verzor -.en. De .oorge- voort-de uit-. aileen ; meer de par-vierde •rek zo ~t slui->lueert Jrofes-ieel de 1g 'ge-m vrij- strate-:le ver-rlaten. uilnis-Links' keuze gevolg rorden :eet te mede-·an die .at een en be-en van vallige :nmet geert. ;winst :Iande uimte :erug-ioneel s Ro-pt tot etdat al op-land. j s &_o 1 1 2ooo
GROENL!NKS OP HET PLUCHE?
De Paarse
methode met
Het is bekend dat ik altijd alvoorstander ben geweest van progressieve samen-werking en coalitievor-ming op progressieve grondslag. Lange tijd was dat geen haalbare optie. Ik denk echter dat de komst van Paars heilzaam is ge-weest voor alle partijen, in-clusief GroenLinks. Paars heeft iedereen genoodzaakt oude, starre politieke ver-houdingen te doorbreken en op zoek te gaan naar nieuwe vormen. Temidden van aile denkbare
samen-meer ideele
gedrevenheid
De noodzaak
v
an
voor was. Zie het nieuwe belastingstelsel, waarin alle inkomens erop vooruit
gaan en waarin vele afzon-derlijke partijdoelstellin-gen zijn gerealiseerd. Paars is noch een mislukking ge-worden noch een nieuwe
een n1euwe
eenheidsideologie. Het iseen werkbare formule waarin blijkt te kunnen worden samengewerkt, pragmatisch en met
door-proaressie
v
e aaenda
gaans voldoende respect
voor elkaars standpunten.
ADRI DUIVESTEIJN Daarmee kan er echter
ook een andere conclusie
werkingsvormen schat ik
dekansen van een coalitie op progressieve grondslag groter in dan ooit, juist ook doordat GroenLinks meer dan vroeger bereid is tot de verantwoordelijk-heid van het meeregeren. Op sleutelissues, zoals de NAVo-inzet in Kosovo en de Nederlandse bijdrage aan peacekeepinB tussen Eritrea en Ethiopie, steunt Groen Links de Paarse coalitie. Het moet dus moge-lljk zijn ook in de breedte tot samenwerking te komen.
V66r 1994 dacht vooral o66 dat er met een paarse coalitie ook een werkelijk paarse ideologie zou ontstaan, een ware synthese van sociale en libe-raledoelen. Oat is niet gebeurd. De ideologische en culturele verschillen tussen de twee grote paarse co-alitiegenoten zijn niet verdwenen, ze zijn nog helder zichtbaar en komen- gelukkig- ook regelmatig aan de oppervlakte. PvdA en vvo hebben hun eigen
identiteit behouden en zijn niet inwisselbaar gewor-den. Wei is het mogelijk gebleken om zaken te doen over onderwerpen die voorheen door ideologische reflexen volkomen geblokkeerd waren, zonder dat dit tot de zouteloze compromissen hoeft te leiden die we nog kennen uit de tijd van de oude
CDA-hegemonie. Door uitruil van wensen en doelen kan iets ontstaan dat voor iedereen beter is dan wat
er-worden getrokken. Name-lijk dat met de vvo geen samenwerking mogeName-lijk is op basis van een werkelijk progressief programma. Daarvoor is ze te zeer verknocht aan een naar rechts overhangende interpretatie van het eigen ideologi-sche gedachtegoed. Met als gevolg dat in de ruil-economie van Paars de uitwerking van echt progres-sieve doelen blijvend onder druk zal staan. Hoe heil-zaam Paars ook is geweest, ik moet er niet aan denken dat het politieke Ieven op langere termijn duurzaam verschraalt tot 'zaken doen'. De politiek zou hierdoor vooral een ideologische leegte gaan vertegenwoordigen, terwijl er in de samenleving
wel degelijk tal van oude en nieuwe vragen spelen
die beter en effectiever kunnen worden beantwoord vanuit een breed gedragen samenhangende visie.
Vanuit dezelfde samenleving en haar vraagstuk-ken geredeneerd, is er mijns inziens behoefte aan
een meer ideologische beleidsgrondslag. Zonder dat dit leidt tot eenduidige, dwingende, dogmatische oplossingen- want dankzij Paars zijn we gaan inzien dater ook in de Nederlandse politiek vele wegen zijn die naar Rome leiden. Juist in dat kader is de meer gouvernementele opstelling van GroenLinks van groot belang. Samen met de PvdA kan zich hier een
begin aftekenen van een progressief alternatief voor
s &...o I I 2ooo
Paars, oftewel de Paarse methode gehanteerd met
meer ideele gedrevenheid. Voor de PvdA en
Groen-Links is het nu de opgave te bezien hoe progressieve samenwerking stap voor stap dichterbij kan worden gebracht.
Een van de vragen hierbij is of Groen Links klaar is voor regeringsdeelname. Menno Hurenkamp geeft hiervan een indicatie. De partij is groter en sterker, maar in sommige opzichten ook onzekerder dan ooit, zo is de indruk die hij wekt. Vroeger had GroenLinks (dan wei zijn voorgangers) sterke in-houdelijk-politieke overtuigingen maar weinig kans
op meeregeren. Nu lijkt dat op z'n kop te zijn gezet.
Terwijl Hurenkamp goede regeerkansen voor GroenLinks ziet, zet hij vraagtekens bij de kracht van de eigen strijdpunten: 'Heeft de partij wei ge-noeg eigen agenda om het meeregeren te overle-ven?'
Ik ben hetmet Hurenkamp eens dat de kracht van GroenLinks op dit moment niet prirnair in de inhou-delijke agenda zit. De vertrouwde groene en linkse agenda is grondig door elkaar gegooid, zo blijkt uit Hurenkamps binnen- en buitenlandse voorbeelden: karakteristiek 'groene' onderwerpen zijn door an-dere partijen overgenomen (milieu) of in een voile-dig ander lichtkomen te staan (militaire actie), en de partij laat soms opvallend weinig van zich horen in debatten over ogenschijnlijk typische GroenLinks-thema's (de multiculturele samenleving). Ik zou eraan will en toevoegen dat GroenLinks meer dan de PvdA nog vast lijkt te zitten aan de oude, ietwat
pa-ternalistische linkse agenda. Het blijkt bijvoorbeeld
uit de weifelende opstelling jegens het wetsvoorstel
bevordering eigen woningbezit (sEw). Terwijl de
initiatiefnemers van de wet de eigen kracht van bur-gers tot haar recht willaten komen met de staat in
een faciliterende rol, kan GroenLinks moeilijk af
-scheid nemen van de zorgende staat die burgers be-schermt maar daarmee ook van zich afhankelijk houdt.
Wat GroenLinks wei sterk maakt is de frisse, ondogmatische stellingname van toonaangevende politici. Kenmerkend is de politieke voorman Paul Rosenmoller. Als politicus heeft hij bijna alles, hij is
een scherp debater en een aartsonderhandelaar, hij
handelt vooral strategisch en schroomt niet pragma-tisch te zijn; maar een geprononceerde ideoloog is hij niet en hij is hiermee nu juist geen traditionele GroenLinks-politicus.
GroenLinks opereert in de praktijk vooral als een linkerbuitenvleugel van de PvdA. Het is een
wijk-plaats voor een zwevend deel van het linkse electo·
raat (het Femke Halsema-effect) en het progressieve debat speelt zich vaak af in een tussengebied van de
twee partijen. GroenLinks fungeert daarbij niet, al
-thans voor mij, als het morele, linkse 'geweten van deJ>vdA' zoals dat in de tijden van Bas de Gaaij Fort-man, Ria Beckers en Andree van Es wei het geval
kon zijn. Feitelijk nemen beide fracties in de Tweede
Kamer zelden werkelijk fundamenteel verschil
-lende standpunten in. (Zelfs inzake de hypotheek
-renteaftrek is GroenLinks opgeschoven. Maar in
mijn opvatting is ook het terecht dat de PvdA zich
nietmee laattrekkenin de running gag van vvo, CDA
en Telegracif die uit electorale motieven huiseigena
-ren angstbeelden aanjagen waarvoor in de PvdA
-stellingname volstrekt geen grondslag is.) Het grootste verschil tussen de PvdA en GroenLinks is dat GroenLinks steevast een graadje '-linkser' is.
Maar wat zegt dat? Ook de PvdA zou in de oppositie,
of zelfs al in een andere kabinetssamenstelling,
ge-prononceerder en dus 'linkser' zijn dan nu.
'Linkser' zet ik hier tussen aanhalingstekens omdat het niet de juiste term is. Het gaat hier niet
om een verschil in linksheid maar om de spanning
tussen beginselvaste en uitvoeringsgerichte poli
-tiek. En daarmee om de spanning tussen een 'zui-vere' stellingname en een positie in relatie tot
an-dere partijen in een weerbarstige praktijk. In Hu
-renkamps essay komt dit tot uitdrukking waar hij
groene dan wel GroenLinks-politici aanhaalt die wel
aan de macht zijn, en die al werkende iets tot stand brengen maar daarbij niet altijd de handen schoon houden.
In dit verband maak ik bezwaar wanneer Huren
-kamp het he eft over 'de ideologische flexibiliteit van
de PvdA'. In essentie zijn de idealen van de
sociaal-democratie zeer inflexibel. Het gaat door de tijd
heen om dezelfde waarden, zoals sociale gerechtig
-heid, gelijke kansen, solidariteit ( op ieder niveau tot
en met internationaal), sociale cohesie, de kwaliteit
van het bestaan, recht op ontplooiing. De flexibili
-teit zit niet in de ideal en maar in de uitwerking. Besef
van dit verschil (met aile lastige dilemma's van dien)
is onmisbaar voor wie effectief en met behoud van
eigen idealen regeringsverantwoordelijkheid
wil
dragen. Ook GroenLinks zal in de praktijk van het
meeregeren afstand moeten nemen van een. inte
-grale uitvoering van haar eigen voorstellen; van de
'traditioneel onhaalbare voorstellen' om met
Hurenkamp te spreken. Het zal zich dus geconfron
!lecto-~ssieve van de iet, al-en van j Fort-t geval 'weede rschil- theek-laar in A zich J, CDA !igena-PvdA -) Het .inks is
,
. ;er IS. IOSitie, 1g, ge-:tekens er niet anning !poli-'
.
n zm-tot an-[n Hu-·aar hij :lie we! t stand ;choon -luren-:eitvan ociaal-de tijd echtig-eau tot valiteit ~xibili ~· Besef ndien) ud van id wil ran het n inte-van de 1 met mfron-llen en S &_D I I 2000identiteit combineert met het handelen samen met
anderen in een coalitie. Diezelfde vraag stelt de
soci-aal-democratie zich al ongeveer een eeuw. Wat dat
betreft zou de PvdA als het bestuurlijke geweten van
GroenLinks kunnen worden beschouwd.
Terecht stelt Hurenkamp dat er een nieuwe
progressieve politieke agenda nodig is. De vraag is of
dat zich beperkt tot Groen Links. De PvdA wacht er
in ieder geval niet op. Terwijl interne partijperikelen
extern vee! aandacht trekken, is intern in de werk-wijze van de partij en de fractie een interessante wij-ziging doorgevoerd, namelijk de PvdA-kenniscentra.
Langs deze weg komt stilaan een ideologische
revi-val op gang. Het gedachtegoed van de PvdA wordt aan de veranderende realiteit gescherpt, aan de hand
van onderwerpen als arbeid, wonen, zorg,
veilig-heid en Schiphol. 1
Het zijn oefeningen in het
herbe-palen van de inhoudelijke koers, liefst zo
onbevan-gen mogelijk, en met het streven naar kwaliteit als
rode draad. Langs deze inhoudelijke weg is de PvdA
bezig zichzelf te vernieuwen en het is tevens een
aan-zet voor een nieuwe progressieve agenda. Het is toe
te juichen als ook Groen Links zijn politieke agenda
vernieuwt, zoals Hurenkamp bepleit. De twee
par-tijen kunnen zo elk een basis leggen voor een
even-tuele gemeenschappelijke progressieve agenda.
Op zo'n agenda behoort naar mijn idee de
kwali-teit van het bestaan het centrale thema te zijn.
Agen-dapunten zijn dan onder meer: solidariteit;
bestrij-ding van ongelijkheid; bevordering van
zeggen-schap, zelfkracht en zelforganisatie; het faciliteren
van culturele pluraliteit en diversiteit;
inkomensbe-leid; herwaardering van de informele economie;
veiligheid en de kwaliteit van het publieke domein; democratisering van het middenveld; het tegengaan
van kartelvorming; internationale solidariteit en de
-mocratisering van Europa.
Er is in Nederland niet zo gauw een basis voor
een links kabinet, maar mogelijk wei voor een
kabi-net met een progressieve grondslag. De oude
ge-dachte 'samen uit samen thuis' is dan ook niet meer
aan de orde. Er is samenwerking nodig met andere
partijen. Naast o66 gaat het dan a! gauw om het
CDA. Echter, hoe graag ik het ook anders zou zien,
het is zeer de vraag ofbinnen die partij een sterke so-dale stroming tot uitdrukking kan komen. Is er nog
een CDA mogelijk in de geest van mensen als
Aan-tjes, Boersma, Van Leeuwen en Gardeniers? Het
antwoord is onzeker. Het huidige CDA houdt een
slingerkoers tussen PvdA en vvo, eigenlijk net als vroeger behalve dat het toen gebeurde vanuit een
machtspositie en nu vanuit een nog altijd niet
vol-tooide zoektocht. Het ene moment steunt het een
verlicht armoede- of huurbeleid, dan weer wil het
een streng asielbeleid of wijst het deelname af van de
vredesmissie naar Eritrea. Mogelijk biedt de
Chris-ten Unie (RPF enG Pv) meer perspectief, dankzij de
vaak interessante opvattingen (over staatsinrichting, sociale zaken, midden veld en burger, ruimtelijke
or-dening en typische GroenLinkse onderwerpen als
milieu en groen) die er in de Kamer regelmatig toe
leiden dat er een progressieve meerderheid
ont-staat. En ook dankzij politici als Middelkoop en
Stel-lingwerf, die uit hetzelfde hout zijn gesneden als
vroeger de voormannen van de A R P.
De gemeenschappelijke agenda is er nog lang
niet, maar het is de moeite waard om er gestaag
samen aan te werken. Oat kan wellicht het best van onderop, met meer contact tussen de !eden van de
verschillende partijen (de politieke
jongerenorgani-saties wezen de weg). Het is niet nodig dat iedereen
het over alles eens is, maar wei om vast te stellen
waarover er wei brede overeenstemming bestaat:
een minimale progressieve agenda die kan
anticipe-ren op een eventueel regeerakkoord.
ADRI DUIVESTEIJN
Lid van de Tweede Kamer voor de PvdA
t Tot nu toe verschenen van de PvdA- Wonen, zora en dienstverlenina. een zora
Kenniscentta deze publicaties: \J voor vandaaa (mei 2ooo);
\} Grondbeainselen, een ander arondbeleid
(okt 2ooo); Werk in uitvoerin9, een verkennin9 van de toekomst van de arbeid
(okt. 2ooo); Veiliaheid verkend. V De kleur van arijs. Een sociaal-democratische Schiphol: kwaliteitsluchthaven in bedrilf