Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
ENTERITIS, ENTEROCOLITIS:
CHRONISCHE INFECTIE BIJ HIV GEINFECTEERDE PATIENTEN
• Klinische aspecten en commentaren
o Ernstigere en langer durende diarree, mogelijks met koorts, bloederige faeces, gewichtsverlies.
o Kan geassocieerd zijn met bacteriëmie en andere extra-intestinale complicaties (met of zonder voorafgaan-delijke of concomitante intestinale problematiek).
o Seksueel overgedragen aandoeningen (zoals lymphogranuloma venereum) kunnen zich ook voordoen als chronische diarree [vooral bij mannen die seks hebben met mannen (MSM)].
o Niet infectieuze oorzaken moeten worden uitgesloten (medicatie, maligniteiten, malabsorptie, inflammatoi-re intestinale pathologie, ...).
• Betrokken pathogenen
o Alle pathogenen die enteritis en enterocolitis veroorzaken. o Microsporidia.
o Cystisospora belli.
o Giardia lamblia (vooral bij MSM). o Entamoeba histolytica (vooral bij MSM). o Mycobacterium avium complex.
o Human cytomegalovirus. o Chlamydia trachomatis.
• Empirische anti-infectieuze behandeling
o Geen (gedocumenteerde behandeling). Antiretrovirale therapie is vaak de meest doeltreffende behandeling (verbetering van de immuniteit tegen opportunistische infecties).
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: afhankelijk van de betrokken pathogenen.