• No results found

Automatische dierweging bij kalkoenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Automatische dierweging bij kalkoenen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Automatische dierweging bij kalkoenen

T. Veldkamp, technisch medewerker kalkoenhouderij

R. Arts, stagiair Agrarische Hogeschool ‘s-Hertogenbosch

E. Verbij, technisch medewerker economie en modellen

In één ronde is een automatisch dierweegsysteem voor kalkoenen getest. Tot een

leeftijd van 17 weken werden betrouwbare resultaten verkregen en daarna niet meer.

Geregistreerde gewichten van de weegschaal waren vanaf 17 weken beduidend lager

dan de gewichten van de handweging.

Inleiding

Bij leghennen, ouderdieren en slachtkuikens worden automatische dierweegsystemen toege-past. Ook voor een kalkoenhouder is het van belang om de gewichtsontwikkeling van een koppel tijdens de mestperiode te volgen. Com-plicaties kunnen zodoende eerder worden opge-merkt. Eveneens wordt een beeld van de unifor-miteit van het koppel verkregen.

Het is niet eenvoudig om in een grote stal matig een juiste steekproef te nemen. Het hand-matig wegen van kalkoenen is bovendien erg arbeidsintensief. Een automatisch dierweegsys-teem zou uitkomst kunnen bieden, mits voldoen-de kalkoenen worvoldoen-den gewogen.

Materiaal en methode

In de kalkoenenstal P2 is een proef uitgevoerd met het sws-500 automatisch dier-weegsysteem. Voor de proef waren twee weeg-schalen beschikbaar, die in twee subafdelingen zijn geplaatst. De dierweegsystemen zijn bij het begin van de proef in het midden van de subaf-deling geplaatst. De dierweegsystemen wogen 24 uur per dag en iedere dag werd automatisch een dagoverzicht uitgeprint. Per weegschaal kon het aantal wegingen, het gemiddelde gewicht, de uniformiteit, de standaardafwijking en de frequentieverdeling afzonderlijk worden geregis-treerd. Regelmatig werd handmatig een steek-proef per subafdeling gewogen. Deze gegevens werden vergeleken met de gegevens van de dierweegsystemen.

Met behulp van een videocamera is bekeken wanneer de kalkoenen op de weegschaal kwa-men en welke kalkoenen dit waren.

Hiertoe zijn 100 kalkoenen in een subafdeling van een vleugelmerk voorzien,

dueel herkenbaar waren.

zodat ze

indivi-Via diverse hulpmiddelen is getracht vanaf 10 weken leeftijd het aantal wegingen te verhogen. De hulpmiddelen waren:

l fuik van vanghekken (3 meter lang)

l blauwe gloeilamp boven de weegschaal

l gele gloeilamp boven de weegschaal Per subafdeling zijn 330 kalkoenhanen (BUT B6) geplaatst. De oppervlakte van de subafdeling bedroeg 90 m*. De kalkoenen waren gehuisvest op volledig strooisel overeenkomstig de praktijk.

(2)

Resultaten

Aantal wegingen

Het aantal wegingen nam vrij snel af tot een leeftijd van 10 weken. Daarna bleef het aantal wegingen vrijwel constant. Op het eind van de mestperiode werd het aantal wegingen echter zo laag dat de wegingen niet meer betrouwbaar waren. Om het aantal wegingen vanaf 10 weken te verhogen zijn een aantal hulpmiddelen be-proefd.

Het opstellen van een fuik, bestaande uit vang-hekken, bleek duidelijk meer wegingen op te leveren. De blauwe en gele gloeilamp hadden alleen de eerste dag na het plaatsen van de lamp een verhogend effect.

Gemiddeld gewicht

Het valt op dat het gemiddeld gewicht bij het dierweegsysteem na week 17 aanzienlijk lager is dan het gemiddeld gewicht bij de handweging (zie figuur 1). Mogelijke oorzaken voor het ach-terblijven van het gewicht van het dierweegsys-teem ten opzichte van de handweging zijn: 1 In de tiid kwamen meer lichte dieren op de

weegschaal.

2 Uit de video-opnamen bleek dat er bepaalde kalkoenen waren die in grote mate invloed hadden op de weegresultaten. Dertig procent van het aantal kalkoenen nam zeventig pro-cent van het aantal geregistreerde wegingen voor hun rekening.

3 Er was een grote spreiding in de gewichten van een kalkoen die op dezelfde dag bijvoor-beeld 8 x gewogen is. Het éne moment regi-streerde het dierweegsysteem 3380 gram en op een ander moment op dezelfde dag 4584 gram. Grotere kalkoenen gingen vaak met één poot in het midden van de weegschaal staan en met de andere poot op de rand van de weegschaal of niet op de weegschaal. Door-dat het dierweegsysteem werkt met de accep-tatiegrenzen 80%-145% van het normgewicht en het normgewicht het gemiddelde gewicht van de vorige dag is, kan dit de oorzaak van de lage gewichten zijn.

4 Zware kalkoenen stonden op de weegschaal minder stabiel dan lichte kalkoenen.

~ s c h a a l 1 s c h a a l 2 --- handweging

0 14 28 42 56 70 84 98 112 126 140 154

leeftijd In dagen

Figuur 1: het gewicht van de kalkoenen bij dierweegsystemen en handwegingen.

(3)

Uniformiteit en groei

Met “uniformiteit + /-10%” wordt het percentage dieren aangegeven, die een gewicht hebben tus-sen 90 en 110% van het gemiddeld gewicht. Het dierweegsysteem vergelijkt het gewicht van de dieren echter met het gemiddelde gewicht van de vorige dag. Hierdoor is de uniformiteit van het dierweegsysteem in het begin van de mestperio-de lager dan mestperio-de uniformiteit van mestperio-de handwegin-gen. De dieren groeiden in het begin relatief snel dus de afwijking van het normgewicht was dus groter. Hierdoor werd de uniformiteit lager. Bo-vendien kwamen in de uniformiteit van het dierweegsysteem grotere schommelingen voor dan in de uniformiteit van handwegingen. Uit groeicijfers bleek dat de kalkoenen soms nega-tieve groei vertoonden.

Conclusies

In het bovenstaande zijn resultaten weergegeven van slechts één ronde met twee weegschalen. Onze bevindin-gen waren vergelijkbaar met die van de praktijk. Tot een leeftijd van 17 weken kwam het gemiddeld gewicht van het dierweegsysteem goed overeen met de handwegingen. De uniformiteit schom-melde van dag tot dag bij het dierweeg-systeem meer dan bij de handwegin-gen. Tot 17 weken werden betrouwbare resultaten verkregen en daarna niet meer. In verder onderzoek zal getracht worden om het aantal wegingen en de betrouwbaarheid verder te verhogen. Indien de problemen met de weegstaaf worden opgelost, biedt dit systeem perspectieven voor de praktijk. Tevens zal een ander dierweegsysteem worden uitgetest.[7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij deze variant van NBS-gewassensing wordt ook een normlijn voor het stikstofopnameverloop in de tijd gehanteerd en wordt een bijmestadvies berekend zodra de gemeten N-opname onder

In de figuur staat voor een aantal diersoorten het verband tussen het energieverbruik E en het gewicht G.. Hierbij is E het

Volgens vakspecifieke regel 4c bedraagt de aftrek voor fouten zoals bedoeld onder 4a en/of fouten bij het afronden van het eindantwoord voor het hele examen maximaal 2

[r]

Michael Ventris zette het werk van Kober voort. In het vervolg van deze opgave zie je in vereenvoudigde vorm hoe hij te werk ging. Ventris slaagde erin verschillende tekens van

De rechte lijn in de figuur doet vermoeden dat een dier dat twee keer zo zwaar is als een ander dier ook twee keer zo veel energie verbruikt. 3p 4 Onderzoek met behulp van

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

The success of the vehicle- free developments was measured and the information utilised to guide recommendations for the demarcated study area within the town of