• No results found

Berry Brand, Nieuw licht op oude wegen. De wegen die de apostolische beweging volgde vanaf de oorsprong (circa 1830) tot Het Apostolisch Genootschap anno 2011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Berry Brand, Nieuw licht op oude wegen. De wegen die de apostolische beweging volgde vanaf de oorsprong (circa 1830) tot Het Apostolisch Genootschap anno 2011"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© 2015 Royal Netherlands Historical Society | KNHG

Creative Commons Attribution 3.0 Unported License

URN:NBN:NL:UI:10-1-110188 | www.bmgn-lchr.nl | E-ISSN 2211-2898 | print ISSN 0615-0505

BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 130-1 (2015) | review 5

Berry Brand, Nieuw licht op oude wegen. De wegen die de apostolische beweging volgde

vanaf de oorsprong (circa 1830) tot Het Apostolisch Genootschap anno 2011 (Delft: Eburon,

2013, 704 pp., ISBN 978 90 5972 798 4).

Het Apostolisch Genootschap is een zelfstandig Nederlands kerkgenootschap dat zijn oorsprong vindt in de apostolische beweging binnen het protestantisme van de negentiende eeuw. Verspreid over het land zijn er tientallen gemeenten. Op het

hoogtepunt, na de Tweede Wereldoorlog, telden deze apostolischen zo’n 32.000 leden, in 2001 bedroeg hun aantal omstreeks 17.000. Het Apostolisch Genootschap geniet geen grote bekendheid. In overzichtswerken over de Nederlandse kerk- of religiegeschiedenis komt het niet of nauwelijks aan bod. Andere protestantse denominaties – bijvoorbeeld lutherse, doopsgezinde, remonstrantse en sommige gereformeerde – zijn qua omvang vergelijkbaar of kleiner, maar treden meer in de publiciteit. Het is ook een apart

genootschap. Tot voor kort werkte Het Apostolisch Genootschap landelijk of lokaal weinig samen met andere organisaties en het ontbreekt vaak bij gezamenlijke

protestantse of christelijke initiatieven, zoals bij het Interkerkelijk Overleg ten tijde van de Duitse bezetting van ons land, terwijl het recentelijk het karakter van de Raad van Kerken in Nederland te christelijk achtte om toe te kunnen treden.

Berry Brand wil met dit vuistdikke boek de geschiedenis van Het Apostolisch Genootschap bekend maken aan buitenstaanders, en de apostolischen – uit wier kring hij afkomstig is – wil hij een kritische reflectie op hun geschiedenis bieden. Dit laatste was nodig, omdat er onder apostolischen wel een geschiedbeeld bestaat, maar dit

betrekkelijk apologetisch is, niet gebaseerd op bronnenonderzoek en veelal beschreven door de hoofdrolspelers zelf. Wetenschappelijke geschiedschrijving over de apostolische beweging ontbreekt nagenoeg, zodat dit werk in een leemte voorziet.

De geschiedenis van de apostolische beweging (met miljoenen aanhangers) kent wereldwijd en ook in Nederland veel afsplitsingen en scheuringen. Het Apostolisch Genootschap is zelf in 1951 uit zo’n scheuring ontstaan. Brand beschrijft de geschiedenis van de apostolische beweging als de voorgeschiedenis van het huidige Genootschap en laat andere ‘wegen’, zoals hij het noemt, binnen de beweging grotendeels buiten

beschouwing. Dit heeft als nadeel dat het relaas finalistisch van aard is, de plaats van Het Apostolisch Genootschap binnen de beweging onduidelijk blijft en deze geschiedenis die van de ‘overwinnaars’ is, maar het komt de overzichtelijkheid wel ten goede. Hij heeft de

(2)

geschiedenis van het genootschap in vijf chronologische delen gerubriceerd: het ontstaan van de apostolische beweging, 1830-1863; de nieuwe ordening in deze beweging, 1863-1910; en dan de perioden onder apostel J.H. van Oosbree, 1901-1946, L. Slok, 1946-1984, J.L. Slok, 1984-2001 en D. Riemers, 2001-2011 (de laatste twee perioden neemt hij samen in het laatste deel).

Reeds aan deze indeling is af te lezen dat het apostelschap in de loop der tijd een steeds persoonlijker dimensie heeft aangenomen. Een apostel is iemand die gezonden wordt om een boodschap over te brengen. Aanvankelijk lag het accent bij de

overbrenging van een vaststaande boodschap, die van de bijbel. De apostelen die zich omstreeks 1830 in Groot-Brittannië groepeerden beleefden hun tijd als een crisis en meenden op grond van hun bijbeluitleg dat de wederkomst van Jezus Christus

aanstaande was. De protestantse kerken in hun land schonken hier huns inziens te weinig aandacht aan en daarom deden zij dat nadrukkelijk wel, aanvankelijk binnen de kerk, maar na excommunicatie daarbuiten, als zelfstandig kerkgenootschap. De apostolische beweging past in de opwekking die destijds ook elders in Europa in reactie op de

Verlichting plaats vond, en die in ons land zich uitte in de protestantse Reveilbeweging en de Afscheiding van de Nederlandse Hervormde Kerk in 1834 en volgende jaren. Terwijl laatstgenoemde bewegingen aansluiting zochten bij de klassieke protestantse kerkelijke leer, bewoog de apostolische beweging – die via Duitsland omstreeks 1863 Nederland bereikte – zich daar na een aantal decennia van af. Het accent verschoof van de boodschap van de bijbel naar de persoon van de boodschapper. Van Oosbree

presenteerde zich als de eigentijdse belichaming van de geest van Christus: ‘Zoals Jezus de openbaring destijds was, zo was Van Oosbree dit voor zijn tijd’ (615). Apostel L. Slok ging verder op deze weg. Hij was de ‘man Gods’ die tot een andere zijnscategorie

behoorde dan de andere mensen en die onvoorwaardelijk moest worden nagevolgd. De apostelen J.L. Slok en D. Riemers temperden dit idee.

Brand gaat uitgebreid in op de religieuze ideeën van de opeenvolgende apostelen, die hij echter weinig contextualiseert – misschien waren ze er ook wel te particulier voor. Inhoudelijk kun je zeggen dat de weg van Het Apostolisch Genootschap voerde van orthodox naar vrijzinnig en dat in de loop der tijd het verband tussen beide polen verloren is gegaan. Brand meent echter dat er wel een inhoudelijke rode draad te ontwaren valt. Hij beschouwt de geschiedenis van de apostolische beweging als een transformatie van de wederkomstverwachting die aan de oorsprong ervan stond. Toen die verwachting vervaagde kreeg deze volgens hem een aardse vervulling in de persoon van de apostel, die de geest van Christus belichaamde of de eigentijdse Christus was (621). Tegenwoordig is Het Apostolisch Genootschap een ‘vrijzinnige, religieus-humanistische groepering’ (18) die zich verwant voelt met de apostolische cultuur.

Hoewel Brand relatief veel aandacht besteed aan de ideeën van de apostelen, is ook aandacht voor de sociale kant van Het Apostolisch Genootschap. Voor de

negentiende eeuw betoogt hij dat de meeste leden uit de Hervormde Kerk afkomstig waren en in het genootschap de warmte en gemeenschap vonden die ze in de kerk

(3)

hadden gemist. Waarom de beweging in de twintigste eeuw, toen de persoonlijke opvattingen van de apostelen ging domineren, haar aantrekkingskracht behield wordt minder duidelijk. De leden van de gemeenschap waren – anders dan in Groot-Brittannië – aanvankelijk laag opgeleid, de kring was hecht, gesloten en met weinig ruimte voor het individu. Dat het soms beklemmend was in die kring raakt Brand aan, maar het blijft toch een bagatel in zijn boek. Hij schrijft dat Van Oosbree’s bezit van twee dure Cadillacs moet worden toegeschreven aan diens ijdelheid, maar komt niet verder dan dat dit sommigen aantrok en anderen tegenstond (225-226). Over apostel L. Slok schrijft Brand: ‘De verering door zijn volgelingen heeft Slok nooit verleid tot misbruik daarvan’ (431). Elders zegt hij dat afwijkende meningen niet werden getolereerd, maar dat er nooit openlijk verzet is geweest (422-423). Daar zou je toch meer van willen weten.

Maatschappelijk hield Het Apostolisch Genootschap zich afzijdig, wat in de praktijk veelal naïviteit betekende. Het keerde zich niet openlijk tegen het nationaalsocialisme. Voor het overige wordt de relatie met de samenleving oppervlakkig geschetst met algemeenheden als dat het patriarchaal leiderschap van de apostel paste bij de culturele context. Het overtuigt niet: dat een journalist een minister met ‘excellentie’ aansprak maakt het niet begrijpelijker dat een apostel zich de autoriteit van Christus aanmat en volledige overgave verlangde (432-433).

De sociale aspecten ontberen een concrete en kritische behandeling. De weinige keren dat het algemeen publiek kennis van Het Apostolisch Genootschap kon nemen, bijvoorbeeld in het artikel ‘Mijn naam is Slok en ik ben God’ in de Panorama van augustus 1974, werd het apostelschap niet als vastberaden leiderschap maar als dwingelandij neergezet. Brand komt niet verder dan de vaststelling dat veel afhangt van de

gezichtshoek waaruit de zaak bekeken wordt. De betekenis van de uitzonderlijke status van de apostel – toch het struikelblok voor een buitenstander – voor deze persoon en voor de gemeenschap die hij leidde had een grondiger evaluatie verdiend.

George Harinck, Het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden), Vrije Universiteit Amsterdam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het geheel kunnen nog minder verbrande vlekken voorkomen, meestal daar waar geen struikhei groeide en weinig strooisel (van Pijpenstro) aanwezig was.. Mossen en

Omdat artikel 13 lid 4 Zvw niet toestaat dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt gedifferentieerd naar de financiële draagkracht van de individuele verzekerde, zal

Gat in Zeylen, komende van benoorden soo myd de Noord-Wal, en Seylt by het Zuyd Eylant in en daar digt by langs, soo laat gy de Blinde aan Bak-Boort en hout soo u Koerts tot dight

Hoewel er, zoals hiervoor geschetst, op dit moment een forse personele capaciteit bij de Nederlandse politie voorhanden is, vooral voor opspo- ringstaken, is uiteraard nog niet

Goud, mirre en wierook zijn kostbaar, Maar door de hemel is gegeven:. Jezus, Hij kwam voor ons

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

Dit kan ook moeilijk anders in een groep volwassen en deskundige vrouwen die dag na dag hun eigen gemeenschap bege- leiden naar een nieuwe toekomst waarin niet langer jongeren

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek