• No results found

Het is goed afdekken in meerjarige teelten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het is goed afdekken in meerjarige teelten"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

U.K.

Van den Berg is freelancejourna-list voor De Boomkwekerij, boomkwekerij@hortipoint.nl.

Gert van den Berg

Het is goed afdekken in meerjarige teelten

Onkruidbestrijding

in meerjarige

teel-ten kost veel tijd.

Afdekmiddelen

kun-nen een oplossing

bieden. PPO Bomen

onderzocht of dit

ook inderdaad zo is.

Drie materialen

lij-ken een goede

meer-jarige

onkruidonder-drukking te geven.

In twee proeven van PPO Bomen die in 2003 van start gingen, zijn op veen (Bos-koop) en op droge zandgrond (Horst) afdekmaterialen toegepast in meerjarige teelten van Prunus laurocerasus en Cepha-lanthus occidentalis. In Horst zijn zes materialen getest: gehakseld stro, groen-compost, Toresa (houtvezel), Animal Star (strokorrels), BAS04 en een experimenteel middel. De afdekmaterialen zijn kort na planten opgebracht.

In Boskoop zijn drie materialen in het on-derzoek opgenomen: groencompost, bark en Toresa. Hier zijn de materialen op twee tijdstippen toegepast: vlak na planten en in de herfst. Dit is gedaan omdat betreding van het veen kort na planten moeilijk is en vooral de winterperiode als probleem in de onkruidbestrijding wordt ervaren.

Onkruidreductie

In Horst was de onkruiddruk hoog. Des-ondanks hadden het gehakselde stro, de strokorrels en de Toresa een onkruid- onderdrukking van 90-95% in het eerste jaar (figuur 1). De groencompost had in het eerste jaar een redelijk goede werking met 80% minder onkruid. In het tweede

jaar behielden het gehakselde stro en de Toresa hun goede werking met een on-kruidreductie van 85-90%. Van de stro-korrels was de werking minder (72% minder onkruid) en de groencompost ver-toonde helemaal geen werking meer.

De BAS04 had in het eerste groeisei-zoen een matige onkruidonderdrukking en in het tweede een geringe. De werking van het experimentele middel was in het tweede groeiseizoen juist beter dan in het eerste; hoewel over het geheel gezien de werking maar zeer matig was.

In Boskoop had de in het voorjaar op-gebrachte compost in het tweede groeisei-zoen bijna geen effect meer op het onkruid (figuur 2). De in het najaar opgebrachte compost verminderde het onkruid met 60%. De bark en Toresa verminderden het onkruid met ruim 90% bij opbreng in het najaar. Bij het opbrengen van deze materi-alen in het voorjaar was de vermindering van het onkruid ook nog goed: ongeveer 85% minder onkruid.

Gewasgroei

In Boskoop zijn gedurende de gehele proefperiode geen verschillen in gewas-groei waargenomen. Op de droge zand-grond wel. In het eerste jaar hadden de afdekmaterialen gehakseld stro en Toresa daar een positieve invloed op de lengte-groei en het aantal takken van Prunus. Vermoedelijk hadden de afdekmateri-alen op de droge zandgrond in de droge zomer van 2003 een positieve invloed op de vochtvoorziening van de planten. Dit positieve effect op de groei verdween ech-ter geheel in het tweede groeiseizoen. Aan het eind van het groeiseizoen werden geen verschillen gevonden in lengte en droog-gewicht van de planten.

Opvallend was de late uitloop van de planten in het tweede groeiseizoen bij afdekking met stro en Toresa. Vermoede-lijk is dit te wijten aan de langzamere op-warming van de grond onder deze afdek- materialen.

Stikstof

Van de materialen op basis van stro en hout is bekend dat ze stikstof vastleggen. De gebruikte houtvezel legt volgens de fa-brikant geen stikstof vast. Bodembemon-stering heeft dit bevestigd. Voornamelijk onder de strokorrel werd bijna geen stik-stof (nitraat) in de grond teruggevonden. Het gewas was ook wat lichter van kleur. Desondanks leverde dit geen verschil in de groei van het gewas op.

Een goede onkruidonderdrukking over twee groeiseizoenen blijkt met een aantal materialen dus mogelijk. Vooral het ge-hakselde stro, de houtvezel Toresa en de bark lieten goede resultaten zien. Afhan-kelijk van de besparingen op wieduren en herbiciden kan de inzet van

afdekmateria-len dus zinvol zijn. ■

In Horst is de werking van zes afdekmaterialen getest.

Foto:

PPO

Bomen

Het onderzoek is gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Afdekmaterialen

Ziekten/plagen

Figuur 1. Het effect van de afdekmaterialen op onkruid bij de teelt van Prunus in Horst in 2003 en 2004.

0 20 40 60 80 100 BAS04 Gehakseld stro Toresa Exp. Middel Groencompost Animal Star Onbehandeld % Onkruiden t.o.v . onbehandel d 2003 2004

Figuur 2. Het effect van de afdekmaterialen op onkruid bij de teelt van Cephalanthus in Boskoop in 2003 en 2004.

0 20 40 60 80 100 Toresa najaar Bark najaar Compost naja ar Toreso voorjaar Bark voorjaar Compost voorjaar Onbehandeld % Onkruiden t.o.v . onbehandel d 2003 2004

Wijnker is onderzoeker bij PPO Bomen in Lisse, (0252) 46 21 21/ jeroen.wijnker@wur.nl.

Jeroen Wijnker

Weerpatronen in Groot-Brittannië worden minder voorspelbaar. Ziekten en plagen vol-gen deze patronen, aldus boomteeltadviseur

John Adlam van Dove Associates in Nor-folk. Hij benadrukt het belang van deze

ontwikkeling: kwekers en voorlichters dienen zich hier terdege van bewust

te zijn: veranderende weerpatro-nen hebben grote gevolgen voor

het optreden van ziekten en plagen. De sector dient volgens Adlam ook meer alert te zijn op een mogelijke toename van exotische ziekte- en scha-deverwekkers. Vanwege de grilliger weerpatronen vereist het opstellen van teelt-adviezen meer zorg, is Adlams ervaring. Hij is dan ook blij met het project van HRI War-wick (onderdeel van de universiteit van WarWar-wick) waarin waarschuwingsmodellen worden ontwik-keld. Als hulp bij de bestrijding van schurft in appel is al een weermodel beschikbaar. Als opvallend voorbeeld van een verschuivend patroon noemt de Britse voorlichter het vroege optreden van echtemeeldauw in het afgelopen voorjaar. De schimmelziekte stak vroeger de kop op dan valsemeeldauw, wat volgens hem de omgekeerde volgorde is van de ziektebeelden in een ‘normaal’ voorjaar. Het natte herfstweer van de laatste jaren resulteerde in grotere problemen met wortelrot.

Ook milde winters stellen kwekers voor proble-men. In strenge winters gaan veel ziekten en pla-gen dood. In een zachte herfst houden bomen en heesters hun blad echter aanmerkelijk langer en dit vergroot de overlevingskansen van ziekte- en schadeverwekkers. Rozen staan soms in november nog in het blad, aldus de Britse sierteeltspecialist. Kwekers die in de herfst willen verplanten, moe-ten daarom vaker naar een ontbladeringsmiddel grijpen. Deze trend is in het zuiden nadrukkelijker waarneembaar dan in de noordelijker regio’s van Groot-Brittannië.

Valsemeeldauw is zowel op kwekerijen als op tuincentra een veelvoorkomende ziekte, weet Tim O’Neill van ADAS, de Britse dienst voor voorlichting en praktijkgerichte proefnemingen. Op tuincentra staan planten dicht opeen, terwijl het verboden is ziekten en plagen chemisch te bestrijden. In een niet-openbaar project worden daarom biologische methoden getest om de ziekte- en schadeverwekkers in toom te houden. Als opvallend verschijnsel op kwekerijen noemt O’Neill het sterkere optreden van Stemphylium-bladvlekkenziekte in Hebe. De oorzaak ervan is hem onbekend. De Boomkw ek er ij 2 7/28 (7 juli 2006)

12

De Boomkw ek er ij 2 7/28 (7 juli 2006)

13

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Coet- zee, “Practicing Pre-Modern, Modern and Post-Modern Biblical Sciences under One South African Roof” (inaugural lecture as professor of Old Testament Studies in the Department

In zijn alge- meenheid wordt door 'kwaliteit van bestaan' meer aandacht gevraagd voor zinvolle bezigheden gedurende de dag (al naar- gelang de leeftijd: opvang, onderwijs,

Each of the private educational initiatives discussed earlier can be regarded as a mini-education system since each of these provides for the identifiable needs of a particular

Die waarde van hierdie paging wat hy aangewend het orn 'n transportroete tussen Lourenco Marques en die goudvelde van Oos-Transvaal te vestig as voorloper tot die

Furthermore, the endophytic effect was evaluated on the aphid population growth with intrinsic rate of increase, plant response towards RWA herbivory, plant damage rate post

K kort tot zeer korte vrij dikke wortel, ongeschikt type, soms komen vrij veel schieters voor, minder gevoelig voor voos worden. L korte, dikke wortel, nogal gevoelig voor

Op het perceel hier direct naast gelegen, met de proef­ plekken M4 en M5 (afb. la) komen significant hogere grondwaterstanden voor.. 8), terwijl in beide gevallen de

Het project „ProGemüse“ wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Europees INTERREG IV A-programma, het bondsland Noordrijn-Westfalen en.. de