• No results found

Kijk op de dijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kijk op de dijk"

Copied!
108
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Kijk op de dijk

(2)

2

Colofon project

Bouwsteen voor Verkenning Ruimtelijke kwaliteit Rijntakken

Datum

juli 2017

Contactpersonen

Marianne Firet, provincie Gelderland

Auteurs

Jan de Haan (tot 1-11-2016) en Marianne Firet, provincie Gelderland Joost Lankester, RVO

(3)

3

Kijk op de dijk

Een ruimtelijke kwaliteitsblik op de dijken langs de Waal en de Merwede

(4)

4

Inhoud

1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Doel 5 1.3 Leeswijzer 5 2 Aanpak 6 2.1 Proces 6 2.2 Kenmerken en criteria 7 2.3 Handelingsperspectief/’wat te doen’ 8

3 Algemeen beeld van de dijken 9

4 Waal en Merwedes 10

4.1 Algemene rivierkenmerken 10

4.2 Algemene dijkenkenmerken 11

4.3 Dijken per traject 18

Bovenrijn en Waalbochten 18 Middenwaal 19 Benedenwaal 19 Merwede 20 5 Factsheets dijktrajecten 22 Bovenrijn en Waalbochten 23 Middenwaal 31 BenedenWaal 43 Merwede 58 6 Bronnen 71 bijlage

I F. van Hemmen en Veenenbosenbosch landschaparchitecten, 2013, Dijktypologie

(5)

5

1

Inleiding

1.1 Aanleiding

Het Deltaprogramma Rivieren (DP) heeft tot doel de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening op de lange termijn (2100) veilig te stellen. In 2015 is door provincies, waterschappen en gemeenten en het Rijk een Voorkeursstrategie Rivieren voor waterveiligheid vastgesteld (Deltaprogramma Rivieren, 2015). Deze strategie gaat uit van een krachtig samenspel tussen dijkversterking en rivierverruiming. De Voorkeursstrategie (VKS) omvat een pakket concrete maatregelen op lokale schaal die in samenhang met andere functies uitgewerkt moeten worden. Sinds het vaststellen van de Voorkeursstrategie Rivieren zijn er nieuwe inzichten en ontwikkelingen die vragen om een actualisatie van de strategie. De actualisatie van de Voorkeursstrategie vindt plaats voor de riviertakken IJssel, Waal-Merwedes en het gebied van de Splitsingspunten.

Eén van de producten waaraan riviertakoverstijgend wordt gewerkt is de Verkenning Ruimtelijke Kwaliteit Rijntakken (VRKR). Deze verkenning heeft als doel informatie en inspiratie aan te dragen voor het meewegen van “ruimtelijke kwaliteit” bij het actualiseren van de Voorkeursstrategie Rijntakken. Meer specifiek gaat het daarbij om de vraag óf en hoe maatregelen kunnen bijdragen aan het behouden, versterken of vernieuwen van de ruimtelijke kwaliteit van dijken en uiterwaarden. Ter ondersteuning van het keuze- en afwegingsproces voor actualisatie van de voorkeursstrategieën beschrijft deze Verkenning voor de locaties waar (rivierverruimende) maatregelen geopperd zijn suggesties voor het uitwerken van het voorgestelde handelingsperspectief (‘ordeningsprincipes’). Het gaat daarbij om concrete op die situaties toegesneden voorstellen voor de wijze waarop bij ingrepen voor dijkversterking en of rivierverruiming kernkwaliteiten zijn te behouden, versterken dan wel vernieuwen. Deze Verkenning Ruimtelijke Kwaliteit Rijntakken is tot stand gekomen door het inventariseren en actualiseren van voornamelijk bestaande informatie. Opvallend in die documenten is de – relatief – geringe aandacht voor de ruimtelijke kenmerken en karakteristieken van de dijken. Een eenduidig beeld daarvan voor het gehele gebied van het Deltaprogramma Rijn ontbrak. Daarom is een aanvullend (veld)onderzoek uitgevoerd voor de dijken van de Rijntakken waar de actualisatie zich op richt: de Waal, de IJssel en het Pannerdensch kanaal.

1.2 Doel

Het doel is een analyse van de ruimtelijke kwaliteit van de dijken op het schaalniveau van de riviertak, zodat de ruimtelijke kwaliteit een rol kan spelen bij het actualiseren van de Voorkeursstrategie. Wat is het totaalbeeld van de identiteit van de dijken op regionaal niveau?

Status

De analyse is een bouwsteen voor de Verkenning ruimtelijke kwaliteit Rijntakken. De studie heeft geen beleidsmatige status. Het is wenselijk voor de continuïteit in afwegingen rondom de riviertakken deze

analyse als basis te gebruiken voor bijvoorbeeld het opstellen van afwegingskaders voor de dijkversterking (ruimtelijk kwaliteitskaders voor uitvoeringsprojecten) of voor andere doeleinden.

1.3 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat in op de gevolgde werkwijze. Hoofdstuk 3 geeft algemene bevindingen. Vervolgens beschrijven de hoofdstukken 4, 5 en 6 de dijken van de de Waal. Het gaat hierbij om algemene rivierkenmerken, algemene dijkenkenmerken en dijkenkenmerken per deeltraject. In de factsheets zijn per dijktraject de resultaten van de inventarisatie opgenomen.

(6)

6

2

Aanpak

2.1 Proces

De dijken zijn in het veld bekeken aan de hand van een aantal criteria (zie paragraaf 2.2). De analyse is vooral gebaseerd op een visuele waarneming van de huidige situatie. Er is geen uitputtend onderzoek gedaan naar cultuurhistorische aspecten, ruimtelijke ontwikkelingen en dergelijke. In korte tijd is getracht op basis van de onderscheiden criteria een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de ruimtelijke kwaliteit van de dijken zoals deze er nu uitzien. Naast het veldwerk is gebruik gemaakt van bestaande documenten. Belangrijke documenten waren de regiovisie IJssel, de gebiedsgerichte beschrijving van de visie Waalweelde en de ruimtelijke kwaliteitskaders die zijn opgesteld voor de verschillende HWBP-projecten.

De dijken zijn op basis van de criteria in trajecten ingedeeld. De criteria zijn per dijktraject beschreven en met foto’s is het kenmerkende beeld geïllustreerd. In enkele woorden is elk traject getypeerd. Op basis van de beschrijvingen is per dijktraject vervolgens een handelingsperspectief afgeleid en zijn suggesties gedaan voor de wijze waarop bij eventuele dijkversterkingswerkzaamheden dat

handelingsperspectief uitgewerkt zou kunnen worden (zie par. 2.3). Ten tijde van de inventarisatie was niet bekend welke dijkopgave er op de verschillende trajecten ligt. Daarom zijn de suggesties benoemd vanuit de huidige ruimtelijke kwaliteit en niet vanuit een toekomstige dijkopgave. Per traject is dit alles vastgelegd in een serie factsheets. Na de veldwaarnemingen bleek dat ‘door de oogharen kijkend’ er een aantal typen was te onderscheiden. De informatie van de afzonderlijke dijktrajecten is ‘opgeschaald’ naar een typologie van de dijken. Dit ook vanwege de verschillende schaalniveaus die in de Verkenning Ruimtelijke kwaliteit worden gebruikt en de behoefte bij provincies en waterschappen om op regionale schaal iets te kunnen zeggen over de ruimtelijke kwaliteit van de dijken. De hoofdlijnen van dit dijkonderzoek zijn verwerkt in de Verkenning ruimtelijke kwaliteit Rijntakken.

(7)

7

2.2 Kenmerken en criteria

De ruimtelijke kwaliteit van de dijken is bekeken op basis van 5 kenmerken: beloop, dwarsprofiel, aankleding dijk, relatie met omliggend landschap en de herkenbaarheid als waterstaatkundig element. De analyse gaat uit van de huidige situatie, zoals de dijk en de omgeving er nu uitzien. Er is niet gekeken naar hoe de dijk er vóór de laatste dijkversterking uit zag. Ook is niet

onderzocht welke kwaliteiten er met de laatste ronde dijkversterking verdwenen zijn.

Beloop

Voor het criterium ‘beloop’ is gekeken of de dijk in het betreffende traject op zijn oorspronkelijke tracé ligt. De historische context is hierbij het uitgangspunt. Een oorspronkelijke loop is een loop die er vóór 1900 al was. Voor dit criterium is dankbaar gebruik gemaakt van de analyse van Ferdinand van Hemmen en Veenenbosenbosch landschapsarchitecten uit 2013.

Een traject heeft een hogere kwaliteit als het op het tracé van vóór 1900 ligt. Dijkomleggingen bij wielen, na doorbraken, zijn niet negatief gewaardeerd, want deze horen immers bij de ontstaansgeschiedenis van het huidige tracé. Een lagere kwaliteit volgt als de dijk, bij eerdere dijkversterkingen minder bochtig is gemaakt maar wel grotendeels het oorspronkelijk beloop volgt. De minste kwaliteit op dit criterium hebben trajecten die volledig recht zijn getrokken omdat is afgeweken van een eeuwenlang gegroeid tracé.

Dwarsprofiel

Het dwarsprofiel wordt bepaald door kruinbreedte, taludhelling en taludvorm. Bij de taludhelling zijn taluds flauwer dan 1:3 als flauw en steiler dan 1:3 als steil beoordeeld. Bij de taludvorm gaat het om de vorm van het talud, zit er een knik in of is er een steunberm.

Hoe meer de dijk lijkt op het ‘oorspronkelijke’ dijkprofiel hoe hoger de score. Vaak geldt hoe steiler het talud en hoe smaller de kruin, hoe oorspronkelijker het dwarsprofiel. De beoordeling is niet zwart-wit. De verhouding hoogte, breedte en taludhelling is ook van belang. Daarnaast kunnen ook de soberheid en continuïteit van een profiel waarde hebben. Het standaardtalud van dijken nu is 1:3. Er valt over te discussiëren of 1:3 dan niet als ‘goed’ gescoord zou moeten worden. Wij hebben ervoor gekozen dat wel te doen.

Aankleding

De aankleding van de dijk bestaat uit elementen die op of tegen de dijk staan of liggen, zoals: • bebouwing,

• wielen/kolken, strangen,

• bomen of heggen op of direct langs de dijk,

• weg/fietspad op de dijk,

• aansluitingen van uitritten, zijwegen. Als de dijk en deze elementen een eenheid vormen, is er sprake van ensemblewaarde. Daarnaast is aangegeven of er verbondenheid is met de historie van de dijk en deze elementen (historische waarde).

Relatie met omliggend landschap

Het gaat bij dit criterium om de relatie van de dijk met de omgeving. Er is bepaald of de dijk als een zelfstandig element in het landschap ligt of dat hij geïntegreerd is en in beeld, functie en/of in gebruik een eenheid vormt met het omringende landschap. De dijk kan bijvoorbeeld een eenheid met het omringende landschap vormen als kavelgrenzen doorlopen van binnendijks naar buitendijks of als het grondgebruik van het aangrenzende gebied doorloopt tot op de dijk. Van integratie met het omringende landschap is ook vaak sprake als er aan weerszijden van de dijk lintbebouwing is.

(8)

8

2.3 Handelingsperspectief/’wat te doen’

Op basis van een analyse van de huidige situatie wordt aan de hand van de vijf criteria een advies gegeven ‘wat te doen’. Er wordt aangegeven of de ruimtelijke kwaliteit behouden, versterkt of vernieuwd zou moeten worden.

Dit sluit aan bij het zogenaamde “handelingsperspectief” in de Verkenning ruimtelijke kwaliteit Rijntakken. Het gaat om een

interpretatie van bestaande kwaliteiten. Tevens worden tips gegeven hoe het behouden, versterken dan wel vernieuwen ingevuld zou kunnen worden.

Kwaliteit behouden: de bestaande ruimtelijke kwaliteit is leidend,

vanuit kwaliteit hoeft er niets

Kwaliteit versterken: de bestaande kwaliteiten versterken, met

behoud van de kwaliteiten die er zijn

Kwaliteit vernieuwen: nieuwe kwaliteiten toevoegen of een geheel

nieuwe kwaliteit laten ontstaan.

Herkenbaarheid als waterstaatkundig element

De dijk is aangelegd om het binnendijkse land tegen hoog water te beschermen. Deze functie moet zichtbaar zijn, dus de dijk moet als dijk herkenbaar zijn voor een leesbaar landschap. Soms is er sprake van een specifieke gebiedsgeschiedenis. Bij dit criterium is dat element ook betrokken. Als de gebiedsgeschiedenis zichtbaar is, is dat hoger gewaardeerd. Denk bijvoorbeeld aan dijktrajecten die recht zijn omdat deze door een oude

overstromingsvlakte gaan, of een dijk die deel uitmaakt van een vestingwal.

(9)

9

3

Algemeen beeld van de dijken

Dit hoofdstuk beschrijft het algemeen beeld van de dijken langs de Waal en de IJssel. De ruimtelijke kwaliteit van de dijken bij de IJssel en de Waal is over het algemeen goed. Hier en daar ligt er een opgave om de ruimtelijke kwaliteit te versterken of te vernieuwen, maar bij de meeste trajecten aan de IJssel en de Waal moet de ruimtelijke kwaliteit behouden blijven. De dijken langs beide rivieren hebben elk hun eigen karakter. De aard en de schaal van het landschap zijn bepalend voor het verschillende karakter van de Waal- en IJsseldijken. De dijken langs het Pannerdensch kanaal hebben meer de uitstraling van de IJsseldijken, maar zijn duidelijker hoger.

De schaal van de rivier heeft een grote invloed op het karakter van de dijken en de ligging van de rivier in het landschap. De schaal van de Waal is groter dan die van de IJssel. De kleine kwaliteiten lijken door het grootschalige Waallandschap weg te vallen. Deze kwaliteiten zijn niet beeldbepalend, maar wel belangrijk voor de variatie van het landschap. Kleinschalige maatregelen aan de dijken hebben hier dan ook minder impact. De dijktrajecten zijn hier relatief lang ten opzichte van de dijken in het kleinschaliger IJssellandschap. Aan de IJssel is er dan ook meer variatie in de dijken dan aan de Waal.

De Waal vormt een op zichzelf staand landschap. Soms vormen de dijken evenwijdig aan de Waal de grens naar het omliggende landschap, vaker is de Waal zelf het landschap. De dijken zijn een continue lijn langs de Waal. Bijzondere dijktrajecten zijn bij de Waal omgedijkt, er is een nieuwe dijk aan de rivierzijde omheen gelegd. De

oude dijktracés zijn daarmee bijzondere landschappelijke ensembles geworden.

De IJssel vormt een onderdeel van het totale IJssellandschap. Bij de IJssel ‘kleuren’ de dijken mee met het aangrenzende landschap en de wijze waarop de IJssel in dat landschap ligt. De specifiek eigenschappen van de IJsseldijken hangen samen met de bedijkingsgeschiedenis. Het heeft de voorkeur deze samenhang met het landschap en de geschiedenis in de toekomst te behouden. Langs de IJssel is de toegankelijkheid van de dijken wisselend. Regelmatig ligt er op de dijk een provinciale weg, maar net zo vaak is er alleen een fietspad. Soms ligt er geen pad op de dijk. De dijken langs de Waal daarentegen zijn vrijwel allemaal toegankelijk. Vaak voor auto’s en fietsers, soms alleen voor fietsers. Vrijwel nergens ligt er een provinciale weg op de dijk. Het soort weg bepaalt sterk de beleving van een dijk. Als een weg breed is, is dat vaak te breed ten opzichte van de hoogte van de dijk en de schaal van de omgeving. Liever een smalle kruin en brede dijk dan een brede kruin. Er blijkt dus een sterke relatie tussen het mobiliteitsprogramma, duurzaam veilig en de ruimtelijke kwaliteit van de dijk.

De opgave Vernieuwing van ruimtelijke kwaliteit heeft bij de IJssel vaak te maken met een brede weg die op of tegen de dijk ligt. Bij de Waal is het eerder een aantal dorpsfronten met dijk die om kwaliteitsvernieuwing vragen.

(10)

10

4

Waal en Merwedes

4.1 Algemene rivierkenmerken

De Gelderse Poort is het gebied waar de Boven-Rijn Nederland binnenkomt. De “poort” verwijst er naar dat hier, tijdens de laatste ijstijd, de rivier door de stuwallen heen is gebroken. Vanaf dat moment heeft de hoofdstroom van de (oer)Rijn zich in westelijke richting verlegd. De rivier is vrij afstromend en heeft een grote dynamiek. Dit uit zich op Bovenrijn en Waal in sterke meandering, zandplaten, oeverwallen en rivierduinvorming, maar ook in kronkelige dijken. Gradiënten van droog naar nat, hoog en laag, bepalen de ontwikkeling van het rivierenlandschap van uiterwaarden, dijken, oeverwallen en kommen. Bijzonder is het contrast tussen de hoge stuwwallen (bij Elten, Nijmegen, Arnhem) en het rivierenlandschap. Ook een contrast tussen de grote schaal van de stuwwallen, de kommen en de rivier zelf, en de kleine schaal van de uiterwaarden

en enkele binnendijkse landschappen. De Bovenrijn heeft een breed stroombed (uiterwaarden en rivier),

De Waal is de grootste en breedste rivier van Nederland. Hij wordt gevoed door de Rijn, welke bij het Pannerdensch Kanaal vertakt in de Neder-Rijn en de Waal. Ter hoogte van Gorinchem gaat de Waal over in de Merwede. De Waal is een echte ‘werkrivier’ met veel scheepvaart, watergebonden bedrijvigheid, steenfabrieken, scheepswerven etc. Op een aantal plaatsen reiken de steden tot aan het water met kenmerkende rivierfronten (bv. Zaltbommel en Haaften).

De Waal is een landschap op zichzelf. In het dwarsprofiel kent het overal dezelfde, herkenbare opbouw: de rivier, de uiterwaarden (het winterbed), de dijk, het bebouwde oeverwallenlandschap met kleinschalig grondgebruik en de open komgronden daarachter. Dijkverbeteringsmaatregelen moeten aansluiten bij deze maat en schaal van het landschap.

(11)

11 In lengterichting kent de Waal een grote variatie aan landschappen.

Het landschap verkleurt van oost naar west. Het meest oostelijk deel tot aan Nijmegen kent brede meanders, met uitgestrekte uiterwaarden (ca. 2-3 km breed) en brede oeverwallen. Daarna volgt een slechts licht slingerend stuk. Hier zijn de uiterwaarden smaller, maar de oeverwallen nog steeds breed. Verder naar het westen, voorbij Tiel, wordt de rivier weer bochtiger. De uiterwaarden en de oeverwallen worden smaller, het landschap opener. Vanaf Zaltbommel komt de Waal onder invloed te staan van getij. Nog verder naar het westen verandert het landschap van oeverwallen/stroomruggen en komgronden naar veenontginningen. Gorinchem vormt hierin min of meer het omslagpunt.

4.2 Algemene dijkenkenmerken

De dijken van de Waal hebben een grote continuïteit. Het zijn lange lijnen glooiend door het landschap, oeverwalvolgend. De dijken reageren beperkt op de lokale omgeving. Deze continuïteit is een

kwaliteit van regionale schaal. Doorbreking van deze continue lijn gebeurt vooral bij een aantal dorpen en steden. Bij uitzondering is het een brede weg op de dijk die het patroon doorbreekt.

De landschapsdijk langs de Waal is robuuster dan de landschapsdijk langs de IJssel. Dit past bij het grootschalige karakter van de Waal. Van oost naar west neemt de bebouwing langs en op de dijk toe totdat bij Hardinxveld en Sliedrecht de bebouwing aan weerszijden op de dijk ligt en de Merwede vaak niet zichtbaar is. Regelmatig ligt de dijk dicht aan het water (schaardijk) met fraaie uitzichten over de rivier en naar de overkant. Op een aantal plekken aan de noordzijde zijn zogenaamde ‘balkons: de dijk steekt hier als een kaap het water in hetgeen een mooi belevingspunt biedt.

Opvallend is het verschil tussen dijktracés die in de loop der eeuwen historisch gegroeid zijn op de oeverwal (kronkelend) en latere rechte afsnijdingen zonder de ondergrond te volgen. De nieuwe dijk is aan de rivierzijde gelegd en de oude dijk ligt er als een fraai landschaps-

(12)

12 en cultuurhistorisch element binnendijks van. Ruimtelijk gezien is

daardoor niet helder wat nu de (functionele) dijk is. Dit komt onder andere voor bij Gameren, Eldik en Afferden.

Ten oosten van Tiel-Zaltbommel is de dijk aan de noordzijde evenals het omliggend landschap grootschaliger en kaler dan aan de zuidzijde van de Waal. Er is relatief weinig bebouwing. Bebouwing ligt vaak verspreid aan de voet van de dijk en dorpen liggen vaak met de achterkant naar de dijk toe. Aan de zuidzijde daarentegen liggen dorpen als een kralensnoer tegen de dijk aan met bedrijvigheid aan of soms op de dijk. Het landschap is kleinschalig. Langs de Ooijpolder volgt de landschapsdijk kronkelend het kleinschalige karakter van de oeverwal. Ten westen van grofweg Tiel-Zaltbommel is aan de noordzijde de kruin van de dijk smaller, het talud steiler en kronkelt de dijk sterker dan stroomopwaarts van Tiel-Zaltbommel.

Specifieke kenmerken van de Waaldijken zijn: • Continuïteit in beloop;

• Landschapsvolgend patroon en ligging op de oeverwallen (Merwede geen oeverwallen);

• Hoge dijken;

• Aanwezigheid van uitzichtspunten (balkons);

• Van oost naar west kruipt de bebouwing de dijk op en wordt bebouwing van verspreid aanwezig een aaneengesloten lint;

• Dijkomleggingen met de oude dijk als landschappelijke parel en ruimtelijke verwarring door dubbele dijk over wat

nu de functionele dijk is;

• Grotendeels toegankelijk voor auto’s, soms alleen voor fietsers Het handelingsperspectief voor de dijken langs de Waal is voor ongeveer de helft van de trajecten gericht op het behouden van de ruimtelijke kwaliteit. Het gaat om dijktrajecten die een eenheid vormen met het omringende landschap. Soms kan deze integratie nog verbeterd worden door de verbinding van het binnendijkse gebied met het buitendijkse gebied te versterken of door iets aan de profilering te doen.

De ruimtelijke kwaliteit versterken is van toepassing op ongeveer een derde van de trajecten. Meestal gaat het er om de dijk meer op te laten gaan in het omringende landschap, soms heeft het met de profilering (hoogte-breedte verhouding) te maken. Hiermee kan de ingezette integratie bij de laatste dijkversterkingsronde worden afgemaakt.

De ruimtelijke kwaliteit vernieuwen komt bij eenzesde van de trajecten voor, waarbij een kwaliteitsslag gewenst is dijk, weg en bebouwde omgeving.

Grofweg zijn de volgende dijktypen te onderscheiden: de

landschapsdijk, dorpsdijk, stadsfront, vestingdijk, lintdorpsdijk en verkeersdijk. Verder zijn er dijktypen met specifieke kenmerken, de specials: de stadsdijk bij Nijmegen-Lent, de afsluitdijk bij

Heerewaarden en de Wakkere dijk bij Munnikenland. Op de volgende pagina’s worden de verschillende dijktypen toegelicht.

(13)

13

Dorpsdijk

• Aan de rand van dorp, vaak een groene lijn langs een gesloten woonkern aan binnendijkse zijde. Bij uitzondering tweezijdige bebouwing.

• Normaal talud 1:3, kruinbreedte wisselend smal of breed, soms op oorspronkelijke tracé, soms op nieuw tracé.

• Dijk vormt onderdeel van de dorpen, soms als duidelijke grens van bebouwing, soms onzichtbaar en niet als dijk beleefbaar.

Landschapsdijk

• Ligt in een landelijke setting,

• Vormt grotendeels een eenheid (geïntegreerd) met de aangrenzende kleinschalige oeverwallen en de afwisselende uiterwaarden,

• Is kronkelend of flauw slingerend, volgt oorspronkelijke tracé, met stukken schaardijk en ‘balkons‘.

• Is een kenmerkende rivierdijk, steil talud 1:3/1-2, smalle tot matig brede kruin, hoge dijk (gemiddeld 6

m. hoog). Delen met rechter verloop, normaal tot flauw talud 1:3/1:4, middenbreed, regelmatig binnendijks steunberm. • Weinig bebouwing op de dijk ten oosten van Tiel/Zaltbommel

Naar westen toe neemt lintbebouwing toe.

• Binnendijks gelegen oude dijken als landschappelijke en cultuurhistorisch ensemble die aan de rivierzijde omgedijkt zijn.

(14)

14

Stadsfront

• De dijk vormt de grens met compacte stedelijke bebouwing, soms in de vorm van een kade. Vaak ligt er een weg op of langs.

• De dijk is niet altijd zichtbaar, maar de kade is als waterkering beleefbaar.

• Specifieke relatie tussen bebouwing, kade en het water. Vaak hoge cultuurhistorische waarde en ensemblewaarde.

Vestingsdijk

• De dijk maakt onderdeel uit van de vestingwerken en is daardoor niet als waterkering beleefbaar.

• Smalle kruin, steil talud

• De dijk heeft een uitgesproken geometrische vorm.

• Sterk geïntegreerd met de stedelijke omgeving, hoge historische waarde en ensemblewaarde.

(15)

15

Verkeersdijk

• De ligging van de verkeersdijk is onafhankelijk van het type landschap.

• Vrij recht verloop met brede kruin en niet als dijk herkenbaar. • De dijk met de weg is een zelfstandig element in het

landschap.

• Dit type komt amper voor bij de Waal.

Lintdorpsdijk

• Sterk geïntegreerd met de omgeving.

• Binnen- en buitendijks veel bebouwing, bij kernen vrijwel aaneengesloten.

• Vaak steil talud, bij kernen alleen aan binnenzijde en aan buitenzijde geen talud maar bedrijfsgebouwen op dijkhoogte. • Er ligt altijd een tweebaans weg op i.t.t. Waal oostelijker. • Dijk vaak niet beleefbaar als dijk.

Specials, deze dijken bezitten specifieke kenmerken zodat zij afzonderlijk benoemd worden

(16)

16

Stadsdijk bij Nijmegen-Lent

• Dijk grenzend aan stedelijk gebied bestaat uit woonbebouwing.

• Smalle kruin, flauw talud, flauw slingerend verloop. • De dijk is beleefbaar als waterkering.

• Een groene dijk met weg of fietspad, recreatief belangijk.

Afsluitdijk bij Heerewaarden

• Keert zowel de Maas als de Waal (enige dijk die dit doet) • Historisch aspect van afsluiting van Maas van de Waal en

daardoor historisch waterstaatkundige waarde

• Smalle kruin, talud flauw 1:4/1:5 en breed, recht beloop. • Dijk vormt zelfstandig element in het landschap

Wakkere Dijk bij Munnikenland.

• Speciale vorm van een landschapsdijk. Deze is bewust aangelegd als een multifunctionele dijk en als een zelfstandig element in het landschap.

• Zeer breed met flauwe taluds en brede bermen aan beide zijden.

(17)
(18)

18

4.3 Dijken per traject

Bovenrijn en Waalbochten

Millingen/Doornenburg - Nijmegen

Aanwezig is de kronkelende dijk met vele panorama’s. De dijken op

de noord- en zuidoever van de Waal vormen een mooie verbinding tussen het natuurlandschap (buitendijks) en het cultuurlandschap (binnendijks). Vooral als gevolg van de ligging van de dijk in de schaduw van de stuwwal zijn er tal van overblijfselen van dijkdoorbraken (wielen, dijkkronkels, kwelkommen, relicten van verdronken dorpen, zoals Doornik en Oosterhout, en overslaggrond aan de noordoever).

Aan de kant van de Ooijpolder is het landschap zeer samenhangend. De dijk is hier onderdeel van het landschap of zou hier onderdeel van moeten zijn. De dijk hier heeft een hoge kwaliteit. Het grondgebruik van het talud en de mate van mobiliteit op de dijk blijken hier bepalend voor de mate van integratie met de omgeving.

De grote mate van integratie vraagt grote zorgvuldigheid bij dijkversterkingsmaatregelen. In het dwarsprofiel is dit te bereiken door het beheer/gebruik van het dijktalud aan te sluiten op het omliggende landschap. Op welke manier hangt af van de kwaliteiten van de directe omgeving. In het lengteprofiel is de integratie te versterken door de kruin smaller te maken of smaller te laten ogen. Van belang is dat de hoofdvorm van de dijk eenvoudig blijft.

De huidige bandijken (winterdijken) liggen grotendeels op oude tracés, herkenbaar aan de vele binnen- en buiten gedijkte wielen, die veelal van hoge ouderdom zijn. Daar waar aan de rivierzijde nieuwe dijken zijn gebouwd, zijn de oude dijken als relict blijven liggen, bijvoorbeeld de Kerkdijk zuidoost van Ooij en de Kapitteldijk bij Leuth. Verspreid door het gebied komen tal van oude dijken en kaden voor die veelal niet meer functioneel zijn, maar die spreken van de strijd tegen het rivierwater.

Nijmegen heeft een fraai historisch stadsfront op de zuidoever van de Waal, zijnde het enige contactpunt van de stuwwal aan de rivier. In de Lentse Waard ligt een nieuw gegraven hoogwatergeul met nieuwe dijken in de dijkteruglegging Lent.

Hoofdkenmerken dijken Bovenrijn en Waalbochten:

Ondergrond: brede zandige oeverwallen met dorpen, aangrenzend lagere kleiachtige kommen en aantakking van oude Rijntak.

Dijkkenmerk: 4-6 m hoog, kronkelend, soms schaardijk Bijzonderheden: oorspronkelijke stroombed van de Rijn lag tot 1706 een paar kilometer oostwaarts toen het Pannerdensch kanaal werd voltooid om watertoevoer naar de Nederrijn, IJssel en Lek veilig te stellen. Het water werd ook gebruikt voor de Hollandse Waterlinie, dit had dus een strategisch doel.

(19)

19

tot aan de rivier. Aan de noordoever vormt de dijk een eenheid met het omringende landschap. Behoud deze dijk tussen Lent en de Centrale Dodewaard als een as van landgoederen (Huize Loenen, Huize Oosterhout ) en herenboerderijen. Aan de zuidoever is de dijk een zelfstandig landschappelijk element. Ontwikkel de zuidelijke dijk tussen Nijmegen en A50 als een groene as met strangen, wielen, kwelkommen en het landgoed Doddendaal (kleinschalig binnendijks en grootschalig buitendijks).

Tussen Dodewaard en Tiel/Leeuwen betreft het brede uitgestrekte uiterwaarden. Opvallend is dat de dijk door zijn kronkelende patroon met regelmaat dicht bij de rivier komt bij de dorpen Deest, Druten, Beneden-Leeuwen en Ochten met mooie zichtlijnen vanaf de

schaardijk. Alleen Dodewaard ligt ver van de rivier af. Het noordelijk dijktracé is in tegenstelling tot het zuidelijk tracé gelegen in een grootschalig gebied: een continue dijk met panorama’s over de rivier en over de oeverwallen tot in de kommen. Een extra beleving in dit deelgebied zijn de fraaie uitzichtpunten op de raakpunten van de dijk met de rivier (De Snor, Ochten, Deest en Beneden-Leeuwen).

Benedenwaal

Tiel – Gorinchem

Aan de noordkant ligt één duidelijke smalle zandigere oeverwal met dorpen op de dijk, en open kleiachtige kommen er achter met hier en daar wat eendenkooien. Aan de zuidkant wisselen oeverwallen op oude stroombedden en kommen daartussen elkaar meer af. Langs de Beneden Waal is er in het algemeen (heel) veel bebouwing binnen

Middenwaal

Nijmegen - Tiel/Leeuwen

In dit deel is de Waal zwak meanderend met een hoge rivierdynamiek met zandplaten, oeverwallen, rivierduinen en kronkelige dijken. Gevarieerde en kleinschalige zandige oeverwallen met brede kleiachtige kommen aan weerszijden van de rivier. De kommen bestaan vooral uit weidegebieden met hier en daar een bosaanplant. Het landschap van de noordoever is grootschaliger dan dat

van de zuidoever. Aan de noordzijde komen binnendijks weinig natuurgebieden voor. De dijk ligt daardoor op de grens van natuur buitendijks en landbouw binnendijks. De kernen hebben geen front, liggen niet op de dijk, maar dicht tegen de dijk aan. De dijk en zijn directe omgeving is aan de zuidzijde heel anders dan aan de noordzijde. Aan de zuidzijde vormt de dijk meer een geheel met het omringende landschap en is er meer bedrijvigheid langs de dijk. De fronten van de kernen waarin de dijk geïntegreerd is, kunnen wel een kwaliteitsslag gebruiken. Rondom Tiel kronkelen de dijken zwak. Tiel ligt direct aan de rivier en heeft een Waalhaven en stadsfront.

Hoofdkenmerken dijken Middenwaal:

Ondergrond: gevarieerde en kleinschalige zandige oeverwallen met brede kleiachtige kommen aan weerszijden van de rivier.

Dijkkenmerk: 6 m hoog

Bijzonderheden: uitzichtpunten (balkons) van de dijk over de rivier

Deeltrajecten

Tussen noordoever Nijmegen –Dodewaard/A50 is een vrij recht riviertraject met opvallend smalle uiterwaarden en hierbinnen vrij veel strangen. De dijk is zwak kronkelend en komt vrijwel nergens

(20)

20 de 100 m zone van de primaire kering. Op diverse plekken gaat het

daarbij om monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en andere elementen met belangrijke cultuurhistorische waarden zoals de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Vaak is er open water aan of nabij de dijk aanwezig. Deze elementen, patronen en structuren zullen bij het uitvoeren van (dijkversterkings)maatregelen om aandacht vragen. Tussen Tiel en Waardenburg volgen de dijken het grillige patroon van oude meanders wat door dijkverleggingen in de 16e en 17e eeuw nog vergroot is. Westelijker is de landschappelijke overgang van het smaller worden van de oeverwallen en het groter worden van de komgronden goed afleesbaar. De positie van de dijk verandert, want deze komt naar het westen toe dicht op de rivier te liggen met vergezichten over het water. Tussen Waardenburg en Gorinchem is er daardoor een rijke landschapsbeleving. Tevens verandert de bebouwing hier van dorpen met voor- en achterstraten naar dijkdorpen. Met de opeenvolgende dijkverbeteringen is de dijk breder en autonomer geworden en is het grondgebruik verder van de dijk af komen te liggen. Nieuwe dijkverbeteringen geeft kansen het gebruik weer dichter naar de dijk te brengen.

Hoofdkenmerken dijken Benedenwaal:

Ondergrond: oeverwallen

Dijkkenmerk: 6-7m hoog, sterk kronkelend, smalle kruin, steil

Bijzonderheden: aan de noordzijde steekt de dijk op een aantal plekken als een ‘balkon’ de rivier in wat fraaie vergezichten oplevert.

Deeltrajecten

Tussen Tiel/Leeuwen en Hellouw kenmerkt de Waal zich door enige meandering, lagere rivierdynamiek met getijde invloed, zandplaten, oeverwallen en rivierduinen, met rechte dijken op de zuidoever en kronkelige op de noordoever. Het betreft vrij smalle, langgerekte uiterwaarden. De slingerende landschapsdijk raakt op een aantal plaatsen de rivier wat fraaie panoramapunten oplevert bij onder meer de dorpen Heesselt, Opijnen, Haaften, Nieuwaal, en Hurwenen, Ophemert en Varik. Vermeldenswaard zijn de tegen de dijk en deels dijkoverschrijdende landgoederen van Waardenburg en Neerijnen. Een kernkwaliteit is het stedelijk front van Zaltbommel.

Tussen Hellouw en de monding van de afgedamde Maas versmallen de uiterwaarden zich. Vanaf “balkons” zijn fraaie vergezichten op en over de rivier. De dijk heeft een slingerend beloop en oeverwallen

ontbreken vrijwel, zodat de open kom steeds dichtbij ligt. Er is veel bebouwing op de dijk. De dijk wordt ervaren als een snoer waarvan de kralen de bebouwing voorstellen. Dit is het enige deelgebied langs de Waal waarin de lintvorm zich zowel aan de binnendijkse als aan de buitendijkse kant van de dijk heeft ontwikkeld. De lintvorm versterkt het beeld van de smalle oeverwallen. Behoud het bestaande ritme langs het noordelijk dijktracé door weidse blikken te onderbreken met bebouwing van de kernen (Herwijnen, Vuren). Kies dus bewust voor gladde dijken en open oeverwallen. Accentueer de lintvorm door bijvoorbeeld woonboten geschakeld en in een rij bij de kernen toe te staan.

Merwede

Gorinchem/Munnikenland-Hardinxveld/Werkendam

Gorinchem is net als Woudrichem aan de zuidelijke oever een

vestingstad met een historisch front waarbij de vestingdijk tevens de primaire kering vormt.

Aan de noordzijde constrasteert de Waal sterk met het omringende veenweidelandschap. Het veenweidegebied met de slagenverkaveling is open. Aan de zuidzijde is het landschap een rivierenlandschap met open kommen en smalle oeverwallen. Door Werkendam loopt de grens tussen het rivierenlandschap aan de oostzijde en het

zoetwatergetijdenlandschap aan de westzijde. Het binnendijkse gebied is open.

Aan de noordzijde is de dijk is een hoog lint dat uitsteekt boven de omringende veengebieden, buitendijks ligt hoger dan binnendijks. De

(21)

21 dijk vormt een scherpe grens tussen beide en krijgt steeds meer het

karakter van een woon- en werkstraat. Westelijker is het buitendijkse gebied smal tot afwezig. De splitsing van de Nieuwe Merwede wordt gedomineerd door de maritieme industrie: scheepsbouwterreinen, havens en kranen fungeren als landmarks. Aan de zuidzijde volgt de dijk kronkelend grotendeels zijn historische tracé op de oeverwal in een landelijke setting. Tussen de dorpen staat aan de voet van de dijk veel lintbebouwing. Bij Werkendam overheerst bebouwing en maritieme industrie.

Hoofdkenmerken dijken Merwede:

Ondergrond: De dijk en de omringende grond is aan de noordzijde gaandeweg volgebouwd, daarvoor is zand, bagger en slib gebruikt om de grond op te hogen. Aan de zuidzijde

ligt de dijk op de oeverwal en is ook flink bebouwd met daartussen landelijke delen. Dijkkenmerk: 5-6m. hoog,

Bijzonderheden: Tussen Gorinchem en Hardinxveld is regelmatig buitendijks het dijktalud niet zichtbaar door de bedrijventerreinen die er liggen.

Deeltrajecten

Gorinchem-Hardinxveld

Net buiten Gorinchem keert de dijk zowel de Merwede als het water van het Kanaal van Steenenhoek. De Merwede is niet zichtbaar vanwege de bedrijfsterreinen die buitendijks liggen. Ter hoogte van Avelingen volgt de huidige dijk ongeveer het oorspronkelijke tracé, maar heeft bij dijkversterkingsprojecten een breed, getrapt profiel gekregen, waarbij de kruin rivierwaarts lijkt te zijn verschoven. De dijk is daarmee meer een zelfstandig landschapselement geworden. Opvallend is de parallelle ontsluitingsweg aan de binnenzijde voor de ontsluiting van de woningen onderaan de dijkvoet. De weg op de dijk dient het doorgaande (snel)verkeer. Achter de lintbebouwing bevindt zich het typische veenweide slagenlandschap, dat vanaf de kruin goed zichtbaar is. Waar de bedrijventerreinen afwezig zijn, is er vanaf de dijk (vaak een schaardijk, direct grenzend aan de rivier) een prachtig uitzicht over de rivier, maar ook op de overzijde van de rivier.

Bij Hardinxveld vormt de dijk een eenheid met de lintbebouwing binnendijks. Opvallend is dat in de dorpskern van Hardinxveld het grootste deel van de woningen – net als veel van de industrie – op de (verbrede) dijk staat. De woningen –voornamelijk aan de binnenzijde- zijn wat betreft bouwmassa en hoogte veel kleiner dan de bedrijven

aan de buitenzijde. Aan de randen van het dorp en het lint buiten het dorp staat het merendeel van de bebouwing in de dijkvoet of op kleine afstand daarvan. Op die plekken is soms een glimp op te vangen van het polderlandschap. Op verschillende plekken is de dijk verlegd, waardoor deze de oorspronkelijke loop niet meer volgt. Bij tweezijdige bebouwing is de dijk als afzonderlijk element lastig herkenbaar. Daarbuiten vormen de taluds – vooral aan de binnenzijde vrij steil – groene linten.

Munnikenland-Werkendam

Van de N322 tot Rijswijk is de Maasdijk geen primaire kering meer, want deze is verlegd naar de rand van het zomerbed van de rivier. Een voormalige uiterwaard is daarmee binnengedijkt. De oude Maasdijk slingert als een zeer smal bebouwingslint met veel historische bebouwing richting de N322. De huidige primaire kering is een groen dijklichaam met een fietspad die net voor het sluiscomplex ook op de N322 aantakt. Vanaf Rijswijk tot de vestingwerken van Woudrichem vormt de (“Hoge”) Maasdijk een multifunctionele schaardijk, direct langs de afgedamde Maas.

Ten westen van Woudrichem strekt de dijk zich opmerkelijk rechtlijnig vanaf de vestingwerken uit. Naar Sleeuwijk toe, vanaf het oude bebouwingslint van Oudendijk, heeft deze landschapsdijk een kronkelend verloop. De dijk is vrij smal, soms steil.

Werkendam Biesbosch- en Beatrixhaven

Een brede dijk, de oude bandijk, begrenst de uiterwaard (met bedrijventerrein en haven) met een ruim, getrapt profiel: aan de binnenzijde met daarop een ontsluitingsweg; aan de buitenzijde een groene berm en dito tuimelkade. Ten westen van Werkendam loopt de dijk rond: een groen kaal lint langs de Noordwaard om Fort Steurgat heen eindigend als een betonnen muurtje langs de straat die ook Steurgat heet.

(22)

22

(23)

23 Z-1 Millingen Z-2 Millingen - Nijmegen Z-3 Nijmegen stadsfront N-1 Doornenburg N-2 Doornenburg - Gendt N-3 Bemmel N-4 Lent

BOVENRIJN EN WAALBOCHTEN

(24)

24

beloop De dijk ligt flauw kronkelend op het oorspronkelijke tracé. profiel 1:3, brede kruin (5m). De dijk is niet hoog vanwege de hoog

liggende omgeving. Laatste dijkversterking 1981-1985. aankleding Bebouwing aan de voet van de dijk, weg, lantaarnpalen. Het

oostelijk deel is kaal groen lint

landschap De dijk vormt een eenheid met het omringende landschap (geïntegreerd). Binnendijks: woningen, nieuwbouwwijkje, bedrijven. Buitendijks: Scheepswerf en natuur. Samenhang ontbreekt, er is niets wat op ensemble lijkt.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Dorpsdijk, dijk en omgeving met weinig identiteit. Het oostelijk deel is landschapsdijk.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit vernieuwen van de dijk en omgeving door meer samenhang te creëren. Ruimtelijke kwaliteit behouden van het oostelijk deel.

(25)

25

Z-2 MILLINGEN - NIJMEGEN

beloop De dijk ligt kronkelend op het oorspronkelijke tracé, sterk kornkelend tussen Nijmegen en de Groenlanden. Vaak met een verbrede voet. Schaardijk bij Erlecom: vrij uitzicht op en over de rivier.

profiel 1:3-1:4. Nauwelijks steunberm, wel vaak een verbrede voet. Bij Ooijse dijk en Tiengeboden tuimelkade. De kruin is matig breed (de weg is 4-5 m, soms 6 m). De Duffeltdijk tussen Erlecom en Kekerdom is te breed t.o.v. de hoogte van de dijk en de schaal van het landschap.

Laatste dijkversterkingen 1991-1995 en 1996-2000. aankleding Weg erop, ten oosten van Kekerdom alleen een fietspad.

Verspreide bebouwing, wielen, bosschages, uitritten/ zijwegen. Hoge historische waarde en ensemblewaarde rondom de Groenlanden: relicten van de IJssellinie en een steenfabriek met bijbehorende dijkwoningen, historische bebouwing van Tiengeboden, relict van de Oude Waal buitendijks.

landschap De dijk vormt grotendeels een eenheid met het omringende landschap (geïntegreerd). In de omgeving van de

Groenlanden is de dijk sterk verweven met de omgeving: het buurtschap Oud-Ooij, het oude stelsel van kaden en watergangen, de dijkwoningen en de kleiputten, buitendijks de oude meander van de Waal (de Oude Waal). Ten oosten van Groenlanden en ten oosten van Kekerdom is de dijk een zelfstandige landschapselement.

Buitendijks ligt natuur en de recreatieplas De Bisonbaai. Binnendijks ligt kleinschaliger cultuurlandschap (landbouw o.a.) met een hoge omgevingskwaliteit bij Ooijse graaf en Groenlanden. Er is een ecologische relatie tussen de natuur binnendijks met de natuur buitendijks. De bedrijventerreinen hebben geen ruimtelijke kwaliteit. De dijk is belangrijk als recreatieve route vanuit onder andere Nijmegen.

herkenbaarheid Ja, eenvoudige dijk, robuust, slingerend.

typering Landschapsdijk. Dijk als wezenlijk onderdeel van waardevol cultuur en natuurlandschap.

wat te doen Kwaliteit behouden. Laat de dijk een natuurlijke en historische as zijn. Bij een eventuele dijkversterking is het belangrijk dat de hoofdvorm van de dijk eenvoudig blijft en om de dijk smal te laten ogen en kronkelig te houden. Hoe dit te bereiken is afhankelijk van de kwaliteit van de omgeving. De dijk kan op enkele plekken meer verbonden worden met de omgeving door het beheer of het gebruik van de dijk(voet) aan te passen.

(26)

26

beloop De dijk ligt op het oorspronkelijke tracé, die hier een kade is. profiel Voornamelijk een kade

aankleding Bebouwing, met historische waarde en ensemblewaarde voor het historische deel.

landschap Stedelijk landschap, met historische bebouwing bij de Waalkade. Bedrijvigheid en haven westelijk daarvan. herkenbaarheid

als dijk Nee

typering Stadsfront wat te doen Maatwerk

(27)

27

N-1 DOORNENBURG

beloop De dijk volgt flauw kronkelend het oorspronkelijke tracé. profiel Flauw talud 1:3. De kruin is vrij breed (brede berm naast

asfalt). Een zware dijk die past bij het grootschalige landschap van de Waal. Laatste dijkversterking was 1991-1995.

aankleding Weg op de dijk, kaal behalve gedeeltelijk een afrastering. Historische waarden: relicten van Sterreschans, IJssellinie, kwelkade.

landschap De dijk is een zelfstandig landschappelijk element. De dijk scheidt het cultuurlandschap binnendijks van het natuurlandschap buitendijks. Het grondgebruik binnendijks loopt niet door op de dijk. Er is buitendijks veel begroeiing waardoor dat verschil minder goed te ervaren is.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Nieuwe landschapsdijk, functionele dijk

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken. De dijk meer integreren in zijn omgeving door op enkele plekken landschappelijke elementen toe te voegen gebruikmakend van elementen en patronen die er in de directe omgeving al zijn. Wellicht is de kwelkade weer te gebruiken als kwelkade bij een eventuele dijkversterking. De kruin van de dijk zou smaller kunnen (minder berm), zodat de verhouding tussen breedte en hoogte beter wordt.

(28)

28

beloop De dijk volgt flauw kronkelend het oorspronkelijke tracé. Bij Hulhuizen een schaardijk.

profiel Talud 1:3. Middenbreed. Buitendijks deels geknikt. Een zware dijk die past bij het grootschalige landschap van de Waal. Laatste dijkversterking 1991-1995. Oogt als een zware dijk. aankleding Bebouwing op en aan weerszijden van de dijk, scheepswerf.

Bij de Gendtse waard geen bebouwing, alleen de weg en oude kleiputten buitendijks. Historische waarde: relicten van IJssellinie, Oranje Limes (redoutes), steenovenroutes, steenfabriek Gendt met kleiputten, ook aan de voet van de dijk.

landschap De dijk is een zelfstandig landschappelijk element. Alleen ten oosten van de camping vormt de dijk een eenheid met het omringende landschap (geïntegreerd). Buitendijks natuur, binnendijks aaneengesloten bebouwing van Gendt en landbouw.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Nieuwe landschapsdijk, functionele dijk met omgevingsvariatie wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken. Meer verbinding maken

tussen omgeving en dijk met behulp van het grondgebruik daar waar de ruimtelijke schaal van het landschap klein is, dus niet met landschappelijke elementen. Daar waar het landschap grootschalig is hoeft dat niet.

(29)

29

N-3 BEMMEL

beloop De dijk ligt grotendeels op het oorspronkelijke tracé om de Bemmelsche Waard. Flauw kronkelend.

profiel Recht talud 1:3. De kruin is middenbreed. Een zware dijk die past bij het grootschalige landschap van de Waal. Laatste dijkversterking 1991-1995 en 1996-2000.

aankleding Weg op de dijk. De dijk zelf is kaal behalve gedeeltelijk een afrastering op de dijk. Ensemble van wielen, deels langs bebouwde kom met twee kwelkommen bij Bemmel.

landschap De dijk is een zelfstandig landschappelijk element. Buitendijks natuur, binnendijks kleinschaliger met bebouwing, weides, tuinbouw.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Nieuwe landschapsdijk, functionele dijk

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken. Kwaliteitsversterking is mogelijk door op enkele plekken landschappelijke elementen toe te voegen gebruikmakend van elementen en patronen die er in de directe omgeving al zijn. De weg op de dijk kan smaller.

(30)

30

beloop Nieuw tracé (Veur-Lent), flauw kronkelend

profiel Flauw talud, smalle kruin. Een zware dijk die past bij het grootschalige landschap van de Waal en klopt met de bescherming van de stedelijke omgeving er achter. In 2015-2016 opgeleverd.

aankleding Fietspad op de dijk. De aankleding van de dijk moet zich nog ontwikkelen.

landschap De dijk werkt verbindend als doorlopende recreatieve route. Buitendijks natuur en recreatie, binnendijks nieuwbouw. De omgeving is nog in ontwikkeling.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Stadsdijk, recreatieve schakel in stedelijke omgeving. wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken in relatie tot de omgeving

want de omgeving ontwikkelt zich nog en de dijk zal daarop moeten worden aangepast

(31)

31

MIDDENWAAL

Z-4 Nijmegen - A50 Z-5 A50 - Deest Z-6 Deest Z-7 Afferden - Deest Z-8 Druten

Z-9 Boven- en Beneden Leeuwen N-5 Oosterhout - Slijk Ewijk N-6 Slijk Ewijk - A50

N-7 A50 - Centrale Dodewaard N-8 Centrale Dodewaard - Ochten N-9 Ochten - Tiel

(32)

32

Z-4 Nijmegen - A50

beloop De dijk ligt kronkelend op het oorspronkelijke tracé. profiel Smalle kruin, normaal en deels steil talud. Laatste

dijkversterking 1991-1995.

aankleding Fietspad en deels smalle weg (bestemmingsverkeer). Veel wielen, landgoed Doddendaal, kwelkommen.

landschap De dijk vormt een zelfstandige landschappelijk element omdat de dijk nauwelijks verbinding heeft met het omringende landschap, terwijl dit wel passend zou zijn, ook recreatief. De dijk scheidt nu het kleinschalig binnendijkse landschap (landbouw, fruit, verspreide bebouwing, Slot Doddendaal) van het grootschalige buitendijkse natuurlandschap. Vanaf de dijk vrij zicht in de uiterwaarden.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk. Verbinding natuurlandschap en kleinschalig cultuurlandschap.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken. De dijk op aantal plekken meer verbindend maken, gekoppeld aan landschapselementen in directe omgeving. Ontwikkel de dijk als een groene as met strangen, wielen, kwelkommen en het landgoed Doddendaal. Leg een relatie met de visie voor de oeverwal van de

(33)

33

Z-5 A50 - DEEST

beloop De dijk ligt kronkelend op het oorspronkelijke tracé.

profiel Smalle kruin (fietspad). Talud 1:3, geen steunbermen. Laatste dijkversterking 1991-1995.

aankleding Smalle weg 4 m breed voor fiets en bestemmingsverkeer. Restanten van oude strangen, weinig bebouwing, vooral bij dorpen en dan als ‘achterkant’.

landschap De dijk vormt een zelfstandig landschappelijk element. De dijk ligt op de grens van het binnendijks gevarieerde en kleinschalige landschap van de oeverwallen (o.a. fruitteelt) en het grootschalige open landbouwgebied buitendijks (Winssense waard). In de uiterwaard natuur (stroomdalgraslanden) op een hoger deel. Vanaf de dijk vrij zicht in uiterwaarden.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk, als balkon in de wijdse ruimte.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden. Dichtbij de dijk op het laagste deel van de uiterwaard zou een strang gemaakt kunnen worden, eventueel in combinatie met een steunberm als maatregelen aan de dijk of rivierverruiming nodig zijn. Van belang is het zicht in de open uiterwaard te houden.

(34)

34

beloop De dijk ligt flauw kronkelend op het oorspronkelijke tracé. profiel De kruin is breed, het talud flauw en soms moeilijk

herkenbaar. Laatste dijkversterking 1991-1995.

aankleding Weg op de dijk, deels bedrijfsgebouwen buitendijks op de dijk, binnendijks woningen aan de voet van de dijk.

landschap De dijk vormt één geheel met zijn omgeving. De omgeving heeft weinig kwaliteit. Er is groot contrast tussen de uiterwaarden en het dorp. Natuur in de Afferdense en Deestse waarden en landbouw in de Winssensche waarden herkenbaarheid

als dijk Nee

typering Dorpsdijk. Onzichtbaar en verrommeld.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit vernieuwen. Het front heeft een

kwaliteitsslag nodig en zorg dat het aansluit op het westelijke tracé. Ontwikkel de dijk tussen Deest en Wamel als een as met contrasten (kleinschalig binnendijks en grootschalig buitendijks).

(35)

35

beloop De dijk ligt niet op zijn oorspronkelijke tracé, omdat bij de oude, zeer steile en bochtige dijk vervangen is door een nieuwe dijk aan de rivierzijde. Dit nieuwe tracé is flauw kronkelend.

profiel Smalle kruin (fietspad), normaal talud 1:3. Laatste dijkversterking 1991-1995.

aankleding Fietspad, nieuwe woonwijk bij Druten, de nieuwe dijk is groen. landschap De dijk is een zelfstandig landschappelijk element. Natuur

buitendijks, landbouw/fruit binnendijks. Deze nieuwe dijk is goed in het gebied ingepast. Binnendijks ligt het oude steile dijkje met een aantal fraaie wielen aan de binnendijkse zijde: de oude Waaldijk. Is dit de referentie van de oude Waaldijk (kronkelig, steil taldu van 1:2).

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk, als balkon in ontwikkeld natuurlandschap. wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden. Vanwege de zichtbaarheid van

de omdijking en het contrast in grondgebruik tussen binnen- en buitendijks past de dijk goed in landschap. Ontwikkel de dijk tussen Deest en Wamel als een as met contrasten (kleinschalig binnendijks en grootschalig buitendijks). Zorg voor een gepaste ontwikkeling rond de dijk en voor bescherming van de monumentwaardige onderdelen van het dijklandschap bij Afferden, bij de Kom en de Groote Waal in Druten.

(36)

36

beloop De dijk ligt kronkelend op het oorspronkelijke tracé. profiel De kruin is smal, het profiel normaal 1:3. Laatste

dijkversterking 1996-2000.

aankleding Fietspad (3m breed), afrastering op de rand van de kruin, aantal bomen/boomgroepen, een wiel, appartementengebouw bij Druten. Bij het kruispunt met de Veerweg staan enkele mooie huizen.

landschap De dijk vormt een geheel met het omringende landschap. Westelijk van Druten is het groen aan weerszijden van de dijk samenhangend. Buitendijks komt natuur voor in de Afferdensche en Deetstsche waarden. In de Drutensche waarden plassen, het middendeel is agrarisch en open, en het oostelijk deel bedrijventerrein en de haven van Druten. Binnendijks ligt de bebouwing van het dorp en westelijker kleinschalig landbouwlandschap op de oeverwal. Buiten het dorp zijn vanaf de dijk verspreid mooie open zichten op het gevarieerde landschap.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Dorpsdijk bij het dorpsfront, verder landschapsdijk. Bochtige grens van stad-land

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden. Kwaliteit versterken bij een deel van het dorpsfront. Ontwikkel de dijk tussen Deest en Wamel als een as met contrasten (kleinschalig binnendijks en grootschalig buitendijks). Zorg voor gepaste ontwikkeling rond de dijk en voor bescherming van monumentwaardige onderdelen van het dijklandschap bij de Kom en de Grote Waal in Druten

(37)

37

Z-9 BOVEN- EN BENEDEN LEEUWEN

beloop De dijk ligt kronkelend op het oorspronkelijke tracé. profiel De kruin is matig breed, het talud is normaal 1:3. Laatste

dijkversterking 1996-2000.

aankleding Weg op de dijk, bij Boven-Leeuwen alleen een fietspad. Kolken, verspreid bomen, op- en afritten, restanten van strangen. Bij Beneden-Leeuwen staat veel bebouwing aan beide zijden op en aan de dijk. Ook buitendijks komt bebouwing en bedrijvigheid voor. Tussen de dorpen verspreid bebouwing aan de voet van de dijk. Geen historische waarde of ensemblewaarde.

landschap De dijk vormt een sterke eenheid met het omringende landschap (geïntegreerd). Het is een multifunctionele dijk. Bij Beneden-Leeuwen is het landschap onsamenhangend en heeft het een oud industrieel karakter (De Klef). Bij Boven-Leeuwen heeft het landschap met de dijk samenhang. Tussen Boven- en Beneden-Leeuwen doorzichten richting binnendijks op een gevarieerd cultuurlandschap. In de Drutensche waarden plassen, het middendeel is agrarisch en open.

herkenbaarheid

als dijk Deels

typering Dorpsdijk bij het front van Beneden-Leeuwen, verder landschapsdijk. Dijk als onderdeel van dorpen.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken bij Beneden-Leeuwen van zowel de dijk als de omgeving (dorpsfront). Ontwikkel de dijk tussen Deest en Wamel als een as met contrasten (kleinschalig binnendijks en grootschalig buitendijks). Zorg voor gepaste ontwikkeling rond de dijk en voor bescherming van monumentwaardige onderdelen van het dijklandschap zoals de wielen bij Leeuwen.

(38)

38

beloop Komdijk recht, en schaardijk. Het is sinds 1850 een oud tracé. profiel De kruinbreedte is normaal (weg 4 m, dijk 7 m). Het talud

1:3, geen steunberm. De dijk heeft een goede verhouding tussen talud en breedte. Laatste dijkversterking 1996-2000. aankleding Wielen, oude strang, enkele huizen aan weerszijden op/aan de dijk, weg. De Kerk van Slijk-Ewijk in het talud van de dijk is een beeldbepalend herkenningspunt. Bomenrij en verspreid alleenstaande bomen.

landschap Ter hoogte van Oosterhout scheidt de dijk het halfopen tot besloten landschap binnendijks (Oosterhout, Recreatiepark ter Gouw, Buitenplaats Oosterhout) en het open landschap van de brede Oosterhoutse waarden met natuur, landbouw en Camping Altena. Hier is de dijk een zelfstandig

landschappelijk element. Ten westen daarvan is het landschap binnendijks halfopen tot open met afwisselend grondgebruik (fruit, weide, kassen bij Oosterhout) en met buitendijks smalle uiterwaarden (Loenense Buitenpolder). Hier vormt de dijk een eenheid met het omringende landschap. Slijk Ewijk is een kenmerkend dorpje in de Betuwe.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk, sober recht lint.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden. Bij een eventuele

dijkversterking kan de cultuurhistorie langs dijk kan beter zichtbaar worden gemaakt en de camping zou beter ingepast kunnen worden. Let op de relatie met Landschapspark De Danenberg binnendijks. Met een aangepast beheer kan de dijk ter hoogte van Oosterhout meer een onderdeel van het landschap worden.

(39)

39

N-6 SLIJK EWIJK A50

beloop De dijk ligt flauw slingerend op het oorspronkelijike tracé. De dijk vormt deel van het herinneringslandschap van de rivier (oude loop van de Waal in relatie met de zuidoever)

profiel Kruinbreedte normaal (weg 4 m, dijk 7 m)

Helling 1:3, binnendijks steunberm. Goede verhouding tussen talud en breedte. Laatste dijkversterking 1996-2000.

aankleding Twee grote buitenwielen en strangen, bebouwing, weg erop. Historische waarde en beetje ensemblewaarde bij landgoed Loenen. Dit is een dijkoverschrijdend landgoed.

landschap De dijk is een zelfstandig landschappelijk element.

Buitendijks is het landschap monotoon agrarisch (Loenensche Buitenpolder), binnendijks kleinschalig agrarisch (fruitbomen, weiden en een landgoed). Een landgoederenlandschap.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk en landgoederendijk.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken. Een ecologische en landschappelijke relatie maken van de dijk met het

binnendijkse kleinschaliger landschap bijvoorbeeld door het binnen- en buitendijks minder open te maken. Er zouden bijvoorbeeld ter hoogte van het grote wiel en het landgoed bomen op de dijk geplant kunnen worden. Aan de buitenzijde van de dijk ruimtelijke kwaliteit versterken in combinatie met landschapsversterking. In de Loenense buitenpolder is een kwaliteitsslag gewenst. Landhuis en laanstructuren zichtbaar maken vanaf de dijk.

(40)

40

beloop De dijk ligt flauw slingerend op het oorspronkelijke tracé op een oude oeverwal.

profiel 1:3- 1:4, westelijker wat steiler. De kruinbreedte is normaal (weg 4 m, dijk 7 m). Steunberm buitendijks bij de centrale. Goede verhouding talud-breedte. Laatste dijkversterking 1996-2000.

aankleding Oude wilgenstructuren aan de voet van de dijk, die vroeger geplant zijn als kleivang, hebben historische waarde. Wielen, strang, herenboerderijen er langs. Weg op de dijk.

landschap De dijk vormt een eenheid met het omringende landschap (geïntegreerd). Er is vrij zicht vanaf de dijk binnendijks de kom in, de rivier is dichtbij. Het landschap heeft hier een iets grotere schaal dan het aansluitende deel ten oosten van de A50. Misschien hebben de herenboerderijen vroeger een relatie gehad met de uiterwaarden?

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk, historisch lint met panorama.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden. De dijk behouden als as van landgoederen (herenboeren langs de dijk) en vanwege de betekenis als eeuwenoude schaardijk (en als groene held) met monumentale panden op terpen en doorbraakkolken en als panoramadijk voor langzaam verkeer.

N-7 A50-CENTRALE DODEWAARD

(41)

41

N-8 CENTRALE DODEWAARD- OCHTEN

beloop De dijk kronkelt voor circa de helft over het oorspronkelijke tracé. Ten oosten van Dodewaard is de dijk vrij recht door een vroeg negentiende eeuwse dijkverlegging.

profiel 1:3, oost van De Engel 4 m breed, daarna 6 m breed. Bij Eldik 1:3 tot 1:4. Weg 4 m breed. Bij het kerkje van Dodewaard is het talud geknikt. Laatste dijkversterking 1986-1990 en 1996-2000.

aankleding Weg met bijbehorende wegmarkering en op- en afritten. Soms afrastering op de dijk. Regelmatig patroon van boerderijen, langgerekte grote strangen, enkele wielen en kerkjes in de dijk. Kruispunt van Grebbelinie en Betuwelinie.

landschap Vooral de rechte tracés vormen een zelfstandig landschapselement dat beperkt vervlochten is met het omringende landschap. De oude trajecten daarentegen vormen een mooie eenheid met het gevarieerde landschap. Binnendijks is het landschap kleinschalig. Bij het buurtschap Eldik ligt een oude zeer kronkelige dijk (slaperdijk) voorzien van een serie wielen: een pareltje te midden van kleinschalig agrarisch gebied. Ten westen van Dodewaard ligt binnendijks nog een oude dijk. Veel landbouw en steenfabrieken in de uiterwaarden. Tussen de kerkjes van Dodewaard heeft de dijk historische waarde en ensemblewaarde, verder geen historische en ensemblewaarde. Bijzondere afwisseling van panorama’s en fraaie uitzichtpunten vanaf de dijk: de dijk dichtbij rivier, de dijk ver af van de rivier.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk, dijk met gevarieerde omgevingskwaliteit. wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden door gepaste ontwikkeling

rond de dijk en bescherming van de monumentwaardige onderdelen van het dijklandschap (Eldik-Ochten, IJzendoorn-Echteld). Benut het historisch gegroeide dijklandschap en de patronen van de linies als identiteitsdragers om ruimtelijke versnippering. tegen te gaan. Borg de rivierbeleving bij De Snor en andere uitzichtspunten.

De dijk met de lange rechtstanden kan door gerichte ingrepen met het omringende landschap verknoopt worden. Denk aan herstel van oude patronen, ook in het aangrenzende gebied. De rechte lijnen blijven behouden, vanwege het verhaal van de vroeg 19e eeuwse dijkverlegging. De Oude Dijk van Eldik en omringende landerijen vraagt bij eventuele (dijkversterkings)projecten extra aandacht. Ruimtelijke kwaliteit vernieuwen bij het front van Ochten.

(42)

42

beloop De dijk ligt kronkelend op het oorspronkelijke tracé. Oostelijk van Tiel is het beloop vrij recht omdat de dijk hier vroeger verlegd is om het oudhoevig land heen. Bij Ochten is de dijk een schaardijk.

profiel 1:3 met steunberm, weg ca. 4 m. breed. Laatste dijkversterking 1996-2000.

aankleding Weg op de dijk, bij Willemspolder oudhoevig land, strang, weinig wielen en verspreid langs de dijk weinig bebouwing en wat bomen. Bij Ochten een aantal gebouwen op dijkhoogte (kaap, voormalige veerhuis en veer).

landschap De dijk vormt een eenheid met het omringende land (geïntegreerd). De dorpen liggen onder aan de dijk. Het landschap aan beide zijden is open, met weidse (ver) gezichten. Het landschap is binnen- en buitendijks, open, grootschalig en functioneel en heeft weinig

omgevingskwaliteit. Buitendijks ligt de overnachtingshaven IJzendoorn en is landbouw (weide, mais). Binnendijks komt ook landbouw voor (weide, mais, fruit, boomkwekerij). De uiterwaard langs de dijk ligt hoog.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Dorpsdijk bij Ochten, verder een landschapsdijk. Bochtig functioneel.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden. Het gaat om het open groene karakter van de dijk, de daaraan grenzende bijzondere landschapselementen (oud hoevig land, strang, wielen), IJzendoorn en de ‘kaap” van Ochten met zijn vergezichten en ook om de verbondenheid van de dijk met het landschap aan beide zijden.

Het dorpsfront van Ochten aan en op de dijk vraagt om een kwaliteitsimpuls: ruimtelijke kwaliteit vernieuwen.

(43)

43 Z-10 Dreumel - Wamel Z-11 Heerewaarden Z-12 Rossum - Zaltbommel Z-13 Zaltbommel Z-14 Zaltbommel - Brakel Z-15 Brakel Z-16 Brakel - Munnikenland Z-17 Wakkere Dijk N-10 Tiel Stadsfront N-11 Tiel - Opijnen N-12 Neerijnen N-13 Waardenburg - Haaften

N-14 Haaften - Fort Vuren

(44)

44

Z-10 DREUMEL-WAMEL

beloop De dijk ligt kronkelend grotendeels op zijn oorspronkelijke tracé. Bij Wamel is de dijk rivierwaarts verlegd buiten het dorp op het ooit oorspronkelijke tracé (omdijking). Het tracé is grotendeels natuurlijk ontwikkeld.

profiel Smalle kruin (3m), talud 1:4 à 1:5, geen knik. Laatste dijkversterking 1996-2000.

aankleding Diverse wielen aan weerszijden van de dijk. Veel populierenbosjes afgewisseld met strangen buitendijks. Fietspad of weg op de dijk. Verspreide woonbebouwing langs de dijk. In Wamel ligt de bebouwing tot aan de dijk. Bij de haven aan de Polderbol is de dijk voorzien van een stenen keermuur en schotten in de weg.

landschap De dijk vormt grotendeels een geheel met het omringende gevarieerde landschap (geïntegreerd).

Buitendijks ligt grootschalig agrarisch landschap, binnendijks kleinschaliger agrarisch, gevarieerd landschap.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Dorpsdijk aan de zuidkant van Dreumel, verder landschapsdijk. Gevarieerd en kronkelig langs dorpen wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden. Bij een eventuele

dijkversterking kan het talud steiler gemaakt worden. Behoud het cultuurlandschap richting de zuidelijke dijk bij Wamel vanwege de openheid, maar ook vanwege de aanwezigheid van oudhoevig land.

(45)

45

Z-11 HEEREWAARDEN

beloop De dijk heeft een recht beloop. Het tracé is relatief recent ontstaan in 1904. Want oorspronkelijk waren er drie verbindingen tussen Maas en Waal met twee eilanden er tussen. In de 18e eeuw is de laatste opening gedicht. Het is de enige dijk die twee rivieren keert (Maas en Waal). Nabij de ruïnes van Fort St Andries grenst de dijk zowel aan de Maas als aan de Waal. De lengterichting van de dijk past bij dat van de Waal, provinciale weg en Maas. Het relatief robuuste karakter van de dijk past bij dat van de Waal.

profiel Smalle kruin, relatief flauw: 1:4 à 1:5. Laatste dijkversterking 1996-2000.

aankleding Fietspad op de dijk, provinciale weg langs dijk. Verder kaal. landschap De dijk vormt een zelfstandig landschappelijk element en

accentueert de lange lijnen van Waal en provinciale weg. De dijk strekt zich uit over bestaande oudere landschappelijke patronen. Buitendijks: reliëf, oudhoevig land, langs de rivier hogere delen, ontsluiting via oude kaden dwars op de dijk. Het is overwegend open landschap met landbouw en natuur. Binnendijks ligt afwisselend, kleinschalig landschap van het dorp Heerewaarden met agrarisch grasland, bedrijvigheid en paardenhouderij.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Afsluitdijk Waal-Maas

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit versterken in combinatie met een kwaliteitsverbetering van het binnendijkse gebied. Het historische aspect van de afsluitdijk intact houden. De ontwerpopgave is vooral de aansluiting met de historische patronen en structuren aan beide zijden van de dijk.

Bijvoorbeeld door enkele landschapselementen toe te voegen aansluitend bij die in de directe omgeving bijvoorbeeld bij de aansluitpunten van wegen/paden.

(46)

46

Z-12 ROSSUM-ZALTBOMMEL

beloop De dijk volgt licht slingerend het oorspronkelijke tracé, met uitzondering van de dijkverlegging bij Hurwenen. Het beloop is natuurlijk ontwikkeld. Karakteristiek is de bocht om de Huerwenense Waard.

profiel Na de dijkversterking zijn twee profielen ontstaan: 1. Buitendijkse verzwaring: de oude dijk is gehandhaafd met een steil binnentalud en een weg op de kruin met deels beplanting. Aan de buitendijkse zijde is een tuimelkade met fietspad.

2. Geheel verzwaard, met flauw binnen- en buitentalud en brede (9m) kruin. Kruinbreedte, talud en dijkhoogte is onevenwichtig.

Langs de Huerwenense Waard heeft de dijk een verzwaarde teen aan de binnenzijde.

aankleding Weg/fietspad. Plaatselijk (bij Rossum) staan bomengroepen op de dijk. De dijk heeft hier ensemblewaarde vanwege de goed geïntegreerde oplossing van weg, fietspad, bomen en woningen.

landschap De dijk vormt een geheel met het omringende landschap (geïntegreerd) door de daaraan gekoppelde bebouwing, bomen en de recreatieve structuur. De uiterwaard is smal. Binnedijks is het landschap kleinschalig. In de Hurwenense Waard komt een combinatie van landbouw en natuur voor. Door de bocht om de Hurwenense waard ontstaat een grote variatie aan uitzicht vanaf de dijk.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk, rondje Hurwenen, rivier dichtbij en veraf. wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden bij de buitendijkse verzwaring.

Voor het overige deel de ruimtelijke kwaliteit versterken. Waar de dijk buitendijks versterkt is, is de ruimtelijke kwaliteit groter dan dan waar beide kanten versterkt zijn. Bij een eventuele dijkverhoging kan de dijk hoger worden met behoud van de huidige kenmerken van functiescheiding. Bij het geheel verzwaarde deel is verbetering van de profilering gewenst door de kruin smaller en het talud steiler te maken of door te kiezen voor het andere profiel.

(47)

47

Z-13 ZALTBOMMEL

beloop De dijk valt deels samen met de vestingwallen en deels met een kade.

profiel Wisselend, afhankelijk van de omgeving.

aankleding Woningen, bedrijvigheid, historische vesting. Ensemble- en historische waarde van de vestingwallen.

landschap De dijk maakt nadrukkelijk onderdeel uit van zijn omgeving (sterk geïntegreerd). Cultuurhistorische waarde van het stadsfront.

herkenbaarheid

als dijk De dijk is nauwelijks als dijk herkenbaar maar dat past hier ook niet. De historische herkenbaarheid als vestingwerk evenals het historische stadsfront zijn belangrijker dan de herkenbaarheid van de dijk.

typering Stadsfront, dijk in historische omgeving.

wat te doen Maatwerk met behoud van de hoge bestaande kwaliteiten. In het westelijk deel kan de ruimtelijke kwaliteit versterkt worden in samenhang met het project Buitenstad.

(48)

48

Z-14 ZALTBOMMEL-BRAKEL

beloop De dijk is bochtig en ligt grotendeels op het oorspronkelijke tracé, behalve bij een dijkomlegging bij Gameren en Nieuwaal. Typerende balkons bij de dorpjes.

profiel Redelijk flauw talud (1:3 à 1:4). Geen knik, brede steunberm binnendijks. Kruin middenbreed (5 tot 7 meter). Laatste dijkversterking 1996-2000.

aankleding Weg op kruin, groene dijk of fietspad bij omleggingen. Over hele traject verspreide bebouwing onder aan de dijk. Bij de Breemwaard is de binnendijkse aankleding van dijk goed gelukt. Deze sluit goed aan op het landschap. Nauwelijks verrommeld.

landschap De dijk vormt één geheel met het omringende gevarieerde landschap (goed geïntegreerd). Buitendijks kleinschalige landbouw en natuur. Binnendijks kleinschalige landbouw (weide, fruit) en glastuinbouw. Bij Gameren, Nieuwaal en Zuilichem kassen. Op enkele plekken doorkijk vanaf dijk naar open komgronden.

herkenbaarheid

als dijk Ja

typering Landschapsdijk, bij Zuilichem dorpsdijk. Dijk in gevarieerd maar evenwichtig landschap.

wat te doen Ruimtelijke kwaliteit behouden en behouden bij de

dijkomleggng. Bij eventuele dijkversterking zou de integratie met de omgeving nog versterkt kunnen worden met een wat een smallere kruin. De relatie met de dorpen is een belangrijke ontwerpopgave.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(voorlopig?) niet worden aangelegd. Met een geringe meerderheid hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland hiertoe besloten, ondanks het feit dat er in dit project

18e levensjaar bedroeg 1,75. Beschouwen we alleen degenen die contacten met justitie voor hun achttiende verjaardag hadden, dam wordt dit gemid- delde gelijk aan 5. Anders

[r]

Thus, we expected that when no self-affirmation opportunity was available, a high achiever would evoke a stronger self-threat in low self-esteem participants than in high

Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld de begrotingswijzigingen 2-2019 en 1-2020 aan de raden van de deelnemende gemeenten voor te leggen met het verzoek om desgewenst

De wijze waarop de gemeenten inzamelen, alsmede het beter scheiden van restafval waardoor minder restafval maar mogelijk meer gft-afval wordt aangeleverd, wordt dus op geen

Verder: 6 gezegdes uit de doeken | briefkaarte n uit de Eerste Wereldoorlog 18 | herfst 2014 | tijdschrift van waterschap Scheldestromen..

In de brief is verzocht de door u vastgestelde nota van beantwoording op de ingebrachte zienswijzen en het voorstel omtrent vaststelling van dit plan aan de gemeenteraad, tijdig