• No results found

Brugge, Komvest 40 Proefonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Brugge, Komvest 40 Proefonderzoek"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E info@raakvlak.be www raakvlak.be Brugge, Komvest 40 Dossiernr. 2008/233 Proefonderzoek

(2)

Situering van het projectgebied

Naar aanleiding van een nieuwbouwproject van een appartementsgebouw met ondergrondse parking en een eengezinswoning aan de Komvest 40 in Brugge werd in samenspraak met de projectontwikkelaar Joye - Desimpel, een archeologisch proefonderzoek uitgevoerd. Het proefonderzoek vond plaats op 1-2 december 2008.

Het projectgebied is gelegen aan de binnenkant van de vesten in Brugge, ten noorden van de markt. Tot voor kort was het terrein grotendeels bebouwd, na afbraak werd een proefonderzoek uitgevoerd om een zicht te krijgen op de eventueel nog aanwezige archeologische sporen.

1 Lokalisatie van het projectgebeid op de topografische kaart (1:10.000)

Het doel van het onderzoek was het inventariseren en waarderen van potentiële archeologische resten, die door de geplande werken zullen worden verstoord of verdwijnen. Deze resultaten worden geëvalueerd teneinde het voordien ongekende, archeologisch potentieel in de bodem vast te stellen en indien nodig een vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving aan te bevelen.

(3)

Historische achtergrond

Het te onderzoeken terrein bevindt zich net binnen de tweede omwalling rond Brugge (1297 – 1300). Oorspronkelijk grensde het te onderzoeken terrein aan een dubbele omwalling. Op de kaart van Marcus Gerards uit 1562 is het projectgebied nog vrij van bebouwing, er lopen wel een aantal grachtstructuren door.

2 Uittreksel uit de kaart van Marcus Gerards opgemaakt in 1562.

Ook op de kaart van Popp uit 1865, is het te onderzoeken terrein nog vrij van bebouwing. In het kader van de havenuitbreiding en bijhorende stadsontwikkeling werd op het einde van de 19de eeuw beslist om de dubbele stadsgracht ter hoogte van het te onderzoeken terrein aan de Komvest te dempen.

(4)

4 Luchtfoto met het te onderzoeken terrein voor aanvang van de werken maar na afbraak van de bestaande bebouwing.

Bodemkundige achtergrond

Over de bodemkundige situatie van het te onderzoeken terrein is geen informatie voor handen. Onderzoeksresultaten

Over het terrein werden een aantal proefsleuven getrokken maar zonder resultaat. De bodem was tot op een diepte van 1m50 sterk verstoord door de recente afbraakwerken. Bovendien was bij de afbraak ook een gasleiding verlegd wat opnieuw verstoringen heeft veroorzaakt.

Besluit

De waarnemingen zijn niet van die aard om een verdere opgraving te verantwoorden. Er is dus ook geen verder onderzoek gepland wel zullen de werken opgevolgd worden in de hoop een zicht te krijgen op de bodemopbouw in deze hoek van Brugge.

Voor de verdere werken wordt dan ook verwezen naar het decreet op de bescherming van het archeologisch patrimonium uit 1993, waarin onder andere de meldingsplicht vermeld staat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het aantal roofmijten per zakjes werd bepaald op grond van een steekproef: 250 roofmijten bij Amblyseius cucumeris van BCP 900 roofmijten bij Amblyseius cucumeris van Biobest

Uit Amerikaans onderzoek bleek de eerste vlucht van veel plaaginsecten in- derdaad samen te vallen met het moment waarop verschillende planten daar be- gonnen

De toenemende professionalisering van de teelt in die drie bezochte landen biedt Nederland kansen om ook de huidige positie op het gebied van toelevering van goederen en diensten

Denitrificatie, gemeten met behulp van de A-I-M is betrekkelijk hoog in de bovenste 40 tot 60 cm van de bodem van Nederlandse landbouwpercelen Uit deze lagen kan maximaal

Evolutionaire veranderingen hebben belangrijke consequenties voor het duurzaam beheer van de visbestanden doordat de productiviteit van een bestand zal afnemen als de

The aim of this study is to evaluate the reproducibility of these results in a group of South African adolescents with unstable, moderate to severe SUFE treated with a modified

Zowel de gegevens van de kennishouders als de bemonsterings- data (HLB) zijn nog niet volledig. Gekeken moet worden of deze informatie strookt met de nu getrok- ken conclusies.

Voor de Grauwe Gans en Smient zijn bij gebrek aan informatie over hun broedsucces dergelijke schattingen niet te maken, maar gezien de aantalsontwikkeling en het afchsot dat