B
ed
rij
fs
Duu
rzaam
he
id
s S
co
re
BDS
B
ed
rij
fs
D
uu
rzaa
mheids S
cor
e
BDS
Be
dr
ijf
s D
uurzaamheids
Sc
ore
BDS
EconomieArbeid Ecologie 15 10 5 0 -5 -10 % Verandering van duurzaamheid door inpassen van beheersgras op 25 % van de bestaande oppervlakte.
Imago
4 Ecologische Duurzaamheid
Ecologische duurzaamheid bestaat uit zes onderwerpen: (1) kwaliteit oppervlaktewater (vervuiling met nitraat en fosfaat)
(2) grondwaterkwaliteit (nitraatconcentratie)
(3) verdroging (meting watergebruik gewassen, dieren en bedrijfsvoering) (4) verzuring (vooral ammoniak, stikstofoxiden en zwaveldioxide) (5) broeikasgaseffect (vooral direct en indirect energieverbruik)
(6) toxiciteit (gebruik zware metalen en pesticiden)
Door naar meerdere indicatoren te kijken wordt een melkveebedrijf niet alleen beoordeeld op basis van één onderwerp (bijvoorbeeld grondwaterkwaliteit). Melkveehouders op droge zandgrond hebben bijvoorbeeld vooral te maken met nitraatconcentratie in het
grondwater en verdroging, terwijl kwaliteit van het oppervlaktewater een belangrijke indicator is op kleigrond. Wanneer zuinig en efficiënt met (natuurlijke) hulpbronnen (energie en water) en grondstoffen (kunstmest en krachtvoer) wordt omgegaan kan
een goede score worden behaald voor ecologische duurzaamheid. Dit levert ook direct financieel voordeel op.
Meer omzet is het snelst te realiseren door extra
te melken, maar wel tegen minimale kosten want
de huidige quotumprijzen liggen te hoog
V O O R B E E L D
Uitbesteden jongvee helpt pas op termijn
Jongvee opfok uitbesteden en de vrijkomende ruimte benutten voor extra melkkoeien kan een goede strategie zijn. Vooral door de hogerestikstofefficiëntie stijgt de ecologische duurzaamheid. Na afschrijven van het gekochte quotum stijgt ook de economische duurzaamheid.
De extra diertransporten zorgen voor een lager imagoscore.
15 10 5 0 -5 -10 %
Verandering van duurzaamheid door uitbesteden jongvee opfok en extra quotum kopen. (Gearceerde staaf = economisch effect na afschrijving quotum).
EconomieArbeid Imago Ecologie
3 Maatschappelijke Duur
zaamheid
“Maatschappelijke duur
zaamheid” heeft te maken met het imago van de melkveehouderij. Om het imago “te meten” zijn vier verschillende onderwerpen geselecteer
d: voedselveiligheid,
dierenwelzijn, dier
gezondheid en landschappelijke waar de.
De scores wor
den berekend door te kijken naar het management van de melkveehouder (vb. toepassen weidegang en gesloten houden van het bedrijf). W
ettelijke eisen
(o.a. KKM) zijn hierbij een minimum. Als uit de maatschappij str
engere eisen gewenst zijn
voor bijvoorbeeld voedselveiligheid of dier
enwelzijn, dan kunnen melkveebedrijven met een
goede score voor maatschappelijke duur
zaamheid hier makkelijker op inspelen.
Een bedrijfsvoering met beheersgras biedt mogelijkheden
voor sommige bedrijven indien de koeien en de
melkveehouder niet gericht zijn op de hoge melkproductie.
V O O
R B E
E L D
Beheersgras: Scor
en op imago en
ecologische duur
zaamheid
Op kleine en extensieve melkveebedrijven is de ver
goeding voor beheersgras
vaak een extra inkomstenbr
on. Voor intensieve bedrijven is de pr
oductie van
beheersgras niet geschikt omdat de lager
e voederwaar
de gecompenseer d
moet worden met de aankoop van extra (kracht)voer
. Het imago en de
ecologische duur
zaamheid wor
den wel hoger
Eén scor
e voor
duurzaamheid van
het melkveebedrijf
Be
dr
i
jfs
Duu
rz
aa
m
heid
s
Sc
or
e
BDS
Be
dr
ijfs Duurzaamhe
ids
S
co
re
BDS
B
ed
rij
fs
D
uu
rzaa
mheids S
cor
e
BDS
EconomieArbeid Imago Ecologie 15 10 5 0 -5 -10 %
Verandering van duurzaamheid door samenwerking van intensief melkveebedrijf met akkerbouwer (gearceerde staaf = gezamenlijk effect akker- en melkveebedrijf).
15 10 5 0 -5 -10 %
Verandering van duur zaamheid
door overstap naar automatisch melken en volle
dig opstallen van vee bij intensief bedrijf.
Economie Arbeid
Imago
Ecologie
1 Economische duurzaamheid
“Economische duurzaamheid” betekent dat het bedrijf voldoende rendabel is om nu én in de toekomst voldoende inkomen te leveren voor de ondernemer en zijn/haar gezin.
Het gezinsinkomen is een zeer belangrijk kengetal bij die berekening. Bij economische duurzaamheid wordt gekeken naar de lange en korte termijn.
Een belangrijk aandachtspunt is de vraag of het bedrijf in de huidige opzet door een opvolger is voort te zetten.
Samenwerken tussen ondernemers moet leiden tot
slimmer werken (1+1=3), anders verbetert het rendement niet.
V O O R B E E L D
Melkveehouder en akkerbouwer: samen sterker
De melkveehouder besteedt de de teelt van maïs uit aan een akkerbouwer. De akkerbouwer kan hierdoor in zijn bouwplan meer aardappels verbouwen. De melkveehouder heeft lagere kosten voor mestafzet en loonwerk en extra inkomsten uit landverhuur. Ecologisch gezien daalt de duurzaamheid voor het
melkveebedrijf omdat op minder grond vee wordt gehouden. Als je echter het melkvee- en het akkerbouwbedrijf als één geheel ziet dan verbetert de
ecologische duurzaamheid.
2 Duur
zaamheid Arbeidsomstandigheden
Het aantal uren dat de melkveehouder en zijn gezin werken weegt het zwaarst bij de bepaling van “Duur
zaamheid van arbeid”. Bij de ber
ekening wor
den naast het aantal ur
en ook de arbeidsomstandigheden (zowel fysiek als psychisch) meegenomen in het eindoor
deel over de duurzaamheid van arbeid. Een hoge scor
e voor duur
zaamheid betekent dat de melkveehouder meer tijd heeft voor het gezin en ander
e sociale contacten.
Als een ondernemer eenmaal gewend is aan
het automatisch melksysteem, heeft hij een ‘nieuwe’ dagindeling.
De tijdstippen van werkz
aamheden zijn beter op het gezinsleven
aan te passen en de vervangbaarheid is vaak gemakkelijker.
V O O R B
E E L D
Automatiser
en lever
t niet automatisch meer
Overstappen naar een automatisch melksysteem bespaart arbeid. Maar de kosten stijgen. Een zwar
e investering en meer kosten voor elektriciteit, water en mestafvoer
. Op de kor
te termijn daalt de economische duur
zaamheid. Bij volledig opstallen daalt ook de scor
e voor imago. Door de extra aanvoer van krachtvoer en de hoger
e ammoniakemissie wor dt de scor
e voor ecologische duurzaamheid iets lager
.
Duurzaamheid melkveebedrijven is meetbaar
Als je het verschil in duur
zaamheid tussen melkveebedrijven wil meten zijn vergelijkbare cijfers nodig. V
oor vier verschillende deelgebieden van duurzaamheid op een bedrijf zijn indicator
en vastgesteld.
BDS ber
ekenen met bekende cijfers
Voor de ber
ekening van de BDS wor
den vier ingangen gebruikt:
Economie, Maatschappij, Arbeid en Ecologie
.
De informatie voor deze vier ingangen bestaat uit bekende kengetallen (o.a. gezinsinkomen, cijfers uit KKM) en een vragenlijst voor bedrijfskenmerken
en managementmaatr
egelen. Per ingang wor
den zo zwakke en sterke
onderdelen van een bedrijf voor duur
zaamheid zichtbaar .
Samengevoegd vormen de cijfers de BDS van een bedrijf. Dit getal geeft in één keer de duur
zaamheidsscor
e van het bedrijf weer .
Opbouw BDS
O v e r
a l l d
u u r z
a a m h
e i d (
B D S )
economische duurzaamheid maatschappelijke ecologische duurzaamheid van arbeid duurzaamheid duurzaamheidGebruik BDS in de praktijk
Doordat de BDS de zwakke en sterke onderdelen van een bedrijf weer geeft
kunnen die per onder
deel ook bekeken wor
den. Zo kunnen de gevolgen
van een ander
e bedrijfsstrategie (bv
. natuurbeheer of automatisch
melken) voor de duur
zaamheid ber
ekend worden. Zowel voor de BDS of
per onderdeel. Hier
door is er dir
ect een goed beeld welk scenario voor
een bedrijf op de kor
te en/of lange termijn een optimaal r
esultaat voor
duurzaamheid oplever t.
Bonus voor bedrijven met hoge BDS?
Bedrijven die goed scoren op duurzaamheid zijn in de toekomst mogelijk extra inter
essant als leverancier
. Vooral verwerkende
bedrijven die zelf duur
zaam (willen) pr
oduceren hebben
belangstelling voor bedrijven met een hoge BDS. Vormgeving en opmaak
Hetty Wolbers, ASG
Financiering
Het project “Afwegingen en indicatoren voor duurzame bedrijfsvoering in de melkveehouderij” is een onderdeel van het programma Maatschappelijk
Geaccepteerde Veehouderij en wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit pr
oject kunt u contact opnemen met: Klaas Jan van Calker tel 0320 – 293 211,
E-mail: klaasjan.vancalker@wur .nl Internet: www
.verantwoor
deveehouderij.nl of op de site van ASG, divisie Praktijkonder
zoek www .asg.wur/po
Colofon Het project “Afwegingen en indicator
en voor duur
zame bedrijfsvoering in de
melkveehouderij” wor
dt uitgevoerd onder auspiciën van de Animal Sciences Gr oup
van Wageningen UR (ASG). Projectleiding Michel de Haan en Klaas Jan van Calker