Kinderen laten bewegen met Twinkel Tegels

Hele tekst

(1)ONDERZOEK. Twinkeltegels zijn ontwikkeld om met interactieve beweeggames een innovatief beweegaanbod te realiseren, dat mogelijk ook kinderen die graag gamen aanspreekt. Het Lectoraat Innovatieve Beweegstimulering en Sport van De Haagse Hogeschool onderzocht of deze Twinkeltegels kunnen bijdragen aan het halen van de beweegnorm.. Kinderen laten bewegen met Twinkeltegels Hester van der Sloot & Tinus Jongert. 22. De Nederlandse Norm Gezond Bewe-. 4-17 jaar aan deze norm.2. gen (NNGB) geeft aan dat jongeren. Een belangrijke doelgroep bij beweeg-. tot 18 jaar dagelijks minimaal één uur. stimulering vormen inactieve kinderen. tenminste matig intensief (5 tot 8 MET). die veel tijd achter de computer en. lichamelijk actief zouden moeten. televisie doorbrengen.2 Veel van deze. zijn, waarbij de activiteiten minimaal. kinderen voelen zich niet meer aange-. twee maal per week gericht zijn op. trokken tot het traditionele sport- en. het verbeteren of handhaven van de. beweegaanbod. Er zijn verschillende. lichamelijke fitheid (kracht, lenig-. innovatieve concepten ontwikkeld om. heid en coördinatie).2 Hierbij staat 1. juist deze kinderen aan het bewegen. MET (metabool equivalent) gelijk aan. te krijgen. De Nintendo Wii is waar-. een energieverbruik van 1 kcal per kg. schijnlijk het bekendste voorbeeld.. lichaamsgewicht per uur. In 2009 vol-. Daarnaast is bekend dat steeds meer. deed slechts 22% van de jeugdigen van. kinderen in (grote) steden te weinig. S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 1 – j a a r g a n g 6 5.

(2) bewegen. Ook deze kinderen zouden. en de mate van lichamelijke activiteit. minimale belastingsintensiteit van 5. geholpen zijn met innovatieve vormen. tijdens het spelen op de Twinkeltegels. tot 8 MET (matig intensieve activi-. van bewegen, bijvoorbeeld concep-. onderzocht door het meten van de. teit) die nodig is om aan de NNGB te. ten voor buitenspelen waarbij relatief. zuurstofopname en de hartfrequentie.. voldoen. Aangezien kinderen volgens. weinig ruimte nodig is en die in de. Daarnaast zijn er van nog eens 10 kinde-. de NNGB – als onderdeel van de al. directe woonomgeving gelegen zijn.3. ren hartslaggegevens verzameld tijdens. genoemde 1 uur matig intensieve. Bij beweegstimulering voor kinderen. het spelen van twee spellen, te weten. lichaamsbeweging per dag – ook mini-. is het daarnaast belangrijk om speci-. ‘Vliegen vangen’ en ‘Alarmfase rood’.. maal 3x per week minstens 20 minu-. fiek aandacht te besteden aan (buiten). Het onderzoek is uitgevoerd bij een. ten inspannende lichaamsbeweging. spelen; dit is één van de be-. zouden moeten hebben, kan. langrijkste beweegactiviteiten. geconcludeerd worden dat de. van kinderen.1. onderzochte spellen hieraan een bijdrage kunnen leveren.. Twinkeltegels. De spellen dienen dan wel ge-. Het bedrijf Colibri Interac-. durende 20 minuten gespeeld. tive Innovations BV heeft de. te worden. Op basis van dit. Twinkeltegels ontwikkeld. Het. onderzoek is helaas niet vast. zijn intelligente, drukgevoe-. te stellen of kinderen dit ook. lige, lichtgevende tegels met. daadwerkelijk zullen doen. De. de afmeting van een gewone. kinderen gaven wel aan graag. stoeptegel. Met een basisset. (en vaker dan nu) op de tegels. van deze tegels kunnen ver-. te willen spelen. Observaties. schillende spelletjes worden. gedurende een langere periode. gespeeld, die door de kinde-. tijdens een vervolgonderzoek. ren zelf worden geactiveerd,. zouden hierover meer duide-. gespeeld en aangepast. De ver-. lijkheid kunnen geven.. wachting is dat de tegels vooral zullen. steekproef van kinderen tussen de 6 en. Uit de interviews kwam naar vo-. aanslaan bij 6- tot 12-jarige kinderen.. 12 jaar (gem. 7,9 jaar) uit de groepen 3. ren dat het bedieningsgemak van de. Onderzocht is of het spelen van de. t/m 7. Daarnaast zijn er focusgroepin-. Twinkeltegels te wensen over laat. De. spellen ‘Vliegen vangen’ en ‘Alarmfase. terviews gehouden met de 20 kinderen. kinderen vonden de opstarttijd van de. rood’ qua intensiteit van de daarmee. die deelnamen aan de metingen. De. spellen te lang en het is hen niet altijd. gepaard gaande lichamelijke inspan-. kinderen zijn in tweetallen geïnter-. duidelijk hoe een spel gestart moet. ning zouden kunnen bijdragen aan het. viewd, waarbij apart met de jongens en. worden. Dit zijn belangrijke punten. behalen van de NNGB. De volgende. de meisjes is gesproken. Tevens zijn er. die verbeterd dienen te worden.. vragen stonden in dit onderzoek cen-. observaties uitgevoerd. Deze obser-. De meerderheid van de kinderen gaf. traal:. vaties hebben plaatsgevonden op een. aan de spellen ‘Vliegen vangen’ en. 1. Wat is het energieverbruik van basis-. maandag, woensdag en zaterdag tussen. ‘Alarmfase rood’ leuk te vinden en. schoolkinderen van 6 t/m 12 jaar. 12.00-13.00 uur en tussen 15.30-16.30. vaker te willen spelen. Er zijn geen op-. tijdens het spelen met de Twinkel-. uur. Daarnaast is er op een woensdag. vallende verschillen gevonden tussen. tegels?. vóór de plaatsing van de Twinkeltegels. jongens en meisjes als het gaat om de. tussen 12.00-13.00 uur en tussen 15.30-. ervaringen met de Twinkeltegels. Het. 16.00 uur geobserveerd.. lijkt er dus op dat ze zowel jongens als. 2. Hoe wordt het spelen met de Twinkeltegels door deze kinderen ervaren?. meisjes aanspreken.. Resultaten. Op de huidige locatie werden de tegels. schooltijden zelfstandig gebruik van. Uit het onderzoek is gebleken dat. vooral direct na school of in de pauze. de Twinkeltegels?. met de spellen ‘Vliegen vangen’ en. gebruikt. Het gebruik was van korte. ‘Alarmfase rood’ een gemiddelde. duur (minder dan 3 minuten) en dat. Methode. MET-waarde van respectievelijk 12,4. is voornamelijk te wijten aan het feit. In het onderzoek is bij 10 kinderen. en 12,6 behaald wordt. Dit komt neer. dat de kinderen geen spellen kunnen. (5 jongens en 5 meisjes) van de Freinet-. op een zwaar intensieve lichamelijke. opstarten vanwege de grote hoeveel-. school in Delft de belastingintensiteit. activiteit en is ruim hoger dan de. heid kinderen die tegelijkertijd op de. 3. Welke kinderen maken buiten. S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 1 – j a a r g a n g 6 5 . 23.

(3) Twinkeltegels gaat stampen zonder dat. Nederlandse Norm Gezond Bewegen.. er een spel is gestart. De Twinkeltegels. Mede vanwege de beperkte hoeveel-. zijn daarmee wel erg aantrekkelijk,. heid ruimte die de Twinkeltegels vra-. maar door onjuist gebruik is die aan-. gen zijn ze zeer geschikt om in wijken. trekkingskracht maar van korte duur.. met weinig speelruimte geplaatst te. Uitleg over het starten van een spel. worden. Het huidige onderzoek geeft. en observaties gedurende een langere. echter nog geen uitsluitsel of het plaat-. periode moeten uitsluitsel geven of. sen van de Twinkeltegels er inderdaad. het gebruik (per keer) daarmee langer. toe leidt dat meer kinderen aan de. zal duren en of de tegels op langere. beweegnormen gaan voldoen. Dat is. termijn interessant zullen blijven voor. niet onderzocht. Daarnaast kan op. de diverse doelgroepen.. basis van dit onderzoek geen uitspraak gedaan worden over het gebruik door. Conclusie. kinderen op de lange termijn.. De Twinkeltegels spreken zowel jongens als meisjes tussen de 6 en 12 jaar aan. Kinderen zijn er nieuwsgierig naar en ze nodigen uit tot spelen en bewegen. Als de kinderen weten hoe een spel gestart kan worden kan het spelen op de Twinkeltegels een bij-. Literatuur. 1. Bakker I, Vries SI de, Jongert MWA, Bogaard CMH, Hirtum WJEM van & Joore JP (2008). Playground van de toekomst, succesvolle speelplekken voor basisscholieren. TNO-rapport KvL/B&G/2008.012. Leiden: TNO Kwaliteit van Leven.. drage leveren aan het behalen van de. (Advertentie). 24. S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 1 – j a a r g a n g 6 5. 2. Hildebrandt VH, Chorus AMJ & Stubbe JH (2010). Trendrapport ‘Bewegen en Gezondheid’ 2008/2009. Leiden: TNO Kwaliteit van Leven. 3. Overbeek K van, Vries SI de, Jongert MWA & Hopman-Rock M (2005). Make me Move! Het ontwerpen van een stimulerende omgeving die kinderen uitnodigt om spontaan te bewegen: het vooronderzoek. TNO rapport KvL/JPB 2005.199. Leiden: TNO Kwaliteit van Leven.. Over de auteurs. Hester van der Sloot is docent anatomie bij de opleiding Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool en lid van de kenniskring van het Lectoraat Innovatieve Beweegstimulering en Sport. Tinus Jongert is directeur van het Nederlands Paramedisch Insituut (NPI) en lector Innovatieve Beweegstimulering en Sport aan De Haagse Hogeschool..

(4)

No results found