• No results found

Opiniestuk De Jonge Akademie - extensieregel NWO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opiniestuk De Jonge Akademie - extensieregel NWO"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Naar een gelijke erkenning van zorgtaken van vaders en moeders door wetenschapsfinanciers1 De meeste persoonlijke onderzoeksbeurzen, die in ons land vaak beslissend zijn voor de voortgang van een wetenschappelijke carrière, moeten binnen een bepaalde periode na de promotie worden aangevraagd. Voor bijvoorbeeld de NWO Vidi-beurs is die periode acht jaar. Er bestaan echter verschillende redenen waarom aanvragers toch later mogen indienen: onder andere het volgen van een opleiding tot klinisch specialist, ziekte, zwangerschap of bij zorgtaken voor kinderen. Bij de laatste is er een duidelijk, en naar onze mening, ongewenst verschil in hoe de compensatieregeling toegepast wordt bij mannen en vrouwen.

Nu is het zo dat vrouwen die een of meerdere kinderen hebben verlenging krijgen: per kind krijgen ze anderhalf jaar “uitstel”, met een maximum van vijf jaar. Dit ter compensatie van zowel de

zwangerschap als de zorgtaken. Deze extensie wordt ook verleend wanneer de kinderen tijdens of voor de promotie zijn geboren. Het is niet noodzakelijk het ouderschapsverlof daadwerkelijk op te nemen om deze extensie te krijgen.

Wat ons betreft is deze regeling volkomen terecht. Iedereen met kinderen zal immers beamen dat de arbeidsproductiviteit tijdens de zwangerschap en ook daarna, vooral in de eerste paar jaar na de geboorte, minder is dan daarvoor.

De situatie voor mannen met kinderen is echter anders: mannen met een of meerdere kinderen ontvangen een extensie alleen voor de tijd die ze daadwerkelijk hebben opgenomen voor zorgverlof. Op dit moment is dat twee dagen voor het vaderschapsverlof, plus maximaal een half jaar per kind voor daadwerkelijk opgenomen ouderschapsverlof. Werkt een vader parttime, bijvoorbeeld vier dagen per week, en neemt deze een half jaar ouderschapsverlof op, dan geeft NWO geen half jaar extensie, maar slechts 4/5 van een half jaar. Deze nadelige correctie – het aantal dagen verlof wordt uitgezet tegen het aantal werkdagen van een voltijdsbaan – zou terecht zijn wanneer de werktijd ook relevant is bij het bepalen van de aanvraagtermijn. In dat geval zou iemand die vier dagen per week werkt een Vidi-aanvraagperiode hebben tot tien jaar na promotie. Na tien jaar heeft diegene immers evenveel dagen gewerkt als iemand die acht jaar voltijds werkt. Hiermee wordt echter geen rekening gehouden. Het gevolg is dat vooral parttime werkende mannen met kinderen door dit beleid

benadeeld worden.

De regeling voor mannen met kinderen lijkt duidelijk te contrasteren met die voor vrouwen. Het staat buiten kijf dat vrouwen de fysieke last van de zwangerschap volledig alleen te dragen hebben. Deze fysieke ongemakken gaan zonder meer ten koste van de onderzoekstijd. De automatische extensie die vrouwen krijgen is echter niet alleen voor de fysieke gevolgen, maar ook voor de zorgtaken (ze kunnen immers niet nog een extra extensie krijgen wanneer ze ouderschapsverlof opnemen). Hier wringt wat ons betreft echter de schoen. Mannen met kinderen moeten namelijk wel ouderschapsverlof opnemen om extensie te kunnen krijgen. De impliciete veronderstelling is daardoor dat mannen helemaal geen zorgtaken op zich nemen – en daardoor niet inboeten aan wetenschappelijke productiviteit ten opzichte van mannen zonder kinderen – tenzij zij daadwerkelijk

1 Terwijl we in dit stuk “vaders” en “moeders” schrijven, bedoelen we met “moeder” de ouder die de fysieke

zwangerschap heeft doorgemaakt en met “vader” de ouder of verzorger van het kind waarvoor dit niet geldt. Bij een draagmoederschap of adoptie is er sprake van ouders die niet fysiek zwanger zijn geweest. In dit geval pleiten we voor iedere individuele ouder voor de compensatieregeling zoals deze voorgesteld wordt voor de “vader”.

(2)

ouderschapsverlof opnemen. In hoeverre deze veronderstelling terecht is, valt te bezien.

Desalniettemin zou het uitgangspunt volgens ons moeten zijn dat mannen en vrouwen op dezelfde manier behandeld worden qua compensatie voor zorgtaken.

Daarom pleiten wij voor een andere regeling door wetenschapsfinanciers als NWO: geef vrouwen met kinderen per kind achttien maanden extensie voor zowel zorgverlof als ouderschapsverlof (identiek aan de huidige situatie, dus ongeacht of ouderschapsverlof daadwerkelijk is opgenomen of niet). Geef mannen óók zes maanden extensie per kind, ongeacht of ze het ouderschapsverlof daadwerkelijk hebben opgenomen of niet. Bijkomend voordeel van dit voorstel is dat diegenen die parttime werken niet benadeeld worden ten opzichte van diegenen die fulltime werken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In geval het project (mede) wordt uitgevoerd door personen die geen dienstverband hebben met de kennisinstelling dient de projectleider dan wel de hoofdbegunstigde er zorg voor

Met het oog op een optimale verspreiding, respectievelijk toepassing, van de resultaten van publiek gefinancierd onderzoek dient de projectleider, subsidiair de

daarmee voorkom je dat je later analyses opnieuw moet doen, wat in het verle- den soms nodig bleek.’ Om ook extern gebruik van zijn data mogelijk te maken, moeten nog wel

Daarvoor heb je mensen nodig die zo’n rol kunnen spelen.’ Gielen sluit daarbij aan: ‘Over twee jaar mag je me niet alleen afreke- nen op een geslaagde integratie, maar ook op

Onze droom voor het nieuwe NWO is dat veel programma’s die door andere domeinen worden opgezet ook aandacht hebben voor inclusieve mondi- ale ontwikkeling.’. Zo kan onderzoek

De middelen voor het NWA-programma (€ 108 miljoen in 2019) heeft NWO bestemd in vier programma- lijnen: 1) Onderzoek op Routes door Consortia (ORC) voor bottom-up gedreven

Het ministerie heeft NWO medio 2018 gevraagd te adviseren over de inzet van de aanvullende middelen, oplopend tot 20 miljoen euro per jaar, die het kabinet beschikbaar heeft

Klachten die geen specifieke persoon betreffen, worden behandeld door het afdelingshoofd of de directeur onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging jegens de klager valt1.