• No results found

De bodemkaart van Nederland 1 : 50000

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De bodemkaart van Nederland 1 : 50000"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stichting voor Bodemkartering, Wageningen

Ä ^ l «Ata!«

(2)

DE BODEMKAART VAN NEDERLAND 1 : 50 0 0 0

1984

Stichting voor Bodemkartering

Staringgebouw, Marijkeweg 11, Wageningen Postbus 98, 6700 AB Wageningen

(3)

De Stichting voor Bodemkartering (STIBOKA) vervaardigt in op-dracht van het Ministerie van Landbouw en Visserij een kaart van Nederland op een schaal van 1 : 50 000. Deze bodem-kaart is de logische voortzetting van de eerder verschenen bodemkaarten van geheel Nederland op kleinere schaal. Als eerste bodemkaart van Nederland wordt beschouwd de School-kaart van Staring (1860) , waarmee miljoenen Nederlanders op de lagere school hebben kennisgemaakt. Op deze kaart zijn de gronden voornamelijk ingedeeld naar de grondsoort, zoals ri-vier- en zeeklei, laag- en hoogveen. Zij heeft ook als basis gediend voor de grondsoortenkaarten in atlassen.

In 1950 verscheen de Voorlopige Bodemkaart van Nederland, schaal 1 : 400 000, en in 1961 de Bodemkaart van Nederland in negen bladen, schaal 1 : 200 000 (de z.g. NEBO-kaart). In de legenda van deze twee kaarten lag het accent meer op de be-schrijving van de profielopbouw dan op de benaming van de grondsoort.

De Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000, waaraan nu wordt gewerkt, heeft een landelijke legenda die is gebaseerd op het Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De in dat systeem onderscheiden eenheden zijn in de legenda verder on-derverdeeld naar verschillen in onder andere bouwvoorzwaarte, profielverloop, kalkverloop en grondwatertrap. Het is de be-doeling dat de opname omstreeks 1990, 25 jaar na de start,

zal zijn voltooid.

Net als alle andere kaarten zijn ook bodemkaarten aan ver-oudering onderhevig. Zo is in de afgelopen 10 à 15 jaar in Nederland door ruilverkavelingen en beekverbeteringen de grondwaterhuishouding in grote gebieden veranderd en zijn veel gronden verbeterd. Daarom is STIBOKA in 1981 begonnen een aantal bladen van de bodemkaart te herzien, voornamelijk van gebieden waarvan de eerste opname meer dan tien jaar oud was. De eerste kaartbladen van deze herziene uitgave zijn in

(4)

PRESENTATIE VAN DE GEGEVENS De B o d e m k a a r t v a n N e d e r l a n d 1 : 50 000 w o r d t i n k l e u r e n d r u k u i t g e g e v e n . De k a a r t b l a d e n z i j n g e n u m m e r d v o l g e n s d e i n d e -l i n g v a n d e T o p o g r a f i s c h e K a a r t . B i j d e k a a r t b -l a d e n b e h o r e n t o e l i c h t i n g e n ; s o m m i g e g e l d e n v o o r é é n b l a d , a n d e r e v o o r e e n c o m b i n a t i e v a n b l a d e n . B o d e m k a a r t e n t o e l i c h t i n g v o r m e n é é n g e h e e l e n v u l l e n e l k a a r a a n . Men m o e t d u s b e i d e b r o n n e n r a a d p l e g e n a l s men g e ï n f o r m e e r d w i l z i j n o v e r d e b o d e m g e s t e l d -h e i d v a n e e n b e p a a l d g e b i e d . I n t o t a a l z u l l e n c a . 100 b l a d e n m e t c a . 70 d a a r b i j b e h o r e n d e t o e l i c h t i n g e n v e r s c h i j n e n . E l k e k a a r t h e e f t e e n l e g e n d a m e t e e n s y s t e m a t i s c h o v e r z i c h t e n e e n k o r t e o m s c h r i j v i n g v a n a l l e i n d a t g e b i e d o n d e r s c h e i d e n e e n h e d e n . A f h a n k e l i j k v a n d e i n g e w i k k e l d h e i d v a n h e t b o -F o t o ' s R 47-54/55 Veldwerk voor de Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000. Voor e l k k a a r t b l a d

(50 000 ha) doen de veldbodemkundigen van STIBOKA ongeveer 10 000 b o r i n gen t o t 120 cm d i e p t e . Bovendien onderzoeken z i j de bodemopbouw i n k u i -l e n en meten ze op v e -l e honderden p -l a a t s e n g r o n d w a t e r s t a n d e n . Ook nemen ze grondmonsters voor l a b o r a t o r i u m o n d e r z o e k . De a l d u s v e r k r e g e n gegevens, samen met l a n d s c h a p p e l i j k e kenmerken en k e n n i s van de g e o l o g i e en van de b e d i j k i n g s - en o n t g i n n i n g s g e s c h i e d e n i s , s t e l l e n hen i n s t a a t de grenzen t u s s e n de v e r s c h i l l e n d e bodemeenheden t e v i n d e n .

(5)

dempatroon zijn enkelvoudige en samengestelde legenda-eenhe-den onderscheilegenda-eenhe-den. Van veel gebielegenda-eenhe-den kan de bodemgesteldheid met behulp van enkelvoudige eenheden voldoende worden gety-peerd. Er zijn echter ook gebieden waar de bodem op korte af-stand zo varieert, dat karakterisering alleen mogelijk is met behulp van samengestelde legenda-eenheden die uit twee of meer enkelvoudige legenda-eenheden bestaan (zie in deze bro-chure het fragment van de bodemkaart).

Bodemkundige kenmerken die niet aan een bepaalde grond gebonden zijn, maar in meer dan een van de onderscheiden gron-den kunnen voorkomen, staan op de kaart als toevoeging aan-gegeven. Zo bevat het bodemkaart-fragment in deze brochure de toevoeging dat sommige moerige eerdgronden en beekeerd-gronden plaatselijk ijzerrijk zijn in een laag die ondieper dan 50 cm begint en tenminste 10 cm dik is.

In ons land bepaalt de grondwaterhuishouding in sterke mate de gebruiksmogelijkheden van de grond. Daarom mogen op bodemkaarten gegevens over de diepte en de fluctuatie van het grondwater niet ontbreken. Zoals op het fragment van de bodemkaart en de bijbehorende legenda is te zien, geeft STI-BOKA die informatie met een systeem van zeven grondwatertrap-pen (Gt's), waarvan de codes met blauwe Romeinse cijfers in de kaartvlakken worden afgedrukt. De Gt's zijn gedefinieerd met een gemiddeld hoogste (GHG) en een gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG), berekend over een reeks van jaren. De gegevens hiervoor zijn onder meer afkomstig van veertiendaag-se metingen die door de Dienst Grondwaterverkenning gedurende vele jaren in honderden buizen en putten, verspreid over het gehele land, worden uitgevoerd.

De toelichting bevat een beschrijving van de bodemeenheden. Ook de laboratoriumanalyses van grondmonsters zijn erin opge-nomen. In tabelvorm zijn van alle bodemeenheden de gradaties van beoordelingsfactoren, zoals ontwateringstoestand, stevig-heid van de bovengrond, vochtleverend vermogen en gevoeligstevig-heid voor slemp, gegeven. In deze tabellen, waarvan ter illustratie een fragment in deze brochure is opgenomen, wordt ook de

ge-schiktheid voor akkerbouw, weidebouw en bosbouw vermeld. Boven-dien geeft de toelichting bij de eerste uitgave een globale

(6)

Code kaarteenheid hVb-II hVs-I hVs-II hVc-I hVc-II hVc-€>-II* hVr-II hVz-I hVzx-I hVz-II 1 Ù0

! s

§ 2 4 5 4 5 4 5 4 •o c V u -C c u M 0 6 > 1 1 1 1 1 1 1 Beoordelingsfactoren TT ÖD fi >• > « 0 « J3 3 3 3 3 3 3 3 1 E-o 2jj 1 1 1 1 1 1 1 struetuur-stabil 0-S u 1 1 1 1 1 1 1 üteit i '3 " c > > — 1 ÜßT3 •SS

n

l . i l . i l . i l . i M M l . i 3 3 N 2 2 2 2 2 2 2 Geschiktheidsklasse •s 3 0 w 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3 0 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 •s 3 0 J3 0 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1 3.1

Fragment van een tabel ter beoordeling van de bodemgeschiktheid voor akkerbouw, weidebouw en bosbouw. Van alle op de kaart voorkomende een-heden wordt vermeld, welke gradatiewaarden aan de beoordelingsfactoren zijn toegekend en in welke geschiktheidsklasse ze op grond daarvan zijn ingedeeld.

beschrijving van de geologie, de bewonings- en ontginningsge-schiedenis en de landschappen in het gekarteerde gebied; dit alles in relatie tot de bodemgesteldheid.

Sinds 1980 wordt een aantal algemene begrippen en indelin-gen niet meer behandeld in de toelichtinindelin-gen, maar besproken in een apart boekje, dat bij elke toelichting wordt meegele-verd en dat ook los verkrijgbaar is. De toelichting bij de herziene uitgave bestaat, behalve uit dit boekje "Algemene begrippen en indelingen", uit een tabel die voor alle kaart-eenheden een aantal bodemfactoren, beoordelingsfactoren en de geschiktheid voor akkerbouw, weidebouw en bosbouw geeft.

TOEPASSINGEN VAN DE KAART

Bodemkaart

De Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000 wordt toegepast bij het opstellen van streek- en structuurplannen. Men gebruikt daarbij vooral de in de toelichting gegeven geschiktheid van

(7)

Foto R 44-68 In de winter, wanneer er geen veldwerk kan worden gedaan, zet de veld-bodemkundige de gegevens van de veldkaart over op een concept-kaart. De afdeling Kartografie van STIBOKA maakt die kaart gereed voor de off-setdruk. Ook s c h r i j f t de veldbodemkundige in de winter de t o e l i c h t i n g b i j zijn kaartblad. Blad en t o e l i c h t i n g worden in een oplaag van 1000 exemplaren gedrukt, waarbij het blad 7 à 8 maal de drukpers passeert om de j u i s t e kleuren te bereiken.

de g r o n d e n v o o r e n k e l e vormen van b o d e m g e b r u i k . Ook b i j s t u d i e en o n d e r z o e k worden b o d e m k a a r t en t o e l i c h t i n g v e e l g e r a a d -p l e e g d , b i j v o o r b e e l d b i j g e o l o g i s c h e s t u d i e s , g e o m o r f o l o g i s c h e s t u d i e s , s t u d i e s van c u l t u u r h i s t o r i e ( b e w o n i n g s , o n t g i n n i n g s of b e d i j k i n g s g e s c h i e d e n i s ) en b i j h e t o n d e r z o e k n a a r h e t v e r band t u s s e n n a t u u r l i j k e v e g e t a t i e e n e r z i j d s en b o d e m g e s t e l d h e i d e n / o f o p p e r v l a k t e h y d r o l o g i e a n d e r z i j d s . L a n d en t u i n b o u w v o o r l i c h t i n g s d i e n s t e n z i j n v o o r a l g e ï n t e r e s s e e r d i n d e g e

(8)

-schiktheid van de gronden voor de teelt van verschillende ge-wassen, Staatsbosbeheer in de geschiktheid voor bosbouw. In het onderwijs, onder andere tijdens studie en bij practica aan universiteiten, hogescholen en hogere en middelbare land- en tuinbouwscholen, worden bodemkaarten eveneens gebruikt.

Een bodemkaart op een schaal van 1 : 50 000 is een over-zichtskaart. De kaart is dus niet geschikt voor gedetail-leerd gebruik en leent zich daarom niet voor het beoordelen van percelen.

Afgeleide kaarten

Op de bodemkaart wordt elke bodemeenheid gekarakteriseerd door een veelheid van gegevens, zoals dikte van de humushou-dende bovengrond, bouwvoorzwaarte, kalkverloop,

profielver-loop, en diepte en fluctuatie van het grondwater. Soms is een kaartgebruiker echter alleen geïnteresseerd in één en-kel facet van de bodemgesteldheid. In dat geval kan STIBOKA

Gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) Voorbeeld van een afgeleide kaart die met behulp van een werkblad door de kaartgebruiker zelf kan worden vervaardigd

GLG (cm beneden maaiveld)

8 0 - 1 2 0 1 | >120

(9)

H(l21 cv-— ^ ^ 7 ^ 1 1 ^^^^T^^^^ ^ B w \ v A ƒ /p?g23 J ^ f c v . ^ > Hn21 \ g \ -vJK • • —

Ja

jHicg *' r^ >i>, : Hn21 * ' ^ ^Äin«'--.'..'-.L. ~^-A'"w' .—S ) Zd2l

Fragment van de Bodemkaart van Nederland

1 : 5 0 0 0 0 0,5 1km _l E N K E L V O U D I G E L E G E N D A E E N H E D E N MOERIGE GRONDEN

MOERIGE EERDGRONDEN (broekeerdgronden) vW; I I moerige bovengrond op zand PODZOLGRONDEN

HUMUSPODZOLGRONDEN Veldpodzolgronden

Hn2l i leemarm en zwak lemig fijn zand Hn23 [ j lemig fijn zand

Laarpodzolgronden

cHn2l I | \ leemarm en zwak lemig fijn zand cHn23 I I lemig fijn zand

DIKKE EERDGRONDEN ENKEERDGRONDEN

Hoge zwarte enkeerdgronden zE221 I B leemarm en zwak lemig fijn zand zEZ23 I I lemig fijn zand

KALKLOZE ZANDGRONDEN EERDGRONDEN

Beekeerdgronden

pZg21 f leemarm en zwak lemig fijn zand p2g23 f ".] lemig fijn zand

VAAGGRONDEN Duinvaaggronden

Zd2i j leemarm en zwak lemig fijn zand

S A M E N G E S T E L D E L E G E N D A E E N H E D E N ASSOCIATIES VAN TWEE

ENKELVOUDIGE EENHEDEN

m

veldpodzolgronden; leemarm en zwak lemig

fijn zand

hoge zwarte enkeerdgronden; leemarm en zwak lemig fijn zand

TOEVOEGINGEN

plaatselijk ijzerrijk, ondieper dan 50cm begin-nend en tenminste 10cm dik

G R O N D W A T E R T R A P P E N

G r on dwate r t rap (Gt)

Gemiddeld hoogste grondwaterstand in cm beneden maaiveld (GHG) Gemiddeld laagste grondwaterstand in cm beneden maaiveld (GLG)

'EZDCZUr-^IH

4 0 - 8 0 > 8 0 « 2 0 ) « 4 0 ) < 4 0 > 4 0 < 4 0

< 5 0 5 0 - 8 0 8 0 - 1 2 0 8 0 - 1 2 0 > 1 2 0 > 1 2 0 ( > 1 6 0 ) droger deel van Gt

(10)

Stevigheid van de bovengrond

Voorbeeld van een interpretatiekaart die met behulp van een werkblad door de kaartgebruiker zelf kan worden vervaardigd.

Stevigheid

groot Nagenoeg niet gevoelig voor vertrapping bij beweiden of voor insporing bij berijden. matig Matig gevoelig voor vertrap-ping bij beweiden of voor insporing bij berijden. geri ng Sterk gevoel ig voor vertrap

-ping bij beweiden en voor insporing bij berijden.

Potentiële verblijftijden Deze kaart geeft een indruk van de tijdsduur waarin een of andere vorm van bodemverontreiniging in de grond verblijft, voordat deze door uitspoeling in het grondwater terechtkomt.

Voorbeeld van een nieuwe toepassing van de bodemkaart

Verblijftijden in jaren. (Geldt alleen voor een stof die niet in de bodem wordt vastgelegd.)

1,5 tot 2 1 tot 1,5 0,5 tot 1 0 tot 0,5

(11)

van de bodemkaart een zogenaamde afgeleide kaart leveren, waarop alleen de gewenste informatie staat. De kaartgebruiker kan zo'n kaart ook zelf maken. STIBOKA stelt daarvoor werk-bladen beschikbaar waarop wel alle symbolen en grenzen van kaarteenheden en grondwatertrappen en de bijbehorende legenda voorkomen, maar waarop geen kleuren zijn gedrukt. De kaartge-bruiker kan de gegevens die voor zijn speciale doel van be-lang zijn, inkleuren of arceren.

Veel gevraagde afgeleide kaarten zijn kaarten van de bouw-voorzwaarte, de dikte van de humushoudende bovengrond, de begindiepte van de keileem of van andere oude zware afzet-tingen, de begindiepte van grof zand of veen, het voorkomen

Bodemgeschiktheid voor weidebouw Voorbeeld van een interpretatiekaart die met behulp van een werkblad door de kaartgebruiker zelf kan worden vervaardigd.

Geschiktheidsklassen

Hoofdklasse 1 Gronden met ruime mogelijkheden voor weidebouw

1.1 1-2 •

Hoofdklasse 2 Gronden met beperkte mogelijkheden voor weidebouw

2 i t . i Beperkt berijdbaar; hoge bruto-produktie; r 1 matige beweidingsverliezen.

2 2 ËEEEEEEEI Goed berijdbaar; matige bruto-produktie in t 1 (jr 0ge ja r e n ; weinig beweidingsverliezen. 2 . 3 | - i - i - T ^ l Beperkt berijdbaar; matige bruto-produktie

in droge jaren; matige beweidingsverliezen in natte jaren.

"J Goed berijdbaar; hoge brutopro -J duktie; weinig beweidingsverliezen. | Enigszins beperkt berijdbaar; hoge • brutoproduktie; weinig beweidings

-verliezen, behalve in natte jaren. Goed berijdbaar; hoge bruto-produk-tie, behalve in droge jaren; weinig beweidingsverliezen.

Enigszins beperkt berijdbaar; hoge bruto produktie, behalve in droge jaren; weinig beweidingsverliezen, behalve in natte jaren.

Hoofdklasse 3 Gronden met weinig mogelijkheden voor weidebouw

3 1 ¥- :îï''S3 ^e e r beperkt berijdbaar matige of '••••'••••••>'' hoge bruto-produktie; grote

beweidingsverliezen.

3.2 f !3 Goed berijdbaar; lage of matige bruto-• ^ ^ produktie; weinig beweidingsverliezen.

(12)

van s l a p p e l a g e n van z a v e l of k l e i en k a a r t e n van de g e m i d -d e l -d h o o g s t e g r o n -d w a t e r s t a n -d en van -de g e m i -d -d e l -d l a a g s t e g r o n d w a t e r s t a n d .

Interpretatiekaarten

K a a r t g e b r u i k e r s z i j n vaak n i e t a l l e e n g e ï n t e r e s s e e r d i n de s a m e n s t e l l i n g van g r o n d e n , maar ook i n de g e b r u i k s m o g e l i j k h e d e n . STIBOKA v o o r z i e t i n d e z e b e h o e f t e d o o r i n t e r p r e t a t i e -k a a r t e n t e ma-ken. Deze -k a a r t e n geven e e n w a a r d e r i n g van d e e i g e n s c h a p p e n van de g r o n d e n . Zo kunnen b i j v o o r b e e l d i n t e r -p r e t a t i e k a a r t e n worden v e r v a a r d i g d v a n :

Foto R 44-70 Van a l l e verschenen kaartbladen zijn de lijnen en de codes opgenomen in een computerbestand. Van de bladen die na 1980 zijn verschenen, zijn ook gegevens over bodemfactoren, beoordelingsfactoren en ge-schiktheden voor akkerbouw, weidebouw en bosbouw opgeslagen. Met d i t geautomatiseerde systeem kunnen op aanvraag afgeleide en i n t e r -pretatiekaarten worden getekend en reprodukties van de bodemkaart geleverd.

(13)

- stevigheid van de bovengrond;

- ontwateringstoestand, c.q. ontwateringsbehoefte; - vochtleverend vermogen;

- gevoeligheid voor slemp of verstuiven; - bewerkbaarheid van de bouwvoor;

- geschiktheid van de grond voor akkerbouw, weidebouw, bosbouw, semi-spontaan bos of een bepaalde boomsoort, en voor diverse tuinbouwteelten.

Bovengenoemde interpretatiekaarten worden niet alleen sa-mengesteld voor de huidige toestand, maar ook voor de

toe-stand na een ingreep, zoals diepere ontwatering of grond-verbetering. Men kan bijvoorbeeld de stevigheid van de boven-grond in de huidige toestand vergelijken met de stevigheid na een diepere ontwatering. Aldus krijgt men een indruk van het te verwachten effect van die diepere ontwatering.

De laatste tijd ontstaat er ook behoefte aan kaarten waar-op de te verwachten effecten van menselijke ingrepen waar-op het milieu zijn aangegeven. Zo kan STIBOKA bijvoorbeeld kaarten

leveren van:

Kation - uitwisselingscapaciteit Deze kaart geeft inzicht in het bufferend vermogen van de grond tegen uitspoeling van zware metalen u i t zuiveringsslib, drijfmest, enz.

Voorbeeld van een nieuwe toepassing van de bodemkaart.

Kation- uitwisselingscapaciteit van de onverzadigde zone (keq per ha)

m H H 1200-1600

8 0 0 - 1 2 0 0 4 0 0 - 800

(14)

- kation-uitwisselingscapaciteiten. Deze kaarten geven in-zicht in het bufferend vermogen van de grond tegen uitspoe-ling van zware metalen uit zuiveringsslib, drijfmest, enz.; - potentiële verblijftijden. Deze geven een voorspelling van de tijd dat een of andere vorm van bodemverontreiniging in de grond verblijft, voordat deze door uitspoeling in het grondwater terechtkomt.

LEVERING OP MAAT

De kaartbladen van de Bodemkaart van Nederland, schaal 1 : 50 000, worden als volgt geleverd:

- in kleur, gevouwen, met toelichting en werkblad (zwart/wit), in plastic hoes;

- in kleur, niet gevouwen, zonder toelichting;

- in zwart/wit, niet gevouwen (werkblad), zonder toelichting. De prijs varieert per set (kaartblad + toelichting), omdat de toelichtingen in omvang verschillen.

De Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000 is verkrijgbaar bij de uitgeverij PUDOC, Postbus 4, 6700 AA Wageningen (tel. 08370-84541 en 84548).

Een kaartje met een overzicht van de verschenen kaartbladen en de prijzen is los bij deze brochure gevoegd; dit overzicht bevat ook de gegevens van de in de jaren zeventig door STIBO-KA in samenwerking met de Rijks Geologische Dienst gestarte geomorfologische kartering van Nederland, schaal 1 : 50 000.

(15)

WAT IS EN DOET DE STICHTING VOOR BODEMKARTERING?

De bodemkartering van Nederland op schaal 1 : 50 000 is uiteraard niet het enige project waaraan STIBOKA werkt. Ter kennismaking volgt een be-knopt overzicht van haar andere activiteiten.

STIBOKA is een van de Wageningse instituten die onder het Ministerie van Landbouw en Visserij ressorteren. Zij onderzoekt en karteert de bodem en het landschap van Nederland. Haar werk is sterk op de praktijk gericht; aanvankelijk vooral op de praktijk van de land-, tuin- en bosbouw. Zo werd en wordt de bodemopbouw van nagenoeg alle ruilverkavelings- en landinrichtingsgebieden in kaart gebracht en beoordeeld op gebruiks- en verbeteringsmogelijkheden. Onderzoek voor landinrichtingsprojecten omvat ook cultuurhistorische, geomorfologische en landschapsbeeldkarteringen en bodemfysisch onderzoek. Van gebieden die bestemd zijn voor uitbreiding of renovatie van bestaande of vestiging van nieuwe tuinbouwcentra, onderzoekt STIBOKA eveneens de bodemopbouw en geeft ze de mogelijkheden tot verbete-ring aan. In opdracht van Staatsbosbeheer voert ze bodem- en vegetatie-karteringen en geschiktheidsbeoordelingen in de staatsboswachterijen uit. Voor waterbeheersings- en waterhuishoudingsplannen bestudeert STIBOKA de gevolgen die de landbouw kan verwachten van wateronttrekking aan de grond voor de drinkwatervoorziening. Karteringen van land- en tuinbouwbedrijven leveren resultaten op die goed bruikbaar zijn voor de verbetering van de bedrijfsvoering en voor het oplossen van verkoop- en pachtgeschillen. De laatste jaren doet STIBOKA in toenemende mate onderzoek voor niet-agrarische doeleinden, zoals:

- ruimtelijke ordening, planologie en stedebouw;

- aanleg en onderhoud van sport- en recreatieterreinen, stedelijk groen en volkstuinen;

- tracering en aanleg van wegen en transportleidingen voor olie, gas en afvalstoffen;

- winning van grind, klei, leem en zand;

- opsporing en bestrijding van bodemverontreinigingen;

- onderhoud en beheer van natuurterreinen en terreinen waarvoor beheers-overeenkomsten gelden.

Veel van dit onderzoek wordt in opdracht van rijk, provincies, gemeenten en particuliere ondernemingen uitgevoerd tegen vergoeding van de kosten.

(16)

UJ t-LIJ CC c 3 .c S s 1 1 * f 1 o S . = E "S S E . 5 •s s 'S s o * ; X E fdafdelin g Bo d Landscha p e n Toepassinge n o o X C ë. J •E C - * "O • S£l Ê 1 O) 3 O) CJ bodemfysic E e n hydrologi e co O) O ra » CU ge o mor f olle n O C L CU en £1 3 -O cs cn E « "O o - O ra cu • • E O ) CD - o ra C L CD JE C ra r- — "> Q) C L • £ a ç £ . 2 c ^ » E g ra .^ inf c aar d tec h y •o o. w » a o I a ~ = o vi O) ^

i 1

° 1

bodemchem i e n kleimineralo g ï£ E'S S 3 * t «— " < <= CM £T ^ m ° co ° — co *£: • *-i' 3 — £ co =» S f- o 3 3 o XI dl CU o> c -H H 10 u o o •P c UJ T 3 U-l O o ai A c 10 > en c ;> r— eu -O CNJ(- 3 c *— Landbouwcentru m Engels e Kam p 6 972 2 A X Groning e Telefoo n 050-239 1 c O l .E S C en S.E co C > Q) S* en ta LU 5 ; _ en QÛ * -o <r en CO O ' . o o 3 ,— r* r* 3 t— CO CO S g»» s g> 5 OT c CT * « O .s=£jä ° 2 ™ S « oo S o_ t— en CsJ ^ > ô CM en LO o CT) _ i Z ÖÖ > O CO Lf) r* X » r -• H • H C 0) Cn C - H kl eu +J M m

i

•a 0 ai u 0 0 > Cn c • H • y je u • H 4J U5 ai •o c 10 > 10 1 Q) A ü œ • H • p 10 en • H c •a C i i o c a c q • H c u CT-C 3 15

(17)

Ook behoren tot de activiteiten van STIBOKA:

- de geomorfologische kartering van geheel Nederland, schaal 1 : 50 000, in samenwerking met de Rijks Geologische Dienst;

- het adviseren bij en het in opdracht uitvoeren van bodemkundig en land-evaluatie-onderzoek in ontwikkelingslanden;

- de opbouw van een bodemkundig informatiesysteem, dat het mogelijk maakt om bodemkundige en landschappelijke gegevens gedigitaliseerd op te slaan ' en kaarten geautomatiseerd te vervaardigen;

- onderzoek ter ondersteuning van de genoemde activiteiten. Daartoe be-schikt STIBOKA over specialisten op het gebied van de bodemchemie, bodem-fysica, (klei)mineralogie, bodemclassificatie, historische geografie, cultuurhistorisch, fysiognomisch en oecologisch landschapsonderzoek, geo-logie, geomorfogeo-logie, pollenanalyse, micromorfogeo-logie, over specialisten die onderzoek doen naar de toepassingsmogelijkheden van bodem- en land-schapskartering en over specialisten op het gebied van de gegevensverwer-king via computers.

De resultaten van onderzoek worden gepubliceerd in boekvorm en in arti-kelen voor binnen- en buitenlandse vaktijdschriften; de resultaten van het in opdracht uitgevoerde onderzoek verschijnen hoofdzakelijk in rap-porten en adviezen met kaarten in een beperkte oplage. Via PUDOC (postbus 4, 6700 AA Wageningen) geeft Stiboka een catalogus met jaarlijkse aanvul-lingen uit, waarin al haar kaarten en publikaties vermeld staan.

Voor het wetenschappelijk, beroeps- en algemeen vormend onderwijs heeft STIBOKA een verscheidenheid van voorlichtings- en demonstratiemateriaal beschikbaar, zoals kaarten, verslagen van onderzoek, brochures, geconser-veerde bodemprofielen en dia's van bodemprofielen en van landschappen. Ook verstrekt ze op verzoek voorlichting via excursies, voordrachten en cursussen.

Wilt u meer weten van STIBOKA? Het adres en het telefoonnummer van het hoofdkantoor zijn te vinden op de eerste bladzijde van deze brochure.

(18)

VERANTWOORDING

Tekst: J.J. Vleeshouwer Redactie: J.W. Zwolschen Ontwerp omslag: Karel Hulsteijn Druk: Modern, Bennekom

FOLDERS EN BROCHURES VAN DE STICHTING VOOR BODEMKARTERING

Bedrij fskartering als hulp bij de bedrijfsvoering. 1983. Bodem en landschap, excursie rondom Wageningen. 1980. Prijs ƒ 6,-excl. BTW.

De Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000. 1984.

Fragmenten uit de Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000. 1984. Prijs ƒ 12,50. Indeling van Nederlandse gronden. Derde enigszins gewijzigde druk, 1975. Prijs f 6,~.

De Nederlandse bodem in lakfilms, kleurenfoto's, dia's, structuur-insluitsels. 1973.

Toepassing van de bodemkartering in de landinrichting. 1984. Waar blijft onze grond? 1984.

De Stichting voor Bodemkartering. 1984.

Jaarverslagen van de Stichting voor Bodemkartering.

Application of soil surveys in rural development and reconstuction in the Netherlands (kaartfragmenten schaal 1 : 10 000, 1 : 25 000 en

1 : 50 000). 1981.

Sample areas from the soil map of the Netherlands 1 : 50 000. 1984. Soils and landscape: excursion in the vicinity of Wageningen. 1980. Soil Survey Institute, Wageningen, the Netherlands. 1984.

Soil survey and soil survey interpretation in the Netherlands, scale 1 : 25 000 (kaartfragmenten). 1980.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doordat het van te voren niet duidelijk is wie wat toebehoort en de leerlingen niet mogen overleggen, zal in dit experiment in de eerste ronde alle vis over het algemeen

heidswet. Hier is de loongrens met recht en reden een omstreden zaak te noemen. Wij zouden ten aanzien van deze actuele kwestie het volgende willen opmerken. In

Ia hat gefiltreerde an la hat ongefiltreerde axtract syn da pH aa hat BCOj&#34; gahalta bepaald (baldaa in tweevoud). Taa da BCOj&#34; tltratlaa »U» ourven opgenoaen waarin

omstreeks het in bloei komen, drie planten gekozen welke qua hoogte, stengeldikte en aantal bladeren ongeveer aan elkaar gelijk waren, en welke tevens het gemiddelde op

Op het eerste gezicht lijken de maatregelen die buitendijkse ruimte inhouden voor (ondiepe) slibafvang interessant, maar in tweede instantie moet naar ons idee geconstateerd worden

In fig.1-4 ziet men inderdaad dat de snelheid waarmee het Ca naar de vrucht getransporteerd wordt, gedurende de groei van de appel sterk afneemt.. Zo is al in een appel van 30-40

33 Het EPD bestaat uit een aantal toepassingen die ten behoeve van de landelijke uitwisseling van medische gegevens zijn aangesloten op een landelijke

Als Vlaams minister bevoegd voor Cultuur en dus ook bevoegd voor de luister van de taal, zie ik erop toe dat in de publicaties van de Vlaamse overheid en in de contacten met het