• No results found

Die tijd komt nooit meer terug : een reactie op van der Zwan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Die tijd komt nooit meer terug : een reactie op van der Zwan"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

s-ill at 1e 1e .r-ag j s- ml- e- Ji-ijd !0 -ln. • e-lse Ne en :en le -ten ler ni -:! r- m-mr m - >e-ijn ' ran rals ht. :h-rhij ien en, 199 nt-s &.o 7/8 2oo1 PEN OP PAPIER.

D

ie tijd

komt nooit meer terug

Een reactie op Vander Zwan

'Want we zijn allemaal, in ze-kere zin, miaranten: we zijn

aeiimigreerd naar de toekomst, en ons land van herkomst is het verleden. Er is in dit nieuwe land geen groep die kan zea-aen: wij woonden hier a/, wij weten hoe je hier moet Ieven.' 1

EVELYN ERSANILLI & nante mannelijke

gezins-hoofd, terwijl hiervan bij Surinaamse en Antilliaanse gezinnen vaak geen sprake is, omdat de vrouw hier het gezinshoofd is. Van der Zwan pleit in zijn artikel weliswaar voor emancipa-KAI PATTIPILOHY

Student Algemene Sociale Wetenschappen en actiif bij de Jonge Socia listen resp. student Bestuurskunde en werkzaam bij een adviesbureau

voor sociale vraagstukken.

In het debat over maatschappelijke achterstanden van allochtonen is het opvallend dat vee) partijen oude reflexen Iaten zien. Het CDA heeft haar verzui-lingsmodel van zolder gehaald en Vander Zwan op-pert nu het oude sociaal-democratische idee van een emancipatiebeweging. Het multiculturele drama is in zijn ogen 'niet groter, maar ook niet kleiner, dan het drama van de maatschappelijke onderklassen uit andere tijdperken en andere Ianden in de wereld'2

.

• Dit kan zo zijn, maar de grootte van een probleem zegt niks over de inhoud of de oplossing. De tijden veranderen en de problemen en oplossingen ook. Net zoals het verzuilingsmodel onwerkbaar is, omdat de zuilen in deze tijd niet Ianger 'een dak dra-gen' 3, is ook het door Van der Z wan voorgestelde emancipatiemodel niet de sleutel tot de oplossing van de rninderhedenproblematiek; het gaat namelijk totaal voorbij aan de dagelijkse realiteit.

In dit artikel zullen wij de verschillen aangeven tussen situaties waarin de arbeiders toen en de al-lochtoncn nu verkeren. Vervolgens bieden wij een ander kader voor de aanpak van de achterstand van allochtonen, te weten interculturalisatie. Hierbij spelen ook autochtonen een belangrijke rol.

Homogeniteit versus heteroaeniteit

Op vee! punten zijn de omstandigheden van de ar-beiders toen en de allochtonen nu, niet te vergelij-ken. Om te beginnen lijkt Vander Zwan er in zijn analyse vanuit te gaan datallochtonen benaderd kun-nen worden als een homogene groep. In werkelijk-heid is er echter sprake van een grote sociaal-econo-mische en etnisch-culturele diversiteit. In zijn arti-kel wordt er bijvoorbeeld gerefereerd aan het dorni

-tiebewegingen langs etni-sche lijnen, maar lijkt niet te beseffen dat de ver-schillende groepen ook verver-schillende problemen hebben.

Praktisch gezien Ievert het idee van grote, etnische emancipatiebewegingen ook problemen op. Som -mige etnische groepen tellen namelijk te weinig !eden om een eigen emancipatiebeweging op te zet -ten, die collectieve goederen, zoals de door Vander Zwan genoemde woningbouwverenigingen, kun -nen produceren. Hoe zouden zij dan moeten eman-ciperen? Moeten zij zich maar aansluiten bij een emancipatiebeweging van een groep waarmee zij enige overeenkomsten vertonen of moeten zij zich met andere groepjes verenigen, die ook te klein zijn om zo'n beweging te vormen?

Niet aileen tussen, maar ook binnen groepen zijn de verschillen levensgroot. Generatie en de inter -pretaties van geloof en cultuur spelen hier een be -langrijke rol bij; binnen gemeenschappen bestaat er een enorme variatie aan opvattingen over normen, waarden en de regels, die hieraan verbonden zijn. Er zijn in de loop van de tijd diverse sub-en hybride -culturen4 ontstaan. Wie door de Kalverstraat in Amsterdam loopt, merkt direct dat de Turkse, Suri-naamse of Marokkaanse jongere niet (meer) bestaat; een Turkse jongen die naar hip-hop muziek luistert, een taal spreekt die tussen het Nederlands, Suri -naams en Marokkaans in zit en niets op de wereld zo lekker vindt als een zak Vlaamse friet, is eenvoudig-weg niet meer in een hokje te stoppen.

lndividualisering van de samenleving

In de tijd van de arbeidersemancipatiebeweging was Nederland een redelijk collectivistische

(2)

samenle-J66

s&..o7/82oo1

ving. De huidige samenleving is echter sterk gemdi-vidualiseerd. Vee! problemen die zich momenteel met allochtone jongeren voordoen, zijn er, omdat zij zich niet of onvoldoende geaccepteerd en begre-pen voelen. De kloof, die tussen deze jongeren en de Nederlandse samenleving is ontstaan, wordt niet kleiner door in een samenleving, die sterk op het in-dividu is gericht, collectieve emancipatiestrategieen toe te passen. Allochtone jongeren zullen zich niet voor vol aangezien voelen, zodra alleen zij behan-deld worden als lid van een groep, terwijl bij hun au-tochtone leeftijdsgenoten de nadruk wordt gelegd op individuele kwaliteiten. Ook voor jongeren, die

wei voldoende presteren, zal deze strategie weinig

effect sorteren, omdat zij zich gestigmatiseerd

zul-len voelen. Er moet worden ingespeeld op de

indivi-duele capaciteiten van jongeren, waarin culturele achtergrond zeker een belangrijke rol speelt, maar niet noodzakelijkerwijs een cruciale; ze zijn meer dan allochtoon alleen.

Cultuurverschillen

Afwijkend normbesef wordt vaak als barriere voor de integratie van allochtonen gezien. Vander Zwan beaamt ditS, maar weet hier geen goede oplossing

voor te vinden. Hij dringt namelijk aan op het

sanc-tioneren van !eden van een bepaalde

emancipatieor-ganisatie door de Ieiding van deze organisatie bij het

niet naleven van de normen van de groep. Als de normen van allochtonen botsen met die van de rest

van de samenleving, is het niet verstandig deze

hots-en de en in sornmige gevallen zelfs onwenselijke

nor-men, te versterken binnen emancipatieorganisaties. Deze botsingen, en zeker de tegenstelling

allocht-oon - autochtoon, zullen zo alleen maar worden

vergroot. Een dialoog over norm en en waarden lijkt

ons meer bevorderlijk voor de integratie.

Vooral wanneer je het hebt over jongeren, die

zelf, zoals hoven reeds genoemd, een totaal nieuwe

(straat)cultuur hebben ontwikkeld, zou het bijna

onethisch zijn om bepaalde normen af te straffen,

zuiver en alleen omdat die niet stroken met die van

hun emancipatiebeweging. Een Marokkaanse

jon-gen, die zich niet (aileen) Marokkaans voelt, kan je

niet de normen van 'zijn groep' opleggen en vertel-len hoe hij zich zou moeten emanciperen, puur op basis van zijn etnische achtergrond. Wanneer Lavrij-sen het in haar essay 'Culturele diversiteit in de kunst' heeft over het stimuleren van allochtone kunstvormen, stelt zij volgens ons ook terecht, dat het meer zin heeft 'jonge mensen uit migrantenge

-meenschappen aan [te] moedigen zich toe te leggen op intellectuele verfijning en kritische reflectie', dan het opnieuw uitvinden van tradities 'die onder hele andere condities dan de huidige floreerden',

omdat zij op deze manier 'voor zichzelf kunnen

spreken in plaats dan anderen dat voor hen doen.'6

Een ander probleem van deze methode is dat

on-gelijkheden binnen groepen gelegitimeerd worden.

Zo stelt hoogleraar interculturele communicatie

Pinto bijvoorbeeld, dat binnen de zogenaamde

'F-culturen', waar vee! niet-westerse allochtonen dee!

van uit maken, mannen vaak officieel de dienst uit-maken en vrouwen 'dermate zwart-wit worden be

-oordeeld, dat zelfs een kleine afwijking van de

stan-daard reeds als tekortkorning wordt gezien' J Om

tot en samenleving te komen waar groepen en

indi-viduen respect voor elkaar hebben, is het belangrijk de wenselijkheid van bepaalde cultuuruitingen ter discussie te stellen. In 'de prijs van de verrnijding'

stelde ook Scheffer dat 'de onwil te willen oordelen

over opvattingen en gedragingen van anderen de

to-lerantie kan bedreigen'. 8 Lana I eve de seareaatie ....... .

ln zijn artikel haalt Vander Zwan de drie peilers van

de arbeidersbeweging aan: een hoog gesteld doe! dat

hoven het alledaagse Ieven uitgaat, een hoog groeps-moreel en een sterk leiderschap. Gezien de diversi-teit binnen de allochtone gemeenschap, is het de vraag of dit haalbaar is. Wenselijk is het zeker niet. Een hoog groepsmoreel is goed voor de cohesie bin -nen de groep en het zelfvertrouwen van de groeps-leden, maar funest voor de cohesie in de

samenle-ving als geheel. Om met Simmel te spreken:

'Bin-ding is scheiding'9. Natuurlijk speelt etnische

zelfor-ganisatie een niet te verwaarlozen rol bij politieke

participatie. 10

Maar een situatie waarbij iemand zich aansluit bij een organisatie vanwege de

doelstellin-gen en ideologie, in plaats van de etnische grondslag,

is vee! wenselijker.

Het gevaar van het in stand houden van

ongelijk-heid, is erg groot in een situatie waarbij een allocht-oon haar of zijn identiteit moet gaan verbinden aan

een etnische zelforganisatie. Dienke Hondinus refe

-reert in een essay over de toekomst van het rassen -denken aan een theorie van de Britse socioloog Gil-roy. Deze stelt dat het einde van het rassendenken

voorlopig niet in zicht is, omdat niet aileen de

'witte' profiteurs van het rassendenken hun

voorde-len niet zomaar op willen geven, maar ook de groe-pen die onderworgroe-pen zijn aan het rassendenken, dit

niet nisc hier om< wor van dat stra· een dee het: grat is

et

vin~ spra zijn de~ heel Wij beg1 'mu kaar eenl

.

er s· mee oge1 vers !ism staaJ priv Dez bij ( schc rest niee vers insti gev< em a levu den nig cult I von en \I wor wor

(3)

n n 1-l. ie el t-

:1-m

l i-jk er 0-an lat IS- si-de et. IU - DS- le- in- Jr-:ke 1ch in-ag, i jk- ht-1an

fe-

W-cen de de- oe-dit S&_D7/8200I

niet snel zullen doen. Dit vanwege de politieke, et-nische, culturele tradities en identificaties, die zij hier aan ontlenen en niet meer op willen geven, omdat deze dikwijls bron van trots en kracht zijn ge-worden. Hondinus vergelijkt dit met het ontlenen van identiteit aan het slachtofferschap. Zij geeft aan dat 'soms ( ... ) de status van slachtoffer praktisch en strategisch [kan

I

zijn maar ( ... ) geen basis [is

I

voor een politieke identiteit.' 1 1

Zelfs als, ondanks de bovengenoemde bezwaren, de emancipatiebewegingen wei gevormd worden, is het nog maar de vraag of ze daadwerkelijk voor inte-gratie zorgen. Emanciperen binnen eigen instituties is een stap, integreren in de Nederlandse samenle-ving een andere. Zonder deze laatste stap is er geen sprake van echte integratie; verschmende groepen zijn weliswaar vertegenwoordigd in aile sferen van de samenleving, maar vormen niet samen een ge-heel. Er is dan eerder sprake van segregatie.

..

if

de interculturalisatie!

Wij pleiten voor een interculturele samenleving. Dit begrip vereist enige toelichting. 'Intercultureel' en 'multicultureel' worden soms ten onrechte aan el-kaar gelijkgesteld. Multiculturalisme is op zeer uit-eenlopende wijzen gedefinieerd. Zo stelt Rex 1 2

dat

• er sprake is van multiculturalisme bij publieke ge-meenschappelijkheid en private diversiteit. In zijn ogen wordt de combinatie van publieke en private verscheidenheid vaak onterecht als multicultura-lisme aangemerkt. Galenkamp & Tempelman 13

ver-staan onder multiculturalisme juist wei publieke en private verscheidenheid in de vorm van verzuiling. Deze laatste defmitie sluit in onze ogen het best aan bij de Nederlandse situatie, met haar islarnitische scholen en de stimulering van zelforganisaties. In de rest van dit artikel zal multiculturalisme gedefi-nieerd worden als, 'een samenleving, waarin di-verse culturen naast elkaar bestaan en elk hun eigen instituties hebben'. Multiculturalisme is zowel het gevolg van een nieuwe verzuiling als van eigen emancipatiebewegingen. Een interculturele samen-leving daarentegen, is een samenleving, waarin ie-dereen participeert in aedeelde instituties, die dusda-nig hervormd zijn, dat mensen met verschillende culturele achtergronden zich er thuis voelen.

De huidige instituties van de samenleving zijn ge-vormd door blanke mannen en dragen hun normen en waarden met zich mee. In feministische literatuur wordt gesteld, dat deze 'genderbiased' zijn. Zo wordt de vrouwelijke stijl van leidinggeven vaak niet

hoog gewaardeerd, omdat deze niet binnen de cul-tuur past. Naast 'genderbiased' zijn de instituties ook 'culturebiased'. Dit blijkt bijvoorbeeld uit kle -dingvoorschriften, die geen probleem zijn voor de Nederlanders met hun christelijke achtergrond, maar wei voor Sikhs en moslimvrouwen.

Om werkelijke integratie van allochtonen in aile sferen van de samenleving te bereiken, zal er inter-culturalisatie moeten plaatsvinden en dus zullen ook autochtonen zich moeten aanpassen. Niet aileen in het belang van allochtonen, maar ook in hun eigen belang. Door de komst van immigranten naar Ne-derland en de individualisering is Nederland een plurale samenleving geworden. Om in deze samen-leving te functioneren moeten ook autochtonen in-burgeren 1

4. Nauta stelt, dat aile burgers over be-paalde competenties moeten beschikken; vaardig-heden om regels van algemene aard in aile sferen van de samenleving te ontwikkelen en hiermee om te gaan. Het gaat om vaardigheden als de mogelijkheid je in een ander te verplaatsen, verantwoordelijkheid dragen voor je gedrag en de competentie om voor je eigen rechten op te komen. 1

s

De eerste vaardigheid kan bijvoorbeeld door middel van intercultureel on-derwijs verkregen worden. In het schoolcurriculum

zou meer aandacht moeten komen voor de

histori-sche en culturele bijdragen van minderheden, aan-dacht voor de geschiedenis van de slavernij, auteurs uit andere culturen en voor andere religies.

Onvermijdelijkheid is een negatieve reden om te interculturaliseren. Er is ook een positieve reden; diversiteit is vaak een meerwaarde. In het diversi-teitsbeleid van de gemeente Amsterdam wordt ge-hamerd op een brede participatie van aile burgers in beleidsvorrning en besluitvormingsprocessen. Hier-door kan gebruik worden gemaakt van de diversiteit in visies, ervaringen, expertise en inzichten, die deze gemengde groep burgers met zich mee-brengt. 16 Naast dat hierdoor ook de behoeften van groepen en individuen zichtbaar worden, voelen de burgers zich door de waardering en het feit dat ze een gelijkwaardige gesprekspartner zijn, verant-woordelijk voor de omgeving waar zij in Ieven. Het doorvoeren van het intercultureel beleid dat uit dit diversiteitsbeleid voortvloeit, in aile facetten van de samenleving, zorgt er dan ook voor dat iedereen zich kan identificeren met de samenleving en er dus ook van iedereen actief burgerschap mag worden verwacht. Naast de formele participatie kan zo ook de informele participatie, die 'van belang is voor een goede inburgering in de ontvangende

(4)

samenle-S&_07/8200I

ving'

'7,

worden bevorderd.

Concreet kan er, naast het bovengenoemde in

-terculturele onderwijs gedacht worden aan maatre-gelen als het versoepelen van kledingvoorschriften, het flexibiliseren van werktijden zodat er rekening gehouden kan worden met religieuze feestdagen van andere strorningen dan het Christendom en cultu-rele diversiteitstraining voor werknemers van de publieke sector (van politieagenten tot welzijnswer

-kers). In Canada maken de meeste van deze maatre-gelen al dee] uit van het multiculturele beleid 1 8. Zo

is het de Sikhs, die bij de koninklijke Canadese berg

-politie (RCMP) werken, toegestaan hun tulband te dragen i. p. v. het ceremoniele hoofddcksel. Hier is vee! kritiek op gekomen; deze maatregel zou van ge

-brek aan respect voor de nationale symbolen getui

-gen. Kymlicka 1

9 betoogt echter dat deze aanpassing juist een integrerende wer!Gng heeft; het feit dat de Sikh-mannen lid will en zijn van de RCMP is een teken dat zij willen participeren in, en zich actief in will en zetten voor, de Canadese samenleving.

In 'onderhandelingen' tussen de diverse denk

-beelden in onze samenleving, zullen de instituties moeten worden aangepast. Deze onderhandelingen zullen gepaard gaan met conflicten. Het is van be

-lang om deze conflicten aan te gaan, want in een

goed functionerende democratie is er naast consen-sus, ook sprake van conflict20

. Oat deze conflicten in

een multiculturele democratie een etnisch karakter dragen 21

, is dan ook geen teken van het verval van

normen en waarden, zoals door verschillende au

-teurs22 wordt gesteld, maar van een verkenning die totnogtoe te beperkt heeft plaatsgevonden.

Niet alles is echter onderhandelbaar. De kern

-waarden van onze rechtsstaat, zoals de

gelijkwaar-digheid van man en vrouw, mogen dan ook nimmer ter discussie komen te staan. Er moet een rnidden

-weg gevonden worden tussen niet, of nauwelijks

on-derhandelen en het ter discussie stellen van kern

-waarden, tussen dwang tot assimilatie en overdre

-ven vergaand cultuurrelativisme. Zoals Lavrijsen

stelt: 'Als men een op Eurocentrische superioriteit

gebaseerde houding achter zich kan Iaten, dan is een

discussie over kwaliteit heel goed mogelijk en ge

-tuigt een kritische houding eerder van interesse dan onverschilligheid. Onverschillig cultureel relati

-visme is voorbehouden aan de luie geesten' 2 3.

Nostalaie als panacee?

De tijd van de arbeidersemancipatiebeweging komt niet meer terug, hoe graag Van der Zwan dit ook

lijkt te will en. Een scherpe dialoog zou het begin van

de oplossing van ons multiculturele probleem kun

-nen zijn.

De weg naar werkelijke integratie is niet die van allochtonen langs eigen instituties, maar die van aile

burgers naar een interculturele samenleving waarin individuele gelijkheidsrechten voorop staan en het

beste uit aile culturen gecombineerd wordt tot een

intercultuur waarvan de hoofdlijnen vastliggen,

maar waar mensen wei tot op zekere hoogte een

eigen invulling aan kunnen geven. Als je streeft naar

een samenleving waar iedereen haar of zijn verant-woordelijkheid neemt, zal een autochtone

Neder-lander zich net zo verantwoordelijk moeten voelen voor herrieschoppende Marokkaanse jongens, als

iemand die uit dezelfde etnische groep als deze jon

-gens afkomstig is.

LITERATUUR

Aa,

J.

van der ( 1999) De kracht van een diverse stad. Plan van

aanpak diversiteitsbeleid van de Gemeente Amsterdam. Fennema, M., Tillie,

J.

,

Heelsum, A. van, Berger, M., Wolff,

R. ( 2 coo) Sociaal kapitaal en politieke participatie van

etnische minderheden. Amsterdam: IMES

Hondinus, D. (2oo1) Dieper dan de huid, De Groene Amsterdammer, 13 januari 2001

lngleby, D. ( 2 co 1) Psycholoaie en de multiculturele samenlevina: een aemiste aansluitina? Oratie Universiteit van Utrecht. Galenkamp M. & Tempelman S. (1997). Cultuur terug in het

mlnderhedenbeleid: naar een islamitische zuil? justitiiile verkenninaen, nr 23 (6), pp. 83-94

Kymlicka, W ( 1998) Renegotiating the terms of integration, pp 40-59 in: Kymlicka, W (red), Findina our way.

Rethinkina Etnocultural relations in Canada.

Toronto/Oxford/New York: Oxford University Press. Lavrijsen, R. ( 1999) Culturele diversiteit in de kunst. Uitgave ter

gelegenheid van het tienjarig jubileum van het handbock cultuurbeleid. Den Haag: Elsevier bedrijfsinformatie Nauta, L. ( 1995) Competente burgers. In: Engbersen, G. &

Gabriels, R. (red.) !iferen van lntearatie. Amsterdam: Boom

Nederveen Pietserse,

J.

(

1995) Globalization as hybridization, pp 45-96 in: Featherstone, M. (red.)Global Modernities.

London: Sage

Pinto, D. ( 1994) lnterculturele communicatie. Dubbelperspectiif door de drie-stappenmethode voor het doelwiffend overburaen van cultuurverschillen. Houter./Zaventem: Bohn Stafleu Van Logum

Rex,

J.

(1997) Concept of multicultural societies, pp 20S-22o

In Guibernau, M & Rex,

J.

(red) The etnicisy reader:

nationalism, multiculturalism and miaration. Cambridge:

Polity Press

Scheffer, P. ( 2ooo) Het multiculturele drama, NRC

-Handelsblad, 1 8 maart 2 coo

Scheffer, P. (2oo1) De prijs van de•vermijding, NRC

Handelsblad, 26 mei 2oo1

Schnabel, P. (2ooo) De multiculturele illusie. Utrecht: Forum Schuyt, C. ( 1997) Sociale cohesie en sociaal beleid. Drie

publiekscolleaes in De Balie door Kees Schuyt. Amsterdam:

De Balie Veen Vink F 1. Int 2. p. 3· Sc 4· N• S· P· 6. La 7· Pi1 In d Praa rnijr. nurr. Dem derz leeri subs is ni Tess in de base van wee: [ eerd ling< s

1:

t v c s 3 h s· 4 d S>

(5)

n I

·

-n e n !t In 1,

,

n

1r t -1 r-:n

Js

!T, I et :er k om on, /an llo I s &_o 7/8 1oo1

Veenman,

J.

(

1994) Participatie in perspectiif. Ontwikkelinaen in

de sociaal-economische positie van zes allochtonen oroepen in Nederland. Uit de serie lnfoplus minderheden. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Logum, Lelystad: Koninklijke Vermande BY

Vink, J. (loci) Briif aan mijn dochter. Een tocht door het

pandemonium van seks en aeweld. Amsterdam: Meulenhoff.

J.lngleby, D. (loci), pag. 11

l. p.131

3· Scheffer, P. (loco)

4· Nederveen Pieterse, J. ( 1995) r. p. 134 6. Lavrijsen, R. ( 1999) 7. Pinto, D. (' 994) 8. Scheffer, P. (1oo1) 9· Geciteerd in Schuyt (1997) 1 o. Fennema, M. e. a. (loco) 11. Hondinus, D. (loci) 11. Rex,

J.

(1997)

13. Galenkamp, M. & Tempelman, S. (1997)

14. Nauta, L. (1995) I.). idem 16. Aa, J. van der, (1999) '7· Veenman,

J.

(1994) 18. Kymlicka, W. (1998) 1 9. idem, pagina 44

lo. Fennema, M. e.a. (loco) 11. idem

11. Zie o.a. Schnabel, P. (loco) en Vink. J. (1oo1) 13. Lavrijsen, R. (1999)

Dupliek

In de reactic van Carlo van

Praag en Paul Tesser op mijn artikel in het april

-nummer van Socialisme &._

ARIE VAN DER ZWAN

Mijn onderzoeksresultaten die gebaseerd zijn op een

doorlichting van de situatie

en ontwikkeling in het

Rot-Democratie komt de volgende sleutelzin voor:

'On-derzoeksresultaten wijzen uit dat de prestaties van

leerlingen uit achterstandsgroepen met deze aanpak • substantieel zijn te verbeteren, maar Vander Zwan is niet overtuigd'. Op 'deze aanpak' die door Paul Tesser in eerdere publicaties is verdedigd, richt zich inderdaad mijn kritiek. Die kritiek is overigens ge-baseerd op onderzoeksresultaten aan de hand waar -van ik meen de beweringen van Tesser te kunnen weerleggen.

De aanpak die Tesser voorstaat is blijkens zijn

eerdere publicaties gebaseerd op de volgende

stel-lingen:

I. De manifeste verschillen in Cito-scores tus

-sen scholen die wat de populatie van leerlingen

betreft vergelijkbaar zijn, zijn groat en zij reflec-teren kwaliteitsverschillen tussen scholen.

2. Die kwaliteitsverschillen zijn te duiden als

verschillen in effectiviteit die terug te voeren zijn

op de basisfactoren die de effectiviteit van een

school uitmaken.

3. Verbeteringsprogramma's die mede op basis hiervan zijn ontwikkeld werpen significante

re-sultaten af.

4· In dit Iicht bezien is het onbegrijpelijk dat deze verbeteringsprogramma's niet op bredere schaal worden toegepast.

terdamse basisonderwijs waarvan de gegevens ruim beschikbaar zijn, geven aanleiding tot de volgende

contra's:

Ad I . De verschillen in Cito-scores tussen

scho-len met vergelijkbare leerlingenpopulatie wor

-den door Tesser c.s. overschat. Oat komt doordat

ze zich op jaarcijfers baseren. Indien de Cito-sco

-res over meerdere jaren beschouwd worden, blijken de verschillen vee! kleiner. Indien dan ook nog de aanwijsbare buurteffecten verdiscon

-teerd worden, blijken de resterende verschillen tussen achterstandsscholen beperkt.

Ad 2. De duiding door Tesser c.s. van de

ver-schillen in Cito-scores tussen scholen als kwali

-teitsverschillen berust op een aanname die onbe

-wezen is. Voor de Rotterdamse basisscholen heb ik ter toetsing van deze aanname een verband ge-legd tussen de door de onderwijsinspectie

gege-ven kwaliteitsoordelen over scholen en hun re

-sultaten. Oat verband laat zien dater geen enkele

positieve relatie tussen deze twee valt aan te geven. Hetzelfde geldt voor de kwaliteisoorde

-len van schoolbegeleiders.

Ad 3. De verbeteringsprogramma's waarop Tes

-ser c.s. zich beroepen blijken vee] minder

effec-tief dan zij suggeren. Het zogenoemde KEA-ex-periment dat van Rotterdamse origine is, laat he-lemaal geen effecten zien. Ook de Algemene

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De dichter Paul Haimon droeg Oote onder veel hilariteit voor, begeleid door een jazzbandje, en was waarschijnlijk zo onder de indruk van zijn eigen succes dat hij het

BEVEILIG JE ONLINE ACCOUNTS DUBBEL MET TWEESTAPSVERIFICATIE (2FA).. DA’S MAKKELIJK

Uit het SCP-onderzoek blijkt dat autochtonen vinden dat de verant- woordelijkheid voor meer onderling contact voornamelijk ligt bij mensen met een mi- gratieachtergrond,

„in rusland studeerde ik zes jaar aan de universi- teit, maar hier zijn mijn diploma’s

Zowel in Istanbul als in Straatsburg benadrukte Franciscus ondubbelzinnig dat de Kerk onvoorwaardelijk kiest voor de zwakken en onderdrukten. Ook Franciscus’ kritiek op

Je moet zelf aangeven dat je voor eutha- nasie kiest en in welke fase je dat zou willen – als je je partner niet meer herkent, als je niet meer kan praten, bijvoorbeeld.’. Maar

We weten ook niet zo goed waar we precies naar moeten kij- ken, wat we moeten zoeken.. In die zin kun je zeggen dat we de com- plexiteit van het probleem tot dusver

De Vlinderstichting Heeft inmiddels bekend gemaakt dat op de site nieuwe beter gespe- cificeerde kaarten worden geplaatst zodat beheerders onderscheid kunnen maken tussen Rode