• No results found

Over zichtbare loyaliteit en onzichtbare obstructie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Over zichtbare loyaliteit en onzichtbare obstructie"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boeken

Over zichtbare loyaliteit en onzichtbare

obstructie

*

We kennen sinds jaar en dag allemaal de volgende

situatie: er is een

pro-bleem, daarvoor wc" Jt beleid geformuleerd, en enige jaren later is dat probleem er nog steeds en is dat beleid er ook nog steeds. De conclusie is dan: het beleid is

ineffec-tief. Redenen voor een

dergelijke ineffectiviteit zijn er natuurlijk legio. Om

er enkele te noemen: het

probleem is té weerbars

-tig, het beleid had té veel een compromiskarakter, zodat het beleidsvoertuig met ovale wielen moest rijden, er zijn nieuwe niet-voorziene ontwikkelingen.

Er is nog een belangrijke reden te noemen: gebrek aan overtuigingskracht bij de centrale uitvoerders

van het beleid. Die laatste

reden wordt maar in be-perkte mate systematisch onderzocht. Toch weet eenieder dat de mate waarin je achter een be-paalde handelwijze staat je inzet bepaalt en dat die inzet zeker van invloed is op het uiteindelijk succes.

Over het gebrek aan inzet bij politieke bewind-voerders is soms nog wel geschreven, van eenzelfde gebrek bij ambtelijke be-windvoerders ontbreekt

elk spoor. Dat ligt

waar-schijnlijk aan de reeds lang hooggehouden fictie in bestuurlijk Nederland dat ambtenaren loyale en neutrale uitvoerders zijn: Keurige Karel Kreuk-me-niets, die doen wat be-dacht is in het politieke circuit boven hen, of, daar-van afgeleid, door de ambtelijke leiding.

Officieel is dit inder-daad het geval, maar toch is de werkel ijkheid ge-schakeerder. Dat blijkt uit een in 1987 gepubliceerd proefschrift waarin lang en conscientieus wordt

stilgestaan bij het reac

-tiepatroon van een ambte-lijke dienst op beleids-verandering die van

bovenaf wordt geïnitieerd.

Het proefschrift 'Voor de verandering', is

geschre-ven door M.C.H.

Wage-mans en heeft als subtitel: 'een op ervaringen geba-seerde studie naar de

spanning tussen de theorie

en de praktijk van het

be-sturen'.

Het proefschrift beschrijft relatief gedetailleerd de reactie van de landbouw-voorlichtingsdienst op een van bovenaf opgelegde

strategie. Wagemans

beschrijft hoe die strategie tezelfdertijd werd aan-vaard en werd geob-strueerd. Aanvaard, om-dat de voorlichters wisten dat de ambtelijke top

graag zag dat ze de nieu

-we lijn snel zouden i

nvoe-ren. Dus maakten ze braaf nieuwe werkplannen, lieten zich naar cursussen sturen en rapporteerden keurig over de

implemen-tatie. Dat kostte tijd, maar

die tijd was goed besteed, immers: de top was tevre-den. In de tijd voor het feitelijke werk bleven ze rustig in hun oude pa-tronen in de hoop en ver-wachting dat de window dressing voorde nieuwe lijn voldoende zou zijn om

de loyaliteit aan te geven.

Toppen hebben meestal de tijd niet om in de haar-vaten van de organisatie te duiken en ook hier was die window dressing

voldoen-de.

In de grotere organisa-ties onderscheidt Wage-mans als het om uitvoering van nieuwe beleidslijnen gaat een duidelijk breukvlak. Dat ligt op het hiërarchisch niveau binnen de organisatie waarop een functionaris ten op-zichte van het naast- ho-gere niveau een opstelling kiest conform de formele

besluitvorming, maar zich ten opzichte van de lagere niveaus juist opstelt vol-gens de daar geldende

praktijk van alledag. De

implementatie van nieuwe beleidsinzichten blijft op dat breukvlak steken.

Een wijziging van be-leid, die ingrijpend van aard is, heeft alleen een echte kans van slagen als de gehele uitvoerings-organisatie in de veran-deringsstrategie wordt betrokken. Voor de benut-ting van het veranderings-vermogen van een organi-satie zijn onderkenning en erkenning van de proble-matiek waarvoor beleids-(wijziging) nodig is een

eerste voorwaarde. Wordt

het probleem niet ervaren of onderkend dan hoeft er ook niets veranderd te

worden.

Het wordt echt moeilijk als een bij de top gevoeld probleem in de basis van een organisatie niet leeft. Implementatie vindt hiërarchisch plaats, maar de gebruikelijke spelre-gels in de ambtenarij schieten hier tekort. Hetis extra moeilijk om beleid-wijziging in een gehele organisatiE.' gerealiseerd te krijgen bij de specifieke op beleidsontwikkeling

gerichte onderdelen. De

top heeft daar niet of nau-welijks een opleidings- of deskundigheidsoverwicht.

Wagemans adviseert dan ook de ambtelijke dienst een overgang van een bureaucratische naar een 'managerial cultuur' te laten maken. Kenmerken voor zo'n managerial cultuur acht hij een lage organisatiegraad, in plaats van gedetailleerde

vaststelling van bevoegd

-heden veel delegatie, met waardering voor risico-zoekend gedrag, gericht-heid op prestaties, en tot slot een nadruk binnen het beleid op doen, in plaats van op de voorbereiding van dikke rapporten.

Het proefschrift van Wagemans is boeiende

lectuur. Zijn visie sluit aan

bij mijn ervaring dat het zeer afhankelijk is van het acceptatieproces in diver-se hiërarchische niveaus van een beleidsapparaat of een nieuwe door de ambtelijke of politieke top gegenereerde strategie

feitelijkzijn uitwerking krijgt.

Een dergelijk acceptatie-proces- dat bijvoorbeeld beïnvloed wordt door de populariteit van de be-windsman, door de werkinstelling van de ambtenaren, door hun carrièreperspectief- is niet direct stuwbaar, maar is wel kenbaar.

Het aantal politici en topambtenaren dat zich echt i nteresseert voor de implementatie van door hen geformuleerd nieuwe beleid lijkt op de vingers van één hand te tellen. Men acht zichzelf- hetzij met het staatsrecht in de hand, hetzij vanuit de eigen carrière - zo ge-wichtig dat het bezien of de nieuwe visie doortikt maar liever wordt

verge-ten. Wel wordt soms het

probleem erkend, getuige een uitspraak van Pronk in het nog steeds lezens-waardige WBS-boek 'De Kleine Stappen van het

kabinet- Den Uyl:

ge-sprekken met PvdA-bewindslieden': 'Loyaliteit ja, maar doordat er zoveel conservatieven rondlopen, al zijn ze nog zo loyaal, is er inertie, traagheid, angst, geen scheppende kracht om met voorstellen, suggesties en ideeën te

komen. Men zal ons niet

boycotten, maar echt bij-dragen tot

beleidsver-nieuwing, nee'.

Door het bij deze erken-ning te laten zorgen zowel politici als topambtenaren ervoor dat veel met verve aangekondigd beleid voornamelijk mooie dode letters blijft.

Aangehaalde werken: 1. M.C.H. Wagemans:

Voor de verandering, 1987.

Te bestellen bij de auteur:

Belenbroeklaan 22,

6093 BT Heythuisen.

2. De kleine stappen van het kabinet- Den Uyl: gesprekken met PvdA bewindslieden: publicatie van de Wiardi Beckman Stichting, Kluwer, Deven-ter, 1978.

Hans Jeekei

*

Een korte beschouwing

over M.C.H. Wage-mans, Voor de verande-ri ng, een proefschverande-rift over ambtelijke reactie

op beleidswijziging.

35

(5 m m <>-

,<>-z

;u

....

-0 00 00

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Actuele ontwik- kelingen vergroten het risico dat mensen met eenzaamheid te maken krijgen: dubbele vergrij- zing (steeds meer ouderen die gemiddeld steeds ouder worden), afbouw van

In haar artikel geeft Franssens een kijkje in de keuken van het Nederlandse Rode Kruis en schetst hierbij een gedetailleerd beeld van hoe vrijwilligers deel uit kunnen maken van

Op dit moment is er een sterk gecentraliseerd systeem van overleg. Bepalend is het centraal georganiseerd overleg. Centraal daarin staat de positie van de werkgever, de Minister

&#34;Ik ken de omstandigheden&#34;bij Aldi in Best met preCies~'&#34; maar heb tach de indruk dat er iets 1005 is als een werknemer alleen onherken- baar voor de tv&#34;caniera zijn

Een belangrijke implicatie van het model is dat gegeven het gedrag van werknemers, het niet zo kan zijn dat alle bedrijven hetzelfde loon aanbie- den want in dat geval kan een

evenmin doen wij dat, wanneer wij eene spiraalveer uitgerekt houden, of een zuiger in een met gas gevulden cilinder, nadat wij hem een eind naar binnen hebben gedreven, tegen

Er wordt gekozen voor een operatie als er sprake is van een zeer pijnlijke slijtage, en als de pijn niet voldoende afneemt na de niet-operatieve behandeling.. Als de pijn

Ze gaan daar heel vrijblijvend in mee, misschien nog wel meer dan volwassenen.’ 118 Het dilemma van geen onderscheid willen maken, maar het besef dat het soms wel moet, dat