Archeologisch onderzoek Breeërsteenweg Kinrooi. Archeologische begeleiding wegeniswerken Breeërsteenweg te Kessenich, gemeente Kinrooi (Limburg).

(1)

Archeologisch onderzoek

Breeërsteenweg Kinrooi

Archeologische Begeleiding wegeniswerken Breeërsteenweg te Kessenich, gemeente Kinrooi (Limburg)

(2)

Archeologisch onderzoek

Breeërsteenweg Kinrooi

Archeologische Begeleiding wegeniswerken Breeërsteenweg te Kessenich, gemeente Kinrooi (Limburg)

GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1269

Definitief ISSN 1573-5710 Opdrachtgever: Gemeente Kinrooi Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 20 november 2012

(3)

Verantwoording

Titel : Archeologisch onderzoek Breeërsteenweg Kinrooi

Subtitel : Archeologische Begeleiding wegeniswerken Breeërsteenweg te Kessenich, gemeente Kinrooi (Limburg)

GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1269

Projectnummer : 321467

Referentienummer : 321467/EHV/GAR1269

Revisie : D

Datum : 20 november 2012

Auteur(s) : F.M.J. Delporte

E-mail adres : francies.delporte@grontmij.be

Gecontroleerd door : J.J.G. Geraeds

Paraaf gecontroleerd :

Goedgekeurd door : P. Kaasenbrood

Paraaf goedgekeurd :

Contact : Grontmij Nederland B.V.

Zernikestraat 17 5612 HZ Eindhoven Postbus 1265 5602 BG Eindhoven T +31 40 265 12 11 F +31 40 244 37 97 www.grontmij.nl

(4)

Administratieve gegevens

Opdrachtgever : Gemeente Kinrooi

Contactpersoon: dhr. J. Hermans Breeërsteenweg 146 3640 Kinrooi Uitvoerder Bevoegde overheid : Grontmij Nederland B.V. Vestiging Eindhoven Zernikestraat 17 5612 HZ EINDHOVEN : Onroerend Erfgoed Limburg mevr. Annick Arts

Koningin Astridlaan 50, bus 1 3500 Hasselt

Beheer en plaats van vondsten en documentatie

: Erfgoedruimte gemeente Kinrooi, Breeërsteenweg 146, 3640 Kinrooi Locatie : Gemeente Plaats Toponiem XY-coördinaten: Omvang plangebied Kadastrale nummer(s) Eigenaar: : : : : : : : Kinrooi Kessenich Hezerheide 248.380 / 204.742 248.461 / 204.831 248.477 / 204.829 248.469 / 204.720 2500 m²

Kinrooi, Afdeling 3, Sectie C, nrs. 285B (partim), 285C (partim), 286C (partim), 286E (partim), 287C (partim), 289B (partim) en 295T (partim) Gemeente Kinrooi Onderzoeksteam : Projectleiding / vergunninghouder Assistent : : F.M.J. Delporte

S. Rooms (Studiebureau Archeologie) M. De Puyt (Studiebureau Archeologie) Type onderzoek Vergunning Grontmij-projectnummer : Archeologische Begeleiding : 2012-275 : 321467 :

(5)

Samenvatting

In opdracht van de gemeente Kinrooi heeft Grontmij België B.V. in augustus en september 2012 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied wegeniswerken Breeërsteenweg 146 te Kessenich, gemeente Kinrooi (Limburg).

Aanleiding tot het uitvoeren van het onderzoek vormt de geplande aanleg van een nieuwe toe-gangsweg en riolering tot het bestaande gemeentehuis en tot het toekomstige containerpark. Het gebied is nu in gebruik als akker en is gedeeltelijk met bomen begroeid. De ruimtelijke ont-wikkelingen kunnen leiden tot verstoring en vernietiging van eventueel aanwezige archeologi-sche vindplaatsen. Daarom heeft Onroerend Erfgoed Limburg besloten dat de graafwerkzaam-heden binnen het plangebied onder archeologische begeleiding dienen te gebeuren.

In de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) wordt ter plaatse van het plangebied twee vind-plaatsen weergegeven. Dit betreft CAI 700428 met resten van een Celtic field en CAI 50772 met een vindplaats uit de Romeinse tijd.

Bij de uitvoering van de archeologische begeleiding zijn 30 recente paalkuilen en 1 recente greppel aangetroffen. 26 van deze paalkuilen maken deel uit van een lijnvormige structuur. De-ze structuur betreft vermoedelijk een vrij recent gesloopte perceelsafrastering.

Tijdens de archeologische begeleiding werden slechts een zeer kleine hoeveelheid vondsten aangetroffen. Dit betreft aardewerk, glas en vuursteen.

(6)

Inhoudsopgave (vervolg)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 6 1.1 Aanleiding ... 6 1.2 Onderzoeksopzet en richtlijnen... 6 1.3 Beleidskader ... 6 2 Bureauonderzoek ... 7 2.1 Methode ... 7

2.2 Plangebied, huidig en toekomstig gebruik ... 7

2.2.1 Plangebied ... 7

2.2.2 Huidig gebruik ... 8

2.2.3 Toekomstig gebruik ... 9

2.3 Beschrijven historische situatie en mogelijke verstoringen ... 10

2.4 Beschrijven bekende archeologische waarden ... 13

2.5 Beschrijving geologische en bodemkundige gegevens ... 15

2.5.1 Aanvullende Informatie ... 16 3 Archeologische begeleiding ... 18 3.1 Werkmethode ... 18 3.2 Bodem ... 18 3.3 Sporen ... 22 3.3.1 Recente sporen ... 22 3.3.2 Recente verstoringen ... 24 3.4 Vondsten ... 24 3.4.1 Aardewerk ... 24 3.4.2 Glas ... 25 3.4.3 Metaal ... 25 3.4.4 Vuursteen ... 25 3.5 Booronderzoek ... 25 4 Conclusie ... 27 Literatuurlijst en bronnen ... 28 Bijlage 1: Allesporenkaart Bijlage 2: Sporenlijst Bijlage 3: Vondstenlijst Bijlage 4: Boorgegevens Bijlage 5: Fotolijst Bijlage 6: Tekeningenlijst Bijlage 7: Dagrapporten

(7)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In opdracht van de gemeente Kinrooi heeft Grontmij België B.V. in augustus en september 2012 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plangebied wegeniswerken Breeërsteenweg 146 te Kessenich, gemeente Kinrooi (Limburg).

Aanleiding tot het uitvoeren van het onderzoek vormt de geplande aanleg van een nieuwe toe-gangsweg en riolering tot het bestaande gemeentehuis en tot het toekomstige containerpark. Het gebied is nu in gebruik als akker en is gedeeltelijk met bomen begroeid. De ruimtelijke ont-wikkelingen kunnen leiden tot verstoring en vernietiging van eventueel aanwezige archeologi-sche vindplaatsen. Daarom heeft Onroerend Erfgoed Limburg besloten dat de graafwerkzaam-heden binnen het plangebied onder archeologische begeleiding dienen te gebeuren.

1.2 Onderzoeksopzet en richtlijnen

Het archeologisch onderzoek bestaat uit een archeologische begeleiding (zie Hoofdstuk 2).

Tijdens het onderzoek dienen de volgende onderzoeksvragen te worden beantwoord:

1.

zijn er sporen aanwezig?

2.

zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

3.

hoe is de bewaringstoestand van de sporen?

4.

maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

5.

behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

6.

wat is de relatie met de gekende vindplaasten CAI 700428 en CAI 50772?

7.

wat is het belang en de betekenis van de sporen binnen de bestaande kennis van de geschiedenis van Kinrooi en de gekende archeologische sites?

Het archeologisch onderzoek diende te worden uitgevoerd conform de minimumnormen voor de

registratie en documentatie bij archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem en de wijze van rapportering (kort: minimumnormen) zoals deze zijn vastgesteld door de Vlaamse regering

en de aanvullende Bijzondere voorwaarden bij de vergunning voor een archeologische

begelei-ding: Kinrooi, Breeërsteenweg zoals deze zijn opgesteld door Onroerend Erfgoed Limburg.

1.3 Beleidskader

Conform art. 4 § 2 van het Decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993, gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006, 27 maart 2009 en 18 november 2011 zijn de eigenaar en de gebruiker verantwoordelijk voor ar-cheologische monumenten die zich op hun gronden bevinden. Ze dienen de arar-cheologische monumenten die zich op hun gronden bevinden te bewaren en te beschermen en ze voor be-schadiging en vernieling te behoeden. Indien dit niet ‘in-situ’ kan, moet dit ‘ex-situ’ gebeuren aan de hand van een opgraving.

(8)

2 Bureauonderzoek

2.1 Methode

Het bureauonderzoek gebeurt aan de hand van bestaande bronnen. In het kader van het bu-reauonderzoek wordt een overzicht opgesteld van de gekende relevante informatie met betrek-king tot het plangebied en haar omgeving. Tot de geraadpleegde bronnen behoren o.a.: topo-grafische kaarten, historische kaarten, de Centrale Archeologische Inventaris (CAI), de bodem-kaart en luchtfoto’s.

2.2 Plangebied, huidig en toekomstig gebruik

2.2.1 Plangebied

Afbeelding 1: uitsnede van de topografische kaart. Het onderzoeksgebied is met een rood kader weerge-geven.

(9)

Bureauonderzoek

Het plangebied ligt direct ten noorden van de Breeërsteenweg te Kessenich, gemeente Kinrooi, provincie Limburg. Het plangebied valt binnen de vier Lambert-coördinaten: 248.380 / 204.742, 248.461 / 204.831, 248.477 / 204.829 en 248.469 / 204.720. De percelen zijn kadastraal be-kend onder de kadastrale gemeente Kinrooi, Afdeling 3, Sectie C, nrs. 285B (partim), 285C (partim), 286C (partim), 286E (partim), 287C (partim), 289B (partim) en 295T (partim). De totale oppervlakte van het plangebied beslaat circa 2500 m². Het plangebied ligt onmiddellijk ten oos-ten van het gemeenthuis van Kinrooi (Breeërsteenweg 146) en wordt in het noorden en oosoos-ten begrensd door akkerpercelen.

2.2.2 Huidig gebruik

De percelen waren tot op heden in gebruik als akker. Een smalle strook is begroeid met bos, dat recent op natuurlijke wijze is ontstaan nadat het betreffende perceel in onbruik was ge-raakt1.

Afbeelding 2: Middenschalige kleurenortho (zomeropname) met het plangebied rood omlijnd. Bron: AGIV.

1

(10)

Bureauonderzoek

2.2.3 Toekomstig gebruik

In het plangebied zal haaks op de Breeërsteenweg een toegangsweg aangelegd worden voor het toekomstig containerpark (dat gepland is voor de percelen onmiddellijk ten oosten van het huidig plangebied). Aansluitend op deze toegangsweg zal parallel aan de Breeërsteenweg een nieuwe toegangsweg aangelegd worden naar het gemeentehuis. Binnen het wegtracé zullen tevens riolen en nutsleidingen aangelegd worden.

Het huidige bos zal grotendeels gerooid worden.

Afbeelding 3. Uitsnede van de plankaart met daarop de huidige en toekomstige toestand. Het onder-zoeksgebied, de zone waarbinnen de archeologische begeleiding diende uitgevoerd te worden, is met een rood kader omgeven.

(11)

Bureauonderzoek

2.3 Beschrijven historische situatie en mogelijke verstoringen

Op de kabinetkaart van de Oostenrijkse Nederlanden en het Prinsbisdom Luik uit 1777, opge-steld onder leiding van Joseph de Ferraris (de zogenaamde Ferrariskaart), is te zien dat Kesse-nich (hier Keisenick) gedurende de 18 eeuw deel uitmaakte van de Baronnie de Kaisenick. Het plangebied ligt op deze kaart binnen een zone die weergegeven wordt als heide.

Afbeelding 4. De locatie van het plangebied met een rode ster bij benadering weergegeven op de Ferra-riskaart uit 1777. Bron: Koninklijke Bibliotheek van België.

Op de topografische kaarten van het Rijngebied, die opgenomen werden tussen 1803 en 1813 door de Franse cartograaf Tranchot en tussen 1816 en 1820 werden aangevuld door de Pruisi-sche Freiherr von Müffling (de zogenaamde Tranchotkaart), is te zien dat het plangebied op dat moment deel uitmaakte van een uitgestrekt heidegebied. Onmiddellijk ten noorden van het hui-dige plangebied wordt op deze kaart tevens een moeras weergegeven.

Op de Atlas der buurtwegen uit 18412 worden binnen het plangebied en in de omgeving ervan geen gebouwen weergegeven. Op deze kaart staan wel verschillende wegen, de huidige Bree-ersteenweg wordt op deze kaart evenwel nog niet weergegeven.

2

(12)

Bureauonderzoek

Afbeelding 5. Het plangebied (rood kader) bij benadering weergegeven op de Tranchotkaart uit het begin van de 19e eeuw.

Afbeelding 6. Het plangebied (rood kader) bij benadering weergegeven op de Atlas der buurtwegen uit 1841. Bron: GIS Limburg.

(13)

Bureauonderzoek

Doordat Kinrooi zich aan de grens met Nederland bevindt, wordt het op tal van Nederlandse Topografische Militaire Kaarten en Topografische kaarten weergegeven, zij het met minder kleurrijke invulling. Op basis van deze kaarten kan het plangebied voor de periode tussen 1929 en 1988 gevolgd worden3. Op de kaart van 1924 staat de Breeërsteenweg nog niet afgebeeld hoewel deze volgens de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed4 ontstaan is toen de slingeren-de onverharslingeren-de weg die het centrum van Kinrooi met Kessenich verbond in 1901 verhard en rechtgetrokken werd. Mogelijk is hier sprake van een fout in de Topografische Militaire kaart doordat oude brondocumenten zijn gebruikt voor de weergave van de Belgische grondgebie-den. Het plangebied ligt op deze kaart binnen een beboste zone. Op de kaart uit 1929 staat de Breeërsteenweg wel afgebeeld. Op deze kaart is ook iets meer detail te zien. Zo wordt ter plaatse van het grootste deel van het plangebied bos weergegeven. De locatie wordt op deze kaart vermeld onder het toponiem Hezer Bosch. De afgebeelde beboste percelen worden ech-ter steeds minder omvangrijk en zijn volledig verdwenen op de kaart van 1958. Het toponiem Hezer Bosch blijft weergegeven tot en met de topografische kaart van 1958, vanaf de kaart van 1969 wordt het toponiem Hezerheide gebruikt. De percelen worden onbebouwd weergegeven tot en met de kaart uit 1988.

Op alle kaarten tussen 1929 en 1953 wordt de Breeërsteenweg net ten zuiden van het plange-bied weergegeven als een holle weg.

Afbeelding 7. Uitsnede uit de Topografische Militaire kaart van Nederland uit 1929. Het plangebied is met een rood kader aangegeven. Bron: watwaswaar.

3

De volgende kaarten zijn beschikbaar: De Topografische Militaire kaart uit 1924, 1929, 1936 en de Topografische kaart uit 1953, 1958, 1968, 1979 en 1988. Raadpleegbaar via: watwaswaar.

4

(14)

Bureauonderzoek

Afbeelding 8. Uitsnede uit de Topografische kaart van Nederland uit 1953. Het plangebied is met een rood kader aangegeven. Bron: watwaswaar.

Afbeelding 9. Uitsnede uit de Topografische kaart van Nederland uit 1968. Het plangebied is met een rood kader aangegeven. Bron: watwaswaar.

Op basis van de historische gegevens kan worden gesteld dat zich in het (sub)recente verleden in het plangebied geen bebouwing heeft bevonden. Het plangebied is in het recent verleden ten dele bebost geweest.

2.4 Beschrijven bekende archeologische waarden

In de Centrale Archeologische Inventaris (CAI) worden ter plaatse van het plangebied twee vindplaatsen weergegeven. Dit betreft CAI 700428 met resten van een Celtic field, gemeld op basis van een luchtfoto en CAI 50772 met een vindplaats uit de Romeinse tijd, gemeld op basis van het IAP-archief.

(15)

Bureauonderzoek

In de onmiddellijke omgeving, in een straal van 500 meter, worden nog 8 vindplaatsen gemeld in de CAI. Samen geven zij een aanwijzing voor bewoning en begraving in de omgeving van het plangebied. Deze dateren ten minste ten dele uit de Late Bronstijd en Romeinse tijd. Dit betreft:

 CAI 700304 met resten van een Romeins grafveld waar eerder onder andere munten, aardewerk en glas werden aangetroffen.

 CAI 700326 met resten van een Celtic field, gemeld op basis van een luchtfoto.  CAI 51496 waar in 1909 bij toeval sporen en vondsten werden aangetroffen die

ver-moedelijk behoren tot een grafveld uit de Late Bronstijd.

 CAI 51467 met losse oppervlaktevondsten van lithisch materiaal. Het materiaal wordt vooral op de hogere delen van het terrein in concentraties aangetroffen.

 CAI 51466 met bij toeval aangetroffen lithisch materiaal.

 CAI 50085 met aan het oppervlak aangetroffen concentraties van lithisch materiaal en aardewerk, vermoedelijk behorende tot een grafveld uit de Late Bronstijd.

 CAI 51487 met resten van een Celtic field, gemeld op basis van een luchtfoto.  CAI 52563 met de toevalsvondst van een vuursteenafslag (mogelijk schrabber).  CAI 55285 met de toevalsvondst van een maalsteen in basalt.

Afbeelding 10. Uittreksel uit het CAI met daarop het plangebied met een rood kader aangegeven. Bron: AGIV/CAI.

Bij verschillende veldprospecties (onder andere in het kader van de door hem geschreven licen-tiaatverhandeling) door de heer D. Keijers zijn binnen het onderzoeksgebied tot op heden geen archeologische vondsten aangetroffen5.

5

(16)

Bureauonderzoek

2.5 Beschrijving geologische en bodemkundige gegevens

Geologisch gezien ligt Kinrooi ter plaatse van de zogenaamde Roerdalslenk (ook wel Roer-mondslenk genoemd). Deze maakt deel uit van een stelsel van zuidoost-noordwest gerichte breuken die een gebied gelegen in het zuidoosten van Nederland, het uiterste noordoosten van België en het westen van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen in lage slenken en hoge schollen en horsten verdelen. Deze worden door tektonische krachten gevormd, waarbij de hor-sten omhoog worden gedrukt terwijl tegelijkertijd het tussenliggend gebied (de slenk) daalt. De Roerdalslenk is het dalende gebied dat ligt tussen de Feldbiss- en de Peelrandbreuk (zie afbeelding 11). Dit gebied ligt slechts enkele meters lager dan de ‘horsten’ aan weerszijden (het Kempen Blok ten westen van de Feldbissbreuk en het Peel Blok ten oosten van de Peelrand-breuk) omdat de daling van de slenk steeds is gecompenseerd door sedimentatie van afzettin-gen door de Rijn en de Maas. Deze fluviatiele afzetting wordt gerekend tot de Kiezelooliet For-matie. Vanaf de eindfase van de laatste ijstijd, het Weichselien, is door de wind bovenop deze fluviatiele afzettingen dekzand afgezet6. Fluviatiele afzettingen kunnen bestaan uit zowel leem als fijn en/of grof zand. Veelal is in deze afzettingen een gelaagdheid waar te nemen. Eolische zandafzettingen bestaan uit fijn zand dat door de wind is afgerond.

Afbeelding 11: Kaart van de belangrijkste geologische breuken rondom de Roerdalslenk. De kleine dwars-strepen geven de richtingen van de afschuivingen aan. De ligging van Kinrooi is met een rode stip aange-geven.

In het zuiden van het plangebied bevindt zich volgens de bodemkaart een matig droge lemige zandbodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (code Sccz). In het overige (grootste) deel van het plangebied bevinden zich volgens dezelfde kaart matig natte lemige zandbodems met duidelijke ijzer en/of humus B horizont (code Sdg).

6

(17)

Bureauonderzoek

Afbeelding 12: Uitsnede bodemkaart. Het plangebied is groen omkaderd. Bron AGIV.

2.5.1 Aanvullende Informatie

Maaiveldhoogte

In het kader van de planning van de toekomstige ingrepen is de hoogte van het maaiveld ter plaatse van en rondom het plangebied ingemeten in een vast grid. Op basis van deze hoogte-metingen kan de onderstaande hoogtekaart vervaardigd worden.

Op afbeelding13 is duidelijk te zien dat binnen het plangebied (en ook daarbuiten) een merk-baar hoogteverschil in het maaiveld aanwezig is. Op basis van deze kaart is te zien dat het noordelijk deel van het plangebied lager ligt dan het zuidelijk deel.

(18)

Bureauonderzoek

Afbeelding 13: Het plangebied (rood kader) weergegeven op een TIN (triangulated irregular network), aangemaakt op basis van maaiveldhoogten die in het kader van de projectplanning werden opgemeten.

(19)

3 Archeologische begeleiding

3.1 Werkmethode

Binnen het gehele toekomstige wegtracé en in een zone van enkele meters rondom dit toekom-stig tracé is onder leiding van de archeologen een vlak aangelegd door een machinist die ter beschikking werd gesteld door de aannemer van het gronden bestratingwerk, de firma Heij-mans N.V.. Dit vlak werd aangelegd op het niveau waarop archeologische sporen zichtbaar zouden zijn (in de top van de natuurlijke ondergrond).

Het onderzoek is uiteindelijk in twee fasen uitgevoerd omdat er zich in het westen van het toe-komstig wegtracé een grond en puindepot bevond dat door Heijmans was aangelegd in het ka-der van de heraanleg van de Breeërsteenweg. Eerst is het gedeelte van het toekomstig wegtra-cé dat haaks op de Breeërsteenweg ligt onderzocht (Put 1). Na afronding van het onderzoek binnen deze zone is dit tracégedeelte door mevrouw Arts (Ruimte en Erfgoed Limburg) vrijge-geven zodat het depot, dat zich in het westen van het plangebied bevond, verplaatst kon wor-den naar het reeds onderzochte gedeelte (waar het gebruikt werd om de ondergrond op te ho-gen voordat de nieuwe weg aangelegd zou worden). Nadat het depot verplaatst was, is het ge-deelte van het toekomstig wegtracé dat evenwijdig ligt aan de Breeërsteenweg onderzocht (Put 2).

Het aangelegde vlak werd met de hand opgeschaafd en alle aangetroffen sporen (natuurlijk, recent,..) aangekrast, getekend en beschreven. Van alle aangetroffen sporen die recent of na-tuurlijk van oorsprong leken is steeds een aantal gecoupeerd. Op aangeven van mevrouw A. Arts zijn echter niet alle dergelijke sporen onderzocht, dit omdat een verder onderzoek van deze sporen geen verder inhoudelijke verrijking van het onderzoek zou inhouden.

In Put 1 werden, om een beter inzicht te krijgen in de bodemkundige omstandigheden (zie ver-der), drie kijkgaten aangelegd. Ter aanvulling van deze informatie werd een vierde kijkgat aan-gelegd in Put 2.

Tijdens het startoverleg is gebleken dat ook de zone tussen de Breeërsteenweg en het Sociaal huis, gelegen aan de Breeërsteenweg nr.126, deel uitmaakt van de bouwaanvraag. Op deze plaats is de bodem in het verleden reeds opgehoogd. De geplande werken op deze locatie wa-ren bij de start van de Archeologische Begeleiding reeds uitgevoerd zodat een archeologisch onderzoek op deze locatie niet mogelijk was. Met de gemeente en mevrouw Arts werd afge-sproken om rondom het Sociaal huis een drietal boringen uit te voeren. Doel van deze boringen was om vast te stellen of de bodem in het verleden (voorafgaand of tijdens het ophogen van het terrein) verstoord is.

3.2 Bodem

Tijdens het onderzoek is gebleken dat binnen het plangebied de bodem niet geheel intact be-waard is gebleven.

In het noorden van Put 1 is in het kijkgat een bodemprofiel aangetroffen dat bestaat uit een eo-lisch zandpakket (C-horizont) op een pakket fluviatiel zand met lemige zones, leemlagen en grind. Het eolisch zand wordt afgedekt door een dunne ploeglaag die rechtstreeks op de C-horizont rust (AC-C-horizont).

(20)

Archeologische begeleiding

Afbeelding 14. Profiel 1001, opgenomen in het noorden van het plangebied. 1) ploeglaag; 2) eolisch zand en 3) fluviatiele afzetting (zand en leem).

Het eolisch pakket wordt naar het zuiden toe dunner en vertoont in het vlak een zwakke bo-demvorming die het gevolg lijkt van een vochtig ondergrond (het zand krijgt een grijze tint en vertoont tal van donkerbruine aders). Na circa 80 meter (gerekend vanuit het noorden) verdwijnt het eolisch pakket uit het profiel en bestaat de ondergrond uitsluitend uit fluviatiel zand, met in het vlak plaatselijk grote leemzones. Bovenop deze bodem is slechts een dunne ploeglaag aangetroffen, ook hier is dus sprake van een AC-horizont.

Afbeelding 15. Profiel 1006, opgenomen op de overgang tussen de zone met eolisch zand in het vlak en de zone met fluviatiele afzettingen in het vlak. 1) ploeglaag; 2) eolische zand; 3) fluviatiele afzetting met lemig zand; 4) fluviatiel zand met veel roestvorming; 5) fluviatiele afzetting met zwak lemig zand met sterke roestvorming en leembanden en 6) fluviatiel zand met mangaanspikkels en enkele leembandjes.

(21)

Afbeelding 16. Profiel 1005, opgenomen in het zuiden van het plangebied. 1) ploeglaag; 2) fluviatiele af-zetting met zwak lemig zand; 3) fluviatiele afaf-zetting met zwak lemig zand met sterke roestvorming en leembanden en 4) fluviatiel zand met mangaanspikkels en leembanden.

Afbeelding 17. Profiel 2001, opgenomen in het westen van het plangebied. 1) restant stort; 2) fluviatiele afzetting met zwak lemig zand; 3) fluviatiele afzetting van zwak zandige leem met sterke roestvorming, met enkele zandbanden; 4) fluviatiele afzetting van zand met leembanden met sterke roestvorming en leembanden en 5) fluviatiel zand, zwak gelaagd.

In het westelijk deel van het plangebied is geen ploeglaag aangetroffen in het profiel. Op deze plaats is de ploeglaag recent verwijderd om op de locatie een gronden puindepot aan te bren-gen. Ondanks het gebruik van deze locatie als depot is de bodem vrij intact bewaard, in die zin

(22)

dat in het vlak slechts enkele verstoringen7 zijn aangetroffen die terug te brengen zijn tot dit ge-bruik.

Afbeelding 18. Vlaktekening met de verschillende in het vlak aangetroffen ondergronden. De in dit rapport opgenomen profielen zijn aangegeven.

7

Aangetroffen zijn: puinbaksporen en in het uiterste westen van het plangebied een zwakke vervuiling van de bodem door de aanwezigheid van behandeld hout.

(23)

Op basis van deze gegevens is aangenomen dat de ondergrond mogelijk in het verleden afge-topt is en dat, met name in het zuiden van het plangebied, het oorspronkelijke dekzanddek ver-dwenen is. Uit navraag bij de heer Depraetere van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) – Re-gio Oost is gebleken dat bij de VLM geen informatie gekend is over grondverstorende activitei-ten binnen het plangebied. Eén van de omwonende personen, oud-veldwachter T. Hermans8, gaf aan dat binnen de onderzochte percelen in het verleden zand is gewonnen om te gebruiken bij bouwwerkzaamheden in de omgeving. Deze gegevens kunnen niet geverifieerd worden9, maar zijn een mogelijke verklaring voor de aangetroffen afgetopte bodem.

3.3 Sporen

Tijdens het archeologisch onderzoek zijn in totaal 119 spoornummers toegekend. De nummers zijn per put toegekend, spoornummers uit Put 1 hebben een 1000-nummer, spoor-nummers uit Put 2 een 2000-nummer. Van de toegekende spoorspoor-nummers zijn er zes toegekend aan de natuurlijke ondergrond (de grondlagen in het vlak), 13 aan natuurlijke sporen10 en 69 aan recente verstoringen. De overige 31 spoornummers betreffen archeologische sporen van recente oorsprong. Voor de allesporenkaart: zie Bijlage 1.

3.3.1 Recente sporen

Bij de uitvoering van de archeologische begeleiding zijn in Put 1 29 paalkuilen en 1 greppel aangetroffen, in Put 2 is 1 paalkuil aangetroffen. De aangetroffen gracht is gelegen in het zui-den van Put 1. De paalkuilen in Put 1 zijn in de noordelijke helft van de put aangetroffen en ma-ken grotendeels deel uit van één structuur.

De greppel S1022 lijkt parallel met de Breeërsteenweg te lopen en heeft een breedte van circa 1,10 meter en in de coupe een diepte van maximaal 22 centimeter. In doorsnede heeft het spoor een tweeledige kuipvorm. De vulling van dit spoor is vrij heterogeen en bestaat uit bruin-grijs zand gemengd met verspitte brokken lichtbruin zand (natuurlijke ondergrond) en bruin-grijs zand. Vermoedelijk betreft het hier een oude perceelsgreppel die vrij recent (tijdens de 20e eeuw) ge-dempt is.

8

De heer Theo Hermans woont momenteel op Breeërsteenweg 135 te 3640 Kinrooi. Zijn ouderlijke woonst lag ook aan de Breeërsteenweg.

9

De zandwinning is gebeurt op privé-initiatief met toestemming van de eigenaar zonder dat hiervoor ooit officiële docu-menten zijn opgemaakt.

10

Dit betreft zones waar door bioturbatie, hoge vochtigheid of andere natuurwerking de bodem net iets anders van kleur of textuur is of een licht andere samenstelling heeft. Ook sporen ontstaan door wortelwerking en mollengangen horen tot deze categorie van sporen.

(24)

Afbeelding 19. Coupe op de greppel S1022.

Van de aangetroffen paalkuilen zijn er vier die als geïsoleerd spoor zijn aangetroffen. Dit betreft S1003, S1007 en S1057 in het noordelijke deel van Put 1 en S2003 in het oosten van Put 2. De sporen S1003 en 1007 zijn eerder vaag. Deze sporen hebben een diameter en diepte van res-pectievelijk 29 x 7 en 26 x 11 centimeter Mogelijk betreft het hier de onderzijde van paalkuilen. Deze sporen zijn niet dateerbaar.

Sporen S1057 en 2003 hebben een gevlekte vulling en hebben een diameter en diepte van respectievelijk 24 x 9 en 20 x 10 centimeter. Deze sporen worden op basis van hun vulling als recent geïnterpreteerd.

Afbeelding 20. Coupe op de paalkuil S1057.

De overige aangetroffen paalkuilen maken deel uit van een lijnvormige structuur (Structuur 1). Deze lijnvormige structuur loopt Put 1 binnen langs de oostelijke zijde en loopt diagonaal door-heen de put verder in noordwestelijke richting. Structuur 1 stopt 12 meter van de noordelijke putwand. Tot deze lijnvormige structuur horen 26 paalkuilen. Deze hebben een diameter van 14 tot 27 centimeter. Na overleg met mevrouw Arts zijn slechts enkele van deze sporen gecou-peerd. Uit de gecoupeerde sporen is gebleken dat de sporen een diepte hebben van circa 10 centimeter. De vulling van deze paalkuilen bestaat uit grijsbruin zand, gevlekt of zwak gemê-leerd met lichtbruin zand. In verschillende paalkuilen is nog een restant van een houten paal

(25)

aangetroffen. Deze sporen behoren vermoedelijk tot een vrij recent gesloopte perceelsafraste-ring.

Afbeelding 21. Coupe op de paalkuil S1024.

3.3.2 Recente verstoringen

Van de tijdens het onderzoek aangetroffen recente verstoringen zijn er verschillende die een aanwijzing vormen voor het recente gebruik van het plangebied. Zo zijn ten westen van de lijn-vormige structuur in Put 1 een aantal parallelle banden aangetroffen die vrij breed (tot 80 centi-meter) zijn en die in coupe zeer ondiep zijn (circa 6 centicenti-meter), met een kuipvormig profiel. De-ze sporen S1026, S1036, S1043, S1044, S1054 en S1055 zijn gevuld met grijsbruin zand, ge-vlekt en/of zwak gemêleerd met lichtbruin zand. Deze banden zijn vermoedelijk ontstaan door-dat bij de bewerking van het terrein de tractor of aanhangwagen plaatselijk iets dieper in de grond is gezakt en de natuurlijke bodem iets heeft uitgesleten dan wel samengedrukt.

In Put 2 werden dan weer 55 verstoringen aangetroffen die ontstaan zijn bij het planten dan wel verwijderen van bomen. Het betreft hier vierkante tot ellipsvormige kuilen met een min of meer kuipvormig profiel. De vulling van deze sporen bestaat uit donkergrijsbruin zand gemengd met lichtgrijs en donkergrijs tot zwart zwak humeus zand, plaatselijk zwak gemêleerd met lichtbruin zand of grijsbruin zand dat gevlekt en/of gemêleerd is met lichtbruin zand en grijs zand. De heer T. Hermans, oud-veldwachter van Kinrooi, gaf aan dat dit een zone is waar in het verleden, in de periode voordat het gemeentehuis is gebouwd, een aangeplant dennenbos heeft gestaan.

3.4 Vondsten

Tijdens de archeologische begeleiding werd slechts een zeer kleine hoeveelheid vondsten aan-getroffen (zie Bijlage 3). Dit betreft een fragment aardewerk, een fragment glas en een fragment vuursteen, aangetroffen in de bouwvoor bij de aanleg van het vlak, en een stuk metaal, een fragment glas en een fragment aardewerk aangetroffen in de verstoring Spoor 1026.

3.4.1 Aardewerk

De aangetroffen fragmenten aardewerk betreffen twee fragmenten industrieel porselein (V1001 en V1003), waarvan 1 een bodemfragment is met een drukdecor op de binnenzijde (V1003). Deze fragmenten dateren uit de 19e tot 20e eeuw.

(26)

3.4.2 Glas

Het aangetroffen glas betreft een dikwandig fragment van een fles in helder glas (V1001) en een fragmentje helder vlakglas (V1003). Beide fragmenten zijn niet exact te dateren, maar stammen vermoedelijk uit de 20e eeuw.

3.4.3 Metaal

Het in de verstoring S1022 aangetroffen fragment metaal betreft een verbogen fragment ijzer (V1003). Ook dit fragment is vermoedelijk recent.

3.4.4 Vuursteen

Het als losse vondst aangetroffen stuk vuursteen (V1002) betreft een afslag. Deze is niet gere-toucheerd. Het fragment is niet exact te dateren.

3.5 Booronderzoek

Zoals was afgesproken met de heer Hermans van de gemeente Kinrooi en mevrouw Arts van Onroerend Erfgoed Limburg zijn in de zone rondom het Sociaal huis (gelegen aan de Breeër-steenweg 126) een aantal grondboringen gezet. Op deze locatie is in het verleden de grond opgehoogd. De zone tussen het Sociaal huis en het naastgelegen gebouw en de Breeërsteen-weg was echter ten tijde van het booronderzoek opnieuw verhard (straatstenen en stabilisatie-pakket), daarom zijn de boringen uitgevoerd in de achterliggende tuin van het Sociaal huis.

Uit de uitgevoerde boringen (zie Bijlage 4) is gebleken dat het gehele gebied ten tijde van de ophoogfase reeds ontgraven is tot in de natuurlijke bodem. In boring nr. 2 en 3 is de natuurlijke bodem aangetroffen op een diepte van 1 en 0,85 meter beneden maaiveld. Hier rust het opge-bracht pakket rechtstreeks op de natuurlijke bodem. In boring nr. 4 kon de natuurlijke onder-grond slechts met moeite aangeboord worden omdat in het opgebracht pakket een kiezelrijke laag aanwezig was. Toch kon worden vastgesteld dat de bodem tot op een diepte van 1,3 me-ter uit een opgebracht pakket bestaat, vanaf deze diepte was natuurlijke bodem aanwezig. De-ze kon echter, door de aanwezigheid van de kieDe-zel in de bovenliggende laag, niet opgeboord worden. Het boorgat stortte namelijk steeds weer dicht met kiezel uit deze laag.

Boringen 1 en 5 konden slechts tot een geringe diepte doorgezet worden. Hier werd bij her-haalde pogingen gestuit op een vaste ondergrond (puin en/of stabilisatiemateriaal).

De onderin de boorprofielen aangetroffen natuurlijke ondergrond betrof telkens fluviatiel zand, bestaande uit lichtbruin zand met roestvlekken. Dit gaat geleidelijk over in zwak lemig bruin fijn- en grofkorrelig zand, met veel roest. Eolisch zand werd niet aangetroffen.

Samenvattend kan worden gesteld dat de bodem voorafgaand aan het ophogen van het terrein verstoord is tot in de fluviatiele afzettingen. De ploeglaag en eventueel aanwezige eolische zandafzettingen zijn hierbij vergraven

(27)

Afbeelding 22. Kaart met daarop de oorspronkelijke situatie, de nieuwe situatie en de reeds vooraf aanwe-zige bebouwing en verharding. De boorlocaties zijn met een blauw (genummerd) punt weergegeven.

(28)

Conclusie

4 Conclusie

Conform art. 4 § 2 van het Decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993, gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006, 27 maart 2009 en 18 november 2011 zijn de eigenaar en de gebruiker verantwoordelijk voor ar-cheologische monumenten die zich op hun gronden bevinden. Ze dienen de arar-cheologische monumenten die zich op hun gronden bevinden te bewaren en te beschermen en ze voor be-schadiging en vernieling te behoeden. Indien dit niet ‘in-situ’ kan, moet dit ‘ex-situ’ gebeuren aan de hand van een opgraving.

Daarom heeft Onroerend Erfgoed Limburg besloten dat de graafwerkzaamheden binnen het plangebied onder archeologische begeleiding dienen te gebeuren.

Tijdens de archeologische begeleiding werd vastgesteld dat er zich binnen het plangebied spo-ren bevinden van menselijke activiteit. Deze spospo-ren kunnen geïnterpreteerd worden als recente boomkuilen, sporen van recente landbouwactiviteit (ploegsporen, bandensporen), een per-ceelsgracht en een perceelsafrastering. Daarom lijkt een verder archeologisch onderzoek niet verantwoord. Het officieel vrijgeven van het terrein dient echter te gebeuren door Onroerend Erfgoed.

In de zone rondom het Sociaal huis, gelegen aan de Breeërsteenweg 126, is bij het booronder-zoek vastgesteld dat de bodem er bij het ophogen van het terrein verstoord is tot in de fluviatie-le afzettingen. Deze worden aangetroffen vanaf een diepte van 0.85 tot 1,3 meter beneden maaiveld.

Ondanks het vrijgeven van het terrein blijven de algemene bepalingen die voorzien zijn in het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewij-zigd bij de decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006, 27 maart 2009 en 18 november 2011 en het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewij-zigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, 23 juni 2006, 9 mei 2008, 4 december 2009, 1 april 2011 en 10 juni 2011 van toepassing. Dit met betrekking tot de mel-dingsplicht van eventuele toevalsvondsten, aangetroffen tijdens het verdere verloop van de werkzaamheden.

(29)

Literatuurlijst en bronnen

Literatuurlijst en bronnen

Literatuurlijst

Beerten, K., 2005. Technische tekst bij de Quartairgeologische Kaart, Kaartblad 10-18 Maaseik. Vlaamse overheid, Dienst Natuurlijke Rijkdommen, Leuven.

Sels, O., S. Claes en F. Gullentops, 2001. Toelichting bij de geologische kaart van België, Vlaams gewest, Kaartblad 18-10 Maaseik + Beverbeek. Ministerie van Economische Zaken, Bestuur Kwaliteit en Veiligheid, Belgisch Geologische Dienst / Ministerie van de Vlaamse ge-meenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Brussel.

Tranchot en v. Müffling, 1806. Topografische Aufnahme rheinischer Gebiete durch französische Ingenieurgeographen unter Oberst Tranchot und durch preussische Offiziere unter Generalma-jor Frhr. v. Müffling1816-1820 mit Ergänzungsblättern 1826-1828. Reproduktion und druck: Landesvermessungsamt Nordrhein-Westfalen, 1967. Aus dem Originalmassstab 1:20.000 in den Massstab 1:25.000 reduziert

Bronnen

AGIV: Geo-Vlaanderen, website van het Agentschap voor Grafische Informatie Vlaanderen. http://www.agiv.be/gis/diensten/geo-vlaanderen/

CAI. Centrale Archeologische Inventaris http://cai.erfgoed.net/

GIS Limburg, website van provincie Limburg. http://www.limburg.be/?id=15417&ch=int

Inventaris Onroerend Erfgoed.

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/

Koninklijke Bibliotheek van België http://www.kbr.be/accueil_nl.html

Watwaswaar.

(30)

Bijlage 1

(31)

(32)

(33)

(34)

Bijlage 2

(35)

S p o o r S tru ctu u r P u t Vla k Ty p e In terp re tatie Da terin g Op m erk in g en Aa rd v u ll in g Tex tu u r en in h o u d Om v an g (c m ) Vo rm Gre n s 1001 998 1 1 NATUURLIJK oorspronkelijk mogelijk paalgat Homogeen

zand, lichtbruin, grijze tint,

vaag spoor 20x30 ovaal diffuus

1002 998 1 1 NATUURLIJK

oorspronkelijk mogelijk

paalgat Homogeen

vaag spoor 20x35 ovaal diffuus

1003 0 1 1 PAALGAT

kan natuurlijk zijn, is ondiep, vaag ook in de coupe. Evt onderzijde

paalgat Homogeen

zand, grijs tot donkergrijs, zwak gevlekt met lichtbruin

zand 20x30 ovaal diffuus

1004 999 1 1 VERSTORING restant verspitting/kuil recent

Zwak heterogeen

zand, donkerbruin, zwak

gemêleerd met lichtbruin zand 40x45

rechthoekig tot ovaal scherp

1005 998 1 1 NATUURLIJK oorspronkelijk paalgat Homogeen

lichtgrijze kern, vaag spoor 25 rond diffuus

lichtgrijze kern, vaag spoor 30 rond tot ovaal diffuus

1007 0 1 1 PAALGAT

kan natuurlijk zijn, is vaag ook in de coupe, evt ondiepe restant van een

paalkuil Homogeen

zand, lichtgrijs, donkere kern,

vage rand 20 rond diffuus

vage rand 20x25 ovaal diffuus

1011 999 1 1 VERSTORING restant verspitting kuil recent

Zwak heterogeen

zand, donkerbruin, zwak

gemêleerd met lichtbruin zand 47x77 onregelamtig scherp

1012 0 1 1 LAAG

natuurlijke ondergrond,

C-horizont, eolisch Homogeen

zand, lichtbruin, bruine zones, aders bruin zand, plaatselijk zwak

verstoord(verploegd/verspit)

1013 999 1 1 VERSTORING

mogelijk ploegspoor of

grondebewerkingsspoor recent

vage rand, in coupe gemarmerd en grillige

onderzijde Homogeen

zand, donkergrijsbruin, zwak

gevlekt met lichtbruin zand 35x1455 lijnvormig

matig scherp

(36)

S p o o r S tru ctu u r P u t Vla k Ty p e In terp re tatie Da terin g Op m erk in g en Aa rd v u ll in g Tex tu u r en in h o u d Om v an g (c m ) Vo rm Gre n s

1014 998 1 1 NATUURLIJK boomplaats? vage rand, natuurlijk Heterogeen

zand, donkerbruingrijs, gevlekt met lichtbruin zand, in de coupe op de randen uitlogend

bruin zand, zwak geaderd 142x244

ovaal tot onregelmatig

mogelijk ploegspoor of

grondebewerkingsspoor recent

vage rand in coupe grillige ondergrond

Zwak heterogeen

zand, donkergrijsbruin, gevlekt

met lichtbruin zand 28x675 lijnvormig

matig scherp

1016 998 1 1 NATUURLIJK oorspronkelijk paalgat vage randen, ook in coupe Homogeen

zand, grijs, gevlekt met lichtbruin en lichtgrijs zand,

vervaagd naar de randen toe 32x43

ovaal tot

onregelmatig diffuus

1017 998 1 1 NATUURLIJK oorspronkelijk paalgat

duidelijk spoor, veraderd en vertakt onderin grillig,

natuurlijk Homogeen

zand, grijs, op de rand gevlekt

met donkergrijs zand 22x35 ovaal diffuus

1018 0 1 1 LAAG

natuurlijke ondergrond, vochtige C-horizont,

eolisch Homogeen

zand, lichtbruin, sterk geaderd en gevlekt met bruin en donkerbruin zand, grijze tint door vocht

zit in donkerbruine natuurlijke zone, is in coupe tweeledig, lijkt op

tanddoorsnede Homogeen

zand, donkerbruin tot zwart, zwak humeus, gevlekt met

lichtbruin zand op de rand 18x23 ovaal diffuus

zit in donkerbruine natuurlijke zone, is in coupe tweeledig, lijkt op

tanddoorsnede Homogeen

zand, donkergrijs, gevlekt met

lichtgrijs en lichtbruin zand 24x31 ovaal diffuus

1021 0 1 1 LAAG

C-horizont,

roestvlekken,fluviatiel Homogeen

zand, lichtbruin, zwak lemig, vel roestvlekken

1022 0 1 1 GREPPEL gedempte greppel Heterogeen

zand, bruingrijs, gevlekt met verspitte stukken lichtbruin

zand, enkele grijze aders 100x1500

1023 999 1 1 VERSTORING verspitte bodem Heterogeen

zand, lichtbruin, zwak lemig, sterk roestig, gemêleerd en gemarmerd met donkergrijs en

bruin zand 286x2980

lijnvormig en onregelmatig

matig scherp

(37)

S p o o r S tru ctu u r P u t Vla k Ty p e In terp re tatie Da terin g Op m erk in g en Aa rd v u ll in g Tex tu u r en in h o u d Om v an g (c m ) Vo rm Gre n s 1024 1 1 1 PAALGAT recent, restant weideafsluiting? Heterogeen

zand, grijsbruin, gevlekt/zwak

gemêleerd met lichtbruin zand 14x16 vierkant scherp

1025 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

weideafsluiting? Heterogeen

oorspronkelijk greppel, is samen met S1044 en S1054 en s1055 spoor van druk door banden (tractor/kar)

is zeer ondiep, verdwijnt

soms in het vlak Heterogeen

zand, grijsbruin, gevlekt/gemêleerd met lichtbruin zand, enkele fragmentjes recent aardewerk en glas, bevat soms plastic

71x5154 (met onderbreki ngen) lijnvormig matig scherp 1027 1 1 1 PAALGAT recent, restant weideafsluiting? Heterogeen

1028 1 1 1 PAALGAT kan ook natuurlijk zijn Heterogeen

zand, bruingrijs, zwak

gemengd met lichtbruin zand 16x18 vierkant scherp

1029 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

gemêleerd met lichtbruin zand 15x21 rechthoek scherp

1030 998 1 1 NATUURLIJK natuurlijk Homogeen

zand, lichtgrijsbruine rand, donkergrijze kern, zwak gevlekt met zwarte organische

resten 86x154 rechthoek tot ovaal diffuus 1031 1 1 1 PAALGAT recent, restant weideafsluiting? Heterogeen

1032 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1033 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

zand, grijsbruin, gevlekt/zwak gemêleerd met lichtbruin zand,

(38)

1035 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1036 999 1 1 VERSTORING Heterogeen

zand,donkerbruin, gemengd met bruin zand, gevlekt met

lichtbruin zand 15x21 rechthoek scherp

1037 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1038 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1039 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1040 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1041 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1042 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1043 999 1 1 VERSTORING Heterogeen

lichtbruin zand 46x136 lijnvormig scherp

oorspronkelijk greppel, is samen met S1044 en S1054 en s1055 spoor van druk door banden (tractor/kar)

loopt door doorheen put, verdwijnt wel regelmatig

uit het vlak Heterogeen

zand, donkergrijsbruin, zwak gemêleerd met bruin en lichtbruin zand 41x764 (met onderbreki ng) lijnvormig matig scherp

(39)

1046 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

bevat resten paal 20x31 onregelmatig scherp

1047 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

gemêleerd met lichtbruin zand 16x17 onregelmatig scherp

1048 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1049 1 1 1 PAALGAT

kan ook natuurlijk zijn,

onduidelijk ook na coupe Heterogeen

zand, grijs, sterk gemengd met donkergrijs zand en bruin zand, in coupe enkele zwarte

zones, vage rand 22x25 onregelmatig scherp

1050 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1051 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1052 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

1053 1 1 1 PAALGAT

recent, restant

sporen van verzakte

tractor/kar? Heterogeen

lichtbruin zand 46x83 ovaal

matig scherp

sporen van verzakte

tractor/kar? Heterogeen

lichtbruin zand 52x125 ovaal

matig scherp

(40)

bevat restant paal 14x16 vierkant scherp

1057 0 1 1 PAALGAT recent, restant afsluiting? Heterogeen

2001 0 2 1 LAAG

C-horizont, roestvlekken,

fluviatiel Homogeen

zand, lichtbruin, sterk roestige zones, roestvlekken, zwak lemig, enkele lemige zones (minder als op de zuidelijke kop van put 1

recent,

aanleg/verwijderen boom recent

ondiep in coupe, in profiel

duidelijk omgezet Heterogeen

zand, grijsbruin, gevlekt/gemêleerd met

lichtbruin zand en grijs zand 68x71 onregelmatig

matig scherp

2003 0 2 1 PAALGAT recent paalgatje recent

Zwak heterogeen

zand, donkergrijsbruin, gevlekt

met lichtbruin zand 17x24 eivorm

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

lichtbruin zand en grijs zand 51x71 rechthoek

matig scherp

recent,

aanleg/verwijderen boom

dieper als overige verstoringen ook andere vulling. Wordt

doorsneden door S2006

Zwak heterogeen

1: zand, zwart, humeus, houtskoolbrokjes, plantaardige resten, zwak gevlekt met donkergrijs en grijs zand, 2: (kern) zand, lichtgrijs, zwak gemengd met grijs zand, houtskoolspikkels. Vulling 1

en 2 zwak gemêleerd 111x154 onregelmatig

matig scherp

(41)

S p o o r S tru ctu u r P u t Vla k Ty p e In terp re tatie Da terin g Op m erk in g en Aa rd v u ll in g Tex tu u r en in h o u d Om v an g (c m ) Vo rm Gre n s 2007 999 2 1 VERSTORING recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

2011 0 2 1 LAAG

C-horizont, roestvlekken, fluviatiel, zwak verploegd

en verstoord Heterogeen

zand, lichtbruin, roestvlekken, roestige zones, zwak lemig, enkele lemige zones, ploegsporen, hier en daar recent verspit/vergraven (oa puinbaktanden)

recent,

aanleg/verwijderen boom recent Heterogeen

zand, donkerbruingrijs, gemengd (plaatselijk gemêleerd) met lichtgrijs, donkergrijs en lichtbruin zand,

sterk doorworteld 47x81 onregelmatig

matig scherp

recent,

zand, donkerbruingrijs, gemengd (plaatselijk gemêleerd) met lichtgrijs, donkergrijs en lichtbruin zand, sterk doorworteld 74x129 rechthoek tot onregelmatig matig scherp 2014 999 2 1 VERSTORING recent,

sterk doorworteld 66x120 rechthoek

matig scherp

(42)

sterk doorworteld 89x162 ovaal

matig scherp

recent,

zand, donkerbruingrijs, gemengd (plaatselijk gemêleerd) met lichtgrijs, donkergrijs en lichtbruin zand, sterk doorworteld 93x109 vierkant tot onregelmatig matig scherp 2017 999 2 1 VERSTORING recent,

zand, donkerbruingrijs, gemengd (plaatselijk gemêleerd) met lichtgrijs, donkergrijs en lichtbruin zand, sterk doorworteld 63x93 rechthoek tot ovaal matig scherp 2018 999 2 1 VERSTORING recent,

sterk doorworteld 103x118 ovaal

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

(43)

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

sterk doorworteld 75x84 vierkant

matig scherp

recent,

sterk doorworteld /x110 onbekend

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

zand, donkerbruingrijs, gemengd (plaatselijk gemêleerd) met lichtgrijs, donkergrijs en lichtbruin zand, sterk doorworteld 75x93

rechthoek tot ovaal

matig scherp

(44)

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

sterk doorworteld 74x75 vierkant tot rond matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

zand, donkerbruingrijs, gemengd (plaatselijk gemêleerd) met lichtgrijs, donkergrijs en lichtbruin zand, sterk doorworteld 74x91 rechthoek tot ovaal matig scherp 2035 999 2 1 VERSTORING recent,

sterk doorworteld 86x87 vierkant

matig scherp

(45)

matig scherp

recent,

zand, donkergrijsbruin, gemengd met lichtgrijs en donkergrijs tot zwart zwak humeus zand, plaatselijk zwak

gemêleerd met lichtbruin zand /x81 onbekend

matig scherp

recent,

gemêleerd met lichtbruin zand 81x84 vierkant

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

gemêleerd met lichtbruin zand 72x82 rechthoek

matig scherp

recente verstoring, omgezette grond, restant bovenliggende laag recent

zeer hoekig, scherpe aflijning (gegraven met

kraan) Heterogeen

zand, donkerbruingrijs, gemêleerd met lichtbruin zand, zeer ondiep (1 cm), restant

bovenliggende laag 98x322 rechthoek

matig scherp

(46)

matig scherp

recent,

gemêleerd met lichtbruin zand 83x190 onregelmatig

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

gemêleerd met lichtbruin zand 54 rond

matig scherp

recent,

matig scherp

(47)

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

(48)

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

matig scherp

2057 999 2 1 VERSTORING recent, verspitting recent Heterogeen

zand, lichtbruin, gemêleerd

met donkerbruingrijs zand 29x39 onregelmatig

matig scherp

2058 999 2 1 PLOEGSPOOR onderzijde ploegspoor

slechts enkele centimeter diep

Zwak

heterogeen zand, donkergrijsbruin 25x129 lijnvormig

matig scherp

(49)

matig scherp

recent,

matig scherp

recent,

gemêleerd met lichtbruin zand onbekend onregelmatig

matig scherp 2062 0 2 1 LAAG C-horizont, roestvlekken, fluviatiel, sterk doorworteld door

aanwezigheid bos Homogeen

zand, lichtbruin, sterk roestige zones, roestvlekken, zwak lemig, enkele lemige zones (minder als op de zuidelijke kop van put 1) boomwortels

(50)

Bijlage 3

(51)

Gebruikte afkortingen: AA Aanlegvondst GLS Glas KER Aardewerk MFE IJzer SVU Vuursteen

(52)

Vondstenlijst

Vondstnummer Put Vlak Spoornummer Coupe/Profiel Code Datum Opmerkingen

1001 1 1 1026 Mix 16-8-2012 AA vlak 1002 1 1 0 SVU 16-8-2012 AA vlak 1003 1 1 0 KER 16-8-2012 AA vlak

(53)

Aardewerk

Vondstnummer

₁₀₀₁

Put 1 Vlak 1 Spoornummer 1026

Opmerkingen AA vlak

Inventarisnummer

_2012-275

Aantal Fragmenten

a KER PORSELEIN INDUSTRIEEL

1 19e 20e

Volgcode Materiaal Code Type Omschrijving

Compleet aantal Rand Bodem Wand Datering Begin Datering Eind Datering Specifiek

Opmerkingen

Vondstnummer

₁₀₀₃

Inventarisnummer

_2012-275

Aantal Fragmenten

a KER PORSELEIN INDUSTRIEEL Drukdecor (blauw) met bloemenmotief

1 19e 20e

(54)

GLAS

Vondstnummer

₁₀₀₁

Inventarisnummer

_2012-275

a GLS FLES dikwandig, helder

1 20e

Opmerkingen Conservering

Vondstnummer

₁₀₀₃

Inventarisnummer

_2012-275

a GLS VLAKGLAS helder

1 20e

Opmerkingen Conservering