• No results found

Write it, cut it, paste it, save it.: De relatie tussen photoshop en grafisch ontwerp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Write it, cut it, paste it, save it.: De relatie tussen photoshop en grafisch ontwerp"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

03 04 08 18 28 36 40 45 52 56

Inhoud

Voorwoord Inleiding Hoofdstuk 1 Technologie

1.1 Hoe zag Photoshop het licht

1.2 Relatie tussen gereedschap en vorm Hoofdstuk 2 Het medium Photoshop

Hoofdstuk 3 Grenzen

3.1 Creativiteit en de grenzen

3.2 De grafisch ontwerp

3.3 Het oprekken van de grenzen Conclusie

Bibliografie

Voorwoord

Deze scriptie is geschreven als onderdeel van mijn studie Communication & Multimedia Design, Avans Hogeschool te Breda. Hierbij wil ik ook alle ontwerpers bedanken die ik heb geïnterviewd en hun medewerking hieraan verleend hebben. En mijn dank gaat uit naar Ria van Ooijen voor de

begeleiding tijdens het schrijven van mijn scriptie. Timo Kuilder

(3)

Inleiding

Grafisch ontwerp was ooit een discipline die voornamelijk analoog werd uitgevoerd, tegenwoordig hebben pixels en software de pen en het papier vervangen. Het digitale tijdperk en de grafische vormgeving zijn de laatste decennia onlosmakelijk verbonden. De computer is zelfs onmisbaar te noemen voor dit vak.

De ontwikkeling van het grafisch ontwerp zal altijd nauw samenhangen met de technologische ontwikkelingen die het vormgevers mogelijk maakt hun efficiëntie te vergroten. In het verleden moest de ontwerper elk beeld nog ambachtelijk, met de hand vastleggen. En tevens de reproductie ervan was afhankelijk van de bestaande druktechnieken. Een gravure verschilt in lijnvoering, structuur en detaillering van een grafische techniek als de houtsnede en de lithografie (steendruk) is een techniek met weer een geheel eigen aard. De werkwijze en het materiaal bepaalden mede de verschijningsvorm van het beeld.

Techniek bepaalt niet alleen de grenzen, maar kan ook een bepaalde esthetiek opleggen. De franse kunstenaar Jules Chéret wordt gezien als de grondlegger van het affiche, omdat hij een meer economische reden introduceerde voor het reproduceren van kleurontwerpen. De steendruk bestond al langer, alleen Chéret tekende zijn ontwerpen direct op de

kalksteen en gebruikte het daardoor als een creatief medium. Op deze manier had de artiest direct invloed op het reproductie proces, zonder de grafische limitaties van het graveren in metaal of hout. Het gereedschap en het tempo van de graficus was van grote invloed op de verschijningsvorm. Toch was het gereedschap niet geheel leidend. De eerste confrontatie met een nieuwe technische innovatie werd door de affichekunstenaars begeleid met creatieve durf en esthetische vrijheid. Artiesten begonnen zelf de letters te tekenen in plaats van de standaard belettering van de printer te gebruiken zodat ze zelf verantwoordelijk werden voor elk element in het ontwerp.

Nu de menselijke invloed op het reproductieproces zover is teruggedrongen en de ontwikkelde druktechnieken waarheidsgetrouwe en ongelimiteerde oplagen mogelijk maakt, is de invloed van het gereedschap misschien nog wel belangrijker dan ooit tevoren. Voor een groot deel van de hedendaagse grafisch ontwerpers is de computer – en daarmee beeldbewerkingssoftware – hun primaire gereedschap. In deze scriptie heb ik onderzocht of digitale technieken het werk van grafisch ontwerpers beïnvloeden. Ik heb me gericht op het meest toonaangevende beeldbewerkingsprogramma binnen de grafische vormgeving: Adobe Photoshop. Al sinds 1990 is Photoshop marktleider op het gebied van de digitale beeldbewerking.

Ontwerpers laten hun schetsboek voor wat het is en brengen de discipline naar het beeldscherm. Photoshop biedt de ontwerper een snellere

werkwijze. Het programma maakt het mogelijk om ten alle tijden in te grijpen in het ontwerpproces, omdat alle stappen ongedaan gemaakt kunnen worden. Met slechts een paar muisklikken kan er geselecteerd, geplakt, geknipt en gedupliceerd worden. Voorheen moest men alles nog onder de kopieermachine leggen of gebruik maken van de zeefdruktechniek, met de komst van ‘layers’ is dit niet meer nodig. Photoshop is een verlengstuk van de ontwerper geworden. De digitale technieken hebben het vak van een grafisch ontwerper tevens breder gemaakt doordat de grenzen tussen verschillende creatieve disciplines ook vager zijn geworden. Met de komst van deze software is het een stuk gemakkelijker geworden om fotografie, schetsen en typografie te combineren.

Photoshop biedt niet alleen voordelen en gemakken. Mijn hoofdvraag legt zich hier ook niet bij neer en zal een kritische blik op de rol van Photoshop werpen. Mijn onderzoeksvraag luidt:

Is Adobe’s Photoshop begrenzend en/of sturend voor de hedendaagse westerse grafische vormgeving?

(4)

Hieruit ontstaan een aantal deelvragen:

- Wat is het verschil tussen de traditionele en de hedendaagse werkwijze?

- Eindigt creativiteit bij de grenzen die grafische software oplegt? - Is Photoshop sturend wat betreft stijl, vormgevingsprincipes,

werkwijze en ontwikkeling van de huidige grafisch ontwerpers? Het is belangrijk om vast te stellen dat het mij niet gaat om Adobe’s invloed binnen de creatieve industrie, maar om de relatie tussen gereedschap en vorm. Is software sturend voor de uiteindelijke vorm of is het alleen maar een gereedschap? Verder is het van belang om te vermelden wat in dit werk onder grafische vormgeving wordt verstaan. Ik hanteer de volgende definitie van Richard Hollis:

“The primary role of graphic design is to identify: to say what something is, or where it came from (inn signs, banners and shield, mason’s marks, publishers’ and printers’ symbols, company logos, labels on packaging). Its second function, known in the profession as Information Design, is to inform and instruct, indicating the relationship of one thing to another in direction, position and scale (maps, diagrams, directional signs). Its third role, very different from the other two, is to present and promote (posters, advertisements), where it aims to catch the eye and make its message memorable.”

(Hollis 2002:10) Grafisch ontwerp is het visueel vormgeven van ideeën in verschillende media, met als doel om mensen iets mee te delen. Dit werk richt zich op de geprinte pagina en dus niet zozeer web uitingen. Deze laatstgenoemde vorm van grafisch ontwerp zou ook teveel beïnvloed kunnen worden door andere technische beperkingen, zoals de bandbreedte van het internet. Het zou daardoor mogelijk de uitkomsten van dit onderzoek vervaagd hebben. Verder wordt illustratie in dit werk als onderdeel gezien van de hedendaagse grafische vormgeving en niet als zelfstandige professie.

Opvallend binnen deze tak van grafisch ontwerp vind ik om te zien dat illustratoren steeds meer teruggrijpen op analoge technieken. Digitaal gegenereerde beelden worden vervangen door handgemaakte beelden met ‘schoonheidsfoutjes’. Men knipt, plakt en tekent er weer flink op los. Ongebruikelijke materialen en structuren worden gebruikt en imperfecties worden niet als slecht ervaren. Blijkbaar is er tegelijkertijd de behoefte om te ontsnappen aan de (schijnbare) begrenzingen die deze ‘off-the-shelf’ softwareprogramma’s zoals Photoshop opleggen.

De indeling van deze scriptie is als volgt, in hoofdstuk 1 zal ik dieper ingaan op de historie van Photoshop. In een deelparagraaf van dit hoofdstuk zal ik de relatie tussen gereedschap en kunst beschrijven. Op basis van ontwerpen zal ik de impact van Photoshop aantonen. In het daaropvolgende hoofdstuk zal ik een meer theoretische weg inslaan door Photoshop te benaderen als medium aan de hand van Marshall McLuhan’s gedachtegoed. Hoofdstuk 3 bevat de kern van mijn onderzoek, in hoeverre grafische software grenzen oplegt en hoe daar buiten wordt getreden.

(5)

Technologie

1.1: Hoe zag Photoshop het licht?

De geboorte van Adobe’s Photoshop – de industriestandaard wat betreft digitale beeldbewerking - is voortgekomen uit een scriptie over de ‘verwerking van digitale beelden’. Photoshop is dus niet het resultaat van jarenlang onderzoek door Adobe, maar was het werk van een zekere Thomas Knoll. Hij was destijds student aan de universiteit van Michigan, die net een Apple II Plus met maar liefst 64kb RAM had gekocht om aan zijn scriptie te werken. Tot ontevredenheid van Knoll was deze Mac Plus niet in staat om beelden in ‘grayscale’ te tonen. Grayscale houdt in dat een beeld varieert van zwart met de minste intensiteit tot aan wit met de hoogste intensiteit. Zwartwit beelden zijn in de context van de computer namelijk maar twee kleuren, alleen zwart en wit. Om zijn onderzoek te vervolgen schreef hij een programmaatje genaamd ‘Display’, dat het mogelijk maakte om grayscale beelden te vertonen, althans het simuleerde dit effect.

Zijn broer, John Knoll, werkte bij ‘Industrial Light and Magic’ en was zeer te spreken over het werk van zijn broer. Het deed hem denken aan wat hij zag op de Pixar Image Computers bij ILM. Dit bedrijf is onderdeel van Lucasfilm en gespecialiseerd in special effects, opgericht voor de Star Wars-films. Het grootste verschil met die computers is dat Display draaide op een Mac Plus, die toentertijd $2,599 dollar kostte en de introductieprijs van een Pixar was ietsje meer, maar liefst $135,000 dollar. John moedigde zijn broer Thomas aan om Display om te toveren naar een ware beeld bewerker die het mogelijk maakte om digitale beelden te manipuleren. Net zoals dat mogelijk was in de ‘donkere kamer’ van Glenn Knoll, de vader van de twee broers en tevens amateur fotograaf.

In 1988 was de eerste publicatie van het programma, het werd meegeleverd als scanner software en werd toen geïntroduceerd als ‘BarneyScan XP’. Op die manier kwamen er 200 kopieën in de omloop. John demonstreerde in die tijd het programma aan medewerkers van Apple en die reageerden erg

enthousiast. Dit leidde zelfs tot de eerste piraterij van het programma, omdat John een aantal kopieën van het programma achterliet. De medewerkers van Apple begonnen het onderling te kopiëren. Ook een meeting met Adobe volgde. Met name Russel Brown, Art Director bij Adobe, was onder de indruk van de mogelijkheden van de software. Mede dankzij het enthousiasme van deze man kocht Adobe de rechten om het programma te distribueren. Thomas werkte de applicatie verder uit en schreef alle code. Terwijl John zich meer bezighield met het ontwikkelen van filter plugins, tot onvrede van sommige medewerkers van Adobe die de plugins meer als gimmicks zagen. Opvallend is dat deze houding ten opzichte van filters en plugins nog steeds bestaat, omdat het een vorm van ‘cheating’ zou zijn. Daarentegen zijn er weer andere die zweren bij de kracht en flexibiliteit ervan wanneer ze juist ingezet worden.

In februari 1990 werd Photoshop 1.0 uitgebracht. Hoewel hier nog een aantal bugs in zaten, was het programma (met name de update 1.0.7) erg populair. Het kwam precies op het juiste moment, toen de desktop publishing een ware revolutie onderging. Daarnaast had het een gemakkelijk te gebruiken interface. Deze laagdrempeligheid zorgde ervoor dat Photoshop boven zijn concurrentie (ColorStudio) uitsteeg.

(6)
(7)
(8)
(9)

Geschiedenis Photoshop

1987 Thomas Knoll begint met het schrijven van grafische

software op een Mac Plus.

1987 Thomas gaat samen werken met zijn broer John en zo

ontstaat er een eerste programma genaamd ‘Display’.

1988 Een verder uitgewerkte versie van Display wordt ‘ImagePro’. 1989 BarneyScan combineert een eerste versie van de

software samen met hun scanners. Ongeveer 200 kopieën worden verscheept.

1989 Er wordt een deal met Adobe gesloten en de software wordt

omgedoopt naar Photoshop. Hierop volgen 10 maanden van ontwikkeling.

1990 Photoshop 1.0 wordt in februari 1990 uitgebracht.

1990 Versie 2.0, met codenaam ‘Fast Eddy’, komt in de herfst uit. 1993 In dit jaar komt versie 2.5.1 uit. Eén van de eerste applicaties

die werkt op een PowerPC chip. Tevens de eerste Windows release van Photoshop in april van dat jaar.

1994 Introductie van layers in versie 3.0 van Photoshop.

1996 Verscheping van versie 4.0, de ‘workflow’ wordt aangepast

en sneltoetsen worden veranderd.

1998 Het jaar waarin Photoshop 5.0 uitkomt dat het

‘History Palette’ bevat.

1999 De eerste versie die geschikt is voor het web (5.5) in combinatie

met Imageready.

Nieuwe versies van Photoshop werden met name uitgebreid met extra features. De belangrijkste toevoegingen van versie 2.0, waren de mogelijkheden tot het gebruik van vector paden – de Pen Tool - en de ondersteuning van CMYK. Daardoor kwam de software ook onder de aandacht van de printindustrie. In de daaropvolgende versie (Photoshop 2.5) werden paletten geïntroduceerd en nog belangrijker, er kwam een versie voor Windows. In versie 3.0 werd het mogelijk om objecten gescheiden te houden tijdens de beeld bewerkingen door de komst van ‘Layers’. Volgende versies van het programma bevatten enkel kleine wijzigingen of snelheidsverbeteringen. Behalve in versie 5.0 was er nog sprake van een veelbetekenende verandering, namelijk de ‘History Palette’. Hierdoor werd het mogelijk om meerdere acties ongedaan te maken (zogenaamde Undos) en dit was tevens non-lineair. Dit had een grote invloed op het ontwerpproces van de grafisch vormgever, omdat je nu heel gemakkelijk terug kon springen zonder acties te wissen. Hierdoor verschilt het ontwerpproces dat is

beïnvloedt door Photoshop, wezenlijk van het analoge ontwerpproces. Daarnaast hoeven er geen penselen, papier, inkt en andere analoge technieken aan te pas te komen. Digitale technieken hebben de afstand tussen het idee en de uitvoering ervan verkleind.

(10)

ook in het bereik van grafisch ontwerpers. Hoewel computers en software in het begin nog onbetaalbaar waren voor veel grafisch vormgevers, is de huidige instapprijs relatief laag. Los kost Photoshop € 1.069,81.

Het nieuwe gereedschap Photoshop zou je als een directe vertaling van analoge technieken kunnen zien. Kwasten, zijn ‘brushes’ in het

softwarepakket, net zoals de rest van de ‘tools’ voornamelijk verwijzen naar een fysiek gereedschap. Het programma probeert analoge technieken te simuleren.

Net zomin als de komst van de fotografie betekende dat schilders de kwasten aan de wilgen hingen heeft Photoshop niet als gevolg gehad dat analoge technieken volledig werden uitgebannen. Computergestuurde technieken werken wel degelijk vanuit een ander principe, namelijk het aanpassen van een al bestaand signaal verklaart Lev Manovich schrijver van ‘The Language of New Media’: Een artiest maakt een nieuw object van elementen die hij of zij niet zelf heeft gecreëerd. Het selectieproces ervan vergt creativiteit, in plaats van dat er heel veel energie gestoken wordt in een origineel ontwerp. Photoshop leunt heel erg op deze copy-paste cultuur. Omdat alle elementen ontworpen, bewaard en gedistribueerd worden op één en dezelfde machine – de computer – maakt dit het een stuk eenvoudiger om elementen te lenen uit bestaande ontwerpen. Dit sluit ook aan bij het postmodernisme: het in twijfel trekken van authenticiteit en waarheid. In de beeldende kunst is dit ook terug te zien doordat er gespeeld wordt met verschillende stijlen uit verschillende historische perioden. Een ontwerp wordt minder vaak vanuit het niets

opgezet, er wordt gebruikt gemaakt van kant en klare elementen als brushes, symbolen, stockfotografie en filters.

“Put differently, in computer culture, authentic creation has been replaced by selection from a menu. In the process of creating a new media object, the designer selects from libraries of 3-D models and texture maps, sounds and behaviors, background images and buttons, filters, and transitions.”

(Manovich, 2001:124)

1.2: Relatie tussen gereedschap en vorm

Hoe groot de invloed is van Photoshop op de grafische markt, is moeilijk te zeggen. Het is duidelijk dat Photoshop al snel marktleider werd op het gebied van digitale beeldbewerking. Het heeft daardoor een cruciale rol gehad in de ontwikkeling van de grafische vormgeving. Technologische vooruitgang en de exacte gevolgen daarvan binnen de kunst zijn lastiger vast te stellen. Wel kan enigszins aantoonbaar gemaakt worden dat kunstenaars nieuwe technieken op de voet volgen. Deze paragraaf biedt geen volledigheid, maar het zal de opvallende relatie tussen gereedschap en vorm behandelen.

In het verleden zijn er kunstenaars geweest die nieuwe technieken uit de omringende samenleving in hun werk hebben toegepast. Of zelf experimenteerden en onderzochten hoe ze bestaande technieken konden verbeteren. De introductie van het lineair perspectief door de Italiaanse architect, Filippo Brunelleschi (1344 – 1446) betekende een revolutie in de schilderskunst. Hierdoor kreeg de ‘getekende’ wereld een heel ander aangezicht. Het verplaatsbare ezelschilderij betekende voor kunstenaars een bevrijding van de kerk-, klooster, en paleismuren. Net als Photoshop voor illustratoren betekende dat ze niet meer gebonden waren aan een bepaald canvas. De huidige print- en druktechnieken maken feilloze reproducties op bijna elke grootte mogelijk. De Futuristen (1909 – 1914), een van oorsprong Italiaanse beweging en kunststroming, probeerden nieuwe technologieën in hun kunstwerken te verbeelden. Snelheid, energie en machines speelden een belangrijke rol in hun werk. In 1913 ontwierp de futurist Luigi Russolo elektronische ‘lawaai-machines’. Deze werden gebruikt voor optredens om ‘noise’ te creeëren. Het is één van de eerste elektronische instrumenten. Een nieuwe techniek als de fotografie werd op de voet gevolgd door schilders van het impressionisme. Ze gebruikten regelmatig de foto als hulpmiddel bij hun schilderijen.

Uit de historie blijkt dat kunstenaars dicht op de ontwikkeling van technologieën zitten, en maatschappelijke veranderingen aanvoelen. Kunstzinnige vernieuwing wordt mede mogelijk gemaakt door nieuwe technieken. De komst van elektronische technologie bracht de technieken

(11)

Het is opvallend dat nieuwe media oude simuleren. We benutten de kracht van een computer niet optimaal - een computer die juist goed is in complexe berekeningen - omdat het een rechtstreekse vertaling is van bestaande analoge technieken naar het beeldscherm. Eigenlijk gaan artiesten opnieuw schilderen, alleen dan binnen Photoshop.

Overigens is er dankzij Photoshop wel degelijk een nieuwe beeld- en vormtaal ontstaan. Petran Kockelkoren, leraar kunst & techniek op Artez, wijst hier op: “Techniek is meer dan een instrument voor expressie van voorafgaande beelden en ideeën. Media zoals de filmcamera en de videorecorder doen ook meer dan alleen passief registreren wat voor de lens komt. Om in de artistieke expressie recht te doen aan het ingezette medium, moet het vooropgezette functionele aspect van de techniek juist met behulp van de gebruikte media worden onderzocht en overschreden. Maar al te vaak bepalen echter de grenzen van de gebruikte apparaten de beeldtaal die eraan wordt ontlokt, zonder dat dit zelf wordt gethematiseerd.”

(Kockelkoren 2003:88) Deze uitspraak maakt duidelijk dat het medium grenzen oplegt, zoals gesteld in mijn onderzoeksvraag. Opvallend is dat het medium een grotere impact heeft en tevens het ingesloten medium beïnvloedt omdat het een beeldtaal met zich mee brengt.

Hierna volgen een aantal ontwerpen als bewijsvoering voor deze stelling, beelden die laten zien dat Photoshop een bepaalde vormtaal uitlokt. De gebruikte techniek spreekt meer dan het concept. Het gaat om de effecten, de Photoshop ‘skills’. Artwork waarbij Adobe’s Photoshop het uitgangspunt was. Christophe Huet is zo’n ontwerper. Een ware meester in het gebruik van Photoshop, met werk voor onder andere Nike, Playstation en Motorola. Zonder Photoshop – of andere beeldbewerkingssoftware – zou zijn werk niet mogelijk zijn.

(12)

Een andere Franse fotograaf waarbij de impact van Photoshop duidelijk zichtbaar is, is Jean Yves Lemoigne. Zijn werk sluit aan bij dat van Huet. Sommige werken zijn ook in samenwerkingsverband gedaan. Het werk steunt duidelijk op haar technische schoonheid.

(13)

Bovenstaande werken zijn van retoucheurs, maar ook binnen grafisch ontwerp is de vormtaal duidelijk geïnspireerd door Photoshop. Alberto Seveso is een hedendaagse illustrator, die een geheel eigen stijl heeft. Zijn werk maakt gebruik van ‘masking’ technieken en schaduwwerkingen in combinatie met vector lijnen. Het opstapelen van veel lagen en de combinatie van fotografie en strakke vormen geeft zijn werk een zichtbare invloed

van digitale manipulatie. Iets wat met analoge technieken erg moeilijk of überhaupt niet bereiken is.

(14)

Het werk hiernaast is van Stefan Sagmeister en heet ‘Trying to look good limits my life / Starting a charity is surprisingly easy’.

Natuurlijk is tegenwoordig bijna elk beeld wel beïnvloed door Photoshop, al is het soms alleen maar om wat contrast toe te voegen. Binnen elk vakgebied of je nou fotograaf, webdesigner of illustrator bent, speelt Photoshop een belangrijke rol. Daarom zou deze selectie van beelden ook eindeloos kunnen zijn. Ik heb een aantal werken uitgekozen waarbij de invloed van Photoshop overduidelijk zichtbaar is.

In het volgende hoofdstuk zal ik de impact van het medium Photoshop analyseren aan de hand van de theorieën van mediawetenschapper Marshall McLuhan.

(15)

“Wie tegenwoordig fotografeert, of andere beeldmediators hanteert, moet in zijn beeldtaal rekenschap afleggen van het gebezigde type mediatie. Autonomie bewijst zich in de kritisch toetsende omgang met dergelijke mediaties. Veel hedendaagse kunstenaars blijven helaas schatplichtig aan een instrumentele kijk op media, waarin de media als neutrale

registratiemiddelen worden voorgesteld waartussen men vrijelijk kan kiezen al naar gelang het gemak van weergave en transmissie. Hun eigen praktijk wijst intussen vaak anders uit dan hun verbalisering ervan. Met de opkomst van nieuwe media en technieken zijn er nieuwe kunstvormen ontstaan.”

(Kockelkoren 2003:93) Dit citaat van de schrijver van ‘Techniek: kunst, kermis en theater’ sluit aan bij bovenstaande ideeën van McLuhan. Het onderstreept de gedachte dat het medium Photoshop sturend is: het medium zelf heeft invloed op de boodschap en beïnvloedt de beeldtaal.

Er kan aan de theoriëen van McLuhan getwijfeld worden omdat wanneer de software het medium is, dat wat ermee gecreeërd wordt als de boodschap gezien zou kunnen worden. En de creatie wordt dan weer een medium op zich. Maar het meest van belang is dat het gedachtegoed van McLuhan ons laat nadenken over de effecten en veelzijdigheid van het medium.

Een ander belangrijk punt dat Marshall McLuhan aansnijdt is zijn classificatie tussen hete en koele media. Hij heeft het hier over de reactie van onze fysieke zintuigen op het medium. Een heet medium geeft veel informatie en eist weinig participatie van de gebruiker, terwijl een koel medium weinig informatie verschaft, maar daardoor veel participatie verwacht. Het is duidelijk dat Photoshop een koel medium is dat veel betrokkenheid van de fysieke zintuigen verwacht. Zonder het klikken van de muis (tastzin) geeft het medium nauwelijks informatie.

McLuhan beschouwt de media als extensies van het lichaam, voor grafische software gaat dit ook zeker op. De schrijver legt dit uit aan de hand van de verhouding tussen onze fysieke zintuigen. En wat het effect is als die

Het medium Photoshop

Marshall McLuhan (1911 – 1980) beweerde dat de media een verlenging zijn van de menselijke zintuigen die zowel het individu als de maatschappij in een eigen overtuigende manier beïnvloeden. Elke extensie van het lichaam is dus een medium te noemen, het wiel is een extensie van de voet, de bril is een extensie van het oog en Photoshop is de extensie van onze handen.

De Canadese wetenschapper in de mediastudies verwierf in 1967 bekendheid met zijn uitspraak: “het medium is (in sociaal opzicht) de boodschap”. Om zijn gedachtegoed over deze uitspraak samen te vatten citeer ik uit ‘Media begrijpen: de extensies van de mens’, een kritische editie verzorgd door Terrence Gordon:

“Media komen in paren, waarbij het ene het andere ‘bevat’. De telegraaf bevat het gedrukte woord, dat het geschreven woord bevat, dat het gesproken woord bevat. Het ingesloten medium is de boodschap van het omvattende medium, maar de effecten van het laatste worden verduisterd voor de gebruiker die zich richt op het eerste. Omdat die effecten zo krachtig zijn, heeft iedere boodschap, in de gewone betekenis van ‘inhoud’ of

‘informatie’, veel minder impact dan het medium zelf. Vandaar: ‘het medium is de boodschap’.”

(Gordon 2002:10) McLuhan zegt hier mee dat de vorm waarin een boodschap wordt gebracht een groter effect heeft op de maatschappij en op onze kennis daarvan dan de inhoud van die boodschap. In die zin zou je kunnen zeggen dat Photoshop een digitaal gegenereerd beeld bevat, dat een visueel vormgegeven idee bevat. McLuhan’s denken is van belang binnen mijn onderzoek, omdat ik zijn theorie kan toepassen op het medium Photoshop. Overschaduwt het medium, dat eigenlijk niet meer als een hulpmiddel zou moeten zijn, de boodschap?

(16)

stuk minder wordt omgekeken naar analoge technieken. McLuhan duidt op dit gevaar. De invloed van Photoshop wordt te groot. En het is van belang om je als ontwerper niet te laten beperken door slechts één gereedschap, maar ook te kunnen putten uit andere – zoals analoge – technieken.

Om de effecten van een nieuw medium op onze samenleving te bestuderen heeft McLuhan eeen zogenaamd ‘Tetrad of media effects’ ontwikkeld. Dit is een model met vier pijlers, en het helpt ons de invloed van een medium te analyseren.

verhouding gewijzigd wordt. In ‘Media Begrijpen’ worden de volgende voorbeelden door Gordon aangehaald:

“McLuhan besteedt veel aandacht aan de zintuig-ratio’s (sense ratios) en de effecten als deze veranderd worden: In Afrika had de introductie van de radio – een heet medium dat het zintuiglijke evenwicht in de orale cultuur verstoorde – onvermijdelijk een desoriënterend effect en deed de stammenoorlogen weer oplaaien; in de tandheelkunde bombardeert een apparaat genaamd audiac de patiënt via een koptelefoon met genoeg kabaal om de pijn van de tandartsboor te blokkeren; in Hollywood betekende de toevoeging van geluid aan stomme films verarming en uiteindelijk het verdwijnen van de rol van mime, met zijn tastzin en bewegingszin.”

(Gordon 2002:13) Als we dit gegeven iets breder interpreteren, buiten de fysieke zintuigen om dan betekende de komst van Photoshop een sneller en non-lineair ontwerpproces; het voordeel van de nauwkeurigheid van digitale technieken. Tegelijkertijd betekent het mogelijk een afname aan de controle over

creativiteit, je vertelt een programma wat het moet doen.

Een ander mediaeffect dat McLuhan noemt is dat een nieuw medium een ander medium niet overbodig maakt of vervangt, wel kan het de werking ervan compliceren. Een nieuwe extensie als Photoshop kan een zogenaamde ‘amputatie’ of aanpassing betekenen van een andere extensie. De komst van Photoshop betekende een aanpassing van de ‘donkere kamer’.

Tegenwoordig zal men minder snel foto’s met behulp van analoge technieken doordrukken of kaderen. Verzadiging, levels, contrast en kleurbalans worden allemaal in een digitaal lab doorgevoerd. Al zijn er natuurlijk fotografen die voor de karakteristieke kenmerken van allerlei soorten films kiezen. Maar we kunnen hier wel degelijk spreken van een amputatie van de ouderwetse gereedschappen, de dia’s op een lichtbak kunnen we langzamerhand

vaarwel zeggen. Dit is ook iets waar McLuhan voor waarschuwt, er kan teveel aandacht uitgaan naar de voordelen van een nieuwe extensie waardoor de amputaties genegeerd worden. Photoshop heeft er voor gezorgd dat er een

(17)

Obsolesces: Wat maakt het medium overbodig? Het amputeert de ambachtelijke technieken, ware ‘skills’ worden overbodig. Je hoeft niet meer met een penseel over weg te kunnen om iets toonbaars neer te zetten. Photoshop maakt hiermee niet het vakgebied van de grafisch ontwerper overbodig, wel is het erg laagdrempelig en kan bijna iedereen van de huidige generatie een aantal simpele fotobewerkingen uitvoeren.

Het model toetst op een eenvoudige manier de impact van een technologie op onze omgeving, in dit geval gerelateerd aan de hedendaagse grafische vormgeving. Want natuurlijk heeft het medium ook buiten de grafische vormgeving een grote invloed, het vertekende schoonheidsideaal van de vrouw in reclame – geretoucheerd met Photoshop - om maar iets te noemen. De transformerende kracht van media is van belang binnen mijn onderzoek. Een nieuw medium is niet zozeer een toevoeging op een oud medium. Photoshop is niet alleen maar een toevoeging op oude analoge technieken en evenmin laat het nieuwe medium het oude met rust. McLuhan verklaart: “Het is dus onmogelijk het medium fotografie te begrijpen zonder begrip van zijn relatie met andere media, zowel oude als nieuwe. Want media vormen, als extensies van ons lichaam en ons zenuwstelsel, een wereld van biochemische interacties die, steeds wanneer nieuwe extensies zich voordoen, een nieuwe evenwicht moeten zoeken.”

(Gordon 2002:225) Petran Kockelkoren noemt dit effect ook in zijn boek ‘Techniek: kunst, kermis en theater’ alleen noemt hij dit ‘technische mediatie’:

“Mediatie doet zich voor zodra een artefact, zoals de helikopter, onze zintuiglijke betrekkingen tot de omringende wereld bemiddelt. In eerste instantie wordt de gangbare zintuiglijke dispositie uit het lood geslagen. Die gebeurtenis wordt net zolang met nieuwe beelden en metaforen omringd totdat er een nieuw evenwicht is bereikt, ditmaal onder inlijving van de eerder verstorend optredende techniek.”

(Kockelkoren 2003:14) Bron: ‘Tetrad of media effects’ Wikipedia.

Enhances: Welke extensie levert het medium, wat wordt er uitgebreid? In het geval van Photoshop zijn het de analoge technieken die met de hand moeten worden uitgevoerd. Photoshop automatiseert bepaalde acties en betekent een uitbreiding van het bestaande gereedschap van een ontwerper. Moest je het voorheen doen met een gum, potlood en een aantal penselen, dankzij grafische software heb je de beschikking over een eindeloze set aan penselen die kunnen variëren in grootte, kleur en structuur.

Reverses: Wat zijn de gevolgen wanneer het medium over-extended wordt? Het gebruik van Photoshop kan betekenen dat grafisch ontwerp er kunstmatig uit komt te zien, digitaal gegenereerde beelden die emotie missen. Perfectie wordt lang niet altijd als mooi ervaren.

Retrieves: Wat hervindt het medium dat verloren is gegaan? Het medium nodigt uit tot verbreding van het vak grafisch ontwerp en om te experimenteren met nieuwe technieken. Een nieuwe techniek zorgt voor een nieuwe ‘boost’ binnen de grafische vormgeving.

(18)

grote materiaalkosten met zich mee brengen, software maakt het mogelijk om met allerlei andere gereedschappen te spelen. In die zin is Photoshop dus geen begrenzing, maar een uitbreiding voor de vormgever.

Het enige verschil is dat Kockelkoren het zoeken van evenwicht, ofwel de bemiddelende functie van een techniek als mediatie bestempelt. De introductie van beeldbewerkingssoftware betekent dus niet dat analoge technieken verdwijnen of dat deze geheel overbodig worden. Er ontstaat alleen een andere balans tussen het gebruik van beide technieken. Binnen illustratie worden bijvoorbeeld veel meer analoge technieken gebruikt in verhouding tot het vakgebied webdesign. Ook gaan analoge technieken een andere rol spelen, het wordt eerder gebruikt om te schetsen of een lijntekening op te zetten die dan later als basis dient in Photoshop en daarna met digitale technieken wordt ingekleurd. Omdat het mogelijk is om terug te springen in het ontwerpproces hoeft de ontwerper ook minder risico’s te nemen en dit kan de creativiteit weer stimuleren.

Digitale kunstenaars hebben ook niet langer een heel atelier nodig voor al hun gereedschappen en doeken. Deze bevinden zich allemaal op een computer en binnen Adobe’s Photoshop. Dit levert voordelen in tijd en ruimte:

“De elektrische middelen om informatie snel en nauwkeurig op te slaan en te transporteren, maken de grootste eenheden even hanteerbaar als de kleine. Zo levert de automatisering van een fabriek of van een hele industrie een model op kleine schaal van de veranderingen die in de samenleving moeten plaatsvinden ten gevolge van diezelfde elektrische technologie. Totale interdependentie bij de start is een feit. Maar niettemin is de

keuzemogelijkheid in vorm, accentuering en doelbepaling binnen dat totale veld van elektromagnetische onderlinge verbondenheid veel groter dan ooit het geval geweest zou kunnen zijn tijdens de mechanische periode. Omdat elektrische energie onafhankelijk is van de plaats of aard van de uitvoering van het werk, schept zij patronen van decentralisatie en van verscheidenheid in het werk dat moet worden gedaan.”

(Gordon 2002:381) De techniek Photoshop kan dus een verbreding in het werk van een grafisch ontwerper betekenen. Een tekenaar die normaal alleen met potlood werkt krijgt ineens een heel scala aan andere mogelijkheden. Voorheen zou dat

(19)

before known, generating a series of expressive short circuits which have a definite influence on the final result.”

(Montenegro 2001:58) Overigens zegt dit nog niets over een eventuele sturende functie die software kan hebben op toegepaste kunst. Wel zegt het iets over de mogelijkheden van digitale technieken en daardoor ook waar die mogelijkheden ophouden, de grenzen. Adobe’s Photoshop is een vastomlijnd geheel. De grenzen zijn opgesteld door de ontwikkelaars van het programma. Photoshop lijkt ten opzichte van analoge technieken voornamelijk voordelen te bieden. Toch zijn er ook nadelen. Hoewel je in Photoshop ook tegen onverwachte esthetische ongelukjes zult aanlopen zal dit een stuk minder gebeuren dan bij analoge technieken die minder begrensd zijn omdat ze niet uit programmacode bestaan. Artistieke incidenten zullen vaker voorkomen. De schrijver Bruce Wands van ‘Art of the digital age’ zegt het volgende:

“One benefit that digital tools offer is increased authorial control. This can be both a blessing and a curse, since greater control often means that creative ‘accidents’ happen less often. On the other hand, deliberately created random effects can provide artist with results they may not have previously considered.”

(Wands 2006:12) Bovendien is het de vraag in hoeverre dit van belang is voor de grafisch vormgever, zoals Hans Brandt van ‘Total Identity’ hier aangeeft:

“Uiteraard spelen creatieve vonk en vondst een sleutelrol. Een oplossing inspireert en overtuigt door haar zeggingskracht en daar is creativiteit voor nodig. Maar design is nooit een artistiek incident, een unieke eruptie van een creatief. Het is weloverwogen statement in beeld. Gemaakte keuzes en effecten laten zich duidelijk beredeneren en zijn onderdeel van het designprogramma.”

(Brandt, Westering 2002:4)

Grenzen

3.1: Creativiteit en de grenzen

Computergestuurde methoden hebben de mogelijkheid om het creatieve proces – en ik heb geprobeerd te onderzoeken hoe – te beïnvloeden. Een langzame afkeer van de manuele en materiële technieken, kan een teken zijn van afnemende controle van de ontwerper op creativiteit. De tussenkomst van technologie kan betekenen dat persoonlijkheid en individuele expressie verloren gaat. Bovendien spreidt technologie zich uit over een steeds groeiend territorium en worden de mogelijkheden ervan alsmaar groter. Om de leidende of grensopleggende invloeden van Photoshop te analyseren is het belangrijk om te bekijken wat de grafische software bijdraagt binnen het ontwerpproces. Voor de ontwerper betekent het een flexibeler en

efficiënter proces door de mogelijkheid om ten alle tijden in te grijpen. Keuzes kunnen ongedaan worden gemaakt of juist weer teruggeroepen worden in het ‘History Pallette’. Ricardo Montenegro, één van de schrijvers van ‘Digital Design. New Frontiers for the Objects’, valt deze voordelen ook op en vult aan:

“But obviously the designer’s choice is not limited to the final result. He can intervene at any stage in the design process – and this is the most important and revolutionary contribution that the computer offers the designer – partially or entirely modifying the initial idea, consolidating, cutting, deforming,

shifting, superimposing and verifying every step of the creative process until he obtains the most satisfying results. Furthermore, in eliminating a lot of execution time and material manipulation connected with the traditional processes utilised in transforming the design idea into reality (paper, pencils, ink, replacement of techniques and instruments, preliminary sketches, alternatives and modifications, final drawings, variations, perspectives, models on different scales), computers have enormously shortened the distance between the dawning of an idea and its taking shape. The designer is allowed to compose and mould a thought in progress at a speed never

(20)

Voor illustrators daarentegen kan het artistieke incident wel voordelen bieden, omdat een illustratie vaker alleen een esthetisch doel heeft. Een ander nadeel van digitale kunst is dat digitaal gegenereerde beelden soms worden omschreven als emotieloos waarbij karakteristieke stijlelementen van een ontwerper ontbreken. “Ik denk dat een combinatie van analoge en digitale technieken mooiere, meer interessante resultaten oplevert dan digitaal alleen. Digitaal is vaak te schoon, te egaal, en vaak meer van hetzelfde omdat iedereen dezelfde technieken gebruikt (bijv. tegenwoordig verloopjes). Dan merk je pas de beperkingen van Photoshop”, zegt Rene Klinkhamer, grafisch ontwerper (Unit32). In een interview met Nozzmann, cartoonist/illustrator in o.a. de nrc.next, merkt hij dit ook op : “Puur vanwege tijdgebrek gebruik ik Photoshop om in te kleuren. Als ik de tijd ervoor zou hebben, zou ik alles op papier doen. Dat maakt het veel echter allemaal. Het voordeel van nabewerken in Photoshop is dat je eenvoudiger correcties kun doorvoeren, tekst erbij kunt zetten (vooral handig bij cartoons) en in kunt kleuren. Schaduwpartijen bijvoorbeeld gaan in Photoshop vele malen sneller dan dat ik dat met de hand zou moeten doen. Bij mijn illustratiewerk ben ik steeds meer over aan het stappen op analoog. Dat heeft ook te maken met de stijl waarin ik illustreer. Voorheen was alles veel strakker en daardoor wat doodser dan nu. Als je echt wilt illustreren in Photoshop, dan zou ik eerder op Corel Painter overstappen. Al vind ik dat programma vooral valsspelen. Dat is kliederen zonder je handen vies te maken.”

Natuurlijk is dit heel persoonlijk. Wat wel duidelijk zichtbaar is, is dat door digitale technieken werk veel sneller op elkaar gaat lijken. In de hedendaagse grafische vormgeving is vaak een bepaalde stijl op een bepaald moment erg in trek waardoor het veel wordt gekopieerd. Omdat iedereen dezelfde gestandaardiseerde techniek in huis heeft, is het voor veel ontwerpers mogelijk om dit effect te benaderen. Dit zit vernieuwing en zelfexpressie van grafische kunstenaars in de weg.

(21)

verdwijnen van het ware vakmanschap. Maar om nou te zeggen dat er geen originele ideeën, of kritische houdingen meer bestaan sinds de introductie van digitale technieken gaat erg ver. In de wereld om mij heen kom ik nog genoeg creatieve en conceptueel sterke ontwerpen tegen. Misschien wel meer dan ooit, juist vanwege die lage drempel. En natuurlijk dankzij de huidige informatietechnologieën, die van de wereld een ‘globaal dorp’ hebben gemaakt om McLuhan nog maar eens aan te halen. Dat maakt kunst en de verspreiding ervan een stuk toegankelijker over de gehele wereld.

Toch wordt er ook anders over gedacht. Iemand die de benadrukt dat technologie steeds meer en meer de grenzen van het visuele oplegt is Matt Owens:

“The definition of where graphic design ends and begins is becoming more and more blurred as technology and functional constraints begin to further determine visual constraints. As a result, I think that ‘design’ will become more clearly divided along visual and technological lines. I really enjoy the space between the visual and the technological and the feel that designers who can negotiate the space between technology and aesthetics will be the most succesful in the future. The interrelationship between print and interactive and motion graphics is an interesting space that will become more and more important in the future. Visual language exists all around us and this will not change. How visual langauge interacts with popular culture, technology and media/mediums will remain at the heart of what makes graphic design as a discipline so interesting and everevolving.”

(Fiell 2005:144) Interessant is zijn opmerking over hoe ontwerpers met de opgelegde grenzen om moeten gaan. De ontwerpers die het beste met de verhouding tussen techniek en esthetiek weten om te springen zullen het meest succesvol zijn in de toekomst. Dat Photoshop sturend werkt, zeker in de begindagen van het programma, zegt Ben Cox van CIA (Central Illustration Agency, Londen) tegen Computer Arts Magazine. Technologie leidde de ontwerpen. De techniek maakte zoveel indruk, waardoor er een aantal ontwerpers waren die dit

3.2: De grafisch ontwerper

Een manier om antwoord te krijgen op de vraag of Photoshop invloed heeft op stijl, vormgevingsprincipes en of het programma limitaties oplegt, is om de mensen die de software binnen hun vakgebied gebruiken erbij te betrekken. De grafisch ontwerper kan op meerdere manieren omschreven worden, sommige zijn tevens computerprogrammeurs die hun eigen code schrijven, terwijl andere samenwerken met technische mensen om hun creaties te realiseren. Weer andere houden zich alleen bezig met vormgeven en willen zo min mogelijk met techniek te maken hebben. Allen moeten zij toch op een bepaald niveau op de hoogte zijn van de potenties en de limitaties van hun digitale gereedschappen, dus een zekere software-expertise bezitten. De meeste ontwerpers bezitten dan ook een nieuwsgierigheid voor de laatste technieken.

Hetgeen wat ‘nieuw’ is, is constant in ontwikkeling. Veel vormgevers waren vanaf het begin aangetrokken tot digitale technieken omdat het mogelijkheden met zich mee bracht die niet bereikt kunnen worden met traditionele middelen. Andrea Tinnes, in Graphic Design for the 21st Century, ziet in de toekomst eerder een tegenbeweging plaatsvinden:

“While reflecting on the themes and schemes within graphic design over the last decade the hype of the information superhighway, blind enthusiasm for hardware and software, a bigger is better attitude, the demise of the cutting edge, the chase after the next new thing, the dawn of Helvetica Neo-Modernism, the vector vs. bitmap battles, the buzz about branding, the self-indulgent identity crisis of graphic design - I find myself with a paradoxical and rather romantic vision of the graphic design of the future: a return to graphic design’s classical virtues: a return to original ideas, to creative imagination, to skilled craftmanship, to idiosyncratic aesthetics, to politcal awareness, to social responsibility and to critical attitudes.”

(Fiell 2005:176) Dankzij de laagdrempeligheid van Photoshop kan haast iedereen het

(22)

uitbuitten simpelweg omdat de klant ook niet wist hoe het gecreëerd werd. Ze werden verblind door de effecten die toen nog heel nieuw leken. Ruben Bos, webdesigner bij het Rotterdamse bureau Mangrove, zegt ook dat je onbewust in je creativiteit beperkt wordt doordat je als vormgever gaat ontwerpen naar de ‘tools’ die je kent in plaats van het ontwerp dat je in je hoofd hebt.

Anderen zien de vraag of Photoshop slechts een hulpmiddel is, of dat het een grotere invloed heeft geeneens als van belang. Het gaat om de mensen die het gebruiken en hoe zij ermee omgaan. Zoals hieronder gesteld wordt, in een interview met Red Burns:

“That’s a really important point: It has never been about the tools. It has always been about people – how people use technology, and how these technologies can help people communicate.”

(Maeda 2004: Voorwoord) Het bestaan van grenzen, of überhaupt enige invloed van digitale

gereedschappen wordt hiermee ontkracht. Het reclamebureau KesselsKramer onderstreept deze gedachte:

“Graphic design is dead. It has been killed by computers with super high speed chips, gigabyte overload and things called fire-wires. Don’t worry. What matters today is not to execute, to kern, or to crop. The idea is the high-chieftain, the lord of the manor.”

(Fiell 2005:108) Het gaat om het idee, het concept. Pas daarna ga je als ontwerper kijken hoe je dat gaat bereiken. Of dat nou analoge of digitale technieken zijn. Dit is waar, alleen het is wel de vraag in hoeverre dat ook daadwerkelijk gebeurt. Zullen ontwerpers experimenteren met technieken of zullen ze onder druk toch voor de bekende weg kiezen? Tijd is sowieso kostbaar, binnen elk ontwerpbureau, waardoor er weinig ruimte is voor experimenten. En daardoor laten ontwerpers de industriestandaard, Adobe Photoshop, hun ontwerpproces beïnvloeden.

Het gaat om het concept dat je wilt bewerkstelligen, daarna ga je kijken hoe je dat wilt uitvoeren. Photoshop is natuurlijk een hulpmiddel. Als iets binnen Photoshop niet mogelijk is kun je het buiten het programma zoeken. De illustrator Nozzman ervaart dit ook zo: “Als ik iets in mijn hoofd heb, ga ik er wel naar op zoek. Het programma moet voor mij werken en niet andersom.” Filters zou hij niet snel gebruiken, maar als hij een bepaald effect wil bereiken zoekt hij de juiste techniek erbij. Hij laat zich niet sturen door de mogelijkheden van Photoshop.

Elk goed ‘design’, memorabele beelden, zullen niet aantoonbaar beïnvloed moeten zijn door elke vorm van software. Het is de kracht van Photoshop dat zijn invloed ongezien kan blijven. John Maeda ziet de nieuwe technieken niet als gereedschap maar als een nieuw materiaal dat nieuwe expressievormen toelaat:

“I expended much effort in my early career trying to negate the convential belief, born in the 1980s, that the computer was nothing more than a new kind of pencil. “It is not a tool; it is a new material for expression,” I found myself self-righteously chanting to unbelieving masses across the globe. Luckily for me, the web turned prophecy into reality. Today, we witness the relentless daily expansion of digital expression across a variety of emerging platforms, such as Flash, SVG, and Quicktime.”

(Maeda 2004:113) In hetzelfde boek van John Maeda ‘Creative Code’ zegt John Simon Jr. het volgende:

“The upshot is that the computer program can be whatever a programmer wants it to be. Why should an artist program? Are commercial software tools not sufficient? First, consider the models for popular programs. Word processors are based on typewriters and graphics programs mimic paper, pencils and brushes. However, what program is inspired by a flowing stream? The obvious reason, therefore, for an artist or designer to program is to break the boundaries of commercial tools. Creative programming offers

(23)

the possibility of activating your own models and inventing new kinds of software.”

(Maeda 2004:46) Hieruit blijkt ook het bestaan van grenzen van grafische software. Uiteraard is elke software begrensd doordat het alleen doet waarvoor de programmeur het bedoeld heeft. Daarbuiten houdt het op. Hij geeft ook aan dat de rol van grafisch ontwerper steeds breder wordt en om de grenzen te doorbreken moet je als vormgever ook kennis hebben van programmeertalen.

In het kader van dit onderzoek heb ik tevens de ontwikkelaar van Photoshop benaderd: Adobe. Zij hebben tot mijn spijt aangegeven geen tijd te hebben voor een interview.

3.3: Het oprekken van de grenzen

De huidige jongere generatie ontwerpers is allemaal opgegroeid met de computer en schuwen niet het gebruik van de laatste technieken. Dit is de generatie die de videorecorder moet programmeren voor hun ouders. Het zijn technofielen in plaats van technofoben. Men experimenteert met technieken en maakt het zich eigen. Om buiten de grenzen van de software te treden kan een programmapakket vaak uitgebreid worden met ‘plugins’. Een aanvulling op een computerprogramma, zo ook voor Adobe Photoshop. Dit geeft het programma meer mogelijkheden en daardoor worden de grenzen enigszins opgeschoven, al ben je dan nog steeds afhankelijk van de bestaande plugins. Want veel vormgevers hebben niet de kennis om een plugin te schrijven die aan hun behoefte voldoet. Daarnaast zijn er ook nog voorbeelden van ontwerpers die commerciële software hebben gekraakt, zodat deze voldoen aan hun eisen. Charlotte & Peter Fiell geven hier een voorbeeld van in het boek ‘Contemporary Graphic Design’:

“Indeed, designers have frequently cracked commercial software codes so as to adept it to their requirements. For example, the Scriptographer plugin (designed in 2001 by Jürg Lehni) is a wayward child of the ubiquitous Adobe Illustrator, and uses Javascript to extend the original software’s functionality allowing, acoording to its web site, “the creation of mouse controlled drawing-tools, effects that modify existing graphic and scripts that create new ones”.”

(Fiell 2007:7) Scriptographer is geen plugin voor Photoshop, maar wel één voor een programma binnen het Creative Suite pakket van Adobe: Illustrator. Het breidt de functionaliteiten van de originele software uit, scripts die de grenzen doorbreken.

Om nog minder gebonden te zijn aan ‘off-the-shelf’ software kun je als ontwerper ook zelf algoritmes schrijven om digitale beelden te genereren. Het principe is dat je een algoritme opstelt, een set aan regels, waarbij je door middel van input een uitkomst door de computer kan laten genereren. Je

(24)

zou dit kunnen vergelijken met een filter in Photoshop. Deze leest het beeld pixel voor pixel, telt bij elke pixel een willekeurig gegenereerd getal op, en schrijft zo een nieuw beeld. Dit gebeurt ook met een algoritme, alleen is dit afgeschermd voor de ontwerper.

Een algoritme kan als generatieve ontwerp tool ingezet worden. Omdat je als ontwerper zelf het algoritme schrijft, bepaal je zelf de grenzen van je ontwerp. Daardoor zit je als vormgever natuurlijk weer vast aan de begrenzing van het algoritme. Adobe Photoshop is niet opensource en daardoor niet uitbreidbaar, terwijl je als ontwerper het algoritme naar je eigen wensen kunt schrijven. Bovendien hoeft het algoritme ook niet altijd het eindstation te zijn. Dit zegt Jeroen Braspenning, multimedia ontwerper en werkzaam bij Edhv (ontwerpbureau in Eindhoven), over algoritmes binnen grafisch ontwerp. “Mijns inziens moeten algoritmes gebruikt worden als onderdeel van het proces en niet zozeer als resultaat. Hiermee bedoel ik dat het gebruik van algoritmes in het ontwerpproces de creativiteit van de ontwerper kan stimuleren. Door de onverwachte resultaten die het algoritme oplevert kan een ontwerper tot oplossingen komen die niet voor de hand liggend zijn.”

(Braspenning 2007:59) De ene ontwerper gebruikt de computer meer als een hulpmiddel, een canvas of een erg uitgebreid palet om mee te verven. In ‘Art of the electronic age’ staat het volgende:

“At most, in their case, the computer is regarded as an assistant. Artists like Harold Cohen develop programmes to be followed by the computer, without themselves necessarily having any idea of what the final result will be. Such a use of the computer changes the strategy of image-making and opens up questions of the extent to which the computer actually creates art itself. From this perspective, the computer is no longer simply a tool but becomes a creator or perhaps a simulator of memory, of reasoning and of the brain itself.”

(Popper 1993:80)

De ander laat de computer ‘artwork’ creëren en gebruikt daarmee de

volledige kracht van een computer om berekeningen uit te voeren. Eén van de meest bekende artiesten die gebruik maakt van algoritmes in zijn ontwerpen is Joshua Davis, die overigens ook genoemd wordt in de scriptie van Braspenning. Zo heeft hij een generatieve compositiemachine ontworpen, die composities creëert van losse onderdelen. Die onderdelen of ‘assets’ moet je als ontwerper zelf aanleveren, de machine gebruikt input om een hele reeks aan activiteiten aan het werk te zetten en een compositie te laten groeien met elementen uit de bibliotheek. Hij maakt dus geen gebruik van de ‘brush tool’ of andere traditionele methodes, maar laat de controle over aan machine en zijn geschreven algoritme. Hij ziet de schoonheid in toevalligheid. Uiteindelijk heeft hij daardoor misschien nog wel minder controle over zijn ontwerp als hij in Photoshop zou hebben, al heeft hij natuurlijk wel zelf de regels gedefinieerd. Hij programmeert de ‘brushes’ de verf en de lijnen, de regels en de grenzen. De machine genereert de compositie en daar kan iets uitkomen waar hij zelf als ontwerper nooit opgekomen zou zijn, het is daardoor een onvoorspelbaar proces. In een interview met John Maeda zegt hij het volgende over zijn eigen werk:

“Macromedia Flash is my primary piece of software. I know its limitations, but I very much like hacking it; it is just like finding new and different ways to use paint. Basically, I am still the same artist I was as a painter, only my tools have changed. Fundamentally, art and design have been taught as very static processes: executing style and method to arrive at an end result. I am rewriting the rules, redefining the process.”

(Maeda 2004:142) Algoritmes, plugins en updates zijn dus mogelijkheden om grenzen te

verbreden. De grenzen verdwijnen daardoor nog niet, ze worden alleen verlegd. Wel kan het de ontwerper helpen in zijn ontwerpproces om breder te denken en creatieve oplossingen te vinden waar hij daarvoor nog nooit aan gedacht had. Een andere manier om te ontsnappen aan de grenzen van software is om andere hulpmiddelen te gaan gebruiken. Het is een opmerkelijk gegeven dat veel jonge illustratoren terug gaan naar pictoriale

(25)

tradities en technieken die al bestonden lang voordat ze geboren waren. Art Deco en Jugendstil zijn populaire stijlen met hun ornamentele elementen, golvende en gestileerde lijnen. Deze stijlen worden opnieuw ontdekt door hedendaagse vormgevers.

Een bepaalde stijl kan gelezen worden als een soort spoor. Als je dit spoor volgt, kunnen belangrijke invloeden zichtbaar worden voor een bepaalde richting. Zo stond de ontwikkeling van ‘Adobe Illustrator’ aan de basis van de hype rondom vector illustraties. Het voordeel van vector gebaseerde illustraties is dat ze maar een kleine hoeveelheid data nodig hebben voor een maximale print kwaliteit. Bovendien kunnen ze makkelijk en efficiënt aangepast worden. Vector illustraties zeggen niet alleen iets over de gebruikte productie methode, de software kan een uitspraak doen over esthetische opvattingen volgens Claudia Mareis:

“They can also be read as an aesthetic statement. In this case as a statement on behalf of digital aesthetics. The irregular traits of human handwriting were suppressed and made uniform by digital lines and synthetic forms. Digital technology was the driving force in these days in every respect. The great popularity of vector graphics went hand in hand with a sympathetic interest in digital possibilities. Techno, electronic or internet – anything so long as it is digital and ideally, computer generated. The example of vector illustrations make it clear: content and form or style derive from the same discourse and can make a powerful statement about the spirit of the times only as a coherent whole.”

(Mareis 2006:7) De huidige trend van illustratoren om weer bewust te kiezen voor analoge technieken zou je kunnen zien als een ontsnapping aan de grenzen van Photoshop en andere digitale technieken. Een heruitvinding van de discipline. Kille, strakke, op effecten leunende ontwerpen worden ingeruild voor

meer warmere, minder perfecte en ongewone illustraties. Terug naar het schetsboek op zoek naar meer eigenheid en zelfexpressie.

Joshua Davis Moss Pyrus

(26)

Jen Ray Sleek Magazine (opdrachtgever)

(27)

niet weg dat de invloed van Photoshop terug is te zien in de hedendaagse grafische vormgeving en daardoor bewust of onbewust sturend is. Het ondermijnt tevens zelfexpressie en eigengereidheid. Omdat (bijna) alles met dezelfde technieken geproduceerd wordt gaat veel op elkaar lijken. Stijlen worden sneller gekopieerd of geïmiteerd.

De lage drempel van Photoshop zorgt er tevens voor dat bijna iedereen, zelfs een leek, een afbeelding kan verdraaien, ‘blurren’, contrast verhogen of rode ogen kan verwijderen. Daarom zal de professionele ontwerper teruggaan naar het ware fundament van vormgeven. En zullen effecten en bewerkingen steeds subtieler worden. De huidige trend, de terugkeer naar analoge technieken, is een bevestiging van het bestaan van grenzen. Men wil hieraan ontsnappen en computer gegenereerde beelden worden als minder mooi ervaren.

In hoofdstuk 2 stelde ik nog dat Photoshop wel eens een afname aan de controle over creativiteit zou kunnen betekenen, omdat je binnen de limitaties van een programma werkt. Nu ben ik tot de conclusie gekomen dat een ware creatieveling zich niet zal laten begrenzen zolang deze zich bewust is van het feit dat Photoshop gewoon een gereedschap is. En ook verder kijkt - naast de gestandaardiseerde software – om zijn doel te verwezenlijken. Door het inzetten van algoritmen, alternatieven voor Photoshop zoals ‘the GIMP’ of natuurlijk door analoge technieken te gebruiken.

Ik denk dat de maatschappij op een gegeven moment ook niet langer pikt dat de ‘waarheid’ niet getoond wordt. In de toekomst zie ik wel een omslag voor me in wat nu eigenlijk echt mooi is en afkomstig uit de handen van de ontwerper. Misschien is dit ook eerder een wens. Ik hoop dat ontwerpers hun creativiteit niet laten vervagen door de keuze voor standaard Photoshop filters en effectjes. Maar Photoshop juist gaan gebruiken als instrument om een eigen handschrift te ontwikkelen. Op zoek naar een vernieuwende beeldtaal en vormleer van ons vakgebied, dat van het grafisch ontwerp. De vraag is ook of de huidige versie van Photoshop daar wel aan kan bijdragen. In volgende versies hoop ik op een intuïtiever ontwerpproces.

Conclusie

Het vormgeven van ideeën in verschillende media wordt voornamelijk bereikt met de industriestandaard, Photoshop. De hoofdvraag van mijn onderzoek was, of dit beperkingen of richting geeft aan het hedendaagse vakgebied van de grafische vormgeving. De introductie van Photoshop leverde veel voordelen ten opzichte van het analoge gereedschap, het ontwerpproces is nu non-lineair. Wat met analoge technieken niet of nauwelijks mogelijk was, is nu een stuk eenvoudiger en efficiënter te bereiken. Een nadeel is dat het zelfexpressie en vernieuwing in de weg zit. Bovendien is het ontwerpproces minder onvoorspelbaar geworden, het artistieke incident komt minder vaak voor. Maar grafisch ontwerp is nooit een unieke eruptie van een creatief, het is een weloverwogen idee in beeld.

Mijns inziens en veel ontwerpers met mij, is het idee voor een advertentie, illustratie, campagne - of wat voor een uiting dan ook - het meest van belang. Vervolgens wordt er gekeken hoe men dit het beste kan bereiken. Welke techniek gaat er gebruikt worden en op welke manier gaan we deze inzetten? Dit gegeven zou betekenen dat de invloed van Photoshop minimaal is, toch ligt het een stuk genuanceerder. Het verschil is namelijk dat deze grafische software zo erg ingebakken is in het ontwerpproces van vandaag de dag, dat er al snel naar Photoshop gegrepen wordt. De software blijft een vastomlijnd geheel, waarbij je als ontwerper afhankelijk bent van de gereedschappen die voorhanden zijn in de ‘toolbar’. Dat houdt in dat er beperkingen zijn, de mogelijkheden zijn niet eindeloos.

Nu zijn er zat voorbeelden, met name tijdens de begindagen van het

programma, dat ontwerpen teveel steunden op de nieuwe techniek die op dat moment veel indruk achterliet. We kunnen dus concluderen dat de techniek de boodschap wel degelijk heeft overschaduwd. In het verleden althans, maar zeker tegenwoordig zul je de opeenstapeling van filters en standaard effecten minder snel terug zien. Het gaat om de uitwerking van een idee en met welke techniek dat bereikt wordt is eigenlijk niet van belang. Dat neemt

(28)

Bovendien zie ik graag dat Adobe inspeelt op de groeiende open-source-beweging door de broncode te ontsluiten, of de software in ieder geval minder gesloten maakt. Waardoor het voor devote gebruikers mogelijk wordt om de software en haar mogelijkheden uit te breiden. Adobe zal naar alle waarschijnlijkheid vast blijven houden aan hun licenties, zeker zolang Photoshop een succesformule blijft.

Het ontwerp moet zijn origine niet verraden, de software zou niet meer waarneembaar moeten zijn als het idee. De interventie van softwarepakketten zou in een kwalitatief goed ontwerp dus zo goed als onzichtbaar moeten zijn. Photoshop is een krachtig softwarepakket dat dit in zich heeft, je kunt het doel op verscheidene manieren bereiken. Uiteindelijk blijft het slechts een gereedschap en in de handen van goede ontwerpers zal het ook nooit meer zijn.

(29)

Bibliografie

Literatuur

Fiell, Charlotte & Peter: Graphic Design for the 21st Century. Köln, Taschen, 2005.

Fiell, Charlotte & Peter: Contemporary Graphic Design. Köln, Taschen, 2007.

Gordon, Terrence: Media Begrijpen. Marshall McLuhan. De extensies van de

mens.

Amsterdam, Uitgeverij Nieuwezijds, 2002 (1964, Marshall McLuhan).

Heller, Steven en Pettit, Elinor: Graphic Design Timeline. A century of design

milestones.

New York, Allworth Press, 2000.

Hollis, Richard: Graphic Design: A Concise History. London, Thames & Hudson, 2002 (2001).

Kockelkoren, Petran: Techniek: kunst, kermis en theater. Rotterdam, Nai Uitgevers, 2003.

Maeda, John: Creative Code. London, Thames & Hudson, 2004.

Manovich, Lev: The Language of New Media. Massachusetts, 2001.

Mareis, Claudia: Illusive. Contemporary Illustration and its Context. Berlin, Die Gestalten, 2006 (2005).

Martegani, Paolo en Montenegro, Ricardo: Digital Design. New Frontiers for

the Objects.

Turijn, Testo & Immagine, 2001 (2000).

Oosterbaan, Warna: Een leesbare scriptie. Gids voor het schrijven van

scripties, essays en papers.

Amsterdam, Promotheus, 2007 (2004). Popper, Frank: Art of the electronic age. London, Thames & Hudson, 1993. Wands, Bruce: Art of the Digital Age. London, Thames & Hudson, 2006.

Websites

‘Photoshop Reinvented’, Computer Arts Magazine op:

http://www.computerarts.co.uk/in_depth/features/photoshop_reinvented (18 maart 2008)

‘Illustration Renaissance’, Computer Arts Magazine op:

http://www.computerarts.co.uk/in_depth/features/illustration_renaissance (14 maart 2008)

‘The History of Photoshop’, Computer Arts Magazine op:

http://www.computerarts.co.uk/in_depth/features/the_history_of_photoshop (10 maart 2008)

‘Don’t Fear the Filter’, Computer Arts Magazine op:

http://www.computerarts.co.uk/in_depth/features/(dont_fear)_the_filter (14 maart 2008)

(30)

‘Tetrad of media effects’, Wikipedia op:

http://en.wikipedia.org/wiki/Tetrad_of_media_effects (11 maart 2008)

‘De Elektronische Kunstenaar’, Joke van Kampen Erik Veltman op: http://www.dehont.eu/00/pagina/tables/512-640/framerood01.htm (26 februari 2008)

Publicaties

Brandt, Hans P en Westering, Jancees: Form Fabricates Function. Over de

functie en werking van grafisch design.

Amsterdam, Total Identity, 2002.

Braspenning, Jeroen: Forms Follow Function();

Breda, Scriptie Communication & Multimedia Design, 2007. McLuhan, Marshall: Laws of media.

United States, Gingko Express, 2005 (1988). Schewe, Jeff: 10 years of Photoshop. Photo Electronic Imaging, 2000.

Interviews

Dit werk is deels gebaseerd op de ervaringen van een diverse groep ontwerpers. Ik heb met de volgende personen een interview afgenomen via email:

Bos, Ruben afgenomen op 20-03-08. Davids, Ico afgenomen op 14-03-08. Delahaije, Vincent afgenomen op 12-03-08. Ginneken, Coen van afgenomen op 16-03-08. Gooijer, Suzanne de afgenomen op 16-03-08.

Hofwegen, Jeroen van afgenomen op 13-03-08. Klinkhamer, Rene afgenomen op 22-03-08. Lam, Jeroen afgenomen op 17-03-08. Nozzman, afgenomen op 25-03-08. Peeters, Jan afgenomen op 15-03-08. Rooze, Marije afgenomen op 23-03-08. Schoenaker, Joshua afgenomen op 11-03-08. Woezik, Jankees van afgenomen op 14-03-08.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The first is to facilitate with the transformation from unplanned to planned maintenance and the second is to continuously improve and optimise maintenance in

An exposition of the Lordship of Christ will be offered at the end of this study (chapter 8). The reason for dealing with the Biblical perspective at the end- and not here - is to

To increase the chemical reaction rate, the degree of exposure of the valuable metal can be increased, the temperature or pressure of the leaching system can be increased, or a

professionele opleiding vir 0..1 drie die sertifikate aange- bied. By twee van die gewone opleidingskolleges word kursus- se vir die Algemene Sertifikaat verskaf.

issues received attention: activities preceding educa= tional system planning, requirements of educational sys= tern planning and essential elements of educational

A structured, standardised questionnaire will be devised and submitted to governing body chairmen and school principals of secondary schools in order to

recommendations relating to the governing body of the state-aided school and its knowledge, understanding and interpretation of its legal responsibility, will be

Principals and senior staff (H.O.D) and class teachers should work hand' in glove with the mentor teachers in helping the beginner teachers with all four basic