• No results found

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Consequenties van passend

onderwijs voor thuiszitters

Masterscriptie Opvoedingsondersteuning

Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam

H.R. Fukkink 10284079

Begeleider: prof. dr. M.S. Merry

(2)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

Consequenties van Passend Onderwijs voor Thuiszitters

Masterscriptie Opvoedingsondersteuning

Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam

H.R. Fukkink 10284079

Begeleider: prof. dr. M.S. Merry

(3)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

1 Inhoudsopgave

Abstract 2

Inleiding 3

Het welbevinden van het kind De Wet passend onderwijs

Methode 12 Werving Procedure Materialen Uitdagingen Analyse Resultaten 15

Deel 1: Oorzaken van thuiszitten Deelnemers: Ouders en professionals Achtergronden van thuiszitters Aanleiding tot thuiszitten Langdurig thuiszitten Thuiszitten voorkomen Leerniveau

Invloed van Externen

Deel 2: Passend onderwijs als oplossing voor thuiszitten Deelnemers: Experts

Ondersteuningsbehoefte Zorgplicht

Samenwerkingsverband

Ondersteuningsprofiel van scholen Budget

Integrale benadering

Passend onderwijs alleen voor zorgleerlingen Houding van scholen

Discussie 36

Welbevinden als oorzaak van thuiszitten

Vergroten van welbevinden door passend onderwijs Wie bepaalt het belang van het kind?

Naar school gaan: een algemeen belang? Implicaties

Conclusie 48

Aanbevelingen voor de praktijk 49

Samenvatting 51

Literatuurlijst 52

BIJLAGEN 54

Bijlage 1: Informatie sardes Bijlage 2: Codering interviews Bijlage 3: Lijst met afkortingen

(4)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

2 Abstract

‘The consequences of ‘suitable education’ for truants.’

In the Netherlands, truancy (i.e., pupils not attending school) receives much attention. The ‘Law suitable education’ (Wet passend onderwijs) is a new law (in effect from August 1, 2014) that aims to prevent truancy. In this master thesis research project, it was investigated whether suitable education may effectively reduce truancy by first exploring the causes of truancy, and subsequently investigating whether suitable education will resolve these causes. These causes, and suitable education’s potential to resolve these causes have been linked to theory about well-being in schools. In order to explore the causes of truancy, interviews have been conducted with parents of truants between 13 and 18 years old (N=15), and with school professionals (N=14). Then, experts in suitable education were interviewed to investigate whether the Law suitable education can effectively resolve the causes that were identified. The results indicate that it is often a number of factors that, in combination, causes truancy. Child factors often play a role, but causes for truancy can also be found in parents (e.g., by reporting their child to be sick), schools (e.g., by removing or refusing certain pupils), and child care agencies (e.g., waiting lists). These causes indicate that, in addition to a number of practical causes, a reduced well-being is often at the core of truancy. It is concluded that suitable education will not resolve all causes for truancy, because the Law suitable education is an education measure, and many causes for truancy are situated outside education. Suitable education does provide a framework in which efforts to increase well-being are possible, but it will depend on the willingness of schools and teachers for this to happen. Whether suitable education will effectively reduce the problem of truancy in these cases will thus mainly depend on the willingness of the schools that are linked in a cooperative partnership to implement the theory behind suitable education in practice.

(5)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

3 Inleiding

In Nederland zijn er jaarlijks ongeveer 2.500 thuiszitters (Ingrado, 2010). Op iedere willekeurige dag zijn er tussen de 800 en 1.100 jongeren die langdurig thuis zitten. Het grootste gedeelte van deze thuiszitters (86%) valt in de leeftijd van het voortgezet onderwijs (tussen de 12 en 18 jaar). Ingrado (2010) hanteert de volgende definitie van een thuiszitter:

Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen 5 en 18 jaar die zonder geldige reden (zoals ziekte) meer dan 4 weken verzuimt. Ook jongeren van 16 en 17 jaar die

kwalificatieplichtig zijn worden als thuiszitter aangemerkt, als het thuiszitten begonnen is tijdens inschrijving in het voorgezet onderwijs en zij geen werk hebben en op geen enkele manier toewerken om weer naar school te gaan. Degenen die op grond van de

Leerplichtwet ontheven zijn van de verplichting tot inschrijven bij een onderwijsinstelling vallen niet onder de definitie.(p. 6) 1

Het werkelijke aantal thuiszitters ligt waarschijnlijk zelfs nog hoger, want onderzoek van Verhoef, Govers-Vreeburg en Lubbersen (2011) laat zien dat er ook kinderen thuis zitten waarvan geen melding is gemaakt bij de leerplichtambtenaar. De laatste tijd komen

thuiszitters regelmatig in het nieuws. Zo waren er in de media twee broers die hoogbegaafd en dyslectisch zijn en volgens hun ouders op geen enkele school terecht kunnen vanwege hun ernstige dyslexie.2 Eén van hen zit daardoor inmiddels twee jaar thuis. Door op zeiltocht te gaan, vragen de broers aandacht voor hun situatie. Ze krijgen boeken mee en worden op afstand begeleid door leraren van de Wereldschool. Verder kwam in de media dat De Kinderombudsman een meldpunt opende voor thuiszitters waar kinderen zelf, ouders, leerkrachten, onderwijsconsulenten en andere professionals die ervaringen hebben met kinderen die (tijdelijk) niet naar school gaan dit konden melden.3

Thuiszitten is echter niet goed voor kinderen en jongeren. Eerst vinden jongeren het vaak prettig dat ze niet naar school gaan (Sleeboom, Hermanns, Buysse & Hilhorst, 2009). Ze hebben de gevolgen van het niet naar school gaan dan nog niet door en het geeft de jongeren even rust. Uit het onderzoek van Sleemboom en collega’s (2009) blijkt dat er veel thuiszitters

1 Hierbij gaat het niet om leerlingen die thuisonderwijs krijgen, dat is in Nederland alleen mogelijk bij een

ontheffing van de leerplicht

2

www.nos.nl, geraadpleegd op 10 juni 2013

3

(6)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

4 zijn die daadwerkelijk de hele dag thuis zitten en verder niets ondernemen, de hele dag gamen of internetten of de hele dag in bed liggen. Er zijn ook thuiszitters die op straat rondhangen. Voor veel jongeren komt later pas het besef dat een diploma belangrijk is, dat ze geen aansluiting meer vinden bij leeftijdsgenoten en dat iedere dag thuis zitten ook niet prettig is. Door het thuiszitten lopen jongeren volgens Sleeboom en collega’s een leerachterstand op, hebben ze weinig contact met leeftijdsgenoten en nemen ze minder deel aan de samenleving. Jongeren lopen door thuiszitten het risico dat ze op en lager onderwijsniveau moeten werken waardoor hun toekomstperspectief verslechtert. In het onderzoek van Sleeboom en collega’s geven thuiszittende jongeren dan ook aan dat weer naar school gaan juist kan helpen om zich beter te voelen, want door de pressief thuis te zitten gaan ze zich vaak alleen maar slechter voelen.

Dat een leerling niet naar school gaat is in Nederland bij de wet verboden. Nederland kent namelijk een leerplichtwet die ervoor zorgt dat kinderen verplicht tot hun 18e naar school gaan. Deze leerplichtwet is in 1900 opgericht om kinderarbeid tegen te gaan.4 Kinderen waren verplicht om naar school te gaan en als ouders ze toch lieten werken, kregen ouders een boete. Tegenwoordig waarborgt de leerplichtwet dat ieder kind het recht heeft om te leren, want een opleiding is belangrijk voor goede kansen op de arbeidsmarkt. Ouders of verzorgers zijn ervoor verantwoordelijk dat kinderen tot hun 18e naar school gaan.5 Het is daarbij de taak van scholen om bij te houden of leerlingen naar school gaan en scholen moeten het bij de

gemeente melden wanneer een kind binnen vier weken, drie dagen of langer ongeoorloofd verzuimt. Bij meer dan drie dagen ongeoorloofd verzuim, of als een kind niet staat

ingeschreven bij een school, dan moet een leerplichtambtenaar onderzoeken waarom dat zo is. Wanneer een leerling onrechtmatig verzuimt kan er een proces-verbaal worden opgemaakt of wordt de Raad voor de kinderbescherming ingeschakeld. Ouders en jongeren vanaf 12 jaar kunnen een boete krijgen wanneer er wordt verzuimd of wanneer een kind niet ingeschreven staat op een school. Een jongere vanaf 12 jaar loopt ook de kans zelf een leerstraf of taakstraf te krijgen. Onder de leerplichtwet valt ook de kwalificatieplicht, de plicht tot het behalen van een diploma op HAVO, VWO of MBO niveau 2. Deze startkwalificatie is volgens van den Berg (2007) belangrijk omdat jongeren zonder startkwalificatie een grotere kans lopen om werkeloos te worden of laagbetaald werk uit te voeren. Voor de samenleving zijn leerlingen

4

www.dagvandeleerplicht.nl, geraadpleegd op 8 juni 2013

(7)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

5 zonder een startkwalifictie een probleem, want zonder startkwalificatie is de jongere niet goed voorbereid om zelfstandig te kunnen functioneren. Naast dat Nederland een leerplichtwet kent, staat in artikel 23 van de Nederlandse grondwet dat de overheid verantwoordelijk is voor het onderwijs.6 De overheid zorgt ervoor dat er in iedere gemeente voldoende gelegenheid tot het volgen van onderwijs is en de overheid heeft het recht om toezicht te houden op de kwaliteit van onderwijs.

Doordat de overheid verantwoordelijk is voor het onderwijs, worden door de overheid ook de wetten en regels bepaald waaraan het onderwijs moet voldoen. Op 9 oktober 2012 is de Wet passend onderwijs aangenomen door de Eerste Kamer en de wet gaat in op 1 augustus 2014.7 Eén van de doelen van het passend onderwijs is om het aantal thuiszitters terug te dringen. Scholen moeten onder passend onderwijs alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijk onderwijsprogramma bieden. In dit onderzoek wordt ingegaan op de vraag of de Wet passend onderwijs ook daadwerkelijk bijdraagt aan het voorkomen van thuiszitten. Eerst wordt besproken dat de oorzaken van thuiszitten mogelijk te maken hebben met het welbevinden van leerlingen, wat de kenmerken zijn van het passend onderwijs en waarom passend onderwijs van belang is voor thuiszitters. Er is onderzocht of een verminderd welbevinden inderdaad een oorzaak is van thuiszitten en er is onderzocht of het welbevindenvan leerlingen onder passend onderwijs effectief vergroot wordt. Ouders en professionals van scholen geinterviewd zijn geinterviewd over de oorzaken en het voorkomen van thuiszitten en welke mogelijke oplossingen zij zien voor thuiszitten. Vervolgens zijn de verschillende casussen voorgelegd aan experts op het gebied van passend onderwijs, om te onderzoeken in hoeverre de Wet passend onderwijs in de onderzochte gevallen thuiszitten had kunnen voorkomen.

Het welbevinden van het kind

Om het goed te kunnen doen op school is het van belang dat een kind een goed welbevinden heeft. Voor een goed welbevinden zijn competentie, autonomie, verwantschap en intrinsieke motivatie nodig (Allardt, 1976; Brighouse, 2006;Ryan & Deci, 2000; White, 2011).

Competentie is nodig voor een goed welbevinden (Ryan & Deci, 2000). Of zoals White (2011) beschrijft, het behalen van successen en het gevoel hebben ‘iets goed te doen’, want

6 www.parlement.com, geraadpleegd op 20 juni 2013

(8)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

6 een gevoel van falen zal namelijk niet bijdragen aan het welbevinden. Voor een goed

welbevinden is ook autonomie van belang: zelf de controle hebben, zelf iets willen en zelf keuzes kunnen maken (Brighouse, 2006; Ryan & Deci, 2000; White, 2011). In het onderwijs kan dat bijvoorbeeld betekenen dat een leerling (binnen een gesteld kader) zelf kan kiezen voor bepaalde activiteiten (White, 2011). Onder verwantschap wordt de verbondenheid met anderen en succesvolle relaties met familie en vrienden verstaan (Allardt, 1976; Brighouse, 2006;Ryan & Deci, 2000; White, 2011). Competentie, autonomie en verwantschap zijn niet los van elkaar te zien, maar gaan allemaal samen (Ryan & Deci, 2000). White (2011) ziet ‘wholehearted’ als een vierde component van het welbevinden: iemand moet iets doen wat hij zelf prettig en leuk vindt om te doen. Ryan en Deci (2000) noemen dit de intrinsieke

motivatie maar zij zien dit niet als een vierde component. Volgens Ryan en Deci komt

intrinsieke motivatie voort uit competentie, autonomie en verwantschap. Er is dus een verschil in visie, maar beide geven aan dat plezier en interesse hebben in dat wat iemand doet

belangrijk is voor het welbevinden. Het aanbieden van zinvolle activiteiten op school is volgens White (2011) dan ook van belang voor het welbevinden. Het leuk vinden om iets te leren zou volgens White belangrijker moeten zijn dan zo veel en zo volledig mogelijk leren. Brighouse (2006) geeft verder nog aan dat het verwerven van moeilijke vaardigheden en het ontwikkelen van talenten ook belangrijk is voor het welbevinden.

Het welbevinden van leerlingen kan gezien worden op twee niveau’s: algemene belangen van kinderen en specifieke belangen van kinderen (Brighouse, 2006). De algemene belangen van kinderen zijn belangen op de langere termijn en belangen die alle kinderen delen. Voldoende eten en drinken, onderdak en deelnemen aan onderwijs kunnen gezien worden als een algemeen belang van kinderen. Wat van algemeen belang is voor kinderen in het onderwijs wordt vooral bepaald door de overheid en door schoolbesturen (Brighouse, 2006). Allardt (1976) noemt de gezondheid als een basisbehoefte voor het welbevinden en gezondheid valt volgens hem onder de categorie ‘having’: materiële en onpersoolijke

behoeftes. Een goede gezondheid lijkt een voorwaarde te zijn voor een goed welbevinden en past dus ook bij algemene belangen. De specifieke belangen van kinderen zijn vaak moeilijker te ontdekken dan de algemene belangen (Brighouse, 2006). Bij specifieke belangen gaat het om wat er voor het individu nodig is voor een goed welbevinden. Leerkrachten en ouders hebben invloed op de specifieke belangen van kinderen (Brighouse, 2006). Het kan voor leerkrachten en ouders echter wel lastig zijn om te ontdekken wat er nodig is om het

(9)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

7 welbevinden van een specifiek kind te vergroten, omdat kinderen varieëren in wat ze leuk vinden en wat ze de moeite waard vinden.

Eerder onderzoek lijkt aan te tonen dat thuiszitten te maken kan hebben met een gebrek aan welbevinden. Het kan gaan om algemene belangen, want uit het onderzoek van Sleeboom en collega’s (2009) blijkt namelijk dat er factoren binnen een school zijn die met thuiszitten te maken hebben. Scholen kunnen bijvoorbeeld weinig begrip hebben voor de problemen van leerlingen, of kinderen staan op een wachtlijst voor een andere school. Dit lijkt onder de algemene belangen van een kind te vallen omdat ieder kind begrepen wil worden door een school en ieder kind terecht moet kunnen op een school. Het onderzoek van Ingrado (2010) laat ook zien dat veel thuiszitters te kampen hebben met psychische problemen. De gezondheid is van belang voor het welbevinden (Allardt, 1976), dus psychische problemen van leerlingen zouden het gevoel van welbevinden negatief kunnen beïnvloeden. Ook specifieke belangen spelen een rol in het ontstaan van thuiszitten. Volgens Sleeboom en collega’s (2009) spelen er namelijk ook factoren die met de leerling zelf te maken hebben, zoals angst om naar school te gaan, niet gemotiveerd zijn voor school, niet uit bed kunnen komen en nergens zin in hebben. Deze factoren vallen onder de specifieke belangen omdat het per individu afhankelijk is wat er moet gebeuren om niet meer angstig te zijn, gemotiveerd te zijn of ergens zin in hebben. Niet gemotiveerd zijn voor school, wat volgens Sleeboom en collega’s voorkomt, kan ook te maken hebben met een gebrek aan intrinsieke motivatie. De leerling heeft dan misschien geen interesse in school, beleeft geen plezier aan school en/ of voelt geen uitdaging op school.

Ook de andere voorwaarden van een goed welbevinden (competentie, autonomie en verwantschap) lijken een rol te spelen bij thuiszitten. Zo zou de overgang naar het voortgezet onderwijs van invloed kunnen zijn op het gevoel van competentie van leerlingen. Op de leeftijd van 13 jaar is er namelijk een piek in het aantal thuiszitters, de leeftijd waarop veel leerlingen de overstap naar het voortgezet onderwijs maken (Verhoef, Govers-Vreeburg & Lubbersen, 2011). Dit komt volgens Verhoef, Govers-Vreeburg en Lubbersen doordat het leerlingen op een reguliere basisschool vaak nog wel lukt om mee te draaien met de rest van de klas. Er is op de basisschool één vaste leerkracht voor de leerling die de

verantwoordelijkheid heeft en die probeert om alle leerlingen zo goed mogelijk mee te laten doen. Op het voortgezet onderwijs wordt meedoen met de rest van de klas voor sommige leerlingen moeilijker, omdat leerlingen andere competenties moeten beheersen. Zo moeten

(10)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

8 leerlingen op het voortgezet onderwijs veel zelfstandiger zijn, hebben ze verschillende

leerkrachten en is de school vaak groter dan de basisschool. Daar komt ook nog bij dat deze leerlingen in de puberteit zitten, voor velen een gevoelige en onzekere periode. Verder geven Verhoef, Govers-Vreeburg en Lubbersen aan dat leerlingen in het voortgezet onderwijs de situatie zelf moeten structureren. Zelfstandigheid en zelf structureren van situaties stimuleert de autonomie van een leerling, wat belangrijk is voor het welbevinden, maar wanneer

leerlingen nog niet competent zijn in het zelf structureren van situaties en omgaan met zelfstandigheid, gaat dat ten koste van het welbevinden.

Ook verwantschap kan een probleem vormen bij thuiszitters. Sleeboom en collega’s (2009) geven namelijk aan dat er een onprettige sfeer kan zijn in de klas, dat een leerling soms geen aansluiting kan vinden bij andere leerlingen, dat de leerling wordt gepest, of dat de leerling het gevoel heeft dat er weinig begrip is voor zijn problemen door medeleerlingen. Uit het dossieronderzoek van Ingrado (2010) lijkt het ook zo te zijn dat er bij thuiszitten

problemen in de thuissituatie kunnen spelen op het gebied van verwantschap, want volgens Ingrado is er bij thuizitters vaak sprake van leven in een ontregeld gezin. In een ontregeld gezin zullen de familierelaties waarschijnlijk minder succesvol verlopen en kan er een verminderd gevoel van verwantschap zijn.

Het lijkt dus zo te zijn dat thuiszitten te maken kan hebben met een gebrek aan

welbevinden van leerlingen. Het kan daarbij gaan om problemen op het gebied van algemene belangen van kinderen, maar ook op het gebied van specifieke belangen van kinderen. Om een breder beeld te krijgen van de oorzaken van thuiszitten is voor dit onderzoek een aantal diepgaande interviews gehouden met betrokken partijen rondom thuiszitters. Het onderzoek van Ingrado (2010) naar thuiszitters richtte zich namelijk vooral op bestudering van officiële dossiers van leerplichtambtenaren over thuiszitters en er is dus niet met ouders en

professionals gesproken. Sleeboom en collega’s (2009) deden interviews met kinderen en jongeren zelf, maar het ging daarbij om jongeren die behandeld werden door de GGZ (al dan niet met een ontheffing van leerplicht) en geven dus geen representatief beeld van de hele populatie thuiszitters. De resulaten van het kwalitatief onderzoek naar de oorzaken van thuiszitten, worden besproken in het kader van de theorie over welbevinden. Naast de oorzaken van thuiszitten gaat dit onderzoek ook over de Wet passend onderwijs en wat deze wet kan doen om thuiszitten tegen te gaan. Wat de Wet passend onderwijs inhoud en waarom de wet wordt ingevoerd, wordt verder besproken.

(11)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

9

De Wet passend onderwijs

De Wet passend onderwijs is niet zomaar opgesteld, maar vindt zijn oorsprong al in het begin van de jaren negentig toen in Nederland ‘Weer Samen Naar School’ (WSNS) werd gestart (van der Meer, 2011). WSNS was bedoeld om kinderen met gedragsproblemen of

leerproblemen zoveel mogelijk op reguliere basisscholen te houden. Er was namelijk twijfel over of het apart les geven op speciale scholen wel goed was voor kinderen en het was onduidelijk hoe de verwijzing van leerlingen naar het speciaal basisonderwijs verliep. Basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs die deelnemen aan één WSNS

samenwerkingsverband, krijgen jaarlijks geld van de overheid.8 Van dat geld kunnen leraren uit het speciaal basisonderwijs kinderen in het basisonderwijs helpen en/ of kunnen

ondersteuners en begeleiders betaald worden. Onder WSNS valt niet het speciaal onderwijs waar leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke en verstandelijke handicap, of leerlingen met ernstige gedragsstoornissen en psychiatrische stoornissen naar toe gaan. Leerlingen die op het speciaal onderwijs zitten kunnen door middel van een leerlinggebonden financiering (de 'rugzak', die in 2003 werd ingevoerd) ook naar het reguliere onderwijs.9 Het verloop van WSNS was niet naar wens: er werden nog evenveel leerlingen doorverwezen naar het speciaal onderwijs én daarnaast werden er budgetten aangevraagd voor zorgleerlingen in het reguliere onderwijs (van der Meer, 2011). In juni 2007 kwam er een plan voor een nieuwe

stelselwijziging: passend onderwijs (van der Meer, 2011). Er werden vijf problemen genoemd die door de invoering van passend onderwijs aangepakt moeten worden: 1) Er zijn teveel regels en procedures binnen het onderwijssysteem; 2) Er zijn thuiszitters; 3) De kwaliteit van de zorg in het onderwijs is slecht; 4) Er is een gebrek aan samenwerking tussen scholen; 4) De hoge kosten door het aantal verwijzingen naar het speciale voorzieningen en het toekennen van de leerlingbedonden financiering.

Het grote verschil tussen passend onderwijs en het huidige beleid lijkt voor thuiszitters te zijn dat de verantwoordelijkheid voor leerlingen nadrukkelijker komt te liggen bij

schoolbesturen. Schoolbesturen krijgen onder passend onderwijs namelijk zorgplicht en moeten ervoor zorgen dat iedere leerling die bij hen staat ingeschreven of zich heeft

aangemeld een passende onderwijsplek krijgt (van der Meer, 2011; Informatiegids Passend Onderwijs, 2013). Doordat schoolbesturen zorgplicht krijgen hoeven ouders bij een afwijzing

8

www.rijksoverheid.nl, geraadpleegd op 26 juni 2013

9

(12)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

10 van de school niet meer (zoals in de huidige situatie soms het geval is) zelf op zoek naar een nieuwe school (Informatiegids Passend Onderwijs, 2013). Onder de Wet passend onderwijs valle alle scholen onder een samenwerkingsverband (van der Meer, 2011). De

samenwerkingsverbanden worden gevormd door de besturen van scholen in een regio en in tegenstelling tot het huidige systeem wordt het speciaal onderwijs daar nu wel bij betrokken. Voor het voortgezet onderwijs en voor het basisonderwijs zijn er aparte

samenwerkingsverbanden. De schoolbesturen bepalen welke leerlingen binnen het

samenwerkingsverband speciale voorzieningen krijgen en zij bepalen hoe het budget voor zorg over speciale en reguliere scholen verdeeld wordt. Onder passend onderwijs zijn samenwerkingsverbanden vrij om speciale (tussen)voorzieningen te maken voor leerlingen, maar er is een financiële stimulans om leerlingen op een reguliere school te houden, omdat de speciale voorzieningen relatief duur zijn (van der Meer, 2011).

De overheid wil er met de Wet passend onderwijs voor zorgen dat iedere leerling onderwijs kan volgen en dat is ook de taak van de overheid. Volgens art. 23 in de grondwet en volgens het verdrag van de rechten van het kind is het namelijk de verantwoordelijkheid van de overheid om te voorzien in onderwijs voor alle kinderen. Ieder kind heeft namelijk recht op onderwijs en basisonderwijs moet voor ieder kind gratis en verplicht zijn.10 De overheid moet zorgen voor een goede toegankelijkheid tot het voortgezet- en beroepsonderwijs, dat

overeenkomt met ieders leerniveau. Daarnaast heeft ieder kind recht op onderwijs dat onder andere gericht is op ontplooiing van het kind en respect voor mensenrechten. Verder staat in artikel 3 van het verdrag inzake de rechten van het kind, dat bij alle maatregelen waarbij kinderen betrokken zijn het belang van het kind voorop moet staan. Het is daarbij de taak van de overheid om het welzijn van kinderen te bevorderen en toezicht te houden op alle

voorzieningen voor zorg aan kinderen. Door de invoering van de Wet passend onderwijs lijkt de overheid dus te willen voldoen aan haar verantwoordelijkheid en aan de rechten van kinderen.

Wanneer het inderdaad zo is dat er bij thuiszitten wat mis gaat op gebied van

welbevinden, zou de Wet passend onderwijs een maatregel moeten zijn die gericht is op het welbevinden van kinderen. Zoals eerder benoemd zijn het vooral leerkrachten en ouders die invloed hebben op de specifieke belangen en dus op het welbevinden van kinderen

(Brighouse, 2006). De overheid kan namelijk niet bepalen wat specifieke belangen van

10

(13)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

11 kinderen zijn, omdat zij individuele kinderen niet kennen. De overheid kan echter wel een kader scheppen waarin wordt voorzien in algemene belangen van kinderen en waarbinnen leerkrachten worden gestimuleerd en de mogelijkheid hebben om aan te sluiten bij specifieke belangen van leerlingen (Brighouse, 2006). Als het welbevinden een oorzaak is van

thuiszitten en de Wet passend onderwijs thuiszitten moet voorkomen, dan zou de wet dus elementen moeten bevatten waardoor leerkrachten gestimuleerd worden en de mogelijkheid hebben om te voldoen aan de specifieke belangen van leerlingen. Door middel van interviews met experts is onderzocht in hoeverre passend onderwijs een oplossing kan zijn voor

thuiszitten. De resultaten van het kwalitatief onderzoek waarin beschreven staat in hoeverre passend onderwijs daadwerkelijk een oplossing is voor de oorzaken van thuiszitten zullen worden besproken in het kader van de theorie over welbevinden.

Dit onderzoek over de consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters is in opdracht van onderzoeksbureau Sardes uitgevoerd (zie bijlage 1 voor meer informatie over Sardes). Voor het empirische gedeelte is eerst onderzoek gedaan naar de oorzaken van thuiszitten door middel van interviews met ouders van thuiszitters en professionals. Vervolgens is onderzocht in hoeverre het passend onderwijs deze oorzaken kan bestrijden door middel van interviews met experts en een bijgewoonde expertmeeting over passend onderwijs. In het volgende hoofdstuk staat de methode van onderzoek beschreven. Daarna volgen in twee delen de resultaten van het onderzoek: in het eerste deel de uitkomsten van de interviews met ouders en professionals, in het tweede deel de uitkomsten van de interviews met experts en de expertmeeting. Ten slotte volgen de conclusies van de resultaten en enkele discussiepunten over deze resultaten.

(14)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

12 Methode

Werving

De deelnemers zijn geworven via leerplichtambtenaren in de omgeving van Leiden (8 ouders), de Achterhoek (3 ouders) en Haarlem (1 ouder). Daarnaast zijn er deelnemers geworven via een oproep op het internet (3 ouders). Er is via e-mail en telefoon (e-mail adressen zijn gevonden op websites van gemeenten) contact gezocht met verschillende

leerplichtambtenaren in de omgeving van Amsterdam en Aalten. De leerplichtambtenaren die bereid waren mee te werken hebben zelf contact opgenomen met de ouders en hebben

vervolgens de contactgegevens van ouders aan de onderzoeker doorgegeven. Ouders zijn daarna per telefoon en e-mail benaderd. Na afloop van het interview met de ouders gaven de ouders aan welke professional van de school het best benaderd kon worden en wat de

contactgegevens van de professional zijn. Met deze professionals is vervolgens contact opgenomen via telefoon of e-mail. Naast interviews met betrokken partijen rondom

thuiszitten, zijn er ook interviews gehouden met experts op het gebied van passend onderwijs. De experts zijn geworven via het netwerk van Sardes en werden per e-mail benaderd. Er is ook een expertmeeting bijgewoonddie werd georganiseerd door Sardes in het kader van een onderzoek naar passend onderwijs in opdracht van de ECPO (evaluatie en adviescommissie passend onderwijs). Daar kwamen verschillende experts op het gebied van passend onderwijs samen om de risico’s en kansen van passend onderwijs te bespreken.

Materialen

De interviewschema’s voor de ouders en de professionals zijn opgesteld nadat er kennis was vergaard op het gebied van thuiszitters en passend onderwijs. Er zijn vier hoofdonderwerpen gekozen, waarbij verschillende vragen zijn opgesteld. Er werden vragen gesteld over ‘de achtergrond en oorzaken’, ‘oplossingen’, ‘contacten met anderen’ en ‘passend onderwijs’. Voorafgaand aan de interviews zijn de interviewschema’s met de begeleiders van de

onderzoeker besproken en is een oriënterend gesprek met een ouder gevoerd. Daarna zijn de interviewschema’s aangescherpt en aangepast. De beginvraag van het interview bij iedere ouder er professional was: ‘Kunt u iets vertellen over het schoolverloop van uw kind/ de leerling?’. Vervolgens werden de andere vragen afhankelijk van het verloop van het gesprek gesteld. Bij het onderwerp ‘passend onderwijs’, werd eerst uitleg gegeven over de inhoud van de wet. Experts op het gebied van passend onderwijs kregen verschillende casussen met de

(15)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

13 vraag: ‘Hoe zouden de procedures verlopen wanneer de wet passend onderwijs al van kracht was?’.

Procedure

De interviews werden gehouden in de periode van februari tot en met juni. Alle interviews zijn afgenomen door dezelfde onderzoeker en de interviews duurden drie kwartier tot een uur. Het was voor de deelnemers vooraf bekend dat het ging om een masterscriptie-onderzoek voor de UVA en dat de opdrachtgever onderzoekbureau Sardes was. Aan de deelnemers werd verder uitgelegd dat het doel van het interview was om achter de oorzaken van het thuiszitten te komen en te achterhalen hoe het thuiszitten voorkomen had kunnen worden. Dit is duidelijk genoemd tijdens het maken van de afspraak en nogmaals voorafgaand aan de start van het interview. Drie ouders en één professional zijn op hun eigen verzoek telefonisch geïnterviewd waarbij de ouders op dat moment thuis waren en de professional op haar werkplek. Tijdens deze interviews zijn aantekeningen gemaakt en de drie ouders hebben de uitwerking

ontvangen via e-mail. Alle drie de ouders hebben op de ontvangst gereageerd. Eén van hen heeft enkele aanpassingen gedaan die zijn verwerkt. Met de rest van de deelnemers zijn face to face interviews bij ouders thuis en op de werkplek van de professionals afgenomen. De face to face interviews werden opgenomen met een recorder en vervolgens uitgeschreven, maar er is één uitzondering. Eén van de interviews met professionals kon namelijk pas plaatsvinden in de fase waarin de resultaten al verwerkt waren en is daarom niet uitgeschreven. Wel zijn er zo volledig mogelijk aantekeningen gemaakt tijdens het gesprek die zijn toegevoegd aan de resultaten. Eén ouder en één professional wilden de uitwerking van het interview ontvangen, deze zijn via e-mail verzonden en daar is geen reactie meer op gekomen. Met twee experts zijn de gesprekken op hun eigen werkplek afgenomen (zij namen samen deel aan het gesprek), met de derde expert is in een ruimte bij Sardes gesproken. Ook de expertmeeting vond plaats bij Sardes. Alle deelnemers aan het onderzoek krijgen via e-mail of post een samenvatting van de resultaten.

Uitdagingen

De werving van ouders was een lang proces. Er is contact gelegd met veel

leerplichtambtenaren, zorgcoördinatoren en organisaties die iets doen op het gebied van thuiszitten. Vaak moest met anderen worden overlegd voordat zij ouders wilden benaderen.

(16)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

14 Reacties lieten soms lang op zich wachten, waardoor er regelmatig achter mensen aan gebeld en gemaild is. Het was soms een uitdaging om het verhaal van ouders zo goed mogelijk naar boven te krijgen, omdat niet iedere ouder uit zichzelf veel vertelde. Bij één ouder was er sprake van een taalbarrière, deze ouder had soms moeite met het begrijpen van de vragen en met het antwoord geven op de vragen. De interviews met professionals verliepen vaak soepeler, omdat er al een beeld van de casus was en deze verder werd aangevuld door de professionals. Het was verder een puzzel om aan ieders verhaal recht te doen, maar ook een algemeen beeld te kunnen geven van de resultaten. Om dit zo goed mogelijk te doen is bij het opschrijven van ieder resultaat steeds weer teruggekeken naar de uitwerkingen van de

interviews. Ook was het een uitdaging om de interviews met de experts zo goed mogelijk te verwerken. Vooral omdat de Wet passend onderwijs nog niet van kracht is en de experts dus alleen in theorie kon spreken over de uitwerking van de wet.

Analyse

Er was één hoofdonderzoeker die de data gecodeerd heeft (zie bijlage 2 voor de codering). De tekst is eerst onderverdeeld in hoofdthema’s die belangrijk zijn voor het beantwoorden van de hoofdvragen. Vervolgens zijn er per hoofdthema codes gegeven aan de antwoorden. Vijf gecodeerde interviews zijn daarna met een tweede codeur besproken. Na deze bespreking zijn voor een duidelijkere indeling van de data enkele codes toegevoegd en/ of van naam

veranderd. De hoofdthema’s zijn in de resultaten beschreven en ter illustratie zijn

verschillende quotes opgenomen. De namen die in de quotes voorkomen zijn gefingeerde namen en achter ieder quote staat of het om een ouder of een professional gaat, gevolgd door het nummer van de deelnemer. Verder wordt er in de resultaten verschillende keren gebruikt gemaakt van afkortingen, daarom is in bijlage 3 is een lijst met afkortingen opgenomen.

(17)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

15 Resultaten

De resultaten van het onderzoek staan in twee delen beschreven. Het eerste deel gaat over de kenmerken van thuiszitters en wat volgens ouders van thuiszitters en volgens scholen de oorzaak van het thuiszitten is. Ook wordt beschreven wat er volgens scholen en ouders had moeten gebeuren om het thuiszitten te kunnen voorkomen. In het tweede deel wordt ingegaan op de vraag of de Wet passend onderwijs zou kunnen bijdragen aan het voorkomen van thuiszitten.

Deel 1: Oorzaken van thuiszitten

Het eerste deel van de resultaten gaat over wat ouders van thuiszitters en professionals van scholen zien als de oorzaken van thuiszitten. Ouders en professionals hebben aangegeven op welke gebieden volgens hen problemen waren en wat er nodig was om thuiszitten te

voorkomen. Eerst volgt een uitgebreide beschrijving van de deelnemers. Vervolgens wordt beschreven wat professionals en ouders zien als de oorzaken van thuiszitten. Ten slotte wordt ingegaan op hoe thuiszitten volgens ouders en professional te voorkomen was.

Deelnemers: Ouders en professionals

Voor het eerste gedeelte van het onderzoek zijn ouders van thuiszittende jongeren tussen de 13 en 18 jaar geïnterviewd. De meeste thuiszitters zaten enkele weken tot een halfjaar thuis, maar er zijn ook thuiszitters in de onderzoekgroep die bijna een heel schooljaar thuis zaten. Negen thuiszitters zaten op het moment van interview daadwerkelijk thuis, voor twee was een tijdelijke oplossing gevonden en voor vier was een volledige oplossing in het onderwijs gevonden. Bij drie interviews met ouders was de thuiszitter zelf aanwezig, omdat de ouders en thuiszitter dat zelf graag wilden. De professionals die zijn geïnterviewd waren in de meeste gevallen docent, teamleider of zorgcoördinator op de laatste school van de thuiszitter. In één geval is met de ambulant begeleider gesproken, omdat zij het meest van de situatie wist. In één ander geval is er met een hulpverlener gesproken. Het was in dit geval niet zinvol om de laatste school te spreken, omdat deze thuiszitter drie jaar in het buitenland heeft gewoond en daar niet naar school ging.

(18)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

16

Achtergronden van thuiszitters

Uit Tabel 1 is op te maken dat het speciaal onderwijs, dat erop gericht is om onderwijs te bieden aan zorgleerlingen, ook niet altijd een oplossing kan bieden. Een professional zegt daarover:

Men denkt vaak dat speciaal onderwijs alle problemen oplost, maar dat is niet zo, want speciaal onderwijs pakt geen kindfactoren aan. De school kan er niet voor zorgen dat een angstige jongen opeens niet angstig meer is. Of dat een perfectionistische jongen opeens niet meer perfectionistisch is. Professional (030)

Er moet wel opgemerkt worden dat drie van de leerlingen die naar het speciaal onderwijs gingen, pas thuis kwamen te zitten na het afronden van de opleiding en dus geen problemen hebben ervaren tijdens het schooltraject, want de problemen ontstaan pas daarna. Eén van de thuiszitters waarvan de laatste school het speciaal onderwijs was, was daarvoor ook al thuis komen te zitten van het regulier onderwijs en de laatste twee thuiszitters zaten al enkele jaren op het speciaal onderwijs. Voor deze laatste drie thuiszitters geldt dat het speciaal onderwijs dus ook niet altijd een oplossing kan bieden voor zorgleerlingen.

Tabel 1.

Type onderwijs van laatste school

In Tabel 2 is te zien dat bijna alle thuiszitters uit de onderzoeksgroep zijn

gediagnostiseerd met psychosociale problemen. In twee gevallen is er geen diagnose bekend, maar daarvan is wel bekend dat één thuiszitter op het speciaal onderwijs zat en dat de andere thuiszitter te maken heeft gehad met een traumatische gebeurtenis. Bij beide thuiszitters was dus wel sprake van problematiek. Verschillende ouders en professionals zien de

gediagnostiseerde problematiek als onderdeel van de oorzaken van thuiszitten. Door problematiek als agressie, faalangst, schoolangst, moeite met veranderingen, moeite met onduidelijke en ongestructureerde situaties en moeite met sociale contacten, zijn veel

Regulier onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs

(19)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

17 thuiszitters uit de onderzoeksgroep niet (meer) in staat om binnen een klas te functioneren zoals dat van hen verwacht wordt. Bij één thuiszitter lijkt niet zozeer de problematiek zelf, maar het hebben van een diagnose de oorzaak te zijn van thuiszitten. In dit geval had de thuiszitter met de diagnose PDD-NOS zonder veel problemen in vier jaar zijn VMBO diploma gehaald op het regulier onderwijs. De leerling werd op het MBO aangemeld, maar kwam thuis te zitten doordat hij werd geweigerd vanwege zijn diagnose. De school gaf aan niet te kunnen bieden wat de leerling volgens hen nodig had.

Naast dat de problematiek die hoort bij de diagnose van de leerling een rol kan spelen bij thuiszitten, levert weinig kennis over deze diagnose ook problemen op. Enkele

professionals geven aan dat de ouders van thuiszitters te weinig kennis hebben over de diagnose en de problematiek van hun kind om een goede aanpak te kunnen hanteren en/ of hun kind te kunnen helpen met naar school gaan. Sommige professionals en ouders zeggen dat de kennis over verschillende diagnoses ook ontbreekt bij docenten, wat de ondersteuning van een leerling bemoeilijkt. Verder geven enkele ouders aan dat het moment waarop de diagnose gesteld werd ook heeft uitgemaakt bij thuis komen zitten. Bij acht van de thuiszitters werd de diagnose vlak voor of tijdens het thuiszitten gesteld. Doordat er eerst nog geen diagnose bekend was, werd er nog geen hulp geboden en was ook niet duidelijk wat een leerling nodig heeft. “Als we hadden geweten dat hij autistisch is, dan hadden we hem nooit op zo’n grote school gezet, dan had hij meteen in een kleine groep op het speciaal onderwijs gezeten” Ouder (014).

Tabel 2.

Diagnoses van thuiszitters

+ Hoogbegaafd + ADHD11 + Depressie

Autisme Spectrum Stoornis 8 2 2 1

Oppositional Defiant Disorder 2

Angststoornis 1

PTSS + slaapstoornis 1 1

Hoogbegaafd 112

Geen diagnose bekend 2

11

Eén van de thuiszitters heeft de diagnose autisme spectrum stoornis + hoogbegaafd + ADHD.

12

(20)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

18

Aanleiding tot thuiszitten

In Tabel 3 is te zien dat veel thuiszitters problemen krijgen tijdens het schooltraject waardoor het niet meer gaat, maar dat het ook voorkomt dat een schooltraject (met succes) is afgerond door een leerling die daarna nog wel leerplichtig is, maar dat een overgang naar een volgend schooltraject niet gemaakt kan worden. In die gevallen neemt een volgende school de leerling (nog) niet aan. In twee gevallen wordt een thuiszitter met een diagnose niet aangenomen omdat scholen aangeven dat ze niet kunnen bieden wat de leerling nodig heeft. Een derde leerling zit vijf maanden thuis omdat hij niet kan worden aangenomen op een VSO voordat de indicatiestelling rond is. De vierde leerling wordt door zijn moeder aangemeld op een hoger niveau dan het advies van de laatste school en de school durft het niet aan om de leerling aan te nemen. In Tabel 3 is te zien dat er ook thuiszitters zijn die tijdens een schooltraject thuis kwamen te zitten, maar die daarvoor wel te maken hebben gehad met een overgang tussen sectoren of met een overgang binnen een sector die van invloed was op het thuiszitten. De overgang tussen sectoren kan voor problemen zorgen doordat het verschil tussen de sectoren groot is. “Basisscholen zijn heel vooruitstrevend met handelingsplannen, groepsplannen, cursussen, enzovoort. Maar in het VO gebeurt er eigenlijk bijna niks, waardoor het verschil heel groot is. Basisscholen dichten zoveel gaatjes die op een VO opeens enorm aan het licht komen” Professional (019). Dit verschil tussen sectoren wordt ook opgemerkt bij een overgang van VSO naar MBO. “Het verschil tussen het VSO en het MBO is een gapend gat. Er is minder begeleiding op het MBO, het komt op jezelf neer. Het is te massaal voor een jongen van het VSO, hij verzuipt daar” Ouder (006).

Niet alleen een overgang naar een andere sector kan een rol spelen bij thuiszitten, ook een overgang binnen een sector kan meespelen. Er is een thuiszitter die topsport en onderwijs ging combineren en daardoor naar een andere middelbare school moest en daar de sfeer onprettig vond. Een tweede thuiszitter moest in het derde leerjaar naar een grotere locatie van de school waar hij zich erg onprettig voelde. Ten slotte was er een thuiszitter waarbij de problemen op school heftiger werden toen hij naar het derde leerjaar ging en meer docenten kreeg.

De groep thuiszitters waarbij een overgang geen oorzaak is van thuiszitten, heeft vanwege problemen op school al wel eerder in hun schoolloopbaan te maken gehad met overgangen binnen een sector. De overgang binnen een sector was bij hen dus niet van

(21)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

19 niet voor problemen, maar door problemen op school moesten zij juist een overgang gaan maken. Voor deze drie thuiszitters was de overgang binnen een sector of tussen sectoren dus niet direct van invloed op thuiszitten. Bij de meerderheid speelde een overgang echter wel een rol, waaruit blijkt dat overgangen kwetsbare momenten zijn die kunnen leiden tot thuiszitten.

I

In bijna alle gevallen spelen meerdere factoren waardoor een leerling een thuiszitter wordt. Hoewel ouders en professionals het in enkele gevallen oneens zijn over de echte aanleiding van thuiszitten, zijn er in de onderzoeksgroep wel vier categorieën te

onderscheiden in redenen van niet (meer) op een school terecht kunnen (Tabel 4). Thuiszitters die binnen de eerste categorie vallen (kolom 1) zijn hiervoor al beschreven. Daarbij gaat het om de thuiszitters die niet op een school terecht kunnen omdat ze door een nieuwe school (nog) niet werden aangenomen. Thuiszitters uit de tweede kolom werden door de school verwijderd vanwege antisociaal gedrag en/ of om de veiligheid voor (henzelf en) anderen binnen de school te kunnen waarborgen. Bij één van hen ging het om antisociaal gedrag richting andere leerlingen, voornamelijk buiten schooltijd. Een ander had last van woede aanvallen, waarbij hij regelmatig spullen vernielde. Eén van de ouders was het met de school eens en de leerling was ook al aangemeld voor een andere plek, maar ging tot die tijd nog naar school. De andere twee ouders waren het er niet mee eens dat hun kind verwijderd werd en één van deze ouders was het ook niet eens met het verwijzingsadvies van de school. De leerling uit de derde kolom maakte zelf de keuze dat zij niet meer wilde blijven op een school waar onderwijs aan een speciale doelgroep werd gegeven. Het ging in dit geval om een school voor topsporters. Doordat ze de sfeer op school niet prettig vond en door privéproblemen,

13

Bij de thuiszitters die na afronden van een schooltraject zijn thuis komen te zitten, is gesproken met een professional van de laatste school en in één geval met een consulente die aangesteld was via de gemeente.

Tabel 3.

Moment van thuiszitten

Na afronding school13 Tijdens schooltraject

Na een overgang naar een andere

sector

Na een overgang binnen een sector

Thuiszitten gebeurt niet na of tijdens een

overgang

(22)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

20 spijbelde de leerling veel en uiteindelijk kon zij de combinatie van topsport en naar school gaan niet meer opbrengen, waardoor ze zelf niet meer naar deze school wilde.

De thuiszitters uit de kolom ‘Leerling is niet in staat om naar school te gaan en is langdurig afwezig’ in Tabel 4 waren door psychosociale problemen niet in staat om onderwijs te volgen op school. Enkele ouders gaven ook aan dat de leerling geen aansluiting kon vinden bij medeleerlingen en/ of dat hun kind zich gepest voelde op school. Ouders in deze categorie meldden hun kind veelvuldig ziek. Ouders deden dat vaak om hun kind te beschermen of omdat het ze niet lukte om hun kind naar school te krijgen.

Bart werd op een gegeven moment echt lichamelijk ziek van school. Hij voelde zich helemaal niet meer op zijn gemak op school en werd steeds ongelukkiger. Bart werd er op een gegeven moment ook depressief van, waardoor ik ook niet meer wilde dat hij naar school ging. Ouder (009)

Deze leerlingen werden steeds vaker en langer ziek gemeld en kwamen in de meeste gevallen uiteindelijk helemaal niet meer op school. De meeste scholen die met deze leerlingen te maken hebben geven aan dat het daardoor erg lastig is om ze ondersteuning te bieden.

Er is door de school al die tijd veel hulp aangeboden en veel tijd geïnvesteerd in Martijn. De deur heeft ook altijd voor hem open gestaan. Maar Martijn is niet meer in staat om uit huis te komen en naar de school te komen. Aan een leerling die er niet is, kan de school geen hulp bieden. Professional (024)

Bij de thuiszitters uit categorie 4 gaven de scholen aan dat ze de leerling (uiteindelijk) niet meer konden bieden wat nodig was en verwezen de leerling door voor meer onderzoek en/ of een plaatsing elders. De meeste ouders konden zich vinden in de verwijzing van de school, omdat zij zelf ook wel inzagen dat het niet meer ging op school, maar er zijn ook twee ouders die het oneens waren met het verwijzingsadvies van de school.

(23)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

21 Tabel 4.

Redenen van niet (meer) op een school terecht kunnen

School neemt leerling (nog) niet

aan

School verwijdert leerling vanwege antisociaal gedrag

Leerling kiest er zelf voor niet naar school

te gaan

Leerling is niet in staat om naar school te gaan en is langdurig afwezig

4 3 1 7

Uit voorgaande blijkt dat er in de onderzoeksgroep vier categorieën van redenen zijn waarom een leerling niet meer op een school terecht kan. Dit kan komen door de beslissing van een school om een leerling (nog) te weigeren of een leerling te verwijderen, door de beslissing van een leerling zelf om niet meer naar school te willen, of door de beslissing van ouders die een leerling langdurig ziekmelden omdat een leerling niet meer in staat is om naar school te gaan.

Langdurig thuiszitten

De meeste thuiszitters die niet in staat waren om naar school te gaan, werden tijdens hun schoolloopbaan al vier weken of langer door hun ouders ziek gemeld. Omdat de definitie van een thuiszitter is dat een leerling vier weken of langer niet naar school gaat, vielen deze ziek gemelde thuiszitters al tijdens de schoolloopbaan onder de noemer thuiszitter. Voor alle andere thuiszitters geldt dat zij pas onder de noemer thuiszitter vielen nádat een school aangaf dat ze niet (meer) op de school terecht konden, omdat ze vanaf dat moment pas vier weken of langer niet op een school aanwezig waren. Dat leerlingen pas na het verlaten van een school thuiszitter werden, komt voornamelijk doordat er sprake was van lange

aanmeldingsprocedures en/ of wachtlijsten voor een vervolgplek. Door procedures en

wachtlijsten kan het soms lang duren voordat een leerling ergens anders geplaatst kan worden en tot die tijd zit de leerling thuis. Zo is er één casus in de onderzoeksgroep waarbij een langdureige procedure zelfs de enige oorzaak is van thuiszitten:

Het zoeken naar een school begon in augustus 2012 toen Jari na drie jaar weer terug kwam uit Turkije. Jari kon binnen het speciaal onderwijs op dat moment niet terecht, omdat zijn indicatie was verlopen en de herstart plekken vol waren. Hij kon ook niet alvast beginnen, ook al gaf de verantwoordelijke voor de indicatie aan dat het goed zou komen met de indicatie. Maar dat wilde de school niet, de indicatie moest eerst rond zijn, anders

(24)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

22

krijgt de school geen geld. Toen de indicatie er in januari eenmaal was, kon Jari met een week naar school. Professional (028)

Naast een lange indicatieprocedure zijn er ook andere procedures die ervoor zorgen dat een thuiszitter niet (direct) op een nieuwe school terecht kan.

Er werd aangegeven dat er geen plek was en dat haar profielkeuze niet kon. Daarmee was het ook af, Roos kon niet op de school terecht. Toen wilde Roos in februari 2013 starten met een MBO opleiding, maar doordat er te weinig aanmeldingen waren voor de opleiding, kon ze ook daar niet starten. Ouder (015)

Dat thuiszitten lang duurt, heeft dus vaak te maken met procedures en wachtlijsten. Voor deze thuiszitters is er al wel een geschikte vervolgplek gevonden, maar kunnen zij daar nog niet terecht. Het komt in de onderzoeksgroep ook voor dat thuiszitters lang thuiszitten doordat er nog geen geschikte vervolgplek gevonden is en de zoektocht naar een oplossing lang duurt. Wanneer de zoektocht naar een oplossing lang duurt, kan dat komen omdat zowel de ouders als de school niet weten wat een geschikte oplossing is. De zoektocht duurde in sommige gevallen lang doordat ouders niet instemden met het advies van de school en daardoor naar een andere vervolgplek gezocht moest worden.

[Om te voorkomen dat Frank thuis kwam te zitten] had hij naar de Op de Rails

voorziening14 moeten gaan waar er een plek voor hem was en vandaar uit naar zijn nieuwe school. Dan was hij eerder weer onder dak geweest. Maar dat wilden ouders niet, die wilden Frank niet naar een ZMOK school [speciaal onderwijs red.], daardoor bleef hij langer thuis zitten. […] Dat kan ik ook nog wel plaatsen want anderen vinden dat de beste oplossing voor Frank, maar als ouders kun je daar een ander beeld van hebben.

Professional (023)

De leerlingen die al thuiszitter zijn doordat ze vier weken of langer werden ziek gemeld, kregen veelal ook te maken met procedures, wachtlijsten en lange zoektochten naar

14 ‘Op de Rails’ is een voorziening voor leerlingen met gedragsproblemen die problemen hebben op een reguliere school

(http://www.portaal-hs-odr.nl/op-de-rails, geraadpleegd op 26 juni 2013). Het doel van Op de Rails is terugkeer naar de reguliere school. De leerling neemt deel aan een onderwijsprogramma met veel persoonlijke aandacht en begeleiding en er worden duidelijke regels gesteld en afpraken gemaakt.

(25)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

23 vervolg plekken, maar bij hen verlengt het vooral de duur van thuiszitten. Procedures,

wachtlijsten en lange zoektochten zorgen er dus niet voor dat zij thuiszitters worden, zij waren immers al thuiszitter door de langdurige ziekmelding. Procedures, wachtlijsten en zoektochten naar een nieuwe school zijn dus voor veel thuiszitters oorzaken of onderdeel van thuiszitten. Voor sommige thuiszitters zorgde procedures, wachtlijsten en zoektochten ervoor dat zij daadwerkelijk thuis kwamen te zitten, voor andere thuiszitters werd daardoor vooral de duur van thuiszitten verlengd.

Thuiszitten voorkomen

In deze paragraaf staat beschreven wat er volgens ouders en professionals nodig was om thuiszitten te voorkomen. Eerst wordt ingegaan op signaleren van problemen, wat volgens veel ouders en professionals eerder had moeten gebeuren. Vervolgens is beschreven welke ondersteuning er voor het thuiszitten geboden is en wat de mening van ouders en

professionals is over de geboden ondersteuning. Ten slotte volgen enkele ideeën over oplossingen voor thuiszitten die genoemd zijn door ouders en professionals.

Vooral in situaties waar de ouder de leerling ziek meldt omdat de leerling niet in staat is om naar school te gaan of de leerling er zelf voor kiest om niet naar school te gaan, geven professionals aan dat de problemen van de leerling eerder gesignaleerd hadden moeten worden. De school, of zelfs al de vorige school, had volgens hen eerder actie moeten

ondernemen. Een late actie komt vaak doordat een school eerst probeert wat ze zelf kunnen of doordat de school nog niet door heeft dat er iets aan de hand is. De situatie van een leerling blijft daardoor soms te lang sudderen totdat het echt niet meer gaat. Er zijn ook professionals die aangeven dat een leerling zonder problemen bij hen binnen kwam waardoor er vanaf het begin nog niet extra op de leerling gelet werd en pas later duidelijk werd dat er iets aan de hand was.Enkele professionals geven aan dat er achteraf vaak al wel signalen waren die niet gezien zijn.

In het begin dacht de mentor: ze is ziek, laat ik eens vragen hoe het gaat. Dan kreeg ze te horen dat ze weer begon op te knappen en dan wacht je het even af. Het is dus een

sluimerend proces geweest. Het leek ook of de leerling mee bewoog. Ze gaf aan dat ze iets ging doen en dan dacht iedereen dat er iets bereikt was. Maar dan deed ze het vervolgens

(26)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

24

toch niet en dan waren we zo weer een maand verder. Eerst kijk je dan wat je als school zelf nog kunt doen en dan blijk je toch nog tekort te komen. Professional (020)

Er is ook een professional die aangeeft dat de school wel de signalen heeft gezien en tijdig hebben geprobeerd om actie te ondernemen, maar dat het te lang duurde voordat de

hulpverlening daarin ook actie ondernam. Ouders geven net als de professionals ook aan dat eerder actie ondernemen belangrijk was geweest en dat het thuiszitten misschien voorkomen had kunnen worden. Een aantal ouders zegt dat naast de school, zij zelf ook eerder in actie hadden moeten komen. Om thuiszitten te voorkomen was het volgens professionals en ouders dus nodig om signalen sneller op te pikken en daarna direct de juiste actie te ondernemen.

Er werd dus soms niet op tijd gesignaleerd of actie ondernomen, maar vaak is er op school wel iets geprobeerd om de leerlingen ondersteuning te bieden. De meeste professionals waarbij een leerling tijdens het schooltraject is thuis komen te zitten, geven aan dat er allerlei ondersteuning is geboden in een poging de leerling te helpen. Werken in een aparte ruimte, individuele gesprekken met de leerling en aanpassing van het lesprogramma worden

genoemd. Enkele leerlingen zijn doorgestuurd naar een tijdelijke voorziening om weer terug te keren in het onderwijs, maar daar ging het ook al snel niet goed. Sommige ouders geven echter aan dat de school naar hun idee meer hulp en ondersteuning had kunnen bieden aan hun kind. Ouders zien vaak wel dat er geprobeerd is om ondersteuning te bieden, maar geven aan dat deze ondersteuning onvoldoende aansloeg. Eén ouder geeft zelfs aan dat de school niets concreets heeft gedaan ter ondersteuning. De thuiszitter moest eerst wachten tot het geld voor extra ondersteuning binnen was voordat deze thuiszitter hulp kon krijgen. Toen het geld voor extra ondersteuning binnen was, waren de problemen al te ver opgelopen. Sommige

professionals geven op hun beurt weer aan dat er ook wat in de thuissituatie zou moeten veranderen om een thuiszitter weer naar school te krijgen. Daarbij worden vooral

hulpverleningsinstanties genoemd die binnen het gezin ingezet moeten worden om ouders te helpen en te ondersteunen bij de opvoeding. Daardoor kunnen ouders leren hoe ze met de problematiek van hun kind moeten omgaan en hoe ze daadkrachtig kunnen optreden naar hun kind toe. Een enkele professional vindt zelfs uithuisplaatsing van een leerling nodig, omdat ouders te veel verwikkeld zijn in de problemen van een leerling en zelf het tij niet meer kunnen keren.

(27)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

25 Professionals en ouders kwamen met enkele ideeën die volgens hen nodig zijn om thuiszitten te voorkomen. Professionals en ouders geven ten eerste aan dat er meer individuele begeleiding nodig was om de thuiszitters te kunnen helpen en te behouden voor het onderwijs. In sommige gevallen gaat dit om iemand die meekijkt en helpt in de klas of aan het begin en het einde van de dag in gesprek gaat met de leerling. Enkele professionals geven echter ook aan dat voor de leerling één op één begeleiding nodig zou zijn om hem of haar te kunnen behouden. Dit kon door veel scholen niet geboden worden, omdat daar geen ruimte en

personeel voor is. Ten tweede moet volgens sommige ouders en professionals de houding van scholen veranderen. Daarmee wordt vooral bedoeld dat scholen meer hun best moeten doen voor leerlingen, meer begrip moeten hebben voor problemen van een leerling en dat scholen leerlingen soms een kans moeten geven. “Als je het nooit mag proberen, dan weet je ook niet wat je kunt” Ouder (011). En een andere ouder geeft aan: “Ik vind het belangrijk dat er eerst zo veel mogelijk met opleiding geprobeerd wordt en als dat dan niet lukt, kan de sociale werkplaats altijd nog” Ouder (005). Ten derde lijkt het sommige ouders een goed idee wanneer er binnen een reguliere school kleine klasjes zouden zijn voor zorgleerlingen. Ook werd een groter ondersteuningsaanbod genoemd door bijvoorbeeld specialistische trainingen aan te bieden binnen het onderwijs. Ten slotte gaven enkele ouders aan dat het

onderwijsaanbod voor zorgleerlingen erg beperkt is en daar zou volgens hen meer keuze in moeten zijn. Ouders en professionals geven dus vooral aan dat, om thuiszitten te voorkomen, er meer personeel nodig is op scholen om zorgleerlingen meer individueel of in kleine klasjes te kunnen begeleiden. Naast meer personeel op school, is ook de houding van het personeel op school belangrijk. Zorgleerlingen moeten meer begrip en een kans krijgen.

Leerniveau

De thuiszitters uit de onderzoeksgroep kwamen niet thuis te zitten vanwege leerproblemen. Negen ouders en/ of professionals geven aan dat de leerling qua intelligentie waarschijnlijk wel meer aankan dan dat er werd aangeboden op school. Hoewel niet naar school gaan/ mogen dus vooral te maken lijkt te hebben met psychosociale- en gedragsproblemen en niet met leerproblemen, zijn zes van deze leerlingen na verloop van tijd wel op een lager niveau gaan werken dan bij aanvang van de school. Scholen deden dat om de druk van het leren te halen in de hoop dat het beter zou gaan of omdat de leerling zoveel lessen had gemist, dat op hetzelfde niveau werken niet meer mogelijk was. “Ivo is wel erg slim en kan het niveau van

(28)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

26

HAVO/ VWO wel aan, maar daar ligt de druk wel hoger. Hij kan dit niveau op intelligentie dus wel waarmaken, maar op belastbaarheid niet” Professional (030). Leren is dus voor veel thuiszitters geen probleem, maar doordat er psychosociale- en gedragsproblemen spelen gebeurt het soms toch dat een leerling op een lager niveau gaat werken dan dat de leerling aankan.

Invloed van externen

Wanneer er (uiteindelijk) gezien werd dat er problemen speelden, werd in bijna alle gevallen een leerplichtambtenaar ingeschakeld. In enkele gevallen werd de leerplichtambtenaar door ouders ingeschakeld, maar meestal door de school. Veel ouders hebben ook te maken gehad met hulpverleningsinstanties. Een aantal ouders zegt dat er veel instanties bij de leerling en het gezin betrokken waren en dat er overleg was, maar dat er verder geen concrete hulp werd geboden. Enkele ouders geven aan dat ze weinig hulp hebben gehad en het gevoel hadden alles zelf te moeten oplossen. “Een kind komt thuis te zitten en dan is er gewoon niks. Dan is er gewoon een groot zwart gat. Om er weer uit te komen moet je echt zelf gaan zoeken” Ouder (002). Twee ouders geven aan dat zij (uiteindelijk) alles via één persoon speelden. Deze persoon onderhield contacten met alle betrokken hulpverleners en was de

contactpersoon voor de ouder en thuiszitter.

Meerdere professionals geven aan dat er regelmatig overleg over de leerling was waarbij hulpverlening betrokken was, maar dat zij het gevoel hebben dat er vervolgens geen duidelijke actie volgt. Daarnaast geven enkele professionals aan dat zij een intensievere samenwerking tussen hulpverlening en school belangrijk vinden, omdat daardoor sneller actie ondernemen mogelijk wordt. Eén professional die werd geïnterviewd, heeft vanuit de kant van de hulpverlening meegemaakt dat er niet altijd een goede samenwerking is tussen

hulpverlening en school. “Er werd wel over Jari gesproken door verschillende mensen, maar er gebeurde niets. Omdat ik niet bij de scholenclub hoorde, hield het gewoon op”

Professional (028). Een tweede probleem is volgens enkele professionals de vrijwilligheid van de hulpverlening. Wanneer ouders of een leerling afzien van hulp, wordt er ook geen hulp meer geboden. “De macht van het ingrijpen bestaat niet en op zich is dat goed want iedereen heeft het recht van zelfbeslissing, maar in sommige gevallen zou het wat sturender kunnen” Professional (020). Een andere professional zegt: “Het gezin wil geen hulp meer, dus dan houdt het op. Een hulpverlener is de casemanager, maar daar gebeurt nu niets” Professional

(29)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

27

(024). Veel professionals en ouders missen duidelijke actie vanuit de hulpverlening, soms zelfs wanneer er wel veel hulpverleners bij betrokken zijn. Volgens professionals is er een intensievere samenwerking met hulpverlening nodig. Volgens sommige professionals vormt de vrijwilligheid van hulpverlening een probleem.

Uit het eerste deel van het onderezoek blijkt dat er veel verschillende oorzaken van thuiszitten zijn en dat er vaak een combinatie van problemen is waar verschillende partijen bij betrokken zijn: 1) de leerling zelf (zoals door psychische problemen, zelf niet meer naar school willen); 2) ouders (zoals door het niet eens te zijn met advies van de school, langdurig ziekmelden van leerlingen); 3) school (zoals door weigeren of verwijderen van een leerling); 4) hulpverlening (zoals door wachtlijsten en te weinig samenwerking). Oorzaken van thuiszitten spelen dus niet alleen binnen de scholen, maar de oorzaken kunnen ook op andere gebieden liggen. Wat passend onderwijs aan deze verschillende oorzaken kan doen wordt beschreven in deel 2.

Deel 2: Passend onderwijs als oplossing voor thuiszitten

In dit gedeelte wordt ingegaan op de Wet passend onderwijs en in hoeverre deze wet kan bijdragen aan het voorkomen van thuiszitten. De resultaten uit deel 2 komen voort uit gesprekken met experts op het gebied van passend onderwijs over de casussen uit deel 1. Eerst wordt uitgelegd wie de deelnemers waren voor deel 2. Vervolgens worden kenmerken van de Wet passend onderwijs beschreven en in verband gebracht met de oorzaken van, en de oplossingen voor thuiszitten zoals beschreven in deel 1. De kenmerken van passend onderwijs die beschreven worden, zijn: a) Er moet naar de ondersteuningsbehoefte van zorgleerlingen gekeken worden; b) Schoolbesturen hebben een zorgplicht; c) Scholen werken binnen een samenwerkingsverband; d) Scholen moeten een ondersteuningsprofiel hebben; e) Er is één (zorg)budget voor het hele samenwerkingsverband waaruit alle extra ondersteuning voor leerlingen betaald moet worden; d) Een integrale benadering is belangrijk. Na een

beschrijving van de kenmerken volgen twee algemene opmerkingen over de Wet passend onderwijs en het voorkomen van thuiszitten.

Deelnemers: Experts

Er zijn drie experts geïnterviewd en er is een expertmeeting bijgewoond. De drie experts werken bij een adviesorganisatie op het gebied van onderwijs en zijn betrokken bij de

(30)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

28 invoering van passend onderwijs. Twee van de geïnterviewde experts werken voor dezelfde organisatie en werden tegelijk geïnterviewd. Bij de expertmeeting waren directeuren van samenwerkingsverbanden, een lid van de VO-raad, een lid van de oudervereniging en een teamleider van een VSO aanwezig. In dit hoofdstuk zijn ter illustratie enkele opmerkingen van professionals uit het eerste deel over het passend onderwijs toegevoegd.

Ondersteuningsbehoefte

De belangrijkste visie van het passend onderwijs is dat er gekeken moet worden naar de ondersteuningsbehoefte van zorgleerlingen. Hierbij gaat het erom dat een school samen met ouders goed in kaart brengt wat een leerling nodig heeft op school. Door de

ondersteuningsbehoefte van leerlingen goed in beeld te brengen kunnen enkele problemen die in deel 1 genoemd zijn, (deels) worden aangepakt. Ten eerste zou het onder deze visie van passend onderwijs niet voor kunnen komen dat een leerling wordt afgewezen op een school, puur vanwege zijn of haar diagnose. Er moet namelijk worden gekeken naar wat de leerling binnen het onderwijs nodig heeft en niet (alleen) naar wat een diagnose is van een leerling. Een expert zegt daarover: “Je kunt niet meer alleen zeggen: die leerling heeft PDD-NOS of ODD. Dat kan wel meespelen, maar je moet daarbij altijd de tussenvraag stellen: Wat betekent deze diagnose voor de ondersteuningsbehoefte?” Expert (001). Een professional uit deel 1 geeft ook aan dat het voor de thuiszittende leerling zou hebben geholpen wanneer er niet alleen naar de problemen gekeken was, maar ook naar de mogelijkheden van de leerling. “Als de school meer naar de kwaliteiten van Teun hadden gekeken, dan hadden ze daar op kunnen aansluiten. Als je weet dat iemand wel wil, de motivatie is er, dan kun daar op inspelen” Professional (019).

De experts wijzen erop dat om goed te kunnen bepalen wat de ondersteuningsbehoefte van een leerling is, ouders en scholen met elkaar in gesprek moeten gaan over de leerling. Ouders moeten door scholen al vroeg betrokken worden in het traject. Dan kan ook worden meegenomen hoe het thuis gaat, hoe ouders omgaan met problemen en wat een school van ouders kan leren. Verder kwam naar voren dat het gevaar bestaat dat er alsnog verschillende criteria worden opgesteld om te beoordelen of een leerling voor een extra zorg in aanmerking komt, in plaats van echt te kijken naar de ondersteuningsbehoefte van een leerling.

Verschillende experts geven aan dat het bepalen van de ondersteuningsbehoefte een

(31)

Consequenties van passend onderwijs voor thuiszitters

29 meer denken in termen van problematiek/ ‘labels’ en wat een leerling daardoor allemaal niet kan. Leerkrachten moeten in plaats daarvan gaan onderzoeken wat een leerling wel kan en wat een leerling nodig heeft om goed te functioneren op school.

Kijken naar de ondersteuningsbehoefte van leerlingen (hoe lastig dat ook is), kan dus gunstig zijn voor leerlingen die onterecht worden beoordeeld op een diagnose en/ of

problematiek. Wanneer een school zich er echter niet van bewust is dat een leerling een extra ondersteuningsbehoefte heeft, bestaat nog steeds het gevaar dat de ondersteuningsbehoefte pas te laat aan het licht komt. Sommige professionals uit deel 1 gaven aan dat in veel gevallen laat gesignaleerd werd dat een leerling een extra ondersteuningsbehoefte heeft. Voordat de school bij deze leerlingen door heeft dat er iets aan de hand is en er een plan is om er iets aan te doen is de school vaak al een tijd verder en kan het zijn dat de leerling niet meer in staat is

onderwijs te volgen en niet meer op school komt. Eén van de professionals uit deel 1 is bang dat er voor sommige zorgleerling nog minder aandacht zal zijn. “Stille leerlingen die niet opvallen, komen misschien nog wel minder aan bod. Degene die echt buiten de boot vallen, die krijgen de aandacht” Professional (020). Door te kijken naar de ondersteuningsbehoefte kan een leerling niet meer worden afgewezen op label en problematiek, maar moeten scholen kijken hoe ze kunnen aansluiten bij zorgleerlingen. Een denkomslag bij leerkrachten is hiervoor van belang. Te laat signaleren blijft een gevaar, vooral bij teruggetrokken leerlingen.

Zorgplicht

In deel 1 bleek dat enkele leerlingen kwamen thuis te zitten na het afronden van een schooltraject. Wanneer een leerling door een nieuwe school wordt geweigerd lijkt de

zorgplicht, die onderdeel is van passend onderwijs, in sommige gevallen een oplossing voor thuiszitten. De school heeft een zorgplicht wanneer een leerling met een extra

ondersteuningsbehoefte zich aanmeldt (geldt ook voor speciaal onderwijs). Nadat een leerling zich aangemeld heeft, heeft de school maximaal 10 weken de tijd om te onderzoeken wat een leerling nodig heeft. Wanneer blijkt dat een leerling meer ondersteuning nodig heeft, is de school van aanmelding verplicht om te kijken naar welke school een leerling dan moet. De leerling moet op de school van aanmelding blijven totdat verder onderzoek afgerond is en duidelijk is naar welke school de leerling dan gaat. Hierdoor hoeft een leerling dus niet te wachten totdat de aanmeldingsprocedures zijn afgerond. Het MBO heeft niet de plicht om leerlingen toe te laten, maar bij een afwijzing moet de instelling dat wel specifiek

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onze faciliteiten zijn inmiddels minder dan die van (nieuwe) concurrenten; onze control is op sommige punten nogal rigide; we zijn huiverig om kosten voor baten uit te laten

Deze leergang wordt aangeboden door het Centre for Academic Teaching (CAT) in opdracht van het programma Onderwijs voor Professionals (OvP) van de UU. De programmabegeleiding is in

Wat zijn de ervaringen van inwoners die gebruik hebben gemaakt van onafhankelijke cliëntondersteuning.. Wordt dit al

Het Kennisplatform Integratie & Samenleving heeft een toolkit ontwikkeld met instrumenten die u kunnen helpen die samenwerking goed vorm te geven; met een gelijkwaardige rol

 2x per jaar aanbod met lezingen vanuit Dienst Welzijn en Cultuur.  Bibliotheken/Huizen van het

Wat zijn de kosten voor de overige kosten per euro personeelskosten onderwijzend personeel, uitgesplitst naar verschillende typen onderwijs?.?. Is er in de afgelopen jaren

Waar herstelrecht in de wetenschappelijke literatuur geschikt wordt geacht voor alle typen zaken, zien respondenten in dit onderzoek met name voordelen voor slacht- offers in

Weigert de school van uw keuze uw kind dat extra ondersteuning nodig heeft, toe te laten en bent u het daar niet mee eens, dan kunt u terecht bij de Geschillencommissie