• No results found

'Gezocht: dikke huid en goede poëzie.' Een overzicht van de ontwikkelingen rondom Dichter des Vaderlands 2000-2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "'Gezocht: dikke huid en goede poëzie.' Een overzicht van de ontwikkelingen rondom Dichter des Vaderlands 2000-2017"

Copied!
79
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)
(3)

2

Samenvatting

In deze masterscriptie is een verkennend onderzoek gedaan naar de Nederlandse aanstelling van de Dichter des Vaderlands in de periode 2000 tot 2017. Er is getracht om de ontwikkeling van de aanstelling in kaart te brengen door naar verschillende aspecten van deze te kijken. Het belangrijkste bronmateriaal hiervoor was een krantencorpus. De aanstelling Dichter des Vaderlands werd in 2000 geïntroduceerd en sluit aan op een internationale traditie. Tevens past de aanstelling bij moderne tendensen binnen het literaire veld, zoals de democratisering van de literatuur en het wegvallen van de grenzen tussen ‘hoge’ en ‘lage’ kunst.

Er bleek veel controverse te zijn geweest omtrent de aanstelling. Deze controverse werd mede veroorzaakt doordat de taakomschrijving zowel voor dichters als publiek onduidelijk bleef. Ook bleek dat de aandacht voor de verkiezing afnam op het moment dat er geen publiekinmenging meer mogelijk was in het keuzeproces. Verder bleek uit de analyse dat de persona van de verkozen dichter van grote invloed is op het imago en de invulling van het ambt.

(4)

3

Inhoud

Samenvatting ... 2

Inleiding ... 6

Hoofdstuk 1 ... 10

§1.1 Het (Nederlandse) literaire veld rond 2000 ... 10

§1.2 Eerste vormgeving van de functie ... 12

§1.3 Organisatorisch ontwikkelingen en controverses ... 15

§1.3.1 Eerste verkiezing ... 16 §1.3.2 Tweede verkiezing ... 18 §1.3.3 Derde verkiezing ... 19 §1.3.4 Vierde verkiezing ... 22 §1.3.5 Vijfde verkiezing ... 23 §1.3.6 Zesde verkiezing ... 24 Hoofdstuk 2 ... 25 §2.1 Verwachtingen ... 25 §2.2 Materiaal en methode ... 26 §2.2.1 Samenstelling corpus ... 26 §2.2.2 Codering corpus ... 26 §2.2.3 Media ... 27 §2.3 Analyse ... 28 §2.3.1 Algemeen ... 28 §2.3.2 Eerste verkiezing ... 30 §2.3.3 Tweede verkiezing ... 31 §2.3.4 Derde verkiezing ... 32 §2.3.5 Vierde verkiezing ... 34 §3.3.6 Vijfde verkiezing ... 35 §2.3.7 Zesde verkiezing ... 36 §2.3.8 Overig ... 37 §2.4 Resultaten ... 38 §2.4.1 Resultaten media ... 38 §2.4.2 Resultaten piekmomenten ... 39 Hoofdstuk 3 ... 41

§3.1 Een algemene blik op de keuzeprocessen ... 41

§3.2 Verhouding tot literaire prijzen ... 43

(5)

4

§3.4 Categorie 2: gedeeltelijke publiekskeuze, gedeeltelijke keuze door beroepsjury ... 45

§3.5 Categorie 3: volledige keuze door beroepsjury ... 48

Hoofdstuk 4 ... 50

§ 4.1 Invloed persona op de reacties die het instituut uitlokt ... 50

§ 4.1.1 Driek van Wissen als Dichter des Vaderlands ... 50

§ 4.1.2 Ramsey Nasr als Dichter des Vaderlands ... 55

§ 4.2 Invloed van aanstelling op positie dichters in literaire veld ... 57

Conclusie en discussie ... 60

Bibliografie ... 65

Geraadpleegde bronnen ... 65

Geraadpleegde krantenartikelen ... 67

Geraadpleegde gedichten en bundels ... 70

Bijlagen ... 71

Bijlage 1 ... 71

Bijlage 2 ... 73

Bijlage 3 ... 77

(6)
(7)

6

Inleiding

In 1999 werd bekend gemaakt dat Nederland een Dichter des Vaderlands zou krijgen: in 2000 zou voor het eerst de verkiezing van een officiële staatspoëet plaatsvinden. Initiatiefnemers van de wedstrijd waren Poetry International, NRC Handelsblad en de NPS. Hoewel de verkiezing voor Nederland een primeur was, is het concept over de landsgrenzen al langer bekend.

De functie van Dichter des Vaderlands gaat eigenlijk terug tot in de Romeinse tijd. In de Angelsaksische wereld wordt de Dichter des Vaderlands Poet Laureate genoemd, hofdichter.1

Dat de nieuwe Nederlandse verkiezing zich graag in de voetsporen van haar buitenlandse voorgangers wil plaatsen, blijkt duidelijk uit dit statement dat op de website van het instituut prijkt. De poeta laureate was oorspronkelijk een dichter die beloond werd met een lauwerenkrans, een verwijzing naar de Romeinse god van de kunsten Apollo. Het toekennen van deze kransen gebeurde vaak door koningen of keizers, waardoor de titel al snel de connotatie van hofdichter kreeg.2 Een herintroductie van het Romeinse concept vond plaats in zeventiende-eeuws Engeland, waar de poet laureate een eretitel was die door de vorst toegekend wordt. Ook vandaag de dag kent Koningin Elisabeth de titel nog toe aan een dichter van haar keuze. Ze wordt daarin geadviseerd door het parlement.3 De gelukkige dichter wordt aangesteld voor een periode van tien jaar. Sinds de jaren 30 bestaat het concept ook in de Verenigde Staten, waar de functie sinds een naamsverandering in 1986 voluit ‘Poet Laureate Consultant in Poetry to the Library of Congress’ heet. Zoals de naam al prijsgeeft, is de Amerikaanse poëzie-ambassadeur verbonden aan de Library of Congress. De toekenning van de functie wordt dan ook gedaan door de Librarian of Congress.4 In Amerika bedraagt de ambtstermijn acht maanden, van september tot mei. Deze termijn kan echter wel eenmalig verlengd worden.5 Desondanks blijft het, in vergelijking met het Verenigd Koninkrijk, een relatief kortdurende functie.

Hoewel de geschiedenis van de Nederlandse staatpoëetverkiezing bij lange na niet zo uitvoerig is als die van zijn Engelse of Amerikaanse equivalenten, heeft de aanstelling sinds haar begin in 2000 veel losgemaakt onder poëzieliefhebbers. Betrokkenen verschilden dikwijls

1 Dichter des Vaderlands, 2017

2 Bork et al., 2012

3 Dichter des Vaderlands, 2017

4 De Librarian of Congress is het hoofd van de bibliotheek van het Amerikaanse congres. Deze gevarieerde en

vooraanstaande functie wordt door de president van de Verenigde Staten toegekend voor een periode van tien jaar.

(8)

7

van mening over wat het ambt in zou moeten houden, wie er geschikt zou zijn om het te mogen bekleden en hoe de verkiezing verder vormgegeven zou moeten worden. Inmiddels is ’s lands zesde poet laureate geïnstalleerd. Na Gerrit Komrij (2000-2004), Simon Vinkenoog (a.i. 2004-2005), Driek van Wissen (2005-2009), Ramsey Nasr (2009-2013) en Anne Vegter (2013-2017), werd in 2017 bekend dat Ester Naomi Perquin het ambt voor twee jaar zou gaan bekleden. Tussen de eerste verkiezing in 2000 en de aanstelling van Perquin in 2017 is er veel veranderd omtrent het instituut van de Dichter des Vaderlands. Deze veranderingen zijn uitgebreid besproken in dag- en weekbladen, waar veel aandacht bleek te zijn voor de Dichter des Vaderlands. Aandacht voor de verkiezing vanuit wetenschappelijke hoek blijft daarop achter.

Thomas Vaessens wijdt in zijn boek Ongerijmd succes (2006) wel een hoofdstuk aan het Dichter des Vaderlandsschap. Hij spreekt daarin vooral over de binding tussen nationale identiteit en het fenomeen ‘Dichter des Vaderlands’. Vaessens stelt daarbij dat, hoewel er voor 2000 nooit een officiële Nederlandse vertegenwoordiger van de poëzie geweest is, dichters als Jacob Cats en Hiëronymus van Alphen wel degelijk dergelijke rollen innamen.6 Hierbij kan men zich afvragen of de rol die dit soort dichters innamen als didactici ook de rol is die men in gedachten heeft voor de hedendaagse Dichter des Vaderlands. Vaessens geeft tevens een kort overzicht van de verwikkelingen rondom de verkiezingen van de eerste twee Nederlandse staatspoëten: Gerrit Komrij (2000-2004) en Driek van Wissen (2005-2009). Hij laat interim-DdV Simon Vinkenoog buiten beschouwing.

Meer recent verscheen er onderzoek van cultuurwetenschapster Odile Heynders. Zij betoogt in 2015 dat Ramsey Nasr zich profileert als een publiek intellectueel, waarbij Heynders in het bijzonder aandacht schenkt aan Nasr’s periode als Dichter des Vaderlands. De onderzoekster constateert onder andere dat Nasr in zijn staatspoëetschap nadrukkelijk ‘reacties uitlokt in didactische gedichten en opiniërende stukken, waarbij het hem uiteindelijk gaat om debat, om na te denken hoe het leven ingevuld kan worden als een deelnemen en samenleven.’7 Interessant is dat Heynders in haar analyse het didactische schrijverschap van Nasr aanstipt en dit in verband brengt met de invulling van zijn functie als Dichter des Vaderlands.

De positie van Dichter des Vaderlands zet kennelijk aan tot het geven van een dergelijke uitleg, met het oog op een publiek dat bereikt moet worden en dat wellicht breder is dan dat van ‘reguliere’ poëzielezers.8

6 Vaessens, 2012, p. 119

7 Heynders, 2015, p. 308

(9)

8

Dit sluit goed aan op de positie die de door Thomas Vaessens als Dichters des Vaderlands avant la lettre bestempelde schrijvers Cats en Van Alphen innamen.

Ander relevant onderzoek gaat in veel gevallen niet specifiek over de Dichter des Vaderlands, maar meer over de bredere functie van poëzie in de maatschappij. Zo wordt de verkiezing vaak genoemd in relatie tot ‘publieke poëzie’, een term die door Marco Goud gedefinieerd werd als ‘poëzie die in opdracht geschreven is en gepubliceerd is in de openbare ruimte’9. De link met publieke poëzie wordt ook gelegd in Dichters van het nieuwe millennium, waarin Jeroen Dera de aanstelling van een Dichter des Vaderlands symbolisch noemt voor het toegenomen aandeel van poëzie binnen de publieke ruimte in het begin van de 21ste eeuw. Hij kadert de verkiezing in binnen de zoektocht naar ‘een breder, algemener publiek voor poëzie’.10 In Kila van der Starres rapport uit 2017 over hoeveel Nederlandse volwassen in aanraking komen met poëzie, wordt de verkiezing terloops genoemd. Van der Starre merkt op dat het concept Dichter des Vaderlands onder het grote publiek vrij onbekend is.11

Na het korte overzicht van Vaessens uit 2012 is er nauwelijks nog onderzoek gedaan naar de aanstelling an sich. Dit staat in schril contrast tot de hoeveelheid publicaties buiten de academische wereld, waar journalisten, dichters en andere geïnteresseerden vele felle pennenstrijden voerden over de zes verkiezingen. In deze scriptie wordt getracht de ontwikkelingen rondom het instituut Dichter des Vaderlands op wetenschappelijke wijze in kaart te brengen. De hoofdvraag die daartoe beantwoord wordt, luidt:

Hoe heeft de aanstelling Dichter des Vaderlands in Nederland zich sinds zijn ontstaan ontwikkeld?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zullen er een viertal deelvragen aan bod komen, die hieronder nader toegelicht worden.

1. Wat is de ontstaansgeschiedenis van de Dichter des Vaderlands in Nederland? Om deze vraag te beantwoorden wordt een algemeen beeld geschetst van het literaire veld rond 2000 en eventuele tendensen die te maken gehad kunnen hebben met de introductie van de verkiezing in Nederland. Ook wordt in kaart gebracht welke instanties er betrokken waren bij de opstart van het instituut en op welke wijze het instituut voortborduurt op of juist breekt met de geschetste internationale context. Tevens is ter beantwoording van deze vraag een overzicht gemaakt van de verschillen tussen de verkiezingen en de mogelijke redenen hiervoor. Een

9 Goud, 2007, p.2

10 Dera, 2016, p. 8

(10)

9

krantencorpus vormt het belangrijkste bronmateriaal om deze vraag adequaat te kunnen beantwoorden.

2. Hoe ziet de receptie van het instituut Dichter des Vaderlands er uit?

In deelvraag 1 wordt deze receptie voor een gedeelte al kwalitatief bekeken; een krantencorpus vormt een belangrijk onderdeel om de geschiedenis van de verkiezing in kaart te brengen. Deze kwalitatieve analyse wordt ter beantwoording van de derde deelvraag echter aangevuld met een kwantitatieve analyse van het krantencorpus. Daarbij wordt in kaart gebracht hoeveel er geschreven is over de verkiezing en in welke media. Hieruit kunnen conclusies getrokken worden over de populariteit en bekendheid van de verkiezing en de mate van betrokkenheid onder het Nederlandse volk.

3. Op basis van welke criteria en door wie wordt de toekenning gedaan?

Eén van de belangrijkste verschillen tussen de diverse verkiezingen, is de wijze waarop de toekenning van het ambt plaatsvond. Om antwoord te geven op de derde deelvraag, is het belangrijk om inzichtelijk te maken op welke manieren de toekenning gedaan is, door wie, welke criteria daarbij een rol speelden en wat de belangrijkste verschillen tussen de verschillende methoden zijn.

4. Welke positie neemt de Dichter des Vaderlands in binnen het Nederlandse literaire veld?

Om deze deelvraag te beantwoorden wordt inzichtelijk gemaakt hoe de waardering voor de Dichter des Vaderlands verschilt tussen de verschillende dichters. Tevens wordt er gekeken naar de invloed die het Dichter des Vaderlandsschap heeft op de positie die dichters innemen in het literaire veld. Indien relevant, zal ook de poëtica van de verkozen dichters meegenomen worden in de beantwoording van deze deelvraag.

Het onderzoek is grotendeels institutioneel van aard. Enkel bij deelvraag 4 wordt deels afgeweken van de institutionele aanpak, omdat daar ook de poëticale opvattingen van de dichters meegenomen zullen worden.

(11)

10

Hoofdstuk 1

In dit hoofdstuk zal antwoord gegeven worden op de vraag ‘Wat is de ontstaansgeschiedenis van de Dichter des Vaderlands in Nederland?’. Hiertoe wordt allereerst een algemeen beeld geschetst van het Nederlandse literaire veld rond de eeuwwisseling, waarna inzichtelijk gemaakt wordt welke actoren een rol speelden bij de totstandkoming van het instituut.

§1.1 Het (Nederlandse) literaire veld rond 2000

Alvorens er informatie gegeven kan worden over het Nederlandse literaire veld rond 2000, is het van belang om de term ‘literair veld’ enigszins in te kaderen. Een duidelijke omschrijving van de veldtheorie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu (1930-2002) is te vinden in het werk van Dick Pels.12 Pels vergelijkt wat Bourdieu velden noemt, met wat wij in het Nederlands ‘werelden’ zouden noemen. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan de sport- of kunstwereld. In Bourdieus veldtheorie wordt op gelijke wijze gesproken over velden, waaronder dus ook het literaire veld. Deze velden zijn relatief autonome sociale universa, die werken volgens een eigen set gebruikelijkheden. Tussen de verschillende velden kunnen wel parallellen aanwijsbaar zijn. Op elk veld wordt een specifiek spel met specifiek inzet gespeeld. De actoren die actief zijn strijden allemaal om een vorm van kapitaal, die ongelijk verdeeld is.13 In het geval van het literaire veld wordt er bijvoorbeeld gestreden om symbolisch kapitaal, dat zich manifesteert in de vorm van aanzien, waardering van literatuurkenners en ontvangst van literaire prijzen, maar ook om economisch kapitaal. Bij economisch kapitaal gaat het in plaats van om ‘status’, juist om het verkopen van boeken aan een breed publiek. Voorbeelden van spelers op het literaire veld zijn uitgeverijen, schrijvers, maar ook bibliotheken en boekhandels.

Aan het eind van de twintigste eeuw krijgt de traditionele literatuur steeds meer concurrentie. Boek en tijdschrift gaan niet alleen de strijd aan met de eerder genoemde publieke poëzie – en in bredere zin publieke literatuur – maar ook met literaire festivals en digitale verschijningsvormen.14 Over deze digitale verschijningsvormen publiceerde Stichting Lezen in 2000 een uitgebreid rapport, waarin geconcludeerd werd dat ‘de relatie tussen oude en nieuwe media niet eenduidig positief of negatief is’.15 De reacties op het opduiken van nieuwe media zijn volgens het onderzoek zeer verschillend, maar leiden zeker niet tot een directe ontlezing.

12 Pels, 1992

13 Pels, 1992, p. 12

14 Brems, 2006, p. 606

(12)

11

Deels samenhangend met de steeds grotere rol van nieuwe media, is de afbrokkeling van het onderscheid tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur. Zoals hoogleraar sociologie van media en cultuur Susanne Janssen in haar oratie heeft beschreven: ‘De vroegere, scherpe statusverschillen tussen cultuuruitingen zijn vervaagd en het domein van de legitieme cultuur is gaandeweg steeds meer genres gaan omvatten.’16 Diverse factoren laten zien dat cultuurvormen als film, fotografie en popmuziek rond de eeuwwisseling meer dan ooit tevoren geaccepteerd werden als serieuze kunstvormen.17 Jim Collins verkende in Bring On the Books for Everybody op welke manier de literaire cultuur een plek heeft verworven binnen de populaire cultuur. Hoewel zijn onderzoek zich richtte op de Amerikaanse situatie, zijn er veel parallellen te trekken met het Nederlandse literaire veld. Collins beargumenteerde dat het ontstaan van een populaire literaire cultuur zowel te maken heeft met veranderingen omtrent de culturele autoriteit, als met veranderingen binnen de culturele sector.18 In haar oratie beschreef Janssen dit fenomeen als proces van kruisbestuiving: de populaire cultuur vormde zich in zekere zin naar het voorbeeld van de gevestigde kunsten, maar de traditionele ‘hoge’ kunst nam ook elementen over uit het populaire domein. Op het gebied van commercie werden flinke stappen gezet in navolging van de populaire cultuur. Van Rees et al. toonden eveneens aan dat er sprake is van ‘een afzwakking van de traditionele hiërarchische scheidslijnen tussen deze [literatuur en enkele andere cultuursectoren die hoog in aanzien stonden] en andere sectoren’. Dit proces wordt aangeduid met de term nivellering.19 Deze nivellering vond volgens Van Rees en de zijnen plaats door een tendens die inhoudt dat cultuurconsumenten een steeds meer ‘omnivore’ smaak ontwikkelen. Vooral onder hoogopgeleide gebruikersgroepen wordt het meer gebruikelijk om tevens te participeren in voorheen als lager beschouwde culturele praktijken.20 Poëzie is een typisch voorbeeld van de traditionele ‘hoge’ cultuur, kunst met een hoofdletter ‘k’, door veel mensen als ontoegankelijk en onbegrijpelijk gezien. In navolging van de eerder beschreven tendensen, is het daarom niet vreemd dat ook de poëzie in Nederland aan verandering onderhevig is.

De Leuvense hoogleraar Nederlandse letterkunde Hugo Brems noemde de Dichter des Vaderlands-verkiezing in één adem met onder andere de aanstelling van stadsdichters. Hij zag tussen de verschillende aanstellingen een gemeenschappelijk component: al deze initiatieven ‘halen de literatuur uit het isolement’21. Het fenomeen ‘stadsdichter’ werd in 2008 door

16 Janssen, 2006, pp. 11-12

17 Ibidem

18 Collins, 2010, p. 19

19 Van Rees et al., 2006, p. 281

20 Van Rees et al., 2006, p. 281

(13)

12

neerlandica Fleur Speet onder de loep genomen in Ons Erfdeel, naar aanleiding van het vele commentaar dat kwam op de aanstelling van de WoordDansers als stadsdichters van Rotterdam. Dit collectief bestaat niet alleen uit een dichter, maar ook uit twee muzikanten en een performer. Gezamenlijk maken zij videoclips, waarbij poëzie de basis vormt en ondersteund wordt door beeld en geluid. De kritiek op de aanstelling van de WoordDansers was vooral gericht op het feit dat zij onvoldoende literair talent zouden hebben. Speet signaleerde echter dat veel van de toenmalige (ex-)stadsdichters niet bij een gerenommeerde uitgeverij gepubliceerd hadden en dat hun werk in veel gevallen ook niet besproken was in de literatuurkritiek. Desondanks kwam er geen kritiek op deze eerdere aanstellingen. Speet gaf dan ook aan te denken dat de critici in werkelijkheid reageerden op een ander aspect van de aanstelling van de WoordDansers, namelijk het feit dat Rotterdam de eerste grote stad in Nederland was die een stadsdichter aanstelde. Volgens de neerlandica kwam de kritiek voort uit een angst voor nivellering van de dichtkunst. Uiteindelijk concludeerde Fleur Speet dat stadsdichterschap ook vraagt om minder literair doorwrochte poëzie, die toegankelijk is voor een breder publiek. Zij ziet dit echter niet als iets slechts, maar als een mogelijke opmaat naar grotere populariteit van de traditionele dichtkunst.22

§1.2 Eerste vormgeving van de functie

Het is tegen de achtergrond van de in §1.1 beschreven tendensen in het literaire veld dat besloten werd om te starten met de verkiezing van een Dichter des Vaderlands in Nederland. De publieke rol en het idee van een verkiezing maken dat de DdV-aanstelling goed aansluit bij de popularisering en democratisering van de literatuur. Thomas Vaessens vat de gesignaleerde ontwikkelingen waar het Dichter des Vaderlandsschap aan deel wil nemen samen als ‘de betrokkenheid van het publiek bij de poëzie vergroten en de poëzie van haar elitaire imago ontdoen’.23 Over het belang dat de organisatie – en later ook een grotere groep betrokkenen – hechtte aan het eerste aspect is geen twijfel mogelijk, maar over het tweede aspect ontstond de afgelopen jaren nogal wat controverse. De redenen voor deze controverse worden duidelijker wanneer men kijkt naar de ontstaansgeschiedenis van de verkiezing.

Zoals eerder gezegd, werd de aanstaande verkiezing van een Dichter des Vaderlands voor het eerst bekend gemaakt in 1999. In eerste instantie was er alleen aandacht voor

22 Speet, 2008

(14)

13

organisator Poetry International24, later werden ook NRC Handelsblad en de NPS25 genoemd als betrokkenen26. Een leidende rol lijkt weggelegd te blijven voor Poetry, waar vanuit de meeste communicatie geschiedde. De functie van de medeorganisatoren lijkt eerder praktisch van aard. Het NRC kan door zijn grote oplage veel poëzieliefhebbers bereiken en voorafgaand aan de verkiezing enthousiasmeren. Tevens werden in een later stadium van de verkiezing stembiljetten verspreid in het NRC. De rol van de NPS ligt vooral bij het maken en uitzenden van een speciale thema-uitzending, die tevens de kick-off van de eerste Nederlandse poëziedag zal vormen. De aanstelling van de eerste Dichter des Vaderlands stond namelijk niet geheel op zichzelf, maar hing samen met de introductie van De Landelijke Gedichtendag. De Landelijke Gedichtendag had volgens Tatjana Daan, de toenmalige directrice van Poetry International, als doel om poëzie zichtbaarder en toegankelijker te maken.27 Deze doelstelling sluit goed aan bij de in paragraaf 1.1 gesignaleerde popularisering van onder andere literatuur en poëzie. Het feit dat de bekendmaking van de nieuwe Dichter des Vaderlands op televisie uitgezonden werd, past eveneens bij de genoemde ontwikkelingen. Er vond immers een vermenging van hoge en lage cultuur plaats, doordat een populair, relatief nieuw medium gecombineerd wordt met een oudere, meer elitaire vorm van cultuur.

Deze poëzie-popularisering werd echter niet enkel met gejuich onthaald. Vanuit het literaire veld kwam er ook kritiek op de aanstelling. Deze negatieve geluiden weerklonken kort voor de verkiezing bijvoorbeeld in de Volkskrant en Dagblad van het Noorden. In Dagblad van het Noorden werden dichters als Jean-Pierre Rawie en Kees Stip aangehaald, die aangaven geen interesse te hebben in de titel.28 In de Volkskrant waren het poëten Esther Jansma en Arie van den Berg die hun mening gaven over de verkiezing. Jansma was vooral kritisch op het feit dat de Dichter des Vaderlands geen grootse beloning of fulltime baan zou krijgen, zoals in Amerika bijvoorbeeld wel het geval is. Van den Berg gaf aan dat hij hoopte dat de verkozen dichter de aanstelling zou accepteren. Persoonlijk leek het hem ‘gruwelijk om een gedicht over de Betuwelijn te moeten schrijven.'29 Saillant detail is dat de Volkskrant de slechts twee dagen later verkozen dichter Gerrit Komrij ook vroeg of hij het ambassadeurschap zou accepteren. 'Ze hebben het zo soepel en weinig streng geregeld. Men zit er niet om te springen natuurlijk, maar neen zeggen zou het feestje bederven.'30 Kritiek als deze vinden we niet alleen in Nederland,

24 de Volkskrant, 10 april 1999

25 De NPS was een Nederlandse publieke omroep, die in 2010 gefuseerd is met andere omroepen. De NPS maakt deel uit van

de huidige NTR. 26 NRC Handelsblad, 27 augustus 1999 27 Vloet, 7 januari 2000 28 Hulzebos, 13 januari 2000 29 De Klerck, 25 januari 2000 30 Ibidem

(15)

14

maar wordt bijvoorbeeld ook in het Verenigd Koninkrijk geuit. Ook daar stond en staat de rol van de poet laureate ter discussie. Schrijver Robert McCrum reflecteerte bijvoorbeeld op de functie in The Guardian, waar hij expliciet vroeg ‘Why should it continue?’31. McCrum pleitte voor een poet laureate die niet semi-verplicht in verzen hoeft te reageren op de actualiteit, maar slechts een ambassadeursrol inneemt.32

Het is opvallend dat er in Nederland voorafgaand aan de eerste verkiezing al dergelijke gerichte kritiek was, terwijl er eigenlijk nog vrij weinig duidelijkheid bestond over de precieze toedracht van de functie. Slechts mondjesmaat werd bekend gemaakt wat het uiteindelijk in zou gaan houden om Dichter des Vaderlands te zijn. In de vroegste berichtgeving over de Dichter des Vaderlands wordt slecht genoemd dat de dichter ‘opdrachten’ zal krijgen van Poetry International bij bepaalde gebeurtenissen. 33 Ook in aanloop naar de verkiezing wordt de exacte taakomschrijving van de Dichter des Vaderlands vaag gehouden. Zo wordt in een persbericht dat het ANP op 6 januari 2000 publiceerde vermeld dat volgens Poetry International ‘de kunstenaar vooral een ambassadeur is en dat de invulling van de functie aan de persoon zelf is’. 34 Tatjana Daan beschreef de functie ook wel als ‘een gezicht geven aan de poëzie’.35

De onduidelijkheid over de precieze taken van de Nederlandse staatspoeët ligt in lijn met de internationale taakomschrijvingen. Zo wordt de functie van de Britse dichter bijvoorbeeld omschreven als:

The holder is not absolutely required to do anything, but is expected to produce some verse if something really, really important happens – such as, Prince William getting married.36

Ook de Amerikaanse poet laureate heeft geen zeer specifiek takenpakket, maar krijgt juist veel vrijheid om aan eigen projecten te kunnen werken. Volgens de officiële berichtgeving over de Poet Laureate Consultant in Poetry zorgt dit ervoor dat de zittenden zelf nadruk kunnen leggen op hetgeen zij belangrijk vinden binnen hun positie.37 Een ander heet hangijzer in aanloop naar de eerste verkiezing van een Nederlandse Dichter des Vaderlands, was de beloning die gepaard zou gaan met de aanstelling. Hierin kiest de Nederlandse organisatie een andere weg dan haar Anglo-Amerikaanse voorgangers. In Groot-Brittannië krijgt de poet laureate traditioneel gezien namelijk een salaris dat bestaat uit een vat sherry en een jaarlijkse toelage 31 McCrum, 2008 32 Ibidem 33 de Volkskrant, 10 april 1999 34 Haddeman, 6 januari 2000 35 De Klerck, 25 januari 2000 36 McSmith, 2009

(16)

15

van £5750.38 In Amerika wordt de staatspoeëet rijkelijker beloond: jaarlijks ontvangt deze een stipendium van $35,000 en daarnaast nog $5000 aan reiskostenvergoeding.39 Begin januari 2000 geven NRC Handelsblad en het ANP inzicht in het honorarium voor de Nederlandse functie. De Dichter des Vaderlands zal als beloning ‘een cheque van 10.000 gulden te besteden aan een kunstwerk, en maandelijks een boeket’40,41 krijgen. Na de verkiezing werden de boeketten omgezet in dinercheques, omdat Komrij in eigen woorden ‘na aftrek van de transportkosten slecht een madeliefje zou hebben overgehouden'.42 In tegenstelling tot de Engelse en Amerikaanse dichters is er voor de Nederlandse volksdichter dus geen vrij te besteden financiële beloning verbonden aan het ambt. Driek van Wissen verklaarde later echter wel een beloning van € 225,- per geplaatst gedicht te ontvangen van NRC Handelsblad.43

§1.3 Organisatorisch ontwikkelingen en controverses

Hoewel er voorafgaand aan de eerste verkiezing enkele organisatorische richtlijnen gesteld werden, zijn deze sindsdien niet altijd nageleefd. Vooral op het gebied van de stemprocedure zijn er door de jaren heen veel veranderingen opgetreden. Soms hadden deze veranderingen controversen ten gevolg, soms werden de veranderingen juist ingegeven door eerdere twistpunten. In Tabel 1 wordt een kort overzicht gegeven van de verschillende verkiezingen. Hierin worden het jaar van de verkiezing, de gekozen dichter, de stemprocedure en eventuele bijzonderheden omtrent de verkiezing en gedurende de ambtstermijn van de verkozen dichter genoemd. In de rest van deze paragraaf zal Tabel 1 nader toegelicht worden.

Verkiezings-jaar

Gekozen dichter Stemprocedure Bijzonderheden

2000 Gerrit Komrij Openbare vrije stemming via diverse kanalen

Komrij besloot vervroegd af te treden.

2004 Simon Vinkenoog Openbare vrije stemming via website Rottend Staal

Geen officiële verkiezing, Vinkenoog werd slechts ‘interim’

38 Flood, 2009

39 The Library of Congress, 2018

40 NRC Handelsblad, 27 augustus 1999

41 Vloet, 7 januari 2000

42 Algemeen Dagblad, 28 april 2000

(17)

16 2005 Driek van Wissen Openbare vrije

stemming via diverse kanalen

- De tussenstand en de gegevens van stemmers lekten tussentijds uit. - Een groep ontevreden actoren uit het literaire veld stuurt een brief naar

staatssecretaris Van der Laan.

2009 Ramsey Nasr Een commissie

selecteerde een longlist en daaropvolgend een shortlist. Vervolgens vond er een openbare stemming plaats waarbij iedereen die wilde een keuze kon maken uit de shortlist.

- Er wordt opeens door verschillende bronnen, onder andere Ilja Leonard Pfeijffer, beweerd dat de verkiezing een te lang doorgezette grap is.

2013 Anne Vegter Aanstelling door een benoemingscommissie

2017 Ester Naomi

Perquin

Aanstelling door een benoemingscommissie Tabel 1: Overzicht verkiezingsmethoden en controversen

§1.3.1 Eerste verkiezing

Bij de eerste verkiezing kreeg eenieder die wilde de kans om een stem uit te brengen op een dichter naar eigen, vrije keuze. Het uitbrengen van deze stem kon op diverse manieren, namelijk ‘via boekhandel, bibliotheek, internet en NRC Handelsblad’44. Uiteindelijk kozen ongeveer 3300 mensen ervoor om hun stem uit te brengen.45 Dit klinkt als een flinke groep, maar wanneer men meeneemt dat het NRC in 2000 een oplage van 255.000 stuks had46, lijkt de betrokkenheid onder lezers toch tegen te vallen. De verkiezingsuitslag werd bekend gemaakt op 26 januari 2000, aan de vooravond van de eerste Nederlandse poëziedag. Dit gebeurde tijdens een speciale

44 Grutterink, 26 augustus 1999

45 Leeuwarder Courant, 27 januari 2000

(18)

17

tv-uitzending, die gepresenteerd werd door Joost Prinsen.47 Winnaar bleek dichter Gerrit Komrij te zijn, nadat de eigenlijke nummer één – Rutger Kopland – vriendelijk bedankt had voor de titel.48

Tijdens zijn Dichter des Vaderlandsschap wint Komrij aan populariteit door het oprichten van een poëzieclub49 en het starten van de Sandwichreeks, waarin afwisselend bundels van vergeten dichters en veelbelovende debutanten verschenen.50 Hij krijgt echter ook felle kritiek te verduren, vooral gericht op de inhoud van sommige van zijn gedichten. Zo schreef hij bij het overlijden van prins Claus in oktober 2002 een gedicht, waarin hij zijn vraagtekens zette bij de oprechtheid van de rouwgevoelens van het Nederlandse volk. Hierop werd onder andere in het Reformatorisch Dagblad fel gereageerd.51 Komrij weerspreekt deze kritiek door aan te geven dat hij van mening is dat ‘je je functie het best vervult als een gedicht discussie oproept en niet alleen maar wat stompzinnig getokkel is bij een gebeurtenis’.52 Discussie oproepen lukt de Dichter des Vaderlands zeker ook met het gedicht dat hij schrijft ter ere van de geboorte van de eerste dochter van prins Friso en zijn vrouw Mabel. In ‘Oranjekindje’ schrijft Komrij onder andere ‘Baar, baar en op de vlucht slaat de kritiek’53. Hij beschimpt hiermee het Nederlandse publiek, dat in de controversiële situatie omtrent Mabels vriendschap met Klaas Bruinsma nog zeer kritisch was ten opzichte van haar toetreding tot de Koninklijke Familie, maar deze kritische houding plots laat varen nu er een kindje geboren is. Piet Gerbrandy uitte in reactie op dit gedicht hevige kritiek op het Dichter des Vaderlandsschap in het algemeen en de invulling van Komrij in het bijzonder.54 Ook in Het Parool wordt Komrij’s gedicht kritisch onder de loep genomen. Columnist Bob Frommé spreekt spottend over ‘Oranjekindje’ en eindigt met de gedachte dat Komrij wellicht van zijn titel af wil.55 Frommé bleek een ruime maand later gelijk te krijgen. Komrij had besloten om af te treden. Dit aftreden kondigde de dichter aan tijdens de gedichtennacht in 2004: één jaar voor zijn geplande ontslag. Komrij’s afscheidswoorden werden meermaals geciteerd in de nationale kranten: "Ik abdiceer, ik bied mijn ontslag aan, ik ben het zat, ik heb er tabak van. Morgen ben ik goddank

47 Vloet, 7 januari 2000

48 Leeuwarder Courant, 27 januari 2000

49 Swanborn, 26 januari 2001

50 Steinz, 29 januari 2004

51 Bregman, 10 oktober 2002

52 Van der Laan, 28 november 2002

53 Komrij, 8 december 2003

54 Gerbrandy, 11 december 2003

(19)

18

interim, morgen ben ik loco."56. Ondanks de kritiek die de poet laureate tijdens zijn aanstelling te verduren kreeg, noemt NRC Handelsblad zijn zelfgekozen ontslag ‘onverwachts’.57

§1.3.2 Tweede verkiezing

Na Komrij’s aftreden maakte Poetry International al snel bekend dat er niets zou veranderen aan de procedure om de volgende Dichter des Vaderlands te vinden. Deze zou, gewoon volgens planning, op de gedichtendag in 2005 bekend gemaakt worden.58 Komrij zelf berichtte juist dat hij geheel zou stoppen met zijn taken.59 Dit vormde voor de Groningse dichter Bart FM Droog, tevens hoofdredacteur van poëzietijdschrift Rottend Staal Online, de aanleiding om een eigen verkiezing op te zetten. Poetry International liet daarover het volgende in een statement weten:

Wij stellen het initiatief en de betrokkenheid vanuit Groningen op prijs, maar houden vast aan onze procedure. De persoon waar Groningen mee komt aanzetten, moeten we dan waarschijnlijk beschouwen als vice, of hoe noem je dat.60

Ondanks dat Poetry International de verkiezing dus niet erkende, namen veel dichters de verkiezing wel degelijk serieus. Zo liet het duo Hanz Mirck en Ingmar Heytze bijvoorbeeld weten geïnteresseerd te zijn in de titel.61,62 Tevens zorgde deze schaduwverkiezing ervoor dat de controverse rondom het aftreden van Komrij vrij geruisloos uit de aandacht verdween.

Stemmen konden uitgebracht worden via de website van Rottend Staal Online. Evenals bij de eerste verkiezing waren er ook nu geen voorwaarden verbonden aan het uitbrengen van een stem. Iedereen graag wilde stemmen, kreeg daartoe de kans. Na verloop van tijd bleek dat sommige grote namen ontbraken in de tussenstand, terwijl relatief onbekende dichters het erg goed deden. Organisator Bart FM Droog lichtte in de Volkskrant toe hoe dit kon gebeuren: 'Doordat ze veelvuldig op zichzelf hebben gestemd. Maar dan via een legale omweg: ze hebben allerlei vrienden aangespoord op hen te stemmen.’63 Uiteindelijk werden er ruim 1000 stemmen uitgebracht via het online poëzieplatform. 21 procent daarvan ging naar de uiteindelijke winnaar, Simon Vinkenoog.64 Het aantal uitgebrachte stemmen lag daarmee beduidend lager

56 Onder andere in Haagsche Courant op 29 januari 2004, in NRC Handelsblad op 29 januari 2004 en door het ANP op 2

februari 2004

57 NRC Handelsblad, 29 januari 2004

58 Grutterink, 2 februari 2004

59 Het Parool, 4 februari 2004

60 Van Ruiten, 4 februari 2004

61 Amersfoortse Courant, 6 februari 2004

62 Aalbers, 4 februari 2004

63 Peters, 20 februari 2004

(20)

19

dan bij de eerste verkiezing, toen ruim 3000 poëzieliefhebbers hun voorkeur aangaven. Dit moet echter in perspectief gezien worden: bij de eerste verkiezing werd er ruim van tevoren veel aandacht besteed aan de verkiezing in NRC Handelsblad en kon men ook stemmen in boekhandels en bibliotheken. Bij de door Bart FM Droog georganiseerde schaduwverkiezing konden stemmen enkel online uitgebracht worden en was er geen sprake van grootschalige promotie.

§1.3.3 Derde verkiezing

De derde verkiezing is in verschillende opzichten de meest roerige verkiezing te noemen. Poetry International nam na de bijzondere verkiezing van Simon Vinkenoog het heft nu weer in eigen handen. Voorafgaand aan deze verkiezing werden er al enkele veranderingen doorgevoerd ten opzichte van de eerste verkiezing. Zo werden er in 2004 maar liefst veertig dichters geïntroduceerd in het Cultureel Supplement van het NRC, om zo de stemmers vast te laten zien wat er te kiezen valt.65 Ook lijken de organisatoren hiermee de verkiezing van een weigeraar te willen voorkomen: er werden expliciet dichters gepromoot die positief tegen een eventuele aanstelling stonden. Naast deze nieuwe promotiemethode traden er ook veranderingen op in de samenstelling van de organisatie. Zo wordt de NPS niet meer genoemd, maar komen de Koninklijke Bibliotheek en de Poëzie Club – opgericht door afgetreden Dichter des Vaderlands Komrij - daarvoor in de plaats.66 Opvallend is dat de NPS in latere berichtgeving, wanneer duidelijk is dat er wederom een tv-uitzending zal zijn omtrent de uitslag, wel weer genoemd wordt als organisator.67 Dit ondersteunt het idee dat de rol van de NPS vooral in de uitzending van de aanstelling op televisie ligt en niet zozeer in de organisatie van de verkiezing zelf. Vlak voor de uitslag van de verkiezing noemt het Dagblad van het Noorden ook de NS als nieuw lid van de organisatie.68 Een andere verandering is dat de aanstelling niet langer voor vijf jaar zal zijn, maar slechts voor vier.69 Dit kan gezien worden als een reactie op het vroegtijdige aftreden van Komrij.

De opzet van de stemming was verder in grote lijnen hetzelfde als bij de eerdere verkiezing van Gerrit Komrij. Wederom kon het publiek stemmen in boekhandels en bibliotheken en via bonnen die in het NRC zaten.70 Op 6 december 2004 ging het plotseling mis in de tot dan toe vrij gemoedelijk verlopen verkiezingen. Door een technische fout waren de

65 Steinz, 23 januari 2004

66 Van Laarhoven, 13 november 2004

67 Van der Vliet, 6 december 2004

68 Van Ruiten, 22 januari 2005

69 Steinz, 23 januari 2004

(21)

20

gegevens van stemmers en de tussenstand voor iedereen zichtbaar. De Groningse dichter en leraar Nederlands Driek van Wissen bleek op dat moment de koploper te zijn.71 Zijn populariteit is waarschijnlijk verklaarbaar door de actieve campagne die hij voerde, waarbij hij zelfs pennen met een rijmpje erop uitdeelde.72 Uit de stemgegevens bleek tevens dat sommige dichters op zichzelf stemden, waaronder ook Van Wissen. Hij reageerde vrij laconiek op het uitlekken daarvan: ‘Vervelend dat dat openbaar werd, maar politici doen het ook. En alle rumoer levert mij ook reclame op.’73 Ook dichter Ilja Leonard Pfeijffer lag er niet wakker van dat iedereen kon zien dat hij zijn eigen naam ingevuld had op het stembiljet. Nuchter zei hij De Gelderlander ‘Ja, waarom niet? Als je graag Dichter des Vaderlands wil worden, is dat de consequentie’.74 Organisator van de interim-verkiezingen in 2004, Bart FM Droog, was minder mild gestemd over het uitlekken van de tussenstand. Hij beticht de organisatoren van de verkiezing ervan de uitslag van de eerste verkiezing, die gewonnen werd door Gerrit Komrij, gemanipuleerd te hebben. Net als bij de verkiezing die door Rottend Staal georganiseerd werd, is het ook nu zo dat een dichter die actief campagne voert aan kop gaat. Bij de eerste verkiezing waren de koplopers echter Gerrit Komrij en Rutger Kopland, die naar zeggen van Bart FM Droog ‘tijdens de verkiezing niets van zich lieten horen.’75 Droog gaat zelfs zo ver dat hij aangeeft zeker te weten dat het NRC dichters als Simon Vinkenoog en Ilja Leonard Pfeijffer niet zag zitten en bewust heeft laten verliezen.76

De onvrede over de organisatie van de DdV-verkiezing bereikte een hoogtepunt toen een vijftigtal poëten, letterkundigen en andere betrokkenen een open brief schreven aan de toenmalige minister-president Jan-Peter Balkenende en staatssecretaris van Cultuur Medy van der Laan. Deze brief is opgenomen in bijlage 1. In de brief worden vraagtekens gezet bij de gang van zaken omtrent de verkiezing. Zo betreurden de briefschrijvers het dat het exacte aantal uitgebrachte stemmen en de hoeveelheid stemmen per kandidaat niet vrijgegeven werden. Daarnaast vonden zij het onprofessioneel dat er geen verkiezingscommissie aangesteld was om toezicht te houden.77 De brief bevat een supplement, om de problemen die Bart FM Droog en zijn medestanders hadden nog verder toe te lichten. Dit supplement is te vinden in bijlage 2. Het supplement is geschreven door Bart FM Droog voor Meander Magazine. Meander-oprichter Rob de Vos ondertekende de open brief eveneens. In het supplement zette Droog

71 Van der Vliet, 6 december 2004

72 Rijghard, 7 december 2004 73 Ibidem 74 Walraven, 7 december 2004 75 Ibidem 76 Ibidem 77 Zie bijlage 1

(22)

21

uiteen waarop hij zijn beschuldigen baseerde. Droog gaf allereerst aan dat hij gepoogd heeft het aantal stemmers op te vragen bij Poetry International, in de persoon van Janita Monna. Zij zou slechts geantwoord hebben dat er 3500 stemmen uitgebracht werden in 2000. Droog besloot daarop zelf op zoek te gaan naar meer informatie, waarbij hij uitkwam op krantenberichten uit het eerste verkiezingsjaar, waarin Poetry International nog gesproken zou hebben over slechts 3000 stemmen.

Opeens een verschil van 500 - ik snapte er in eerste instantie niets van. Later begreep ik waarom: Poetry en NRC hadden er belang bij de RS-verkiezing te marginaliseren en Monna deed dat door 500 extra stemmen bij de verkiezing van 2000 op te tellen.78 Een terugblik in de krantenarchieven maakt echter duidelijk dat er in 2000 ook al onduidelijkheid bestond over het aantal stemmen. In een aantal krantenartikelen werd inderdaad gesproken over ‘drieduizend stemmers’79, maar het NRC sprak op 28 januari al over ‘meer dan drieduizend’80 en in de Leeuwarder Courant viel te lezen dat er 3300 stemmen uitgebracht werden81. Nog steeds niet de door Janita Monna genoemde 3500 stemmen dus, maar ook geen gedegen bewijsmateriaal om te verklaren dat Poetry International er zomaar 500 stemmen bij verzonnen heeft. Verder bespreekt het supplement van de brief nog uitgebreider hoe het kon gebeuren dat een dichter die geen campagne voerde won en niet iemand als Simon Vinkenoog of Ilja Leonard Pfeijffer. Tevens werd de controverse rondom Komrij’s aftreden verder uitgelicht: Droog is van mening dat Janita Monna in deze kwestie gelogen heeft, omdat zij iets anders verklaarde dan Komrij zelf. In het supplement is daarnaast een transcriptie te vinden van een gesprek dat Droog met Monna had. Toen hij haar vroeg of de uitslagen van de verkiezing in 2005 wel openbaar zouden worden, gaf zij aan dat dit mede zou liggen aan ‘de wijze waarop de verkiezingen verlopen.’ Droog maakte daaruit op dat tegenvallende resultaten voor de organisatie wellicht een reden zouden zijn om de uitslag te manipuleren.82 De brief eindigde met het verzoek om drie maatregelen: (1) instelling van een onafhankelijke toezichtscommissie, (2) openbaring van alle notulen en beleidsbeslissingen en (3) aanstelling van een Dichter des Vaderlands die op basis van de door hem/haar geleverde prestaties boven de partijen kan staan.83 Het Ministerie van OCW reageerde op de open brief, maar gaf de briefschrijvers geen gelijk. Het Ministerie heeft contact gehad met Poetry International en Poetry beloofde te zullen

78 Zie bijlage 2

79 Trouw, 27 januari 2000

80 Steinz, 28 januari 2000

81 Leeuwarder Courant, 27 januari 2000

82 Zie bijlage 2

(23)

22

pogen meer openheid te bieden.84 Opvallend genoeg repte medeorganisator NRC Handelsblad met geen woord over de aantijgingen richting Poetry International. Ze lieten de brief geruisloos voorbijgaan.

Naar aanleiding van het lek in de verkiezingssite – waar dus uit bleek dat Driek van Wissen tot dan toe de publieksfavoriet was – riep Joost Zwagerman in een opiniestuk in het NRC Handelsblad dichters op om de straat op te gaan en campagne te voeren. Zwagerman was van mening dat aanstelling van Driek van Wissen ‘het prille instituut van Dichter des Vaderlands per direct zal verkruimelen tot een hopeloos belegen en archaïsch hobbyisme.’85 Uiteindelijk besloot Zwagerman om zelf maar campagne te gaan voeren. Ondanks zijn eigen campagne-inspanningen pleitte de schrijver toch voor een verandering in het regelement. Hij was van mening dat de keuze voor de vertegenwoordiger van de vaderlandse poëzie bij een commissie van liefhebbers zou moeten liggen.86

Uiteindelijk kwam, de campagne-oproep van Joost Zwagerman ten spijt, Driek van Wissen als winnaar uit de bus.87 Het aantal stemmers was, wellicht door alle opschudding tijdens de verkiezingen, gestegen ten opzichte van de vorige verkiezingen naar ongeveer zevenduizend. De belofte aan meer openheid werd ingelost: de precieze uitslag werd in het NRC gepubliceerd. Van Wissen bleek met grote afstand gewonnen te hebben; maar liefst 1736 van de kiezers vulde zijn naam in, terwijl de nummer 2, interim-staatspoëet Simon Vinkenoog, slechts 435 stemmen binnen wist te halen. Op de derde plaats eindigde Ilja Leonard Pfeijffer, aan wie 377 kiezers de voorkeur gaven.88

§1.3.4 Vierde verkiezing

Waar het NRC in januari 2007 nog schreef dat er in 2009 weer een verkiezing zou zijn en dat ‘iedereen die het niet met de huidige keuze eens is, dan zijn stem kan doen gelden’89, bleek in juli 2008 dat de volgende verkiezing anders zou gaan verlopen.90 Poetry International zou stoppen met het direct verkiezen van dichters. Er werd een systeem geïntroduceerd waarbij een commissie een aantal genomineerden aandraagt, waarop vervolgens door heel Nederland gestemd kan worden. De toenmalige Dichter des Vaderlands Driek van Wissen was niet te

84 Het antwoord van het Ministerie is terug te vinden in bijlage 3

85 Zwagerman, 17 december 2004

86 De Boer, 22 januari 2005

87 Grutterink, 26 januari 2005

88 De Volkskrant, 28 januari 2005

89 Donker, 27 januari 2007

90 De oorspronkelijke bron van dit nieuws is niet meer te vinden, maar was vermoedelijk een artikel in de Volkskrant,

waarnaar onder andere op online cultuurplatorm Woest en Ledig naar verwezen wordt

(http://www.woestenledig.com/woestenledig/2008/07/verkiezing-dichter-des-vaderlands-op-de-schop.html). Verder wordt het onder andere herhaald in Dagblad de Limburger op 5 juli 2008.

(24)

23

spreken over de veranderende opzet van de verkiezing. Naar zijn mening zou een dergelijke constructie er alleen maar voor zorgen dat de titel in 2009 aan een ‘grachtengordeldichter’ toegekend zou gaan worden.91

Op 18 juli 2008 bracht het NRC meer duidelijkheid over hoe de vernieuwde procedure er precies uit zou gaan zien. Er werd aangekondigd dat een commissie onder leiding van ex-Kamervoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven een longlist zou gaan samenstellen, waaruit vervolgens een shortlist van tenminste drie dichters zou volgen. Het grote publiek kon kennis gaan maken met deze shortlist in een speciale televisie-uitzending. Hoe de uiteindelijke keuze gemaakt zou worden, was op dat moment nog niet bekend.92 De keuze voor een systeem waarbij de vrije keuze ingeperkt wordt ten opzichte van de eerdere verkiezingen, is opvallend te noemen in het licht van de geschetste democratiseringstendens in de kunsten. De aanpassing in het stemsysteem druist hier in zekere zin tegenin.

De longlist voor de verkiezing verscheen in oktober 2008. De commissie selecteerde daarvoor Ingmar Heytze, Ilja Leonard Pfeijffer, Tsead Bruinja, Erik Menkveld, Marjoleine de Vos, Hagar Peeters, Ruben van Gogh, Joke van Leeuwen, Ramsey Nasr en Maria van Daalen. Op dat moment werd tevens bekend gemaakt dat de shortlist uit vijf dichters zou gaan bestaan, waaruit het publiek hun favoriet mocht gaan kiezen.93 De shortlist bestond uiteindelijk uit Hagar Peeters, Joke van Leeuwen, Erik Menkveld, Tsead Bruinja of Ramsey Nasr.94 Op 28 januari 2009 werd in een televisie-uitzending bekendgemaakt dat Ramsey Nasr de winnaar van de vierde Dichter des Vaderlandsverkiezing was geworden. Er werd een recordaantal stemmen uitgebracht: maar liefst 19.600 mensen kozen uit de vijf genomineerden.95 Nasr wist daarvan ruim een derde binnen te slepen, nummer twee werd Tsead Bruinja met een ruime 4000 stemmen.96 Onduidelijk is waardoor deze toename van het aantal stemmen ingegeven werd. Er was veel debat in de media voorafgaand aan de verkiezing, maar men zou ook kunnen stellen dat de voorselectie – en de daaruit volgende verminderde keuzevrijheid – het makkelijker maakte voor kiezers om hun favoriet te kiezen.

§1.3.5 Vijfde verkiezing

In november 2012 werd bekendgemaakt dat de Dichter des Vaderlands voortaan niet langer verkozen zou worden, maar aangesteld. Hiermee wordt nog verder ingegaan tegen de

91 Van Ruiten, 5 juli 2008

92 NRC Handelsblad, 18 juli 2008

93 Kammer, 31 oktober 2008

94 Kort, 20 december 2008

95 Wendel, 28 januari 2009

(25)

24

democratiseringsontwikkeling in de kunsten. Het publiek verliest haar stemrecht en kan slechts nog toekijken. De volgende ambassadeur van de poëzie zou uitgekozen worden door een benoemingscommissie. Reden voor deze verandering was volgens de organisatie het gegeven dat veel dichters wel interesse hadden in de functie, maar geen behoefte aan het houden van een campagne.97 De commissie die de keuze maakte bestond uit Maria Barnas, Arie Boomsma, Arjen Fortuin, Piet Gerbrandy, Kristien Hemmerichts en Mei Li Vos. Zij werden in hun keuze geadviseerd door Ramsey Nasr. In het juryrapport werd hun keuze voor dichteres Anne Vegter als volgt gemotiveerd:

Vanwege haar open blik en indringende taal, omdat zij een brug kan slaan naar theater en beeldende kunst en omdat ze ook kinderen voor zich zal weten te winnen, is Anne Vegter de perfecte Dichter des Vaderlands. 98

De leden van de benoemingscommissie hebben zich, op Piet Gerbrandy na, eerdere jaren niet of nauwelijks in het debat rondom de aanstelling van de Dichter des Vaderlands gemengd. Gerbrandy mengde zich in de discussie naar aanleiding van een eerder genoemd conflict rondom Komrij’s gedicht ter ere van de geboorte van de eerste dochter van prinses Mabel.

De bekendmaking geschiedde bij de vijfde verkiezing voor het eerst – de interimverkiezing van Vinkenoog niet meegenomen – niet op de televisie.

§1.3.6 Zesde verkiezing

Ook in 2017 werd de Dichter des Vaderlands gekozen door een benoemingscommissie, zonder inmenging van het Nederlandse publiek. De commissie, bestaande uit Abdelkader Benali, Kees van Kooten, Janita Monna, Mirjam van Hengel, Jeroen van Kan en Arjen Fortuin, koost voor Ester Naomi Perquin.99 De samenstelling van de verkiezingsorganisatie wijzigde in dit jaar weer: ook Stichting Lezen en Het Letterenfonds werden nu genoemd als organisatoren.100 Naast deze verandering, trad er ook een verandering op in de ambtsduur. In plaats van de eerdere vijf of vier jaar, beslaat de functie nu nog slechts twee jaar.

97 Wendel, 15 november 2012

98 Gerbrandy, 2013

99 Dichter des Vaderlands, 2017

(26)

25

Hoofdstuk 2

Waar in hoofdstuk 1 aandacht besteed is aan een kwalitatieve analyse van de receptie van de verkiezing, wordt in dit hoofdstuk het krantencorpus kwantitatief benaderd. Dit is ter beantwoording van de tweede deelvraag, die voluit luidt: ‘Hoe ziet de receptie van het instituut Dichter des Vaderlands er uit?’. Het beantwoorden van deze deelvraag zorgt voor inzicht in de populariteit en bekendheid van de verkiezing. Tevens kan de kwantitatieve analyse gezien worden als een meetinstrument voor de betrokkenheid van het Nederlandse publiek bij de diverse verkiezingen.

§2.1 Verwachtingen

Er werden voorafgaand aan de kwantitatieve analyse enkele uitkomsten verwacht. Deze verwachtingen gaan zowel over de media waarin berichten verschenen, als over de hoeveelheid artikelen op bepaalde momenten. De verwachtingen luiden als volgt:

- Er zijn twee hoofdredenen die pieken in de aandacht veroorzaken: o Verkiezingsuitslag

De bekendmaking van wie de nieuwe Dichter des Vaderlands wordt, zorgt voor een piek in de aandacht, zowel in regionale als in landelijke media.

o ‘Schandalen’

Wanneer er onverwachte bijzonderheden optreden rondom de verkiezing, zoals het uitlekken van de stemgegevens in de derde verkiezing, zal er extra media-aandacht komen.

- De aandacht voor de Dichter des Vaderlandsaanstelling zal een piek bereiken rond de verkiezing van Ramsey Nasr, daarna zal de media-aandacht afnemen. De reden om dit te verwachten, is dat er bij de laatste twee verkiezingen geen keuze door het publiek meer mogelijk was, waardoor de betrokkenheid onder het publiek mogelijk is afgenomen. Tevens heeft de aanstelling zich na tien roerige jaren vermoedelijk meer gesetteld in het literaire veld en zal de discussie rondom diens bestaansrecht dus afnemen.

- In eerste instantie zal er aandacht voor de verkiezing zijn in een breed scala aan nieuwsbladen. Wanneer de verkiezing langer bestaat, zal deze spreiding afnemen en zal een kleiner aantal kranten schrijven over de aanstelling. Aanleiding om dit te veronderstellen is dat de aanstelling naarmate deze langer bestaat, ook een duidelijkere doelgroep krijgt.

(27)

26

- De verkiezing krijgt de meeste aandacht in NRC Handelsblad, omdat deze krant medeorganisator van de verkiezing is en er dus belang bij heeft als deze veel besproken wordt in de media.

- Als laatste wordt verwacht dat de aandacht voor de aanstelling in regionale kranten sterk afhankelijk is van wie de ‘hoofdrolspelers’ zijn in een bepaalde verkiezing en in hoeverre zij binding hebben met een bepaalde regio. Hieruit volgt de verwachting dat er bij regionale kranten meer verschil in aandacht zal zitten tussen de verkiezingen in vergelijking met de landelijke dagbladen.

§2.2 Materiaal en methode

In deze paragraaf wordt uitgelegd waaruit het gebruikte corpus bestaat en hoe dit corpus geanalyseerd is.

§2.2.1 Samenstelling corpus

Om het geanalyseerde krantenberichtencorpus samen te stellen, is gebruik gemaakt van LexisNexis. De artikelen zijn op 16 april 2018 verzameld met gebruik van de zoekterm ‘Dichter des Vaderlands’ en als tijdsperiode 1 januari 2000 t/m 1 juli 2017. In totaal leverde deze zoekopdracht 993 hits op. Het bleek echter dat sommige artikelen door LexisNexis dubbel weergegeven werden of dat de gevonden artikelen niet geopend konden worden. Om de kwaliteit van het corpus te verhogen, is het corpus ontdubbeld en zijn artikelen die niet weergegeven konden worden of volgens LexisNexis uit 0 woorden bestonden verwijderd. Er is tevens voor gekozen om de artikelen van het ANP (Algemeen Nederlands Persbureau) niet mee te nemen in de analyse. Reden hiervoor is het feit dat deze artikelen dienen als bron voor andere journalistieke media, maar niet door het ANP zelf publiekelijk gepubliceerd worden. Daarmee neemt ANP een unieke positie in binnen de journalistieke infrastructuur, die de onderzoeksresultaten zou kunnen vertekenen. Van de overgebleven artikelen zijn titel, medium, aantal woorden en verschijningsdatum overgenomen uit de zoekresultaten van LexisNexis. Uiteindelijk bleef er een corpus van 733 artikelen over.

§2.2.2 Codering corpus

Handmatig is aan het corpus door één codeur per artikel toegevoegd over welke verkiezing het krantenbericht gaat. Hierbij is in eerste instantie gekeken naar titel en verschijningsdatum. Wanneer daaruit niet afgeleid kon worden over welke verkiezing het artikel ging, is het betreffende bericht grondig gelezen en daarna gecodeerd. Voor de codering is gebruik gemaakt

(28)

27

van nummers 1 t/m 6 voor de corresponderende verkiezingen en artikelen over de bij de betreffende verkiezing verkozen dichters. Een artikel over controverse rondom een gedicht van Ramsey Nasr kreeg bijvoorbeeld het cijfer 4, net als een bericht over zijn aftreden. Wanneer er in een artikel niet specifiek ingegaan werd op een bepaalde verkiezing, maar meer een algemene beschouwing op het instituut plaatsvond of slechts sprake was van een vernoeming, is er een 0 toegekend. Bij krantenberichten die meerdere verkiezingen bespraken is er eveneens een 0 toegekend. Een voorbeeld uit deze categorie zijn artikelen die Dichter des Vaderlands noemen als de volwassen versie van de Jonge Dichter des Vaderlands.

§2.2.3 Media

Het corpus bestaat uit artikelen die afkomstig zijn uit 56 verschillende nieuwsbladen. De meeste hiervan zijn dagbladen, maar er bevinden zich ook enkele weekbladen tussen de media in het corpus. Wanneer men kijkt naar de verschillende media in het corpus, is het belangrijk om mee te nemen dat een aantal kranten tussen 1999 en 2017 opgegaan zijn als edities in overkoepelende formats als De Stentor en AD. Er is voor gekozen om verschillende versies van kranten (dus bijvoorbeeld Amersfoortse Courant en AD Amersfoortse Courant) samen te voegen en als één medium te tellen. Verschillende edities van één overkoepelend format zijn wel los geteld. Na toepassing van deze telwijze, bleven er nog 50 verschillende media over in het corpus. 13 hiervan zijn landelijke uitgaven, de overige 37 kranten verschijnen regionaal. Een overzicht van het aantal geanalyseerde artikelen per medium is te vinden in bijlage 3.

Een kanttekening die gemaakt moet worden voorafgaand aan de resultaten van de analyse, is dat de resultaten mogelijk ook onderhevig zijn aan andere ontwikkelingen binnen het krantenlandschap. Niet alleen op het gebied van de eerder genoemde fusies en samensmeltingen, maar ook inhoudelijk gezien. Zo laat onderzoek van Susanne Janssen zien dat er tussen 1965 en 1990 meer aandacht voor kunst kwam in dagbladen en ook meer pagina’s geschreven werden over literatuur.101 Het onderzoek van Janssen kreeg echter geen vervolg, waardoor geen uitspraken gedaan kunnen worden over de ontwikkeling van de aandacht voor literatuur in kranten ten tijde van de Dichter des Vaderlands verkiezingen (vanaf 2000).

(29)

28

§2.3 Analyse

Hierna volgt de analyse van de verzamelde gegevens. Er is zowel gekeken naar het corpus als geheel, als naar de verschillende deelcorpora die ontstaan zijn door de codering.102

§2.3.1 Algemeen

Zoals bij de methodensectie vermeld is, bestaat het corpus uit 733 artikelen. De gemiddelde lengte van al deze artikelen is 359 woorden, met een standaardafwijking van 280 woorden. De standaardafwijking is aan de hoge kant, wat aangeeft dat er veel verschil is in lengte tussen de diverse artikelen. Dit verschil in lengte is makkelijk te verklaren: in het corpus zitten zowel korte aankondigingsberichten, als uitgebreide diepte-interviews. Het kortste artikel bestaat uit 30 woorden, het langste stuk stond op 29-06-2013 in Vrij Nederland en telt maar liefst 3917 woorden. De lengte van de artikelen gedurende de looptijd van de verkiezingen is gevisualiseerd in Figuur 1. Tevens laat dit figuur globaal de spreiding van de verschenen artikelen ten opzichte van de tijd zien.

102 Ondanks dat er kwantitatieve data gebruikt wordt, is er voor gekozen om deze niet statistisch te toetsen. Reden hiervoor is

dat de data niet normaal verdeeld is, waardoor diverse statistische benaderingen uitgesloten worden. Om bijvoorbeeld gebruik te kunnen maken van een t-toets, hadden ofwel de uitbijters uit de data gehaald moeten worden, of had er een transformatie van de data plaats moeten vinden. Beide waren in dit geval niet wenselijk voor de uitkomsten van het onderzoek. Aangezien het gaat om signalering van trends, is de data ook te interpreteren zonder de statistische toetsing.

(30)

29

Figuur 1

Uit de visualisatie wordt duidelijk dat de uitschieters in lengte vooral geplaatst werden in de twee weken rondom de verschillende verkiezingsuitslagen. Dit blijkt ook uit een peiling van de vijftien langste artikelen: maar liefst negen van deze artikelen zijn geschreven in de week voor of na de bekendmaking van een nieuwe Dichter des Vaderlands.

In totaal werden 177 artikelen geplaatst in landelijke media, de overige 556 artikelen zijn afkomstig uit regionale bladen. Tabel 2 laat het gemiddelde aantal artikelen per medium zien, uitgesplitst in landelijke en regionale bladen. Hieruit blijkt geen significant verschil in aantal artikelen per medium tussen de regionale en landelijke bladen. Opvallend is wel het verschil in standaarddeviatie: deze is kleiner bij de regionale media (12,58), dan bij de landelijke media (15,28).

Type medium Absoluut aantal artikelen

Aantal media Gemiddelde per medium

SD

Landelijk 177 13 13,62 15,28

Regionaal 556 37 15,02 12,58

Tabel 2

In Tabel 3 wordt een overzicht gegeven van het aantal artikelen dat per verkiezing verscheen. Dit maakt duidelijk dat de meeste artikelen over de derde (Driek van Wissen) en vierde

0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 Lenggte in a an ta l w o o rd en Tijd

(31)

30

verkiezing (Ramsey Nasr) gingen. De minste artikelen verschenen omtrent de aanstellingen van Simon Vinkenoog en Ester Naomi Perquin. Dit is mogelijk te verklaren doordat Simon Vinkenoog een interim-positie had; hij werd nooit erkend als Dichter des Vaderlands door de organisatie en vervulde zijn functie slechts een klein jaar. De weinige berichtgeving omtrent de laatste verkiezing geeft een enigszins vertekend beeld. De ambtsperiode van Ester Naomi Perquin was namelijk nog niet afgelopen op het moment dat het corpus samengesteld werd. Perquin was op 01-07-2017 (de grens van het corpus) pas een halfjaar aan de slag als Dichter des Vaderlands.103

Verkiezing Aantal artikelen

0 51 1 89 2 24 3 209 4 222 5 120 6 18 Totaal 733 Tabel 3 §2.3.2 Eerste verkiezing

In totaal werden er 89 artikelen gecodeerd met het cijfer ‘1’. Deze artikelen gingen dus over de eerste verkiezing of ambtstermijn van Gerrit Komrij. De gemiddelde lengte van de artikelen over de eerste verkiezing was 316 woorden: korter dus dan de totale gemiddelde lengte. De artikelen verschenen in 30 verschillende media, oftewel in 60% van de bladen die in het corpus voorkomen. 26 hiervan zijn regionale bladen, de andere 4 verschijnen landelijk.

In Figuur 2 is te zien op welke momenten de artikelen verschenen. Het eerste artikel over de verkiezing verscheen op 26 januari 1999 en het laatste artikel op 16 juli 2012. In de grafiek zijn op drie momenten pieken in het aantal artikelen te zien, namelijk in januari 2000 en 2004 en in juli 2012. Deze pieken zijn als volgt te verklaren:

- Januari 2000

In januari 2000 werd onthuld dat Gerrit Komrij de eerste verkiezing voor een Dichter des Vaderlands gewonnen had en daarmee de eerste persoon zou zijn om deze functie te bekleden.

- Februari 2004

103 Er is voor gekozen om Perquin toch mee te nemen in de analyse, omdat de verwachting was dat het grootste piekmoment

in aandacht direct na de bekendmaking van een nieuwe Dichter des Vaderlands zou liggen. Aangezien dit moment bij Ester Naomi Perquin natuurlijk ook al plaatsgevonden heeft, leek het toch relevant om de gegevens over haar ambtsperiode tot 1 juli 2017 mee te nemen.

(32)

31

De aanstelling van Komrij zou in eerste instantie voor vijf jaar zijn. Komrij besloot echter om één jaar eerder, op Gedichtendag 2004, de handdoek in de ring te gooien en te stoppen met zijn Dichter des Vaderlandsschap. In de hierop volgende dagen verschenen naast artikelen die voornamelijk bedoeld waren als pure berichtgeving, ook diverse artikelen die vraagtekens stelden bij het verdere verloop van zaken. Waar Poetry International in eerste instantie namelijk nog aangaf dat Komrij zijn taken zou blijven vervullen, schetste de dichter zelf een heel ander beeld.

- Juli 2012

De laatste piek in de berichtgeving rondom de eerste verkiezing en eerste ambtsbekleder Gerrit Komrij valt te verklaren door diens overlijden. Uit de analyse van de berichten blijkt dat in berichtgeving omtrent de dood van Komrij zijn voormalige functie als Dichter des Vaderlands vaak benoemd werd.

Figuur 2

§2.3.3 Tweede verkiezing

In totaal werden er 24 artikelen gecodeerd met het cijfer ‘2’. Deze artikelen gingen dus over de tweede verkiezing of de ambtstermijn van Simon Vinkenoog. Zoals eerder verklaard, zijn dit in vergelijking met de andere verkiezingen veel minder artikelen. Dit komt waarschijnlijk door de korte termijn dat Vinkenoog zijn functie vervulde en de onofficiële aard van de verkiezing. De gemiddelde lengte van de artikelen over de tweede verkiezing was 365 woorden. Dit is iets langer dan de totale gemiddelde lengte van 359 woorden. De artikelen verschenen in 17 verschillende media, oftewel in 34% van de bladen die in het corpus voorkomen. 14 daarvan zijn regionale bladen (37,8% van alle regionale bladen in het corpus), de overige 3 zijn landelijke uitgaven (23,1% van de landelijke bladen in het corpus).

0 2 4 6 8 10 12 Aan ta l a rtik ele n Tijd

(33)

32

In Figuur 3 is de spreiding van de verschenen artikelen te zien. Opvallend genoeg verschenen alle artikelen in een zeer kort tijdsbestek: allemaal in februari 2004. In deze maand werd dan ook duidelijk dat Bart FM Droog een schaduwverkiezing zou organiseren en dat Vinkenoog in de running was voor de titel en deze uiteindelijk zou winnen. Waar bij Komrij te zien was dat bij zijn overleden zijn functie als Dichter des Vaderlands meermaals aangehaald werd, bleek dit bij Vinkenoog niet het geval te zijn. Een mogelijke verklaring hiervoor is wederom de korte duur van zijn ambtstermijn en de onofficiële aard hiervan.

Figuur 3

§2.3.4 Derde verkiezing

In totaal vielen er 209 artikelen in categorie ‘3’. Deze artikelen bespraken ofwel de derde verkiezing, ofwel de derde Dichter des Vaderlands Driek van Wissen. In vergelijking met de vorige twee verkiezingen, was er veel meer media-aandacht. De gemiddelde lengte van de artikelen over de verkiezing van Van Wissen is 351 woorden en daarmee dus iets korter dan gemiddeld. De artikelen verschenen in 37 verschillende kranten, dat wil zeggen in 74% van de media die in het corpus voorkomen. 29 daarvan zijn regionale bladen (78,4% van alle regionale bladen in het corpus), de overige 8 landelijk (61,5% van de landelijke bladen in het corpus).

In Figuur 4 is te zien wanneer deze artikelen verschenen. Opvallend genoeg verscheen er begin 2004, een jaar voor de verkiezingen, al een tweetal artikelen. In deze artikelen kondigt de organisatie de derde verkiezing alvast aan. In de grafiek zijn diverse piekmomenten te zien. Deze piekmomenten liggen in december 2004, januari 2005, november 2005, augustus 2006 en mei 2010. De verschillende piekmomenten hebben de volgende oorzaken:

0 1 2 3 4 5 6 7 8 Aan ta l a rtik ele n Tijd

(34)

33 - December 2004

In december 2004 berichtten diverse kranten dat Van Wissen geïnteresseerd was in de functie van Dichter des Vaderlands.

- Januari 2005

In deze maand vond de verkiezing plaats en werd bekend gemaakt dat Driek van Wissen tot 2009 de taak van Dichter des Vaderlands op zich zou nemen. Tevens verschenen er in januari enkele artikelen die verslag deden van de invulling die de kersverse Dichter des Vaderlands aan gedichtendag gaf.

- November 2005

De reden voor het opvallend grote aantal artikelen in november 2005 is dat Van Wissen toen aankondigde dat hij in samenwerking met Jean Pierre Rawie een ‘Rijmkroniek des Vaderlands’ zou gaan schrijven.

- Augustus 2006

In augustus 2006 kwam Van Wissen meermaals in het nieuws, omdat de dichter een conflict had met de directeur van het Groninger Museum. De dichter bepleitte namelijk op nationale tv dat het Groninger Museum de lelijkste plaats van Nederland is.

- Mei 2010

Zoals eveneens het geval was bij het overlijden van Gerrit Komrij, werd bij het overlijden van Van Wissen in necrologieën vaak zijn aanstelling als Dichter des Vaderlands genoemd.

Figuur 4

Er valt tevens een kleine opleving in het aantal artikelen te zien in januari 2009. In deze periode ontstond er wat commotie rondom de dichter, omdat hij door Ilja Leonard Pfeijffer in NRC

0 5 10 15 20 25 30 23-1-2004 23-1-2005 23-1-2006 23-1-2007 23-1-2008 23-1-2009 23-1-2010 Aan ta l a rtik ele n Tijd

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om van de oprechtheid van Graaf Jan (zoo hij dan nu, daar de Keizer hem erkende, met recht ook bij ons heeten moet) te oordeelen, mogen wij zijn gedrag tegen Renesse, (17 Oct.

zich voorgesteld had, dat de gelden daar van trager inkwamen, dat de onkosten op de invordering geweldig toenamen, dit alles (gevolgen der schaarschheid van 't numerair dat in

Doch welhaast ontstond er een nieuwe oorlog met Frankrijk, 't geen den Keizer immer nijdig was, en nu meer dan ooit, daar Hendrik de II sedert dat hij in Spanje voor zijn vader

Een enkele stad moge dit doen; maar een gantsch land waar de nieuwe regeering uit velerlei personen bestaat, die alle bijzondere inzichten en belangen hebben, waardoor 't geen

Zij werd gehouden op de Cederen zaal van het Hof, door onzen Graaf Willem II gebouwd, en die met de behaalde zegeteekenen tegen Spanje (waar van nu nog weinige miskleurde en

Men kwam dus tot een nieuw verdrag met Frankrijk over de opvolging, waar in men den Keizer ook trok, doch die Milanen nog wilde boven 't geen men hem toelei; en het kwam nu tot

Thands gaan wij over tot een tijdperk, dat als het blinkendste geroemd wordt, dat onze Staat ooit gehad heeft, maar zeer te onrechte als een aanbeveling voor de

rustverstoorend, en het werk van het langste gepeupel, het welk in onrust, verwarring, roof en plundering leeft, en niet weet, wat voor - wat tegen den Stadhouder is, - maar het