• No results found

Het beleid van Ronald Reagan. En de dictatuur van Augusto Pinochet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het beleid van Ronald Reagan. En de dictatuur van Augusto Pinochet"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het beleid van

Ronald Reagan

En de dictatuur van Augusto

Pinochet

Stijn Ettes

Masterscriptie

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding

3

1. Het beleid van Jimmy Carter en de

8

presidentscampagne van Ronald Reagan

2. Hernieuwde toenadering tot het

16

Pinochet regime

3. Afwijking van de ingezette koers

26

Conclusie

41

(3)

Inleiding

De jaren ’70 van de twintigste eeuw: de internationale politiek stond in het teken van de strijd tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Sovjet-Unie, bekend als de Koude Oorlog. Het was een strijd die uitgevochten werd op veel vlakken. Er was de strijd over de ideologie: de vrije markt, het kapitalisme tegen het door de staat beheerste communisme. Er was natuurlijk de wapenwedloop, waarin beide supermachten elkaar tot het uiterste dreven in de drang naar superwapens. De Koude Oorlog zorgde ook voor een technologische wedloop, wat onder andere resulteerde in

ontwikkelingen in de ruimtevaart en huishoudartikelen. De twee supermachten hebben nooit direct tegenover elkaar gestaan in een conflict, maar kwamen wel indirect met elkaar in aanvaring tijdens de Vietnamoorlog bijvoorbeeld.

De Koude Oorlog bracht overal ter wereld spanningen met zich mee, niet alleen in Zuidoost-Azië. In Europa waren er de satellietstaten in Oost-Europa, die onder strenge controle stonden van de Sovjet-Unie. In Afrika was het communisme in Angola aan een opmars bezig en in Azië had men naast Vietnam onder andere nog China dat een communistische staat werd. Ook in Latijns-Amerika waren de invloeden van het communisme terug te vinden. Cuba had sterke banden met de Sovjet-Unie en ook andere landen in de regio kregen te maken met Sovjetinvloeden, zoals Grenada en Nicaragua. Ook op het vaste land van Zuid-Amerika leken de communisten aan invloed te winnen. In Chili kwam bijvoorbeeld de linkse regering van Salvador Allende aan de macht. Zijn regering zou aanblijven tot september 1973. Toen werd er namelijk onder leiding van generaal Augusto Pinochet een militaire coup gepleegd, waarbij Allende zichzelf van het leven beroofde. Pinochet vestigde vervolgens een rechtse dictatuur in Chili. In deze scriptie zal gekeken worden naar het beleid van de Amerikaanse regering tegenover de dictator Augusto Pinochet. De concentratie zal liggen op het beleid ten tijde van president Ronald Reagan. Gedurende het presidentschap van Reagan zal namelijk een

interessante ommekeer plaatsvinden in de politiek met betrekking tot Chili. De vraag die centraal staat in dit onderzoek is hoe deze koerswijziging tot stand is gekomen.

In de loop der tijd zijn er naslagwerken verschenen over de relatie tussen de Verenigde Staten en Latijns-Amerika in het algemeen, maar de boeken over specifiek de relatie tussen de VS en Chili zijn schaars. In de catalogus van de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amsterdam krijgt men bijvoorbeeld maar één relevant boek wanneer men op ‘Reagan Pinochet’ zoekt. Howard Wiarda wees er in zijn boek American foreign policy toward Latin America in the 80s and 90s. Issues and

controversies from Reagan to Bush al op dat er wel literatuur beschikbaar is over de overgang van

(4)

en de VS.1 Ook zijn er werken te vinden over de personen zelf, maar de relatie tussen beide

regeringshoofden heeft geen prominente plek in de werken. Met mijn onderzoek wil ik de relatie tussen beide regimes belichten, om zo meer inhoud te bieden dan de algemene naslagwerken doen.

In de decennia na de Tweede Wereldoorlog ontstonden op het vasteland van Zuid-Amerika rechtse dictaturen. In onder andere Paraguay, Brazilië en Argentinië waren dictators aan de macht. De Amerikaanse regering had door de jaren heen een imago opgebouwd waarin het de rechtse regimes leek te steunen.2 In 1973 kwam hier dus Augusto Pinochet bij. In september van dat jaar pleegde hij

met mede-officieren een coup om de linkse regering van Salvador Allende ten val te brengen. Vaak werd gedacht dat de Amerikaanse regering of de CIA achter de succesvolle coup zat. Dit lijkt echter onwaarschijnlijk. In een voormalig geheim document van de CIA bestemd voor Amerikaanse beleidsmakers in Washington, verzonden een maand voor de coup, schreef de CIA dat er gering vertrouwen was in een eventueel militair regime in Chili. Er werd letterlijk geschreven ‘A military government would lack effective leadership even with the support of the most qualified technicians. Chilean military leaders are capable in their own fields but are not as politically minded as their Brazilian or even Peruvian counterparts.’3 In een document van 24 augustus is zelfs te lezen dat er

binnen de kringen van Amerikaanse beleidsmakers de mening heerste dat het in Chili ontbrak aan een charismatische leider die de verscheidene strijdkrachten kon binden.4 In de weken voor de coup

komt de naam ‘Augusto Pinochet’ sowieso niet voor in de documenten, dus van een eventuele samenwerking lijkt geen sprake. In een getuigenis voor het Congres op 12 september, een dag na de coup, werd door Jack B. Kubisch en Harry W. Shlaudeman beiden beweerd dat de CIA geen steun aan de coupplegers verleend heeft.5 In een voormalig geheim document van 16 september 1973, van

CIA-directeur Bill Cosby naar Henry Kissinger, bevestigt Cosby nogmaals dat de CIA geen directe invloed heeft gehad in het tot stand komen van het militaire regime. Cosby schreef dat de CIA enkel Chileense oppositiepartijen en organisaties financieel heeft bijgestaan in hun strijd tegen Allende. Cosby stelde zelfs dat de steun voor enkele private organisaties was ingetrokken, omdat deze organisaties wellicht een militaire coup wilden veroorzaken. Zelfs in augustus 1973 probeerde de CIA Allende nog op een

1

Howard J. Wiarda, American foreign policy toward Latin America in the 80s and 90s. Issues and controversies

from Reagan to Bush (New York 1992) 45.

2

Peter Kornbluh, The Pinochet file. A declassified dossier on atrocity and accountability (New York 2004) 357.

3

Foreign Relations of the United States, 1969-1976, Volume E-16, Documents on Chile, 1969-1973,

‘Consequences of a military coup in Chile’, Document 139, 1 augustus 1973.

4

Foreign Relations of the United States, 1969-1976, Volume E-16, Documents on Chile, 1969-1973,

‘Contingency paper prepared for the interagency ad hoc working group on Chile’, Document 140, 24 augustus 1973.

5

Foreign Relations of the United States, 1969-1976, Volume E-16, Documents on Chile, 1969-1973, ‘Excerpts from testimony before congress by the Assistant Secretary of State for Inter-American Affairs (Kubisch) and the Deputy Assistant Secretary of State for Inter-American Affairs (Shlaudeman)’, Document 141, 12 september 1973.

(5)

diplomatieke manier tegen te werken door $1 miljoen extra aan de oppositiepartijen te geven.6 Een

deelname van de Amerikaanse regering of de CIA aan de coup van Pinochet lijkt uitgesloten wanneer men de overheidsdocumenten bekijkt. Ook binnen de secundaire literatuur heerst er enig debat over de betrokkenheid van de CIA bij de coup, maar harde bewijzen voor een deelname zijn er niet. Kyle Steenland bijvoorbeeld, stelt in zijn artikel ‘The coup in Chile’ dat de enige directe invloed die de VS had kunnen hebben gehad in de coup de aanwezige CIA agenten op de ambassade waren gedurende de coup.7 Auteur Jonathan Haslam is wél van mening dat de Amerikanen betrokken zijn geweest bij

de coup. Opvallend is het feit dat Haslam het Amerikaanse economische beleid tegenover Chili als een argument gebruikt voor het feit dat de Amerikanen betrokken waren bij de coup. Het beleid van de Amerikanen creëerde namelijk de omstandigheden voor de coup, stelt Haslam.8 Een economisch

beleid kan echter niet als een directe deelname gezien worden bij een coup.

Met of zonder directe inmenging van de CIA, het feit bleef dat generaal Augusto Pinochet een succesvolle staatsgreep gepleegd had. Direct op 12 september kreeg de Amerikaanse regering een verzoek van het militaire regime om de relatie tussen beide landen te versterken en een

vriendschappelijke band hieraan toe te voegen. De Amerikaanse regering stuurde een bericht terug waarin men zei zich te vinden in de versterking van de onderlinge band.9 Eind september werd door

de Amerikaanse regering besloten om het regime van Pinochet officieel te erkennen en de regering van Pinochet onder andere te voorzien van medische hulpgoederen.10

De uitspraak om de relatie tussen beide landen te verbeteren was geen loze belofte. Eind oktober kwam er een verzoek binnen bij de Amerikaanse regering waarin het Chileense regime om een grote hoeveelheid graan vroeg. In totaal zou het om $28 miljoen gaan. Kissinger stelde letterlijk de vraag ‘Is there any argument against it?’, wat met nee werd beantwoord, om vervolgens het verzoek in te willigen.11

Er waren echter wel degelijk argumenten te bedenken waarom er geen gehoor gegeven zou worden aan het verzoek van de Chileense regering. Pinochet stond bekend om het feit dat hij met harde hand regeerde en hard optrad tegen politieke tegenstanders. Al snel na de succesvol verlopen

6

Foreign Relations of the United State, 1969-1976, Volume E-16, Documents on Chile, 1969-1973,

‘Memorandum from Director of Central Intelligence Colby to the President’s Assistant for National Security Affairs (Kissinger)’, Document 145, 16 september 1973.

7

Kyle Steenland, ‘The coup in Chile’, Latin American Perspective vol. 1 afl. 2 (1974) 9-29, aldaar 21-22.

8

Zakia Shiraz, ‘Review essay CIA intervention in Chile and the fall of the Allende government in 1973’, Journal

of American Studies vol. 45 afl. 3 (2011) 603-613, aldaar 608.

9

Foreign Relations of the United States, 1969-1976, Volume E-16, Documents on Chile, 1969-1973, ‘Telegram from the Embassy in Chile to the Department of State’, Document 350, 12 september 1973.

10

Foreign Relations of the United States, 1969-1976, Volume E-16, Documents on Chile, 1969-1973, ‘Minutes of a Meeting of the Washington Special Actions Group’, Document 361, 20 september 1973.

11

Digital National Security Archive, The Kissinger Transcripts: A Verbatim Record of U.S. Diplomacy, 1969-1977, ‘Secretary's Staff meeting, Friday, October 26, 1973--3:15 p.m.’, 26 oktober 1973.

(6)

coup, stelde Pinochet een noodtoestand in. De media werden gecensureerd en er vonden door het hele land boekverbrandingen plaats. Vakbonden en politieke partijen werden verboden. Duizenden politieke tegenstanders werden gevangengenomen en gemarteld tijdens ondervragingen. Ook studenten van universiteiten en artiesten met linkse ideeën werden gevangengenomen en vermoord. De lijken dreven door de rivieren.12 In 1974 verscheen er in The New York Review of Books een artikel

over de gruwelheden in Chili. Bij volkszanger Victor Jara werden bijvoorbeeld eerst zijn vingers gebroken en afgesneden, voordat hij werd doodgeschoten. Zwangere gevangenen werden

onderworpen aan elektrische martelingen en kinderen werden doodgemarteld voor de ogen van hun ouders. Ook stonden er quotes in van mensen die de martelingen hadden ondervonden:

‘They tied me to a table … they passed cables over my naked body. They wet me and began to apply currents to all parts of my body and interrogator did not ask me, he assured me, ‘You did this thing’. I denied the monstrosities and the blows began to my abdomen, ribs, chest, testicles etc. I don’t know for how long they massacred me, but with the blows in my chest, my throat and bronchial tubes filled up and it was drowning me. I was dying.’13

De gruwelheden weerhielden de Amerikaanse regering er niet van om steun te verlenen aan het regime van Pinochet. Bij een bijeenkomst in februari 1974 tussen onder andere de Chileense minister van Buitenlandse Zaken en Henry Kissinger, kwam de economische situatie van Chili aan bod. Het land had financiële hulp nodig. De Chileense minister van Buitenlandse Zaken, Ismael Huerta, sprak ‘of course, the U.S. is our main creditor so we very much want your support.’14 Kissinger

reageerde door te stellen dat de steun niet ter discussie staat. Vervolgens stelde Kissinger ‘our policy is simple. We want you to succeed.’15

Het Pinochet regime zou naar schatting verantwoordelijk zijn voor 1119 ‘verdwenen’ mensen en 3100 moorden.16 De Amerikaanse regering steunde dit regime. De toekomst zou uitwijzen dat de

12

Barbara Keys, Reclaiming American virtue. The human rights revolution of the 1970s (Cambridge 2014) 168.

13

Rose Styron, ‘Terror in Chile II. The Amnesty Report’, New York Review of Books (1974) vol. 21. Afl. 9.

http://www.nybooks.com/articles/1974/05/30/terror-in-chile-ii-the-amnesty-report/.

14

Digital National Security Archive, The Kissinger conversations, supplement. A verbatim record of U.S.

diplomacy, 1969–1977, ‘Secretary Kissinger's bilateral meeting with Foreign Minister Ismael Huerta of Chile’, 22

februari 1974.

15

Digital National Security Archive, The Kissinger conversations, supplement. A verbatim record of U.S.

diplomacy, 1969–1977, ‘Secretary Kissinger's bilateral meeting with Foreign Minister Ismael Huerta of Chile’, 22

februari 1974.

(7)

steun echter niet permanent zou zijn. Gedurende de dictatuur van Pinochet, van 1973 tot en met 1988, zouden er verschillende Amerikaanse presidenten in het Witte Huis zetelen. Richard Nixon bijvoorbeeld, zocht toenadering tot Pinochet, iets wat latere president Jimmy Carter juist niet deed. Elke president had een ander beleid. In het vervolg van dit onderzoek wordt de politiek van president Ronald Reagan belicht. Gedurende zijn presidentschap zou zich een opvallende ommekeer voordoen met betrekking tot Chili. Hoe was dit mogelijk? Welke gebeurtenissen waren hier verantwoordelijk voor? Voorafgaand zal kort het beleid van president Jimmy Carter behandeld worden, om een beter beeld te geven van de maatregelen van Reagan. Vervolgens komt de presidentscampagne van Ronald Reagan aanbod. Wat beloofde hij zijn aanhang? In het tweede hoofdstuk worden de maatregelen behandeld die de Reagan regering dichter bij het regime van Pinochet bracht. Wat waren de

achterliggende motieven voor zijn beleid? In hoofdstuk drie komt de ommekeer aan bod. Wat waren de drijfveren voor de opmerkelijke koerswijziging en wat had dit voor gevolgen? De bronnen die gebruikt worden zijn zowel primair als secundair van aard. Tot de primaire bronnen behoren onder andere voormalig geheime staatsdocumenten, krantenartikelen en tijdschriftartikelen. Als secundaire literatuur is onder andere gebruik gemaakt van naslagwerk over het Amerikaanse beleid tegenover Latijns-Amerika, boeken over het Chili van Pinochet en memoires van ministers van Buitenlandse Zaken.

(8)

1. Het beleid van Jimmy Carter en de presidentscampagne van

Ronald Reagan

Voordat het buitenlandse beleid van Ronald Reagan behandeld zal worden, zal eerst gekeken worden naar de voorganger van Reagan, Jimmy Carter. Het beleid van Reagan wordt interessanter wanneer men de maatregelen uit zijn presidentstermijn vergelijkt met die van zijn voorganger. Het hoofdstuk zal beginnen met een korte inleiding over Carter en de politieke situatie waarin hij president van de Verenigde Staten werd. Hoe uitte deze situatie zich in het buitenlandbeleid van Carter? Hierbij zal er speciale aandacht zijn voor het beleid in Latijns-Amerika en het Chili van Pinochet. Vervolgens is er aandacht voor Ronald Reagan. Waar stond Reagan voor in zijn presidentscampagne, wat waren de speerpunten? Tot de bronnen behoren onder andere originele speeches van Reagan. Was er in de media, na vier jaar als president gediend te hebben, nog sympathie voor Carter zijn beleid? Wat waren gedurende de campagne de kritiekpunten van Reagan aan het adres van Carter?

Jimmy Carter is geboren op 1 oktober 1924 in Plains, gelegen in de Amerikaanse staat Georgia. Carter was agrariër en eigenaar van een pindaplantage in Georgia en had erg weinig

politieke ervaring toen hij in 1977 president van de Verenigde Staten werd. Carter was enkel vier jaar gouverneur van de staat Georgia geweest, voordat hij in 1976 verrassend de zittende president Gerald Ford versloeg in de presidentiële verkiezingen. Ten tijde van Jimmy Carter was de Verenigde Staten echter een zwaar verdeeld land en was het vertrouwen in de politiek erg laag.17 De laatste

jaren hadden de Amerikanen via de media veel negativiteit over zichzelf heen gekregen: de val van Zuid-Vietnam, een genocidale oorlog in Cambodja, verborgen CIA ondernemingen, uitgelekt spionagewerk van de FBI, onthullingen van Amerikaanse betrokkenheid bij de Chileense coup in 1973, beschamende onthullingen over de Nixon White House Tapes en het uitkomen van een serie van corruptie schandalen. Het gevolg was dat het Amerikaanse volk zich verraden voelde.18

Het feit dat Carter weinig binding had met Washington zagen de Amerikanen juist als een pluspunt, omdat het vertrouwen in de gevestigde politiek van de afgelopen jaren erg laag was. Eigenlijk pas aan het einde van zijn presidentscampagne gaat Carter zich inzetten voor het thema waar Carter altijd mee geassocieerd zal worden: mensenrechten.19 De immorele praktijken die

plaatsvonden tijdens de Vietnamoorlog zaten nog diep bij het Amerikaanse volk. Een focus op mensenrechten bleek een goede remedie om de gruwelheden uit Vietnam te verwerken. Met name de concentratie op het gebrek aan mensenrechten in de Sovjet-Unie werd gebruikt om aan te tonen dat het communisme het kwaad was, in plaats van Amerikaans imperialisme. De mix van twijfel,

17

Morris Morley en Chris McGillion, Reagan and Pinochet. The struggle over U.S. policy toward Chile (New York 2015) 7.

18

Keys, Reclaiming American virtue, 217.

19

Ibidem, 270.

(9)

angst, schaamte, woede en frustratie geproduceerd door Vietnam zou na de oorlog nog jaren doorspelen in het buitenlandbeleid. Vóór de Vietnamoorlog bestond het buitenlandbeleid van de Verenigde Staten met name uit het indammen van het communisme: het bedwingen van

communisme werd als een morele en strategische noodzaak gezien. Gedurende de tweede helft van de jaren ’60 gingen steeds meer Amerikanen echter inzien dat de interventie in Vietnam een

vergissing was en werden er vraagtekens gesteld bij het buitenlandbeleid. De strijd tegen het communisme mondde uit in een ondermijning van de Amerikaanse waardes. Door het mislukte project in Vietnam begonnen beleidsmakers zich opnieuw bezig te houden met de vraag hoe Amerika de wereld zou willen benaderen. Het promoten van internationale mensenrechten was een oplossing om anticommunisme te vervangen als drijvende kracht van het Amerikaanse buitenlandbeleid. Sommige mensen zagen de gruwelheden van de Vietnamoorlog als een onuitwisbare smet en voor hen kon de oorlog niet verontschuldigd worden. Voor deze groep werden de mensenrechten gebruikt om de Vietnamoorlog te verwerken en de fouten die begaan waren te compenseren. Hun doelen waren geen communistische landen, maar discutabele rechtste dictaturen.20 Ten tijde van Richard

Nixon, Henry Kissinger en Gerald Ford werd juist toenadering gezocht tot rechtse dictaturen, bijvoorbeeld in de vorm van militaire en financiële steun. Carter wilde zich met zijn mensenrechten politiek distantiëren van het beleid van zijn voorgangers.

Bij een speech uit 1976 bij de Notre-Dame in Parijs maakte Carter al een indirecte verwijzing naar de rechtse dictaturen die tot dan toe op weinig weerstand van de Amerikaanse overheid stuitten: ‘We cannot look away when a government tortures its own people, or jails them for their beliefs, or denies minorities fair treatment or the right to emigrate or the right to worship’.21 Alle

punten die Carter opsomt, de martelingen, opsluitingen en de onderdrukte positie van de

minderheden, waren van toepassing op het regime van Pinochet. In dezelfde speech stelt Carter ook ‘we are now free of that inordinate fear of communism which once led us to embrace any dictator who joined us in that fear.’ Met deze uitspraak wil Carter benadrukken dat het communisme een mindere prominente plek in het Amerikaanse beleid hoeft in te nemen en is duidelijk wat Carter’s standpunt is tegenover de dictatoriale regimes.22 De verklaring voor de affectie van Carter met

mensenrechten zoekt men vaak in zijn achtergrond: hij was een Baptist en erg religieus aangelegd. In Georgia had Carter zich ook al ingezet als mensenrechtenactivist. Eén van de biografen van Carter, Peter G. Bourne, vindt het ook niet vreemd dat Carter de strijd voor mensenrechten naar een globaal niveau doorgetrokken heeft gedurende zijn presidentschap. Zoals Bourne stelt in zijn boek Jimmy

20

Keys, Reclaiming American virtue, 49 en 51.

21

Peter G. Bourne, Jimmy Carter. A comprehenisve biography from Plains to postpresidency (New York 1997) 383.

(10)

Carter. A comprehensive biography from Plains to postpresidency ‘For Carter, being a devout

Christian, a Baptist, and a American was inseparable from being committed to human rights.’23 Nadat

Carter in 1977 geïnaugureerd was als president van de Verenigde Staten liet hij in een speech in maart in Massachusetts zich wederom indirect uit over de rechtse regimes:

‘I want to see our country set a standard of morality. I feel very deeply that when people are put in prison without trial and tortured and deprived of basic human rights that the president of the United States ought to have a right to express displeasure and do something about it … I want our country to be the focal point for deep concern about human beings all over the world.’24

Om zijn gewenste beleid, met mensenrechten als centrale rol, kracht bij te zetten, stelde Carter een Assistant Secretary of State for Human Rights and Humanitarian Affairs aan. Daarbij werden er op elk bureau van het Ministerie van Buitenlandse Zaken mensenrechten ambtenaren aangesteld. Tevens werd er een commissie opgericht om mensenrechten en vraagstukken over buitenlandse hulp te herzien.25

Op 24 maart 1977 kwam de Policy Review Committee on Latin America met een statement naar buiten over het beleid dat Amerika zou voeren tegenover ontwikkelingslanden. Dit beleid, gekarakteriseerd als ‘goedaardige neutraliteit’, zou helpen bij de problemen die de Verenigde Staten aantrof in Latijns-Amerika. Het beleid kenmerkte zich door af te zien van eerdere interpretaties dat de Verenigde Staten een bevoorrechte positie zou hebben in Latijns-Amerika. Carter vond dat de

mensen uit Latijns-Amerika zo veel mogelijk hun eigen politieke besluiten moesten vormen. De nieuwe president wilde zich eigenlijk zo min mogelijk mengen in de politiek van Latijns-Amerika. Mocht de Verenigde Staten toch betrokken raken op het Zuid-Amerikaanse continent, dan zou het doel van de regering zijn om lokale dictators te overtuigen om hun beleid te verzachten. Op basis van jaarlijkse rapporten over mensenrechten werd er door de regering besloten om economische en militaire hulp te verstrekken dan wel stop te zetten.26 Naar aanleiding van de rapporten kreeg Chili in

23

Bourne, Jimmy Carter, 383.

24

Ibidem.

25

M. Glenn Abernathy, Dilys M. Hill en Phil Williams, The Carter Years. The President and policy making (Londen 1984) 59.

26

Betty Glad, An outsider in the White House. Jimmy Carter, his advisors, and the making of American foreign

(11)

1977 al een verbod op militaire assistentie en verkopen opgelegd.27 Tevens werd op basis van de

rapporten door de Amerikaanse regering besloten om zich te keren tegen leningen bestemd voor Chili.28 In de jaren die zouden volgen, zou de Carter regering nog enkele maatregelen treffen tegen

het Chili van Pinochet. In 1979 kwam er bijvoorbeeld een verbod op leningen van de Export-Import Bank aan Chili. Een jaar later, in 1980, werd Chili niet uitgenodigd voor de grote jaarlijkse militaire en maritieme oefeningen van Noord-, Centraal- en Zuid-Amerikaanse landen, de UNITAS. 29

Een gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de maatregelen van Carter tegenover het Chili van Pinochet, was een aanslag in Washington op 21 september 1976. Die dag vond er een bomaanslag in de Amerikaanse hoofdstad plaats waarbij oud Chileens politicus Orlando Letelier en de Amerikaanse burger Ronnie Karper Moffitt om het leven kwamen. In de zoektocht naar de daders kwam men terecht bij de Chileense geheime dienst. Met name auteur Peter Kornbluh is ervan overtuigd dat de aanslag op Letelier ernstige schade heeft toegebracht aan de relatie tussen beide landen. De auteur schrijft zelfs dat de moord op Letelier en Moffitt de relatie tussen Chili en de Verenigde Staten voor meer dan een decennium zou domineren.30 De maatregelen die Carter trof om Chili tegen te werken,

werden uitgevoerd in combinatie met publieke waarschuwingen en symbolische acties, zoals het publiek ontvangen van politieke dissidenten. Daarbij weerde de Amerikaanse overheid bij

staatsbezoeken de landen die een negatieve score hadden bij de rapporten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In juni 1977 bijvoorbeeld, hield First Lady Rosalynn Carter een tour door Latijns-Amerika, maar bezocht zij alleen staten die door het Ministerie goedgekeurd waren of een

aanzienlijke verbetering in mensenrechten hadden laten zien. Tijdens haar reis zou Rosalynn Carter ook geen bezoek brengen aan Chili.31 Samen met het opgelegde verbod van militaire assistentie en

verkopen, het tegenwerken van leningen en Chili uitsluiten van militaire oefeningen kwam het de verhoudingen tussen de Amerikaanse regering en die van Pinochet niet ten goede. Carters pogingen om het buitenlandbeleid moralistisch vorm te geven, zorgden voor een groeiende afstand tussen de landen in Latijns-Amerika en de VS. Ook door gebeurtenissen elders in de wereld kwam Carter onder druk te staan, zoals de gijzelingscrisis in Iran die startte op 4 november 1979. Een groep diplomaten en burgers werd door Iraniërs gijzeling gehouden op de Amerikaanse ambassade in Teheran. De gijzeling zou 14 maanden duren.

Ronald Reagan werd op 6 februari 1911 geboren in de Amerikaanse staat Illinois. Reagan was onder andere acht jaar lang gouverneur van Californië totdat hij zich ging richten op het

27

Thomas Carothers, In the name of democracy. U.S. policy toward Latin America in the Reagan Years (Berkeley 1991) 151.

28

Carothers, In the name of democracy, 275.

29

Ibidem, 151.

30

Peter Kornbluh, The Pinochet file, 403.

31

Glad, An outsider, 242.

(12)

presidentschap van de Verenigde Staten. In de rest van dit hoofdstuk zal er aandacht zijn voor Reagan zijn presidentscampagne van 1980 en het buitenlandbeleid dat in de campagne gepromoot werd. Aansluitend zal in hoofdstuk twee specifiek naar Chili gekeken worden. In aanloop naar de

presidentsverkiezingen van 1980 werd Reagan tot kandidaat van de Republikeinen gekozen. De strijd om het Witte Huis zou dus gaan tussen de Democraat Carter en Republikein Reagan. Op 17 juli 1980 gaf Reagan een speech waarin hij het kandidaatschap van de Republikeinen voor de

presidentsverkiezingen accepteerde. Tijdens deze speech vroeg Reagan het publiek of zij zich veiliger voelden dan drie en een half jaar terug en of zij de wereld een veiligere plek vonden. Reagan

benadrukte dat hij het als prioriteit nummer één zag van de Amerikaanse president om de natie te beschermen tegen vijandigheden van buitenlandse mogendheden en de nationale veiligheid te waarborgen.32 Gedurende zijn presidentscampagne zou duidelijk worden hoe Reagan zijn prioriteit

nummer één, vrede, zou willen bereiken: door de VS weer een sterke mogendheid te maken. Een belangrijke slogan tijdens zijn campagne was ´Let´s make America great again´. Deze leus was vaak prominent te lezen op de achtergrond wanneer Reagan speeches hield.33

Reagan gaf aan weer terug te willen naar het ‘peace through strength’ principe, een beleid dat ook overheersend was in de tijd tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en de

Vietnamoorlog. De nationale veiligheid en het buitenlandbeleid waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een voorbeeld hiervan gaf Reagan in zijn speech op 18 augustus bij een conventie voor oorlogsveteranen. Hierin wijst Reagan op het feit dat in de jaren na de Tweede Wereldoorlog de vrede het meest zeker was en dit kwam doordat de militaire positie van de VS zo onmiskenbaar groot was dat andere landen de VS niet eens durfden uit te dagen. Over de strijd met de Sovjet-Unie zegt Reagan bijvoorbeeld dat de Sovjets het best overtuigd kunnen worden om in vrede te leven door hen duidelijk te maken dat ze een oorlog niet kunnen winnen. Reagan benadrukte echter dat de wapens niet gebruikt zouden worden als offensief middel, maar enkel om te voorkomen dat de VS en haar bondgenoten veroverd zouden worden. Wederom gaf Reagan een voorbeeld uit de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog: in die jaren was de VS ook erg sterk, maar zijn de krachten niet gebruikt voor territoriale uitbreidingen, maar om anderen te beschermen.34 Eén van de kritiekpunten op Carter die

Reagan uitte in zijn campagne was de groeiende invloed die de Sovjet-Unie verkregen had gedurende het presidentschap van Carter.35 Reagan stelde dat het beleid van Carter er voor gezorgd had dat de

32

Reagan Library, Major speeches given by Ronald Reagan, 1964-89, ‘Republican National Convention acceptance speech’, 17 juli 1980.

33

Robert V. Friedenberg, Notable speeches in contemporary presidential speeches (Westport 2002) 152.

34

Reagan Library, Major speeches given by Ronald Reagan, 1964-89, ‘Peace. Restoring the margin of safety’, 18 augustus 1980.

35

Sara A. Mehltretter Drury, ‘Defining national security as peace through strength. Ronald Reagan's visionary rhetoric of renewal in the 1980 presidential campaign’ Argumentation and Advocacy vol. 51 afl. 2 (2014) 87-102, aldaar 95.

(13)

Verenigde Staten in een gevaarlijke situatie van isolatie terecht gekomen was, waar bondgenoten het vertrouwen in de VS verloren hadden en de tegenstanders de VS niet langer respecteerden. Reagan schilderde de beslissingen van Carter af als besluiten die ten koste gingen van de kracht van de Verenigde Staten en voorspelde dat wanneer dit leiderschap zou aanblijven, het land slachtoffer zou worden van grillen en verlangens van gevaarlijke landen. Onder Carter werden vrienden uit het westelijk halfrond vervreemd en werd het destabiliseren van regeringen aangemoedigd, stelde Reagan. 36

Ook in de media was er kritiek op het beleid van Carter. Toen Carter eenmaal als president zijn buitenlandbeleid in de realiteit bracht, begonnen mensen zich af te vragen hoe de regering mensenrechten kon beschermen en tegelijkertijd de Amerikaanse belangen kon waarborgen in zowel het binnen- als buitenland. In 1981 verscheen er een boek van Elizabeth Drew over de

presidentsverkiezingen. Hierin stelde Drew dat veel Amerikanen voelden dat de gijzeling van Amerikanen in Iran niet had plaatsgevonden wanneer de Verenigde Staten militair niet zo zwak en besluiteloos was. Het idealistische buitenlandbeleid van Carter was bijna fataal geweest, zo schreef Drew.37 Uit de woorden van Drew was op te merken dat een (militair) sterk Verenigde Staten

wenselijk was onder de Amerikanen. Waar Carter in 1976 nog de stemmen wist te winnen met zijn moralistische inbreng in de politiek, waren de meeste Amerikanen er vier jaar later op uit gekeken.

Ook in de New York Times kwam er in 1980 kritiek op het beleid van Carter. Uit een artikel uit de editie van 20 februari werd duidelijk dat de angst voor de Sovjet-Unie was toegenomen en dat een verdere voortzetting van het detente beleid allesbehalve wenselijk was. De journalist van het artikel sprak de angst uit dat binnenkort de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten op één lijn zouden zitten en de VS dus geen suprematie meer zou hebben. ‘For 10 years’, zo viel in het artikel te lezen, ‘the West has searched for détente with the Soviet Union, no one more avidly than Mr. Carter. As a

consequence of this 10 years détente with us, the Soviet Union is now fueled by Western capital, run by American computers, fed by American grain.38 Vervolgens wordt in het artikel de vraag gesteld wat

de Sovjet-Unie teruggedaan heeft. De auteur somde een hele lijst met gebeurtenissen op waarbij de Sovjet-Unie zich ongunstig opstelde tegenover de VS, waaronder de beperkingen die beloofd waren in 1972, de Russische militaire opbouw in Noord-Korea, de bezette eilanden ten noorden van Japan, de annexatie van Indochina door Hanoi, de medeplichtigheid van de Sovjet-Unie aan de

hongersnoden in Cambodja en de Sovjet levering van gifgas dat gebruikt was in Laos.39 Een nieuwe

36

Mehltretter Drury, ‘Defining national security’, 93-95.

37

Ibidem, 91.

38

ProQuest Historical Newspapers, The New York Times with Index, New York Times (1923-Current file), ‘The basic speech. Ronald Reagan. A premise of prosperity the dead of Southeast Asia comparing bomber forces The quest for detente rights and the Soviet Bloc purposes for a Nation a message to the world’, 29 februari 1980.

39

ProQuest Historical Newspapers, The New York Times with Index, New York Times (1923-Current file), ‘The basic speech. Ronald Reagan. A premise of prosperity the dead of Southeast Asia comparing bomber forces The

(14)

detente politiek ten opzichte van de Sovjet-Unie was alles behalve wenselijk, aldus dit artikel. De belofte van Reagan om de Verenigde Staten weer een krachtige natie te maken en te breken met het huidige buitenlandbeleid leek goed te vallen bij het Amerikaanse volk.

Het ‘spierballen beleid’ dat Reagan promootte, verschilde erg van de morele politiek die Carter voerde in zijn presidentstermijn. Amerikaanse stemmers hadden dan ook de verwachting dat wanneer de Republikeinen de verkiezingen zouden winnen, er weer toenadering gezocht zou worden tot de rechtse dictators. In een artikel uit de New York Times van 20 september 1980 reageerde één van Reagans adviseurs Roger Fontaine op de geruchten. Fontaine stelde in het krantenartikel dat Reagan een groot pleitbezorger was van mensenrechten, maar dat hij verandering wilde aanbrengen in ‘de toon, tactiek en methode’ om deze interesse tot uiting te brengen. Fontaine zei dat de

bezorgdheid over mensenrechten niet begonnen was bij de Carter regering, maar hier ook niet zou eindigen. In het artikel liet Fontaine optekenen dat Reagan zich net zo krachtig zal inzetten voor de mensenrechten als Carter heeft gedaan, maar dat het geen regeringen tegen de muur wilde zetten. Er werd dus beweerd dat Reagan dezelfde ideeën als Carter nastreefde, maar er werd echter wel gelijk belangrijke nuance toegevoegd door Fontaine, door te stellen dat het Reagan beleid de landen niet voor het blok wilde zetten. In de woorden van Fontaine: ‘We believe more in private diplomacy. It gives us more credibility and in the end will help us move the hemisphere in the direction we want more effectively’.40 Verder stelt Fontaine dat de tactiek van de Carter regering om in het openbaar in

te gaan op de mensenrechtenschendingen door Reagan gebruikt zal worden bij landen binnen het communistenblok. De adviseurs van Reagan met betrekking tot Latijns-Amerika, Jeane Kirkpatrick, Pedro San Juan, James D. Theberge en Daniel Graham, lieten optekenen dat het beleid van de Verenigde Staten ten opzichte van Latijns-Amerika zal bestaan uit een nauwere samenwerking met de drie grote machten, Argentinië, Brazilië en Mexico. Het enige land dat behandeld zou worden als ‘vijand’, werd Cuba. Voor de andere gebieden gold als doel van het beleid om meer consistentie te onderhouden. In het begin van het artikel probeerde Fontaine de lezers gerust te stellen door te zeggen dat Reagan net als Carter groot voorstander was van mensenrechten als onderdeel van zijn politiek, maar deze uitspraak werd al opgevolgd door een nuancerende opmerking over het feit dat Reagan geen heil ziet in landen tegen de muur te zetten. Verderop in het artikel kwamen de

tegenstellingen tussen het beleid van Carter en het beleid dat Reagan op het oog had goed naar voren. Waar Carter vanaf het begin van zijn termijn een duidelijk standpunt innam tégen rechtse regimes en de Verenigde Staten als behoeder van de morele waardes neerzet, stelde Fontaine juist dat de Verenigde Staten moet stoppen met het spelen van rechter van de wereld, en met name in

quest for detente rights and the Soviet Bloc purposes for a Nation a message to the world’, 29 februari 1980.

40

ProQuest Historical Newspapers, The New York Times with Index, New York Times (1923-Current file, ‘Reagan aides, in South America, say he would not favor dictators. Visits by five advisers Bolivian victor was denied office’, 22 september 1980.

(15)

Latijns-Amerika. Fontain stelde letterlijk ‘We can’t keep reprimanding other republics because they misbehave. Doing that, the United States degrades itselfs and defeats itself.’41

‘Strength’ was een sleutelwoord in de campagne van Reagan. De Verenigde Staten moest weer kracht uitstralen. Ook vrede was gebouwd op ‘strength’, zoals Reagan benadrukte in zijn speech op 19 oktober 1980: ‘Peace is made by the fact of strength – economic, military, and strategic. … We must build peace upon strength. There is no other way’.42 Onder Carter waren de economische,

militaire en strategische vermogens afgebrokkeld. ‘Only if we are strong peace will be strong’, legde Reagan zijn publiek op.43 Doordat kracht verbonden was met vrede, koppelde Reagan zwakte aan

oorlog: Wanneer men niet mogelijk was op met kracht de vrede veilig te stellen, was dat een teken dat de natie zwak was. Door die zwakte zou men alleen maar wegglijden van vrede, richting conflict en oorlog.44

Waar Carter met zijn sancties en beperkingen veelal afstand creëerde tussen de VS en Zuid-Amerikaanse landen, beloofde Reagan een andere benadering. Reagan wilde het leiderschap van de Verenigde Staten herstellen door zijn beleid te organiseren vanuit samenhang. Reagan stelde dat geen gebied een hogere prioriteit had dan het gebied waar zij in leefden: het westelijk halfrond. Als integraal onderdeel van zijn programma voor vrede beloofde Reagan dat zijn regering een

realistischere aanpak zou voeren met betrekking tot het westelijk halfrond. In zijn speech van 19 oktober gaf Reagan een voorbeeld van hoe hij zijn nieuwe beleid in de praktijk wilde brengen. Reagan had voor ogen om een intensief programma van economische ontwikkeling aan te gaan met de landen in de Cariben. De Verenigde Staten zou de landen zowel op financieel als op technisch vlak steunen om het beste uit hun landbouw, industrie en toerisme te halen.45

Om verdere Sovjetinvloeden te voorkomen, zou Reagan zich tolerant opstellen tegenover het binnenlandse beleid van pro-westerse regeringen en weerstand bieden tegen radicale bewegingen in de Derde Wereld. Reagan uitte kritiek op de manier hoe de Carter regering de economische relaties tussen het Noorden en het Zuiden benaderd heeft. Reagan gaf dus aan dat hij geen voorstander was van de sancties die zo kenmerkend waren voor Carter zijn beleid. De Verenigde Staten zou de wereld moeten accepteren zoals hij was, en Reagan beweerde dat in de praktijk het mensenrechtenbeleid van de Carter regering gebruikt is om pro-westerse regeringen in Derde Wereldlanden te verzwakken.

41

ProQuest Historical Newspapers, The New York Times with Index, New York Times (1923-Current file, ‘Reagan aides, in South America, say he would not favor dictators. Visits by five advisers Bolivian victor was denied office’, 22 september 1980.

42

Reagan Library, Major speeches given by Ronald Reagan, 1964-89, ‘A strategy for peace in the 80’s’, 19 oktober 1980.

43

Reagan Library, Major speeches given by Ronald Reagan, 1964-89, ‘A strategy for peace in the 80’s’, 19 oktober 1980.

44

Mehltretter Drury, ‘Defining national security’, 96.

45

Reagan Library, Major speeches given by Ronald Reagan, 1964-89, ‘A strategy for peace in the 80’s’, 19 oktober 1980.

(16)

Een Reagan adviseur stelde dat het behouden van collectief onderhandelen met de Derde Wereld een fout was. Reagan wilde meer nadruk op het onderhandelen met individuele landen.46

Reagan stelde het als één van zijn prioriteiten van zijn presidentschap om structurele veranderingen aan te brengen aan het departement van Buitenlands Zaken. De Minister van Buitenlandse Zaken zou bijvoorbeeld de president zijn woordvoerder en adviseur worden. De

Nationale Veiligheidsraad zou weer de coördinator van de beleidsvorming worden. De Veiligheidsraad moest ervoor zorgen dat de president een gebalanceerde toevoer van informatie en analyses ontving. De Nationale Veiligheid Adviseur zou nauw komen samen te werken met de Minister van

Buitenlandse Zaken en de andere leden van de Raad. Reagan stelde dat er maatregelen getroffen moesten worden om Carter zijn beleid van aarzeling, vervreemding en verwaarlozing in de regio, te veranderen.47 Om zijn verschil met Carter kracht bij te zetten, stelde Reagan de dag voor de

presidentsverkiezingen ‘Tomorrow morning, you will be making a choice between different visions of the future.’48

2. Hernieuwde toenadering tot het Pinochet regime

In 1980 won Ronald Reagan de presidentsverkiezingen van Jimmy Carter en in januari 1981 zou Reagan geïnaugureerd worden als 40e president van de Verenigde Staten van Amerika. Tijdens de

verkiezingscampagne werd al duidelijk dat Reagan een ander beleid beloofde dan dat van zijn voorganger Carter. Door wie liet Reagan zich beïnvloeden? Hield de nieuwe president zich aan zijn beloftes uit z’n presidentscampagne? En zo ja, hoe uitte zich dit in de praktijk? Er zal specifiek geconcentreerd worden op het beleid tegenover het Chili van Pinochet. Wat was het beleid van Reagan tegenover de dictator? Verschilde dit wezenlijk met Jimmy Carter? Welke gebeurtenissen hadden invloed op het Chileense beleid? Tot de bronnen behoren onder andere voormalig geheime staatsdocumenten en artikelen van de New York Times.

Reagan was geen voorstander van de ideologische onderhandel politiek van Carter. De invloedssfeer van de Sovjet-Unie beperken was één van de belangrijkste speerpunten van Reagan. Het morele ‘quiet diplomacy’ zou vervangen moeten worden door een beleid wat weer uit ging van de kracht van de Verenigde Staten, het ‘peace through strength’ principe. De Verenigde Staten weer

46

ProQuest Historical Newspapers, The New York Times with Index, New York Times (1923-Current file), ‘Presedential candidates stake out divergent ground on foreign policy. Given limited attention Carter and Reagan differ widely on foreign policy the Soviet Union China The Western Alliance Mideast and Persian Gulf the underdeveloped nations South Africa Latin America’, 19 oktober 1980.

47

Reagan Library, Major speeches given by Ronald Reagan, 1964-89, ‘A strategy for peace in the 80’s’, 19 oktober 1980.

48

Reagan Library, Major speeches given by Ronald Reagan, 1964-89, ‘Ronald Reagan's election eve address "A vision for America", 3 november 1980.

(17)

de uitstraling geven van een krachtige natie werd onder andere geprobeerd te bereiken door minder toe te geven aan de Sovjet-Unie. In de beginjaren van Reagan werd Jeane Kirkpatrick een invloedrijk persoon. Reagan zou haar ook benoemen als Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties. In haar essay ‘Dictatorship and double standards’ uit november 1979 schetst Kirkpatrick een erg vijandig beeld van linkse, marxistische communistische regimes. Een onsympathieke representatie van het communisme was natuurlijk niks nieuws ten tijde van de Koude Oorlog, maar onder president Carter waren tot aan de Afghaanse oorlog in 1979 de spanningen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten wat teruggelopen, bijvoorbeeld door wapenverminderingsakkoorden. Reagan maakte gebruik van de in 1979 weer opgeleefde Koude Oorlog. Het bestrijden van het communisme en

Sovjetinvloeden zou wederom centraal komen te staan in de buitenlandse politiek van de

Amerikanen. Kirkpatrick beweerde in haar essay stellig ‘Yet no problem of American foreign policy is more urgent than that of formulating a morally and strategically acceptable, and politically realistic, program for dealing with non-democratic governments who are threatened by Soviet-sponsored subversion.’49 Moskou werd door Kirkpatrick neergezet als een agressieve macht met expansiedriften:

‘Since Moscow is the aggressive, expansionist power today, it is more often than not insurgents, encouraged and armed by the Soviet Union, who challenge the status quo.’50 Net als in de beginjaren

van de Koude Oorlog werd er door Kirkpatrick een vijandig beeld geschetst van marxisten en communisten. Kirkpatrick stelde erg zwart-wit, dat mochten de marxisten overwinnen, dit tot een gewelddadige opstand kon leiden met enkel en alleen een totalitaire tirannie tot gevolg.51 Om de

angst verder op te schroeven, gebruikte Kirkpatrick generaliserende uitspraken als ‘Armed

intellectuals citing Marx and supported by Soviet-bloc arms and advisers will almost surely not turn out to be agrarian reformers, or simple nationalists, or democratic socialists.’52 Van de ontspanning

die Carter gedurende zijn beleid probeerde te bewerkstelligen, was in het artikel van Kirkpatrick weinig meer over.

In het artikel onderscheidde ze namelijk twee soorten dictaturen: traditionele dictaturen en revolutionaire dictaturen. Revolutionaire dictaturen hadden veel invloed op de individuele rechten van de burgers, waar traditionele dictaturen minder invloed hadden op niet-politieke aspecten van het individu. Traditionele dictaturen verstoorden niet de gebruikelijke ritmes van werk, woning en familie en persoonlijke relaties. Revolutionaire dictaturen, vaak communistisch, grepen juist wel in in het dagelijks leven uit de drang om de samenleving te beheersen. Hierdoor zorgden revolutionaire dictaturen voor onder andere duizenden vluchtelingen.53 Het beleid van Carter om traditionele

49

Jeane Kirkpatrick, ‘Dictatorship and double standards’, Commentary vol. 68 afl.5 (1979) 34-45, aldaar 34.

50

Kirkpatrick, ‘Dictatorship’, 41.

51

Ibidem, 43.

52

Ibidem, 45.

(18)

dictaturen te ondermijnen, heeft er volgens Kirkpatrick toe geleid dat de weg vrijgemaakt werd voor revolutionaire dictaturen, die over het algemeen anti-Verenigde Staten zijn.54 Het regime van

Pinochet werd gerekend tot de ‘goede variant’ van de dictaturen en kon daarom op weinig weerstand rekenen.

Zoals Reagan in zijn verkiezingscampagne al aangaf, zou hij als president zich weer gaan concentreren op de Sovjet-Unie. De aandacht voor de Sovjet-Unie werd ook beschreven in de memoires van Reagan zijn eerste minister van Buitenlands Zaken: Alexander Haig. Haig was in 1981 en 1982 minister van Buitenlandse Zaken, om vervolgens na een geschil met Reagan het stokje over te dragen aan George P. Shultz. In de memoires van Haig werd de strekking van het nieuwe

buitenlands beleid duidelijk: ‘Get the Soviets out of the Western Hemisphere by showing them that it was in their interest to go.’55 Ook de opvolger van Haig, Shultz, schreef in zijn memoires dat hij van

mening was dat de Sovjet-Unie het belangrijkste aandachtspunt van de buitenlandse politiek moet zijn: ‘Still, the central preoccupation of American foreign policy had to be the Soviet-Union.’56 Om de

hernieuwde concentratie op de grootmacht te legitimeren, werd er weer aangestipt hoe gevaarlijk de Sovjets waren. Er werd echter niet aangespoord tot een confrontatie tussen beide grootmachten. Shultz noteerde bijvoorbeeld: ‘A return to predétente estrangement would be unwise and self-defeating. This was a country that could wipe us out in thirty minutes with strategic nuclear missiles.’57 In de New York Times van 8 maart 1981 werd ook bevestigd dat Reagan inderdaad zijn

beloofde anticommunistische aanpak in de praktijk bracht. De auteur van het artikel, Howell Raines, was positief over het feit dat Reagan zijn campagnebeloftes nakwam. De optimistische toon zette zich voort en de auteur schreef dat het voelde alsof president Reagan het land naar een historisch

keerpunt gebracht heeft. Er werd zelfs een vergelijking gemaakt met de verandering van de nationale gemoedtoestand die president Franklin D. Roosevelt teweegbracht. De auteur sloot zijn artikel af met een citaat van een Witte Huis medewerker: ‘The amazing thing is it’s been done mainly with words. We sure haven’t gained a single ship or a new division in the past month.’58

De hernieuwde strijd tegen het communisme had nog een ander gevolg voor de politiek van Reagan: de wereld werd weer in twee kampen verdeeld, namelijk goed en kwaad, waarbij het goede stond voor alles wat vooral niet communistisch was en het kwade werd gekoppeld aan het

communisme.59 Bij zijn coup in 1973 had Pinochet de linkse invloeden uit Chili verdreven, wat hem in

54

‘Reagan signals Third World policy switch’, Human Events vol. 41 afl. 3 (1981).

55

Alexander Haig, Inner circles. How America changed the world. A memoir (New York 1992) 550.

56

Shultz, Turmoil, 117.

57

Ibidem.

58

ProQuest Historical Newspapers, The New York Times with Index, New York Times (1923-Current file) ‘Reagan sticks to agenda that won him the election. 'Keepers of the promises', 8 maart 1981.

(19)

die tijd tot een medestander van de Amerikanen maakte. De gruwelheden van het regime, zoals bijvoorbeeld te lezen is in de inleiding, werden door de vingers gezien, want alles was beter dan een communistisch land op het eigen halfrond. De bewindvoerders in Washington waren allang blij dat de communisten geen voet aan de grond gekregen hadden in Chili en hadden snel een memo klaar waarin zij aangeven te willen samenwerken met het regime van Pinochet.60 Volgens sommige

adviseurs was Reagan begin jaren ’80 juist erg gecharmeerd van de generaal: ‘Pinochet saved Chile from communism. We should have him here on a state visit’, zou de Amerikaanse president gezegd hebben.61 Het zwart-witte beeld van goed en kwaad, communistisch dan wel niet communistisch,

zorgde voor enkele dubbelzinnige optredens van Amerikaanse zijde. Een voorbeeld was de positie die de VS innam in de kwestie rond het Suriname van Desi Bouterse. Shultz kreeg op 8 december 1982 bericht dat een major binnen het Surinaamse leger de leiding had gegrepen over een groep

sergeanten om de gekozen regering omver te werpen. Onder leiding van deze major, Desi Bouterse, zouden minstens twintig prominente burgers opgepakt zijn en minimaal vijftien zouden om het leven gebracht zijn. Er werd vermeld dat Bouterse voor ogen had om zijn meest prominente en

invloedrijkste tegenstanders uit te schakelen en het volk te intimideren. Het gevolg was dat de Verenigde Staten samen met Nederland om de tafel ging om een operatie te bedenken om Bouterse te stoppen.62 Maar wat was echter het verschil tussen de situatie in Suriname en in Chili? Beide

leiders zijn door middel van een staatsgreep aan de macht gekomen, beide leiders schakelden oppositieleiders uit en beide leiders probeerden hun bevolking te onderdrukken. Het antwoord was het feit dat Pinochet een rechtse generaal was en Bouterse connecties zocht met de Sovjet-Unie en linkse regimes uit de buurt, zoals Cuba en Grenada. De situaties in Suriname en Chili hadden veel met elkaar gemeen, maar het feit dat Suriname het eerste communistische bestuur op het vaste land van Zuid-Amerika leek te worden, liet de Amerikaanse politiek ingrijpen. Hulpprogramma’s aan Suriname werden stopgezet en de relatie met Suriname werd herzien.63 De angst voor het communisme zat

diep. Shultz stelde dat een ‘anti-American regime in the hemisphere would be a blow to stability throughout the region.’64 Ondanks de geringe media aandacht die de situatie omtrent Bouterse kreeg

in de VS, en de uitblijvende Nederlandse steun, werden er tal van pogingen gedaan om een

interventieplan te realiseren Uiteindelijk kwam de CIA met een plan naar voren wat volgens Shultz zo slecht uitgedacht was, dat hij verbijsterd was dat dit plan serieus naar voren geschoven werd door de

60

Digital National Security Archive, Chile and the United States. U.S. policy toward democracy, dictatorship,

and human rights, 1970–1990, ‘USG attitude toward junta’, 13 september 1973.

61

Mark Ensalaco, Chile under Pinochet. Recovering the truth (Philadelphia 2000) 162.

62

Shultz, Turmoil, 292.

63

Shultz, Turmoil, 292.

64

Ibidem, 296.

(20)

CIA.65 Het feit dat ondanks de geringe media aandacht en de uitblijvende Nederlandse steun, de

Amerikaanse politiek tóch een interventieplan van de grond wilde krijgen, zegt wellicht veel over de angst voor het communisme in het westelijk halfrond.

Een gevolg van het wederom opwekken van de strijd tegen het communisme, was de oriëntatie van de Amerikaanse politiek op het Latijns-Amerikaanse werelddeel. Al in zijn

presidentscampagne gaf Reagan aan dat Latijns-Amerika zijn aandacht zou krijgen wanneer hij het presidentschap zou veroveren. Zowel uit de memoires van Haig, als uit die van Shultz, kwam naar voren dat het westelijk halfrond hoog op de politieke agenda stond van de Reagan regering. Shultz noteerde:

‘In our own part of the world, I could see that President Reagan was giving sharper attention to the Caribbean and Central America as well as Canada and Mexico. U.S. foreign policy started in our own backyard: anything rotten there could infect the United States. We must pay attention.’66

Een voorbeeld van de interesse voor het westelijk halfrond is het feit dat Reagan al in maart 1981 een ontmoeting had met de president van Argentinië, Roberto Viola, om onder andere te praten over een verbeterde samenwerking met het Westen.67 Ook Argentinië had een militaire dictatuur.

De aandacht voor Latijns-Amerika hing samen met het communisme, omdat in enkele landen een sterke band met de Sovjet-Unie was ontstaan of linkse groepen de macht hadden gegrepen. In Cuba bijvoorbeeld, zocht leider Fidel Castro hulp bij de leiders van de Sovjet-Unie in zijn strijd tegen Amerikaanse invloeden op het eiland. In de jaren ’60 leidde de vriendschap tussen de Sovjet-Unie en Cuba zelfs tot de installatie van Sovjet raketten op het Caribische eiland. In de jaren ’80 waren er nog altijd Sovjet militairen aanwezig op het eiland. In Nicaragua verdreef in 1979 het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront de familie Somoza van de macht. Sinds de jaren ’30 was de familie Somoza aan de macht in Nicaragua, maar vanaf 1979 hadden de Sandinisten de macht over het land in Centraal-Amerika. De beweging, ook wel bekend als FSLN, had een socialistische grondslag en meer sympathie voor het communisme dan voor de Amerikaanse idealen van het kapitalisme. Ook in Grenada was sinds 1979 een leider met marxist-leninistische ideeën aan de macht gekomen. De VS

65

Ibidem, 294, 293 en 296.

66

Ibidem, 6.

67

Digital National Security Archive, U.S. nuclear non-proliferation policy, 1945–1991, ‘Memorandum to the president for his meeting with Roberto Viola, president-designate of Argentina’, 10 maart 1981.

(21)

was bang dat deze linkse regimes zouden leiden tot communistische regimes of een uitbreiding van socialistische ideeën in de regio. De zojuist beschreven ontwikkelingen kweekten nogal wat

kopzorgen bij de Amerikaanse politici, aangezien de linkse invloeden wel heel dicht bij het

Amerikaanse vasteland plaatsvonden. Passages uit het citaat van Shultz, zoals ‘In our own part of the world’, en ‘U.S. foreign policy started in our own backyard: anything rotten there could infect the United States’ betuigen van het besef bij de Amerikaanse politici over de importantie van het Latijns-Amerikaanse werelddeel. De angst dat na bijvoorbeeld Cuba meer Latijns-Latijns-Amerikaanse landen communistisch zouden worden, was erg groot, valt te lezen in Shultz zijn memoires:

‘The situation in Central America was a problem of immense importance to the United States, and I knew we had to confront it. This was our neighborhood. Growing Cuban and Soviet influence was alarming, especially in the context of the world situation. The Soviets were increasingly active in almost every quater of the globe: Afghanistan, Cambodia, Angola, Syria, Ethiopia, as well as in the Caribbean and Central America. If the Soviets consolidated a communist regime on the mainland of the Americas, they could tie us down and preoccupy us right on our southern border in the hope that we would not attend adequately to Soviet challenges in the farther reaches of the world.’68

Om de importantie van de eigen omgeving aan te stippen, maakte Shultz een statement door zijn eerste reizen als minister van Buitenlandse Zaken naar Canada, Mexico en landen in Centraal- en Zuid-Amerika te plannen. Shultz legde ook zijn eigen methode uit waarmee hij politiek te werk ging:

‘So my approach was to pay attention how important it is to see people on their own turf, where they feel at home and where you meet the people with whom they work. I call this ‘gardening’, and it is one of the most underrated aspects of diplomacy. They way to keep weeds from overwhelming you is to deal with them constantly and in their early stages. President Reagan was in full agreement with me. In fact, after the

(22)

plans for my proposed journey south had been approved and were well under way, he called and said he would like to make it a presidential trip.’69

De volgende anekdote van Shultz over zijn bezoek aan het Midden-Oosten weerspiegelt zowel de angst voor het communisme als de Amerikaanse concentratie op het westelijk halfrond. Shultz kwam net terug uit het Midden-Oosten, toen hij bij CIA-directeur Bill Casey geroepen werd. Zonder een woord vuil te maken over het door Shultz net afgeronde bezoek, begon Casey gelijk over het beleid met betrekking tot Centraal-Amerika en de communistische dreiging in de regio. Shultz noteerde dat hij verbaasd was over de heftigheid waarmee Casey reageerde, alsmede de obsessie met het onderwerp:

‘The American people are not behind our policy in Central America. Our support in ` Congress is fading. We’re in danger of losing on what is by far the most important foreign policy problem confronting the nation. You shouldn’t be traveling around Europe. You should be going around the United States sounding the alarm and generating support for tough policies on the most important problem on our agenda. Force is the only language the communists understand.’70

De combinaties van de strijd tegen het communisme, de aandacht voor het westelijk halfrond en het feit dat Pinochet bewezen had tegen linkse bewegingen op te treden, zorgden voor een hernieuwde toenadering tot Chili. In de eerste maanden van Ronald Reagan zijn termijn, werd gelijk geprobeerd de relatie met Chili te verbeteren. Zo valt er in een geheim document van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Haig aan president Reagan te lezen dat er gewerkt moest worden aan een betere band met Chili. In de brief van 16 februari 1981, een maand na Reagan zijn aantreden als president, stond onder meer dat de ban op Ex- en Import Bankleningen en de uitsluiting van Chili bij UNITAS als vervelend werden beschouwd en deze maatregelen teruggedraaid moesten worden. Haig noteerde dat hij snapte dat de maatregelen genomen moesten worden in verband met het niet meewerken van de Chilenen aan de moordzaak op Letelier, maar toch zag hij noodzaak om de

69

Shultz, Turmoil, 128.

70

Ibidem, 285.

(23)

maatregelen terug te draaien.71 Waar Carter de Letelier-zaak nog als een obstakel in de onderlinge

relatie tussen Chili en de VS zag, had de Reagan regering er geen moeite mee om ondanks de geringe samenwerking van de Chilenen bij het onderzoek, in de eerste maand van de nieuwe regering de maatregelen al terug te draaien.

De beslissing om Chili weer uit te nodigen bij militaire oefeningen van UNITAS werd

gelegitimeerd door te stellen dat Chili een belangrijke maritieme kracht was in Zuid-Amerika. In een voormalige geheime memo van Haig stond dat vanwege Chili’s strategische locatie het onderhouden van militaire samenwerking in het belang was van de verdediging van het halfrond.72 Ook werd er

gesteld dat een verbeterde relatie met de Chileense marine noodzakelijk was vanwege de globale kracht van de Sovjet-Unie.73 De verklaringen die de Amerikaanse regering aflegde met betrekking tot

de importantie van de Chileense marine, werden in Lars Schoultz zijn boek National Security and

United States policy toward Latin America ontkracht. Schoultz stelde in zijn boek dat het bijna

algemeen erkend is dat de Zuid-Amerikaanse communicatielijnen aan de westkust als minst belangrijk werden beschouwd in de omgeving van Latijns-Amerika. Tevens beweerde Schoultz dat mócht de Verenigde Staten in actie moeten komen voor de kust van Chili, dat er helemaal geen bewijs was dat Washington de Chileense krachten om hulp zou vragen. De Chileense marine was bijvoorbeeld zeer klein van schaal en erg verouderd. Gedurende de vele interviews die Schoultz afgenomen had voor z’n boek, had geen één beleidmaker de indruk gegeven dat Chili in staat was om de veiligheid van de Zuid-Amerikaanse westkust te garanderen. Schoultz stelde dat er door de beleidsmakers die de verklaringen hebben afgelegd omtrent de Chileense marine, enkel gezocht werd naar een acceptabele reden om de banden met de Pinochet regering weer te verbeteren. De auteur was van mening dat de uitspraken met betrekking tot het hervatten van militaire en economische hulp, perfecte voorbeelden waren hoe de nationale veiligheid gebruikt kon worden om de debatten over de buitenlandse politiek te manipuleren. In plaats van het Congres te overtuigen van Carter zijn fouten, probeerde de Reagan regering het Congres te beangstigen met argumenten over de nationale veiligheid.74

Er werd meer actie ondernomen om de banden met het Pinochet regime te verbeteren. Eenmaal Amerikaans ambassadeur bij de Verenigde Naties zou Kirkpatrick zich inzetten om de relatie tussen Chili en de Verenigde Staten weer te verbeteren. Bij vergaderingen van de VN stemde

Kirkpatrick tegen een speciale mensenrechten rapporteur om de misbruiken en schendingen in Chili

71

Digital National Security Archive, Chile and the United States. U.S. policy toward democracy, dictatorship,

and human rights, 1970–1990, ‘Our policy toward Chile’, 16 februari 1981.

72

Digital National Security Archive, Chile and the United States. U.S. policy toward democracy, dictatorship,

and human rights, 1970–1990, ‘Our policy toward Chile’, 16 februari 1981.

73

Paul E. Sigmund, The United States and democracy in Chile (Baltimore 1993) 134.

(24)

te onderzoeken. In augustus 1981 bracht Kirkpatrick zelfs een bezoek aan Chili. Met haar bezoek had ze het verlangen ‘to fully normalize our relations with Chile’.75 De ontmoetingen met Pinochet,

ministers en officieren omschreef ze als ‘very pleasant’.76 De Chileense leiders reageerden positief op

de intenties van de Amerikaanse regering om de banden onderling te versterken.77 Het idee achter de

toenadering tot Pinochet was het opnieuw bevestigen van Westerse belangen en waarden in Latijns-Amerikaanse landen.78 Ten tweede werd er vóór gestemd om multilaterale leningen aan Chili te

verstrekken. Ten derde, waar Rosalynn Carter bij reizen in Zuid-Amerika met opzet geen bezoek bracht aan Chili, gingen bewindvoerders van Reagan wél naar Chili toe. Zoals vermeld bracht Kirkpatrick bijvoorbeeld een bezoek bij Pinochet, maar meerdere beleidsmakers, zoals Vernon A. Walters, een luitenant-generaal in het Amerikaanse leger en diplomaat die door Reagan als

‘zwevende ambassadeur’ gebruikt werd, bezochten Chili. Ook nodigde de Amerikaanse regering hoge politici uit Chili uit om Washington te bezoeken.79 Ten vierde werd een erkend Pinochet-aanhanger,

James Theberge, als ambassadeur in Chili gekozen.80

Er is nog een reden die heeft bijgedragen aan de toenadering tot het Pinochet regime, namelijk de sterke vrijemarkteconomie die tot bloei kwam onder Pinochet. In de jaren ’70 en ’80 kregen enkele economen, waaronder Milton Friedman, de taak om de Chileense economie te

hervormen. Zij werden de ‘Chicago Boys’ genoemd, vernoemd naar de Universiteit van Chicago, waar veel van hen hun opleiding hadden genoten. Het lukte hen om door middel van een open en vrije markt de Chileense economie één van de sterkste van het continent te maken.81 Een voorbeeld van

één van de successen van de Chicago Boys was de enorme daling van de inflatie in Chili. Waar de inflatie in 1973 nog 605.9% was, was deze in 1981 gedaald tot 9.9%.82 Een ander voorbeeld is de

stijging van het bruto nationaal product: tussen 1976 en 1981 steeg het bnp met 7% per jaar. Door de groeiende economie lagen Chileense appels in Britse supermarkten en Chileense kwaliteit wijnen in Amerikaanse slijterijen.83 Journalist John Chamberlain noemde in 1982 de economische invloeden in

Chili ‘Reaganomics’ en sprak van een succes van ‘Reaganism’ in Chili.84 De Reagan regering

75

ProQuest Historical Newspapers, The New York Times with Index, New York Times (1923-Current file), ‘Chilean exiles appeal to Mrs. Kirkpatrick for help. 'A fear of ideas', 22 september 1981.

76

Kornbluh, The Pinochet file, 417 en 418.

77

Digital National Security Archive, Chile and the United States. U.S. policy toward democracy, dictatorship,

and human rights, 1970–1990, ‘Ambassador Kirkpatrick's visit to Santiago. Overview’, 10 augustus 1981.

78

Digital National Security Archive, Chile and the United States. U.S. policy toward democracy, dictatorship,

and human rights, 1970–1990, ‘Ambassador Kirkpatrick's visit to Santiago. Overview’, 10 augustus 1981.

79

Kornbluh, Pinochet file, 417 en 418.

80

Carothers, In the name of democracy, 151.

81

Ibidem, 975.

82

Simon Collier en William F. Sater, History of Chile. 1808-2002 (Cambridge 2004) 367.

83

Collier, History, 639.

(25)

begunstigde Pinochet en zijn regime vanwege de open, vrije markt en gezonde economie.85 Ook

Kirkpatrick uitte zich in de zomer van 1981 positief over de ontwikkelingen in Chili: ‘The Reagan administration shares the same convictions as the architects of Chile’s economic policy – that a free market approach will prove more effective in restoring fully the economic strenght in the United States.’86

De banden met het Pinochet regime werden verbeterd, maar in 1982 liet Reagan zich nogal

groot uit over een onderwerp wat eigenlijk niet overeenkwam met de toenadering tot Chili: het wereldwijd promoten van democratie. In juni 1982 hield Reagan een speech voor het Britse

parlement, waarin hij benadrukte dat de Verenigde Staten zich in zou zetten voor ‘the infrastructure of democracy, the system of a free press, unions, political parties, universities, which allows a people to choose their own way to develop their own culture, to reconcile their own differences through peaceful means.’87 Eigenlijk waren alle punten waarvan Reagan zei dat de Verenigde Staten zich sterk

voor ging maken (namelijk vrije pers en politieke partijen) aan banden gelegd door het Pinochet regime. Het stond de pogingen tot een verbeterde relatie echter niet in de weg, wees de praktijk uit. Op 4 oktober van hetzelfde jaar was er in Costa Rica een bijeenkomst voor vertegenwoordigers van landen uit Centraal-Amerika. Uit deze ontmoeting kwamen de San José Akkoorden tot stand. De doelen van de akkoorden waren onder andere ‘to create and maintain truly democratic government institutions based on the people’s will as expressed in free and regular elections … to respect human rights … to limit armaments and the size of the military and security forces to the levels that are strictly necessary for maintenance of public order and national defense.’88 De doelen die de

akkoorden uitspraken, vond men totaal niet terug in de Chileense politiek, maar ook dit hinderde de Amerikaanse politiek niet om toenadering te zoeken tot het regime. Hoe was het mogelijk dat de Reagan regering enerzijds de relatie probeerde te verbeteren met het dictatoriale regime van

Pinochet, maar anderzijds uitsprak om de democratie in de wereld te promoten? Het antwoord is het feit dat er geen communistische dreiging uitging van het Chili van Pinochet. De buitenlandse politiek van Reagan was dusdanig gefixeerd op het indammen van de communisten, dat alle landen die géén communistisch regime hadden, als vriend werden bestempeld. In Centraal-Amerika bijvoorbeeld, was de communistische dreiging vele malen groter door de communistische invloeden in onder andere Cuba en Nicaragua. Het feit dat Pinochet rechts was en bekend stond om zijn afkeer tegen linkse invloeden, maakte hem tot metgezel van de Amerikanen in de strijd tegen het communisme. In de

85

Carothers, In the name of democracy, 150.

86

Kornbluh, The Pinochet file, 416.

87

Reagan Library, President Reagan’s public speeches and statements 1981-1989, ‘Address to members of the British Parliament’, 8 juni 1982.

(26)

beleidsprioriteiten van Reagan en zijn adviseurs woog het anticommunisme van Pinochet zwaarder dan de gewelddadige wreedheden die hij heeft begaan.89

3. Afwijking van de ingezette koers

By the start of the second Reagan term, however, I was convinced that the U.S. approach was not working. We understood Pinochet: he was not changing.90

In de eerste jaren van het presidentschap van Reagan was het de insteek van de regering om toenadering te zoeken tot Pinochet en de politiek van Carter niet voort te zetten. Banden tussen de Verenigde Staten en Chili werden verbeterd en Pinochet kon weer op financiële en militaire steun rekenen vanuit Washington. De trend van verbetering zou echter omslaan. Aan het einde van Reagan zijn tweede termijn was het beleid tegenover het Chili van Pinochet 180 graden gedraaid in

vergelijking met zijn eerste jaren. Hoe kwam deze ommekeer tot stand? En wanneer vond de koerswisseling plaats? Verschillende auteurs met hun argumenten zullen vergeleken worden. Is er een eenduidig moment aan te wijzen waarop de Reagan regering omsloeg of verschillen de auteurs in visie over het startpunt? De belangrijkste bronnen zullen bestaan uit officiële overheidsdocumenten, afkomstig uit het National Digital Security Archive. En wat waren de drijfveren achter de

koerswijziging? Welke gebeurtenissen hebben daaraan bijgedragen? Tenslotte zal er gekeken worden naar het Chileense referendum van 1988. Wat hield dit referendum in en wat had de Amerikaanse regering er mee te maken? Werd het referendum een succes, en waar lag dat aan?

De toenadering tot Chili zou niet tot het einde van Reagan zijn regeerperiode standhouden. Verschillende gebeurtenissen hebben invloed gehad op de beleidsmakers in Washington. Wanneer men verscheidene interne memo’s en auteurs leest, valt op dat het jaar 1984 als een jaar beschouwd kan worden waarin de beleidsmakers het erover eens zijn dat langzamerhand afstand creëren van Pinochet de beste oplossing is. Paul Sigmund hecht veel waarde aan een speech van

plaatsvervangend assistent-staatssecretaris voor Latijns-Amerikaanse zaken James Michel uit maart 1984. In deze openbare speech uitte Michel zijn zorgen over de ontwikkelingen binnen Chili. De

89

Kornbluh, Pinochet file, 417.

90

Shultz, Turmoil, 970.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beslissend voor de post-theïstische spiritualiteit waar dit boek een pleidooi voor houdt is dat het suizen van de stilte een leegte is, en dat die leegte (het ‘iets’ van God

Van hem bestaan beelden, geschriften, inscripties, beschrijvingen van tijdgenoten als Cicero en we hebben in het Allard Pierson Museum dus onze kleizegel, die hij met zijn eigen

In het kader van het Parapluplan Gerbera heeft Wageningen UR Food & Biobased Research onderzoek gedaan naar maatregelen in de keten om Botrytis-aantasting te

We report here TBIA101, an antimicrobial peptide derivative that was conjugated to DOTA and radiolabeled with 68 Ga for a subsequent in vitro assessment and in vivo infection

Gebleken is dat bij de verdeling van het deelbudget voor ‘Te goeder trouw’ (in de definitieve vaststel- ling 2017) de Aanwijzingen besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017 van

Betrouwbare gegevens over de zorgconsumptie van DME patiënten in de Nederlandse praktijk, de kosten van blindheid, het werkverzuim en het aantal injecties met ranibizumab

De vraag of deze toename van de staatsschuld wenselijk was in het midden latend, kan alvast geconcludeerd worden dat Reagans programma blijkbaar niet voor de gewenste

Deze behelst zowel poliklinisch als klinisch (- opgenomen) behandelde patiënten. De tot landelijke aantallen opgehoogde steekproefaantallen kunnen in de tijd