/ X I j ~ ó $ t > o 5 ' l f ;b
~\j 'Cü' l'iJ*</t sir** r -2-T, 3
? K O E r S » Ä ; » C'>\ V G O R D E G K Q C N i E.I\- Li'i r R u I i G L A S T E N A A L D W I J K
pfiö 2*{\ j (L 'wZ/L b ^pCoC^yl^ vCC/i w c. 0XJüU^Z. \Xjfi td^, 2, ^LC^/tCLüts^^iÄ/u.'o-o i J / *
door :
Vv • Vein i\oVcs Ù j n
l\ôw i OW i j k j SUQUSlU S i S 7 ^ • No.520/1972.
Oriënterend proefje ter "bepaling van de ontsmetting voor tomateorgaancultures.1971.
Project C4i
Inleiding
Bij de orgaancultuur van tomaat zijn steeds geen bevre digende resultaten verkregen door de verontreinigingen, die in de cultures optrad. Daarom werd opnieuw oriënterend een ontsmet -tingsproefje opgezet. Op aanraden van Kr.Ir. R.L.M. Pierik werd in deze proef o.a. gebruik gemaakt van speciaal voor dit doel op gekweekt plantemateriaal. Hierbij werden de planten wekelijks bespoten met een systemisch, fungicide (Benlate) of met een insec ticide. Vel moet opgemerkt worden, dat dit proefje in 't voorjaar plaats vond (begin mei). Dit is een periode, waarin over het al gemeen minder verontreinigingen optreden. Dit wordt mogelijk ver-, oorzaakt door de snelle groei van het gewas, waardoor zich minder micro-organismen op de plantedelen bevinden.
Proefopzet
De bloeiende bloemen werden op een knopsbodem zonder groei stoffen uitgeplant. De samenstelling van deze bodem geeft bijlage 1. De gegevens betreffende de bespuitingen van de planten geeft bij lage 2, waarin tevens het Cl^-gehalte van de chloorkalk en chloor-bleekloog is opgenomen.
In deze proef werden betrekkelijk lage cone.gebruikt. Van te voren^ was reeds bepaald, dat in deze periode dit gewas, daarmee voldoende ontsmet kon worden.
'Vergeleken werden:
1. Ontsmetten met 5chloorkalk, gedurende 10 minuten, speciaal
opgekweekt plantemateriaal.
2. Ontsmetten met 5f° chloorkalk, gedurende 10 minuten, bloemen uit een willekeurige kas.
5. Ontsmetten met 1% chloorbleekloog gedurende 10 min., speciaal opgekweekt plantemateriaal.
4. Ontsmetten met 1% chloorbleekloog gedurende 10 min., bloemen uit een willekeurige kas.
5. Ontsmetten met 1 fo chloorbleekloog + 1 % T.pol gedurende 10 min. bloemen uit een willekeurige kas.
Resultaten
De proef werd opgezet om de ontsmettende werking van chloor kalk en chloorbleekloog na te gaan en om vast te leggen, of het afzonderlijk opkweken van planten voor dit soort onderzoek zinvol was. Doorslaggevend is dus het percentage verontreinigingen. Deze waren als volgt:
Uit bovenstaande komt duidelijk de zeer gunstige invloed van de speciale opkweek van de planten naar voren. Bovendien is duide lijk, dat de T.pol het percentage verontreinigingen duidelijk verminderde.
Chloorbleekloog en chloorkalk ontliepen elkaar niet erg in de hier gebruikte concentraties. Het werkzame chloor per 100 ml was voor chloorkalk 1769,275 mS i-n "100 ml en voor ehloor bleekloog 149»352 mg in 100 ml.
Chloorbleekloog verdient dus de voorkeur, omdat dit met een lager chloorgehalte een evengoede ontsmetting geeft en ander zijds de oplossingen gemakkelijker te maken zijn.
Samenvatting en Conclusie
Uit dit oriënterend proefje zijn 5 conclusies te trekken:
a. Het apart opkweken van plantmateriaal voor orgaancultures heeft wel degelijk zin.
b. Chloorbleekloog lijkt met een lagere gehalte aan chloor een even goede ontsmetting te geven als chloorkalk met een + 10 x hoger C^ gehalte.
c. Voor elke proef ïnoet de ontsmettingsconc. nagegaan worden, omdat, waarschijnlijk afhankelijk van de groei, het
besmetting-niveau van proef tot proef en van jaargetijde tot jaargetijde zal variëren.
jo verontreinigd 1. 5i° chloorkalk "speciale"bloemen
2. 5i° chloorkalk "normale" bloemen
3. 1$ chloorbleekloog "speciale" bloemen 4. 1 io chloorbleekloog "normale" bloemen 5. 1$ chloorbleekloog + 1$ T.pol "normale
10 40 0 50 10 bloemen" De proefneemster Wil van Ravestijn.
Bi.jla Samenstelling knops-voedingsbodem Ca (N03)2 2H20 500 mg/L KNO^ 125 mg/L MgS04 7H20 125 mg/L K H2 PO^ 125 mg/L Fedta.(5 mg/ml Fe+++) 0,6 ml/L Thianine H Cl (vit.B^) 1 mg/L L. cysteine-hydrochloride 10 mg/L Saccharose 50 g/L MnS04 4H20 3 mg/L ZnS04 7H20 0,5 mg/L H^BO^ 0,5 mg/L CuS04 5H20 0,025 mg/L Na2Mo 04 2H20 0,025 mg/L pH = 5,6 Noble agar 10g/L
Stereliseren 15 min. op 1 atm. Bodem bereid op 15/4-1971»
Bijlage 2
22/3 Gespoten met 0,1 fo Benlate 2800 ml + 15.30 - 16.00 uur
29/3 tl 0,1 fo Parathion 27OO ml + 10.30 - 11.00 uur
5/4 II 0,1 fo Benlate 3500 ml + 8.30 - 9*oo uur
13/4 II 0,1 io Parathion 4OOO ml
±
15.45 - 16.15 uur19/4 II 0,1 io Benlate 4OOO ml + 13.30 - 14.00 uur
26/4 " 11 0,1 io Parathion 4OOO ml + 11.45 - 12.15 uur
Chloorbepaling op 26/4.
Chloorkalk bevat 19« 55 i° werkzaam chloor. Yoor 5 i° chloorkalk 9>05 g/100 ml gebruiken.
Chloorbleekloog bevat 122,42 mg Chloor per ml. Voor 1 % chloorbleekloog 1,22 ml per 100 ml gebruiken.
- i v o c d — o m u i -fi v » ro o V_H > •Pi £ m t bd| ! <D { !trt p < H O • h-1 OÇ u i u i u i u i u i u i y i u i vji v_n - (d" W W W W W ï » ^ ^ ^ ^ ! ! ! •Ö O VJ1 -pa. Vj>l N> -i *J1 -P». VM l\3 1+ |+ |+ VJ1 VJ1 + un 1 + 1 + + >sJl VJ1 + + + cd P >d M _ P _ P C+-CD y l P-i O .< î !— * H-L. i p p ICR? I I-I N H CD £ cH I Ta W o m W M O (!) S "HT' M O CD H-M y o w 03 v_n o V M O O H fV P> t—• tv B F-P VO VO O —i i O o o o o o o o vo o -»• o o o o
f
Q li o o ct" ci-cd o VJ1 o o VJ1 \J1 o o o U1 U1 "TCT-o a' cj l_J p. O ct-CD 01? H- CD P» I ^r CD h! o P ch CD H-P a ON —o ON a\ —J —3 —3 o\ ON ON W W VN ON ON ON VN ON ON ro VM vjj o ON ON VJI <! m M P j» p. ÎVCj. I CO CT cf K CD O CD CD M 3 I O P M M É CQ ÎV CD M P? w H-C-j. M P crç CD VM a' M N f\D O ro o o ro O M o V>J ro o ro o o ro ro o ro VJ1 VJl UI AJl Ul ON VJ1 VJ1 VJ1 VJ1 B 0 H CD O M O p, £ • + • O P M £ m brf 2 H« £ M CD Pi H P-P CÜ3 t, O h! c+ CD CD W et* O < P o M H c+ <! co CD 1— 1 p M S» cP: <î ts* J_. CSJ CD ct-<rh H-P U<3 O mCD + + + + + + + +PO
ovo œ--J ro ^ o -A VO CD—O ONVJ1 -P». VJJ IV) -*
vjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivjivji Ö Ö Ö Ü Ü Ö Ö Ü Ü Ö O O O O O O O O O O
OD —] ONVJI -£»• VJI -P* VN IV) -»• VN IV) -I —J ON VJI -P* VN FV) -I
I I I I
' l i ' O —i! + 1 + 1 + 1 + + + 1 + + iv) —O O il + l + + +
!V
VJI VJI VJI
VN-pa.VJI- J 0 0 0 -A-I.-S. 0 -J.->. ON—J 0 3 O O -»• -I • • > • • • • • • • • • • • • • • • « • • •
O O v j l O O O O O O O O O O O . V J l O O v j i O O
IV)
O O O O O O
vjt vn vji vji vji vji
O VJI O VJI O VJI O ..vu. O _v?_ IV) O .Wh O O VJI VJI IV! -s- IV) po O 'v>v3> VJI td VN on VM VN ON ON -V IV) VN O O ON VJI VJI iv) ro iv) O O O
VJI VJI VJI IV) O VJI VN ON IV) IVI O O VJI VJI tri IV) P AZl. O VJI ro + + +
—I VO . œ —:1 ON \JI 4^ VM M -*> I tri O ; o it? I P "!P ' "Pb T £ ! I CD CO s U I U I U I U I U I U I U I I J I ^ U I 1 M s - - - ^ ^ _ t i ) l j ) U W b i ! > > ! i > ! t > > !Cî? ta I ! fei j 1VM O ON Ul 4^ V» M ui 4i w IV) I !+ Ui 1+ '-x 1+ \ o v_n \ vji I 1+ VJ1 \ VJl \ o U1 __jk s. 1 CD vo vo O VJl ON —j o ^ • • • • ' • • • • • • O O vjn O o o o o O VJl ro ro ro rv> o o o O VJ1 \J1 vjn un zn -O ON w ro ro ro o o o VJ1 VJl VJ1 ro O VJ1 —j ON -o -J ON ON ro o ro o o ro .ro o VJI Ul U1 -a ro o o VJ1 VJ1 ro o vjl —J ON •i "" t "TS ; o Î4 c4-CD M <! CS] . CD c+ c+ H-y 0Ç
N (D c+
c+ H-
»
0*2-A. vo CD -o 0\ VJI -P* V* I\D O V J l V J i U i U i U i ^ U i U i ^ J i U i ! td • £?j I 5 I 3 : Oj • Q W t d W t d . W > > > ! > t > J I b SCO I i v_n b <! o o • M — JI TS M o b e- \ 1-3 O H Xf} ui > vjj ro vji 4^ V-M ro I 1+ 1+ + + 1+ 1+ \J1 Ul U1 -i Ul + + +
VJI VJI VJI X vji
i. 1 5» _A ^
€0 vo O —j. —*. O O —i. O
• • • m • • • • • •
VJI VJI o O O O VJ1 O O VJi
O O O bd M O 0 3 bd M O O H-O 4 O O c+ c+ O w y o w 03 VJ1 VJI vji •or-C7\ O" 0^5 d H® h O ! cP CD 1 H- P-CO fcd < % O P cP 4 iv> o o ro ro
o o I\3 ro o o IV) r\D o o IV) IV) o O IV) O IV) IV) O u i m u i v ^ y i u i u i ' j i v j i u i + + + + <! mf o M Pj P3 P ö: m W I ra u' cP I—1 CD O CD CD M B ! IV CD M B tvf td ®JL>i •• Lüit CD » O P-" O Pb p O 05 M M £ m o H c+-0 M H CD xn et* O λ M M £ CO CO b <b: <! M M CS3 CD c+ c+ H-b 0Ç