• No results found

Verwerking meetgegevens Twenthekanalen: Hoofdkanaal: Analyse 1992 -1993

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verwerking meetgegevens Twenthekanalen: Hoofdkanaal: Analyse 1992 -1993"

Copied!
89
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport 210 Verwerking meetgegevens Twenthekanalen, bestaat uit meer delen:

1 Hoofdkanaal: periode 1981-1989

2 Zijkanaal: periode 1981-1989

3 Hoofdkanaal en Zijkanaal: 1990

4 Hoofdkanaal en Zijkanaal: 1991

5 Hoofdkanaal en Zijkanaal: 1992

6 Hoofdkanaal: Analyse 1992-1993

7 Hoofdkanaal en Zijkanaal: 1993

A f i \ & . Bodem en water, milieu en natuur, landschap en ruimte:

^4%fP' DLO-Staring Centrum heeft een geïntegreerde kijk op de toekomst van het

(2)

Verwerking meetgegevens Twenthekanalen

Hoofdkanaal: Analyse 1992 - 1993

H.ThX. Massop

J.G. te Beest

Rapport 210.6

DLO-Staring Centrum, Wageningen, 1994 , ^

r

.

jr

,

t ( <r

,,„

(3)

REFERAAT

Massop, H.Th.L. en J.G. te Beest, 1994. Verwerking meetgegevens Twenthekanalen. Hoofdkanaal: Analyse 1992 - 1993. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Rapport 210.6; 96 blz.; 114 fig.; 2 aanh.

Op twee locaties langs de Twenthekanalen worden in verschillende dwarsraaien grondwaterstanden en oppervlaktewaterstanden gemeten. Naar aanleiding van klachten alsmede door geconstateerde hoge grondwaterstanden is op verzoek van de Causaliteitscommissie Twenthekanalen (CCTK) voor 1992 - 1993 een nadere analyse uitgevoerd van de meetgegevens langs een deel van het Hoofdkanaal. Door middel van tijdstijghoogtelijnen t.o.v. NAP zijn de meetgegevens van een aantal raaien langs het Hoofdkanaal voor de periode 1992 - 1993 gepresenteerd. Daarnaast is met lineaire regressie het verband bepaald tussen twee buizen, één dichtbij het kanaal en één referentiebuis. Met behulp van deze relatie is de grondwaterstand berekend voor de beschouwde periode en vergeleken met de gemeten grondwaterstand.

Trefwoorden: grondwaterstand, oppervlaktewaterstand, correlatiecoëfficient.

ISSN 0927-4499

©1994 DLO-Staring Centrum, Instituut voor Onderzoek van het Landelijk Gebied (SC-DLO) Postbus 125, 6700 AC Wageningen.

Tel.: 08370-74200; telefax: 08370-24812.

DLO-Staring Centrum is een voortzetting van: het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishou-ding (ICW), het Instituut voor Onderzoek van BestrijWaterhuishou-dingsmiddelen, afd. Milieu (IOB), de Afd. Landschapsbouw van het Rijksinstituut voor Onderzoek in de Bos- en Landschapsbouw 'De Dorschkamp' (LB), en de Stichting voor Bodemkartering (STIBOKA).

DLO-Staring Centrum aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLO-Staring Centrum.

(4)

Inhoud

biz. Woord vooraf 9 Samenvatting 11 1 Inleiding 13 2 Verwerking meetgegevens 15 2.1 Tijdsonafhankelijke gegevens 15 2.2 Tijdsafhankelijke gegevens 16 3 Analyse van de hoge grondwaterstanden 17

3.1 Klachten 1992 17 3.2 Klachten 1993 20

4 Conclusies 21 Literatuur 23

Aanhangsels

1 Werkzaamheden langs het kanaal 25

2 Correlatiecoëfficiënten 29 Figuren 1 Overzichtskaart 15 2 Meetpunten raai 005 30 3 Meetpunten raai 015 31 4 Meetpunten raai 020 32 5 Meetpunten raai 030 33 6 Meetpunten raai 040 34 7 Meetpunten raai 050 35 8 Meetpunten raai 419/420 36 9 Meetpunten raai 070 37 10 Meetpunten raai 071 38 11 Meetpunten raai 072 39 12 Meetpunten raai 073 40 13 Meetpunten raai 074 41 14 Meetpunten raai 080 42 15 Meetpunten raai 081 43 16 Meetpunten raai 082 44 17 Meetpunten raai 083 45 18 Meetpunten raai 084 46 19 Meetpunten raai 085 47 20 Neerslag Almen 48 21 Peil van het Twenthekanaal bij Eefde 48

(5)

23 Verloop 24 Verloop 25 Verloop 26 Verloop 27 Verloop 28 Verloop 29 Verloop 30 Verloop 31 Verloop 32 Verloop 33 Verloop 34 Verloop 35 Verloop 36 Verloop 37 Verloop 38 Verloop 39 Verloop 40 Verloop 41 Verloop 42 Verloop 43 Verloop 44 Verschil R12 45 Verschil 46 Verschil 47 Verschil R12 48 Verschil R12 49 Verschil R12 50 Verschil 51 Verschil 52 Verschil 53 Verschil 54 Verschil 55 Verschil 56 Verschil 57 Verschil 58 Verschil 59 Verschil 60 Verschil R12 61 Verschil 62 Verschil 63 Verschil 64 Verschil 65 Verschil 66 Verschil 67 Verschil

van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 015

van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 020 (noord) van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 020 (zuid) van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 030 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 040

van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 050 (noord) van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 050 (zuid) van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 419/420 (noord) van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 419/420 (zuid) van de grondwaterstand t.o.v. NAP in referentiebuis 12 en 16 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 070

van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 071 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 072 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 073 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 074 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 080 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 081 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 082 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 083 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 084 van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 085

gemeten en berekend in raai 015, buis 11-4 en referentiebuis

49 50 50 51 51 52 52 53 53 54 54 55 55 56 56 57 57 58 58 59 59 60 gemeten en berekend in raai 015, buis 12 en referentiebuis R12 60 gemeten en berekend in raai 015, buis 13 en referentiebuis R12 61

gemeten en berekend in raai 015, buis 14-4 en referentiebuis

61 62 62 63 63 64 64 65 65 66 66 67 67 68 69 69 70 70 71 71 72 gemeten en berekend in raai 015, buis 15-4 en referentiebuis

gemeten en berekend in raai 015, buis M268-L en referentiebuis gemeten en berekend in raai 020, buis 1 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 1 en referentiebuis R12 gemeten en berekend in raai 020, buis 2 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 2 en referentiebuis R12 gemeten en berekend in raai 020, buis 3 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 3 en referentiebuis R12 gemeten en berekend in raai 020, buis 4 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 4 en referentiebuis R12 gemeten en berekend in raai 020, buis 5 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 5 en referentiebuis R12

gemeten en berekend in raai 020, buis 6-2 en referentiebuis gemeten en berekend in raai 020, buis 7 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 7 en referentiebuis R12 gemeten en berekend in raai 020, buis 8 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 8 en referentiebuis R12 gemeten en berekend in raai 020, buis 9 en referentiebuis 6-2 gemeten en berekend in raai 020, buis 9 en referentiebuis R12 gemeten en berekend in raai 020, buis 10 en referentiebuis 6-2

(6)

68 Versciil gemeten en berekend in raai 020, buis 10 en referentiebuis R12 72

69 Verscnil gemeten en berekend in raai 030, buis 18 en referentiebuis 6-2 73

70 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 18 en referentiebuis R12 73

71 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 19 en referentiebuis 6-2 74

72 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 19 en referentiebuis R12 74

73 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 20 en referentiebuis 6-2 75

74 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 20 en referentiebuis R12 75

75 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 21 en referentiebuis 6-2 76

76 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 21 en referentiebuis R12 76

77 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-1 en referentiebuis

6-2 77

78 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-1 en referentiebuis

R12 77

79 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-2 en referentiebuis

6-2 78

80 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-2 en referentiebuis

R12 78

in raai 040, buis 31 en referentiebuis 6-2 79

in raai 040, buis 31 en referentiebuis R12 79

in raai 040, buis 32 en referentiebuis 6-2 80

in raai 040, buis 32 en referentiebuis R12 80

in raai 040, buis 33 en referentiebuis 6-2 81

in raai 040, buis 33 en referentiebuis R12 81

in raai 040, buis 34 en referentiebuis 6-2 82

in raai 040, buis 34 en referentiebuis R12 82

in raai 040, buis 35 en referentiebuis 6-2 83

in raai 040, buis 35 en referentiebuis R12 83

in raai 050, buis 39 en referentiebuis 6-2 84

92 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 39 en referentiebuis R12 84

93 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 40 en referentiebuis 6-2 85

94 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 40 en referentiebuis R12 85

95 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 41 en referentiebuis 6-2 86

96 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 41 en referentiebuis R12 86

97 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 42 en referentiebuis 6-2 87

98 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 42 en referentiebuis R12 87

99 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 43 en referentiebuis 6-2 88

100 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 43 en referentiebuis R12 88

101 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 44 en referentiebuis 6-2 89

102 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 44 en referentiebuis R12 89

103 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 45 en referentiebuis 6-2 90

104 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 45 en referentiebuis R12 90

105 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 46 en referentiebuis 6-2 91

106 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 46 en referentiebuis R12 91

107 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 47 en referentiebuis 6-2 92

108 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 47 en referentiebuis R12 92

109 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 48 en referentiebuis 6-2 93

110 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 48 en referentiebuis R12 93

111 Verloop van het oppervlaktewaterpeil bij meetpunt 103 en 104 94

112 Verloop van het oppervlaktewaterpeil bij meetpunt 108 en 124 94

113 Verloop van het oppervlaktewaterpeil bij meetpunt 110 en 111 95

114 Verloop van het oppervlaktewaterpeil bij meetpunt 112 en 113 95

81 Verschil gemeten en berekend

82 Verschil gemeten en berekend

83 Verschil gemeten en berekend

84 Verschil gemeten en berekend

85 Verschil gemeten en berekend

86 Verschil gemeten en berekend

87 Verschil gemeten en berekend

88 Verschil gemeten en berekend

89 Verschil gemeten en berekend

90 Verschil gemeten en berekend

91 Verschil gemeten en berekend

(7)

Woord vooraf

In opdracht van Rijkswaterstaat heeft DLO-Staring Centrum de gegevens verwerkt

van het meetnet langs de Twenthekanalen. In dit rapport zal nader worden ingegaan

op de gegevens van een deel van het Hoofdkanaal voor de periode 1992-1993.

In verband met de start van de werkzaamheden tot verbreding van het Hoofdkanaal

is op verzoek van de Causaliteitscommissie Twenthekanalen voor de periode

1992-1993 een nadere analyse gemaakt van de gemeten grondwaterstanden van een

aantal raaien langs het Hoofdkanaal.

Namens Rijkswaterstaat waren de heer Ing. K. Huisbrink en de heer A. van

Overbeeke contactpersoon.

Dit rapport zal worden behandeld in de Causaliteitscommissie Twenthekanalen

(CCTK).

(8)

Samenvatting

Rijkswaterstaat heeft plannen om het Twenthekanaal van 50 m naar 60 m op de

waterspiegel te verbreden. Naast deze verbredingswerkzaamheden zal het kanaal

worden uitgebaggerd tot de ontwerpdiepte.

Naar aanleiding van klachten van wateroverlast (kwel) uit het verleden als gevolg

van werkzaamheden aan het kanaal, zijn meetpunten voor de grondwaterstand en

het oppervlaktewaterpeil ingericht. In 1992 is het meetnet bij het Hoofdkanaal nog

verder uitgebreid.

In maart 1992 is op het eerste traject van het Hoofdkanaal (Sluis Eefde - Almense

Brug) begonnen met het plaatsen van nieuwe damwanden en in de loop van 1992

met het verwijderen van een gedeelte van de grond tussen de oude en de nieuwe

damwand en het verwijderen van de oude damwand. In 1993 zijn bovengenoemde

werken afgerond.

In 1993 is op het tweede traject (Almense Brug - Ehzer Brug) begonnen met de

werkzaamheden; het slaan van nieuwe damwanden.

In verband met klachten uit het gebied over hoge grondwaterstanden in zowel 1992

als 1993 is op verzoek van de Causaliteitscommissie Twenthekanalen extra aandacht

geschonken aan de meetgevens van het Hoofdkanaal.

In dit rapport wordt een nadere analyse gegeven van de meetgegevens over de periode

1992 - 1993 voor een aantal raaien langs het Hoofdkanaal. Hierbij is speciaal

aandacht geschonken aan de hoge grondwaterstanden welke in de zomer van 1992

voorkwamen.

De meetgegevens zijn gepresenteerd door middel van tijdstijghoogtelijnen t.o.v. NAP.

Daarnaast is voor vijf raaien met behulp van lineaire regressie het effect op de

grondwaterstand doorgerekend en zijn de verschillen in gemeten en berekende

grondwaterstanden weergegeven in grafieken.

(9)

1 Inleiding

Rijkswaterstaat, directie Overijssel, heeft plannen voor verbreding van het

Twenthekanaal van 50 m naar 60 m op de waterspiegel op het gedeelte tussen Eefde

en de Bolksbeek (ca. 4 km ten oosten van Lochern) voor de waterafvoer (190 m

3

/s)

en waterstanden bij maatgevende afvoer (Commissie verruiming Hoofdkanaal van

de Twenthekanalen tussen Eefde en Lochern 1989). Naast de

verbredingswerkzaam-heden zal het kanaal worden uitgebaggerd tot de oorspronkelijke diepte van 5,0 m

+NAP op het traject Eefde-Lochem.

Rijkswaterstaat (RWS) heeft aan het DLO-Staring Centrum (SC-DLO) opdracht

gege-ven (overeenkomst Nr. Ov. 2398, artikel 3.1b en c) om door middel van een jaarlijkse

rapportage de waterhuishoudkundige situatie vast te leggen aan de hand van de

gemeten grondwaterstanden en peilen van open water.

Over de periode 1981 t/m 1989 is voor het Hoofdkanaal en Zijkanaal afzonderlijk

gerapporteerd (Massop en Te Beest 1992a,b), terwijl voor 1990, 1991 en 1992 voor

het Hoofdkanaal en het Zijkanaal gezamenlijk is gerapporteerd (Massop en Te Beest

1992c, 1992d en 1993).

In 1992 is bij het Hoofdkanaal begonnen met de werkzaamheden om het kanaal te

verbreden tot 60 m. op het traject tussen Sluis Eefde en de Almense Brug. In 1993

zijn op het traject Almense Brug - Ehzer Brug de werkzaamheden begonnen.

In dit rapport zal een nadere analyse worden gegeven van de mogelijke oorzaken

van hoge grondwaterstanden welke in de zomer van 1992 zijn gemeten langs het

Hoofdkanaal. Daarnaast zijn eveneens in 1993 hoge grondwaterstanden gemeten.

Voor een aantal relevante buizen langs het Hoofdkanaal zijn de grondwaterstanden

t.o.v. NAP voor 1992 en 1993 weergegeven, terwijl voor vijf raaien met behulp van

lineaire regressie het effect op de grondwaterstand is berekend.

(10)

2 Verwerking meetgegevens

In fig. 1 is door een arcering de ligging van het onderzoeksgebied weergegeven.

Fig. 1 Ov erziehtskaart

De te verwerken gegevens hebben betrekking op grondwaterstanden, stijghoogten,

open waterpeilen en de neerslag. Deze gegevens kunnen worden onderscheiden naar

tijdsonafhankelijke en tijdsafhankelijke gegevens.

2.1 Tijdsonafhankelijke gegevens

Diverse instanties (RWS, waterschap, SC-DLO) hebben overwegend aan weerszijden

van en in meer of mindere mate loodrecht op het kanaal verschillende raaien met

meetpunten ingericht. De meetpunten bestaan uit grondwaterstandsbuizen en punten

voor het meten van het peil in waterlopen. Vanaf 1981 zijn langs het Hoofdkanaal

34 meetpunten voor open water ingericht en op 134 lokaties 318

grondwaterstands-buizen met: filter geplaatst.

Kaart 1 geeft een overzicht van de ligging van de raaien en alle meetpunten voor

grondwaterstanden en oppervlaktewaterpeilen voor het Hoofdkanaal.

In fig. 2 t/m 19 zijn de afzonderlijke raaien met de meetpunten weergegeven, voor

zover betrekking hebbend op de gegevens welke in dit rapport worden behandeld.

(11)

De tijdsonafhankelijke gegevens hebben betrekking op gegevens van de meetlocatie zoals: raainummer, meetpuntnummer, coördinaten, fïlterstelling, maaiveldhoogte en hoogte van het meetpunt t.o.v. NAP. Deze gegevens zijn verwerkt in een databestand TIJDSONAF.DAT (Massop en Te Beest 1993).

2.2 Tijdsafhankelijke gegevens Hierbij kunnen worden onderscheiden:

Meteorologische gegevens, dit betreft de dagelijkse neerslag van het KNMI-station

Almen, deze zijn weergegeven in fig. 20. Er zijn enkele opvallende natte perioden te onderscheiden: augustus en november 1992 en mei, juli, september en december

1993.

Grondwaterstanden en peilen. In eerste instantie zijn met een frequentie van globaal

eenmaal per maand in de grondwaterstandsbuizen de grondwaterstanden en/of stijg-hoogten gemeten en is eveneens het peil van enkele in de raai gelegen waterlopen opgenomen. In verband met de werkzaamheden aan het Hoofdkanaal is op verzoek van RWS de meetfrequentie vanaf september 1992 opgevoerd tot eenmaal per week. Daarnaast zijn tijdens de graafwerkzaamheden door RWS dagelijks waarnemingen gedaan in de buizen in de omgeving van de werkzaamheden.

De meeste filters zijn ondiep geplaatst en geven de grondwaterstand weer, daarnaast zijn er boringen waarin op meerdere diepten filters zijn gesteld. Peilingen in laatstgenoemde filters geven informatie over de stijghoogte van het grondwater op grotere diepte. De aanwezigheid van weerstandbiedende lagen onder het grondwater-vlak kan aanleiding geven tot verschillen tussen de grondwaterstand en de stijghoogte. Daar de meeste filters ondiep zijn geplaatst, wordt de gemeten waterstand aangemerkt als grondwaterstand; op meetlocaties met meer filters op verschillende dieptes wordt de waterstand in het bovenste filter aangemerkt als grondwaterstand en worden de overige waterstanden aangemerkt als stijghoogten. De stijghoogteverschillen bedragen over het algemeen enkele centimeters.

Bij de sluis te Eefde wordt dagelijks het peil van het Twenthekanaal opgenomen en in fig. 21 is dat weergegeven in een grafiek.

In fig. 22 t/m 43 is voor enkele raaien het verloop van de grondwaterstand t.o.v NAP verwerkt in tijdstijghoogtelijnen. Dit zijn raaien welke al gedurende meerdere jaren worden waargenomen en raaien welke in 1992 zijn geïnstalleerd. Van deze raaien is een kortere reeks meetgegevens beschikbaar. De raaien zijn gelegen in de buurt van het betreffende kanaalpand. Daarnaast is in fig. I l l t/m 114 het verloop van het oppervlaktewaterpeil weergegeven voor zes meetpunten.

(12)

3 Analyse van de hoge grondwaterstanden

In dit rapport worden de grondwaterstandsgegevens gepresenteerd over de periode

1 januari 1992 t/m 31 december 1993. Gedurende deze periode zijn werkzaamheden

aan het kanaal uitgevoerd. Hierbij zijn twee trajecten te onderscheiden. Allereerst

het traject Sluis Eefde - Almense Brug, hier zijn de werkzaamheden begonnen in

maart 1992 en in 1993 afgerond. In aanhangsel 1 is een schema opgenomen waarin

volgens Rijkswaterstaat deze werkzaamheden nader zijn omschreven. Het volgende

traject omvat het gedeelte tussen de Almense Brug en de Ehzer Brug, waar de

werkzaamheden zijn begonnen in juli 1993. In aanhangsel 1 is hiervan eveneens

een nadere omschrijving gegeven.

Uit een vergelijking met grondwaterstanden voorafgaand aan de beschouwde periode

alsmede op grond van klachten van betrokkenen blijkt, dat in de beschouwde periode

relatief hoge grondwaterstanden voorkomen. Daar het kanaal ter plaatse van de

uitgevoerde werkzaamheden in ophoging ligt is mogelijk een relatie met de

werkzaamheden te verwachten.

3.1 Klachten 1992

De klachten uiten zich in zeer natte omstandigheden in de percelen in de zomer van

1992, alsmede problemen bij oogstwerkzaamheden en in wateroverlast in kelders

in die zomer. Uit de figuren 22 t/m 31 blijkt dat in de zomer van 1992 hoge

grondwaterstanden voorkomen, dit in tegenstelling tot hetgeen men zou verwachten.

Deze stijgende grondwaterstanden worden niet waargenomen in de referentiebuizen

op grote afstand van het kanaal (fig. 32). Deze verhoging duidt op een effect dat

mogelijk verband houdt met het kanaal of met een ingreep in de waterhuishouding

in de directe omgeving van het kanaal. Op basis van de beschikbare informatie zijn

een aantal ingrepen aan te wijzen die mogelijk invloed kunnen hebben op het

grondwaterregime in de omgeving van het kanaal, nl:

- slaan van nieuwe damwanden;

- plaatselijk verwijderen van stukken oude damwand;

- afgraven van grond tussen oude en nieuwe damwand;

- verandering van het maairegime van sloten nabij het kanaal.

Naast genoemde oorzaken kunnen lokale veranderingen in de waterhuishouding bijv.

een duiker die tijdelijk is verstopt tot problemen leiden, hierover is echter geen

detailinformatie bekend. De genoemde werkzaamheden hebben betrekking op het

gedeelte van het Twenthekanaal tussen Sluis Eefde en de Almense brug.

Ten aanzien van de vier genoemde punten is het volgende op te merken.

Het slaan van damwanden is voor genoemd traject begonnen in maart 1992

(aanhangsel 1). Van het plaatsen van nieuwe damwanden is geen bijzonder effect

te verwachten op de grondwaterstand. Er kan een tegengesteld effect worden verwacht

omdat de nieuwe damwanden langer zijn (9 m.) dan de oude (5 m.).

(13)

Het kanaal wordt in de toekomst verbreed van 50 naar 60 m. De nieuwe damwanden zijn dusdanig geplaatst dat rekening is gehouden met de toekomstige breedte van het kanaal. De verbreding is niet altijd aan dezelfde zijde van het kanaal maar lokaal aan de zuidzijde, noordzijde en plaatselijk aan beide zijden. Om een aansluiting tussen de nieuwe damwanden te bewerkstelligen is ter plaatse van de kruising met de oude damwand, de oude damwand gedeeltelijk verwijderd. Dit kan betekenen dat ter plaatse van deze kruisingen er een open verbinding kan ontstaan tussen het kanaal en het gebied tussen de oude en de nieuwe damwand. Nabij de nieuwe damwand hebben mogelijk af(ver)gravingen plaatsgevonden. Als in deze strook tussen de oude en de nieuwe damwand het kanaalpeil zich in kan stellen, zal dit tot extra infiltratie vanuit het kanaal aanleiding kunnen geven. Ter plaatse van deze nieuwe kanaalbodem is de bodem schoon (geen sliblaag), er zal dus gemakkelijk water kunnen infiltreren en aanleiding kunnen geven tot verhoogde grondwaterstanden en als gevolg daarvan verhoogde afvoer naar het ontwateringsstelsel.

In verband met de slechte staat van de oude damwand is vanaf november 1992 begon-nen met het afgraven van grond tussen de oude damwand en de nieuwe damwand, teneinde de druk op de oude damwand te verminderen. Hierbij is grond afgegraven tot ca 1,50 m beneden de waterspiegel. Als gevolg van deze ingreep zal zich ter plaatse van de afgraving het kanaalpeil instellen. Daar het een relatief schone bodem betreft zal de infiltratie toenemen. Daarna is de oude damwand verwijderd. In 1992 is door RWS de maaifrequentie van de (kwel)sloten teruggebracht tot eenmaal maaien per seizoen (herfst). Als gevolg van de begroeiing in de sloten in de zomer zal een eventuele afvoergolf leiden tot meer opstuwing en als gevolg daarvan hogere grondwaterstanden. Daar de kwel vanuit het kanaal min of meer een permanent karakter heeft, zullen een aantal sloten het hele jaar blijven afvoeren, het maaibeheer van deze sloten heeft dus direct en voortdurend invloed op de grondwater-stand in het gebied. Deze invloed is het grootst dichtbij het kanaal en neemt af met de afstand tot het kanaal, bovendien treedt dit effect ook op buiten het gebied waar de werkzaamheden zijn uitgevoerd. In 1993 is door RWS een groot gedeelte van de sloten weer twee keer gemaaid. Het waterschap van de Berkel heeft de maai-frequentie niet tetuggebracht.

Uit het overzicht blijkt dat er meerdere ingrepen hebben plaatsgevonden die mogelijk de waterhuishouding in het gebied hebben beïnvloed. Om een eventueel effect van deze ingrepen op de grondwaterstand te kwantificeren is met behulp van lineaire regressie het effect op de grondwaterstand voor een aantal raaien doorgerekend. Hiervoor zijn de raaien gebruikt waarvoor een lange reeks van waarnemingen beschikbaar is, de methode is niet toepasbaar op recent geplaatste buizen.

Hierbij is de volgende procedure gevolgd.

a. Keuze referentiebuis (R12), deze ligt op zodanige afstand van het kanaal (1 km) dat mag worden aangenomen dat deze niet wordt beinvloed door de aanwezigheid van het kanaal.

b. Door middel van lineaire regressie is het verband vastgesteld tussen de te be-schouwen buis en de referentiebuis. De correlatie wordt uitgevoerd over de periode voorafgaand aan de kanaalwerkzaamheden (t/m april 1992).

c. Met de gevonden relatie worden grondwaterstanden berekend voor de beschouwde

(14)

buis over de periode waarvoor de relatie is vastgesteld alsmede de periode waarin

de werkzaamheden aan het kanaal zijn uitgevoerd,

d. Als laatste stap wordt een plot gemaakt van het verschil tussen de berekende en

gemeten grondwaterstanden.

Deze procedure is in eerste instantie uitgevoerd voor de raaien 020, 030, 040 en 050.

Als referentiebuis is R12 gebruikt, omdat deze verreweg de beste correlatiecoèfficient

vertoonde (aanhangsel 2). Omdat R12 een relatief dikke onverzadigde zone heeft is

eveneens bovenstaande procedure uitgevoerd, waarbij buis 6-2 uit raai 020 als

referentiebuis is gebruikt. De onverzadigde zone is minder dik, en ogenschijnlijk

wordt de buis nauwelijks beinvloed door de ingreep in het kanaal (dikkere sliblaag).

Er zijn berekeningen uitgevoerd voor de periode tot 1 mei 1993.

Voor R12 zijn de berekeningen later nogmaals uitgevoerd voor de periode tot

1 december 1993, waarbij eveneens raai 015 is betrokken. Voor de grafieken met

de verschillen tussen gemeten en berekende grondwaterstanden, zoals weergegeven

in fig 44 t/m 110, zijn de berekeningen met referentiebuis 6-2 dus uitgevoerd tot 1

mei 1993 en voor referentiebuis R12 tot 1 december 1993.

Uit de regressieberekeningen met referentiebuis R12 blijkt dat voor de raaien 030,

040 en 050 de gemeten grondwaterstand in de zomer van 1992 hoger is dan de

berekende grondwaterstand. Het verschil is het grootst voor de buizen vlak bij het

kanaal, en neemt af met de afstand tot het kanaal. De waargenomen piek verdwijnt

in het najaar. Voor sommige buizen lijkt er een trend aanwezig met betrekking tot

het verschil tussen de gemeten en berekende grondwaterstand op basis van R12, dit

blijkt vooral bij raai 020.

De gevonden piek in het verschil tussen gemeten en berekende grondwaterstanden

in de zomer van 1992 wordt voor raai 030, 040 en 050 eveneeens gevonden met buis

6-2 als referentiebuis. Verder valt op dat de berekende grondwaterstanden op basis

van buis 6-2 te hoge grondwaterstanden geven waardoor er een negatieve piek

ontstaat, dit houdt mogelijk verband met de geconstateerde trend voor de buizen in

raai 020.

Opvallend is verder de piek die in 1991 (voor het begin van de werkzaamheden) in

een aantal buizen wordt waargenomen, hiervoor is vooralsnog geen verklaring te

geven. Naast een bepaling van een mogelijke verhoging van de grondwaterstand is

van belang de tijdsperiode waarin de ingrepen een rol spelen. Het slaan van de

damwanden heeft in de zomer van 1992 plaatsgevonden, het lijkt niet aannemelijk

dat het slaan van damwanden als zodanig invloed heeft op de grondwaterstand in

de omgeving van het Twenthekanaal. Tijdens het plaatsen van de nieuwe damwand

zijn er lokaal stukken oude damwand verwijderd (kruising), mogelijk zijn er ook als

gevolg van de slechte staat van de damwand plaatselijk grondverschuivingen

opgetreden. Als gevolg hiervan heeft het kanaalpeil zich ook kunnen instellen in een

gebied dat normaal buiten het kanaaltrace is gelegen. Daar ter plaatse van deze

locaties de bodem schoon is zal er een verhoogde infiltratie kunnen optreden met

als gevolg verhoogde grondwaterstanden door kwel. De verwachting is dat dit echter

lokale verhogingen betreft. Het afgraven van grond tussen de oude en de nieuwe

(15)

damwand is in november 1992 begonnen en kan daardoor geen verklaring geven voor

de verhoogde grondwaterstanden in de zomer. Het kan mogelijk wel een verklaring

geven voor de trend die wordt waargenomen in de buizen van raai 020. Daar ter

plaatse de oorspronkelijke weerstand van de kanaalbodem hoger is dan in oostelijke

richting zal een verlaging van de kanaalbodemweerstand meer effect hebben dan in

oostelijke richting waar de weerstand geringer is. De verandering van het maairegime

kan leiden tot verhoogde peilen in de sloten, en daardoor hogere grondwaterstanden,

deze invloed is voortdurend aanwezig en het grootst nabij het kanaal.

3.2 Klachten 1993

Ook in 1993 zijn er klachten ontvangen over hoge grondwaterstanden. Begin 1993

zijn de werkzaamheden aan het eerste traject Sluis Eefde - Almense Brug afgerond,

terwijl voor het tweede traject Almense Brug - Ehzer Brug de werkzaamheden in

juü 1993 zijn begonnen. Voor het tweede traject geldt dat er met tussenpozen gewerkt

is aan het slaan van damwanden. Verder hebben er geen noemenswaardige ingrepen

plaatsgevonden.

In 1993 zijn er eveneens hoge grondwaterstanden waargenomen. Deze zijn voor een

groot gedeelte te verklaren door de extreem grote neerslaghoeveelheden welke in

1993 zijn waargenomen (fig. 20). Daarnaast geven de berekende grondwaterstanden

(fig. 44 t/m 110) aan dat er mogelijk nog een invloed aanwezig is van de

werkzaam-heden aan het eerste traject, welke in 1993 nog doorwerken. Hier kan het effect van

het ontgraven tussen de oude en nieuwe damwand een rol spelen, met name is dit

bij raai 020 zichtbaar.

(16)

4 Conclusies

In de loop van 1992 zijn bij het Hoofdkanaal de werkzaamheden begonnen om het kanaal te verbreden van 50 naar 60 m. De eerste stap was het slaan van nieuwe damwanden en het ontgraven van de 10 m brede strook tot een diepte van ca. 1,50 m onder de waterspiegel. Om een eventuele invloed van deze werkzaamheden vast te stellen zijn bestaande meetraaien uitgebreid en zijn nieuwe raaien met grondwater-standsbuizen en meetpunten voor open water geïnstalleerd.

De werkzaamheden hebben mogelijk invloed op de weerstand van de kanaalbodem, waardoor de kwel vanuit het kanaal toe zal kunnen nemen.

Daarnaast is door RWS in 1992 de frequentie van sloten reinigen teruggebracht tot 1 keer per jaar, en wel in de herfst.

Bovengenoemde invloeden geven mogelijk een verklaring voor de verhoogde grondwaterstanden welke langs het Hoofdkanaal in 1992 voorkomen. Aan de hand van alleen de neerslaggegevens zijn deze verhogingen niet te verklaren.

De natte weersomstandigheden in 1993 zullen een rol gespeeld hebben bij de geconstateerde hoge grondwaterstanden.

De regressieberekeningen geven aan dat er mogelijk in 1993 nog een invloed merkbaar is van de kanaalwerkzaamheden zoals die op het traject Sluis Eefde -Almense Brug hebben plaatsgevonden.

(17)

Literatuur

COMMISSIE VERRUIMING HOOFDKANAAL VAN DE TWENTHEKANALEN TUSSEN EEFDE

EN LOCHEM, 1989. Rapportage van de commissie (C.T.K).

MASSOP, H.TH.L. EN J.G. TE BEEST, 1992a. Verwerking meetgegevens Twenthekanalen. Hoofdkanaal: periode 1981-1989. Wageningen, Rapport 210.1.

MASSOP, H.TH.L. EN J.G. TE BEEST, 1992b. Verwerking meetgegevens Twenthekanalen. Zijkanaal: periode 1981-1989. Wageningen, Rapport 210.2.

MASSOP, H.TH.L. EN J.G. TE BEEST, 1992c. Verwerking meetgegevens Twenthekanalen. Hoofdkanaal en Zijkanaal: 1990. Wageningen, Rapport 210.3.

MASSOP, H.TH.L. EN J.G. TE BEEST, 1992d. Verwerking meetgegevens Twenthekanalen. Hoofdkanaal en Zijkanaal: 1991. Wageningen, Rapport 210.4.

MASSOP, H.TH.L. EN J.G. TE BEEST, 1993. Verwerking meetgegevens Twenthekanalen. Hoofdkanaal en Zijkanaal: 1992. Wageningen, Rapport 210.5.

(18)

Aanhangsel 1 Werkzaamheden langs het kanaal

In 1992 is bij het Hoofdkanaal begonnen met de werkzaamheden die leiden tot het verbreden van het kanaal van 50 naar 60 m. Op het gedeelte van het kanaal tussen Sluis Eefde en de Almense Brug (km. 4,0 - km. 7,4) zijn vanaf maart 1992 dam-wanden geslagen tot een diepte van 9 meter onder de waterspiegel. Tussen km. 4,0 en km. 5,5 wordt de verbreding met 10 m. uitgevoerd aan de zuidkant van het kanaal. Voor het traject van km. 5,5 tot km 6,3 verloopt de uitbreiding geleidelijk naar de noordzijde, zodat hier de verbreding zowel aan de zuid- als aan de noordzijde wordt uitgevoerd Hierbij is op enkele plaatsen de oude damwand verwijderd omdat deze op dezelfde lokatie stond als de nieuwe damwand was geprojecteerd. Op het traject van km. 6.3 tot km. 7,4 wordt de uitbreiding aan de noordzijde van het kanaal uitgevoerd

Door de slechte staat van de oude damwanden is besloten om de druk op de oude damwanden te verminderen door het weggraven van een gedeelte van de grond tussen de oude en de nieuwe damwand. In november 1992 is begonnen met het ontgraven en afvoeren van de grond tussen de oude en de nieuwe damwand tot een diepte van ca. 1,50 meter onder de waterspiegel. Daarna is begonnen met het verwijderen van de oude damwand.

Het ontgraven van de grond (tot 1,50 m.) en het verwijderen van de oude damwand is voortgezet tot in 1993 (1 maart). De afwerking van de taluds is in de loop van 1993 voltooid.

Het restant van de grond (tot 5 meter onder de waterspiegel) zal in een later stadium worden verwijderd.

Hierna volgt een schema van de werkzaamheden zoals dat door RWS is opgesteld voor het bovengenoemde traject.

Voor het traject Almense Brug - Ehzer Brug (km 7,5 - 9,6) zijn de werkzaamheden begonnen in juli 1993. Met vrij grote tussenpozen zijn hier de nieuwe damwanden geplaatst. Verder zijn in 1993 aan dit traject geen activiteiten geweest, het ontgraven van de grond tussen de oude en de nieuwe damwand en het weghalen van de oude damwanden zal in 1994 plaatsvinden.

(19)

SCHEMA (RWS)

Aanbrengen stalen damwand (noordzijde) periode 15 maart '92 - 31 maart '92 01 april '92 - 30 april '92 01 mei '92 - 31 mei '92 01 juni '92 - 30 juni '92 01 juli '92 - 31 juli '92 tussen km ... 4,300 4,400 5,000 7,410 6,900 6,200 -. en -.-.-.-. 4,400 5,000 5,950 6,900 6,200 6,300

Aanbrengen stalen damwand (zuidzijde) periode 01 juni '92 01 juli '92 01 aug. '92 30 juni '92 31 juli '92 31 aug. '92 01 sept. '92 - 30 sept. '92 01 okt. '92 - 16 okt. '92 len km ... 7,410 6,800 6,300 4,200 -5,900 4,800 --. en --.--.--.--. 6,800 6,300 5,900 4,350 4,800 4,400

Verwijderen houten damwand (noordzijde) periode 15 maart '92 01 april '92 01 mei '92 01 juni '92 01 j a n . ' 9 3 31 maart '92 30 april '92 31 mei '92 30 juni '92 31 j a n . ' 9 3 en km ... 4,300 4,700 4,900 5,400 -5,800 --. en --.--.--.--. 4,700 4,900 5,400 5,800 7,410

Verwijderen houten damwand (zuidzijde) periode 01 juni '92 01 juli '92 01 a u g . ' 9 2 - 12 juni '92 - 31 juli '92 - 31 aug. '92 01 okt. '92 - 31 okt. '92 01 febr. '93 - 28 febr. '93 01 maart '93 - 05 maart '93 en km .. 7,400 7,300 6,260 7,100 6,350 5,550 5,550 -.. en -..-.. - 7,300 - 7,100 - 6,350 - 6,700 - 6,700 - 4,200 - 6,200 26

(20)

Ontgraven sleuf tot een diepte van NAP + 8,50 (noordzijde) periode 16 nov. '92 23 n o v . ' 9 2 30 n o v . ' 9 2 07 dec. '92 14 dec. '92 21 dec. '92 28 dec. '92 20 n o v . ' 9 2 27 n o v . ' 9 2 04 dec. '92 11 dec. '92 18 dec. '92 25 dec. '92 30 dec. '92 en km ... 7,410 6,950 6,800 6,650 6,500 6,300 6,200 --. en --.--.--.--. 6,950 6,800 6,650 6,500 6,300 6,200 6,150

Ontgraven sleuf tot een diepte van NAP + 8,50 (zuidzijde) periode 11 jan. '93 18 jan. '93 25 jan. '93 01 febr. '93 08 febr. '93 15 febr. '93 19 febr. '93 - 15 jan. '93 - 22 jan. '93 - 29 jan. '93 - 05 febr. '93 - 12 febr. '93 - 18 febr. '93 - 24 febr. '93 tussen km ... 4,400 4,500 4,650 5,000 5,150 5,400 4,200 --. en --.--.--.--. 4,500 4,650 5,750 5,100 5,350 5,700 4,400 27

(21)

Aanhangsel 2 Correlatiecoëfficiënten

raai buisnr 015 11-4 12 13 14-4 15-4 M268-L 020 1 2 3 4 5 6-2 7 8 9 10 030 18 19 20 21 22-1 22-2 040 31 32 33 34 35 050 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 referentiebuis R4 0,56 0,72 0,74 0,75 0,78 0,81 0,66 0,55 0,38 0,30 0,22 0,35 0,49 0,64 0,76 0,74 0,84 0,73 0,66 0,51 0,44 0,45 0,02 0,32 0,42 0,56 0,60 0,88 0,86 0,71 0,54 0,28 0,03 0,27 0,41 0,60 0,71 R8 0,49 0,67 0,69 0,70 0,73 0,75 0,59 0,48 0,30 0,21 0,13 0,29 0,39 0,55 0,69 0,67 0,80 0,67 0,60 0,43 0,37 0,38 0,00 0,26 0,32 0,50 0,54 0,83 0,82 0,64 0,49 0,19 -0,02 0,21 0,34 0,50 0,63 R12 0,77 0,84 0,84 0,80 0,87 0,88 0,81 0,78 0,76 0,69 0,63 0,71 0,83 0,89 0,88 0,80 0,89 0,88 0,87 0,78 0,73 0,74 0,26 0,73 0,78 0,81 0,83 0,87 0,88 0,85 0,71 0,56 0,42 0,59 0,71 0,78 0,77 R16 0,36 0,57 0,60 0,60 0,66 0,71 0,52 0,42 0,25 0,17 0,07 0,24 0,38 0,52 0,67 0,69 0,74 0,62 0,54 0,40 0,31 0,33 -0,10 0,24 0,32 0,48 0,55 0,82 0,79 0,62 0,44 0,18 -0,07 0,19 0,36 0,55 0,71 R20 0,22 0,45 0,48 0,50 0,53 0,57 0,39 0,28 0,11 0,04 -0,05 0,14 0,21 0,38 0,56 0,58 0,63 0,48 0,40 0,22 0,16 0,18 -0,08 0,09 0,16 0,35 0,40 0,70 0,69 0,50 0,37 0,07 -0,13 0,11 0,22 0,40 0,57 R24 0,49 0,68 0,71 0,71 0,76 0,80 0,62 0,53 0,38 0,29 0,20 0,36 0,51 0,64 0,77 0,78 0,82 0,71 0,64 0,50 0,42 0,42 0,02 0,33 0,42 0,58 0,64 0,87 0,85 0,71 0,55 0,30 0,04 0,28 0,45 0,61 0,74 29

(22)

Fig. 2 Meetpunten raai 005

(23)

Fig. 3 Meetpunten raai 015

(24)

Fig. 4 Meetpunten raai 020

(25)

Fig. 5 Meetpunten raai 030

(26)

Fig. 6 Meetpunten raai 040

(27)

Fig. 7 Meetpunten raai 050

(28)

Fig. 8 Meetpunten raai 419/420

(29)

Fig. 9 Meetpunten raai 070

(30)

Fig. 10 Meetpunten raai 071

(31)

Fig. 11 Meetpunten raai 072

(32)

Fig. 12 Meetpunten raai 073

(33)

Fig. 13 Meetpunten raai 074

(34)

Fig. 14 Meetpunten raai 080

(35)

Fig. 15 Meetpunten raai 081

(36)

Fig. 16 Meetpunten raai 082

(37)

Fig. 17 Meetpunten raai 083

(38)

F/g. i S Meetpunten raai 084

(39)

Fig. 19 Meetpunten raai 085

(40)

so-,

1992

— n e e r s l a g filmen

Fig. 20 Neerslag Almen 1 0 . 5 - ,

j a n V e b W r t lapr'inei 'jun 'juL 'aug 'sepbkt hov'öec 'jan 'feb'mrt. 'apr'mei ' j u n ' j u l 'aug 'sep'pkt 'nou'dec '

1992 93 94 s t r e e f o e i l 10.00 m

Fig. 21 Peil van het Twenthekanaal bij Eefde

(41)

CL Πc 8 9 9.6-, jan 1992

'fed 'mm 'apr 'mei. 'jun ' j u I 'aug 'sep 'okt 'nay 'dec 'jan 'feb'mrt epr Wei 'jun ' j u l 'aug 'sep 'okt 'nou 'dec '

93 94

buis rn26S-L. — ouis i 7 - a

Fig. 22 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 005

C â 9 2 9 . 0 - , 8 . 8 a . 6 a . 4 8 . 2 - j 8 . 0 7 8 7 . 6

j a n ' f aü'mrt taprtaei i j u n ' j u t 'aug 'sep'okt 'nou'dec 'jan 'feb'mrt 'apr wei 'jun I j u l laug 'sep'okt I

1992 93 94

OutS fT1268-L, ÖuiS 12

Fig. 23 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 015

(42)

C â e-2 a.o 7.a 7 . 5 7 . 4 -7 . 2 7 . 0 6 . a 6 . 6 - ,

jan 'f eu 'mrt 'apr 'me i 'jun ' j u l 'aug 'sep 'okt 'nou Idee 'jan 'feö'mrt 'apr 'me i ' j u n ' j u ttaug 'sep 'okt '

1992 93 b u i s i , buis 5

Fig. 24 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 020 (noord)

c g 6 . 2 , a.o 7 . a 7 . 6 -7.0. 7.2 7 . 0 6 . 6 -6 . -6 94

j a n ' f eb tart. IsprWei I j u n b u l 'aug Isep'pkt Inpu'dec 'jan Ifeb'mrt 'apr 'mei ' j u n1 j u l bug 'sep'oki 'npu'pec I

1992 93 9^ buis 10. buis 6 - 2

Fig. 25 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 020 (zuid)

(43)

0. a c :> o e 1 0 . 0 - , 9 . 8 9 . 6 9 . 4 9 . 2 9 . 0 8 . 8 6 . 6 8 . 4 6 . 2 -8 . 0

j a n 'feb'iiirt 'apr 'mei 'jun 'Jul 'aug 'sep 'okt 'nou 'dec 'jan 'f eb'flirt 'apr mei 'jun ' j u l 'aug 'sep 'okt 1992 - 93

buis 18, ÖuiS 2 2 - 1

Fig. 26 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 030

nou 'oec ' ge 1 0 . 0 a a C 9 . 8 O ~ 9 . 6 - , 9 . 4 9 . 2 9 . 0 8 . 8 8 . 5 8 . 4 8 . 2 -6 . 0

j a n 'f ëö'flirt 'apr 'mei 'jun ' j u t laug 'sep 'okt 'nou 'dec 'jan 'f eD'mrt 'apr 'mei 'jun ' j u i 'sug 'sep 'okt 'npv Idee '

1992 - 93 94 35. ÖuiS 31

Fig. 27 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 040

(44)

è 10

-

4 g 1 0 . 2 1 0 . 0 9 . 8 9 . 6 9 . 4 9 . 2 -9 . 0 a.a a . 6

jan 'feb'mrt. 'apr 'mei ' j u n ' j u l 'aug 'sep 'okt 'now 'dec 'jan 'feb'mrt 'apr 'mei ' j u n ' j u l 'aug 'sep 'ckt 'nou Idee '

1992 93 94 buis 39. buis 43

Fig. 28 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 050 (noord)

Q. a c D E 1 0 . 4 1 0 . 2 -. 1 0 . 0 9 . 8 9 . 6 9 . 4 9 . 2 9 . 0 8 . 8 3 . 6

-jan 'f eb 'mrt 'app'mei ' j u n ' j u l 'aug 'sep'okt 'nou'dec '-jan 'feb'mrt 'apr'mei 'jun ' j u t 'aug 'septakt 'nou'dec ' 1992 . g3

buis 48, buis 44

Fig. 29 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 050 (zuid)

(45)

a . 4 Œ C â B

jan ife'3 'mrt 'apr 'mei 'jun l j u I 'aug 'sep 'pkt hoy 'dec 'jan 'f eo'mrt 'apr 'mei 'jun lju I 'aug 'sep 'okt 'nou 'dec '

1992 93 94

Ollis 6 - 2 , b u i s 2 - 2

Fig. 30 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 419/420 (noord)

c 8 e . a , a.o 7 . 6 7 . 6 7 .4 7 . 2 7 . 0 6 . e 6 . 6

-j a n 'f eb ' n r t 'apr 'me i I-jun ' -j u l 'aug 'sep b k i 'nou 'dec '-jan 'f eb'mrt 'apn Wei ' -j u n i -j u l 'aug 'sep lokt 1992 . 93

buis 1 1 - 2 . b u i s 1 0 - 2

Fig. 31 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 419/420 (zuid)

'nou 'dec ' 94

(46)

CL Œ C :> Q Ë 1 0 . 0 g . a 9 . 6 9 . 4 9 . 2 9 . 0 a . e a . 6 -a . -a . a . 2 -1 = j s n 92

Ifeö'mri 'apr'mei ' j u n ' j u l 'aug 'sepbkt 'npv'dec 'jsn ' f e o W t 'spr b e i ' j u n ' j u l 'aug 'sep'oki 'nou'bec ' 93

- buis n i a , buis R24

94

Fig. 32 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in referentiebuis 12 en 16

9 . 0 - , a C 8 . 8 -a - 8 . 6 - , E 8 . 4 6.2-1 8 . 0 7 . e 7 6 7 . 4 -7 . 2 7 . 0

j a n ' f e o ' m r t 'sprlmei ' j u n ' j u l 'sug'ssp'okt 'nou'dec ' j a n ' f e o W t Wpr W e i ' j u n ' j u l 'aug'sep'pkt 'now'dec '

1992 93 94 buis 2 0 3 . b u i s 2 0 0 - 1

Fig. 33 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 070

(47)

C â 9- 2 9 . 0 -8 . 6 8 . 6 e . d 8 . 2 -6 . 0 7 . 8 -7 . 6

j a n if et) 'mrt Wpr 'rne V ' jun I j u l laug 'sep 'okt how 'dec 'jan Ifeb'mnt 'apr 'mei 'jun 'ju l 'aug 'sep lokt

1992 93 t:uiS 207. ÖuiS 2 0 4 - 1

Fig. 34 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 071

'nou 'oec ' 9<J O- q 4 c ^ 9 2 9 . 0 - 1 8 . 8 8 . 6 8.-3 8 . 2 8 . 0 -7 . 8 7.6-1

jan Ifeo 'mrt 'apr b e i ' j u n ' j u l 'aug 'sep'okt 'nou'dec 'jan 'feo'mrt 'apr'mei 'jun ' j u l 'aug 'sep'okt hou'dec '

1992 93 94

PUiS 213, DuiS 208

Fig. 35 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 072

(48)

10. CL Πc g. I> O " 9 . E g . g . g . a. a . a. a . s . a 6 4 2 0-1 6 6 4 2

-j a n Ifeö'mrt 'apr 'mei '-jun ' -j u t 'aug 'sep 'okt 'nou 'dec '-jan

1992 93 duis 2 i g , buis 2 1 5 - 1

Ifëbli 'mrt 'apr 'mei 'jun ' j u l 'aug 'sep 'okt 'npy bec 94

Fig. 36 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 073 10 Q. Π1= 9 :> O " 9 E 9 g g . a. a. a. a. s. o-, a 6 4 2 -0 e6

-j a n ' f e b ' m r t 'apr'mei ' -j u n ' -j u l 'aug 'sep'okt 'now'dec '-jan 'f eb'mrt ^appmei ' -j u n ' -j u l 'aug 'sep'okt 'nou'dec '

1992 93 94 DuiS 225. buis 220

Fig. 37 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 074

(49)

£ 8.4 c âa 2 8 . 0 7 . 6 7 . 6 -7 . 4 7 . 2 7 . 0 6 . 8 6 . 6

-jan feb'mn 'apr 'mei 'jun ' j u l 'aug 'sep 'okt 'nou 'dec '-jan 'fed'mrt 'apr 'mei 'jun 'jul 'aug 'sep 'okt hou bec '

1992 - 93 94 öuis 2 5 3 . ÖuiS 2 5 0 - 1

Fig. 38 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 080

O. g c 8 3 8 . 8 . 8 . 8 . 8 . 7 . 7 . 2 -0 8 6 4 -2 O e-I

-jan 'feb 'mrt 'apr 'mei 'jun 'jut 'aug 'sep 'okt 'nou 'dec '-jan 'feb'mrt

1992 93 'apr 'mei 'jun 'jul 'aug 'sep 'okt 'nou 'dec ' 94 DuiS 257. buis 254

Fig. 39 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 081

(50)

9 . 4 Œ C ä 9 2 -0 a 6-1 2 0 a6

-jan 'f et) tan 'apn 'mei Ijun I j u l 'aug 'sep tokt 'now 'dec '-jan If eb tan >apr taei Ijun !j u l 'aug 'sep tokt 'nou 'dec

1992 93 94 DuiS 2 6 1 , — buis 2 5 3 - 1

Fig. 40 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 082 1 0 . 0 - , CL CE c 9.a D Q " 9 . 6 E 9 . 4 9 . 2 9 . 0 -a.a 8.6-I B . 4 a . 2 -8 . 0 .

j a n ' f e b t a n lapr'mei ' j u n ' j u l 'aug Weptokt hpy'dec 'jan Ifedtan 'apr Wei Ijun I j u l laug 'sep tokt tabu'dec '

1992 9 3 94

buiS 265. buis 2 6 2 - 1

Fig. 41 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 083

(51)

10.0-, a. Πc g . a -o " 9 . 6 E 9 . 4 - | 9 . 2 9 . 0 a.8 8 . 6 -6 . 4 6.2-1 6 . 0

j a n ' f en'mpt 'apn 'mei ' j u n ' j u l 'aug 'sep'okt 'npu'oec 'jan 'feo'mrt Bpr'niei ' j u n ' j u l bug 'sep'okt 'nou'dec ' 1992 93

'3UiS 2 7 1 , duis 266

Fig. 42 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 084 1 0 . 0 94 0-1 c o E 9 . 8 9 . 6 9 . 4 9 . 2 9 . 0 a . e 8 . 6 e . 4 8 . 2 -a.o

j a n ' f e d ' m n 'apn 'mei ' j u n ' j u l 'aug'sep'okt 'now'dec 'jan 'feb'mrt 'apn'mei ' j u n ' j u l 'aug'sep'okt 'now'dec '

1992 93 94 ÖUiS 275. buis 2 7 2 - 1

Fig. 43 Verloop van de grondwaterstand t.o.v. NAP in raai 085

(52)

Gemeten min berekende grondwaterstand

Fig. 44 Verschil gemeten en berekend in raai 015, buis 11-4 en referentiebuis R12

Gemeten min berekende grondwaterstand

1986 1987 1991

. Buis 12

Fig. 45 Verschil gemeten en berekend in raai 015, buis 12 en referentiebuis R12

(53)

Gemeten min berekende grondwaterstand

Fig. 46 Verschil gemeten en berekend in raai 015, buis 13 en referentiebuis R12 Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 14-4

Fig. 47 Verschil gemeten en berekend in raai 015, buis 14-4 en referentiebuis R12

(54)

Gemeten min berekende grondwaterstand

;

y f ^ T

1990

, Buis 15-4

Fig. 48 Verschil gemeten en berekend in raai 015, buis 15-4 en referentiebuis R12

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis M268-L

Fig. 49 Verschil gemeten en berekend in raai 015, buis M268-L en referentiebuis R12

(55)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E °

. Buis 1

Fig. 50 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 1 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 1

Fig. 51 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 1 en referentiebuis R12

(56)

Gemeten min berekende grondwaterstand

£ 0

Buis 2

Fig. 52 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 2 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 2

Fig. 53 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 2 en referentiebuis R12

(57)

Gemeten min berekende grondwaterstand

£ °

. Buis 3

Fig. 54 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 3 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 3

Fig. 55 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 3 en referentiebuis R12

(58)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E °

1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993

Tijd Buis 4

Fig. 56 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 4 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

-I ' 1

VtkA^T

i i i 1

. Buis 4

Fig. 57 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 4 en referentiebuis R12

(59)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E °

Buis 5

Fig. 58 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 5 en referentiebuis 6-2 Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 5

Fig. 59 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 5 en referentiebuis R12

(60)

Gemeten min berekende grondwaterstand

Fig. 60 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 6-2 en referentiebuis R12

(61)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E °

Buis 7

Fig. 61 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 7 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 7

Fig. 62 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 7 en referentiebuis R12

(62)

0 3 0.2 0.1 E » -0.1 •02 -0.3 •0.4

-" An

\ 1

Gemeten min berekende grondwaterstand

Aijirx A A k

r

^HM

i

ï

Tijd Buis 8

Fig. 63 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 8 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 8

Fig. 64 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 8 en referentiebuis R12

(63)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E o

Buis 9

Fig. 65 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 9 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 9

Fig. 66 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 9 en referentiebuis R12

(64)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E o

Buis 10

Fig. 67 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 10 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

VW/u ƒ ihß

v

fvWwv *

Buis 10

Fig. 68 Verschil gemeten en berekend in raai 020, buis 10 en referentiebuis R12

(65)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E o

1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993

Tijd

buis 18

Fig. 69 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 18 en referentiebuis 6-2 Gemeten min berekende grondwaterstand

1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994

Buis 18

Fig. 70 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 18 en referentiebuis R12

(66)

Gemeten min berekende grondwaterstand

e °

1994

buis 19

Fig. 71 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 19 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 19

Fig. 72 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 19 en referentiebuis R12

(67)

Gemeten min berekende grondwaterstand

S °

buis 20

Fig. 73 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 20 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 20

Fig. 74 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 20 en referentiebuis R12

(68)

0.3 0.2 0.1 S o -0.1 -0.2 -0.3

-AM

J ny

N *i

1

t

Gemeten min berekende grondwaterstand

n

IV

* mnlYl l / \

A .Tuil

v

\ r — v 1,

A

"HI V p v r

F V ' ï

1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 Tijd buis 21

Fig. 75 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 21 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 21

Fig. 76 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 21 en referentiebuis R12

(69)

Gemeten min berekende grondwaterstand

S o

Tijd buis 22.1

Fig. 77 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-1 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 22.1

Fig. 78 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-1 en referentiebuis R12

(70)

Gemeten min berekende grondwaterstand

S o

buis 22.2

Fig. 79 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-2 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 22.2

Fig. 80 Verschil gemeten en berekend in raai 030, buis 22-2 en referentiebuis R12

(71)

Gemeten min berekende grondwaterstand

S o

Buis 31

Fig. 81 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 31 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

0.3 0.2 0.1 -0.1 •02 -0.3 -0.4 -^ \ i ï -1 ; -1 i i

i\

i

AA

v r

• » .buis 31

Fig. 82 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 31 en referentiebuis R12

(72)

Gemeten min berekende grondwaterstand

e »

Buis 32

Fig. 83 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 32 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. buis 32

Fig. 84 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 32 en referentiebuis R12

(73)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E °

Buis 33

Fig. 85 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 33 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

buis 33

Fig. 86 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 33 en referentiebuis R12

(74)

03 0.2 0.1 E ° -0.1 -0.2 •0.3 -0.4

1

nM

j

Gemeten min berekende grondwaterstand

h

/W.IA

Ah Aj \

f V

n ir-v

v

\

^ \ 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 Tijd Buis 34

Fig. 87 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 34 en referentiebuis 6-2 Gemeten min berekende grondwaterstand

. buis 34

Fig. 88 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 34 en referentiebuis R12

(75)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E °

Buis 35

Fig. 89 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 35 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

0 3 0.2 0.1 0 -0.1 -0.2 - 0 J -0.4

-a

A

fl J\ 1 hH

M w A

A

t\v

\ U P

y^^i\i]/\H\ß Y

-. buis 35

Fig. 90 Verschil gemeten en berekend in raai 040, buis 35 en referentiebuis R12

(76)

Gemeten min berekende grondwaterstand

S o

buis 39

Fig. 91 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 39 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 39

Fig. 92 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 39 en referentiebuis R12

(77)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E °

buis 40

Fig. 93 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 40 en referentiebuis 6-2

Gemeten min'berekende grondwaterstand

Buis 40

Fig. 94 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 40 en referentiebuis R12

(78)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E o

Tijd buis 41

Fig. 95 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 41 en referentiebuis 6-2 Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 41

Fig. 96 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 41 en referentiebuis R12

(79)

Gemeten min berekende grondwaterstand

£ o

buis 42

Fig. 97 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 42 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 42

Fig. 98 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 42 en referentiebuis R12

(80)

Gemeten min berekende grondwaterstand

H °

Tijd

buis 43

Fig. 99 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 43 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 43

Fig. 100 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 43 en referentiebuis R12

(81)

Gemeten min berekende grondwaterstand

e °

buis 44

Fig. 101 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 44 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 44

Fig. 102 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 44 en referentiebuis R12

(82)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E o

buis 45

Fig. 103 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 45 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

. Buis 45

Fig. 104 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 45 en referentiebuis R12

(83)

Gemeten min berekende grondwaterstand

e »

buis 46

Fig. 105 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 46 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 46

Fig. 106 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 46 en referentiebuis R12

(84)

Gemeten min berekende grondwaterstand

S. ,o

Tijd

buis 47

Fig. 107 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 47 en referentiebuis 6-2 Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 47

Fig. 108 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 47 en referentiebuis R12

(85)

Gemeten min berekende grondwaterstand

E o

buis 48

Fig. 109 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 48 en referentiebuis 6-2

Gemeten min berekende grondwaterstand

Buis 48

Fig. 110 Verschil gemeten en berekend in raai 050, buis 48 en referentiebuis R12

(86)

9 . 0 CL a c a.a 3 o " 8 . 6 E 8 . 4 . 8 . 2 8 . 0 -7 . 8 7 . 6 7 . 4 7 . 2 7 . 0

jan'f èö'mrt 'apr 'mei 'jun IjuL 'aug 'sep'okt 'npu'dec 'jan Ifeö'tnnt 'apr 'mei 'jun'jul 'aug 'sep'okt hou'dec '

1 9 9 2 9 3 9 4 5 L 1 0 3 , S L 1 0 4

Fig. Ill Verloop van het oppervlaktewaterpeil hij meetpunt 103 en 104

& 9 . 4 C è 9-2 9 . 0 8 . 8 8 . 6 8 . 4 8 . 2 -8 . 0 7 . 8 7 . 6

jan'fëb'mri 'apr 'mei 'jun 'jut 'aug 'sep'okt 'nou'dec 'jan 'feû'mu 'app 'me-* 'jun'jul 'aug 'sep'okt, hou'dec '

1 9 9 2 ' " ' ' . 9 3 94

S L 1 0 8 . — buis S L 1 2 4

Fig. 112 Verloop van het oppervlaktewaterpeil bij meetpunt 108 en 124

(87)

1 0 . On 0-ΠC 0 E 9 . 6 9 . 6 -. 9 . 4 9 . 2 9 . 0 B . 8 B . 6 a . 4 a . 2 -6 . 0

jan 'feb'mrt 'apr 'mei 'jun IjuL laug 'sep takt 'nou 'dec 'jan 'feb'mrt 'apr 'mei 'jun ' j u l teug 'sep takt 'nou 'dec

199ë 93 SL 110. buis 5 L 111

Fig. 113 Verloop van het oppervlaktewaterpeil bij meetpunt 110 en 111

94 CL Πc g o - 9 s 9 9 9 a a 6 . a.

a. jen'feb'inrt 'applmei ' j u n ' j u l 'aug 'sep takt hou'dec 'jan 'feb'mrt ' a p r W i 'jun !ju l 'aug 'sep'okt 'noy'dec '

199 =

SL 112. buis SL 113

93 94

Fig. 114 Verloop van het oppervlaktewaterpeil bij meetpunt 112 en 113

(88)
(89)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Due to the high noise level of the video signal, edges in the image are not well defined, as can be seen when co.paring Figure D.l and Figure G.l. This results in a

In order to evaluate the performance of the new avidity assays, LAg and BRAI, we measured the MDRI and FRR of each assay, and used these parameters to calculate HIV incidence

The main aim is to investigate in terms of cost, the feasibility of applying the minimum standards on residual pressure 10 m, demand rate 25 ℓ/c/day and abstraction rate 10 ℓ/min in

The African Economic Outlook (2010) suggests that inadequate funding of these institutions is a hindrance in their contribution to the economy. Thus, despite the core

Whole-genome SNP genotyping results have indicated that the Merino breed is polymorphic for a large number of SNPs included on the OvineSNP50 chip as well as being one of the

Op basis van algemene literatuur en literatuur over andere gewassen lijkt het mogelijk dat aaltjes bij teelten in de voilegrond via besmet drainwater verspreid kunnen worden..

Based on the above discussion, it is clear that the Canada Labour Code attempts to balance the interests of both employers and employees; it protects an employer's right

Verder wordt in hoofdstuk 3 het bedrijf van de maatschap Bor-Van Gils met een aantal andere groepen bedrijven vergeleken, namelijk melkveebedrijven in het westelijk veenweidegebied