitimeerd is als de drijfveer van de vrije markten. Het vergaren van welvaart door de rijken wordt gelegitimeerd door het argument dat de armen uiteindelijk ook voordeel zouden hebben bij de welvaart welke is “verzameld” door de rijken. Naast de verdeling tussen arm en rijk kijkt Beder ook naar de verschuiving van de functie van de financiële sector. Hierin geeft ze aan dat financiële deregulatie voor drie acties heeft gezorgd te weten: de opening van een natie voor de internationale kapitaalmarkten, het elimineren van regelgeving op financiële instituten, elimineren van politieke controle van de centrale bank. Op deze manier maakt de financiële sector van een natie deel uit van een brede internationale financiële sector in plaats van onderdeel van een binnenlandse economie. Hierdoor worden vooral de belangen van de internationale financiële instituten behartigd in plaats van de belangen van de lokale bevolking of overheden.

3.1.2 Islamic banking

Islamic banking is een snel groeiend segment van de internationale bank en kapitaal markten. Er zijn meer dan twee honderd Islamitische banken operationeel in meer dan zeventig landen (Hassan en Lewis, 2009). Krichene en Mirakhor (2009) beschreven Islamic finance als “de financiële activiteit van een Islamitische economie welke sociale gelijkheid beveelt”.

Islamic banking c.q. Islamic finance, is ontstaan om verschillende financiële diensten te leveren aan de moslim gemeenschap. Deze diensten dienen te voldoen aan de religieuze wet en regelgeving. Daarnaast moeten de financiële instituten bijdragen aan de socio-economische doelen van de Islam (Chapra, 2009). De belangrijkste criteria hiervan zijn:

- Economische welvaart met hoge werkgelegenheid en economische groei

- Socio-economische gerechtigheid en een gelijke verdeling van inkomen en welvaart - Stabiliteit in de waarde van geld

- Investeringen welke zorgen voor een eerlijke return voor alle betrokken partijen (Profit en Loss Sharing)

(13)

Kayed en Hassan (2009) geven aan dat investeerders en ondernemers vaak op drie manieren kijken naar het risico van ondernemen namelijk het niet nemen van risico, het nemen van

excessief risico of het transfereren van risico. Vanuit een Islamitische perspectief dienen

deze te worden verworpen. De uiteenzetting hiervoor geldt als volgt:

 Geen risico nemen: In de Islam wordt er uitgegaan van het “no risk, no gain” principe. Een onderneming wordt verplicht om daadwerkelijke risico’s te nemen tussen het aankopen van een asset en de verkoop van de asset aan een derde.

 Nemen van excessief risico: excessieve risico’s welke resulteren in speculatie en uiteindelijk in een vorm van gokken, is niet toegestaan

 Transfereren van risico: het transfereren van risico door financiële instituten is onrechtvaardig en onethisch omdat de lener al het risico op zich neemt en de geldverstrekker hierdoor wordt vrijgepleit van zijn professionele

verantwoordelijkheid om de investering te monitoren.

In plaats van de bovenstaande manieren van ondernemen, wordt er in de Islam vooral gebruik gemaakt van het zogenoemde Profit and Loss Sharing waarde getracht wordt om gelijkheid te bevorderen in een economische transactie. De risico’s worden hierdoor dus gedragen door beide partijen in een overeenkomst.

Concluderend kan uit deze paragraaf worden opgemaakt dat Islamic finance “op zoek gaat” naar een eerlijke verdeling in de welvaart in de gehele gemeenschap. Daarnaast kan worden opgemaakt dat de manier van ondernemen tot een zekere hoogte kan worden vergeleken met sociaal ondernemen, echter dat Islamitisch ondernemen vooral gebonden is aan criteria waaraan gehouden moet worden. Betreffende het risico is duidelijk gemaakt dat het ontwijken van risico geen doelstelling mag zijn van een Islamitische onderneming.

Ondernemen in de Islam staat voor redelijke risico’s nemen en het ontwijken van onredelijke onzekerheden (gokken). Puur gekeken naar de manier van ondernemen en het niet mogen diversifiëren van risico, is de verwachting dat er meer risico ligt bij Islamitische banken ten opzichte van reguliere banken. In de volgende hoofdstukken zal echter duidelijk worden dat er ook andere aspecten van belang zijn in het totale risico van een bank.

(14)

3.2 Rente

Rente is in de Islam ten strengste verboden, omdat de huidige westerse financiële markten zijn gebaseerd op dit fenomeen veroorzaakt dit een groot verschil met de Islamitische manier van ondernemen. Ondernemen wordt in de Islam gezien als het nemen van risico, indien er vooraf vastgesteld is wat er wordt verdiend, dan geldt dit niet als ondernemen. Hassan en Lewis (2009) geven aan dat een lening een vaste terugbetaling garandeert zonder rekening te houden met de uitkomsten van de lener’s onderneming. Dit is echter in strijd met het ondernemen in de Islam, welke noodzakelijk acht dat het ondernemen gebaseerd moet zijn op een redelijke onzekerheid. Echter onredelijke onzekerheden (zoals gokken) zijn hierbij uitgesloten.

Om het verschil in ondernemen in kaart te brengen wordt de definitie en de ontwikkeling van rente uiteengezet. Daarnaast wordt de Islamitische perceptie uiteengezet om de contradicties duidelijk te maken.

3.2.1 Rente in het Westen

Zarlenga (2000) geeft aan dat in de pre-stedelijke Westerse samenlevingen leningen werden aangegaan op basis van granen, vee en gereedschap door boeren. Omdat één zaad graan een plant kon genereren waar meer dan honderd nieuwe graanzaden uit voortvloeien, kon de ‘rente’ op de lening simpel worden terugbetaald door een gedeelte van deze zaden.

Bij het lenen van vee werd rente betaald door het delen van nieuwgeborenen. Indien er gereedschap werd geleend bedroeg de rente een aandeel in het product of de producten die werden gecreëerd.

Tijdens de ontwikkeling van het kapitalisme wordt rente gezien als “de compensatie welke wordt betaald door de lener voor de winst welke hij kan genereren door het gebruik van de lening” (Zarlenga, 2000). Een gedeelte van die winst behoort tot de lener omdat die risico draagt en de moeite neemt om de investering uit te voeren. Aan de andere kant behoort dit toe aan de geldverstrekker welke de mogelijkheid biedt om de investering mogelijk te maken.

3.2.2 Rente in de Islam

De Arabische samenleving tijdens het ontstaan van de Islam bestond voornamelijk uit boeren en daarnaast gedeeltelijk uit nomaden waar gemeenschappen samenleefden binnen dorpen. In deze omgeving was er vaak de noodzaak om te lenen van elkaar. Het lenen van goederen werd niet vanuit de gedachte van economische expansie gedragen, het was vooral noodzaak

(15)

(mislukken van oogst, hongersnood etc.) welke hieraan ten grondslag lag. Het was niet voor de hand liggend om voor deze leningen rente te vragen omdat dit in strijd zou zijn met de normen en waarden binnen de stammen. Omdat deze rampen iedereen zou kunnen overkomen ontstond er een systeem van rente vrij lenen als een wederzijds hulp/verzekering systeem (Hassan en Lewis, 2009).

In de Islam wordt er onderscheid gemaakt tussen twee vormen van rente (riba). Figuur 1 illustreert de verschillende soorten riba (rente) in de Islam.

Bron: El Diwany (2003)

Figuur 1: Vormen van rente binnen de Islam (Riba)

Riba al qurad wat rente op leningen betreft, en daarnaast riba al buyu welke rente op de

handel betreft. Laatstgenoemde kan twee vormen aannemen te weten riba al fadl en riba al

nisa. Riba al fadl is het uitwisselen van ongelijke kwantiteiten of kwaliteiten van de zelfde

koopwaar in een bepaalde transactie. Hiermee wordt bedoeld dat een exces in kwaliteit of kwantiteit tussen de uitwisseling van de handel verboden is. Riba al nisa is het niet simultaan verhandelen van hetzelfde goed. Het gaat hier dus om het uitstellen c.q. vertragen van performance.

Riba al qurad wordt ook wel riba al nasia genoemd wat kan worden gezien al rente voor het

wachten of vertragen. Deze laatste vorm is de basis van de vorm van rente welke door de huidige Westerse financiële instelling wordt toegepast (Hassan en Lewis, 2009).

Hoewel in de Islamitische wereld duidelijk is dat rente verboden is, bestaat er nog steeds een discussie over wanneer er sprake is van rente. Zo geeft Chapra (1985) aan dat de belangrijkste regel die gevolgd dient te worden is “ het ontvangen van een monetair voordeel in een zakelijke transactie, zonder het geven van een gelijkwaardige tegenwaarde”. Er kan

(16)

bediscussieerd worden dat het verbod op rente enkel toegepast dient te worden op exorbitante rentepercentages (ook wel woekerrente genoemd) en niet op alle vormen van rente. De interpretatie van riba kan worden uitgelegd als een verdubbeling of het multipliceren, enkele Islamgeleerden gaven aan dat dit verbod is ontstaan doordat in de tijden voor de Islam de lener werd uitgebuit door de geldverstrekker die excessieve rente tarieven in rekening bracht (Hassan en Lewis, 2009). Indien de lener de rente niet op tijd kon betalen werd deze verdubbeld en nogmaals verdubbeld zodat de lener uiteindelijk in de armoede terecht kwam. Deze praktijken werden als onrechtmatig gezien en waren in strijd met de sociale en economische welvaart in de ogen van de Islam. Mohammed RAI was een Perzische geleerde welke overleed in 1209. Hij stelde een set van 5 redenen op die aangaven waarom rente verboden is (Hassan en Lewis, 2009):

 Rente is het onttrekken van andermans eigendommen zonder enige tegenwaarde waar bekend is dat andermans eigendommen onwettig zijn als diens bloed

 Rente is verboden omdat het ervoor zorgt dat mensen niet kunnen participeren aan een actief beroep. Hiermee wordt bedoeld dat de geldverstrekker afhankelijk wordt van deze ‘makkelijke’ manier van geld verdienen en rust op de schouders van de lener.

 Rente zorg voor een gespannen relatie tussen mensen. Indien het gelegaliseerd is zullen mensen ook tegen extreem hoge rente percentages lenen wat zorgt voor frictie en wat in gaat tegen de goedheid van de mens

 Rente zal zorgen voor een groter groeiend gat tussen rijk en arm

 Rente is verboden door de Koran en hiervoor zouden eigenlijk geen redenen verder dan dat moeten worden onderbouwd.

3.2.3 Profit and loss sharing (PLS)

Omdat rente verboden is, is het van belang om te begrijpen waardoor rente wordt vervangen in Islamic Finance. Hier komt de term Profit en Loss Sharing (PLS) aan te pas. Het grootste verschil tussen conventionele banken en Islamitische instituten is dat rente vooraf vastgesteld is of een lineaire functie is van een andere benchmark rate (Hassan en Lewis, 2009). Bij de PLS methode gaat de bank een contract aan om winsten en verliezen te delen met de klant gebaseerd op een formule die de mate van participatie respecteert.

De overeenkomsten welke gebaseerd zijn op rente bij conventionele banken, worden bij Islamitische banken vervangen door overeenkomsten welke aangeven op welk deel van de

(17)

winsten of verliezen er recht is (PLS). De producten die recht geven op een bepaald deel van het vermogen worden mudaraba of musharaka genoemd. In deze overeenkomsten worden de winsten verdeeld tussen de bank en de investeerder c.q. deposito met een op vooraf vastgesteld percentage.

Omdat er bij het PLS systeem gedeeld wordt in de winsten, is het voor de bank van groot belang om goed zicht te houden op de daadwerkelijke investering van een PLS overeenkomst (lees in de asset van de lener). Conventionele banken hebben ook interesse in deze investeringen vanwege een potentieel risico van faillissement, echter is dit enkel om zicht te houden op de zekerheid van de rentebetalingen. Zo lang dit risico laag is zal de bank verder geen interesse c.q. controle uitoefenen op de investering omdat de winst van de bank hierdoor niet wordt beïnvloed.

Omdat Islamitische banken op PLS basis werken, wordt hun winst direct beïnvloed door deze investering. Hierdoor is het van groot belang dat de fysieke investering goed gemonitord wordt. Voor de ondernemer heeft een PLS contract veel voordelen. In moeilijke tijden loopt de ondernemer niet het risico op een sneeuwbal effect, waar de conventionele ondernemer nog steeds (hoge) rentepercentages wil innen. Hierdoor wordt het risico op faillissement enkel vergroot (Mirakhor en Zaidi, 2005). Voor deze en andere redenen hebben Islamitische geleerden aangegeven dat PLS overeenkomsten voor grotere stabiliteit zorgt in de financiële markten omdat banken zich meer richten op de lange termijn relatie met hun cliënten. De Islamitische banken dragen echter wel hogere kosten doordat ze de investering constant dienen te monitoren.

3.2.4 Islamitische contracten

Gekeken naar Islamitische instituten, valt op dat de balans van een bank schulden of vreemd vermogen afwijkt van de conventionele banken. Bij Islamitische instanties worden deze “non-investment deposits” genoemd. Bij deze investeringen wil de geldverstrekker geen risico nemen en is het de plicht van de bank om dit te honoreren.

Daarnaast zijn er ook de zogeheten “restricted en unrestricted PLS investments”. Bij de “restricted PLS investeringen” heeft de bank enkel een administratieve rol en zal de bank dus niet delen in de winsten en verliezen van de geldverstrekker. Bij de “unrestricted PLS investment” gaat de rol van een bank veel verder en zal deze alle winsten en verliezen delen met een geldverstrekker na het investeren in een bepaalde onderneming/project (Hassan, 2003). De bank heeft dus enerzijds de taak om ”risk averse” investeringen te begeleiden en

(18)

daarnaast de taak om investeringen aan te gaan met de geldverstrekker waar zowel de winsten als de verliezen mee gedeeld worden.

Er zijn meerdere Islamitische producten welke goedgekeurd zijn door de shari’a board en kunnen worden aangeboden aan de Islamitische gemeenschap. Deze shari’a board ziet er op toe dat de producten en diensten onderworpen zijn aan de Islamitische wet en regelgeving. De meest gebruikte producten worden hieronder aangegeven.

Bij een murabaha (markup) overeenkomst koopt de bank een asset of goederen van een derde partij en verkoopt het met een winstpercentage aan de klant. De klant betaalt de bank direct of in termijnen af. Deze overeenkomt lijkt sterk op de lening welke door conventionele banken wordt aangegaan. Een groot verschil met deze leningen is echter dat het winstpercentage van een murabaha overeenkomst een vergoeding betreft voor de diensten die zij hebben geleverd (zoeken van de juiste producten tegen een goede prijs) en deze zijn niet afhankelijk van de waarde van tijd. Het winstpercentage zal ook niet veranderen indien een afbetaling niet of niet op tijd is gedaan. Daarnaast is de bank economisch eigenaar van de producten tussen de twee verkopen in, hierdoor loopt de bank dus ook het risico van waarde fluctuaties (Mirakhor en Zaidi, 2005).

Ijara (operational lease) is een overeenkomst waarin de wederpartij het recht krijgt om een

goed te gebruiken gedurende een bepaalde periode. Een conventionele bank heeft met een lease overeenkomst een soortgelijk product. De bank koopt een product welke benodigd is door de klant en verhuurt deze aan de klant voor een bepaalde huurprijs. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud en verzekering van het product ligt bij de bank evenals overige risico’s van eigendom. De wederpartij mag op vooraf overeengekomen termijn onderhandelen over de voorwaarden van de overeenkomst om deze marktconform te houden gedurende de looptijd. Met deze overeenkomst heeft de klant echter niet de mogelijkheid om de asset over te nemen gedurende of na de looptijd van de overeenkomst. Deze optie bestaat wel, echter wordt dit ondervangen door een andere overeenkomst genaamd ijara-wa iqtina (huurkoop). In deze overeenkomst wordt het product overgenomen van de bank tegen een vooraf afgesproken vergoeding (Mirakhor en Zaidi, 2005).

De salam (mark-up) overeenkomst beslaat een aankoop van specifieke goederen waarop vooruitbetaald is. Deze overeenkomsten worden voornamelijk gebruikt om de productie van landouwgoederen te financieren (Mirakhor en Zaidi, 2005).

(19)

Musharaka (PLS) is een vorm van een partnerschap waarin de partners kapitaal stoppen in

een project of projecten en de winsten en verliezen delen. De winsten worden gedeeld door middel van een vooraf bepaalde ratio. Deze ratio is gebaseerd op de risico’s die beide partijen nemen gezamenlijk met andere factoren. De verliezen worden echter gedeeld op basis van het kapitaal dat is geïnvesteerd in het project. Dit geeft een incentive voor de bank om kritisch te kijken naar de investering en daarnaast de investering ook goed te monitoren. In een

musharaka overeenkomst hebben alle partijen het recht maar niet de verplichting om plaats te

nemen in het management van het project (Mirakhor en Zaidi, 2005).

De mudaraba (PLS) overeenkomst is een partnerschap waarin een van de partners het project financiert terwijl de andere partij het management voert over het project. Ook hier geldt dat het aandeel winst van tevoren is afgesproken tussen de partners. De geldverstrekker heeft alle assets in eigendom, echter heeft de wederpartij het recht om de geldverstrekker uit te kopen (Mirakhor en Zaidi, 2005).

De sukuk (obligaties) is onlangs ontwikkeld met dezelfde reden als de rente-vrije overeenkomsten. Investeerders willen hun geld investeren in financiële instrumenten die

halal zijn. Zoals reeds aangegeven is het betalen en of ontvangen van rente niet halal, echter

is het wel mogelijk om obligaties uit te geven en in te kopen. Omdat obligaties een belangrijk onderdeel zijn van huidige financiële markten, hebben Islamitische juristen een alternatief ontwikkeld voor deze financiële instrumenten (Mirakhor en Zaidi, 2005).

Het grootste verschil tussen conventionele obligaties en sukuk ligt in de manier waarin deze zijn gestructureerd. Een conventionele obligatie ontvangt een vergoeding tegen een bepaald rentepercentage. De Islamitische sukuk is gestructureerd op een manier dat de obligatie is gebaseerd op een uitwisseling van een asset (gebouwen, olie en gas pijplijnen etc.). De investeerder kan er ook voor kiezen om de obligatie te verkopen aan de uitgever of aan een derde partij (Mirakhor en Zaidi, 2005).

Hasan en Dridi (2011) hebben in figuur 2 de vergelijking gemaakt tussen de Islamitische producten zoals hierboven beschreven en de conventionele banken. De raakvlakken met conventionele banken is vooral te vinden in de Leasing en Joint venture producten.

(20)

Bron: Hasan en Dridi (2011)

Figuur 2: Islamitische en conventionele producten

In deze paragraaf komen enkele aspecten en beperkingen naar voren waar Islamitische ondernemingen mee kampen. De belangrijkste beperking in het Islamitische ondernemen vergeleken met conventionele ondernemingen is het verbod op het betalen of ontvangen van rente. Omdat het vastpinnen van inkomsten ongeacht de resultaten van de onderliggende onderneming als onredelijk wordt gezien in de Islam, is dit verboden.

Als substituut voor rente wordt in de Islamitische bankwereld gebruik gemaakt van zogenaamde PLS. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van producten met een mark-up karakter.

Door verschillende producten aan te bieden die gebruik maken van PLS zorgt een bank ervoor dat het risico gedeeld wordt tussen de bank en de ondernemer/afnemer. Het gedachtegoed gaat echter wel uit van een geheel Islamitisch systeem waarbij de gehele gemeenschap participeert en profiteert van PLS. Indien er bijvoorbeeld een huis wordt gekocht, wordt dit gedaan met geld van de deposito’s. Deze geldverschaffers hebben ingestemd met (bepaalde) investeringen. Hieruit vloeit een winst (of verlies) welke fungeert als een substituut voor rente. Doordat het niet altijd “eigen” geld is van de bank kan dit bijdragen aan een lager risico van Islamitische banken ten opzichte van reguliere banken. Een reguliere bank kan namelijk de verliezen niet delen met de deposito houders. De verwachting voor ons model is dan ook (mede) hierdoor dat het risico van Islamitische banken lager ligt dan bij conventionele banken.

(21)

3.3 Risico

3.3.1 Risico bij Islamitische banken

Risico houdt niet alleen in de kwetsbaarheid van de waarde van een asset, het gaat ook over de mogelijkheden van inkomstengroei (Ahmed en Khan, 2005). Een belangrijk element bij het managen van risico is het begrijpen van de risk-return afweging. Investeerders kunnen een hogere winst verwachten als ze hun risico vergroten. Het doel van financiële instellingen is om waarde te creëren voor hun aandeelhouders door het aankopen van assets in verschillende fondsen. Hierdoor is het managen van het risico welke gedragen wordt door deze aandeelhouders van groot belang.

Islamitische banken zijn relatief nieuwe instellingen en de risico’s die aan de instrumenten hangen zijn daarom ook nog niet volledig transparant (Ahmed en Khan, 2005). Islamitische banken dragen twee type risico’s. Risico’s die gelijk zijn aan de conventionele banken en risico’s die uniek zijn door hun ‘compliance’ met de Islamitische wetgeving. Zoals eerder genoemd is het mitigeren van risico’ niet (altijd) toegestaan waardoor er verschillen ontstaan met de conventionele banken.

Islamitische banken hebben enkele unieke risico’s welke aan zowel de asset als de liabilities hangen. Bij de liabilities van een Islamitische instelling nemen de deposito’s bijvoorbeeld een vorm aan van een “profit sharing investment account”. Zoals reeds uiteengezet kunnen deze accounts bestaan uit restricted en unrestricted.

Aan de asset zijde gebruiken de banken murabaha (cost-plus verkopen) salam (object uitstellende verkoop) ijara (leasing) en PLS (musharaka en mudaraba) als instrumenten om inkomsten te genereren. De instrumenten die gebruik maken van Profit Loss Sharing om hun deposito’s te belonen, zijn unieke kenmerken van een Islamitische bank ten opzichte van een conventionele bank.

3.3.2 Credit risk

Credit risk is het verlies van inkomen door een vertraging in de betaling van de wederpartij of door het ontbreken van een betaling door de wederpartij (Ahmed en Khan, 2005). Er wordt hier wel een belangrijk onderscheid gemaakt tussen opzettelijk en niet opzettelijke tekortkomingen van de wederpartij. Omdat het herstructureren van leningen enkel is toegestaan indien de wederpartij met opzet zijn verplichtingen niet nakomt, is het van belang

(22)

om dit in een vroeg stadium te achterhalen. In het geval van PLS is het risico dat de wederpartij zijn of haar verplichtingen niet volledig nakomt, wat wordt veroorzaakt door informatie asymmetrie. De bank heeft dan niet voldoende inzicht op de daadwerkelijke winsten van een onderneming.

3.3.3 Market risk

Market risk kan systematisch vanuit macro omgevingen of onsystematisch en asset-specifiek zijn. Een systematisch risico voor een Islamitische bank kan geïllustreerd worden door een benchmark percentage waarop het winstpercentage van een transactie wordt gebaseerd. Bij het kopen en verkopen van producten worden voornamelijk de LIBOR percentages opgenomen als benchmark om de mark-up te berekenen. De mark-up die afgesproken wordt tussen de partijen wordt vastgesteld voor de looptijd van het contract. Echter kunnen de LIBOR percentages aan fluctuaties onderhevig zijn. Dit kan uiteindelijk leiden tot grote verschillen en dus ook kan leiden tot grote markt risico’s.

De onsystematische of asset specifieke risico’s kunnen worden geïllustreerd door de verandering in de waarden van de assets die in het bezit zijn van de bank.

3.3.4 Liquidity risk

Risico van liquiditeit ontstaat wanneer er moeilijkheden zijn om tegen redelijke kosten cash te lenen (funding liquidity risk) of verkoop van assets (asset liquidity risk) (Ahmed en Khan, 2005). De risico’s aan beide kanten zijn van groot belang voor de Islamitische banken. Islamitische banken zijn vatbaar om grote liquiditeit risico’s te lopen door meerdere oorzaken. Een belangrijke oorzaak hiervoor is dat door de langzame ontwikkelingen van de Islamitische financiële instrumenten, er niet snel geld kan worden opgehaald op de kapitaalmarkten. Dit probleem is aan het groeien omdat er geen inter-Islamitische kapitaal markt is.

3.3.5 Operational risk

Operationeel risico is het risico op directe of indirect verlies van inkomsten door inadequate interne processen, mensen, technologie of door externe gebeurtenissen. Voor de Islamitische banken is het voornaamste probleem dat er niet voldoende capabel personeel te vinden is om de Islamitische financiële operatie uit te voeren (Ahmed en Khan, 2005). Omdat de manier van ondernemen dermate anders is dan die van conventionele banken is er vaak ook sprake

(23)

van het gebrek aan computer software, omdat er enkel wordt uitgegaan van de conventionele manier van bankieren.

3.3.6 Risico in Islamitische producten

Het risico in Islamitische producten is zoals eerder genoemd verschillend. Zo zijn er verschillende risico’s te benoemen aan de asset evenals aan de liabilities zijde van een Islamitische instelling. Ahmed en Khan (2005) hebben een onderzoek gedaan naar de perceptie van 18 Islamitische bankiers en hun verwachting van de risico’s op de verschillende producten op een schaal van 1 tot 5, waar 1 laag risico betreft en 5 hoog risico (figuur 3). Krediet risico lijk het laagst bij murabaha (2.47) en het hoogste bij musharaka (3.71).De PLS overeenkomsten hebben volgens de bankiers een groter krediet risico ten opzichte van de mark up overeenkomsten. Ijara (2.64) heeft na de murabaha overeenkomst het laagste krediet risico. Dit komt omdat de bank een relatief zekere inkomstenstroom heeft en het eigendom van de assets in control van de bank blijven. De istisnaa en salam overeenkomsten hebben relatief een groter markt risico. Ahmed en Khan (2005) geven aan dat dit waarschijnlijk het gevolg is van de onzekere waarde van de producten aan het einde van het contract.

Markt risico is relatief hoog in de meeste financiering contracten. Voor de PLS overeenkomsten is dit relatief hoog. Musharaka (3.67) heeft hier het hoogste risico toebedeeld gekregen gevolgd door mudaraba (3.56). Murabaha (2.75) en istisnaa (2.75) hebben het laagste markt risico, gevolgd door ijara (3.17).

Liquiditeitsrisico van de verschillende instrumenten is kleiner naarmate de assets kunnen worden verkocht op de markt of als de contracten van korte duur zijn. De bankiers beschouwen mudaraba (2.57) als het minst risicovol gevolgd door murabaha (2.62). Beide producten worden vaak gebruikt voor korte-termijn leningen. Salam (3.2) en istisnaa (3.0) hebben het grootste liquiditeitsrisico. Daarnaast wordt Ijara ook beschouwd als risicovol (3.1).

Murabaha (2.8), ijara (2.9) en mudaraba (2.92) hebben een relatief laag operationeel risico.

De salam (3.25) en istisnaa (3.29) producten hebben een relatief hoog operationeel risico. Het PLS product musharaka (3.08) is na deze producten het meest risicovol. Ahmed en Khan (2005) geven aan dat de producten met een relatief hoog operationeel risico (PLS), vaak complex zijn. Deze producten worden volgens de auteurs door de banken beschouwd als

(24)

moeilijk te implementeren. De bank zou hierdoor eerder kiezen voor een “mark-up” product vergeleken met een PLS product.

Bron: Ahmed en Khan (2005)

Figuur 3: Risico’s van Islamitische producten

Zoals eerder aangegeven geven Ahmed en Khan (2005) aan dat de aard van het risico bij Islamitische banken zeer complex is. Daarnaast is het ook moeilijk te beheersen door verschillende redenen.

Ten eerste zijn er ten opzichte van conventionele banken minder mogelijkheden om financiële derivaten in te zetten om het risico te mitigeren. Daarnaast lopen de Islamitische banken ook meer markt risico omdat ze vaker onderhevig zijn aan waardeveranderingen van hun assets. Ahmed en Khan (2005) geven ook aan dat de verschillende risico’s zich

vermengen met elkaar en zelfs kunnen veranderen in verschillende stadia van de transactie. Als er bijvoorbeeld gekeken wordt naar transacties met een “handel” basis ( murabaha,

salam, istisnaa) en leasing dan zijn beide blootgesteld aan krediet en markt risico. Tijdens de

transactie van een salam contract is de bank blootgesteld aan krediet risico. Bij het voltrekken van dit contract is de bank blootgesteld aan een prijs/markt risico.

Ahmed en Khan (2005) hebben ook een enquête uitgevoerd onder 17 Islamitische banken waarin vragen zijn gesteld over het totale risk management systeem. Elke bank kreeg vragen over drie aspecten. Ten eerste zijn er vragen gesteld over het oprichten van een adequaat

systeem en omgeving van risicomanagement. Daarnaast zijn er vragen gesteld over het onderhouden van een adequaat systeem van risicomanagement. Ten slotte zijn er vragen

gesteld over adequate interne controles. Figuur 4 laat de uitkomsten zien van de

verschillende onderwerpen. Hieruit kan worden opgemaakt dat Islamitische banken goed scoren op basis van het beleid en de procedures van risicomanagement (82.4%). Het meten,

(25)

mitigeren en monitoren van risico scoor beduidend minder (69,3%). Adequate interne controles zit hier tussenin (76,5%).

Bron: Ahmed en Khan (2005)

Figuur 4: Aspecten van risicomanagementsystemen voor Islamitische banken

Het beheersen van risico’s bij Islamitische banken kunnen twee vormen aannemen. Ten eerste betreft het standaard technieken zoals risico rapporten, interne en externe audit, GAP analyse, RAROC et cetera. De tweede vorm betreft onder andere de volgende technieken:

 Two step/parallel contract: Bij sommige aankopen worden er twee contracten afgesloten waarbij er één met de cliënt wordt afgesloten en de andere met de leverancier van deze cliënt. Omdat hierdoor aan beide zijden van de transactie wordt gehandeld, wordt het risico in waardenverlies gemitigeerd.

 On-Balance sheet netting: Dit betreft het verantwoorden van netto bedragen tussen twee partijen. Indien partij A zowel een lening als een schuld heeft aan partij B zal bij beide partijen enkel het verschil hiertussen opnemen in de boeken. Hierdoor wordt het krediet risico gemitigeerd.

 Immunization: Omdat banken vaak blootgesteld zijn aan valutaverschillen, kan een Islamitische bank dit valutarisico mitigeren door het te hedgen. Dit hedgen gebeurt echter wel tegen PLS voorwaarden.

In deze paragraaf is bediscussieerd hoe risico en PLS een rol spelen in de Islamitische banken. Duidelijk is geworden dat door de vele verschillende producten er ook veel verschillende soorten risico is bij Islamitische banken. Een belangrijk onderdeel van het risico is de PLS overeenkomst. Banken zijn niet ‘happig’ op het implementeren van complexe producten met een groot risico. Bijkomend effect kan hierdoor zijn dat de markup producten een voorkeur krijgen boven de PLS producten.

(26)

Omdat in een PLS overeenkomst geen geld wordt “geleend” maar vooral wordt geparticipeerd in een investering, moet er beter worden gemonitord waar de geldstromen naar toe lopen. Anders gezegd, de onderliggende assets moeten beter worden getoetst. Bijkomend effect is dat de kosten hierdoor omhoog gaan wat kan resulteren in een lagere financiële performance. Deze inzichten dragen bij aan de hypothesen dat het risico bij Islamitische banken anders is vanwege de complexiteit en vanwege de betere toetsing van (eventuele) PLS contracten.

(27)

4 Onderzoek naar Risk & Performance

In dit hoofdstuk zal kort worden besproken welke onderzoeken er reeds zijn uitgevoerd naar het risico en de financiële performance van de Islamitische banken. Hierin wordt vooral gekeken wat het verschil is in risico met conventionele banken en of de Islamitische banken anders hebben gereageerd op de financiële crisis.

4.1.1 Onderzoek naar Islamitisch risico

Allereerst hebben Abedifar et al. (2013) onderzoek uitgevoerd naar het risico van Islamitische banken. De auteurs hebben 553 banken onderzocht verdeeld over 24 landen tussen de periode 1999 en 2009. In dit onderzoek hebben de auteurs zelf een inschatting gemaakt van het risico van de verschillende banken. Dit is gedaan door verschillende ratio’s te combineren en uiteindelijk tot een schatting van het risico te komen. De auteurs controleerden voor grootte, marktaandeel, capital/asset ratio, groei, kosten efficiency.

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat Islamitische banken een lager credit risk lopen vergeleken met conventionele banken. Daarnaast lopen Islamitische banken een lager faillissementen risico vergeleken met conventionele banken en zijn deze ook stabieler. Echter werden deze verschillen vooral gevonden bij kleinere banken en zijn deze verschillen niet gevonden bij grotere Islamitische banken.

Hussain en Al-Ajmi (2012) hebben onderzoek gedaan naar het verschil in risico tussen Islamitische en conventionele banken. Dit onderzoek is uitgevoerd in Bahrein en betreft dan ook enkel de banken in Bahrein.

Hussain en Al-Ajmi (2012) geven aan dat effectief riskmanagement als een belangrijke hoeksteen wordt beschouwd door academici, praktijk beoefenaars en regelgevers. De Basel Committee on Banking Supervision introduceerde Basel I, Basel II en uiteindelijk Basel III welke dient als een handleiding voor het risicomanagement. De auteurs geven ook aan dat riskmanagement een belangrijke factor is voor de winsten van banken en voor de waarde van de aandelen. Na de wereldwijde financiële crisis van 2008 ontstond er discussie over de effectiviteit van riskmanagement welke uitgevoerd werden door de banken. Het gebrek aan een goed riskmanagement systeem wordt door de auteurs gezien als een belangrijke oorzaak van de crisis. Een wereldwijd onderzoek naar risico in financiële instellingen gaf als uitkomst dat 40 procent van de respondenten aangaf dat het belang van riskmanagement doordrongen

(28)

is in de organisatie. Er werd hiermee aangegeven dat er meer moet worden gedaan om de organisatie te laten doordringen met de cultuur van riskmanagement.

Riskmanagement is een continu proces dat direct afhankelijk is van de interne en externe omgeving van ene bank. De veranderingen in omgeving zorgen ervoor dat er continue aandacht moet zijn voor het identificeren van risico en beheersingsmaatregelen. Als de effectiviteit van riskmanagement te vergroten hebben de banken in Bahrein, zoals in veel andere landen, zich onderworpen aan Basel II.

Het onderzoek van Hussain en Al-Ajmi (2012) heeft geresulteerd in de volgende bevindingen:

 Bankiers in Bahrein zijn zich bewust van het belang van riskmanagement en de rol hiervan in het verlagen van de kosten en het verbeteren van de performance.

 Banken in Bahrein maken gebruik van effectieve risico strategieën en effectieve risico raamwerken (infrastructuur, processen en voorwaarden)

 De drie meest belangrijke type risico’s waar de banken in Bahrein mee kampen zijn krediet risico, liquiditeit risico en operationeel risico.

 De risico’s van Islamitische banken is niet anders dan die van de conventionele banken in Bahrein

Ook Mollah et al. (2013) hebben onderzoek gedaan naar het risico van Islamitische banken. De auteurs hebben onderzocht of een verschil in Governance structuur ten opzichte van Islamitische banken ook daadwerkelijk zorgt voor een verschil in risico. De auteurs hebben een sample van 52 Islamitische en 104 conventionele banken gebruikt om dit te onderzoeken. De auteurs hebben uiteindelijk bewijs gevonden dat de Governance structuur binnen Islamitische banken een cruciale rol speelt in het nemen van grotere risico’s en een betere performance. Ze hebben gevonden dat dit een wezenlijk verschil is met conventionele banken. Wat echter ook een belangrijke bevinding is, is dat de Islamitische banken hogere kapitaalreserves aanhouden vergeleken met conventionele banken. Voor dit onderzoek is dit een interessante vondst, omdat er aan de ene kant een hoger risico en betere performance is binnen Islamitische banken. Echter zouden de hogere kapitaalreserves juist een risico verlagend effect hebben in de kredietcrisis.

Ten slotte hebben Hasan en Dridi (2011) ook onderzoek gedaan naar de risico’s van Islamitische banken voor en na de crisis. De auteurs vergelijking hier creditratings van Moody’s Fitch en S&P voor Islamitische banken. Ze lieten in hun onderzoek de verandering

(29)

in ratings zien tussen voor en na de crisis. De data bestond uit 70 banken. In figuur 5 kan worden opgemerkt dat behalve voor de VAE de Islamitische banken een positievere rating hebben gekregen dan de conventionele banken. In Qatar en Saudi-Arabië hebben de bureaus de ratings van de banken helemaal niet veranderd. In Maleisië kan er geen onafhankelijke rating worden gegeven omdat vrijwel alle Islamitische banken dochters zijn van conventionele banken.

Bron: Hasan en Dridi (2011)

(30)

4.2 Financiele performance in crisis

Ahmed (2009) geeft in zijn artikel ‘Financial crisis risks and lessons for Islamic finance’ aan dat financiële instellingen in het Westen na de crisis aan het evalueren zijn. Zo wordt er volgens de auteur geëvalueerd hoe de systemen de kwetsbaarheid in de toekomst kunnen verlagen. Ahmed geeft aan dat het wel van belang is voor de Islamitische banken en instellingen om een pauze te nemen en te reflecteren op het pad dat is ingeslagen in de laatste jaren. Hiermee doelt Ahmed op de beweging van Islamitische instellingen richting conventionele Westerse systemen.

Ahmed geeft ook aan dat de financiële crisis is ontstaan in de Verenigde Staten als een resultaat van een gebrek aan “risk assessment”. Daarnaast geeft de auteur aan dat er te veel risico heeft gezeten op zowel de producten evenals de instituten die zichzelf als “to big to fail” bestempelden.

Daarnaast geeft de auteur aan dat een sterke eigenschap van Islamic banking is dat het systeem ervoor zorgt dat risico’s gedragen worden door meerdere partijen en dat de gehele gemeenschap bijdraagt aan de economische ontwikkeling, welke een van de doelen moet zijn van een Islamitische instelling. Ahmed impliceert hiermee dat de Islamitische financiële instellingen minder zijn beïnvloed door de crisis als conventionele banken.

Omdat niet alle banken op dezelfde manier hebben gereageerd op de financiële crisis, wordt er ook stil gestaan bij het verschil tussen conventionele banken. Dit zodat we deze ‘noise’ later uit ons model kunnen halen. In het artikel ‘Why did some banks perform better during

the credit crisis?’ (Beltratti en Stulz, 2009) wordt onderzoek gedaan naar het verschil in

performance van banken tijdens de kredietcrisis. Het onderzoek betreft de periode juli 2007 t/m december 2008. De auteurs geven aan dat dit de meest hevige periode is sinds de Grote Depressie. Ze onderzoeken of de variatie tussen de performance van banken kan liggen aan karakteristieken als governance (op bank niveau of op nationaal niveau), wet en regelgeving, balans of winst en verliesrekening voor de crisis.

Wat de auteurs hebben gevonden is dat banken met een shareholder-friendly board, een slechtere performance had tijdens de crisis. Een rede hiervoor is dat deze boards meer risico nemen om aan de verwachtingen van de aandeelhouders te voldoen.

Daarnaast vonden ze dat banken welke opereerden in landen met strengere wet en regelgeving omtrent het aanhouden van kapitaal, een betere performance hadden tijdens de

(31)

crisis. Tevens vonden ze dat banken met meer leningen, en meer liquide middelen, een betere performance hadden.

Omdat het artikel van Bettratti en Stulz (2009) heeft aangewezen dat er zelfs tussen conventionele banken ook verschil zichtbaar is in de performance, is het voor dit model van belang om te toetsen of deze verschillen er ook zijn tussen de conventionele en Islamitische banken. Indien de regelgeving of governance veel strikter is in Islamitische landen, dan is het volgens het artikel ook aannemelijk dat de performance beter is tijdens de crisis.

Acharya et al (2009) geven als belangrijkste oorzaak voor de financiële crisis een combinatie van de krediet bubbel en een huisvestings bubbel. Aan de ene kant was er een mismatch op de kapitaalmarkt. De premie voor risico waren te laag voor zowel korte als lange termijn. De auteurs geven als reden voor deze mismatch, de wereldwijde onbalans door de snelle groei van markten in China, India en Oost-Europa. De VS, West-Europa Australië en overige landen waren voornamelijk gebaseerd op de private markt. Dit wordt ondersteund door bevindingen van Hasan en Dridi (2011) in figuur 6.

Saoedi Arabië Kuwait UAE Bahrain Qatar Jordan Malaysia Turkey

IB CB IB CB IB CB IB CB IB CB IB CB IB CB IB CB

Consumer loans

Real estate and construction Public sector Trade Others 35.1 5.5 15.5 27.0 16.9 18.9 8.3 9.8 23.6 39.4 12.0 18.9 0.0 28.5 40.6 12.8 15.4 9.0 5.4 57.4 31.0 26.0 7.1 7.8 28.1 24.2 18.4 14.5 10.0 32.9 22.8 12.1 1.3 15.7 48.0 32.0 19.7 6.8 21.6 19.9 26.0 38.3 5.9 21.4 8.5 25.0 19.2 27.5 8.1 20.2 16.9 17.8 0.0 57.8 7.5 15.6 21.1 7.3 14.2 41.8 22.6 22.4 0.0 0.0 55.0 11.6 37.0 0.5 20.6 30.3 15.1 19.7 0.0 9.3 55.9 28.1 5.2 0.0 12.7 54.1

Bron: Hasan en Dridi (2011)

Figuur 6: Distributie van krediet tussen Islamitische banken (IB) en conventionele banken (CB)

Echter werkte het kapitaal van de snelle groei van China, India, Australië etc. door in de assets van de private sector. Hierdoor ontstond er een overwaardering van deze assets.

Daarnaast geven de auteurs aan dat de Federal Reserve fouten heeft gemaakt vooraf aan de crisis. Omdat de rente laag werd gehouden ontstond er zowel een krediet bubbel als een huisvestingsbubbel. De banken konden tegen een laag tarief lenen en maakte daarnaast goedkope leningen beschikbaar.

4.2.1 Onderzoek naar financiële performance in crisis

Zoals eerder vermeld is er door het IMF (2010) aangegeven dat Islamitische banken tijdens de crisis minder hard zijn getroffen dan hun conventionele collega’s. Dit is een interessante stelling om te toetsen door middel van kwantitatief onderzoek.

(32)

Allereerst is het van belang om de reeds bestaande onderzoeken omtrent deze relatie in kaart te brengen. Hierin kan het reeds bestaande veld van performance-onderzoek fungeren als een basis voor vervolgonderzoek.

Hasan en Dridi (2011) hebben niet enkel onderzoek gedaan naar de groei van de PLS producten (zoals eerder beschreven), ze hebben ook onderzocht wat de performance is geweest van Islamitische en conventionele banken tijdens de crisis. Wat de auteurs ook aangeven is dat er weinig onderzoek is gedaan naar de impact van de crisis op Islamitische banken en dat de weinige onderzoeken sterk uiteenlopen in hun conclusie. Ze geven ook aan dat sommige concluderen dat Islamitische principes ervoor gezorgd hebben dat de Islamitische banken beschermd werden tegen impact van de crisis. Hierbij gaat het niet enkel om de PLS producten maar ook om de markup producten van Islamitische banken.

In figuur 7 is goed te zien hoe de verhoudingen ROA en ROE in de periode 2005-2007 (pre-crisis) lagen. Hasan en Dridi (2011) geven aan dat de performance van de Islamitische banken duidelijk hoger waren dan die van hun conventionele collega’s voor zowel ROA als ROE.

Bron: Hasan en Dridi (2011)

Figuur 7: ROA & ROE Islamic vs. Conventioneel (pre-crisis)

Daarnaast gaan de auteurs verder op de situatie na de crisis. In figuur 8 en 9 wordt de winstgevendheid van zowel Islamitische als conventionele banken getoond in verschillende landen. Het laat een relatieve performance zien van 2008-2009 vergeleken met 2007. Hieruit kan worden opgemaakt dat in 2008 Islamitische banken een betere performance lieten zien in alle landen (behalve Qatar, VAE en Maleisië) ten opzichte van de conventionele banken. In

(33)

Saudi-Arabië, Bahrein (offshore), Jordanië en Turkije was de verandering in winstgevendheid significant meer aanwezig voor Islamitische banken.

In 2009 draaide dit beeld echter om. De Islamitische banken laten hier een sterke daling zien in de winstgevendheid ten opzicht van de conventionele banken. In Bahrein en de VAE was de winstgevendheid van de Islamitische banken significant hoger dan die van de conventionele banken, terwijl in Qatar dit juist significant lager is.

De uitkomst suggereert dat de Islamitische banken anders zijn beïnvloed door de crisis dan de conventionele banken. De initiële impact was lager, echter toen de impact de gehele economie raakte, maakte de Islamitische banken grotere verliezen dan hun conventionele collega’s aldus Hasan en Dridi (2011).

Waar Islamitische banken een hogere ROA en ROE laten zien voor de crisis (figuur 7) zou de verwachting zijn dat deze banken ook sterkere daling laten zien tijdens en na de crisis. Deze beredenering berust op het feit dat de hogere winstgevendheid wordt veroorzaakt door het nemen van grotere risico’s. Echter kan uit de figuren 10a en 10b worden opgemaakt dat dit niet het geval is. Uit deze figuren kan worden opgemaakt dat de winstgevendheid van beide banken erg dicht bij elkaar ligt in de periode 2008-2009. Dit betekent dat de totale winstgevendheid over de periode 2005-2009 hoger is voor de Islamitische banken dan die voor de conventionele banken.

Bron: Hasan en Dridi (2011)

(34)

Bron: Hasan en Dridi (2011)

Figuur 9: Winstgevendheid Islamic vs. Conventioneel in crisis

Bron: Hasan en Dridi (2011) Bron: Hasan en Dridi (2011)

Figuur 10a: ROE Islamic vs Conventioneel 2008-2009 Figuur 10b: ROA Islamic vs Conventioneel

Parashar en Venkatesh (2010) hebben zoals Hasan en Dridi ook onderzoek gedaan naar de performance van Islamitische banken voor en na de crisis. De auteurs geven aan de er een algemene discussie gaande is in de financiële wereld betreffende de Islamitische banken. De discussie gaat vooral om de vraag of Islamitische banken veiliger zijn dan conventionele banken.

De auteurs geven aan dat de Islamitische banken veiliger zijn omdat ze ondersteund worden door stabiele assets. Er is volgens de auteurs voldoende onderzoek gedaan naar de performance van Islamitische banken. Hieruit zou naar voren komen dat Islamitische banken een betere performance hebben dan de conventionele banken. Parashar en Venkatesh (2010) geven tegelijkertijd ook aan dat er nog onvoldoende historische data is om daar harde uitspraken over te doen.

In figuur 11a en 11b laten de auteurs de ROA en ROE zien voor en na de crisis. Uit de figuren kan worden opgemaakt dat de ROA van Islamitische banken hoger is gedurende en

(35)

voor de crisis. Daarnaast kan worden opgemaakt dat de ROE voor Islamitische banken geen significant verschil laat zien tijdens de crisis. De auteurs concluderen dat Islamitische banken meer last hebben gehad van de crisis kijkend naar kapitaal ratio, leverage en ROE, terwijl de conventionele banken meer last hebben gehad op het gebied van ROA en liquiditeit.

Bron: Parashar en Venkatesh (2010)

Figuur 11a: ROA voor en na crisis

Bron: Parashar en Venkatesh (2010)

Figuur 11b: ROE voor en na crisis

Bron: Beck et al (2013)

(36)

Beck et al (2013) laten in figuur 12 het verloop zien van de winst per aandeel in de periode 2005-2010. Hierin worden de Islamitische banken vergeleken met conventionele banken. De auteurs geven aan dat de beweging van de conventionele banken en die van Islamitische banken nagenoeg hetzelfde zijn. Echter hebben ze in figuur 8 nog geen controle gedaan op grootte, governance en andere specifieke eigenschappen. De auteurs vinden uiteindelijk dat Islamitische banken een betere performance hebben gehad op de aandelenmarkt. Ze wijten dit vooral aan het feit dat Islamitische banken sterkere assets, hogere kapitaalreserves en lagere leningen hebben aangehouden.

Uit dit hoofdstuk kan worden geconcludeerd dat de financiële crisis onder andere een gevolg is van banken die het “to big to fail” syndroom hadden. De hypotheken en andere financiële producten waren de daadwerkelijke waarde van de onderliggende assets ‘kwijtgeraakt’. Door opkomende markten uit India, China en Oost-Europa werden de assets snel meer waard. Daarnaast werd er tegen lage tarieven geleend wat zorgde voor een kredietbubbel.

Omdat Islamitische banken sterkere assets hebben en deze strenger monitoren, is het gevolg van een financiële crisis lager omdat de assets minder snel hun waarde verliezen. Deze conclusie draagt bij aan de hypothese dat banken die minder risico hebben ook een betere performance laten zien tijdens de financiële crisis.

Betreffende de risico’s van de Islamitische banken zijn er interessante bevindingen gedaan die zowel kunnen zorgen voor een verhogend als verlagend effect. Allereest zijn de Islamitische banken door de verschillende en vaak complexe producten onderhevig aan grotere risico’s. Daarnaast is er juist minder risico aanwezig doordat de PLS producten ervoor zorgen dat de financiering goed gemonitord moet worden. Tenslotte kan er bij Islamitische banken sprake zijn van een hoger risico omdat er geen gebruik gemaakt mag worden van financiële instrumenten zoals derivaten om dit risico te mitigeren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

LumiStreet gen2 PRO is System Ready en is daardoor klaar om te worden gekoppeld met bestaande en toekomstige toepassingen voor verlichtingsbeheer zoals Interact City. De Servicetag

Anderzijds staat het een bank vrij zich geheel in dienst te stellen van een bepaalde regio en zou het jammer zijn als zij juist vanwege zo’n zelf opgelegde begrenzing niet zou

b Bedrijven kunnen dan minder lenen bij de bank omdat de banken minder geld van de spaarders hebben.. c Bedrijven kunnen dan niet of

Om nog beter waarde te scheppen voor klanten, heeft SNS bank de afgelopen jaren haar dienstverlening grondig gemoderniseerd en uitgebreid.. En geïnvesteerd in mensen

Het kan gebeuren dat u een zakelijke financiering nodig heeft, maar dat ons Rekening-courant Krediet of onze Bedrijfshypotheek niet bij u past.. Bijvoorbeeld omdat u maar voor

• Een zakelijke pinpas voor girale betalingen bij Point of Sales (POS)-apparaten en Automated Teller Machines (ATM’s) van de Hakrinbank en andere lokale banken.. •

Door de toenemende online mogelijkheden voor contact tussen klant en bank, zien we dat het aantal fysieke bezoeken aan het bankkantoor steeds verder afneemt.. 18% maakt nooit

3) Er wordt een nieuw scherm geopend. Hier kunt u voor Duits of Engels kiezen. Uw online bankieren zal in deze taal worden geopend. 4) Vul uw contractnummer in, beginnend met