• No results found

Mensenrechtenschendingen, geen grondwet en een intimiderend regime: een classificatie van het regime in Eritrea aan de hand van theorieën over autoritaire en totalitaire regimes.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mensenrechtenschendingen, geen grondwet en een intimiderend regime: een classificatie van het regime in Eritrea aan de hand van theorieën over autoritaire en totalitaire regimes."

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bachelorscriptie

Mensenrechtenschendingen, geen grondwet en een intimiderend

regime: een classificatie van het regime in Eritrea aan de hand van

theorieën over autoritaire en totalitaire regimes

Naam: Juul Sloot

Studentnummer: S4378059 Begeleider: Koen Vossen Collegejaar: 2016/2017

(2)

2

Inhoudsopgave

Inleiding ... 3

Hoofdstuk 1: Hoe is de huidige politieke situatie in Eritrea tot stand gekomen? ... 7

1.1 Politieke geschiedenis vanaf 1890 ... 7

1.2 Huidige politieke situatie ... 9

Hoofdstuk 2: Wat voor soort regime bestaat er in Eritrea? ... 13

2.1 Verschillende theorieën over autoritaire en totalitaire systemen ... 13

2.2 Omstandigheden in Eritrea ... 17

2.3 Conclusie ... 23

Hoofdstuk 3: Hoe kan dit regime voortbestaan? ... 27

3.1 Theorie Ezrow & Frantz ‘survival of dictatorships’ ... 27

3.2 Theorie toegepast op situatie Eritrea ... 30

Conclusie ... 33

(3)

3

Inleiding

In 2016/2017 schreef Amnesty International een rapport over de humanitaire situatie in Eritrea. Hieruit blijkt dat op grote schaal mensen worden gedwongen tot arbeid en

dienstplicht. 1 Dat het rapport van Amnesty Eritrea niet als democratie beschrijft is duidelijk. Amnesty typeert Eritrea als dictatuur. Bekend zijn dictaturen zoals de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland. Eritrea is geen typische dictatuur zoals deze twee landen en dat maakt de casus interessant. Juan Linz maakt een onderscheid tussen totalitaire en autoritaire dictaturen en met deze theorie zal worden gekeken wat voor dictatuur Eritrea is.

In zijn boek Totalitarian and Authoritarian Regimes maakt Linz een duidelijk

onderscheid tussen totalitaire regimes en autoritaire regimes. Linz formuleert karakteristieken waaraan het regime in Eritrea kan worden beoordeeld. Het eerste kenmerk van Linz is de ideologie waar de heersende partij zich mee identificeert. Het tweede punt is dat er één grote partij moet zijn en andere mobiliserende organisaties. Deze partij moedigt mobilisatie aan en coördineert dit. Ten derde is de macht vaak geconcentreerd in een individu en dat individu maakt deel uit van een kleine partij, die niet de massa vertegenwoordigt.2 Daarnaast noemt Linz de ondergeschiktheid van de militaire macht als vierde kenmerk van totalitaire

systemen. 3 Vernietiging van politieke structuren als er een nieuwe elite aan de macht komt, is het vijfde kenmerk. Nieuwe machtshebbers richten nieuwe instituties op als zij aan de macht komen. Het zesde en laatste kenmerk is terreur. Dit wordt binnen de elite gebruikt en niet tegen politieke tegenstanders. 4

Over autoritaire regimes is Linz minder duidelijk. Linz beschrijft vooral de verschillen tussen autoritaire en totalitaire regimes. Een autoritair regime heeft geen intellectuele

ideologie, maar een emotionele ideologie. 5 Het belangrijkste verschil met totalitaire

systemen is dat autoritaire systemen beperkt politiek pluralisme kennen. Er is geen actieve participatie en mobilisatie, omdat dit het pluralisme zal verstoren. Verder zegt Linz dat een leider of kleine groep op een voorspelbare manier de macht uitoefent.

Een ander theoretisch werk is Non-Democratic Regimes van Paul Brooker. Brooker beschrijft kort totalitaire en autoritaire regimes en de daarbij horende theorieën. 6 Daarnaast

1 Amnesty International,’Eritrea 2016/2017’ < https://www.amnesty.org/en/countries/africa/eritrea/report-eritrea/> [geraadpleegd op 28 februari 2017].

2 Juan Linz, Totalitarian and Authoritarian Regimes (Boulder, 2000), 67. 3 Linz, Totalitarian Regimes, 68.

4 Ibidem, 72. 5 Ibidem, 162.

(4)

4 schrijft Brooker over de toekomst van niet-democratische regimes. Volgens hem heerst er pessimisme over de verdere democratisering van gebieden in Afrika.7 Daardoor zouden de niet-democratische regimes daar nog lang kunnen voortbestaan.

Clive Thomas noemt in zijn boek The Rise of the Authoritarian State in Peripheral

Societies zijn theorie over de samenhang tussen staatsvorm en de materiële basis van een

land. Perifere samenlevingen volgens Thomas, zijn samenlevingen waarin repressie, politieke moorden, verdwijningen en ander bewijs voor heersende dictaturen voorkomen. 8 Thomas

spreekt wel over perifere kapitalistische samenlevingen en focust zich op postkoloniale samenlevingen. Hiervoor heeft Thomas een lijst met acht elementen opgesteld die nodig zijn, wil er een autoritaire staat voorkomen. 9

Het eerste kenmerk is de combinatie van onderontwikkelde productiekrachten en een economie die niet op hetzelfde niveau is. De tweede voorwaarde is dat het systeem van economische productie niet recent is. Het gevolg van deze voorwaarden is tweezijdig. Enerzijds zijn de grootste klassen in de samenleving onderontwikkeld en anderzijds werken dominante groepen samen met de burgerij in het centrum. Hierdoor ontstaat een heersende rol voor de burgerij. Verder benoemt Thomas de onderontwikkeling van kapitalistische

productierelaties die ervoor zorgt dat waarden zoals rechtvaardigheid en gelijkheid worden tegengehouden. Tevens is er een sterke groei van staatsbezit. Ook vergroot de ontwikkeling van het staatsbezit de potentiële dwangmiddelen van de staat. Als laatste noemt Thomas crises en onderbrekingen bij kapitalistische groei horen als voorwaarde voor autoritarisme.

In Dictators and Dictatorships: Understanding Authoritarian Regimes and Their

Leaders beschrijven Natasha Ezrow en Erica Frantz verschillende regimes en de kenmerken

die daarbij horen. In dit boek wordt bovendien de theorie van Linz besproken. Het boek van Ezrow en Frantz zal ook worden gebruikt bij het beantwoorden van de deelvraag over het voortbestaan van het regime in Eritrea. De factoren die zij belangrijk achten bij het

voortbestaan van dictaturen zijn steun van de massa, een zwakke en verdeelde oppositie en loyaliteit van de elite.10

Mesfin Araya geeft met zijn artikel The Eritrean Question: An Alternative

Explanation inzicht in de historische achtergrond van Eritrea. Araya schrijft over de

ontwikkeling van de politieke situatie door de jaren heen. Als oplossing voor de Eritrese

7 Brooker, Non-Democratic Regimes, 270.

8 Clive Thomas, The Rise of the Authoritarian State in Peripheral Societies (New York, 1984), xiii. 9 Thomas, The Rise of the Authoritarian State, 83-86.

10 Natasha Ezrow & Erica Frantz, Dictators and Dictatorships: Understanding Authoritarian Regimes and Their

(5)

5 kwestie zegt Araya dat Ethiopië democratisch moet worden en de onafhankelijkheidsgroepen zich moeten terugtrekken. Araya legt het probleem dus vooral bij Ethiopië.

Dan Connell schrijft in zijn artikel From Resistance to Governance: Eritrea’s trouble

with transition over de overgang van kolonie naar onafhankelijke staat. Connell beschrijft een

aantal punten die verbeterd moeten worden, als Eritrea een vreedzame en democratische transitie wil. De oppositie moet zich beter gaan organiseren, er moet meer vertrouwen komen in de politiek en er moet een eenheidsregering worden gevormd. 11

Debessay Hedru beschrijft in zijn artikel Eritrea: transition to dictatorship,

1991-2003 hoe het Eritrean People’s Liberation Front (EPLF) steeds meer macht naar zich toe trekt

en zo een dictatuur weet te bewerkstelligen.

Gaim Kibread vraagt zich in zijn artikel Forced Labour in Eritrea af of de dienstplicht in Eritrea als gedwongen arbeid gezien moet worden. Deze mensen werden ook ingezet in de bedrijven van het EPLF, zonder passende betaling en dit schaart Kibreab onder gedwongen arbeid. 12

Tricia Redeker-Hepner onderzoekt in haar artikel Transnational Governance and the

Centralization of State Power in Eritrea and Exile de invloed die de regeringspartij heeft

binnen Eritrea en daarbuiten. Zo worden bijeenkomsten georganiseerd voor de vluchtelingen in het buitenland, zodat het regime deze mensen kan inzetten in dienst van het regime in Eritrea. 13

Door gebruik te maken van de theorieën van Juan Linz, Clive Thomas en Natasha Ezrow en Erica Frantz wordt er gekeken of het regime te classificeren is als autoritair of totalitair regime. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van literatuuronderzoek. In de eerste deelvraag wordt de politieke geschiedenis van Eritrea vanaf 1890 beschreven. Daarna zal de huidige politieke situatie worden behandeld.

In de tweede deelvraag worden de theorieën van Linz, Ezrow en Frantz en Thomas en de binnenlandse situatie, aan de hand van verschillende onderwerpen, beschreven. Er zal worden gekeken naar dienstplicht, onderwijs, mensenrechten, propaganda, de rol van de geheime politie en het leger. Deze binnenlandse situatie wordt gebruikt bij de classificatie van het regime in Eritrea.

In deelvraag 3 wordt de theorie van Ezrow en Frantz over het voortbestaan van

11 Dan Connell, ‘From Resistance to Governance: Eritrea’s trouble with transition’, Review of African Political

Economy, 38:129 (2011), 431.

12Gaim Kibreab, ‘Forced Labour in Eritrea’, The Journal of Modern African Studies 47:1 (2009), 62. 13Tricia M Redeker Hepner, ‘Transnational governance and the centralization of state power in Eritrea and

(6)

6 dictaturen behandeld. Hierbij wordt gekeken hoe het regime in Eritrea kan overleven en welke factoren daaraan bijdragen. Ook zal de rol van de diaspora hierin worden

meegenomen.

Eritrea is een relevante casus, omdat het verschilt van klassieke totalitaire systemen zoals Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie. Daarnaast is het na Noord-Korea het minst vrije land ter wereld volgens de Freedom House Index.14 Hoe is de huidige politieke situatie in Eritrea tot stand gekomen?

De verwachting is dat Eritrea valt in te delen als totalitair regime, aangezien er waarschijnlijk geen beperkt pluralisme is in de politiek. Alle toegestane organisaties zijn in handen van de heersende partij. Linz beschrijft dit als één van de kenmerken van totalitaire systemen. 15

14 Freedom House, ‘Freedom in the World: Eritrea’ <

https://freedomhouse.org/report/freedom-world/2016/eritrea > [geraadpleegd op 10-6-2017].

(7)

7

Hoofdstuk 1: Hoe is de huidige politieke situatie in Eritrea tot stand

gekomen?

1.1 Politieke geschiedenis vanaf 1890

Tussen 1890 en 1914 heerste het Italiaanse rijk over Eritrea. Volgens de Canadese socioloog John Sorenson heeft deze kolonisatie grote invloed gehad op de identiteitsvorming van de Eritreeërs. Door de strijd heeft zich een unieke identiteit ontwikkeld, die erg toekomstgericht is en zonder historische symbolen. 16

Na het terugtrekken van het Italiaanse rijk komt Eritrea tien jaar lang onder Brits mandaat, waarna het onderdeel uit ging maken van een Ethiopische federatie in 1952. Deze federatie wordt gevormd op initiatief van de Verenigde Naties die verontrust is, nadat zij een intensieve politisering van etniciteit signaleert. De federatie is een compromis tussen het agressieve Ethiopische nationalisme en de hevige anti-Ethiopische sentimenten in Eritrea.17 Tien jaar later ontbindt de Ethiopische keizer Haile Selassie de federatie en annexeert Eritrea; dit markeert het begin van een lange onafhankelijkheidsstrijd.18 Met het ontstaan van het conflict om onafhankelijkheid ontstaan er twee kampen: de ‘Unionisten’ en de ‘anti-Unionisten’. De ‘Unionisten’ zagen Eritrea als verlenging van het Rijk van Ethiopië en vonden dat Eritrea beter af was in de federatie met Ethiopië. De ‘anti-Unionisten’ verwierpen elke vorm van unie met Ethiopië.19

In september 1961 pakt het Eritrean Liberation Front (ELF) de wapens op tegen de Ethiopische regering. De ELF zijn anti-Unionisten en strijden voor onafhankelijkheid.

Ethiopië wilde Eritrea niet onafhankelijk laten worden, want Ethiopië had Eritrea economisch gezien nodig, was het argument. Eritrea heeft een strategische ligging met toegang tot de Rode Zee. Andersom was Eritrea niet levensvatbaar zonder Ethiopië, was de opvatting van Ethiopië. 20

16 John Sorenson, ‘Discourses on Eritrean Nationalism and Identity’, The Journal of Modern African Studies

29:2 (1991), 309-310.

17 Mesfin Araya, ‘The Eritrean Question: An Alternative Explanation’, The Journal of Modern African Studies

28:1 (1990), 87.

18 Central Intelligence Agency, ‘The World Factbook: Africa: Eritrea’

<https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/er.html> [geraadpleegd op 9-5-2017].

19 Araya, ‘The Eritrean Question’, 82.

20 Richard Reid, ‘The Challenge of the Past: The Quest for Historical Legitimacy in Independent Eritrea’,

(8)

8 Wat de onafhankelijkheid van Eritrea bemoeilijkte, was de afwezigheid van

buitenlandse steun. Grootmachten, zoals de Verenigde Staten, steunden de onafhankelijkheid van Eritrea niet. Een ander probleem dat Eritrea’s onafhankelijkheid compliceerde, was dat de koloniale macht in Eritrea Afrikaans was. Ethiopië werd door het Westen als een

strategisch belangrijk gezien in de Hoorn van Afrika. Dit kan verklaard worden door het pro-westerse standpunt van Ethiopië na de Tweede Wereldoorlog. Ook speelt het schuldgevoel van Italië over de Tweede Italiaans-Ethiopische oorlog in 1935 mee.21

In 1971 scheidt de socialistische Eritrean People’s Liberation Front (EPLF) zich af van de ELF, wat leidt tot conflict. De EPLF blijkt hierin de sterkere partij en blijft ook na de onafhankelijkheid aan de macht. De guerrillastrijders waren getraind door Cuba en China en hadden socialistische steun. De VS vertrouwde de linkse guerrilla niet, maar steunde ook Ethiopië niet meer, nadat zij in 1974 gaan samenwerken met de Sovjet-Unie.22 In 1991 eindigt de onafhankelijkheidsstrijd en vanaf 1993 is Eritrea officieel onafhankelijk na een VN-referendum waarbij 99,8% van de bevolking voor onafhankelijkheid stemt. 23 De president van het land werd Isaias Afewerki, hij is nog steeds aan de macht.

21 Reid, ‘Challenge of the Past’, 240 .

22 Dan Connell, ‘Eritrea: Starting from Scratch’, Review of African Political Economy 22:66 (1995), 588. 23 Connell, ‘Starting from Scratch’, 588.

(9)

9 1.2 Huidige politieke situatie

Op het eerste gezicht lijkt Eritrea de cirkel van autoritaire regimes in Afrika te doorbreken en op de goede weg te zijn na de onafhankelijkheidsstrijd met Ethiopië. Er was weinig

criminaliteit, corruptie en succesvolle mobilisatie door de EPLF, maar na een aantal regionale conflicten begint er een cyclus van militaire mobilisatie en politieke repressie. 24

People’s Front for Democracy and Justice

Na de onafhankelijkheid verandert de EPLF in 1994 zijn naam in ‘People’s Front for Democracy and Justice’ (PFDJ). 25 Met deze naamsverandering wilde de partij ook

niet-socialistische nationalisten aanspreken. 26 President Isaias Afewerki staat nog steeds aan het hoofd van deze partij. Afewerki’s ideaal is een geleide democratie, een zeer gecentraliseerde vorm van democratie waarmee de economie moet worden hersteld en ontwikkeld en de maatschappij getransformeerd en verenigd. De PFDJ eist participatie van de Eritrese bevolking. Dan Connell, professor in de journalistiek en Afrikaanse politiek, noemt dit autoritair socialisme. Politieke democratie wordt als luxegoed gezien, en kan alleen werken als de economische groei en de ontwikkeling voldoende zijn.27

Connell noemt Afewerki in zijn artikel ‘Refugees, Ransom and Revolt’ een sterke leider die wordt omringd door zwakke instellingen, zonder goede opvolger. Binnen de partij van Afewerki, de PFDJ, heerst er een sterke sfeer van geheimhouding. Zo wordt de

begroting niet openbaar gemaakt en worden belangrijke beslissingen in het geheim genomen.

28

Politieke problemen

Eén van de belangrijkste politieke problemen in Eritrea is het ontbreken van een civil society. Door het gemis van sterke niet-statelijke actoren, zoals onafhankelijke vakbonden, media, belangenorganisaties en goede doelen, onderdrukt de partij het volk.29 De enige

24 Dan Connell, ‘From Resistance to Governance: Eritrea’s Trouble with Transition’, Review of African

Political Economy 38:129 (2011), 419.

25 Africa Review, ‘Eritrea’, <

http://www.africareview.com/Country-Profiles/-/979196/1503290/-/ylbyhk/-/index.html > [geraadpleegd op 11-5-2017].

26 John Markakis, ‘Eritrea’s National Charter’, Review of African Political Economy 22:63 (1995), 126. 27 Connell, ‘From Resistance to Governance’, 420.

(10)

10 maatschappelijke organisaties die er zijn, zijn in handen van het regime. Met deze

groeperingen worden mensen ontmoedigd om de rol van betrokken burgers te spelen. 30 Volgens Müller is de Eritrese regering gefocust op ontwikkeling, maar is er ook een enorm wantrouwen in de bevolking om de juiste keuze te maken. Participatie en individuele betrokkenheid is alleen toegestaan als het binnen de, door de regering gestelde, kaders past. 31

Doordat er geen maatschappelijk middenveld is, is het voor de oppositie moeilijk om zich te organiseren en verenigen. Veel tegenstanders van het regime zijn grotendeels

opgepakt of gevlucht. Naast interne oppositie bestaan er externe oppositiegroepen,

bijvoorbeeld de ‘Eritrean Democratic Alliance’. Voor deze externe groepen is het moeilijk om hun ideeën te uiten, zij hebben geen mogelijkheden om in Eritrea zelf te opereren. 32 Daarnaast zorgt het ontbreken van maatschappelijke organisaties ervoor dat je de

communicatie met de bevolking verliest. Hierdoor staat het regime ver van het volk af. 33 Afgezien van verdeeldheid in de oppositie bestaat er ook de verdeeldheid binnen het regime. Mensen binnen de bovenste rangen worden geregeld uit hun macht gezet of juist op nieuwe posities geplaatst. Hierdoor probeert Afewerki zijn macht te behouden. 34

Het probleem van Eritrea is dat de regering op een aantal gebieden te kort schiet. Zo beschrijft de Britse politicoloog Lionel Cliffe een afwezigheid van ‘policy statements’ om bepaalde basiszaken in het regeringsbeleid toe te lichten. Daarnaast bestaat er geen

persvrijheid of vrijheid van vereniging. Een ander probleem waarmee Eritrea kampt, is het ontbreken van een duidelijke strategie over de politieke toekomst van het land.35

De strijd met Ethiopië beheerst tegenwoordig nog altijd het politieke discours. De legitimiteit van het regime berust op de interpretatie van het verleden door de regering. Om alleenheerschappij voort te kunnen zetten, wordt er gebruik gemaakt van mechanismen van in- en uitsluiting.36 Martell stelt zelfs dat Afewerki er baat bij heeft om het conflict in stand te houden omdat de president niet gewend is een land in vrede te besturen. Daarnaast gebruikt de regering het conflict als legitimatie voor de harde hand waarmee het regeert. 37

30 Lionel Cliffe, ‘Eritrea 2008: The Unfinished Business of Liberation’, Review of African Political Economy

35:116 (2008), 330.

31 Tanja M. Müller, ‘Bare Life and the Developmental State: Implications of the Militarisation of Higher

Education in Eritrea’, The Journal of Modern African Studies 46:1 (2008), 115.

32 Peter Martell, ‘A View from Eritrea: Any Chance of Change without War?’, Review of African Political

Economy 35:116 (2008), 33.

33 Connell, ‘From Resistance to Governance’, 421. 34 Martell, ‘View from Eritrea’, 334.

35 Cliffe, ‘Eritrea 2008’, 325.

36 Müller, ‘Bare Life and the Developmental State’, 114. 37 Martell, ‘View from Eritrea’, 332.

(11)

11 Een belangrijk punt voor de regering van de PFDJ is het zelfbeschikkingsrecht.

Eritrea heeft zich vrij moeten vechten van Ethiopië en voert dit principe ver door. Op grond van dit idee wil het weinig contacten met andere landen en weigert het bondgenootschappen te sluiten. Door dit zelfbeschikkingsrecht en de focus op het grensconflict met Ethiopië isoleert Eritrea zich volledig. 38 Daardoor maakt de regering veelvuldig gebruik van de

Eritrese diaspora.

Een ander politiek probleem is dat de grondwet nooit volledig is ingevoerd en dat er nog steeds geen verkiezingen zijn georganiseerd, ondanks het invoeren van een kieswet in 2002. Hierdoor is er geen onafhankelijke rechtspraak, geen nationale vergadering of andere democratische instituties. In 1997 werd de grondwet opgesteld en in 2014 zou er een nieuwe grondwet worden geschreven volgens Afewerki. Bij onderzoek naar mensenrechten in Eritrea hebben onderzoekscommissies van de Verenigde Naties hier verder geen informatie over mogen ontvangen. 39

Het ontbreekt Eritrea aan onafhankelijke rechtspraak. Er bestaan geen onafhankelijke rechtbanken, alleen het Speciale Hof. Dit gerechtshof moest corruptiezaken en verduistering behandelen en valt buiten het normale juridische systeem. 40 Oppositiebewegingen willen dit Speciale Hof ontbinden en een standaard rechtssysteem ervoor in de plaats.

Rol van de diaspora

De diaspora begon in de jaren 60 toen veel Eritreeërs naar het buitenland vertrokken voor studie. Daarna volgde een aantal oorlogen die voor een enorme groei zorgde. De Eritrese staat wil via statelijke instituties in het buitenland haar grip op de diaspora verstevigen. Het transnationale netwerk wordt niet gebruikt voor verspreiding van sociale en politieke participatie, maar om dit te beperken, controleren en onderdrukken. 41

Om de diaspora te stimuleren zich in te zetten voor de staat, werden de voorwaarden voor burgerschap vergroot. Meer Eritreeërs in het buitenland konden zo Eritrees

staatsburgerschap verkrijgen. Ook kwam er de mogelijkheid voor de gevluchte inwoners om op regeringsposities terecht te komen. Antropologe Victoria Bernal noemt dit

38 Cliffe, ‘Eritrea 2008’, 326-327.

39 United Nations Human Rights, ‘Report of the commission of inquiry on human rights in Eritrea’

<http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/HRC/CoIEritrea/Pages/2016ReportCoIEritrea.aspx > [geraadpleegd op 15-5-2017].

40 Müller, ‘Bare Life and the Developmental State’, 116.

41 Tricia M. Redeker Hepner, ‘Transnational governance and the centralization of state power in Eritrea and

(12)

12 ‘deterritorialized nationality’. De regering zoekt hierbij manieren om de diaspora te

incorporeren in het leven in Eritrea. 42 In hoofdstuk 3 zal verder in worden gegaan op de rol van de diaspora bij het voortbestaan van het regime in Eritrea.

42 Victoria Bernal, ‘Eritrea goes Global: Reflections on Nationalism in a Transnational Era’, Cultural

(13)

13

Hoofdstuk 2: Wat voor soort regime bestaat er in Eritrea?

2.1 Verschillende theorieën over autoritaire en totalitaire systemen

In dit hoofdstuk zullen theorieën worden beschreven voor het classificeren van regimes in autoritaire en totalitaire systemen. Allereerst zullen de theorieën worden beschreven,

vervolgens de situatie in Eritrea en tot slot volgt er een conclusie. Met de theorieën van Linz, Thomas en Ezrow en Frantz zal de casus Eritrea onderzocht worden.

Totalitaire systemen

Om een totalitair regime te herkennen heeft Juan Linz een aantal kenmerken opgesteld. Er moet een ideologie aanwezig zijn, waarmee de heersende partij zich identificeert. Deze ideologie vormt de basis voor het beleid en wordt gebruikt om het beleid te legitimeren. Er moet ook sprake zijn van één enkele massapartij waar andere mobiliserende organisaties bij horen. De partij is aanjager van mobilisatie en overziet dit. Burgerparticipatie en actieve mobilisatie worden door deze partij aangemoedigd, geëist en beloond. Apathie en passieve ongehoorzaamheid zijn niet wenselijk.43 Ook moet de macht geconcentreerd zijn in één

individu, en dat individu maakt geen deel uit van een partij die de meerderheid vertegenwoordigd. Het is onmogelijk om zo iemand vreedzaam af te zetten. 44

Een ander punt is de ondergeschiktheid van militaire macht. In totalitaire systemen is alles ondergeschikt aan de staat. Bij stabiele totalitaire systemen spelen instituties, zoals de kerk, handelsinstituties en het leger een ondergeschikte rol in de machtsstrijd. Deze groepen participeren door een leider of groep uit de politieke elite te steunen. Ze kunnen echter alleen invloed uitoefenen op bepaalde beslissingen, maar zijn geen echte bedreiging van de politieke macht. 45 Een ander kenmerk dat Linz noemt is het oprichten van nieuwe politieke structuren bij een machtswisseling. Deze nieuwe elite wil eigen instituties opzetten, om de uniformiteit te bevorderen. Het laatste kenmerk is terreur, dit wordt binnen de politieke elite gebruikt en niet tegen politieke tegenstanders. 46 Het doel van het regime is een sociale revolutie verwezenlijken. Dit wordt bereikt door een samenleving compleet te beheersen en de bevolking te onderwerpen aan terreur. 47

43 Linz, Totalitarian Regimes, 70. 44 Ibidem, 67.

45 Ibidem, 68. 46 Ibidem, 72.

(14)

14 Naast kenmerken over totalitaristische regimes, bespreekt Linz ook de totalitaire partij. Linz noemt de totalitaire partij een paradoxale benaming. Totalitair impliceert totale controle, terwijl de partij slechts op politiek is gericht. 48 Het doel van een totalitaire partij is controle krijgen in alle segmenten van de samenleving. Belangrijk is het ‘kader’. Deze vervullen belangrijke functies en organiseren de mobilisaties en de acties. De kaders komen vaak uit de tijd dat de partij nog een oppositiepartij was, het is de oude garde. Zij hebben veel opgeofferd voor de partij en zijn enorm loyaal. 49 Tussen de oude en nieuwe generatie

ontstaat vaak een machtsstrijd binnen de partij.50

Linz hanteert een enigszins andere definitie dan Friedrich en Brzezinski’s ‘klassieke’ definitie van totalitarisme. Zij noemen de geheime politie en een monopolie van de staat op massacommunicatie, geweld en de economie als belangrijke kenmerken. 51 Vooral het belang van de massacommunicatie wordt sterk benadrukt door Friedrich en Brzezinski. Indoctrinatie en propaganda zijn cruciale instrumenten voor een totalitair regime.52

Paul Brooker geeft in zijn boek ‘Non-Democratic Regimes’ een overzicht van verschillende definities van totalitarisme. Hij maakt een onderscheid tussen klassieke theoretici, zoals Friedrich en Brzezinski en Linz, en de tweede generatie theoretici, zoals Schapiro. Schapiro ziet het bureaucratisch apparaat van de staat als een van de pilaren van het totalitarisme. 53 Ook noemt Schapiro de onderwerping van het wettelijke gezag en de controle van de staat over het morele leven van mensen als kenmerken van totalitarisme.

Naast algemene definities van autoritarisme en totalitarisme, geven Ezrow en Frantz aandacht aan verschillende eenpartijdictaturen. Samuel Huntington en Clement Moore classificeren verschillende eenpartijdictaturen aan de hand van kenmerken zoals charisma, mate van partijdiscipline, rol van de ideologie, strategie voor het bereiken van doelen en mate van institutionalisering. Huntington en Moore maken een onderscheid tussen revolutionaire en gevestigde dictaturen. 54

48 Linz, Totalitarian Regimes, 79. 49 Ibidem, 85.

50 Ibidem, 89. 51 Ibidem, 65.

52 Brooker, Non-Democratic Regimes, 20. 53 Ibidem, 23.

(15)

15 Autoritaire systemen

Volgens Linz hebben autoritaire regimes beperkt politiek pluralisme, waarbij de partijen niet aansprakelijk kunnen worden gehouden. Beperkt politiek pluralisme betekent dat sommige groepen niet beheerst en gecontroleerd worden door het regime en daardoor minimale politieke invloed kunnen hebben. Groepen die wel minieme invloed kunnen uitoefenen zijn bijvoorbeeld de kerk of banken. Door dit beperkte pluralisme in autoritaire regimes is er slechte en weinig effectieve mobilisatie door de belangrijkste partij. Het zorgt voor apathie bij de partijleden en biedt beperkte toegang tot de macht, in vergelijking met andere kanalen. Dit leidt tot onderontwikkeling bij grote delen van de bevolking.55

Er ontbreekt sterke politieke mobilisatie, behalve op sommige punten in hun

ontwikkeling. Een leider of kleine groep oefent macht uit binnen onduidelijke grenzen, maar wel op een voorspelbare manier. Een sterke ideologie bevat vaak utopische elementen, wat het voor het volk makkelijker maakt om zich hiervoor te mobiliseren. In de vroege jaren van het regime kan er wel sprake geweest zijn van mobilisatie, maar dit is gedwongen en gerichte participatie. 56

In zijn definitie stelt Linz dat de ideologieën binnen een autoritair regime meer emotioneel dan intellectueel zijn. 57 Deze ideologieën spelen vaak in op de nationalistische gevoelens van de bevolking en hebben een aanmoedigend karakter. Het zijn geen ideologieën met allesomvattende ideeën over de samenleving.

Linz noemt daarnaast verschillende soorten autoritaire regimes. Eén daarvan is ‘post-independence mobilizational authoritarian regimes’. Dit zijn landen die zich hebben

losgemaakt van het kolonialisme of buitenlandse afhankelijkheid. Linz zegt dat veel landen in sub-Sahara Afrika geen inheems religieus leiderschap kennen, of dat dat is vernietigd door kolonialisme. In deze landen ontstaan nieuwe nationalistische leiders, die vaak getraind zijn in het buitenland of in koloniale instituties. 58

Als het gaat over autoritaire systemen, benadrukt Linz de rol van het leger. Bij

totalitaire regimes is hun rol miniem. Binnen een autoritair bewind is er een bevoordeelde rol voor het leger weggelegd. 59

Clive Thomas betoogt in zijn boek ‘The Rise of the Authoritarian State in Peripheral Societies’ dat autoritarisme voorkomt bij een combinatie van onderontwikkelde

55 Linz, Totalitarian Regimes, 165. 56 Brooker, Non-Democratic Regimes, 26. 57 Linz, Totalitarian Regimes, 162. 58 Ibidem, 227-228.

(16)

16 productiekrachten en economische productie die heterogeen en multi-gestructureerd is.

60Tevens is het systeem van economische reproductie in het land niet recent, maar is dit een

aangepaste versie van het koloniale systeem. Door deze twee effecten ontstaat er een tweezijdig gevolg. Enerzijds zijn de grootste klassen, de bourgeoisie en het proletariaat, onderontwikkeld. Anderzijds, werken de dominante bevolkingslagen samen met de burgerij in het centrum van de macht. Hierdoor ontstaat een leidende rol voor bepaalde delen van de burgerij. Sinds koloniale overheersing is hun positie al bevoordeeld geweest, volgens Thomas. 61

Ook is er sprake geweest van algemene onderontwikkeling van kapitalistische productierelaties. Dit heeft ideeën over rechtvaardigheid en gelijkheid tegengehouden. Een andere voorwaarde is een sterke groei van het bezit van de staat. Dit vergroot namelijk de potentiële mogelijkheden tot dwang van een staat. Ten slotte faciliteren de crises en

onderbrekingen die bij een kapitalistische groei horen een ontwikkeling tot autoritarisme. 62 Natasha Ezrow en Erica Frantz noemen naast definities van totalitarisme en

autoritarisme van verschillende auteurs ook een aantal invalshoeken voor het onderzoeken van dictaturen. Zij beschrijven ‘continuous typologies’ en ‘categorical typologies’. De voortdurende typologieën hebben als voordeel dat regimes hierbij in een tussencategorie terecht kunnen komen. Het nadeel is echter wel dat het impliceert dat wanneer regimes minder autoritair zijn, zij dan automatisch meer democratisch zijn. 63 Larry Diamond, een Amerikaanse politicoloog, spreekt daarom over ‘grey zone regimes’. Deze regimes hebben formele democratische instituties, maar in feite is er sprake van autoritaire overheersing. 64

Bij categorische typologieën wordt gekeken naar de mate van loyaliteit en repressie die een dictator uitoefent. Robert Wintrobe kijkt naar hoe loyaal de burgers naar een leider zijn en hoeveel onderdrukking de leider gebruikt om het volk te beheersen. Hierbij speelt volgens Wintrobe het ‘dictator’s dilemma’. Dat wil zeggen dat hoe meer een dictator zijn volk afschrikt in pogingen om zijn macht te ondermijnen, hoe minder informatie over mogelijke onvrede. 65

60 Thomas, The Rise of the Authoritarian State, 83. 61 Ibidem, 84.

62 Ibidem, 85.

63 Ezrow & Frantz, Dictators and Dictatorships, 11. 64 Ibidem, 8.

(17)

17 2.2 Omstandigheden in Eritrea

Om vast te stellen wat voor soort regime er is in Eritrea, zal er worden gekeken naar verschillende factoren. Dienstplicht is de belangrijkste reden waarom Eritreeërs hun land ontvluchten en is daarom een noemenswaardig onderdeel van de Eritrese samenleving. Ook het onderwijs, dat steeds verder militariseert, is opmerkelijk. De mensenrechten in Eritrea worden door organisaties als Human Rights Watch en Amnesty International erbarmelijk genoemd en het regime wordt beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid.

Propaganda is voor het regime een middel om de tegenstanders weg te werken en de eigen ideeën te promoten. Wintrobe’s ‘dictator’s dilemma’ toont het belang van geheime politie voor een dictator. Wintrobe zegt dat hoe meer een dictator zijn volk afschrikt bij kritiek, hoe minder informatie er is over die onvrede. Hierbij speelt geheime politie een belangrijke rol. Het is de link tussen het volk en de dictator. Het leger is een invloedrijke factor in Eritrea. Elke ambtenaar en student krijgt militaire training en het leger probeert verdere emigratie te voorkomen.

Dienstplicht

De militaire dienst (‘National Service’) werd in 1995 ingevoerd en hierbij zouden Eritreeërs een dienstplicht van 18 maanden moeten volbrengen. Sinds de invoering van de ‘Warsai Yikaalo Development Campaign’ in 2002 is de dienstplicht echter voor onbepaalde tijd en heeft een open einde. 66 De belangrijkste doelen van de militaire dienst zijn om mensen te trainen die het voortbestaan van het land kunnen garanderen, morele burgers te creëren, emigratie van jonge mensen met kennis tegengaan, arbeidsethos promoten en de

generatiekloof overbruggen die is ontstaan naar aanleiding van 30 jaar oorlog. Nationale veiligheid is niet het hoofddoel. De dienstplicht is bedoeld als ‘school van de natie’. Hier leren rekruten alles over de natie, het belang van eenheid en wordt het nationalisme gevoed.67

Veel dienstplichtigen worden tewerkgesteld in de bouw, het onderwijs, de landbouw en de ambtenarij. De regering van Eritrea maakt voor grote landbouwkundige en

infrastructurele projecten gebruik van deze arbeid. Gaim Kibreab, professor in

vluchtelingenstudies, noemt het niet opmerkelijk dat een land voor wederopbouw zijn dienstplichtige bevolking vraagt om de economie en infrastructuren te helpen herstellen. 68

66 Jennifer Riggan, The Struggling State: Nationalism, Militarism, and the Education of Eritrea (Philadelphia,

2016), 68.

67 Kibreab,’Forced Labour’, 45. 68 Ibidem, 65.

(18)

18 Wat wel opmerkelijk is, is dat de dienstplicht steeds voortduurt, zelfs als mensen de

verplichte 18 maanden ‘actieve dienstplicht’ hebben vervuld. 69

De langdurige dienstplicht zorgt ervoor dat de regering de jongeren onder de duim kan houden en was bedoeld als middel tegen de bedreiging van Ethiopië. 70 Om te zorgen dat alle dienstplichtigen ook daadwerkelijk het leger in gingen, begon het regime in Eritrea met massale invallen (gifa). Mensen worden bij deze klopjachten zonder proces gearresteerd en vastgezet. Het verkrijgen van vergunningen, uitreisvisa, landbezit en banen is alleen

voorbehouden voor diegenen die de 18 maanden verplichte dienst hadden vervuld. 71

Kibreab vraagt zich in zijn artikel af of de voortdurende dienstplicht en tewerkstelling van de rekruten onder gedwongen arbeid of zelfs moderne slavernij kan worden gerekend. Het is duidelijk dat de Eritrese regering gedwongen arbeid gebruikt voor politieke educatie en mobilisatie. Tevens wordt deze arbeid toegepast voor economische en infrastructurele

doeleinden, om de bevolking arbeidsethos aan te leren en ze te disciplineren door streng te straffen. De dienstplichtigen worden gebruikt in bedrijven die eigendom zijn van de partij en door hoge legerofficieren. Bovendien verhuurt de overheid dienstplichtigen aan bedrijven in de private sector. 72 De rekruten ontvangen geen loon, bedrijven worden geacht de lonen

over te maken naar een bankrekening van het Ministerie van Defensie. De dienstplichtigen ontvangen slechts een laag bedrag, als een soort zakgeld. 73

Onderwijs

Jennifer Riggan, Amerikaanse professor Internationale studies, stelt dat niet de staat geweld uitvoert, maar dat individuele statelijke actoren dit doen. Het is belangrijk om de mensen achter de staat te kennen. Leraren spelen een belangrijke rol hierin. Zij produceren en reproduceren staat en natie en zijn het eerste contact van leerlingen met staat. 74 Vanaf 2001 is er een verdere militarisering van het hogere onderwijs beschrijft Tanja Müller. Eerder werden studenten in de zomer naar een studiegerelateerde werkplek of stage gestuurd, maar voortaan moesten zij naar een ‘cadre school’ in Sawa. Dit hield in dat de studenten een militaire opleiding kregen, ten behoeve van hun discipline en patriottistische toewijding. Een

69 Amnesty International, ‘Eritrea: Refugees fleeing indefinite conscription must be given safe haven’

< https://www.amnesty.org/en/latest/news/2015/12/eritrea-refugees-fleeing-indefinite-conscription-must-be-given-safe-haven/ > [geraadpleegd op 3-6-2017].

70 Cliffe, ‘Eritrea 2008’, 329. 71 Kibreab, ‘Forced Labour’, 58. 72 Ibidem, 67.

73 Ibidem, 63.

(19)

19 andere reden voor de werkprojecten voor studenten en verblijf in Sawa is een eenheid

creëren. Door groepen Eritreeërs met verschillende religies, etnische groepen en regio’s eenzelfde ervaring met nationalisme te geven zorgt dit voor eenheid. Dit idee wordt ook gebruikt in het leger. 75 Voor Afewerki was de universiteit een gevaarlijke plek. Hier konden studenten belangrijke normen en waarden verliezen of zich daarvan vervreemden en nieuwe kennis opdoen. Door de studenten naar Sawa te sturen kon Afewerki dit gevaar afwenden. 76 Het beleid van het regime op het gebied van onderwijs weerspiegelt goed de bedoelingen van het regime. Via onderwijs moeten de waarden van de PFDJ worden doorgegeven en moet de Eritrese bevolking het nationalisme overnemen en eigen maken. 77

Tanja Müller zegt dat de ambities van de jeugd niet eeuwig onderdrukt kunnen worden door mensen naar Sawa te sturen of uitreisvisa te weigeren. Sawa staat symbool voor de controle van de staat op de levens van de jeugd. Het vastzetten van de intelligente jeugd, die alleen maar nadenkt over hoe zij Eritrea kunnen verlaten, is geen strategie.78

Mensenrechten

Verschillende mensenrechtenorganisaties trekken aan de bel over de humanitaire situatie in Eritrea. Human Rights Watch spreekt in haar rapport over de situatie in Eritrea over grove en systematische schendingen van de mensenrechten en veroordeelt dit ten strengste. 79

In mei 2017 komt het ‘Human Rights Council’ van de Verenigde Naties met een rapport over de mensenrechtensituatie in Eritrea. De onderzoekscommissie beschuldigt het land van misdaden tegen de menselijkheid. Er zou sprake zijn van slavernij, gevangenzetting, gedwongen verdwijningen, martelingen, vervolging, verkrachting en moord. 80 Een jaar eerder kwam de Verenigde Naties ook tot de conclusie dat er misdaden tegen de

menselijkheid plaatsvinden in Eritrea, daar kwam een sterke reactie op van meer dan 200.000 Eritreeërs wereldwijd die een petitie tekende tegen het onderzoek van de UN Commission of

75 Ibidem, 22.

76 Müller, ‘Bare Life and the Developmental State’, 122. 77 Riggan, The Struggling State, 7.

78 Müller, ‘Bare Life and the Developmental State’, 126.

79 Human Rights Watch, ‘Eritrea: Events of 2016’ , <

https://www.hrw.org/world-report/2017/country-chapters/eritrea > [geraadpleegd op 3-6-2-2017].

80United Nations Human Rights: Office of the High Commissioner, ‘Report of the Commission of Inquiry on

Human Rights in Eritrea’

<http://www.ohchr.org/EN/HRBodies/HRC/CoIEritrea/Pages/2016ReportCoIEritrea.aspx > [geraadpleegd op 10-6-2017].

(20)

20 Inquiry on Human Rights. Deze actie wordt breed uitgemeten middels een persbericht op de website van het Ministerie van Informatie: shabait.com.81

Het in twijfel trekken van regeringsbeleid leidt tot marteling of opsluiting in één van de overvolle politieke gevangenissen. 82 Zo beschrijft Dan Connell het verhaal van een jongeman die de politieke onderdrukking in Eritrea wil ontvluchten en wordt opgepakt, waarna zijn familie losgeld moet betalen. Vervolgens omschrijft Connell de gruwelijke martelingen die de man moet ondergaan. 83

Door de strenge regels rondom de dienstplicht kiezen veel mensen ervoor om de dienstplicht te ontduiken en het land te ontvluchten. Het wordt voor Eritreeërs echter steeds lastiger om het land te verlaten.84 Door de gifa kunnen mensen die in de leeftijdcategorie voor de diensplicht vallen bijna niet weg. Voor studenten was het uitermate lastig, omdat aan hen vaak visa werden geweigerd. 85 Daarnaast geldt er een shoot to kill-beleid aan de grenzen met Ethiopië en Sudan. Er mag vrij worden geschoten op mensen die Eritrea willen ontvluchten. Het regime treedt hard op tegen deserteurs en dienstweigeraars. Marteling, executie of levenslange opsluiting zijn geen uitzonderingen. Als iemand er in slaagt te vluchten, gaat de regering achter de familie aan. Er wordt dan een familielid opgesloten of de familie moet hoge boetes betalen. 86

Propaganda

De propagandamachine van het regime in Eritrea is veelomvattend. Door het ontbreken van onafhankelijke media zijn alle media in handen van het Ministerie van Informatie. Op de website shabait.com worden standpunten van de regering uitgedragen en worden critici de mond gesnoerd. Op Shabait worden persberichten gepubliceerd, maar ook interviews met mensen die het regime steunen en opiniestukken. Shabait is bedoeld voor zowel voor de Eritreeërs binnen Eritrea, als voor de diaspora. De stukken op Shabait zijn niet objectief. Een voorbeeld van een zeer gekleurd artikel is een stuk over de bijeenkomst van de Youth

Popular Front for Democracy and Justice (YPFDJ) in Nederland. In het artikel wordt de beslissing van de burgemeester van Veldhoven om de conferentie af te lasten aanmatigend

81 Ministry of Information, ‘Press Release: Over 200.000 Petitioners Slam Sickening COI-Eritrea Report’

<http://www.shabait.com/editorial/press-release/22064-press-release > [geraadpleegd op 4-6-2017].

82 Connell, ‘Refugees, Ransom and Revolt’, 35. 83 Ibidem, 34.

84 Riggan, The Struggling State, 6.

85 Müller, ‘Bare Life and the Developmental State, 122. 86 Kibreab, ‘Forced Labour’, 67.

(21)

21 genoemd. De protestanten tegen het regime worden afgeschilderd als hooligans en de

Nederlandse regering wordt beticht van het in een kwaad daglicht stellen van Eritrea en de verbondenheid van de diaspora met het thuisland.87

Een andere website, madote.com claimt onafhankelijk te berichten over de Hoorn van Afrika en in het bijzonder over Eritrea. Zij plaatsen echter dezelfde artikelen als Shabait op hun website. Ook Madote heeft een aantal artikelen geschreven over de YPFDJ-conferentie in Veldhoven. De Nederlanders en de burgemeester van Veldhoven worden racistisch en fascistisch genoemd en worden ervan beschuldigd leugens te verspreiden.88 In een ander

artikel zegt de Eritrese gemeenschap in Nederland zich aangetast te voelen in hun

democratische waarden door de gebeurtenissen in Veldhoven. 89 Het is moeilijk om de echt onafhankelijke media te onderscheiden.

Geheime dienst

De geheime dienst in Eritrea is niet erg significant aanwezig. Hun werk wordt gedaan door leiders van de PFDJ en het leger. Verborgen netwerken zijn erg belangrijk in Eritrea. De twee belangrijkste machtscentra in deze netwerken zijn de krijgsmacht en de PFDJ. De

vertrouwenskring van Afewerki bestaat alleen uit hoge militairen en de toplaag van de PFDJ. De PFDJ behoudt de macht door netwerken van informanten en handhavers en door

Eritreeërs in het buitenland in de gaten te houden.90 In de dorpen was vaak een PFDJ-lid aanwezig, waardoor men niet vrij kon spreken over het regime. In Asmara kon dit dan weer wel. Hieruit wordt duidelijk dat de PFDJ de rol van geheime dienst op zich neemt. 91

Leger

Het leger is de belangrijkste uitvoerende partij van martelingen, arrestaties en sancties als mensen het land proberen te verlaten. 92 Aangezien er geen onafhankelijke rechtspraak is,

heeft het leger hierbij vrij spel. De PFDJ acht het belangrijk dat de waarden van het leger worden overgedragen op iedereen en verplicht daarom militaire trainingsschool in Sawa. Ook

87 Mela Ghebremedhin, ‘Where the Heart Lies: Linkages between Home and Diaspora’, Shabait

<http://shabait.com/categoryblog/23848-where-the-heart-lies-linkages-between-home-and-diaspora-> [geraadpleegd op 5-6-2017].

88 Thomas C. Mountain, ‘Fortress Europe; The Rise of Fascism and Racism in the Netherlands’, Madote

<http://www.madote.com/2017/06/fortress-europe-rise-of-fascism-and.html> [geraadpleegd op 5-6-2017].

89 Eritrean Media Group Holland, ‘Shoot Shoot, I Have a Bird to Catch’, Madote

<http://www.madote.com/2017/04/shoot-shoot-i-have-bird-to-catch.html> [geraadpleegd op 5-6-2017].

90 Connell, ‘From Resistance to Governance’, 422. 91 Reid, ‘Caught in the Headlights of History’, 476. 92 Kibreab, ‘Forced Labour’, 58.

(22)

22 wordt het leger ingezet ten behoeve van de eenheid tussen verschillende etnische

groeperingen. De training in Sawa moet de gemeenschapszin bevorderen. 93

Het leger in Eritrea is een vleesgeworden symbool voor de eenheid van natie en staat in Eritrea. Hierbij is een samensmelting van burger en staat en verdwijnt de kloof tussen de staat en het maatschappelijk middenveld. 94 Het leger moet dus dienen als een soort brug die

burger en staat aan elkaar verbindt.

93 Riggan, The Struggling State, 22.

(23)

23 2.3 Conclusie

Autoritaire regimes: Theorie Linz

Er is in Eritrea geen beperkt politiek pluralisme aanwezig. Alle officiële organisaties in het land zijn in handen van de PFDJ, maar er worden wel religieuze leiders op zichtbare posities geplaatst. Het doel van de PFDJ is het benadrukken van rivaliteit tussen de verschillende religieuze groepen. Door de competitie tussen de groepen te onderstrepen, voorkomt de PFDJ dat ze zich verenigen en een sterke oppositie kunnen vormen. 95

In Eritrea is er sprake van sterke mobilisatie. Zo is er de dienstplicht zonder einde en de continue mobilisatie van het leger. Kibreab noemt de dienstplicht een vorm van

massamobilisatie, waardoor ieders aansluiting met het politieke systeem wordt vergroot.

96Daarnaast wordt het volk gemobiliseerd om te participeren als actieve en betrokken burger.

Dit moet wel binnen de kaders van het regime passen.97

Ook oefent een leider of kleine groep de macht uit binnen slecht gedefinieerde grenzen, maar wel op een onvoorspelbare manier. De PFDJ en president Afewerki hebben alle macht in handen. Jennifer Riggan noemt het gedrag van de Eritrese staat echter

onvoorspelbaar. Door de ‘state of exception’ die nog steeds geldt in Eritrea, zijn veel wetten permanent opgeschort. In een uitzonderingstoestand is er wel rechtskracht, maar geen rechtsstaat. Hierdoor kunnen burgers er niet op rekenen dat hun rechten worden beschermd door de staat. 98 Het ontbreken van onafhankelijke rechtsstaat speelt ook hier een rol.

De ideologie in Eritrea kan worden getypeerd als een meer emotionele ideologie. Er wordt ingespeeld op het natiebesef en eenheidsgevoel van de bevolking. Deze emotionele aspecten komen terug in de doelstellingen van de militaire dienstplicht. Moed en resoluutheid moeten worden doorgegeven naar volgende generaties, ook moet die nieuwe generatie klaar zijn om te participeren, de economie moet ontwikkeld worden door ontwikkelingswerk van ‘ons volk’ en de nationale eenheid moet worden gewaarborgd. 99

Als laatste spreekt Linz over de bevoordeelde rol van het leger in autoritaire regimes. Het leger heeft een machtspositie in Eritrea, zij nemen de taken van de geheime dienst of politie over en hebben bijna onbeperkte macht bij de vervolging van dienstweigeraars of

95 Debassay Hedru, ‘Eritrea: Transition to Dictatorship, 1991-2003’, Review of African Political Economy 30:97

(2003), 438.

96 Kibreab, ‘Forced Labour’, 46.

97 Müller, ‘Bare Life and the Developmental State’, 115. 98 Riggan, The Struggling State, 62.

(24)

24 dissidenten. Daarnaast moet iedereen militair worden opgeleid, dus heeft het leger een soort voorbeeldfunctie. Het leger wordt gebruikt om belangrijke normen en waarden over te brengen op de bevolking. Het leger houdt ook controle over de grote massa’s

dienstplichtigen. Hun arbeid wordt nauwgezet in de gaten gehouden. 100

Theorie Thomas

De economie van Eritrea is ontwricht door de vele conflicten en oorlogen. Hierdoor heeft het amper kans gehad de economie te versterken. Daarnaast speelt het beleid van president Afewerki parten. Hij weigert diplomatieke spelletjes mee te spelen en bondgenootschappen te sluiten. Eritrea denkt het alleen af te kunnen. 101 Door deze factoren zijn de productiekrachten van Eritrea structureel onderontwikkeld.

Het systeem van economische reproductie in Eritrea is niet recent. De grootste bron van inkomsten zijn de afdrachten van de diaspora, door de ‘diasporataks’. Dit is 2% belasting die elke Eritreeër in het buitenland afdraagt over zijn inkomsten. 102 Daarnaast zijn na afloop van de oorlog met Ethiopië in 2000 alle buitenlandse investeerders eruit gegooid en heeft de regering een meer protectionistisch beleid aangenomen. 103

Als gevolg van deze twee factoren noemt Thomas een onderontwikkeling van de grootste klassen en samenwerking van de dominante bevolkingslagen met de burgerij in het centrum van de macht. In de literatuur over Eritrea wordt niet gesproken over verschillende klassen, al hebben sommige groepen wel meer macht dan anderen. Leraren in Eritrea hebben een elitestatus. Zij zijn van het dominante geslacht: het zijn mannen. En ze zijn afkomstig van de machtigste etnisch-religieuze groep: Tigrinya.104 De Tigrinya zitten op de hoogste posities in Eritrea.

Een algemene onderontwikkeling van kapitalistische productierelaties is een ander kenmerk van Thomas voor autoritaire regimes. Er is sprake van een onderontwikkeling van de bevolking door het vertrek en de arrestaties van veel jonge mensen met kennis. Er treedt een ‘brain drain’ op, de kennis trekt weg. 105 De dienstplicht dwingt veel jongeren om het

land te verlaten of zich ergens binnen Eritrea schuil te houden.

100 Riggan, The Struggling State, 23.

101 Reid, ‘Caught in the Headlights of History’, 482. 102 Cliffe, ‘Eritrea 2008’, 327.

103 Redeker-Hepner, ‘Transnational Governance’, 484. 104 Riggan, The Struggling State, 17.

(25)

25 Er heeft een sterke groei plaatsgevonden in het bezit van de staat. Sinds 2006 geldt een verbod op private bedrijven in Eritrea. Hierdoor is het staatsbezit enorm gegroeid. Bedrijven die eigendom zijn van de partij konden om die reden groot worden en flinke winsten behalen. Aan arbeid hoeft bijna niks te worden uitgegeven, er wordt gebruikt gemaakt van de dienstplichtigen. 106 De bedrijven van de PFDJ profiteren vanzelfsprekend

het meeste van deze maatregel en deze maatregel heeft de staat tot een grote werkgever gemaakt.

Tot slot, zijn er crises en onderbrekingen die horen bij kapitalistische groei. Eritrea kent alleszins crises en onderbrekingen. Vele conflicten met buurlanden (met name Ethiopië) en verschillende instituties. Zo heeft Eritrea al meerdere malen kritiek geuit op de Verenigde Naties en haar onderzoeken naar mensenrechtenschendingen in Eritrea. 107 Ook heeft Eritrea het aan de stok met de Europese Unie. Ze krijgen geen buitenlandse hulp meer, omdat er onenigheden waren over de behandeling van Eritrese dissidenten. 108

Totalitaire regimes

Er is in Eritrea sprake van een ideologie waarmee de heersende partij zich identificeert. Dit is een ideologie die gericht is op nationalisme en eenheid van de bevolking. Het is geen

allesomvattende ideologie, maar eerder een set waarden die worden opgedragen en aangeleerd aan de bevolking.

Het People’s Front for Democracy and Justice is de massapartij in Eritrea en tevens de enige toegestane politieke partij. Ook zijn de enige toegestane organisaties, organisaties die zijn opgericht door de partij. Door middel van deze organisaties wordt het volk

gemobiliseerd. Ook socialiseert de PFDJ het volk met de waarden van de PFDJ. 109

De macht in Eritrea komt samen in de persoon van Isaias Afewerki. Hij heeft, als leider van de PFDJ, alle macht in handen. Volgens Linz’ definitie moet de persoon die de macht in handen heeft, geen deel zijn van een partij die de meerderheid van het volk

vertegenwoordigt. 110 Dit is in het geval van Eritrea moeilijk te zeggen. De PFDJ is de enige toegestane partij en daarom is het moeilijk om vast te stellen of deze partij ook de

meerderheid vertegenwoordigt.

106 Kibreab, ‘Forced Labour’, 62-63.

107 Ministry of Information, ‘Press Release: Over 200.000 Petitioners Slam Sickening COI-Eritrea Report’,

Shabait < http://www.shabait.com/editorial/press-release/22064-press-release > [geraadpleegd op 28-5-2017].

108 Hedru, ‘Eritrea’, 444.

109 Riggan, The Struggling State, 22. 110 Linz, Totalitarian Regimes, 67.

(26)

26 De militaire macht staat in dienst van de PFDJ. Of ze echt ondergeschikt zijn, komt niet duidelijk naar voren. De PFDJ hecht veel waarde aan militair onderwijs en vorming van de Eritrese bevolking. De partij stuurt studenten en dienstplichtigen voor militaire opvoeding naar Sawa. 111Wel is het duidelijk dat het leger taken uitvoert voor de partij. Het leger is de fysieke, uitvoerende macht van de PFDJ.

Bij het aan de macht komen van de PFDJ in 1994, wordt in 1996 het Speciale Hof opgericht. Dit hof was bedoeld voor het strijden tegen corruptie, verduistering en als tribunaal buiten het reguliere juridische systeem. 112 Dit instituut is een voorbeeld van een nieuw

opgerichte instelling bij een machtswisseling. Daarnaast heeft de PFDJ zelf een groot aantal organisaties opgericht om het volk te kunnen socialiseren.

Het laatste kenmerk dat Linz noemt bij totalitaire systemen, is het gebruik van terreur. De martelingen, ontvoeringen en andere mensenrechtenschendingen worden stellig ontkend door het regime en veelvuldig onderzocht door verschillende mensenrechtenorganisaties en internationale organisaties. Müller stelt dat sinds het einde van de oorlog met Ethiopië, in 2000, er steeds meer ruimte is voor soevereine uitzonderingen. Hierbij staat de macht boven de wet en ontstaat er de mogelijkheid tot terreur. 113

111 Riggan, The Struggling State, 22.

112 Müller, ‘Bare Life and the Developmental State’, 116. 113 Ibidem, 115.

(27)

27

Hoofdstuk 3: Hoe kan dit regime voortbestaan?

3.1 Theorie Ezrow & Frantz ‘survival of dictatorships’

Een belangrijke factor bij het voortbestaan van een dictatuur, is volgens Ezrow en Frantz de steun van de massa. Een regime kan alleen overleven als het mensen kan mobiliseren voor het gemeenschappelijke doel. Het kan ook overleven als mensen reageren of luisteren naar dwangmaatregelen.

Er kunnen veel redenen zijn waarom mensen dictaturen steunen. Het gaat om

prikkels, uiteenlopend van financiële prikkels tot veiligheidsprikkels. Een voorbeeld van een financiële prikkel is dat mensen een deel kunnen claimen van de regeringsschatkist. 114 Op het gebied van veiligheid gaat het erom dat de dictatuur voor veiligheid zorgt. Waarschijnlijk zal er een geweldstoename zijn als het regime valt. Door middel van onderdrukking probeert de dictatuur ervoor te zorgen dat niemand zijn/haar steun voor het regime intrekt. De

dictatuur heeft er baat bij dat deze prikkels blijven bestaan.

Een andere essentiële factor is dat er sprake moet zijn van een zwakke en verdeelde oppositie. De dictatuur moet zorgen dat de oppositie klein blijft en geen mogelijkheden heeft om zich te organiseren. Dit voorkomt dat de tegenstand de bevolking kan mobiliseren tot protesten of kan oproepen tot stemmen. Om de oppositie zwak te houden, gebruiken

dictaturen verschillende strategieën. Onderdrukking is een veelgebruikte manier om met de tegenstanders om te gaan. De leden van de oppositie worden dan bedreigd of opgepakt.

Ook kan het regime gebruik maken van co-optatie. Hierbij geeft het regime bepaalde leden uit de oppositie redenen om zich aan te sluiten bij het regime, met verdere

versplintering van de oppositie als gevolg. De oppositieleden krijgen dan een politieke positie en kunnen hierdoor minimale invloed uitoefenen. Dit vermindert de kracht van de oppositie enorm. 115 Tevens bestaat er voor dictaturen de mogelijkheid om de oppositie te verzwakken

door electorale instituties te manipuleren. Hiermee kan het regime er voor zorgen dat oppositieleden, wettelijk gezien, niet op politieke posities terecht kunnen komen.

Een andere belangrijke factor bij het overleven van dictaturen is de loyaliteit van de elite. De elite levert in een dictatuur belangrijke diensten: zij mobiliseert het electoraat, beïnvloedt de verkiezingen, bedreigt de oppositie en houdt het volk in de gaten. De elite

114 Ezrow & Frantz, Dictators & Dictatorships, 55. 115 Ibidem, 56.

(28)

28 maakt een kosten-batenanalyse bij mogelijke steun aan een dictatuur. De steun van het

regime moet groter zijn dan de kosten van afvalligheid. De elite kan, door het regime te steunen, invloed uitoefenen op beleid. Ook krijgen ze toegang tot extra vergoedingen en politieke posities. De afweging van voor- en nadelen kan veranderen door een slechte economie en een sterke oppositie. Bij een slechte economie is de overheid niet meer in staat om de economische privileges te verstrekken en bij een sterke oppositie is het aantrekkelijker om hen te steunen, en niet het regime. 116

Aangezien de elite dus de grootste bedreiging vormt voor het overleven van een dictatuur, doen dictators er alles aan om een mooi beeld te schetsen van hun bewind.

Potentiële tegenstanders wordt getoond dat het regime verkiezingen met grote overmacht kan winnen en dat zij niet zomaar weg te krijgen zijn. Het heeft simpelweg geen zin om te

proberen de dictator af te zetten. 117

Ezrow en Frantz noemen ook structurele factoren die invloed hebben op het

voortbestaan van een dictatuur. Tussen verschillende dictaturen zitten grote verschillen met betrekking tot overlevingskansen van een regime. Het hangt van de soort dictatuur en van de omstandigheden in het land. In alle gevallen wordt gefocust op de rol van de elite binnen het regime en bronnen van instabiliteit. 118

In eenpartijdictaturen zijn de belangen van de elite simpel. Zij willen aan de macht blijven en hebben er baat bij dat het regime blijft voortbestaan. Bij een val van de dictatuur heeft deze elite minder invloed uit te oefenen. Daarom is de elite gemotiveerd om samen te werken en de partij aan de macht te houden. Potentiële oorzaken van instabiliteit zijn interne of externe druk om te democratiseren, een heftige economische crisis die de privileges van de elite en dwangmogelijkheden van het regime aantast en een onoverbrugbare kloof tussen verschillende groepen die leidt tot een permanente breuk binnen de elite.

Bij personalistische dictaturen, waarbij één individu het staatsapparaat domineert, verschilt de elite met die van eenpartijdictaturen. Barbara Geddes noemt drie manieren waarop deze twee elites van elkaar verschillen. Bij de dood van een leider overleeft de

personalistische dictatuur vaak niet. Ook is er een smallere machtsbasis dan de machtsbasis in een eenpartijdictatuur. De vertrouwenskring van de leider bestaat hier vaak uit familie en vrienden. Daarnaast gebruiken personalistische dictators vaak materiële beloningen om de

116 Ibidem, 58.

117 Beatriz Magaloni & Jeremy Wallace, ‘Citizen Loyalty, Mass Protest and Authoritarian Survival’

(onuitgegeven dissertatie, Princeton University, 2008), 3.

(29)

29 aanhangers tevreden te stellen. Mogelijke bronnen van instabiliteit zijn de dood van een dictator en economische malaise voor het regime. Door een economische crisis kan het regime de aanhangers niet langer tevreden houden met materiële zaken. Ook kan een revolutie of buitenlandse interventie een gevaar vormen voor de dictatuur. 119

Verder beschrijven Ezrow en Frantz nog structurele factoren die de overleving van een dictatuur beïnvloeden. Zo noemen ze het lidmaatschap van de elite in een verenigende organisatie als een belangrijke factor. Dit lidmaatschap bepaalt of onderhandeling van de elite met de dictator collectief of individueel gebeurt. Doordat de elite samen in een partij zit, zijn ze moeilijker aan de kant te zetten dan losse individuen.

Een andere factor is de toegang van de elite tot troepen en wapens. Dit laat zien in hoeverre de elite veiligheidsdiensten en gewapende troepen beheerst. De elite in een militaire dictatuur heeft vaak grotere controle over het veiligheidsapparaat dan de elites in

eenpartijdictaturen en personalistische dictaturen. Daar is geen directe controle over wapens en troepen door de elite. De leiders in personalistische dictaturen komen zelf vaak uit het leger, dus hebben complete controle over het leger. In eenpartijdictaturen is het leger ondergeschikt aan de partij, dit maakt het plegen van een staatsgreep moeilijker. 120

119 Ibidem, 61. 120 Ibidem, 85.

(30)

30 3.2 Theorie toegepast op situatie Eritrea

De diaspora speelt een belangrijke rol in het voortbestaan van het regime in Eritrea. Dit is ook de Nederlandse politiek opgevallen. In 2016 sturen de ministers Bert Koenders en Lodewijk Asscher een brief naar de Tweede Kamer waarin ze de situatie in Eritrea uitleggen en hun zorgen uiten. In de brief wordt gesteld dat de greep van de Eritrese overheid integratie tegenhoudt en een negatief effect heeft op integratie van Eritreeërs in Nederland. 121

Ezrow en Frantz beschrijven verschillende factoren die invloed hebben op het

voortbestaan van dictaturen. Zo stellen zij dat de steun van de massa aanwezig moet zijn. Die steun die nodig is om een dictatuur te laten voortbestaan is aanwezig in Eritrea en wordt afgedwongen door de PFDJ. De eerder genoemde dienstplicht wordt gebruikt om de massa te mobiliseren. De diaspora helpt ook met steun vergaren voor het regime. Door evenementen te organiseren, geld op te halen en mensen te informeren over het doel van het regime. 122

Dictaturen moeten, om te kunnen overleven, zorgen dat er prikkels blijven bestaan voor het volk om steun te garanderen. 123 De veiligheidsprikkel, waarbij de angst voor meer geweld bij een val van het regime mee speelt, zorgt ervoor dat men het regime in Eritrea steunt. Deze veiligheidsprikkel is, in een andere vorm, van belang voor de steun van de diaspora. Zij betalen over hun inkomsten 2% belasting aan het regime. 124 Wanneer dit niet wordt voldaan, lopen Eritreeërs in het buitenland het risico dat er moeilijkheden ontstaan bij het verlengen van hun paspoort of dat hun familie in Eritrea onder druk wordt gezet. Door gebruik te maken van onderdrukking kan de regering deze prikkel in stand houden bij Eritreeërs in zowel binnen- als buitenland.

Voor het voortbestaan van dictaturen is een zwakke en verdeelde oppositie nodig. De oppositie in Eritrea krijgt geen kans om een eenheid te vormen. De PFDJ is de enige

toegestane partij. Daarnaast krijgt de oppositie geen steun vanuit maatschappelijke

organisaties. Er zijn geen onafhankelijke maatschappelijke organisaties in Eritrea. 125 Om de

oppositie zwak te houden, gebruikt het regime de onderdrukkingsstrategie. Leden van de oppositie worden bedreigd, vervolgd en opgesloten. Zo werd in 2001 een deel van een

121 Bert Koenders & Lodewijk Asscher, ‘Kamerbrief over Eritrea en de invloed van Eritrea in Nederland’,

Rijksoverheid < https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/06/30/kamerbrief-over-eritrea-en-de-invloed-van-eritrea-in-nederland> [geraadpleegd op 8-6-2017].

122 Bernal, ‘Eritrea goes Global’, 11.

123 Ezrow & Frantz, Dictators & Dictatorships, 55. 124 Redeker-Hepner, ‘Transnational Governance’, 487. 125 Cliffe, ‘Eritrea 2008’, 330.

(31)

31 hervormingsgezinde beweging opgepakt en in kampen opgesloten. Van een groot deel van deze mensen is niet bekend hoe het met hen is afgelopen. 126

Het regime heeft ook een greep op de oppositie in de diaspora. Door instituties van de regering in het buitenland, houdt het regime oppositieleden in de gaten. Lokale afdelingen van de PFDJ, consulaten en ambassades houden de bewegingen van de oppositie in de gaten.

127 De diaspora is betrokken bij de politiek in Eritrea en heeft nationalistische sentimenten, dit

komt vaak door achterstelling en discriminatie in hun nieuwe landen. 128

Er broeit echter ook ongenoegen in de diaspora. In de diaspora ontstaan transnationale organisaties die tegen de institutionele macht van de staat in gaan. Transnationaal is volgens Victoria Bernal dat het leven niet wordt begrensd door een land of natie. 129Deze organisaties zijn opgericht door mensen die zijn gevlucht voor het regime. Zij willen een politieke

transitie naar democratie, implementatie van de grondwet, vrede met de buurlanden en meer onafhankelijkheid. Door deze organisaties ontstaat een ‘transnationaal maatschappelijk middenveld’. De invloed van dit maatschappelijke middenveld is nog niet doorgedrongen in Eritrea, de macht van de PFDJ is nog te groot. 130

De loyaliteit van de elite is niet erg duidelijk in Eritrea. De diaspora is wel erg loyaal, al wordt deze wel geforceerd door het regime. In het rapport ‘Niets is wat het lijkt’ uit december 2016 blijkt dit ook. Het rapport beschrijft hoe de Scandinavische diaspora wordt gechanteerd, bedreigd en bespioneerd. Deze informatie komt uit een interview met een afvallige van de Eritrese ambassade in Stockholm. 131

De elite in Eritrea en zelfs in de diaspora is actief in verbindende organisaties, zoals het leger en de partij. Zo werd de diaspora aangemoedigd om plaats te nemen op

regeringsposities en hebben zij hoge posities binnen de PFDJ. Dit is niet ongewoon in Afrika, in bijvoorbeeld Senegal bestaat een deel van het parlement uit mensen uit de diaspora. 132

Als laatste factor die de overleving van een dictatuur kan beïnvloeden is de toegang van de elite tot troepen en wapens. Aangezien iedereen van 18 tot 50 jaar militair wordt opgeleid in Sawa, is de kans groot dat de elite relatief makkelijk toegang heeft tot middelen

126 Hedru, ‘Eritrea’, 444.

127 Redeker-Hepner, ‘Transnational Governance’, 486. 128 Bernal, ‘Eritrea goes Global’, 12.

129 Ibidem, 5.

130 Redeker-Hepner, ‘Transnational Governance’, 485.

131 DSP-groep Amsterdam & Universiteit Tilburg, Niets is Wat het Lijkt (Amsterdam, 2016), 91. 132 News24, ‘Senegalese Diaspora to Receive Extra Seats in Parliament’

<http://www.news24.com/Africa/News/senegalese-diaspora-to-receive-extra-seats-in-parliament-20170103 > [geraadpleegd op 10-6-2017].

(32)

32 van het leger. Door deze toegang is er kans dat het regime wordt omgegooid en dat deze middelen worden ingezet tegen de regering van Afewerki.

(33)

33

Conclusie

Met de bevindingen uit de drie deelvragen kan een conclusie worden getrokken over classificatie van het regime in Eritrea. De aspecten uit deelvraag 1 en 2 laten zien dat de politieke en sociale omstandigheden in Eritrea erbarmelijk zijn. Een land zonder grondwet, parlement en verkiezingen, maar met eindeloze dienstplicht, mensenrechtenschendingen en een intimiderend regime.

In deelvraag 2 is besproken of de situatie in Eritrea aansluit op de kenmerken van de verschillende theorieën. Hieruit blijkt dat de theorie van Linz over autoritaire regimes niet aansluit bij de situatie in Eritrea. Er is geen beperkt politiek pluralisme en juist wel sterke mobilisatie. Wel is de PFDJ een kleine groep die macht uitoefent binnen onduidelijke grenzen, maar dit gebeurt op een onvoorspelbare manier. De ideologie is emotioneel en de leger geniet een bevoordeelde positie.

De theorie van Clive Thomas over autoritarisme in perifere landen sluit ook niet helemaal aan bij het regime in Eritrea. Het is meer gefocust op economische aspecten, alleen de sterke groei van staatsbezit is een factor die van belang is. Hiermee nemen ook de

dwangmogelijkheden van de staat toe. 133

Linz’ theorie over totalitaire regimes past redelijk bij de situatie in Eritrea. Er is een ideologie, alle macht is geconcentreerd in één partij of individu en er komt terreur voor. Het enige punt waarop de theorie niet overeenkomt is dat macht in handen moet zijn van een partij die niet de meerderheid van het volk vertegenwoordigd. Dit is niet duidelijk te zeggen, aangezien de PFDJ de enige toegestane partij is. Ook de terreur en de oprichting van nieuwe politieke structuren bij een machtswisseling passen goed bij Eritrea. De

mensenrechtenschendingen zijn een voorbeeld van terreur door de staat en de oprichting van het Speciale Hof is een voorbeeld van een nieuw opgerichte institutie.

Eritrea kan geclassificeerd worden als totalitaire eenpartijstaat. De PFDJ heeft alle macht en alle toegestane organisatie in het land in handen.

In deelvraag 3 is gekeken naar Ezrow en Frantz’ theorie over het voortbestaan van dictaturen en naar de vraag hoe het regime in Eritrea kan voortbestaan. Hieruit blijkt dat de diaspora hier een aanzienlijke rol in speelt. Zij helpen het regime boodschappen te

verkondigen en steunen Afewerki financieel.

Steun van de massa was één van de voorwaarden voor het voortbestaan van een dictatuur volgens Ezrow en Frantz. Deze steun is aanwezig in Eritrea, al dan niet geforceerd.

(34)

34 Ook is er een zwakke en verdeelde oppositie, zodat er nooit een sterke tegenbeweging kan ontstaan tegen Afewerki. Een dictatuur moet er voor zorgen dat er prikkels blijven bestaan om te kunnen voortbestaan. De dictatuur kan een bepaalde mate van stabiliteit en veiligheid garanderen. Een loyale elite is een andere voorwaarde, dit is een geforceerde loyaliteit, net zoals bij de steun van de massa.

Hieruit kan worden geconcludeerd dat Eritrea, als totalitaire eenpartijstaat, een

redelijke kans heeft op overleving van het regime. Door de ijzeren greep van het regime is het moeilijk om binnen Eritrea oppositie te organiseren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De uitbreiding van de buitenlandse belastingplicht heeft alleen betrekking op aandelen in een vastgoed-fbi voorzover wordt belegd in onroerende zaken die in Nederland zijn gelegen

In Chapter 5, a literacy acquisition study compared reading results in four Eritrean languages that used either syllabic Ge’ez (Tigrinya and Tigre languages) or

Wij zijn wat meer gedetailleerd op de gebeurtenissen in de jaren 1942 tot 1948 ingegaan, omdat zij bepalend zijn voor goed begrip van een aantal aspecten van

It considers the ways in which Eritrea has been seen largely in “presentist” terms, due in no small way to the Eritrean government’s own intrinsic hostility to independent

Voor het beantwoorden van de vragen op psychologische veiligheid maakt het geen verschil of deelnemers eerst de directe vraagstelling gevolgd door de indirecte vraagstelling

In al deze vormen komt tot uiting de zucht, om als nationale eenheid zich af te splitsen van het internationale verband, meer of minder afgesloten rijken te vormen, welke

In het onderzoek ‘Niets is wat het lijkt: Eritrese organisaties en integratie’ door DSP-groep Amsterdam en Tilburg Universiteit (2016) werd gekeken naar Eritrese organisaties in

Inspired by the lateral line of fish, we propose in this paper model based array signal processing techniques used to visualize the air-flow maps.. The results show an ability